Sony XDP-210EQ Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding
2
NL
Inhoud
Aan de slag
Bediening ............................................................. 3
Werkingsstand .................................................... 3
DSP
De opgeslagen equalizercurve kiezen ............. 4
De equalizercurve instellen en opslaan ........... 4
Een equalizercurve benoemen .......................... 5
De luisterpositie kiezen ...................................... 6
De luisterpositie instellen .................................. 6
Het niveau van de subwoofer(s) regelen......... 7
De kantelfrequentie instellen ............................ 7
Elke programmabron met de ingestelde
equalizercurve beluisteren ........................... 8
Een equalizercurve op elke disc opslaan ......... 8
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ....................................... 9
Technische gegevens ........................................ 10
Verhelpen van storingen .................................. 11
Welkom!
Dank u voor uw aankoop van de Sony Digital
Equalizer Preamplifer. Dit toestel is compatibel
met het Sony BUS systeem.
Dit toestel is een flexibele 18-bands (vooraan)
en 3-bands (achter) equalizer met afzonderlijke
niveau- en frequentieregeling. Dankzij de
karakteristieken, de opstelling en het
geluidsveld van de luidsprekers kan het
frequentiebereik worden aangepast voor
weergave met de oorspronkelijke
geluidskwaliteit.
U kunt dit toestel gebruiken in combinatie met
een Sony hoofdtoestel dat een digitale
voorversterker kan aansturen.
3
NL
Aan de slag
Bediening
Dit toestel kan worden bediend via een Sony
hoofdtoestel
Sommige hoofdtoestellen hebben (+)/(–)
(volume) toetsen en sommige een draaiknop.
Ga als volgt tewerk.
Draai/druk op (+) of (–).
Opmerking
De indicaties in het uitleesvenster in deze handleiding
kunnen verschillen van die op het hoofdtoestel.
Opmerking betreffende bediening
Het toestel is uitgerust met een digitale
volumeregeling. Zet het volume van het
hoofdtoestel niet te laag omdat de
geluidskwaliteit daardoor kan worden
aangetast.
Wanneer u dit toestel aansluit op het
hoofdtoestel, werkt de loudness-functie niet.
Het geluid wordt soms gestoord
(bijvoorbeeld wanneer BAS, TRE of EQ te
sterk worden geaccentueerd).
Twee toestellen kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt.
Werkingsstand
Dit toestel heeft drie werkingsstanden.
Geluidsregeling
Kies het item of regel het gedeeltelijk.
EQ (grafische equalizer): kies de
equalizercurve.
POS (luisterpositie): kies de luisterpositie.
SUB (subwoofer): regel het
subwoofervolume.
In de geluidsregelstand kunnen niet alleen
BAS, TRE, BAL en FAD maar ook VOL
worden geregeld. Voor meer details kunt u
terecht in de handleiding van het
hoofdtoestel.
Geluidsafstelling
Stel het item gekozen in de geluidsregelstand
precies af.
EQ (grafische equalizer): de equalizercurve
instellen en registreren.
POS (luisterpositie): de luisterpositie regelen.
CNW (scheidingsnetwerk): de
kantelfrequentie instellen.
Benoeming
EQ (grafische equalizer): de equalizercurve
benoemen.
Aan de slag
4
NL
EQ
Tuning
1 MEMORY1
SUR EQ
EQ
1 MEMORY1
F 3‚ +12
SUR EQ
DSP
De opgeslagen
equalizercurve kiezen
Geluidsregeling
U kunt de opgeslagen equalizercurve
(MEMORY1 tot MEMORY9) of een
onafgestelde curve (FLAT) kiezen.
1 Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot EQ
verschijnt.
3 Draai/druk op (+) of (–) om de
opgeslagen equalizercurve te kiezen.
Na drie seconden keert de equalizer terug
naar de normale weergavestand.
Tip
Om de opgeslagen equalizercurve verder af te stellen, drukt
u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3
seconden na stap 3 hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van
De equalizercurve instellen en opslaan.
EQ
1 MEMORY1
SUR EQ
De equalizercurve
instellen en opslaan
Geluidsafstelling
U kunt de 21 bandfrequenties afstellen om een
equalizercurve te vormen en tot negen curves
opslaan.
Voor (18 banden):
30 Hz, 45 Hz, 62 Hz, 90 Hz, 130 Hz, 190 Hz,
270 Hz, 400 Hz, 580 Hz, 840 Hz, 1,2 kHz,
1,7 kHz, 2,5 kHz, 3,6 kHz, 5,2 kHz, 7,5 kHz,
11 kHz, 16 kHz
Achter (3 banden):
90 Hz, 840 Hz, 7,5 kHz
1 Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
2 Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
3 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot EQ
verschijnt.
4 Draai/druk op (+) of (–) om een
equalizercurve te kiezen.
5 Stel de equalizercurve af.
1 Druk op (4) (n) om de gewenste
frequentie te kiezen.
