MULTIPLEX Soda Tower Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual
1
Handleiding voor
frisdrankuitgiftetoren voor de
types: 115, 116, 126LDP, 138xxxx,
136xxxx, 143, 156, 158, 1310 en 1510
Manitowoc Foodservice International S.A.S. 18 Chemin de Charbonnières F-69132 Ecully Cedex Telefoon: +33 (0)4 72 18 22 50 Fax : +33 (0)4 72 18 22 60 Website: www.manitowocfsg.com
TUC039
11/07
INSTALLATIE
LOCATIE VAN DE UITGIFTETOREN
1. Bepaal de plaats waar de Multiplex Uitgiftetoren
geïnstalleerd zal worden.
2. Zoek het montagesjabloon dat bij de installatiekit
voor de toren geleverd is.
3. Gebruik het montagesjabloon als gids, druk de
vereiste gaten uit in het blad van de bar/toonbank.
MONTEREN VAN DE UITGIFTETOREN
Uitgiftetorens met bouten aan de bar verankerd.
1. Zoek de afvoerpot en montageschroeven. Zet de
uitgiftetoren op de bar.
2. Zoek de rubberen afvoerslang en klem. Sluit die aan
op het passtuk van de afvoerpot.
3. Breng een klodder stopverf aan op de onderkant
van de toren.
4. Breng de toren in positie op de bar. Haal de
afvoerleiding, het snoer en productleidingen door de
opening in de bar. Trek de toren achterwaarts in
positie. Controleer of de afvoer gezekerd is.
5. Verwijder het toegangspaneel. Zoek de 1/4"-20
montageschroeven, gladde ringen, sluitringen en
moeren die meegeleverd zijn in de installatiekit.
Monteer de toren door middel van de gleuven
binnen in de toren.
UITGIFTETORENS MET MONTAGEKLEMMEN AAN
DE BAR VERANKERD
1. Plaats de toren op het blad van de bar in de
uiteindelijke positie.
2. Zoek de rubberen afvoerslang en klem. Sluit die aan
op het passtuk van de afvoerpot.
3. Zoek de hoekmontageklemmen, de 1/4"-20 x 1"
zeshoekige schroeven, en de interne tandringen die
met de installatiekit voor de toren meegeleverd zijn.
4. Zet de toren op de bar vast met
hoekmontageklemmen, schroeven en ringen die in
de kit geleverd zijn. (Zie figuur 1).
OPMERKING: Als de toren op een plat barblad
gemonteerd moet worden, zal het noodzakelijk zijn de
rand van de toren aan de bar te verzegelen met een
afdichtmiddel met vulkaniserend rubber.
5. Trek de drankenleiding op tot de roestvrijstalen
inschroefadapters onderaan de uitgiftetoren. Als de
buizen van de leiding verschillende lengten hebben,
moet u altijd de kortste als eerste aansluiten.
Gebruik 2 trekklemmen voor elke verbinding.
2
AANSLUITEN VAN DE LEIDINGEN VOOR SIROOP
EN WATER
Type 138CDA of 138CDAX uitgiftetorens
1. Zoek de inschroefsplitters en kraanklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
2. Bevestig de 1/4" adapter van de 1/4" x 1/2" of 1/4" x
3/8" adaptersplitter aan de siroopleidingen in de
toren met de markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 4, nr. 5,
nr. 6, nr. 7 en nr. 8. Klem vast met de kraanklem.
3. Bevestig de vier (4) 1/2" x 1/2" adaptersplitters aan
de torenleidingen met de markeringen “AF of AR” en
“BF of BR”. Klem vast met de kraanklem (zie
“Opmerking” hieronder).
4. Leid de drankenleiding naar boven in de toren. Als
de buizen van de leiding verschillende lengten
hebben, moet u altijd de kortste als eerste
aansluiten. Gebruik twee (2) trekklemmen per
verbinding.
5. Gebruik het diagram voor leidingwerk (te vinden in
deze handleiding) als een gids voor de stappen 5 tot
7 en bevestig de siroopleidingen van de toren met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7
en nr. 8 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buis van de leiding. Klem vast.
6. Verbind de toevoer van gewoon water aan de leiding
met markering “WF of WR” klem vast met trekklem.
7. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
de leiding met markering “AF of AR” en “BF of BR”.
Klem vast.
OPMERKING: Als een enkelvoudig circuit gebruikt
wordt, leid dan “AF of AR” In en “AF of AR” Out (uit) naar
“BF of BR” in. Leid “BF of BR” terug naar de leiding.
Type 136EDA, 136EDAX, 138EDA of 138EDAX
1. Zoek de inschroefsplitters en trekklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
2. Bevestig de 1/4" adapter van de 1/4" x 1/2" of 1/4" x
3/8" adaptersplitter aan de siroopleidingen in de
toren met de markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 4, nr. 5 en
nr. 6. Klem vast met de trekklem.
3. Bevestig de twee (2) 1/2" x 1/2" adaptersplitters aan
de torenleidingen met de markeringen “AF of AR” en
“BF of BR”. Klem vast met trekklem.
