29
NEDERLANDS
1. Lees deze tekst voor u
begint!.......................................29
2. Veiligheid..................................29
2.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem ........................29
3. Bedieningsfuncties .................30
3.1 Powerbox
(lasstroombron) .........................30
3.2 SDV
(afzonderlijke draadinvoer)........30
3.3 SWK
(afzonderlijke waterkoeling).......30
3.4 Bedieningsgedeelte...................31
3.5 Bedieningsgedeelte voor
basisinstellingen van het
apparaat ....................................31
4. Montage....................................31
5. Transport..................................31
5.1 Transport met kraan ..................31
6. Bedrijfsvoorbereiding .............32
6.1 Elektrodelassen.........................32
6.2 Gaslassen..................................32
6.3 Lasdraad invoeren.....................32
6.4 Gasfles aansluiten.....................33
7. Basisinstellingen van het
apparaat....................................33
7.1 Bedieningsgedeelte voor
basisinstellingen van het
apparaat ....................................33
7.2 Karakteristieken.........................33
7.3 Gassoort....................................33
7.4 MIG/MAG-impuls......................33
7.5 MIG/MAG...................................34
7.6 Elektrodelassen.........................34
7.7 FBZ Vrijbrandtijd........................34
8. Bediening.................................34
8.1 Bedieningsgedeelte...................34
8.2 Gaslassen..................................34
8.3 Elektrodelassen.........................35
8.4 Apparaat uitschakelen...............35
9. Onderhoud ...............................35
10. Beschikbare accessoires........35
11. Herstelling................................35
12. Milieubescherming..................35
13. Storingen..................................35
13.1 Storingsmeldingen.....................35
13.2 Algemene storingen...................35
14. Technische gegevens .............36
15. Beschikbare accessoires........59
• Voordat u het apparaat in gebruik
neemt, moet u eerst de handleiding
lezen en daarbij vooral aandacht
besteden aan het hoofdstuk „veilig-
heidsvoorschriften”.
• Als u bij het uitpakken van de
machine transportschade vaststelt,
dan moet u daar onmiddellijk uw
leverancier van op de hoogte stel-
len. In dat geval mag u de machine
niet in gebruik nemen!
• De verpakking moet, conform de
lokale wetgeving inzake de bescher-
ming van het milieu, met een
bevoegde ophaaldienst meegege-
ven worden.
• Bewaar deze handleiding. In geval
van twijfel kunt u de handleiding
opnieuw raadplegen.
• Als u het apparaat uitleent of door-
verkoopt, dan moet u deze handlei-
ding erbij voegen.
Principieel moet u zich houden aan de
wettelijke voorschriften voor het gebruik
van booglasapparatuur.
Houd u aan de onderstaande tips om
veilig te werken met het lasapparaat!
Gevaar! Elektrische spanning.
− De machine mag uitsluitend in
droge ruimten gebruikt worden.
− Sluit het apparaat uitsluitend aan op
een stroombron, waarvan de beveili-
gingsinrichtingen correct functione-
ren.
In geval van twijfel neemt u contact
op met een elektromonteur!
Gevaar! Elektrische spanning.
Herstellingen en ingrepen in de appara-
tuur mogen uitsluitend door elektromon-
teurs uitgevoerd worden.
Koppel het apparaat van de netvoeding
alvorens het te openen.
Gevaar!
Draag tijdens het lassen in elk geval vol-
doende beschermende kledij.
Gebruik in elk geval een lasschild en vei-
ligheidshandschoenen.
Zo beschermt u zich tegen rondvlie-
gende vonken en de vlamboogstraling.
Gevaar!
Alle metaaldampen zijn schadelijk!
Zorg dat bij laswerkzaamheden in geslo-
ten ruimten steeds voldoende ventilatie
en afzuiging is, zodat de maximaal toe-
gelaten concentraties van schadelijke
stoffen op de werkplek niet overschre-
den worden.
De dampen van lood, cadmium, koper,
zink en beryllium zijn bijzonder gevaar-
lijk!
Opgelet!
Las nooit lasmateriaal dat geaard is.
Zo vermijdt u eventuele beschadiging
van de beschermingsleiding door
zwerflasstromen (potentiaallusvorming).
Opgelet!
Bevestig de klem van de lasstroomre-
tourleiding steeds rechtstreeks op het
lasmateriaal en zo dicht mogelijk bij het
laspunt.
Opgelet!
Wees bijzonder voorzichtig, wanneer u
met het apparaat in de buurt van compu-
ters, elektronisch gestuurde installaties
of in de buurt van magnetische gege-
vensdragers zoals geluidscassettes, dis-
kettes, gegevensbanden, betaalkaarten
etc. werkt.
De vlamboogontsteking kan aanleiding
geven tot defecten aan de installaties of
verlies van gegevens.
2.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
De apparaten
− Powerbox (lasstroombron)
− SDV (afzonderlijke draadinvoer)
− SWK (afzonderlijke waterkoeling,
verkrijgbaar als optie voor de appa-
raten 232/302 EP)
vormen samen een lasapparaat voor
industrieel en professioneel gebruik.
Aanwijzing:
De met elkaar verbonden en
bedrijfsklare apparaten worden in deze
handleiding „lasapparaat“ genoemd.
De belangrijkste eigenschappen:
− inverter met secondentimer voor
gaslassen,
− functie elektrodelassen geïnte-
greerd,
− gaslassen met vast geprogram-
meerde karakteristieken,
− geïntegreerde karakteristiek voor
MIG-solderen,
− 4-rollenaandrijving met motor met
tachoregeling voor precies en sto-
ringsvrij draadtransport,
− geïntegreerde softstart voor de
bedrijfsmodi MIG/MAG en MIG/
MAG-impuls,
− waterkoeling voor hoog gaslasver-
mogen.
Het lasapparaat is bestemd voor het las-
sen van Fe-metaal, gelegeerde staal-
soorten, non-ferrometaal en aluminium.
Het voldoet bij levering aan de betref-
fende bepalingen.
Inhoudstafel
1. Lees deze tekst voor u
begint!
2. Veiligheid
XS0014H.fm Handleiding NEDERLANDS