Documenttranscriptie
Welkom!
Dank u voor uw aankoop van de Sony Digital
Equalizer Preamplifer. Dit toestel is compatibel
met het Sony BUS systeem.
Dit toestel is een flexibele 18-bands (vooraan)
en 3-bands (achter) equalizer met afzonderlijke
niveau- en frequentieregeling. Dankzij de
karakteristieken, de opstelling en het
geluidsveld van de luidsprekers kan het
frequentiebereik worden aangepast voor
weergave met de oorspronkelijke
geluidskwaliteit.
U kunt dit toestel gebruiken in combinatie met
een Sony hoofdtoestel dat een digitale
voorversterker kan aansturen.
Inhoud
Aan de slag
Bediening ............................................................. 3
Werkingsstand .................................................... 3
DSP
De opgeslagen equalizercurve kiezen .............
De equalizercurve instellen en opslaan ...........
Een equalizercurve benoemen ..........................
De luisterpositie kiezen ......................................
De luisterpositie instellen ..................................
Het niveau van de subwoofer(s) regelen .........
De kantelfrequentie instellen ............................
Elke programmabron met de ingestelde
equalizercurve beluisteren ...........................
Een equalizercurve op elke disc opslaan .........
4
4
5
6
6
7
7
8
8
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ....................................... 9
Technische gegevens ........................................ 10
Verhelpen van storingen .................................. 11
NL
2
Geluidsafstelling
Aan de slag
Bediening
Dit toestel kan worden bediend via een Sony
hoofdtoestel
Sommige hoofdtoestellen hebben (+)/(–)
(volume) toetsen en sommige een draaiknop.
Ga als volgt tewerk.
Draai/druk op (+) of (–).
Stel het item gekozen in de geluidsregelstand
precies af.
•EQ (grafische equalizer): de equalizercurve
instellen en registreren.
•POS (luisterpositie): de luisterpositie regelen.
•CNW (scheidingsnetwerk): de
kantelfrequentie instellen.
Benoeming
EQ (grafische equalizer): de equalizercurve
benoemen.
Opmerking
De indicaties in het uitleesvenster in deze handleiding
kunnen verschillen van die op het hoofdtoestel.
Opmerking betreffende bediening
•Het toestel is uitgerust met een digitale
volumeregeling. Zet het volume van het
hoofdtoestel niet te laag omdat de
geluidskwaliteit daardoor kan worden
aangetast.
•Wanneer u dit toestel aansluit op het
hoofdtoestel, werkt de loudness-functie niet.
•Het geluid wordt soms gestoord
(bijvoorbeeld wanneer BAS, TRE of EQ te
sterk worden geaccentueerd).
•Twee toestellen kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt.
Werkingsstand
Geluidsregeling
Kies het item of regel het gedeeltelijk.
•EQ (grafische equalizer): kies de
equalizercurve.
•POS (luisterpositie): kies de luisterpositie.
•SUB (subwoofer): regel het
subwoofervolume.
In de geluidsregelstand kunnen niet alleen
BAS, TRE, BAL en FAD maar ook VOL
worden geregeld. Voor meer details kunt u
terecht in de handleiding van het
hoofdtoestel.
Aan de slag
Dit toestel heeft drie werkingsstanden.
NL
3
De equalizercurve
instellen en opslaan
DSP
— Geluidsafstelling
De opgeslagen
equalizercurve kiezen
— Geluidsregeling
U kunt de opgeslagen equalizercurve
(MEMORY1 tot MEMORY9) of een
onafgestelde curve (FLAT) kiezen.
U kunt de 21 bandfrequenties afstellen om een
equalizercurve te vormen en tot negen curves
opslaan.
Voor (18 banden):
30 Hz, 45 Hz, 62 Hz, 90 Hz, 130 Hz, 190 Hz,
270 Hz, 400 Hz, 580 Hz, 840 Hz, 1,2 kHz,
1,7 kHz, 2,5 kHz, 3,6 kHz, 5,2 kHz, 7,5 kHz,
11 kHz, 16 kHz
Achter (3 banden):
90 Hz, 840 Hz, 7,5 kHz
1
Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
1
Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “EQ”
verschijnt.