4. Leid de drankenleiding naar boven in de toren. Als
de buizen van de leiding verschillende lengten
hebben, moet u altijd de kortste als eerste
aansluiten. Gebruik (2) trekklemmen per verbinding.
5. Gebruik het diagram voor leidingwerk (in deze
handleiding) als een gids voor de stappen 5 tot 7 en
bevestig de siroopleidingen van de toren met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7
en nr. 8 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buis van de leiding. Klem vast.
6. Verbind de toevoer van gewoon water aan de leiding
met markering “WF of WR”. Klem vast met trekklem.
7. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
de leiding met markering “AF of AR”. Klem vast.
3
Type 136FDA, 136FDAX, 138FDA of 138FDAX
1. Zoek de inschroefsplitters en trekklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
2. Bevestig de 1/4" adapter van de 1/4" x 1/2" of 1/4" x
3/8" adaptersplitter aan de siroopleidingen in de
toren met de markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 4, nr. 5 en
nr. 6. Klem vast met de trekklem.
3. Bevestig de twee (2) 1/2" x 1/2" adaptersplitters aan
de torenleidingen met de markeringen “AF of AR” en
“BF of BR”. Klem vast met trekklem.
4. Leid de drankenleiding naar boven in de toren. Als
de buizen van de leiding verschillende lengten
hebben, moet u altijd de kortste als eerste
aansluiten. Gebruik (2) trekklemmen per verbinding.
5. Gebruik het diagram voor leidingwerk (in deze
handleiding) als een gids voor de stappen 5 tot 7 en
bevestig de siroopleidingen van de toren met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7
en nr. 8 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buis van de leiding. Klem vast.
6. Verbind de toevoer van gewoon water aan de leiding
met markering “WF of WR”. Klem vast.
7. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
de leiding met markering “AF of AR”. Klem vast.
Type 136LDA, 136LDAX, 138LDA of 138LDAX
1. Zoek de inschroefsplitters en kraanklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
2. Bevestig de 1/4" adapter van de 1/4" x 1/2" of 1/4" x
3/8" adaptersplitter aan de siroopleidingen in de
toren met de markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 4, nr. 5,
nr. 6, nr. 7 en nr. 8. Klem vast met de kraanklem.
3. Bevestig de vier (4) 1/2" x 1/2" adaptersplitters aan
de torenleidingen met de markeringen “AF of AR” en
“BF of BR”. Klem vast met de kraanklem (zie
“Opmerking” hieronder).
4. Leid de drankenleiding naar boven in de toren. Als
de buizen van de leiding verschillende lengten
hebben, moet u altijd de kortste als eerste
aansluiten. Gebruik twee (2) trekklemmen per
verbinding.
5. Gebruik het diagram voor leidingwerk (te vinden in
deze handleiding) als een gids voor de stappen 5 tot
7 en bevestig de siroopleidingen van de toren met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7
en nr. 8 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buis van de leiding. Klem vast.
6. Verbind de toevoer van gewoon water aan de leiding
met markering “WF of WR” klem vast met trekklem.
7. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
de leiding met markering “AF of AR” en “BF of BR”.
Klem vast.
OPMERKING: Als een enkelvoudig circuit gebruikt
wordt, leid dan “AF of AR” In en “AF of AR” Out (uit) naar
“BF of BR” in. Leid “BF of BR” terug naar de leiding.
4
Type 138EDA2
1. Zoek de inschroefsplitters en kraanklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
2. Bevestig de 1/4" adapter van de 1/4" x 1/2" of 1/4" x
3/8" adaptersplitter aan de siroopleidingen in de
toren met de markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 4, nr. 5,
nr. 6, nr. 7 en nr. 8. Klem vast met de kraanklem.
3. Bevestig de vier (4) 1/2" x 1/2" adaptersplitters aan
de torenleidingen met de markeringen “AF of AR” en
“BF of BR”. Klem vast met de kraanklem (zie
“Opmerking” hieronder).
4. Leid de drankenleiding naar boven in de toren. Als
de buizen van de leiding verschillende lengten
hebben, moet u altijd de kortste als eerste
aansluiten. Gebruik twee (2) trekklemmen per
verbinding.
5. Gebruik het diagram voor leidingwerk (te vinden in
deze handleiding) als een gids voor de stappen 5 tot
7 en bevestig de siroopleidingen van de toren met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7
en nr. 8 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buis van de leiding. Klem vast.
6. Verbind de toevoer van gewoon water aan de leiding
met markering “WF of WR” klem vast met trekklem.
7. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
de leiding met markering “AF of AR” en “BF of BR”.
Klem vast.
OPMERKING: Als een enkelvoudig circuit gebruikt
wordt, leid dan “AF of AR” In en “AF of AR” Out (uit) naar
“BF of BR” in. Leid “BF of BR” terug naar de leiding.