F30 n F45 n .........n F16k n
R90 n R840 n R7.5k
Als u op (1) (N) drukt, verschijnen de
frequenties in omgekeerde volgorde.
2 Draai/druk op (+) of (–) om het
niveau te regelen.
Opmerking
Als u het niveau te hoog instelt, vervormt het
geluid. Verlaag dan het niveau tot het geluid weer
normaal is.
3 Herhaal stappen 1 en 2 om de
equalizercurve in te stellen.
5
NL
DSP
ENT
Number?
1 MEMORY1
SUR EQ
EQ
+Enter+
SUR EQ
6 Druk op (5) (ENTER).
7 Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te
kiezen dat u in het geheugen wilt
opslaan.
8 Druk op (5) (ENTER).
9 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND)
om terug te keren naar normale
weergave.
Druk na stap 7 gedurende 2 seconden op
(SOUND) om de instelling van de
equalizercurve te annuleren.
Tip
U kunt de equalizercurve benoemen door na stap 5
hierboven gedurende 2 seconden op (LIST) te drukken. Ga
dan naar stap 2 tot 7 van Een equalizercurve benoemen.
Opmerking
Als de naam van de equalizercurve knippert in het
uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen.
Herhaal de bovenstaande stappen 6 tot 9 om de
equalizercurve opnieuw op te slaan.
Een equalizercurve
benoemen
Benoeming
U kunt elke equalizercurve een
gepersonaliseerde naam geven. Die naam kan
maximum uit acht tekens bestaan.
1 Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
2 Kies een equalizercurve en druk
gedurende 2 seconden op (LIST).
EQ
Name
1 MEMORY1
SUR EQ
EQ
Name
1 CEMORY1
SUR EQ
3 Voer de tekens in
1 Draai/druk op (+) om de gewenste
tekens te kiezen.
(A n B n C n .... Z n 0 n 1 n 2 n
... 9 n + n n * n / n \ n > n <
n . n _)
Draai/druk op (–) en de tekens
verschijnen in omgekeerde volgorde.
Als u een blanco spatie tussen tekens
wilt zetten, kies dan _ (onderstreping).
2 Druk op (4) (n) wanneer u het
gewenste teken hebt gevonden.
De knipperende cursor gaat naar het
volgende teken.
Als u op (1) (N) drukt, gaat de
knipperende cursor naar links.
3 Herhaal stappen 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
4 Druk gedurende 2 seconden op (LIST).
5 Druk op (5) (ENTER).
6 Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te
kiezen dat u in het geheugen wilt
opslaan.
7 Druk op (5) (ENTER).
8 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND)
om terug te keren naar normale
weergave.
Tip
Voer _ (onderstreping) in voor elk teken om een naam te
wissen/corrigeren.
Opmerking
Als de naam van de equalizercurve knippert in het
uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen.
Herhaal de bovenstaande stappen 5 tot 7 om de
equalizercurve opnieuw op te slaan.
EQ
+Enter+
SUR EQ
6
NL
De luisterpositie kiezen
Geluidsregeling
U kunt de tijd instellen waarin het geluid uit
de luidsprekers de luisteraars bereikt.
Het toestel kan een natuurlijk geluidsveld
simuleren, zodat u overal in de auto het gevoel
hebt midden in het geluidsveld te zitten.
Uitleesvenster
ALL
FRONT
FRONT R
FRONT L
REAR
Midden van het
geluidsveld
Normale
instelling
(1 + 2 + 3)
Voor (1 + 2)
Rechts voor (2)
Links voor
(1)
Achter (3)
21
3
1 Druk even op (SOUND) tot POS
verschijnt.
2 Draai/druk op (+) of (–) om de
gewenste luisterpositie te kiezen.
De luisterposities verschijnen in de
bovenstaande volgorde.
Na drie seconden keert het uitleesvenster terug
naar de normale weergavestand.
Tip
Om de luisterpositie verder af te stellen, drukt u gedurende
2 seconden op (SOUND) binnen de 3 seconden na stap 2
hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van De luisterpositie
instellen.
POS
All
SUR EQ
POS
All
L R
SUR EQ
POS
All
R F
SUR EQ
POS
Tuning
All
SUR EQ
De luisterpositie instellen
Geluidsafstelling
Opmerking
Bij het instellen van de luisterpositie moet u de balans- en
faderregelaar in de middenpositie zetten.
1 Druk gedurende twee seconden op
(SOUND).
2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot POS
verschijnt.
3 Draai/druk herhaaldelijk op (+) of (–)
tot de gewenste luisterpositie verschijnt.
4 Druk op (4) (n).
5 Draai/druk op (+) of (–) om het midden
van het geluidsveld naar links of naar
rechts te verschuiven. Stel dan het
midden van het geluidsveld in.
(+): Midden verschuift naar R (rechts).
(–): Midden verschuift naar L (links).
