Beta 1462/KI Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Beta 1462/KI Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
ONDERDELEN:
Ref.
Beta code Beschrijving
A VN919 Centrering
B VN910 Hydromechanische cilinder 12 ton.
C VN903 Steunplaat
D VN917 Verstelbare poot
E VN911 Schroef M18x1.5 L=220 mm
F VN909 Sleutel 10 mm
G VN916 Moer M18x1.5 CH30
H VN915 Verlenggroep poot
I VN901 Onderste steun
J VN914 Verlengstuk voor poot
K VN902 Sluitring
L VN900 Dwarsbalk
M VN918 Schroef M18x1.5 mm met dubbele koppeling - BOSCH
N VN904 Adapter CH24 - M14x1.5 - DELPHI
O VN905 Adapter CH24 - M16x1 - TOYOTA
P VN906 Adapter CH24 - M20x1 - DENSO
Q VN907 Adapter CH24 mm - M25x1- SIEMENS
R VN908 Adapter CH24 mm - M27x1- SIEMENS
S VN913 Holle adapter/moer M18x1.5
T VN912 Adapter met tap/moer M18x1.5
UNIVERSEEL INSTRUMENT OM INJECTORS TE VERWIJDEREN
Speciaal bedoel om stevig vastzittende injectors te demonteren.
De injector is vaak op zijn plaats geblokkeerd vanwege aangekoekte resten veroorzaakt door de verbranding en
kan niet worden verwijderd zonder geschikt gereedschap.
De injector wordt dankzij de universele trekker, die aan verschillende koppen en aan de speciale hydromechani-
sche cilinder kan worden aangepast, zowel mechanisch als hydraulisch verwijderd.
28
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
UNIVERSELE Set VOOR DE VERWIJDERING VAN INJECTORS
29
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
PROCEDURE:
• Voorbeeld Bosch injectors
• Schroef de elektromagnetische klep los (g. 1)
• Schroef de elektromagnetische klep met een speciale sleutel
los afhankelijk van het type injector.
Let op: tijdens het verwijderen van de elektromagne-
tische klep kunnen kleine onderdelen (veren + sluitringen)
vallen.
De lamellen en kleine onderdelen verwijderen
• Druk de lamellen van de klep met een schroevendraaier
omlaag om de veiligheidszegels met een magneet te kunnen
verwijderen.
Draai vervolgens de veelhoekige bout met een speciale
sleutel F los en verwijder de overige kleine delen (g. 2).
De verbinding van de toevoerleiding verwijderen
• Verwijder de verbinding van de hogedrukleiding die de
injector voedt (g. 3).
De adapterpen aandraaien
• Schroef de pin M17x1 van de adapter met schroefdraad
Bosch M helemaal op de schroefdraad in de injector (g. 4).
De ring aandraaien
• Draai de ringmoer M27x1 helemaal aan (g. 5).
Controle van de speling van de ringmoer op de pen
• Hou de ringmoer vast en draai de pen met schroefdraad
M17x1 tegen de klok in. Controleer hoe vaak de pen kan
draaien tot hij weer vastzit (g. 6).
Indien hij niet mocht draaien, zet u de pen en de
ringmoer samen vast en verwijdert u de injector. Tel
anders het aantal toeren (tegen de klok in) van de pen
en breng een vulplaatje aan voor iedere toer.
De vulplaatjes aanbrengen en de speling opheffen
• Op grond van de getelde toeren brengt u 1 of 2 vulplaatjes
op de uitstekende steel van de adapter aan en schroeft u de
ringmoer helemaal vast (g. 7).
1
2
3
4
5
6
30
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
• Draai de pen met schroefdraad 7 M17x1 (met sleutel) met de
klok mee tot hij vastzit en draai vervolgens de ringmoer aan.
Deze procedure is noodzakelijk om te garanderen dat de
ringmoer en de pen elkaar steunen en er geen speling is om
een gelijkmatige grip op beide schroefdraden van de injector te
garanderen tijdens het verwijderen ervan.
OPTIES OM DE STRUCTUUR OP DE KOP TE
BEVESTIGEN:
Optie 1:
Steun met 4 poten, met onderste groep + dwarsbalk.
Deze optie wordt gebruikt wanneer er geen centrale schroe-
ven op de kop zijn in lijn met de injectors.
De steun van de structuur op de kop vindt bijvoorbeeld plaats
op de schroeven, die de kappen van de DOHC’s vastzetten
(zie g. 18 - 19).
Optie 2:
Steun met 3 poten, met dwarsbalk.
Deze optie moet worden gebruikt wanneer de bevestigings-
schroeven van de kop in lijn zijn met de injectors.
Gebruik indien mogelijk deze optie aangezien de structuur
steviger is en sneller kan worden geplaatst.
MONTAGE BIJ OPTIE 1:
ONDERSTE STEUNGROEP
• Monteer de 2 steunpoten D (met verstelbare hoogte) aan de
onderste steungroep I (g. 8)
ONDERSTE STEUN MET 4 POTEN EN DWARSBALK
• Monteer de onderste steungroep I met de schuifgroepen A
op de dwarsbalk L (g. 9).
• Kies de steunpoten op grond van het type motor (de steun
wordt verricht door de bevestigingspoten op de schroeven te
plaatsen, die zich op de kop bevinden).
• Plaats de reeds gemonteerde dwarsbalk met de schuifgroe
pen ter hoogte van de schroeven op de kop (g. 10).
• Bij grote verschillen in hoogte kan de verlenggroep van de
steunpoot H of het verlengstuk voor de verstelbare poot J
worden gebruikt (g. 11).
7
8
9
10
11
31
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
• Hiernaast worden de mogelijke uitvoeringen toegelicht bij
het gebruik van de poten J en H, afhankelijk van het type
schroeven ( zeskantkop of cilindrische kop met binnenze
skant), die zich op de motorkop bevinden (g. 12).
• Leg de sluitring met lager K op dwarsbalk L .
• Draai schroef E aan en verstel hem in hoogte. Gebruik
hiervoor moer G met sleutel (g. 13).
Voor problemen met de hoogte kiest u het type
verlengstuk S of T op grond van het type adapter dat
wordt gebruikt.
• Hiernaast worden de mogelijke uitvoeringen toegelicht bij het
gebruik van de verlengstukken S of T (g. 14).
Uitvoeringen:
Voor de adapters N - O - P - Q - R
Voor de adapters M
Voor de adapters M met zich dieper bevindende
injectors.
Voor de adapters N - O - P - Q - R met zich
dieper bevindende injectors.
• Schroef schroef E (of het verlengstuk, indien gebruikt) op de
reeds op de injector bevestigde adapter en verzeker u ervan
dat het oppervlak van de dwarsbalk L loodrecht op de as van
de schroef staat.
Als u moer G aandraait, moet de sluitring met lager K perfect
op de dwarsbalk L liggen, anders moeten de steunpootjes op
de schroeven van de kop worden versteld.
• De jne afstelling van de hoogte wordt verricht door aan het
gedeelte met schroefdraad van de steunpoot D te draaien.
• Na de structuur te hebben afgesteld en de 6 schroeven te
hebben vastgezet, verwijdert u de injector door moer G aan
te draaien, terwijl u schroef E tegenhoudt (g. 15).
• Om de injector te verwijderen, kan de hydromechanische
cilinder B worden gebruikt in de plaats van de sluitring met
lager K .
• Verzeker u er ook in dit geval van dat de basis van de cilinder
perfect op de dwarsbalk ligt (g. 16).
Plaats de onderste steunen I altijd in de buurt van
de injector en nooit ver ervan vandaan, zodat de
structuur steviger is en de concentriciteit wordt
gehandhaafd tijdens het verwijderen
12
13
14
15
16
17
1
2
3
4
• Voorbeeld van bevestiging aan de kop (4 poten) met mecha
nische verwijdering (g. 18).
• Voorbeeld van bevestiging aan de kop (4 poten) met hydrau
lische verwijdering (g. 19).
MONTAGE BIJ OPTIE 2:
STEUN MET 3 POTEN MET DWARSBALK
• Verbind de 3 pootjes D met de schroeven en steunplaten C
met de dwarsbalk L (g. 20).
• Bij grote verschillen in hoogte kan de verlenggroep van de
steunpoot H (g. 21) of het verlengstuk voor de verstelbare
poot J worden gebruikt (g. 11).
De jne afstelling van de hoogte wordt verricht door aan het
gedeelte met schroefdraad van de steunpoot D te draaien.
• Plaats en lijn het verwijderingsapparaat op de kop uit. Leg de
sluitring met lager K op dwarsbalk L .
• Draai schroef E aan en verstel hem in hoogte. Gebruik
hiervoor moer G met sleutel.
• Voor problemen met de hoogte kiest u het type verlengstuk S
of T op grond van het type adapter dat wordt gebruikt.
• Na de structuur te hebben afgesteld en de 3 schroeven te
hebben vastgezet, verwijdert u de injector door moer G aan
te draaien, terwijl u schroef E tegenhoudt.
• Op dwarsbalk L kunnen beide extractieschroeven E worden
geplaatst, of gebruik de hydromechanische cilinder B in plaats
van de sluitring met lager K .
Voorbeeld van bevestiging aan de kop (3 poten) met mecha
nische verwijdering (g. 23).
32
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
18
19
20
21
22
23
1/48