Type 115 en 116
1. Zoek de inschroefsplitters en kraanklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
Verbind de adaptersplitter aan de siroopleidingen met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4 en nr. 5 (“6” en “W
als het een toren met zes [6] kleppen is). Klem vast met
trekklemmen. Verbind de twee (2) 1/2 x 1/2
adaptersplitters aan de leidingen met de markeringen
nr. 7 Carbonated (koolzuurhoudend) water en nr. 8
Carbonated water en klem ze vast.
2. Verbind de siroopleidingen met markeringen nr. 1,
nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5 en nr. 6 (alleen van toepassing
op torens met zes [6] kleppen) aan de bijbehorende
genummerde of gekleurde buizen van de leiding.
Klem vast met behulp van twee (2) klemmen per
stuk.
3. Verbind de leiding voor gewoon water (gemarkeerd
met “W”) aan de toevoer voor gewoon water en klem
vast (alleen voor toepassing in torens met zes [6]
kleppen).
4. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water aan
de leiding met markering nr. 7 Carbonated
(koolzuurhoudend) water en nr. 8 Carbonated water,
klem vast.
5
Type 156, 158 en 1510
1. Trek de drankenleiding op tot de roestvrijstalen
inschroefadapters onderaan de toren. Als de buizen
van de leiding verschillende lengten hebben, moet u
altijd de kortste als eerste aansluiten. Gebruik twee
(2) trekklemmen voor elke verbinding.
OPMERKING: De torens van het type Pass-Thru
(doorgang) 158 en 1510 hebben twee (2) interne circuits
voor koolzuurhoudend water. Gebruik de leidingen voor
koolzuurhoudend water nr. 8 en nr. 9 om aan te sluiten
op de leidingen met markering “xF of xR” en “A”. Verbind
de leidingen voor koolzuurhoudend water met
markeringen nr. 7 en nr. 10 aan de leidingen met
markeringen “xF of xR” en “B”. Als de koelunit maar één
(1) circuit voor koolzuurhoudend water heeft, moeten
deze leidingen samen aangesloten worden.
2. Verbind de siroopleidingen met markeringen “1” tot
“6”, “1” tot “8” of “1” tot “10” aan de bijbehorende
genummerde adapterfittingen van de toren. Gebruik
twee (2) trekklemmen per verbinding.
3. Verbind de leiding voor niet-koolzuurhoudend water
(gemarkeerd “W”) van de drankenleiding aan de
adapter van de toren met markering “W”. Gebruik
twee (2) trekklemmen.
Type 126 LDP
1. Leid de drankenleiding omhoog naar de onderkant
van de toren. Als de buizen van de leiding
verschillende lengten hebben, moet u altijd de
kortste als eerste aansluiten. Gebruik twee (2)
trekklemmen voor elke verbinding.
OPMERKING: Het type Multiplex 126 Front Draw
(voorkant trekken) uitgiftetoren heeft maar één intern
circuit voor koolzuurhoudend water.
2. Verbind de zes (6) siroopleidingen met markeringen
1, 2, 3, 4, 5 en 6 aan de bijbehorende genummerde
adapterfittingen van de toren. Gebruik twee (2)
trekklemmen per verbinding. Als de leiding
ongenummerde gekleurde buizen heeft, gebruikt u
de “Referentiekaart voor leidingnummer naar kleur”
die in deze instructies opgesomd is.
3. Verbind de leiding voor gewoon water (gemarkeerd
“W”) van de drankenleiding aan het adaptersysteem
van de toren met markering “W”. Gebruik twee (2)
trekklemmen. Als zes (6) kleppen voor
koolzuurhoudend water nodig zijn, gebruik dan het
meegeleverde 1/4" T-stuk om de koolzuurhoudende
leiding te verbinden met de “W”-leiding.
Type 1310
1. Zoek de inschroefsplitters en trekklemmen in de
installatiekit.
OPMERKING: De installatiekit levert siroopverbindingen
voor leidingen van 1/2" of 3/8" ID. De leidingen waar
koolzuurhoudend water door stroomt worden alleen
geleverd met 1/2" adapters. Bepaal de leidingmaat
voordat u de adapters aanbrengt.
Verbind de adaptersplitter aan de siroopleidingen met
markeringen nr. 1, nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7,
nr. 8, nr. 9 en nr. 10 en klem ze vast. Verbind de twee (2)
1/2" x 1/2" adaptersplitters aan de leidingen met de
markeringen nr. 7 Carbonated (koolzuurhoudend) water
en nr. 8 Carbonated water en klem ze vast. Verbind één
(1) 1/2 x 1/2 adaptersplitter aan de leiding met markering
“W” en klem vast.
2. Verbind de siroopleidingen met markeringen nr. 1,
nr. 2, nr. 3, nr. 4, nr. 5, nr. 6, nr. 7, nr. 8, nr. 9 en
nr. 10 aan de bijbehorende genummerde of
gekleurde buizen van de leiding. Klem vast.
3. Verbind de leiding voor gewoon water met
markering “W” aan de toevoer van gewoon water en
klem vast.
4. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water aan
de leiding met markering nr. 7 Carbonated
(koolzuurhoudend) water en nr. 8 Carbonated water,
klem vast.