6 Druk op (4) (n).
7 Draai/druk op (+) of (–) om het midden
van het geluidsveld naar voren of naar
achteren te verschuiven.
(+): Midden verschuift naar F (voor).
(–): Midden verschuift naar R (achter).
8 Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
Wanneer de luisterpositie is ingesteld,
verschijnt de normale weergavestand.
7
NL
SUB
1 0
SUR EQ
Het niveau van de
subwoofer(s) regelen
Geluidsregeling
U kunt het subwooferniveau los van de
luidsprekers regelen.
1 Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot SUB
verschijnt.
3 Draai/druk op (+) of (–) om het niveau
te regelen.
Na drie seconden keert het uitleesvenster
terug naar de normale weergavestand.
Tip
Om de kantelfrequentie van de subwoofer(s) af te stellen,
drukt u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3
seconden na stap 3. Ga dan naar stap 3 tot 4 van De
kantelfrequentie instellen.
50 62 78 99 125 157
78 99 125 157 198
De kantelfrequentie
instellen
Scheidingsnetwerk (CNW)
Geluidsafstelling
Om optimaal in te spelen op de
karakteristieken van de aangesloten
luidsprekers of subwoofer(s), kunt u de
ongewenste hoge-, midden- en
lagefrequentiesignalen die naar de
luidsprekers of subwoofer(s) worden gestuurd
regelen. Door de kantelfrequentie (zie
onderstaande grafiek) in te stellen, produceren
de luidsprekers alleen de meest geschikte
frequenties, wat resulteert in een helderder
klankbeeld.
1 Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot
CNW verschijnt.
Lees verder op de volgende bladzijde n
CNW
Cut off
SUB125Hz
SUR EQ
DSP
Laagdoorlaatfilter (Subwoofer)
Niveau
Kantelfrequentie
Frequentie (Hz)
Hoogdoorlaatfilter (voor, achter)
Niveau
Kantelfrequentie
Frequentie (Hz)
8
NL
CD1
SCHUBERT
DSM set
SUR EQ
DSM
+Enter+
SUR EQ
3 De kantelfrequentie instellen.
1 Druk op (1) (N) of (4) (n) om de
lijnuitgang te kiezen.
SUB (Subwoofer) ˜ F (Voor)
˜ R (Rear)
2 Draai/druk op (+) om de gewenste
kantelfrequentie te kiezen.
Subwoofer :
50 Hz n 62 Hz n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz
n 157 Hz
Voor, achter:
Flat n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz n 157 Hz
n 198 Hz
Draai/druk op (–) en de
kantelfrequenties verschijnen in
omgekeerde volgorde.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
kantelfrequentie te kiezen.
4 Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
Wanneer de kantelfrequentie is ingesteld,
verschijnt de normale weergavestand.
Tip
Om het subwooferniveau in te stellen, kiest u SUB door
na stap 3 hierboven op (1) (N) of (3) (n) te drukken.
Draai/druk dan op (+) of (–) om het niveau in te stellen.
Druk gedurende 2 seconden op (SOUND) nadat u het
subwooferniveau hebt ingesteld.
Elke programmabron met
de ingestelde
equalizercurve beluisteren
Brongeluidsgeheugen
U kunt een geluidsbron (CD, MD, TAPE, FM
en AM) altijd beluisteren met dezelfde
equalizercurve en klankkarakteristieken (bass,
treble en subwooferniveau), zelfs na het
veranderen van bron of nadat het toestel aan
en af werd gezet.
CNW
Cut off
F Flat
SUR EQ
CNW
Cut off
F 125Hz
SUR EQ
Een equalizercurve op
elke disc opslaan
Disc Sound Memory (DSM)
(CD/MD-wisselaar of CD/MD-speler met
programmageheugenfunctie)
Wanneer u de gewenste equalizercurve en de
geluidskarakteristieken (bass, treble en
subwoofer-niveau) hebt opgeslagen op de
discs, kunt u bij weergave telkens dezelfde
equalizercurve gebruiken. U kunt maximum
200 discs registreren.
1 Speel de gewenste disc af.
2 Kies de equalizercurve en regel de
geluidskarakteristieken.
3 Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3)
(PLAY MODE) tot DSM SET verschijnt.
4 Druk even op (5) (ENTER).
Na het instellen van DSM keert het
uitleesvenster terug naar de normale
weergavestand.
Een opgeslagen equalizercurve
wijzigen
Speel de disc af waarvan u de equalizercurve
wilt wijzigen en volg de procedure De
equalizercurve instellen en opslaan.
De opgeslagen equalizercurve
wissen
1 Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3)
(PLAY MODE) tot DSM SET verschijnt.
2 Druk gedurende 2 seconden op (5)
(ENTER).