2
Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
3
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “EQ”
verschijnt.
EQ
SUR EQ
3
1 MEMORY1
Na drie seconden keert de equalizer terug
naar de normale weergavestand.
Tip
Om de opgeslagen equalizercurve verder af te stellen, drukt
u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3
seconden na stap 3 hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van
“De equalizercurve instellen en opslaan.”
NL
EQ
Draai/druk op (+) of (–) om de
opgeslagen equalizercurve te kiezen.
SUR EQ
Tuning
1 MEMORY1
4
Draai/druk op (+) of (–) om een
equalizercurve te kiezen.
5
Stel de equalizercurve af.
1 Druk op (4) (n) om de gewenste
frequentie te kiezen.
F30 n F45 n .........n F16k n
R90 n R840 n R7.5k
EQ
SUR EQ
1 MEMORY1
F 3‚ +12
Als u op (1) (N) drukt, verschijnen de
frequenties in omgekeerde volgorde.
2 Draai/druk op (+) of (–) om het
niveau te regelen.
Opmerking
Als u het niveau te hoog instelt, vervormt het
geluid. Verlaag dan het niveau tot het geluid weer
normaal is.
3 Herhaal stappen 1 en 2 om de
equalizercurve in te stellen.
4
6
Druk op (5) (ENTER).
ENT
SUR EQ
7
3
Voer de tekens in
1 Draai/druk op (+) om de gewenste
tekens te kiezen.
Number?
1 MEMORY1
(A n B n C n .... Z n 0 n 1 n 2 n
... 9 n + n – n * n / n \ n > n <
n . n _)
Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te
kiezen dat u in het geheugen wilt
opslaan.
EQ
SUR EQ
8
Druk op (5) (ENTER).
Draai/druk op (–) en de tekens
verschijnen in omgekeerde volgorde.
Als u een blanco spatie tussen tekens
wilt zetten, kies dan “_” (onderstreping).
EQ
SUR EQ
9
Name
1 MEMORY1
+Enter+
Druk gedurende 2 seconden op (SOUND)
om terug te keren naar normale
weergave.
2 Druk op (4) (n) wanneer u het
gewenste teken hebt gevonden.
De knipperende cursor gaat naar het
volgende teken.
Druk na stap 7 gedurende 2 seconden op
(SOUND) om de instelling van de
equalizercurve te annuleren.
EQ
SUR EQ
Tip
U kunt de equalizercurve benoemen door na stap 5
hierboven gedurende 2 seconden op (LIST) te drukken. Ga
dan naar stap 2 tot 7 van “Een equalizercurve benoemen”.
Opmerking
Als de naam van de equalizercurve knippert in het
uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen.
Herhaal de bovenstaande stappen 6 tot 9 om de
equalizercurve opnieuw op te slaan.
Als u op (1) (N) drukt, gaat de
knipperende cursor naar links.
3 Herhaal stappen 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
4
Druk gedurende 2 seconden op (LIST).
5
Druk op (5) (ENTER).
6
Draai/druk op (+) of (–) om het cijfer te
kiezen dat u in het geheugen wilt
opslaan.
7
Druk op (5) (ENTER).
— Benoeming
U kunt elke equalizercurve een
gepersonaliseerde naam geven. Die naam kan
maximum uit acht tekens bestaan.
1
Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
2
Kies een equalizercurve en druk
gedurende 2 seconden op (LIST).
NL
DSP
Een equalizercurve
benoemen
Name
1 CEMORY1
EQ
SUR EQ
8
+Enter+
Druk gedurende 2 seconden op (SOUND)
om terug te keren naar normale
weergave.
Tip
Voer “_” (onderstreping) in voor elk teken om een naam te
wissen/corrigeren.
Opmerking
Als de naam van de equalizercurve knippert in het
uitleesvenster, wordt de equalizercurve niet opgeslagen.
Herhaal de bovenstaande stappen 5 tot 7 om de
equalizercurve opnieuw op te slaan.
5
De luisterpositie kiezen
De luisterpositie instellen
— Geluidsregeling
— Geluidsafstelling
U kunt de tijd instellen waarin het geluid uit
de luidsprekers de luisteraars bereikt.
Het toestel kan een natuurlijk geluidsveld
simuleren, zodat u overal in de auto het gevoel
hebt midden in het geluidsveld te zitten.
Opmerking
Bij het instellen van de luisterpositie moet u de balans- en
faderregelaar in de middenpositie zetten.
1
2
3
1
Uitleesvenster Midden van het
geluidsveld
Normale
ALL
instelling
(1 + 2 + 3)
FRONT
Voor (1 + 2)
FRONT R
Rechts voor (2)
FRONT L
Links voor
(1)
REAR
Achter (3)
1
Druk gedurende twee seconden op
(SOUND).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “POS”
verschijnt.
3
Draai/druk herhaaldelijk op (+) of (–)
tot de gewenste luisterpositie verschijnt.
POS
Tuning
All
SUR EQ
4
Druk even op (SOUND) tot “POS”
verschijnt.
Druk op (4) (n).
POS
L
SUR EQ
All
R
POS
SUR EQ
2
All
Draai/druk op (+) of (–) om de
gewenste luisterpositie te kiezen.
De luisterposities verschijnen in de
bovenstaande volgorde.
Na drie seconden keert het uitleesvenster terug
naar de normale weergavestand.
NL
5
Tip
Om de luisterpositie verder af te stellen, drukt u gedurende
2 seconden op (SOUND) binnen de 3 seconden na stap 2
hierboven. Ga dan naar stap 4 tot 8 van “De luisterpositie
instellen”.
Draai/druk op (+) of (–) om het midden
van het geluidsveld naar links of naar
rechts te verschuiven. Stel dan het
midden van het geluidsveld in.
(+): Midden verschuift naar R (rechts).
(–): Midden verschuift naar L (links).
6
Druk op (4) (n).
POS
SUR EQ
7
R
All
F
Draai/druk op (+) of (–) om het midden
van het geluidsveld naar voren of naar
achteren te verschuiven.
(+): Midden verschuift naar F (voor).
(–): Midden verschuift naar R (achter).
8
6
Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
Wanneer de luisterpositie is ingesteld,
verschijnt de normale weergavestand.
Het niveau van de
subwoofer(s) regelen
De kantelfrequentie
instellen
— Geluidsregeling
— Scheidingsnetwerk (CNW)
— Geluidsafstelling
U kunt het subwooferniveau los van de
luidsprekers regelen.
1
Druk op (SOURCE) om een bron te
kiezen (radio, tape, CD of MD enz.).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “SUB”
verschijnt.
SUB
SUR EQ
1
0
Om optimaal in te spelen op de
karakteristieken van de aangesloten
luidsprekers of subwoofer(s), kunt u de
ongewenste hoge-, midden- en
lagefrequentiesignalen die naar de
luidsprekers of subwoofer(s) worden gestuurd
regelen. Door de kantelfrequentie (zie
onderstaande grafiek) in te stellen, produceren
de luidsprekers alleen de meest geschikte
frequenties, wat resulteert in een helderder
klankbeeld.
Niveau
Laagdoorlaatfilter (Subwoofer)
3
Draai/druk op (+) of (–) om het niveau
te regelen.
Na drie seconden keert het uitleesvenster
terug naar de normale weergavestand.
Kantelfrequentie
Tip
Om de kantelfrequentie van de subwoofer(s) af te stellen,
drukt u gedurende 2 seconden op (SOUND) binnen de 3
seconden na stap 3. Ga dan naar stap 3 tot 4 van “De
kantelfrequentie instellen”.
50
62
78 99 125 157
Frequentie (Hz)
Niveau
Hoogdoorlaatfilter (voor, achter)
Kantelfrequentie
NL
DSP
78
99 125 157 198
Frequentie (Hz)
1
Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot
“CNW” verschijnt.
CNW
SUR EQ
Cut off
SUB125Hz
Lees verder op de volgende bladzijde n
7
3
De kantelfrequentie instellen.
1 Druk op (1) (N) of (4) (n) om de
lijnuitgang te kiezen.
SUB (Subwoofer) ˜ F (Voor)
˜ R (Rear)
CNW
SUR EQ
Cut off
F
Flat
2 Draai/druk op (+) om de gewenste
kantelfrequentie te kiezen.
Subwoofer :
50 Hz n 62 Hz n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz
n 157 Hz
Voor, achter:
Flat n 78 Hz n 99 Hz n 125 Hz n 157 Hz
n 198 Hz
CNW
SUR EQ
Cut off
F 125Hz
Draai/druk op (–) en de
kantelfrequenties verschijnen in
omgekeerde volgorde.
Een equalizercurve op
elke disc opslaan
— Disc Sound Memory (DSM)
(CD/MD-wisselaar of CD/MD-speler met
programmageheugenfunctie)
Wanneer u de gewenste equalizercurve en de
geluidskarakteristieken (bass, treble en
subwoofer-niveau) hebt opgeslagen op de
discs, kunt u bij weergave telkens dezelfde
equalizercurve gebruiken. U kunt maximum
200 discs registreren.
1
Speel de gewenste disc af.
2
Kies de equalizercurve en regel de
geluidskarakteristieken.
3
Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3)
(PLAY MODE) tot “DSM SET” verschijnt.
CD1
SUR EQ
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
kantelfrequentie te kiezen.
4
NL
4
Druk gedurende 2 seconden op
(SOUND).
Wanneer de kantelfrequentie is ingesteld,
verschijnt de normale weergavestand.
Tip
Om het subwooferniveau in te stellen, kiest u “SUB” door
na stap 3 hierboven op (1) (N) of (3) (n) te drukken.
Draai/druk dan op (+) of (–) om het niveau in te stellen.
Druk gedurende 2 seconden op (SOUND) nadat u het
subwooferniveau hebt ingesteld.
SCHUBERT
DSM set
Druk even op (5) (ENTER).
DSM
+Enter+
SUR EQ
Na het instellen van DSM keert het
uitleesvenster terug naar de normale
weergavestand.
Een opgeslagen equalizercurve
wijzigen
Speel de disc af waarvan u de equalizercurve
wilt wijzigen en volg de procedure “De
equalizercurve instellen en opslaan”.
Elke programmabron met
de ingestelde
equalizercurve beluisteren
De opgeslagen equalizercurve
wissen
1
Druk op (SHIFT) en herhaaldelijk op (3)
(PLAY MODE) tot “DSM SET” verschijnt.
2
Druk gedurende 2 seconden op (5)
(ENTER).
— Brongeluidsgeheugen
U kunt een geluidsbron (CD, MD, TAPE, FM
en AM) altijd beluisteren met dezelfde
equalizercurve en klankkarakteristieken (bass,
treble en subwooferniveau), zelfs na het
veranderen van bron of nadat het toestel aan
en af werd gezet.
8
DSM
SUR EQ
+Delete+
Aanvullende
Informatie
Voorzorgsmaatregelen
•Als uw auto lange tijd in de zon geparkeerd
stond waardoor de temperatuur in de auto
hoog is opgelopen, moet u het toestel laten
afkoelen alvorens het aan te schakelen.
•Als het toestel niet aanschakelt, moet u eerst
alle aansluitingen controleren. Als alles in
orde is, moet u de zekering controleren.
•Zet het volume voor alle veiligheid niet te
hard, zodat u nog geluiden buiten de auto
kunt horen.
•Als u dit toestel aansluit op de XDP-U50D,
werkt het niet.
Met alle vragen en problemen in verband met
dit toestel die niet aan bod komen in deze
handleiding kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Zekeringen vervangen
Als de zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Als de zekering na het
vervangen opnieuw doorbrandt, kan er een
intern defect zijn. Raadpleeg in dat geval uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
NL
Waarschuwing
Vervang de zekering altijd door een exemplaar
met dezelfde amperage zoals die vermeld staat
op de zekeringsbehuizing. Gebruik nooit een
zekering met een hogere amperage omdat het
apparaat daardoor defect zou kunnen raken.
DSP/Aanvullende Informatie
Zekering
(5 A)
9
Technische gegevens
Voeding
Stroomverbruik
Frequentiebereik
Signaal/ruis-afstand
Harmonische vervorming
Optionele apparatuur
12 V DC autobatterij
(negatieve aarde)
1A
8 Hz — 20 kHz (FRONT)
105 dB (FRONT) (JIS-A)
0,005 % (FRONT)
95 dB bij 1 kHz
Bass ± 10 dB bij 310 Hz
Treble ± 10 dB bij 3,1 kHz
Ingangen/uitgangen
BUS ingang (2)
Lijningang (RCA
aansluiting) (2)
Lijnuitgang (RCA
aansluiting) (3)
Optisch digitale ingang(2)
Afmetingen
Ong. 245 × 145 × 40 mm
Gewicht
Ong. 1,2 kg
Meegeleverde toebehoren BUS kabel (2 m) (1)
Bevestigingsschroeven (4)
Optionele toebehoren
BUS kabel (geleverd met
RCA snoer) RC-61 (1 m),
RC-62 (2 m)
RCA snoer RC-63 (1 m),
RC-64 (2 m), RC-65 (5 m)
Optische kabel RC-97 (2 m)
Kanaalscheiding
Toonregelingen
Hoofdtoestel (dat een
digitale voorversterker kan
aansturen)
CDX-C910RDS,
XR-C900RDS,
XR-C850RDS enz.
CD wisselaar
CDX-805, CDX-91 (met
digitale uitgang)
CDX-705, CDX-T65,
CDX-T62 enz.
MD-wisselaar
MDX-61
Bronkiezer (voor analoog
systeem)
XA-C30
Bronkiezer (voor digitaal
systeem)
XA-U40D
Eindversterker
XM- Series
Luidsprekers
XS- Series
Wijzigingen in ontwerp en specificaties
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Frequentiebereik
Voor-equalizer (± 12 dB)
Achter-equalizer (± 12 dB)
fo = 30, 45, 62, 90, 130, 190, 270, 400, 580, 840,
1,2k, 1,7k, 2,5k, 3,6k, 5,2k, 7,5k, 11k, 16kHz
fo = 90, 840, 7,5kHz
(dB)
NL
+20
+20
+10
+10
0
0
-10
-10
-20
-20
10
100
1k
10 k
10
(Hz)
100
Laagdoorlaatfilter (–36 dB/oct)
Hoogdoorlaatfilter (–24 dB/oct)
fo = 50, 62, 78, 99, 125, 157 Hz
fo = 78, 99, 125, 157, 198 Hz
10
0
-10
-20
-30
-40
-50
-60
-70
(dB)
10
0
-10
-20
-30
-40
-50
-60
-70
-80
1k
10 k
(Hz)
1k
10 k
(Hz)
(dB)
-80
10
10
(dB)
100
1k
10 k
(Hz)
10
100
Verhelpen van storingen
Aan de hand van de volgende lijst kunt u de meest voorkomende problemen zelf oplossen.
Alvorens de onderstaande lijst te overlopen, moet u eerst de aansluitingen en de
bedieningsprocedures controleren.
Probleem
Oorzaak/oplossing
De POWER indicator licht niet
op.
De massakabel is niet goed bevestigd. Bevestig de kabel stevig
aan een metalen onderdeel van de auto.
Controleer de accuspanning (10.5 — 16 V).
Alternatorruis is hoorbaar.
De voedingskabels zitten te dicht bij de RCA snoeren. n Hou
de kabels uit de buurt van de snoeren.
De RCA snoeren zitten te dicht baij andere elektrische kabels in
de auto. n Hou de snoeren uit de buurt van de kabels.
Geen geluid
De massakabel is niet goed bevestigd. n Bevestig de kabel
stevig aan een metalen onderdeel van de auto.
De POWER indicator licht op wanneer het hoofdtoestel wordt
aangeschakeld. n Controleer de versterker- en
luidsprekeraansluitingen.
De POWER indicator licht niet op wanneer het hoofdtoestel
wordt aangeschakeld. n Controleer de aansluiting van de BUS
kabel, het RCA snoer en de optische kabel.
NL
Aanvullende Informatie
11