Type 143
1. Trek de drankenleiding op tot de roestvrijstalen
inschroefadapters onderaan de uitgiftetoren. Als de
buizen van de leiding verschillende lengten hebben,
moet u altijd de kortste als eerste aansluiten.
Gebruik twee (2) trekklemmen voor elke verbinding.
2. Verbind de drie (3) siroopleidingen met markeringen
nr. 1, nr. 2 en nr. 3 aan de bijbehorende
genummerde adapterfittingen van de uitgiftetoren.
Gebruik twee (2) trekklemmen per verbinding.
3. Verbind de leiding voor koolzuurhoudend water met
markering “xF of xR” van de drankenleiding aan de
adapters van de toren met markering “xF of xR”.
Gebruik twee (2) trekklemmen.
6
ALLE VERBINDINGEN ISOLEREN
OPMERKING: Verzeker u ervan dat alle blootliggende
leidingen voor koolzuurhoudend water, gewoon water en
siroop goed geïsoleerd zijn.
1. Gebruik voor het isoleren stukjes buis,
aluminiumfolie en tape.
2. Snijd de leidingstukken zo dat ze strak om de
blootgestelde leidingen en aansluitingen passen.
3. Als alle leidingen goed geïsoleerd zijn, omwikkel ze
dan strak met tape om luchtdichtheid te verzekeren.
Hierdoor wordt condensvorming op de leidingen en
druppen voorkomen.
DE ELEKTRISCHE VERBINDINGEN LEGGEN
1. Zoek de transformator met laag voltage en plaats
die onder de toren op een afgeschermde en veilige
plek. Gebruik de meegeleverde schroeven om de
transformator aan de kast vast te maken.
2. Leid de snoeren van de transformator omhoog naar
de achterkant van de uitgiftetoren en steek ze in de
snoeren aan de achterkant van de toren.
3. Verbind de voedingskabel van de transformator aan
een geschikte wandcontactdoos. Zet de
voedingsschakelaar nu nog NIET “aan”.
REINIGING EN ONDERHOUD
ONDERHOUDSSCHEMA VOOR
UITGIFTEKLEPPEN/PRODUCTLEIDINGEN
Dagelijks - Verwijder de tuiten en verdelers van de
uitgiftekleppen en week ze in een oplossing met mild
schoonmaakmiddel. Boen de onderdelen met een kleine
harde borstel en zorg ervoor dat u ook kleine openingen
en O-ringgroeven schoonmaakt. Zet de stroom naar de
uitgiftekleppen “uit”. Boen de externe oppervlakken,
inclusief de lekbak onderaan en de handel van de
actuator met een reinigingsoplossing. Monteer de
verdelers en tuiten weer. Veeg de externe oppervlakken
droog voordat u de stroom “aan” zet.
Was de lekbak en de afvoerbuis met een mild
schoonmaakmiddel. Spoelen met schoon water. Was de
Quick-koppelingen met mild schoonmaakmiddel.
Spoelen met drinkwater.
Wekelijks - Was de buitenkant van de uitgiftekast met
schoon water en mild schoonmaakmiddel. Veeg droog.
Elke 3 maanden - maak het waterbad leeg, laat het ijs
smelten en reinig met gebruik van schoonmaakmiddel
en borstel; spoelen met drinkwater. Gebruik geen water
van meer dan 60°C (140°F).
Elke 3 maanden - Steriliseer elk siroopcircuit.
SCHOONMAAKAPPARATUUR EN MIDDELEN
Aanbevolen schoonmaakmiddel: A.C. Fergusson
Company #3391 of elke oplossing van bijtend basisch
(laag schuim, ongeparfumeerd, gemakkelijk te spoelen)
reinigingsmiddel dat minimaal 2% natriumhydroxide
levert. De oplossing moet klaargemaakt worden volgens
de instructies van de fabrikant. De temperatuur van de
oplossing moet tussen de 32°C (90°F) en de 43°C
(110°F). Temperaturen die deze waarden overschrijden
kunnen interne schade veroorzaken aan de onderdelen
van de uitgiftekleppen.
Aanbevolen steriliseermiddel: A.C. Fergusson
Company Super Chlor of elk steriliseermiddel waarmee
een minimum wordt geleverd van 120 ppm (120
milligram per liter) van vrije chloor OF ongeparfumeerd
bleekmiddel (5% Na CL O) Mengsel moet 100 ppm vrije
chloor leveren. 1,9 g bleekmiddel op 1 liter water
(1/4 oz / 1 gallon).
De temperatuur van de oplossing moet tussen de 32°C
(90°F) en de 43°C (110°F). Temperaturen die deze
waarden overschrijden kunnen interne schade
veroorzaken aan de onderdelen van de uitgiftekleppen.
Drie sirooptanks van 19 liter (five-gallon: figal) en
aansluitingen gereinigd en gesteriliseerd. (VOOR
FIGAL DRANKENSYSTEEM)
Drie (3) schone emmers (VOOR BIB
DRANKENSYSTEEM)
Plastic borstel of schone doek
Bag-in-Box (BIB) aansluiting
7
BEDIENING
DE KALIBRATIE VAN DE UITGIFTEKLEPPEN
INSTELLEN
De stroom instellen (alleen stroomsnelheid van
water)
Controleer of de hogedrukregelaar van de primaire
CO
2
tank of de Bulkregelaar voor CO
2
goed aangepast is.