DSM
+Delete+
SUR EQ
9
NL
Aanvullende
Informatie
Voorzorgsmaatregelen
Als uw auto lange tijd in de zon geparkeerd
stond waardoor de temperatuur in de auto
hoog is opgelopen, moet u het toestel laten
afkoelen alvorens het aan te schakelen.
Als het toestel niet aanschakelt, moet u eerst
alle aansluitingen controleren. Als alles in
orde is, moet u de zekering controleren.
Zet het volume voor alle veiligheid niet te
hard, zodat u nog geluiden buiten de auto
kunt horen.
Als u dit toestel aansluit op de XDP-U50D,
werkt het niet.
Met alle vragen en problemen in verband met
dit toestel die niet aan bod komen in deze
handleiding kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Zekeringen vervangen
Als de zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Als de zekering na het
vervangen opnieuw doorbrandt, kan er een
intern defect zijn. Raadpleeg in dat geval uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Waarschuwing
Vervang de zekering altijd door een exemplaar
met dezelfde amperage zoals die vermeld staat
op de zekeringsbehuizing. Gebruik nooit een
zekering met een hogere amperage omdat het
apparaat daardoor defect zou kunnen raken.
Zekering
(5 A)
DSP/Aanvullende Informatie
10
NL
Technische gegevens
Voeding 12 V DC autobatterij
(negatieve aarde)
Stroomverbruik 1 A
Frequentiebereik 8 Hz 20 kHz (FRONT)
Signaal/ruis-afstand 105 dB (FRONT) (JIS-A)
Harmonische vervorming
0,005 % (FRONT)
Kanaalscheiding 95 dB bij 1 kHz
Toonregelingen Bass ± 10 dB bij 310 Hz
Treble ± 10 dB bij 3,1 kHz
Ingangen/uitgangen BUS ingang (2)
Lijningang (RCA
aansluiting) (2)
Lijnuitgang (RCA
aansluiting) (3)
Optisch digitale ingang(2)
Afmetingen Ong. 245 × 145 × 40 mm
Gewicht Ong. 1,2 kg
Meegeleverde toebehoren BUS kabel (2 m) (1)
Bevestigingsschroeven (4)
Optionele toebehoren BUS kabel (geleverd met
RCA snoer) RC-61 (1 m),
RC-62 (2 m)
RCA snoer RC-63 (1 m),
RC-64 (2 m), RC-65 (5 m)
Optische kabel RC-97 (2 m)
Frequentiebereik
Voor-equalizer (± 12 dB)
f
o = 30, 45, 62, 90, 130, 190, 270, 400, 580, 840,
1,2k, 1,7k, 2,5k, 3,6k, 5,2k, 7,5k, 11k, 16kHz
Achter-equalizer (± 12 dB)
f
o = 90, 840, 7,5kHz
Laagdoorlaatfilter (36 dB/oct)
f
o = 50, 62, 78, 99, 125, 157 Hz
Hoogdoorlaatfilter (24 dB/oct)
fo = 78, 99, 125, 157, 198 Hz
Optionele apparatuur Hoofdtoestel (dat een
digitale voorversterker kan
aansturen)
CDX-C910RDS,
XR-C900RDS,
XR-C850RDS enz.
CD wisselaar
CDX-805, CDX-91 (met
digitale uitgang)
CDX-705, CDX-T65,
CDX-T62 enz.
MD-wisselaar
MDX-61
Bronkiezer (voor analoog
systeem)
XA-C30
Bronkiezer (voor digitaal
systeem)
XA-U40D
Eindversterker
XM- Series
Luidsprekers
XS- Series
Wijzigingen in ontwerp en specificaties
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
(Hz)
0
-10
-20
+10
+20
(dB)
10 10 k
1 k100(Hz)
0
-10
-20
+10
+20
(dB)
10 100 1 k 10 k
(Hz)
(dB)
-80
10 k100 1 k10
-70
-60
-50
-40
-30
-10
-20
10
0
(Hz)
-80
(dB)
10 k100 1 k10
-70
-60
-50
-40
-30
-20
10
0
-10
11
NL
Verhelpen van storingen
Aan de hand van de volgende lijst kunt u de meest voorkomende problemen zelf oplossen.
Alvorens de onderstaande lijst te overlopen, moet u eerst de aansluitingen en de
bedieningsprocedures controleren.
Oorzaak/oplossing
De massakabel is niet goed bevestigd. Bevestig de kabel stevig
aan een metalen onderdeel van de auto.
Controleer de accuspanning (10.5 16 V).
De voedingskabels zitten te dicht bij de RCA snoeren. n Hou
de kabels uit de buurt van de snoeren.
De RCA snoeren zitten te dicht baij andere elektrische kabels in
de auto. n Hou de snoeren uit de buurt van de kabels.
De massakabel is niet goed bevestigd. n Bevestig de kabel
stevig aan een metalen onderdeel van de auto.
De POWER indicator licht op wanneer het hoofdtoestel wordt
aangeschakeld. n Controleer de versterker- en
luidsprekeraansluitingen.
De POWER indicator licht niet op wanneer het hoofdtoestel
wordt aangeschakeld. n Controleer de aansluiting van de BUS
kabel, het RCA snoer en de optische kabel.
Probleem
De POWER indicator licht niet
op.
Alternatorruis is hoorbaar.
Geen geluid
Aanvullende Informatie

Documenttranscriptie

Welkom! Dank u voor uw aankoop van de Sony Digital Equalizer Preamplifer. Dit toestel is compatibel met het Sony BUS systeem. Dit toestel is een flexibele 18-bands (vooraan) en 3-bands (achter) equalizer met afzonderlijke niveau- en frequentieregeling. Dankzij de karakteristieken, de opstelling en het geluidsveld van de luidsprekers kan het frequentiebereik worden aangepast voor weergave met de oorspronkelijke geluidskwaliteit. U kunt dit toestel gebruiken in combinatie met een Sony hoofdtoestel dat een digitale voorversterker kan aansturen. Inhoud Aan de slag Bediening ............................................................. 3 Werkingsstand .................................................... 3 DSP De opgeslagen equalizercurve kiezen ............. De equalizercurve instellen en opslaan ........... Een equalizercurve benoemen .......................... De luisterpositie kiezen ...................................... De luisterpositie instellen .................................. Het niveau van de subwoofer(s) regelen ......... De kantelfrequentie instellen ............................ Elke programmabron met de ingestelde equalizercurve beluisteren ........................... Een equalizercurve op elke disc opslaan ......... 4 4 5 6 6 7 7 8 8 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ....................................... 9 Technische gegevens ........................................ 10 Verhelpen van storingen .................................. 11 NL 2 Geluidsafstelling Aan de slag Bediening Dit toestel kan worden bediend via een Sony hoofdtoestel Sommige hoofdtoestellen hebben (+)/(–) (volume) toetsen en sommige een draaiknop. Ga als volgt tewerk. Draai/druk op (+) of (–). Stel het item gekozen in de geluidsregelstand precies af. •EQ (grafische equalizer): de equalizercurve instellen en registreren. •POS (luisterpositie): de luisterpositie regelen. •CNW (scheidingsnetwerk): de kantelfrequentie instellen. Benoeming EQ (grafische equalizer): de equalizercurve benoemen. Opmerking De indicaties in het uitleesvenster in deze handleiding kunnen verschillen van die op het hoofdtoestel. Opmerking betreffende bediening •Het toestel is uitgerust met een digitale volumeregeling. Zet het volume van het hoofdtoestel niet te laag omdat de geluidskwaliteit daardoor kan worden aangetast. •Wanneer u dit toestel aansluit op het hoofdtoestel, werkt de loudness-functie niet. •Het geluid wordt soms gestoord (bijvoorbeeld wanneer BAS, TRE of EQ te sterk worden geaccentueerd). •Twee toestellen kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Werkingsstand Geluidsregeling Kies het item of regel het gedeeltelijk. •EQ (grafische equalizer): kies de equalizercurve. •POS (luisterpositie): kies de luisterpositie. •SUB (subwoofer): regel het subwoofervolume. In de geluidsregelstand kunnen niet alleen BAS, TRE, BAL en FAD maar ook VOL worden geregeld. Voor meer details kunt u terecht in de handleiding van het hoofdtoestel. Aan de slag Dit toestel heeft drie werkingsstanden. NL 3 De equalizercurve instellen en opslaan DSP — Geluidsafstelling De opgeslagen equalizercurve kiezen — Geluidsregeling U kunt de opgeslagen equalizercurve (MEMORY1 tot MEMORY9) of een onafgestelde curve (FLAT) kiezen. U kunt de 21 bandfrequenties afstellen om een equalizercurve te vormen en tot negen curves opslaan. Voor (18 banden): 30 Hz, 45 Hz, 62 Hz, 90 Hz, 130 Hz, 190 Hz, 270 Hz, 400 Hz, 580 Hz, 840 Hz, 1,2 kHz, 1,7 kHz, 2,5 kHz, 3,6 kHz, 5,2 kHz, 7,5 kHz, 11 kHz, 16 kHz Achter (3 banden): 90 Hz, 840 Hz, 7,5 kHz 1 Druk op (SOURCE) om een bron te kiezen (radio, tape, CD of MD enz.). 1 Druk op (SOURCE) om een bron te kiezen (radio, tape, CD of MD enz.). 2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “EQ” verschijnt. 2 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND). 3 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “EQ” verschijnt. EQ SUR EQ 3 1 MEMORY1 Na drie seconden keert de equalizer terug naar de normale weergavestand. Tip Om de opgeslagen equalizercurve verder af te stellen, drukt u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3 seconden na stap 3 hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van “De equalizercurve instellen en opslaan.” NL EQ Draai/druk op (+) of (–) om de opgeslagen equalizercurve te kiezen. SUR EQ Tuning 1 MEMORY1 4 Draai/druk op (+) of (–) om een equalizercurve te kiezen. 5 Stel de equalizercurve af. 1 Druk op (4) (n) om de gewenste frequentie te kiezen. F30 n F45 n .........n F16k n R90 n R840 n R7.5k EQ SUR EQ 1 MEMORY1 F 3‚ +12 Als u op (1) (N) drukt, verschijnen de frequenties in omgekeerde volgorde. 2 Draai/druk op (+) of (–) om het niveau te regelen. Opmerking Als u het niveau te hoog instelt, vervormt het geluid. Verlaag dan het niveau tot het geluid weer normaal is. 3 Herhaal stappen 1 en 2 om de equalizercurve in te stellen. 4 6 Druk op (5) (ENTER). ENT SUR EQ 7 3 Voer de tekens in 1 Draai/druk op (+) om de gewenste tekens te kiezen. Number? 1 MEMORY1 (A n B n C n .... Z n 0 n 1 n 2 n ... 9 n + n – n * n / n \ n > n < n . n _) Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te kiezen dat u in het geheugen wilt opslaan. EQ SUR EQ 8 Druk op (5) (ENTER). Draai/druk op (–) en de tekens verschijnen in omgekeerde volgorde. Als u een blanco spatie tussen tekens wilt zetten, kies dan “_” (onderstreping). EQ SUR EQ 9 Name 1 MEMORY1 +Enter+ Druk gedurende 2 seconden op (SOUND) om terug te keren naar normale weergave. 2 Druk op (4) (n) wanneer u het gewenste teken hebt gevonden. De knipperende cursor gaat naar het volgende teken. Druk na stap 7 gedurende 2 seconden op (SOUND) om de instelling van de equalizercurve te annuleren. EQ SUR EQ Tip U kunt de equalizercurve benoemen door na stap 5 hierboven gedurende 2 seconden op (LIST) te drukken. Ga dan naar stap 2 tot 7 van “Een equalizercurve benoemen”. Opmerking Als de naam van de equalizercurve knippert in het uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen. Herhaal de bovenstaande stappen 6 tot 9 om de equalizercurve opnieuw op te slaan. Als u op (1) (N) drukt, gaat de knipperende cursor naar links. 3 Herhaal stappen 1 en 2 om de volledige naam in te voeren. 4 Druk gedurende 2 seconden op (LIST). 5 Druk op (5) (ENTER). 6 Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te kiezen dat u in het geheugen wilt opslaan. 7 Druk op (5) (ENTER). — Benoeming U kunt elke equalizercurve een gepersonaliseerde naam geven. Die naam kan maximum uit acht tekens bestaan. 1 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND). 2 Kies een equalizercurve en druk gedurende 2 seconden op (LIST). NL DSP Een equalizercurve benoemen Name 1 CEMORY1 EQ SUR EQ 8 +Enter+ Druk gedurende 2 seconden op (SOUND) om terug te keren naar normale weergave. Tip Voer “_” (onderstreping) in voor elk teken om een naam te wissen/corrigeren. Opmerking Als de naam van de equalizercurve knippert in het uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen. Herhaal de bovenstaande stappen 5 tot 7 om de equalizercurve opnieuw op te slaan. 5 De luisterpositie kiezen De luisterpositie instellen — Geluidsregeling — Geluidsafstelling U kunt de tijd instellen waarin het geluid uit de luidsprekers de luisteraars bereikt. Het toestel kan een natuurlijk geluidsveld simuleren, zodat u overal in de auto het gevoel hebt midden in het geluidsveld te zitten. Opmerking Bij het instellen van de luisterpositie moet u de balans- en faderregelaar in de middenpositie zetten. 1 2 3 1 Uitleesvenster Midden van het geluidsveld Normale ALL instelling (1 + 2 + 3) FRONT Voor (1 + 2) FRONT R Rechts voor (2) FRONT L Links voor (1) REAR Achter (3) 1 Druk gedurende twee seconden op (SOUND). 2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “POS” verschijnt. 3 Draai/druk herhaaldelijk op (+) of (–) tot de gewenste luisterpositie verschijnt. POS Tuning All SUR EQ 4 Druk even op (SOUND) tot “POS” verschijnt. Druk op (4) (n). POS L SUR EQ All R POS SUR EQ 2 All Draai/druk op (+) of (–) om de gewenste luisterpositie te kiezen. De luisterposities verschijnen in de bovenstaande volgorde. Na drie seconden keert het uitleesvenster terug naar de normale weergavestand. NL 5 Tip Om de luisterpositie verder af te stellen, drukt u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3 seconden na stap 2 hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van “De luisterpositie instellen”. Draai/druk op (+) of (–) om het midden van het geluidsveld naar links of naar rechts te verschuiven. Stel dan het midden van het geluidsveld in. (+): Midden verschuift naar R (rechts). (–): Midden verschuift naar L (links). 6 Druk op (4) (n). POS SUR EQ 7 R All F Draai/druk op (+) of (–) om het midden van het geluidsveld naar voren of naar achteren te verschuiven. (+): Midden verschuift naar F (voor). (–): Midden verschuift naar R (achter). 8 6 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND). Wanneer de luisterpositie is ingesteld, verschijnt de normale weergavestand. Het niveau van de subwoofer(s) regelen De kantelfrequentie instellen — Geluidsregeling — Scheidingsnetwerk (CNW) — Geluidsafstelling U kunt het subwooferniveau los van de luidsprekers regelen. 1 Druk op (SOURCE) om een bron te kiezen (radio, tape, CD of MD enz.). 2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “SUB” verschijnt. SUB SUR EQ 1 0 Om optimaal in te spelen op de karakteristieken van de aangesloten luidsprekers of subwoofer(s), kunt u de ongewenste hoge-, midden- en lagefrequentiesignalen die naar de luidsprekers of subwoofer(s) worden gestuurd regelen. Door de kantelfrequentie (zie onderstaande grafiek) in te stellen, produceren de luidsprekers alleen de meest geschikte frequenties, wat resulteert in een helderder klankbeeld. Niveau Laagdoorlaatfilter (Subwoofer) 3 Draai/druk op (+) of (–) om het niveau te regelen. Na drie seconden keert het uitleesvenster terug naar de normale weergavestand. Kantelfrequentie Tip Om de kantelfrequentie van de subwoofer(s) af te stellen, drukt u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3 seconden na stap 3. Ga dan naar stap 3 tot 4 van “De kantelfrequentie instellen”. 50 62 78 99 125 157 Frequentie (Hz) Niveau Hoogdoorlaatfilter (voor, achter) Kantelfrequentie NL DSP 78 99 125 157 198 Frequentie (Hz) 1 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND). 2 Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “CNW” verschijnt. CNW SUR EQ Cut off SUB125Hz Lees verder op de volgende bladzijde n 7 3 De kantelfrequentie instellen. 1 Druk op (1) (N) of (4) (n) om de lijnuitgang te kiezen. SUB (Subwoofer) ˜ F (Voor) ˜ R (Rear) CNW SUR EQ Cut off F Flat 2 Draai/druk op (+) om de gewenste kantelfrequentie te kiezen. Subwoofer : 50 Hz n 62 Hz n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz n 157 Hz Voor, achter: Flat n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz n 157 Hz n 198 Hz CNW SUR EQ Cut off F 125Hz Draai/druk op (–) en de kantelfrequenties verschijnen in omgekeerde volgorde. Een equalizercurve op elke disc opslaan — Disc Sound Memory (DSM) (CD/MD-wisselaar of CD/MD-speler met programmageheugenfunctie) Wanneer u de gewenste equalizercurve en de geluidskarakteristieken (bass, treble en subwoofer-niveau) hebt opgeslagen op de discs, kunt u bij weergave telkens dezelfde equalizercurve gebruiken. U kunt maximum 200 discs registreren. 1 Speel de gewenste disc af. 2 Kies de equalizercurve en regel de geluidskarakteristieken. 3 Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3) (PLAY MODE) tot “DSM SET” verschijnt. CD1 SUR EQ 3 Herhaal stap 1 en 2 om de kantelfrequentie te kiezen. 4 NL 4 Druk gedurende 2 seconden op (SOUND). Wanneer de kantelfrequentie is ingesteld, verschijnt de normale weergavestand. Tip Om het subwooferniveau in te stellen, kiest u “SUB” door na stap 3 hierboven op (1) (N) of (3) (n) te drukken. Draai/druk dan op (+) of (–) om het niveau in te stellen. Druk gedurende 2 seconden op (SOUND) nadat u het subwooferniveau hebt ingesteld. SCHUBERT DSM set Druk even op (5) (ENTER). DSM +Enter+ SUR EQ Na het instellen van DSM keert het uitleesvenster terug naar de normale weergavestand. Een opgeslagen equalizercurve wijzigen Speel de disc af waarvan u de equalizercurve wilt wijzigen en volg de procedure “De equalizercurve instellen en opslaan”. Elke programmabron met de ingestelde equalizercurve beluisteren De opgeslagen equalizercurve wissen 1 Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3) (PLAY MODE) tot “DSM SET” verschijnt. 2 Druk gedurende 2 seconden op (5) (ENTER). — Brongeluidsgeheugen U kunt een geluidsbron (CD, MD, TAPE, FM en AM) altijd beluisteren met dezelfde equalizercurve en klankkarakteristieken (bass, treble en subwooferniveau), zelfs na het veranderen van bron of nadat het toestel aan en af werd gezet. 8 DSM SUR EQ +Delete+ Aanvullende Informatie Voorzorgsmaatregelen •Als uw auto lange tijd in de zon geparkeerd stond waardoor de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, moet u het toestel laten afkoelen alvorens het aan te schakelen. •Als het toestel niet aanschakelt, moet u eerst alle aansluitingen controleren. Als alles in orde is, moet u de zekering controleren. •Zet het volume voor alle veiligheid niet te hard, zodat u nog geluiden buiten de auto kunt horen. •Als u dit toestel aansluit op de XDP-U50D, werkt het niet. Met alle vragen en problemen in verband met dit toestel die niet aan bod komen in deze handleiding kunt u steeds terecht bij uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Zekeringen vervangen Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Als de zekering na het vervangen opnieuw doorbrandt, kan er een intern defect zijn. Raadpleeg in dat geval uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. NL Waarschuwing Vervang de zekering altijd door een exemplaar met dezelfde amperage zoals die vermeld staat op de zekeringsbehuizing. Gebruik nooit een zekering met een hogere amperage omdat het apparaat daardoor defect zou kunnen raken. DSP/Aanvullende Informatie Zekering (5 A) 9 Technische gegevens Voeding Stroomverbruik Frequentiebereik Signaal/ruis-afstand Harmonische vervorming Optionele apparatuur 12 V DC autobatterij (negatieve aarde) 1A 8 Hz — 20 kHz (FRONT) 105 dB (FRONT) (JIS-A) 0,005 % (FRONT) 95 dB bij 1 kHz Bass ± 10 dB bij 310 Hz Treble ± 10 dB bij 3,1 kHz Ingangen/uitgangen BUS ingang (2) Lijningang (RCA aansluiting) (2) Lijnuitgang (RCA aansluiting) (3) Optisch digitale ingang(2) Afmetingen Ong. 245 × 145 × 40 mm Gewicht Ong. 1,2 kg Meegeleverde toebehoren BUS kabel (2 m) (1) Bevestigingsschroeven (4) Optionele toebehoren BUS kabel (geleverd met RCA snoer) RC-61 (1 m), RC-62 (2 m) RCA snoer RC-63 (1 m), RC-64 (2 m), RC-65 (5 m) Optische kabel RC-97 (2 m) Kanaalscheiding Toonregelingen Hoofdtoestel (dat een digitale voorversterker kan aansturen) CDX-C910RDS, XR-C900RDS, XR-C850RDS enz. CD wisselaar CDX-805, CDX-91 (met digitale uitgang) CDX-705, CDX-T65, CDX-T62 enz. MD-wisselaar MDX-61 Bronkiezer (voor analoog systeem) XA-C30 Bronkiezer (voor digitaal systeem) XA-U40D Eindversterker XM- Series Luidsprekers XS- Series Wijzigingen in ontwerp en specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Frequentiebereik Voor-equalizer (± 12 dB) Achter-equalizer (± 12 dB) fo = 30, 45, 62, 90, 130, 190, 270, 400, 580, 840, 1,2k, 1,7k, 2,5k, 3,6k, 5,2k, 7,5k, 11k, 16kHz fo = 90, 840, 7,5kHz (dB) NL +20 +20 +10 +10 0 0 -10 -10 -20 -20 10 100 1k 10 k 10 (Hz) 100 Laagdoorlaatfilter (–36 dB/oct) Hoogdoorlaatfilter (–24 dB/oct) fo = 50, 62, 78, 99, 125, 157 Hz fo = 78, 99, 125, 157, 198 Hz 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60 -70 (dB) 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60 -70 -80 1k 10 k (Hz) 1k 10 k (Hz) (dB) -80 10 10 (dB) 100 1k 10 k (Hz) 10 100 Verhelpen van storingen Aan de hand van de volgende lijst kunt u de meest voorkomende problemen zelf oplossen. Alvorens de onderstaande lijst te overlopen, moet u eerst de aansluitingen en de bedieningsprocedures controleren. Probleem Oorzaak/oplossing De POWER indicator licht niet op. De massakabel is niet goed bevestigd. Bevestig de kabel stevig aan een metalen onderdeel van de auto. Controleer de accuspanning (10.5 — 16 V). Alternatorruis is hoorbaar. De voedingskabels zitten te dicht bij de RCA snoeren. n Hou de kabels uit de buurt van de snoeren. De RCA snoeren zitten te dicht baij andere elektrische kabels in de auto. n Hou de snoeren uit de buurt van de kabels. Geen geluid De massakabel is niet goed bevestigd. n Bevestig de kabel stevig aan een metalen onderdeel van de auto. De POWER indicator licht op wanneer het hoofdtoestel wordt aangeschakeld. n Controleer de versterker- en luidsprekeraansluitingen. De POWER indicator licht niet op wanneer het hoofdtoestel wordt aangeschakeld. n Controleer de aansluiting van de BUS kabel, het RCA snoer en de optische kabel. NL Aanvullende Informatie 11
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82

Sony XDP-210EQ Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding