LS 1017L

Makita LS 1017L, LS 1017, LS1017, LS1017L de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Makita LS 1017L de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GB Slide Compound Miter Saw Instruction manual
F Scie à Onglet Radiale Manuel d’instructions
D Kapp- und Gehrungssäge Betriebsanleitung
I Troncatrice radiale per legno Istruzioni per l’uso
NL Schuifbare samengesteld- Gebruiksaanwijzing
verstekzaag
E Sierra de Inglete Telescópica Manual de instrucciones
P Serra de Esquadria c/Braço Manual de instruções
Telescópico
DK Afkorter- og geringssav Brugsanvisning
GR Συρόμενο σύνθετο φαλτσοπρίονο Οδηγίες χρήσης
LS1017
LS1017L
59
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van het onderdelenoverzicht
TECHNISCHE GEGEVENS
Model LS1017/LS1017L
Diameter blad 255 mm - 260 mm
Diameter middengat
Voor alle niet-Europese landen 25,4 mm
Voor Europese landen 30 mm
Max. zaagdikte (h x b) met diameter van 260 mm
Nullasttoerental (min
-1
) 4.200
Type Laser (alleen LS1017L) Rode laserstraal 650 nm, <1 mW (laser van klasse 2)
AFmetingen (l x b x h) 825 mm x 536 mm x 581 mm
Netto gewicht Voor alle niet-Europese landen............19,4 kg
Voor Europese landen ............19,5 kg
Veiligheidsklasse /II
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht volgens EPTA-procedure 01/2003
1. Vergrendelpen
2. Bouten
3. Beschermkap
4. Zaagsnedeplank
5. Schroef
6. Zaagblad
7. Zaagtand
8. Links verticaal-verstekzagen
9. Rechtzagen
10. Stelbout
11. Draaitafel
12. Bovenoppervlak van draaitafel
13. Rand van zaagblad
14. Geleider
15. Aanslagarm
16. Stelschroef
17. Horizontaal-
verstekschaalverdeling
18. Aanwijspunt
19. Vergrendelknop
20. Handvat
21. Hendel
22. Arm
23. Verticaal-verstekschaalverdeling
24. Ontgrendelknop
25. Borgschroef
26. Uit-vergrendelknop
27. Aan/uit-schakelaar
28. Gat voor hangslot
29. Schakelaar van de laserstraal
30. Bevestigingsschroef van de
lasereenheid
31. Batterij
32. Dopsleutel met aan het andere
uiteinde een inbussleutel
33. Gereedschaphouder
34. Dopsleutel
35. Zaagbladhuis
36. Middenafdekking
37. Zeskantbout
38. Pijl
39. Asvergrendeling
40. Zeskantbout (met linkse
schroefdraad)
41. Buitenflens
42. Ring
43. Binnenflens
44. As
45. Stofafzuigaansluitmond
46. Stofzak
47. Sluiting
48. Steun
49. Verschuifbare geleider
50. Klembout
51. Arm van bankschroef
52. Draaiknop van bankschroef
53. Stang van bankschroef
54. Drukplaat van bankschroef
55. Moer van bankschroef
56. Werkstuksteun
57. Borgschroef
58. Kroon-profiellijst met een
wandhoek van van 52/38°
59. Kroon-profiellijst met een
wandhoek van 45°
60. Kwarthol-profiellijst met een
wandhoek van 45°
61. Binnenhoek
62. Buitenhoek
63. Bankschroef
64. Vulblok
65. Aluminiumprofiel
66. Horizontale bankschroef (los
verkrijgbaar)
67. Gaten
68. Groeven zagen met zaagblad
69. Zeskantbouten
70. Geodriehoek
71. Stelbout voor 0°
72. Stelbout voor verticaal-
verstekhoek van 45° naar links
73. Stelbout voor verticaal-
verstekhoek van 5° naar rechts
74. Schroevendraaier
75. Koolborsteldop
Horizontaal-verstekhoek
Verticaal-verstekhoek
45° (links)
50 mm x 310 mm 91 mm x 310 mm
45° 50 mm x 220 mm 91 mm x 220 mm
60° (rechts) - 91 mm x 153 mm
60
Symbolen END223-1
Hieronder staan de symbolen die voor dit gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze
betekenen alvorens het gereedschap te gebruiken.
............. Lees de gebruiksaanwijzing.
............. DUBBEL GEÏSOLEERD
......... Om letsel door rondvliegende
houtsnippers te voorkomen, blijft u na het
zagen de zaagkop omlaag geduwd
houden totdat het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen.
Voor het uitvoeren van schuivend zagen
trekt u eerst de slede helemaal naar u
toe, brengt u vervolgens de handgreep
omlaag, en duwt u tenslotte de slede
naar de geleider.
............. Houd handen en vingers uit de buurt van
de zaagband.
.......... Stel de verschuifbare geleiders zo af dat
ze niet geraakt worden door het zaagblad
en de beschermkap.
...... Kijk nooit rechtstreeks in de laserstraal.
De rechtstreekse laserstraal kan uw
ogen beschadigen.
Gebruiksdoeleinden
ENE006-1
Het gereedschap is bedoeld voor nauwkeurig recht- en
verstekzagen in hout. Als het juiste zaagblad wordt
gebruikt, kan dit gereedschap ook aluminium zagen.
Voeding
ENF002-1
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het typeplaatje en werkt alleen op enkele-fase
wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd
volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een
niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR GEREEDSCHAP
ENB034-6
1. Draag oogbescherming.
2. Houd uw handen uit de buurt van het pad van het
zaagblad. Voorkom contact met het nog
nadraaiende zaagblad. Het kan nog steeds ernstig
letsel veroorzaken.
3. Bedien de cirkelzaag niet zonder dat de
beschermkappen zijn aangebracht. Controleer
voor ieder gebruik of de beschermkap van het
zaagblad goed sluit. Gebruik de cirkelzaag niet als
de beschermkap van het zaagblad niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de
beschermkap van het zaagblad nooit vast in de
geopende stand.
4. Zaag nooit uit de vrije hand. Het werkstuk moet voor
ieder gebruik met behulp van de bankschroef stevig
worden vastgeklemd op de draaitafel en tegen de
geleider. Houd het werkstuk nooit met uw handen
vast.
5. Reik nooit rondom het zaagblad.
6. Schakel het gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad stilstaat voordat u het werkstuk
verplaatst of de instelling van het gereedschap
verandert.
7. Trek de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact voordat u het zaagblad vervangt of
onderhoud pleegt.
8. Zet altijd alle beweegbare delen vast voordat u het
gereedschap draagt.
9. De vergrendelpen, waarmee de zaagkop in de
onderste stand wordt vergrendeld, is uitsluitend
bedoeld te worden gebruikt tijdens het dragen en
bewaren van het gereedschap, en niet tijdens het
zagen.
10. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
ontvlambare vloeistoffen of gassen. De elektrische
werking van het gereedschap kan een explosie en
brand veroorzaken bij blootstelling aan ontvlambare
vloeistoffen of gassen.
11. Controleer vóór het gebruik het zaagblad
zorgvuldig op barsten of beschadiging.
Vervang een gebarsten of beschadigde zaagblad
meteen.
12. Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn voor
dit gereedschap.
13. Wees voorzichtig dat u niet de as, flenzen (met
name het montagevlak) of bout beschadigt. Als
deze onderdelen beschadigd raken, kan het
zaagblad breken.
14. Zorg ervoor dat de draaitafel stevig vast staat
zodat deze tijdens het zagen niet beweegt.
15. Verwijder voor uw eigen veiligheid alle spaanders,
kleine stukjes hout, enz., vanaf het tafeloppervlak
voordat u het gereedschap bedient.
16. Voorkom dat u in spijkers zaagt. Inspecteer het
werkstuk op spijkers en verwijder deze zo nodig
voordat u ermee begint te werken.
17. Zorg ervoor dat de asvergrendeling is ontgrendeld
voordat u het gereedschap inschakelt.
18. Controleer dat het zaagblad in zijn laagste stand
de draaitafel niet raakt.
61
19. Houd de handgreep stevig vast. Let erop dat het
zaagblad iets op en neer beweegt tijdens het
starten en stoppen.
20. Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet
raakt voordat u het gereedschap hebt
ingeschakeld.
21. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gebruikt. Controleer op
trillingen of schommelingen die op onjuiste
bevestiging of een slecht uitgebalanceerd
zaagblad kunnen wijzen.
22. Wacht totdat het zaagblad op volle snelheid draait
voordat u begint te zagen.
23. Stop onmiddellijk met het gebruik als u iets
abnormaals opmerkt.
24. Probeer niet de aan/uit-schakelaar in de aan-stand
vast te zetten.
25. Blijf te allen tijde geconcentreerd, met name
tijdens zich herhalende, monotone bedieningen.
Laat u niet leiden door een vals gevoel van
veiligheid. Het zaagblad kent geen medelijden!
26. Gebruik altijd de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik
van ongeschikte accessoires, zoals slijpschijven,
kan tot letsel leiden.
27. Gebruik de cirkelzaag niet voor het zagen van
andere materialen dan hout, aluminium en
dergelijke.
28. Sluit de verstekzaag aan op een stofafzuig- en
stofopvanginrichting tijdens het zagen.
29. Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat u
wilt zagen.
30. Wees voorzichtig bij het zagen van gleuven.
31. Vervang de zaagsnedeplank als deze versleten is.
32. Zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal (HSS)
mogen niet worden gebruikt.
33. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische stoffen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere voortplantingsschade
kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van
deze chemische stoffen zijn:
lood van loodhoudende verfstoffen en
arsenicum en chroom van chemisch behandeld
hout.
Uw risico van deze blootstellingen varieert en
hangt af van hoe vaak u dit soort bewerkingen
uitvoert. Om blootstelling aan deze chemische
bestanddelen te verminderen: moeten de
werkzaamheden uitgevoerd worden in een goed
geventileerde werkomgeving en
gebruikmakend van goedgekeurd
beschermende hulpmiddelen, zoals
stofmaskers die ontworpen zijn om
microscopisch kleine deeltjes te filteren.
34. Om het geluidsniveau te verlagen, zorgt u er altijd
voor dat het zaagblad scherp en schoon is.
35. De gebruiker moet voldoende getraind zijn in het
gebruik, afstelling en bediening van het
gereedschap.
36. Gebruik een zaagblad dat op de juiste wijze
geslepen is. Houd u aan het maximumtoerental
aangegeven op het zaagblad.
37. U mag niet het afgezaagde stuk of andere delen
van het werkstuk uit het zaaggebied verwijderen
terwijl het zaagblad nog draait en de zaagkop nog
niet in de ruststand staat.
38. Gebruik alleen zaagbladen die aanbevolen worden
door de fabrikant en die voldoen aan de norm
EN847-1.
39. Draag handschoenen bij het hanteren van de
zaagbladen (zaagbladen moeten zo mogelijk in
een verpakking worden gedragen) en ruw
materiaal.
40. Indien voorzien van een laser, mag de laser niet
worden vervangen door een ander type laser.
Reparaties dienen correct te worden uitgevoerd.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
VOORBEREIDINGEN
Tafelopstelling (zie afb. 1)
Wanneer u het gereedschap koopt is de handgreep
vergrendeld in de onderste stand door middel van de
vergrendelpen. Maak de vergrendelpen los door eraan te
trekken terwijl u ondertussen de handgreep lichtjes
omlaag drukt.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het gereedschap niet kan bewegen
op het steunvlak. Indien de zaag tijdens het zagen
beweegt op het steunvlak, kan dit tot controleverlies en
ernstige verwondingen leiden. (zie afb. 2)
Dit gereedschap moet met vier bouten worden bevestigd
op een horizontale en stabiele ondergrond met
gebruikmaking van de boutgaten in de voeten van het
gereedschap. Hierdoor wordt voorkomen dat het
gereedschap kan omvallen en letsel kan veroorzaken.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken alvorens de functies van het
gereedschap te controleren of af te stellen. Indien
het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de
stekker niet wordt uitgetrokken, kan het ongewild in
werking treden met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
Beschermkap (zie afb. 3)
Wanneer u de handgreep omlaag duwt, gaat de
beschermkap automatisch omhoog. Nadat de zaagsnede
is voltooid en de handgreep omhoog gaat, keert de
beschermkap automatisch terug naar zijn oorspronkelijke
stand.
WAARSCHUWING:
De beschermkap en de veer die eraan vastzit
mogen nooit worden uitgeschakeld noch
verwijderd. Een blootliggend zaagblad wegens
ontbrekende bescherming kan resulteren in ernstige
verwondingen.
Omwille van uw persoonlijke veiligheid zorgt u ervoor dat
de beschermkap altijd goed werkt. Iedere
62
onregelmatigheid in de werking van de beschermkap
moet onmiddellijk worden gecorrigeerd. Controleer de
werking van de trekveer van de beschermkap.
WAARSCHUWING:
Gebruik het gereedschap nooit met een
beschadigde, defecte of verwijderde beschermkap
of veer. Gebruik van het gereedschap met een
beschadigde, defecte of verwijderde beschermkap kan
resulteren in ernstige verwondingen.
Als de doorzichtige beschermkap vuil is geworden of er
zaagsel aan kleeft zodat het zaagblad en/of het werkstuk
niet meer goed zichtbaar is, trekt u de stekker uit het
stopcontact en maakt u de beschermkap voorzichtig
schoon met een vochtige doek. Gebruik geen solventen
noch reinigingsmiddelen op basis van petroleum voor de
plastic beschermkap omdat deze hierdoor kan worden
beschadigd.
Wanneer de beschermkap vuil is en moet worden
gereinigd, gaat u als volgt tewerk:
Schakel het gereedschap uit, trek de stekker uit het
stopcontact en draai met behulp van de meegeleverde
dopsleutel de zeskantbout los waarmee de
middenafdekking is bevestigd. Draai de zeskantbout los
door deze linksom te draaien en til de beschermkap en
middenafdekking op. (zie afb. 4)
Met de beschermkap in deze stand kan deze effectiever
en vollediger worden schoongemaakt. Nadat u klaar bent
met het schoonmaken, volgt u de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde en draait u de bout
weer vast. Verwijder niet de veer waarmee de
beschermkap is vastgezet. Als de beschermkap is
beschadigd door ouderdom of blootstelling aan
ultravioletlicht, neemt u contact op met een Makita-
servicecentrum om een nieuwe beschermkap te
bestellen. DE BESCHERMKAP NIET UITSCHAKELEN
NOCH VERWIJDEREN.
De zaagsnedeplanken afstellen (zie afb. 5
en 6)
Dit gereedschap is voorzien van zaagsnedeplanken in de
draaitafel om splinteren aan de uitgangszijde van de
zaagsnede te minimaliseren. De zaagsnedeplanken zijn
in de fabriek zodanig afgesteld dat het zaagblad de
zaagsnedeplanken niet raakt. Stel vóór gebruik de
zaagsnedeplanken als volgt af:
Trek eerst de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact. Draai alle schroeven los waarmee de
zaagsnedeplanken zijn bevestigd (3 links en 3 rechts).
Draai ze daarna licht aan zodanig dat de
zaagsnedeplanken nog gemakkelijk met de hand kunnen
worden bewogen. Breng de handgreep helemaal omlaag
en duw de vergrendelpen in om de handgreep in de
onderste stand te vergrendelen. Draai de borgschroef los
waarmee de glijstangen zijn vergrendeld. Trek de slede
helemaal naar u toe. Stel de zaagsnedeplanken zodanig
af dat de zaagsnedeplanken net de zijkant van de
zaagtanden raken. Draai de voorste schroeven vast (draai
ze niet strak vast). Duw de slede helemaal naar de
geleider en stel de zaagsnedeplanken zodanig af dat de
zaagsnedeplanken net de zijkant van de zaagtanden
raken. Draai de achterste schroeven vast (draai ze niet
strak vast).
Na het afstellen van de zaagsnedeplanken, ontgrendelt u
de vergrendelpen en brengt u de handgreep omhoog.
Draai daarna alle schroeven stevig vast.
KENNISGEVING:
Controleer na het instellen van de verticaal-
verstekhoek of de zaagsnedeplanken goed zijn
afgesteld. Correct afgestelde zaagsnedeplanken
ondersteunen het werkstuk optimaal met een minimum
aan beweging.
Maximale zaagdikte behouden
Dit gereedschap is in de fabriek afgesteld om de
maximale zaagdikte te leveren met een zaagblad met een
diameter van 255 mm.
Trek de stekker van het gereedschap uit het stopcontact
voordat u afstellingen maakt. Controleer bij het
aanbrengen van een nieuw zaagblad altijd de onderste
stand van het zaagblad en stel deze zo nodig als volgt af:
(zie afb. 7 en 8)
Trek eerst de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact. Duw de slede helemaal naar de geleider en
breng de handgreep helemaal omlaag. Gebruik de
inbussleutel om de stelbout te draaien totdat de rand van
het zaagblad tot net onder het bovenoppervlak van de
draaitafel komt op het punt waar de voorzijde van de
geleider raakt aan het bovenoppervlak van de draaitafel.
Met de stekker van het gereedschap uit het stopcontact,
houdt u de handgreep helemaal omlaag gedrukt en draait
u het zaagblad met de hand rond om u ervan te
verzekeren dat het zaagblad geen enkel onderdeel van
het onderstel raakt. Stel zo nodig opnieuw af.
WAARSCHUWING:
Na het aanbrengen van een nieuw zaagblad en met
de stekker nog steeds uit het stopcontact
getrokken, controleert u altijd dat het zaagblad
geen enkel onderdeel van het onderstel raakt
wanneer de handgreep helemaal omlaag wordt
geduwd. Als een blad het onderstel raakt, kan het
terugslaan met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
Aanslagarm (zie afb. 9)
De onderste stand van het zaagblad kan eenvoudig
worden afgesteld met behulp van de aanslagarm. Om af
te stellen beweegt u de aanslagarm in de richting van de
pijl, zoals aangegeven in de afbeelding. Stel de
stelschroef zodanig af dat het zaagblad stopt in de
gewenste stand wanneer de handgreep helemaal omlaag
wordt gebracht.
De horizontaal-verstekhoek instellen (zie
afb. 10)
Draai het handvat los door dit linksom te draaien. Houd de
vergrendelknop ingedrukt en draai de draaitafel. Nadat u
de draaitafel hebt gedraaid naar de positie waarop de
aanwijspunt de gewenste hoek op de horizontaal-
verstekschaalverdeling aangeeft, draait u het handvat
stevig rechtsom vast.
LET OP:
Nadat u de horizontaal-verstekhoek hebt veranderd,
zet u altijd de draaitafel vast door het handvat stevig
vast te draaien.
63
KENNISGEVING:
Voordat u de draaitafel draait, controleert u dat de
handgreep helemaal omhoog staat.
De verticaal-verstekhoek instellen (zie
afb. 11)
Om de verticaal-verstekhoek in te stellen, draait u de
hendel op de achterkant van het gereedschap linksom.
Ontgrendel de arm door de handgreep redelijk sterk in de
richting te duwen waarin u het zaagblad wilt kantelen.
OPMERKING:
De hendel kan in een andere hoek worden geplaatst
door de bevestigingsschroef los te draaien en de
hendel in de gewenste hoek te bevestigen. (zie
afb. 12)
Kantel het zaagblad totdat de aanwijspunt de gewenste
hoek aangeeft op de verticaal-verstekschaalverdeling.
Draai tenslotte de hendel weer stevig rechtsom vast om
de arm vast te zetten. (zie afb. 13)
Wanneer u de slede naar rechts wilt kantelen, kantelt u
eerst de slede iets naar links nadat u de hendel hebt
losgezet en drukt u op de ontgrendelknop. Terwijl u de
ontgrendelknop ingedrukt houdt, kantelt u de slede naar
rechts. (zie afb. 14)
Kantel het zaagblad totdat de aanwijspunt de gewenste
hoek aangeeft op de verticaal-verstekschaalverdeling.
Draai tenslotte de hendel weer stevig rechtsom vast om
de arm vast te zetten.
Nadat u de verticaal-verstekhoek hebt veranderd, moet
u altijd de zaagsnedeplanken afstellen, zoals
beschreven onder “De zaagsnedeplanken afstellen”.
LET OP:
Nadat u de verticaal-verstekhoek hebt veranderd, moet
u altijd de arm vastzetten door de hendel rechtsom vast
te draaien.
KENNISGEVING:
Breng de handgreep volledig omhoog om het zaagblad
te kantelen.
Nadat u de verticaal-verstekhoek hebt veranderd, moet
u altijd de zaagsnedeplanken afstellen zoals
beschreven onder “De zaagsnedeplanken afstellen”.
Schuifvergrendeling afstellen (zie afb. 15)
Om de glijstangen te vergrendelen, draait u de
borgschroef rechtsom.
Werking van de aan/uit-schakelaar
Voor Europese landen (zie afb. 16)
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, duwt u eerst de hendel
naar links, drukt u vervolgens op de uit-vergrendelknop,
en knijpt u tenslotte de aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/
uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de
uit-stand nadat deze is losgelaten. Knijp de aan/uit-
schakelaar niet hard in zonder de uit-
vergrendelknop te bedienen. Hierdoor kan de aan/
uit-schakelaar stuk gaan. Het gebruik van
gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt,
kan leiden tot controleverlies en ernstige
verwondingen.
In de trekschakelaar is een gat aangebracht waar een
hangslot door past om het gereedschap af te sluiten.
Voor alle niet-Europese landen (zie afb. 17)
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de uit-
vergrendelknop in en knijpt u daarna de aan/uit-
schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om het
gereedschap te stoppen.
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de
uit-stand nadat deze is losgelaten. Knijp de aan/uit-
schakelaar niet hard in zonder de uit-
vergrendelknop te bedienen. Hierdoor kan de aan/
uit-schakelaar stuk gaan. Het gebruik van
gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt,
kan leiden tot controleverlies en ernstige
verwondingen.
In de trekschakelaar is een gat aangebracht waar een
hangslot door past om het gereedschap af te sluiten.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen slot met een beugel of kabel met een
diameter kleiner dan 6,35 mm. Met een kleinere
beugel of kabel wordt het gereedschap mogelijk niet
goed in de uit-stand vergrendeld, waardoor het
ongewild in werking kan treden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
Gebruik het gereedschap NOOIT als de aan/uit-
schakelaar niet goed werkt. Ieder gereedschap met
een defecte aan/uit-schakelaar is UITERST
GEVAARLIJK en moet worden gerepareerd voordat
het gereedschap wordt gebruikt om ernstige
verwondingen te voorkomen.
Omwille van uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust
met een uit-vergrendelknop die voorkomt dat het
gereedschap onbedoeld wordt ingeschakeld. Gebruik
het gereedschap NOOIT wanneer het kan worden
ingeschakeld door alleen de aan/uit-schakelaar in te
knijpen zonder de uit-vergrendelknop in te drukken.
Gereedschap met een defecte schakelaar kan
ongewild in werking treden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg. Stuur het gereedschap voor
deugdelijke reparatie terug naar een Makita-
servicecentrum ALVORENS het verder te gebruiken.
Schakel de uit-vergrendelknop NOOIT uit met behulp
van kleefband of dergelijke. Gereedschap met een
uitgeschakelde uit-vergrendelknop kan ongewild in
werking treden met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
Elektronische aansturing
Zachte-startfunctie
Deze functie laat het gereedschap vlot starten door het
startkoppel te beperken.
64
Laserstraalfunctie
Alleen voor model LS1017L
OPMERKING:
Plaats eerst de batterijen in de houder. Zie “De
batterijen van de lasereenheid vervangen” voor het
plaatsen van batterijen.
LET OP:
Wanneer het gereedschap niet in gebruik is, moet u de
laser uitschakelen. (zie afb. 18)
LET OP:
Kijk nooit rechtstreeks in de laserstraal. De
rechtstreekse laserstraal kan uw ogen beschadigen.
LASERSTRAAL: KIJK NIET RECHTSTREEKS IN DE
LASERSTRAAL; LASERPRODUCT VAN KLASSE 2.
Zorg ervoor dat de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact is getrokken voordat u de laserlijn
verschuift, een afstelling maakt of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Om de laserstraal in te schakelen, drukt u op het
bovenste deel (I) van de schakelaar. Om de laserstraal uit
te schakelen, drukt u op het onderste deel (0) van de
schakelaar.
De laserlijn kan worden verschoven naar de linker- of
rechterkant van het zaagblad door de schroef los te
draaien waarmee de lasereenheid is bevestigd en deze in
de gewenste richting te verschuiven. Draai na het
verschuiven de schroef weer stevig vast. (zie afb. 19)
De laserlijn is in de fabriek zodanig afgesteld dat deze op
minder dan 1 mm van het zijoppervlak van het zaagblad
(zaagpositie) loopt.
OPMERKING:
Wanneer de laserlijn vaag en moeilijk zichtbaar is in
door direct zonlicht, ga dan op een andere plaats
werken waar er minder zonlicht schijnt.
De batterijen van de laser vervangen (zie
afb. 20 en 21)
Verwijder het deksel van de batterijhouder van de laser
door erop te drukken en deze tegelijkertijd te verschuiven.
Haal de oude batterijen eruit en plaats de nieuwe zoals
aangegeven in de afbeelding. Plaats na het vervangen
het deksel weer terug.
De lens van de laser schoonmaken
Als de lens van de laser vuil is geworden of zaagsel eraan
kleeft zodat de laserlijn niet meer duidelijk zichtbaar is,
trekt u de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact, verwijdert u de lens van de laser en maakt u
deze voorzichtig schoon met een zachte, vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen of op petroleum gebaseerde
schoonmaakmiddelen op de lens.
OPMERKING:
Als de laserlijn zwak is en bijna of geheel onzichtbaar
is vanwege direct zonlicht dat buitenshuis of door een
raam binnenshuis op de werkplek valt, verplaatst u de
werkplek naar een plaats die niet is blootgesteld aan
direct zonlicht.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken alvorens enige werk aan het
gereedschap uit te voeren. Indien het gereedschap
niet wordt uitgeschakeld en de stekker niet wordt
uitgetrokken, kan dit ernstige verwondingen tot gevolg
hebben.
De dopsleutel met aan het andere
uiteinde een inbussleutel bewaren (zie
afb. 22)
De dopsleutel wordt bewaard op de plaats aangegeven in
de afbeelding. De dopsleutel kan dan uit de sleutelhouder
worden getrokken wanneer men die nodig heeft.
Steek de dopsleutel na gebruik weer in de sleutelhouder.
Het zaagblad aanbrengen en verwijderen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken alvorens het zaagblad aan te brengen of
te verwijderen. Per ongeluk inschakelen van het
gereedschap kan ernstige verwondingen tot gevolg
hebben.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde Makita-
dopsleutel bij het aanbrengen en verwijderen van
het zaagblad. Indien deze sleutel niet wordt gebruikt,
kan de zeskantbout overdreven of onvoldoende
worden vastgezet met mogelijke ernstige
verwondingen tot gevolg. (zie afb. 23)
Vergrendel de handgreep in de bovenste stand door de
vergrendelpen in te drukken. (zie afb. 24)
Als u het zaagblad wilt verwijderen gebruikt u de
dopsleutel om de zeskantmoer waarmee de
middenafdekking is bevestigd linksom los te draaien. Til
de beschermkap en de middenafdekking op. (zie afb. 25)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen en
gebruik de dopsleutel om de zeskantbout rechtsom los te
draaien. Verwijder tenslotte de zeskantbout, de
buitenflens en het zaagblad.
OPMERKING:
Als de binnenflens is verwijderd, moet die met het
uitsteeksel van het blad weg worden gemonteerd op de
as. Een verkeerd gemonteerde flens wrijft tegen de
machine. (zie afb. 26)
Als u een nieuw zaagblad wilt aanbrengen, plaatst u het
voorzichtig op de as, waarbij u er goed op let dat de
richting van de pijl op de zijkant van het zaagblad
overeenkomt met de richting van de pijl op het
zaagbladhuis.
Breng de buitenflens en zeskantbout (met linkse
schroefdraad) aan, en gebruik de dopsleutel om de
zeskantbout stevig linksom vast te draaien terwijl u de
asvergrendeling ingedrukt houdt.
65
Voor alle niet-Europese landen (zie afb. 27)
WAARSCHUWING:
De zwarte ring, met een buitendiameter van 25 mm, en
de zilveren ring, met een buitendiameter van 25,4 mm,
zijn in de fabriek aangebracht zoals aangegeven in de
afbeelding. Bij gebruik van een zaagblad met een
middengat van 25 mm, vervangt u de zilveren ring door
de zwarte ring. Voordat het zaagblad op de as wordt
geplaatst, moet u ervoor zorgen, dat de juiste ring,
passend voor het asgat van het zaagblad, is
aangebracht tussen de binnen- en buitenflens. Het
gebruik van een verkeerde asgatring kan resulteren in
een gebrekkige montage van het zaagblad waardoor
dit kan bewegen en sterk trillen met mogelijk
controleverlies en ernstige verwondingen tot gevolg.
Voor Europese landen
LET OP:
De ring, met een buitendiameter van 30 mm, is door de
fabrikant aangebracht tussen de binnenflens en
buitenflens.
Breng de buitenflens en zeskantbout aan, en gebruik de
dopsleutel om de zeskantbout stevig linksom vast te
draaien terwijl u de asvergrendeling ingedrukt houdt. (zie
afb. 28)
Breng de beschermkap en de middenafdekking aan op
hun oorspronkelijke plaatsen. Draai daarna de
zeskantbout rechtsom om de middenafdekking vast te
zetten. Ontgrendel de handgreep uit de bovenste stand
door aan de vergrendelpen te trekken. Duw de handgreep
omlaag om te controleren of de beschermkap goed
beweegt. Controleer voordat u begint te zagen of de
asvergrendeling de as niet langer vergrendelt.
Stofzak (los verkrijgbaar) (zie afb. 29)
Door de stofzak te gebruiken, werkt u schoner en kan het
zaagsel makkelijker worden opgeruimd. Bevestig de
stofzak op de stofafzuigaansluitmond.
Wanneer de stofzak ongeveer halfvol is, haalt u de
stofzak van het gereedschap af en trekt u de sluiting eraf.
Gooi de inhoud in de stofzak weg en tik zacht tegen de
stofzak zodat ook het stof dat tegen de binnenkant kleeft,
en verdere afzuiging kan hinderen, eruit valt.
OPMERKING:
Als u een stofzuiger aansluit op uw gereedschap, kunt u
nog schoner werken.
Werkstuk vastklemmen
WAARSCHUWING:
Het is van het grootste belang het werkstuk altijd
goed vast te zetten met een geschikte bankschroef
of kroon-profiellijstaanslagen. Indien dit niet gebeurt,
kan dit resulteren in ernstige verwondingen en schade
aan het gereedschap en/of werkstuk.
Wanneer u klaar bent met zagen, mag u de
handgreep pas omhoog trekken nadat het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen. Een draaiend
zaagblad omhoog brengen kan resulteren in ernstige
verwondingen en schade aan het werkstuk.
Bij het zagen in een werkstuk dat langer is dan het
onderstel van de zaag, moet dit over de volle lengte
buiten het onderstel worden ondersteund op
dezelfde hoogte zodat het waterpas blijft. Door het
werkstuk goed te ondersteunen, voorkomt men dat het
zaagblad vastloopt en terugslag veroorzaakt met
mogelijk ernstige verwondingen tot gevolg. Vertrouw
niet uitsluitend op de verticale bankschroef en/of de
horizontale bankschroef om het werkstuk vast te
klemmen. Dun materiaal kan doorhangen. Ondersteun
het werkstuk over zijn gehele lengte om vastlopen van
het zaagblad en mogelijke TERUGSLAG te
voorkomen. (zie afb. 30)
Geleider (SCHUIFGELEIDERS bovenaan
en onderaan) afstellen (zie afb. 31)
WAARSCHUWING:
Alvorens het gereedschap te bedienen, controleert u of
de verschuifbare geleider stevig is vastgezet.
Controleer voor het verticaal-verstekzagen of geen
enkel onderdeel, vooral het zaagblad, van de
machine de geleiders bovenaan en onderaan raakt
wanneer de handgreep in elke positie volledig
omlaag en omhoog wordt gebracht en de slede
wordt verschoven. Als het gereedschap of het
zaagblad de geleider raakt, kan dit terugslag of
onverwachte beweging van het materiaal veroorzaken
met mogelijk ernstige verwondingen tot gevolg. (zie
afb. 32)
LET OP:
Voor verticaal-verstekzagen, schuift u de verschuifbare
geleider naar links en zet u deze vast zoals
aangegeven in de afbeelding. Als u dit niet doet, zal hij
het zaagblad of een onderdeel van het gereedschap
raken, wat kan leiden tot ernstig letsel voor de
gebruiker.
Dit gereedschap is uitgerust met een verschuifbare
geleider die normaal gesproken in de stand moet staan
die is aangegeven in de afbeelding.
Echter, bij het links verticaal-verstekzagen, schuift u de
verschuifbare geleider naar links, zoals aangegeven in de
afbeelding, als de zaagkop hem raakt.
Vergeet na het verticaal-verstekzagen niet de
verschuifbare geleider terug te zetten in zijn
oorspronkelijke stand en stevig vast te zetten met behulp
van de klemschroef.
Verticale bankschroef (zie afb. 33)
De verticale bankschroef kan aan de linkerkant of aan de
rechterkant van de geleider worden aangebracht. Steek
de stang van de bankschroef in het gat in de geleider en
draai de schroef op de achterkant van de geleider vast om
de stang van de bankschroef vast te zetten.
Plaats de arm van de bankschroef overeenkomstig de
dikte en vorm van het werkstuk, en zet de arm van de
bankschroef vast door de schroef vast te draaien. Als de
schroef waarmee de arm van de bankschroef wordt
vastgezet de geleider raakt, draait u de schroef in de
tegenoverliggende zijde van de arm. Controleer of geen
enkel deel van het gereedschap in aanraking komt met de
bankschroef wanneer de handgreep helemaal omlaag
wordt gebracht en de slede helemaal naar voren of naar
achteren wordt getrokken of geduwd. Als enig deel van
het gereedschap de bankschroef raakt, verandert u de
positie van de bankschroef.
66
Duw het werkstuk glad tegen de geleider en de draaitafel.
Positioneer het werkstuk op de gewenste zaagpositie en
zet het stevig vast door de knop van de bankschroef vast
te draaien.
WAARSCHUWING:
Het werkstuk moet bij ieder gebruik met behulp van
de bankschroef stevig worden vastgeklemd op de
draaitafel en tegen de geleider. Als het werkstuk niet
goed wordt vastgezet tegen de geleider, kan het tijdens
het zagen bewegen en zo het zaagblad beschadigen of
materiaal wegslingeren met mogelijk controleverlies en
ernstige verwondingen tot gevolg.
Horizontale bankschroef (los
verkrijgbaar) (zie afb. 34)
De horizontale bankschroef kan op twee plaatsen worden
aangebracht, aan de linkerkant of aan de rechterkant van
de draaitafel Als u horizontaal-verstekzaagt onder een
hoek van 10° of meer, plaatst u de horizontale
bankschroef aan de tegenovergestelde kant van de
richting waarin de draaitafel wordt gedraaid. (zie afb. 35)
Door de moer van de bankschroef naar links te kantelen,
wordt de bankschroef ontgrendeld en kan deze snel naar
voren en achteren worden getrokken. Om het werkstuk
vast te klemmen, duwt u de knop van de bankschroef
naar voren tot de drukplaat van de bankschroef tegen het
werkstuk komt, en kantelt u de moer van de bankschroef
naar rechts. Draai daarna de knop van de bankschroef
naar rechts om het werkstuk vast te klemmen.
De maximumbreedte van het werkstuk dat door de
horizontale bankschroef kan worden vastgeklemd is
215 mm.
WAARSCHUWING:
Draai de bankschroefmoer altijd rechtsom tot het
werkstuk goed vastzit. Als het werkstuk niet goed
wordt vastgezet, kan het tijdens het zagen bewegen en
zo het zaagblad beschadigen of materiaal
wegslingeren met mogelijk controleverlies en ernstige
verwondingen tot gevolg.
Bij het zagen van een dun werkstuk, zoals een plint,
tegen de geleider, gebruikt u altijd de horizontale
spanschroef.
Werkstuksteunen (zie afb. 36)
De werkstuksteunen kunnen zowel aan de linkerkant als
aan de rechterkant worden aangebracht om het werkstuk
op handige wijze horizontaal te houden. Steek de stangen
van de werkstuksteun helemaal in de gaten in de voeten
van het gereedschap Zet de werkstuksteunen vervolgens
stevig vast met de schroeven.
WAARSCHUWING:
Ondersteun altijd een lang werkstuk zodat het
gelijk zit met de bovenkant van de draaitafel om
precies te kunnen zagen en gevaarlijk
controleverlies te voorkomen. Door het werkstuk
goed te ondersteunen, voorkomt men dat het zaagblad
vastloopt en terugslag veroorzaakt met mogelijk
ernstige verwondingen tot gevolg.
GEBRUIK
KENNISGEVING:
Vergeet niet vóór gebruik de handgreep te
ontgrendelen uit de onderste stand door aan de
vergrendelpen te trekken.
Oefen geen grote druk uit op de handgreep tijdens het
zagen. Een te hoge kracht kan leiden tot overbelasting
van de motor en/of minder efficiënt zagen. Duw de
handgreep met net voldoende kracht omlaag als nodig
is om soepel te zagen zonder dat de snelheid van het
zaagblad aanmerkelijk lager wordt.
Duw de handgreep voorzichtig omlaag om de
zaagsnede te maken. Als u de handgreep met kracht
omlaag duwt of als laterale kracht wordt uitgeoefend,
zal het zaagblad trillen en een streep (brandplek) op
het werkstuk achterlaten, en zal de nauwkeurigheid
van de zaagsnede eronder lijden.
Duw bij het schuivend zagen de slede voorzichtig naar
de geleider zonder te stoppen. Als tijdens het zagen
het schuiven van de slede wordt onderbroken, zal op
het werkstuk een streep worden achtergelaten en zal
de nauwkeurigheid van de zaagsnede eronder lijden.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet
raakt, enz., voordat u het gereedschap inschakelt.
Het gereedschap inschakelen terwijl het zaagblad het
werkstuk raakt, kan terugslag veroorzaken met
mogelijk ernstige verwondingen tot gevolg.
1. Rechtzagen (zagen van kleine werkstukken) (zie
afb. 37)
Werkstukken tot 91 mm hoog en 70 mm breed kunnen
als volgt worden gezaagd.
Duw de slede helemaal naar de geleider en draai de
borgschroef rechtsom vast om de slede te
vergrendelen. Zet het werkstuk goed vast met een
geschikte bankschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad iets raakt en wacht tot het
zaagblad op volle snelheid draait voordat u het
omlaag brengt. Breng vervolgens de handgreep
voorzichtig helemaal omlaag om het werkstuk te
zagen. Nadat het zagen klaar is, schakelt u het
gereedschap uit en WACHT U TOTDAT HET
ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN voordat u het zaagblad omhoog brengt tot
in de hoogste stand.
WAARSCHUWING:
Draai de knop stevig rechtsom zodat de draaitafel
tijdens het zagen niet kan bewegen. Een
onvoldoende aangedraaide knop kan terugslag
veroorzaken met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
2. Schuivend (duwend) zagen (zagen van brede
werkstukken) (zie afb. 38)
Draai de borgmoer linksom los zodat de slede vrij kan
schuiven. Zet het werkstuk vast met een geschikte
bankschroef. Trek de slede helemaal naar u toe.
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaagblad
iets raakt en wacht tot het zaagblad op volle snelheid
draait. Breng de handgreep omlaag en DUW DE
SLEDE NAAR DE GELEIDER EN ZAAG DOOR HET
WERKSTUK. Nadat het zagen klaar is, schakelt u het
67
gereedschap uit en WACHT U TOTDAT HET
ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN voordat u het zaagblad omhoog brengt tot
in de hoogste stand.
WAARSCHUWING:
Om schuivend te zagen, trekt u eerst de slede naar
u toe en duwt u vervolgens de handgreep helemaal
omlaag waarna u de slede naar de geleider duwt.
Begin nooit te zagen wanneer de slede niet volledig
naar u toe is getrokken. Bij schuivend zagen zonder
dat de slede volledig naar u toe is getrokken, kan er
overwacht terugslag optreden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
Zaag nooit schuivend door de slede naar u toe te
trekken. Door de slede tijdens het zagen naar u toe te
trekken kan onverwacht terugslag optreden met
mogelijk ernstige verwondingen tot gevolg.
Zaag nooit schuivend met de handgreep vergrendeld in
de laagste stand.
Draai nooit de borgschroef los waarmee de slede is
vergrendeld terwijl het zaagblad draait. Een losse
slede tijdens het zagen kan onverwacht terugslag
veroorzaken met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
3. Horizontaal-verstekzagen
Raadpleeg de beschrijving onder “De horizontaal-
verstekhoek instellen”.
4. Verticaal-verstekzagen (zie afb. 39)
Draai de hendel los en kantel het zaagblad om de
verticaal-verstekhoek in te stellen. (Raadpleeg de
beschrijving onder “De verticaal-verstekhoek
instellen”.) Vergeet niet de hendel weer stevig vast te
draaien om de ingestelde verticaal-verstekhoek veilig
te kunnen gebruiken. Klem het werkstuk vast in een
bankschroef. Zorg ervoor dat de slede helemaal naar
u toe is getrokken. Schakel het gereedschap in zonder
dat het zaagblad iets raakt en wacht tot het zaagblad
op volle snelheid draait. Breng de handgreep
helemaal omlaag tot in de onderste stand terwijl u
druk uitoefent parallel aan het zaagblad en DUW DE
SLEDE HELEMAAL NAAR DE GELEIDER EN ZAAG
DOOR HET WERKSTUK. Nadat het zagen klaar is,
schakelt u het gereedschap uit en WACHT U
TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN voordat u het zaagblad
omhoog brengt tot in de hoogste stand.
WAARSCHUWING:
Controleer nadat u het zaagblad hebt ingesteld
voor verticaal-verstekzagen of slede en blad vrij
kunnen bewegen over het hele zaagbereik alvorens
aan de slag te gaan. Het onderbreken van de slede-
of bladbeweging tijdens het zagen kan terugslag
veroorzaken met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
Hou de handen uit de buurt van het blad tijdens het
verticaal-verstekzagen. De bladhoek kan verwarring
wekken omtrent de effectieve zaagbaan en contact met
het blad kan ernstige verwondingen veroorzaken.
Het zaagblad mag pas omhoog worden gebracht
wanneer het volledig stilstaat. Tijdens verticaal-
verstekzagen kan het afgezaagde werkstuk tegen het
blad rusten. Als het zaagblad nog draait wanneer het
omhoog wordt gebracht, kan het afgezaagde stuk
worden weggeslingerd met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
KENNISGEVING:
Bij het omlaag brengen van het zaagblad, oefent u druk
uit parallel aan het zaagblad. Als u haaks op de
draaitafel druk uitoefent of als de richting van de druk
verandert tijdens het zagen, zal de nauwkeurigheid van
de zaagsnede eronder lijden.
Voor het verticaal-verstekzagen moeten de bovenste
en onderste geleider eventueel worden afgesteld. Zie
“Geleider afstellen”.
5. Samengesteld verstekzagen
Samengesteld-verstekzagen is een bewerking waarbij
verticaal-verstekzagen wordt gecombineerd met
horizontaal-verstekzagen in een werkstuk.
Samengesteld verstekzagen kan worden uitgevoerd
met de hoeken aangegeven in de tabel.
Als u samengesteld-verstekzagen wilt uitvoeren,
raadpleegt u de beschrijvingen onder “Rechtzagen”,
“Schuivend zagen”, “Horizontaal-verstekzagen” en
“Verticaal-verstekzagen”.
6. Kroon-profiellijsten en kwarthol-profiellijsten
zagen
Kroon-profiellijsten en kwarthol-profiellijsten kunnen
worden gezaagd op een samengesteld-verstekzaag
waarbij de sierlijsten plat op de draaitafel liggen.
Er zijn twee veelvoorkomende typen kroon-
profiellijsten en één veelvoorkomend type kwarthol-
profiellijst: kroon-profiellijsten met een wandhoek van
52/38°, kroon-profiellijsten met een wandhoek van
45°, en kwarthol-profiellijsten met een wandhoek van
45°. Zie afbeeldingen. (zie afb. 40)
Er zijn verbindingen van kroon-profiellijsten en van
kwarthol-profiellijsten die passen in binnenhoeken van
90° (zie (1) en (2) in afb. A), en om buitenhoeken van
90° (zie (3) en (4) in afb. A). (zie afb. 41 en 42)
Opmeten
Meet de lengte van de wand en leg het werkstuk op de
draaitafel om de kant die tegen de wand komt af te
zagen op de gewenste lengte. Zorg er altijd voor dat
de lengte van het afgezaagde werkstuk gemeten op
de achterkant hetzelfde is als de lengte van de wand.
Zaag de uiteinden onder de benodigde hoek af.
Gebruik altijd meerdere proefwerkstukken om de
benodigde zaaghoek te controleren.
Bij het zagen van kroon-profiellijsten en kwarthol-
profiellijsten stelt u de verticaal-verstekhoek en de
horizontaal-verstekhoek in, zoals aangegeven in tabel
(A), en legt u de sierlijst op het bovenoppervlak van de
draaitafel, zoals aangegeven in tabel (B).
Horizontaal-verstekhoek Verticaal-verstekhoek
Links en rechts 0° t/m 45° Links 0° t/m 45°
68
Voor links verticaal-verstekzagen
Tabel (A)
Tabel (B)
Voorbeeld:
In het geval u een kroon-profiellijst zaagt van het type
52/38° voor gedeelte (1) in afbeelding A:
Kantel de zaag naar een verticaal-verstekhoek van
33,9° LINKS.
Draai de zaag naar een horizontaal-verstekhoek
van 31,6° RECHTS.
Leg de kroon-profiellijst met de achterkant (niet
zichtbare vlak) naar onderen gericht op de
draaitafel en met de KANT DIE TEGEN HET
PLAFOND KOMT tegen de geleider.
Het afgewerkte werkstuk dat u gaat gebruiken ligt
altijd LINKS van het zaagblad nadat het zagen
klaar is.
7. Een aluminiumprofiel zagen (zie afb. 43 en 44)
Als u een aluminiumprofiel wilt vastklemmen in de
bankschroef, maakt u gebruik van vulblokken of
stukken afvalhout, zoals aangegeven in de afbeelding,
om te voorkomen dat het aluminiumprofiel vervormt.
Gebruik snijolie als smeermiddel bij het zagen van
een aluminiumprofiel om te voorkomen dat
aluminiumslijpsel zich op het zaagblad ophoopt.
WAARSCHUWING:
Probeer nooit dikke aluminiumprofielen of ronde
aluminiumpijpen te zagen. Dikke of ronde
aluminumprofielen zijn moeilijk vast te zetten en
kunnen tijdens het zagen loskomen met mogelijk
controleverlies en ernstige verwondingen tot gevolg.
8. Houten bekleding
Het gebruik van houten bekleding draagt bij aan het
splintervrij zagen van werkstukken. Bevestig de
houten bekleding op de geleider met gebruikmaking
van de gaten in de geleider.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van de
aanbevolen houten bekleding. (zie afb. 45)
LET OP:
Gebruik voor de houten bekleding recht hout van
gelijkmatige dikte.
WAARSCHUWING:
Bevestig de houten bekleding aan de geleider met
behulp van schroeven. De schroeven moeten zo
worden aangebracht dat de koppen verzonken
zitten in de houten bekleding en de plaatsing van
het gezaagde materiaal niet hinderen. Bij een
verkeerde plaatsing van het gezaagde materiaal kan
dit onverwacht bewegen tijdens het zagen met mogelijk
controleverlies en ernstige verwondingen tot gevolg.
KENNISGEVING:
Als de houten bekleding op de geleider is bevestigd,
mag u de draaitafel niet meer draaien terwijl de
handgreep omlaag staat. Hierdoor zullen het zaagblad
en/of de houten bekleding worden beschadigd.
9. Groeven zagen (zie afb. 46)
U kunt als volgt een groef in een werkstuk zagen:
Stel de onderste stand van het zaagblad af met
behulp van de stelschroef en de aanslagarm om de
zaagdiepte van het zaagblad te begrenzen.
Raadpleeg de hiervoor beschreven tekst onder
“Aanslagarm”.
Nadat de onderste stand van het zaagblad is
afgesteld, zaagt u parallelle groeven in de breedte van
het werkstuk met behulp van schuivend (duwend)
zagen, zoals aangegeven in de afbeelding. Verwijder
daarna het materiaal tussen de groeven uit het
werkstuk met behulp van een beitel.
WAARSCHUWING:
Probeer dit type zaagsnede niet uit te voeren met
een breder zaagblad of een groefzaagblad. Het
zagen van groeven met een breder blad of
groefzaagblad kan onverwachte resultaten geven en
terugslag veroorzaken met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
Vergeet niet de aanslagarm terug te zetten in zijn
oorspronkelijke stand wanneer u klaar bent met
groeven zagen. Zagen met de aanslagarm in de
verkeerde stand kan onverwachte resultaten geven en
terugslag veroorzaken met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
LET OP:
Vergeet niet de aanslagarm terug te zetten in zijn
oorspronkelijke stand wanneer u klaar bent met
groeven zagen.
Het gereedschap dragen (zie afb. 47)
Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Zet het zaagblad vast op een verticaal-
verstekhoek van 0° en de draaitafel op de maximale
horizontaal-verstekhoek naar rechts. Vergrendel de
glijstangen met de onderste glijstang en de slede volledig
naar u toe getrokken en de bovenste glijstangen en de
slede volledig naar de geleider geduwd (zie
“Schuifvergrendeling afstellen”). Breng de handgreep
omlaag en vergrendel deze in de laagste stand door de
vergrendelpen in te duwen.
Wind het netsnoer op rond de snoerhaken.
WAARSCHUWING:
De vergrendelpen is uitsluitend bedoeld te worden
gebruikt tijdens het dragen en bewaren van het
Sierlijst-
gedeelte in
afb. A
Verticaal-verstekhoek Horizontaal-verstekhoek
Type
52/38°
Hoek 45°
Type
52/38°
Hoek 45°
Binnen-
hoek
(1)
Links 33,9° Links 30°
Rechts
31,6°
Rechts
35,3°
(2)
Links 31,6° Links 35,3°
Buiten-
hoek
(3)
(4)
Rechts
31,6°
Rechts
35,3°
Sierlijst-
gedeelte in
afb. A
Kant van de sierlijst die tegen
de geleider moet liggen
Afgewerkt werkstuk
Binnen-
hoek
(1)
Kant die tegen het plafond
komt moet tegen de geleider
liggen.
Het afgewerkte
werkstuk ligt aan
de linkerkant van
het zaagblad.
(2)
Kant die tegen de wand komt
moet tegen de geleider liggen.
Buiten-
hoek
(3)
Het afgewerkte
werkstuk ligt aan
de rechterkant van
het zaagblad.
(4)
Kant die tegen het plafond
komt moet tegen de geleider
liggen.
69
gereedschap, en niet tijdens het zagen. Het gebruik
van de vergrendelpen tijdens het zagen kan het
zaagblad onverwacht laten bewegen, wat terugslag
kan veroorzaken met mogelijk ernstige verwondingen
tot gevolg.
Draag het gereedschap door het aan beide zijkanten aan
de voeten vast te houden, zoals aangegeven in de
afbeelding. Als u de werkstuksteunen, stofzak, enz.,
verwijdert, kunt u het gereedschap gemakkelijker dragen.
LET OP:
Zet altijd alle beweegbare delen vast voordat u het
gereedschap draagt. Onderdelen die bewegen of
verschuiven tijdens het dragen van het gereedschap,
kunnen controleverlies of onbalans veroorzaken met
mogelijk verwondingen tot gevolg.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld
en de stekker niet uitgetrokken, kan het gereedschap
ongewild in werking treden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
Controleer altijd dat het zaagblad scherp en
schoon is voor een veilig gebruik en optimale
prestaties. Zagen met een bot en/of vuil zaagblad kan
terugslag en mogelijk ernstige verwondingen
veroorzaken.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De zaaghoek instellen
Dit gereedschap is in de fabriek zorgvuldig uitgelijnd en
ingesteld, maar door grove behandeling kan de uitlijning
zijn veranderd. Als het zaagblad niet goed is uitgelijnd,
voert u de volgende afstelling uit:
1. Horizontaal-verstekhoek (zie afb. 48)
Duw de slede helemaal naar de geleider en draai de
borgschroef vast om de slede te vergrendelen.
Draai het handvat los waarmee de draaitafel is
vastgezet. Draai de draaitafel zodat de aanwijspunt
precies 0° aangeeft op de horizontaal-
verstekschaalverdeling. Draai vervolgens de draaitafel
iets naar links en rechts om de draaitafel in de
inkeping voor de horizontaal-verstekhoek van 0° te
laten vallen. (Ook als de aanwijspunt nu niet precies
op 0° staat, laat u de draaitafel zo staan.) Draai met
behulp van de dopsleutel de zeskantbouten los
waarmee de geleider is bevestigd. (zie afb. 49)
Breng de handgreep omlaag en vergrendel deze in de
laagste stand door de vergrendelpen in te duwen. Zet
de zijkant van het zaagblad haaks op de voorzijde van
de geleider met behulp van een geodriehoek,
winkelhaak, enz. Draai vervolgens de zeskantbouten
van de geleider op volgorde vast vanaf de rechterkant.
(zie afb. 50)
Controleer of de aanwijspunt 0° aanwijst op de
horizontaal-verstekschaalverdeling. Als de
aanwijspunt niet 0° aanwijst, draait u de schroef los
waarmee de aanwijspunt is vastgezet en verschuift u
de aanwijspunt zodat deze nu wel 0° aanwijst.
2. Verticaal-verstekhoek
(1) 0° verticaal-verstekhoek (zie afb. 51)
Duw de slede helemaal naar de geleider en draai
de borgschroef vast om de slede te vergrendelen.
Breng de handgreep omlaag en vergrendel deze
in de laagste stand door de vergrendelpen in te
duwen. Zet de hendel aan de achterkant van het
gereedschap los. (zie afb. 52)
Draai de zeskantbout aan de rechterkant van de
arm twee of drie slagen linksom om het zaagblad
naar rechts te kantelen. (zie afb. 53)
Zet met behulp van een geodriehoek, winkelhaak,
enz., de zijkant van het zaagblad nauwkeurig
haaks op het bovenoppervlak van de draaitafel
door de zeskantbout aan de rechterkant van de
arm rechtsom te draaien. Zet de hendel goed vast.
(zie afb. 54)
Controleer of de aanwijspunt op de arm 0°
aanwijst op de verticaal-verstekschaalverdeling op
de armhouder. Als hij niet 0° aanwijst, draait u de
schroef los waarmee de aanwijspunt is vastgezet
en zet u deze weer vast zodanig dat de
aanwijspunt nu wel 0° aanwijst op de verticaal-
verstekschaalverdeling.
(2) 45° verticaal-verstekhoek (zie afb. 55)
Stel de verticaal-verstekhoek van 45° alleen af
nadat u eerst de verticaal-verstekhoek van 0° hebt
afgesteld. Om de verticaal-verstekhoek van 45°
naar links af te stellen, draait u de hendel los en
kantelt u het zaagblad helemaal naar links.
Controleer of de aanwijspunt op de arm 45°
aanwijst op de verticaal-verstekschaalverdeling op
de armhouder. Als de aanwijspunt niet precies op
45° aanwijst, draait u de stelbout voor de verticaal-
verstekhoek van 45° aan de rechterkant van de
armhouder totdat de aanwijspunt wel 45° aanwijst.
Om de verticaal-verstekhoek van 5° naar rechts in
te stellen, volgt u dezelfde procedure als
hierboven beschreven.
De koolborstels vervangen (zie afb. 56)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot 3 mm lengte zijn afgesleten.
Houd de koolborstels schoon en zorg ervoor dat ze vrij
kunnen bewegen in de houders. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik alleen
identieke koolborstels. (zie afb. 57)
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, plaats
de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast
Na gebruik
Veeg na gebruik spaanders en zaagsel van het
gereedschap af met een doek of iets dergelijks. Houd
het zaagblad schoon volgens de instructies hiervoor
beschreven onder “Beschermkap”. Smeer de
schuivende delen met machineolie om roesten te
voorkomen.
70
Trek voordat u het gereedschap opbergt de slede
helemaal naar u toe.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
WAARSCHUWING:
Deze Makita-accessoires of -hulpstukken worden
aanbevolen voor gebruik met het Makita-
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt
beschreven. Het gebruik van andere accessoires of
hulpstukken kan ernstige verwondingen tot gevolg
hebben.
Gebruik de Makita-accessoires of -hulpstukken
uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden. Onoordeelkundig gebruik van
accessoires of hulpstukken kan ernstige verwondingen
tot gevolg hebben.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Stalen en hardmetalen zaagbladen
Bankschroef compleet (horizontale bankschroef)
Verticale bankschroef
Dopsleutel met aan het andere uiteinde een
inbussleutel
Werkstuksteun
Stofzak
Kniestuk
Geodriehoek
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN61029:
Geluidsdruk (L
pA
): 97 dB (A)
Geluidsvermogen (L
WA
): 103 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trillingen
ENG900-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN61029:
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of minder
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENG015-2
Geluid en trillingen
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn
geluidsdrukniveau: 97 dB (A)
geluidsvermogenniveau: 103 dB (A)
Onnauwkeurigheid: 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
De karakteristieke gewogen effectieve
versnellingswaarde is niet hoger dan 2,5 m/s
2
.
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Deze waarden zijn verkregen volgens EN61029.
Alleen voor Europese landen
ENH003-12
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Schuifbare samengesteld-verstekzaag
Modelnr./Type: LS1017 en LS1017L
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN61029
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.,
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland
6. 11. 2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, JAPAN
Verstekzaagblad
en
Zaagblad voor soepel en nauwkeurig
zagen in diverse materialen.
Combinatie
Zaagblad voor algemeen gebruik voor
snel en soepel langszagen, afkorten
en verstekzagen.
Afkorten
Zaagblad voor soepeler zagen dwars
op de houtnerf. Zaagt schoon dwars
op de houtnerf.
Glad afkorten
Voor zaagsneden dwars op de
houtnerf die niet meer geschuurd
hoeven te worden.
Verstekzaagblad
en van non-
ferrometalen
Zaagblad voor verstekzagen in
aluminium, koper, messing, buizen en
andere non-ferrometalen.
1/120