De middendrukregelaar voor siroop op suikerbasis moet
ingesteld zijn op 4 bar (60 psi). De lagedrukregelaar
voor suikervrije siroop moet ingesteld zijn op 0,9-1,1 bar
(14-16 psi).
1. Zet de siroop waterafsluiter (indien aanwezig). Die
moet volledig “uitbij de uitgifteklep door de
siroopafsluiter (syrup shut-off) te draaien (bevindt
zich op het klepmontageblok). Als er geen
siroopafsluiter is, gebruik dan een siroopseparator.
2. Controleer de waterafsluiter (indien aanwezig). Die
moet volledig “open” zijn.
OPMERKING: De afsluiters voor siroop en water (indien
aanwezig) mogen niet gebruikt worden als alternatief
voor stroomregeling. Ze mogen alleen gebruikt worden
om de aanvoer van water en/of siroop “aan” of “af” te
sluiten.
3. Zet een maatbeker met een schaalverdeling van
10 oz (295,7 ml) onder de klep die aangepast moet
worden. Als u een siroopseparator gebruikt, plaats
dan alleen een maatbeker onder de waterkant van
de separator.
4. Om (indien nodig) de stroomsnelheid van water aan
te passen, draait u de stelschroef met de klok mee
om te vergroten. Draai de stelschroef tegen de
klok in om de waterstroom te verminderen.
A. Druk binnen 3 seconden drie (3) keer op de
CAL-knop om in kalibratiemodus te komen.
Kalibratielamp licht op. (Sla deze stap over als u
al in Kalibratiemodus bent).
B. Druk één keer op de knop STOP-FILL (stoppen-
vullen) van de kraan die aangepast moet
worden zodat 4 seconden lang in de maatbeker
geschonken wordt.
5. Herhaal de 4 seconden uitgifte (STOP-FILL knop)
en de aanpassing van de waterstroom totdat de
hoeveelheid juist is.
6. Open de afsluiter voor siroop of verwijder de
siroopseparator (indien aanwezig).
7. Herhaal deze procedure (bovengenoemde stappen
1 tot 6) voor elke klep.
8. Druk één keer op de CAL-knop om kalibratiemodus
te verlaten. Kalibratielamp gaat “uit”.
De verhouding instellen (water-siroopmengsel)
1. Verwijder de kleptuit door de tuit te draaien en naar
beneden te trekken.
2. Plaats de siroopseparator op de klep die ingesteld
moet worden. Beweeg de klep handmatig (knop,
hendel) totdat zowel siroop als water uit de
siroop/waterseparator stromen.
3. Plaats de juiste verhoudingsbeker onder de
siroopseparator. Beweeg handmatig de klepknop of
klephendel (knop, hendel). Laat uitstromen totdat de
verhoudingsbeker voor minstens 3/4 gevuld is.
Beide producten moeten hetzelfde niveau bereiken.
4. Om de siroopstroom aan te passen (als de niveaus
niet gelijk zijn) draait u de stelschroef voor de
siroopstroom met de klok mee om te vergroten.
Draai de stelschroef voor de siroopstroom tegen de
klok in om de stroom van siroop te verminderen.
OPMERKING: Pas tijdens deze procedure de
waterstroom niet aan.
5. Als de siroop aangepast is, verwijdert u de
siroopseparator en zet de kleptuit terug.
6. Herhaal deze procedure (bovengenoemde stappen
1 tot 5) voor de resterende kleppen.
De verhouding instellen (water/siroopmengsel) voor
Speciale Dubbele Smaak uitgiftekleppen
De siroopseparator wordt niet gebruikt voor de tweede
smaak.
1. Verzeker u ervan dat de eerste smaak (toetsenbord
en LED links) gekozen is bij het testen van de
verhouding zoals boven.
2. Verzeker u ervan dat de tweede smaak (toetsenbord
en LED rechts) gekozen is bij het testen van de
verhouding als volgt. Laat de originele tuit zitten.
3. Draai de juiste verhoudingsbeker 90° zodat deze de
tweede smaak siroop opvangt van de buis net
achter de tuit onderaan de klep.
4. Laat uitstromen totdat de verhoudingsbeker voor
minstens 3/4 gevuld is. Beide producten moeten
hetzelfde niveau bereiken.
5. Pas de siroopstroom zo nodig aan zoals boven
vermeld, stap 4 onder “De verhouding instellen
(water/siroop mengsel)”.
8
Het volume instellen (grootte van de drankportie)
1. Om in portiebeheer-kalibratiemodus te komen, drukt
u binnen 3 seconden drie (3) keer op de CAL-knop.
De kalibratielamp licht op.
2. Gebruik een maatbeker met markeringen voor
volledig glas, of gebruik een voorbeeldbeker van de
juiste afmeting met de gewenste hoeveelheid ijs.
3. Houd de bijbehorende SIZE-(hoeveelheid) knop
ingedrukt totdat het product dichtbij de juiste
portiemarkering is, of tot dichtbij de bovenkant van
de voorbeeldbeker.
4. Laat de SIZE-knop los voordat de uiteindelijke
markering wordt bereikt of voordat het schuim boven
de markering uitkomt. Druk nogmaals kort op de
SIZE-knop, zo vaak als nodig is (laat het schuim tot
rust komen), om de juiste portiemarkering te
bereiken.
5. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 hierboven voor
alle hoeveelheden en alle stations (producten) die
kalibratie nodig hebben. Let erop dat u de juiste
maatbeker met markering voor volledige portie
gebruikt, of de juiste voorbeeldbeker en hoeveelheid
ijs, voor elke hoeveelheidknop.
OPMERKING: Als u vult tot boven de uiteindelijke
markering of om wat voor reden dan ook opnieuw moet
beginnen, moet u de kalibratiemodus verlaten en dan
opnieuw in kalibratiemodus gaan om verder te kunnen
gaan.
6. Verlaat de kalibratiemodus door één keer op de
CAL-knop te drukken. Kalibratielicht gaat uit. Alle
veranderingen worden blijvend opgeslagen.
Werkingsmodus
Hoeveelheidknoppen
Druk op om het even welke hoeveelheidknop ( or ) om
het even welk station om product uit te geven voor dat
station, voor de voorgeprogrammeerde tijdsduur voor
die specifieke hoeveelheid.
STOP-FILL (Stop-Vul) knoppen
Als er geen uitgifte bezig is, kunt u op om het even welke
STOP-FILL-knop drukken om handmatig uitgifte van het
station te beginnen. Als uitgifte van een portie bezig is,
drukt u op de knop STOP-FILL om handmatig af te
breken.
Portiebeheer uitgifte water/frisdrank
Druk kort op óf de knop WATER óf de knop SODA
(frisdrank). Druk nu op om het even welke
hoeveelheidknop op het betreffende station (binnen
maximaal 2 seconden). Uitgifte van de hoeveelheid zal
automatisch alleen voor die hoeveelheid doorgaan.
Optioneel toetsenbord voor dubbele smaak
OPMERKING: Station nr. 2 en nr. 4 hebben dubbele
smaken.
1. Druk op de smaakknop en de bijbehorende LED zal
“aan” gaan.
2. Druk op om het even welke hoeveelheidknop om
deze smaak en hoeveelheid uit te geven. Als de
LED van de gevraagde smaakknop al “aan” is, druk
dan op de knop voor de gewenste hoeveelheid.
OPMERKING: De linker LED voor smaak is de
standaard op beide stations.
9
Programmamodi
Programmamodus CAL nr. 1 ingaan (totaal volume)
Om in de modus Kalibratie nr. 1 te gaan, drukt u
tegelijkertijd op de knoppen CAL en Size (hoeveelheid)
1 ( ) op om het even welk station (zie figuur hierboven).
U kunt ook binnen drie seconden drie keer op de knop
CAL drukken. Het CAL licht gaat vast “aan”.
Instellen van de hoeveelheid
Gebruik een kalibratiebeker (of een beker van een
geschikt formaat met de juiste hoeveelheid ijs).
1. Druk op de bijbehorende hoeveelheidknop ( , , , , or )
op dat station.
2. Vul de beker met product totaan het juiste niveau.
OPMERKING: Dezelfde hoeveelheidknop kan gestart
en gestopt worden, zo vaak als gewenst is om het juiste
niveau te bereiken terwijl het drankje tot rust komt. Alle
tijden voor hetzelfde station en hetzelfde formaat zijn
additief in de programmeersessie.
3. Herhaal de procedure voor het instellen van de
hoeveelheid voor alle hoeveelheden en stations die
programmering nodig hebben.
Kalibratie van de stroomsnelheid
Druk in de modus Kalibratie nr. 1 één (1) keer op om het
even welke knop STOP-FILL. Die betreffende klep
stroomt dan exact 4 seconden zodat het mogelijk wordt
de stroomsnelheid van de klep te controleren of aan te
passen.
Eén station regelt ze allemaal
Direct na het ingaan van de modus Kalibratie nr. 1 drukt
u binnen 1 seconde twee (2) keer op om het even welke
STOP-FILL-knop. Het CAL-licht gaat vast knipperen, 2
keer per seconde. Nu worden alle hoeveelheden die in
deze sessie op dat station geprogrammeerd worden,
gekopieerd naar alle andere stations als u de modus
verlaat.
Verlaten van programmamodus CAL nr. 1
Om de modus te verlaten, drukt u één (1) keer op de
knop CAL, waardoor u het CAL-licht “uit” zet. Alle
veranderingen in hoeveelheid die tijdens deze sessie
aangebracht zijn, worden permanent opgeslagen.
Programmamodus CAL nr. 2 ingaan (stijgend)
Om in de modus Kalibratie nr. 2 te gaan, drukt u
tegelijkertijd op de knoppen CAL en Size (hoeveelheid)
2 ( ) op om het even welk station. Het CAL-licht gaat
vast knipperen, 1 keer per seconde.
Toename/afname van de hoeveelheid
1. Druk op de kop hoeveelheid (, , , , or ) op het
specifieke station dat een aanpassing van kleine
toename van de tijd nodig heeft. Het CAL-licht gaat
vast “aan” en geeft daarmee aan dat deze
hoeveelheid/stationtijd gekozen is.
2. Om tijd te vermeerderen, drukt u nu op de knop
Size 4 (hoeveelheid) ( ). Elke keer dat u op de Size
4-knop drukt, zal de totale geselecteerde
hoeveelheid tijd met 0,1 seconde toenemen. Het
CAL-licht gaat “uit” iedere keer dat op de knop
gedrukt wordt.
Voorbeeld: 10 keer drukken = 1 seconde.
3. Om tijd te verminderen, drukt u nu op de knop Size
1 (hoeveelheid) ( ). Elke keer dat u op de Size 1-
knop drukt, zal de totale geselecteerde hoeveelheid
tijd met 0,1 seconde afnemen. Het CAL-licht gaat
“uit” iedere keer dan op de knop gedrukt wordt.
4. Druk op de knop STOP-FILL op dit station om de
nieuwe tijd voor deze hoeveelheid voor dit station
tijdelijk op te slaan. Het CAL-licht gaat weer
knipperen.
5. Herhaal de procedure 1 tot en met 5 voor elke
andere hoeveelheid of station dat programmering
van meer tijd nodig heeft.
Verlaten van programmamodus CAL nr. 2
Om de modus te verlaten, drukt u één (1) keer op de
knop CAL, waardoor u het knipperende CAL-licht “uit”
zet. Alle stijgende veranderingen in hoeveelheid die
tijdens deze sessie aangebracht zijn, worden permanent
opgeslagen.
10
Programmamodus CAL nr. 3 ingaan
Programmeren van water/frisdrank
OPMERKING: In de fabriek is dit ingesteld op station
nummer 2 (water) en 4 (frisdrank). Soms moet dit in de
praktijk opnieuw ingesteld worden, als iemand ongewild
een locatie verandert, of als de locatie de stations moet
wijzigen.
Om in de modus programmeren water/frisdrank te gaan,
drukt u tegelijkertijd op de knoppen CAL
en SIZE
(hoeveelheid) 3 ( ) op om het even welk station (zie
figuur hierboven). Het CAL licht gaat vast “aan”.
1. Voordat u de schenkstations voor water/frisdrank
wijzigt, moet u er zeker van zijn dat de juiste WATER
en SODA (frisdrank) elektromagneten (van de
stations die geprogrammeerd moeten worden)
correct aangesloten zijn op respectievelijk J9 en
J10.
2. Drukken op de knop SIZE 1
op enig staton zal
ervoor zorgen dat de speciale elektromagnetische
besturing voor WATER J10 AAN gaat voor alle
uitgiften van dit station, evenals de knop WATER
voor uitgifte van water van dit station.
Een automatische stroom water van 2 seconden zal
optreden, elektromagnetisch, om de instelling te
controleren.
3. Drukken op de knop SIZE 4
op enig staton zal
ervoor zorgen dat de speciale elektromagnetische
besturing voor SODA (frisdrank) J9 AAN gaat voor
alle uitgiften van dit station, evenals de knop SODA
voor uitgifte van koolzuurhoudend water van dit
station.
Een automatische stroom water van 2 seconden zal
optreden, elektromagnetisch, om de instelling te
controleren.
Verlaten van programmamodus CAL nr. 3
Om de modus te verlaten, drukt u één (1) keer op de
knop CAL, waardoor u het CAL-licht “uit” zet. Alle
veranderingen in water/frisdrank die tijdens deze sessie
aangebracht zijn, worden permanent opgeslagen.
PROGRAMMA MODUS AFSCHUIMEN
De programma modus Afschuimen ingaan
Om in de modus Afschuimen te gaan, drukt u
tegelijkertijd op de knoppen CAL en de knop Size 4 ( )
op om het even welk station. U kunt ook binnen drie
seconden vijf keer op de knop CAL drukken. Het CAL-
licht zal knippert vijf (5) keer en blijft dan “aan”.
Inschakelen en/of uitschakelen van het Af-schuimen
op individuele stations
Het inschakelen van afschuimen op een individueel
station maakt het voor iedere hoeveelheid die op dit
station wordt uitgegeven mogelijk om de hele
geprogrammeerde hoeveelheid in twee (2)
schenkronden uit te schenken met een pauze van 3
seconden tussen schenkronden. Uitschakelen van
afschuimen op een individueel station maakt het voor
elke hoeveelheid die wordt uitgegeven op dit station
mogelijk de hele geprogrammeerde hoeveelheid in één
schenkronde uit te schenken.
1. Druk op de knop STOP-FILL op het gewenste
station om de afschuimmodus te wijzigen.
2. Het CAL-licht knippert onmiddellijk vijf (5) keer om
aan te geven dat de afschuimmodus omgezet is. Als
het bijbehorende station afschuimen uitgeschakeld
had, wordt het omgezet om afschuimen in te
schakelen. Als het bijbehorende station afschuimen
ingeschakeld had, wordt het omgezet om
afschuimen uit te schakelen.
De programma modus Afschuimen verlaten
Om de modus Afschuimen te verlaten, drukt u één (1)
keer op de knop CAL, waardoor u het CAL-licht “uit”
zet. Alle veranderingen in afschuimmodus die tijdens
deze sessie aangebracht zijn, worden permanent
opgeslagen.
11
MODUS TESTEN EN REINIGEN
1. Als de stroom “uit” is, drukt u op de knop CAL en
zet tegelijkertijd de stroom “aan”.
2. Laat de knop CAL los.Het bedieningspaneel zal in
serie elk station 4 seconden inschakelen, beginnend
met het meest linker (station nr. 1).
3. Controleer dat elke LED op het paneel voor
hoeveelheidbeheer op volgorde “aan” gaat en dat
alle elektromagneten van de kleppen “aan” gaan.
OPMERKING: Als de afvoer het aankan dat meer dan
één (1) klep tegelijk uitstroomt, druk dan op de knop
STOP-FILL op het nummer van het station voor het
aantal kleppen dat tegelijkertijd uitstroomt.
Voorbeeld: Druk op station nummer 3 op de knop
STOP-FILL. Drie (3) kleppen gaan tegelijkertijd stromen.
OPMERKING: Als het LEDlicht niet “aan” gaat voor enig
station, is het paneel voor hoeveelheidbeheer niet in
orde. Als het LEDlicht “aan” gaat, maar de klep gaat niet
“aan”, controleer dan de bedrading en de
elektromagneten van de klep.
INSTRUCTIES VOOR STATIONS MET DUBBELE
SMAAK
OPMERKING: Station nr. 2 en nr. 4 hebben dubbele
smaken.
1. Druk op de smaakknop en de bijbehorende LED zal
“aan” gaan.
2. Druk op om het even welke hoeveelheidknop om
deze smaak en hoeveelheid uit te geven. Als de
LED van de gevraagde smaakknop al “aan” is, druk
dan op de knop voor de gewenste hoeveelheid.
OPMERKING: De linker LED voor smaak is de
standaard op beide stations.
DE PROGRAMMAMODUS WATER/FRISDRANK
INGAAN
Om de programmamodus water/frisdrank in te gaan,
houdt u de CAL-knop SIZE 3 knoppen ingedrukt. Het
CAL licht gaat direct vast AAN.
Drukken op de knop SIZE 1 op enig staton zal ervoor
zorgen dat de speciale elektromagnetische besturing
voor WATER J10 AAN gaat voor alle uitgiften van DIT
station, evenals de knop WATER voor uitgifte van water
van dit station. Een automatische stroom water van 2
seconden zal optreden om de instelling te controleren.
Drukken op de knop SIZE 4 op elk gegeven station zal
ervoor zorgen dat de speciale elektromagnetische
besturing voor frisdrank J9 aangaat. Een automatische
stroom water van 2 seconden zal optreden om de
instelling te controleren.
U moet er ook voor zorgen dat de juiste
elektromagneten (van de stations die u net
geprogrammeerd hebt) voor WATER en SODA
(frisdrank) op de juiste manier zijn aangesloten op
respectievelijk J9 en J10.
12
Manitowoc Foodservice International S.A.S. 18 Chemin de Charbonnières F-69132 Ecully Cedex Telefoon : +33 (0)4 72 18 22 50 Fax : +33 (0)4 72 18 22 60 Website: www.manitowocfsg.com
© 2007 Manitowoc
Voortdurende verbeteringen aan het
product kunnen een onaangekondigde
wijziging van specificaties noodzakelijk
maken.
TUC039 11/07
EU VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij verklaren hierbij dat onze producten, ijsmachines en Multiplex koelapparatuur voldoen aan
alle noodzakelijke eisen van de genoemde EU-richtlijnen.
Fabrikant: Distributeur voor Europa:
Manitowoc Ice, Inc.
2110 S. 26th Street, P.O. Box 1720
Manitowoc, Wisconsin 54221-1720 Verenigde Staten
Vertegenwoordiger voor Manitowoc Ice, Inc.
Manager ontwikkeling: (Gedrukte Naam)
Vertegenwoordiger van distributeur voor Europa:
Handtekening
Type en serienummer:
Geldende normen:
Geldende EU-richtlijnen:
Laag Voltage 73/23/EEC
EMC 89/336/EEC
Drukapparatuur 97/23/EC
EN55014 Elektrische motor-aangedreven apparaten (Emissies)
EN55104 Elektro Magnetische Compatibiliteit (Immuniteit)
EN378 -1 tot -4 Koelfabrieken
8201043
08/25/03
EN60335-1 Veiligheid van huishoudelijke en vergelijkbare elektrische apparaten
EN60335-2-24 Speciale eisen aan koelkasten, vriezers voor voedsel en ijsmachines
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

MULTIPLEX Soda Tower Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual