McCulloch MacCat 441-16 36cc TL Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

18
IDENTIFICATIE (WAT IS WAT?)
Brandstoftank
Afdekking
startmotor
Tank kettingolie
Tandwiel
uiteinde
zaagblad
Ontete-
kingslamp
AAN/UIT--
schakelaar
Handgreep startmotor
Handgreep voorzijde
Veiligheidspal
Afstelling zaagblad /
ketting
Geluiddemper
Zaagketting
Schroef voor de
stationaire snelheid
Stootpunt
Kettinggeleider
Cilinderafdekking
Vergrendeling
koppeling
Afstelknop
Kettingvanger
Kettingrem
Handgreep
achterzijde
Bediening
koppeling
Chokehendel/
Vergrendeling
gashendel
Aandrijfschakels
Snijtanden
Dieptemeter
Kettingom-
draaiing
IDENTIFICATIE VAN S YMBOLEN
WAARSCHUWING!
Deze kettingzaag kan ge-
vaarlijk zijn! Onzorgvuldig of
oneigenlijk gebruik kan ern-
stige of zelfs dodelijke onge-
lukken tot gevolg hebben.
Alvorens de kettingzaag te
gebruiken, dient u de ge-
bruikershandleiding te le-
zen en te begrijpen.
U dient altijd twee handen te gebruiken wanneer u de ket-
tingzaag bedient.
WAARSCHUWING!
U dient te voorkomen dat het ui-
teinde van het zaagblad in aanraking met een voorwerp
komt; contact met het uiteinde kan ervoor zorgen dat het
zaagblad plotseling naar boven of achteren beweegt, het-
geen letsel kan veroorzaken.
Draag beschermende
kleding Oog-- bescherming.
De gegarandeerde
geluidssterkte
19
VEILIGHEIDSVOORSCHRIF TEN
WAARSCHUWING
:
Koppel de
bougiekabel altijd los en leg de kabel op een
plaats waar deze niet in contact kan komen
metdebougie omtoevallig starten tevoorko-
men bij het opzetten, transporteren, aanpas-
sen of repareren, tenzij u de carburator aan
het afstellen bent.
Omdat een kettingzaag een stuk gereed-
schap is dat met hoge snelheid hout zaagt,
dient u zich te houden aan speciale veilig-
heidsvoorschriften om de kans op ongeluk-
ken te verkleinen. Onzorgvuldig of oneigen-
lijk gebruik kan ernstige ongelukken tot
gevolg hebben.
VOORUIT PLANNEN
S Alvorens het apparaat te gebruiken, dient
u deze handleiding zorgvuldig te lezen tot-
dat u deze volledig begrijpt en alle veilig-
heidsvoorschriften, voorzorgsmaatrege-
len en bedieningsaanwijzingen op kunt
volgen.
S Beperk het gebruik van uw zaag tot vol-
wassen gebruikers die de veiligheidsvoor-
schriften, voorzorgsmaatregelen en be-
dieningsaanwijzingen in deze handleiding
begrijpen en kunnen opvolgen.
Veiligheidsoverbroek
Handschoe-
nen voor
zwaar ge-
bruik
Oog
--
bescherming
Veiligheidshelm
Gehoor
--
bescherming
Goed
passende
kleding
Veiligheids
--
schoenen
S Draagbeschermende kleding. Gebruik al-
tijd veiligheidsschoenen met stalen neu-
zen en niet-slippende zolen, goed-pas-
sende kleding, niet-slippende
handschoenen voor zwaar gebruik, oog-
bescherming zoals een geventileerde be-
schermbril dieniet beslaat of eengezichts-
scherm, een goedgekeurde
veiligheidshelm en geluidsafscherming
(oordoppen of geluiddempers) om uw ge-
hoor tebeschermen. Regelmatige gebrui-
kersdienen regelmatig hun gehoor telaten
onderzoeken aangezien het geluid van
kettingzagen het gehoor kan beschadi-
gen. Haar dient boven schouderhoogte te
worden vastgemaakt.
S U dient al uw lichaamsdelen uit de buurt
van de ketting te houden wanneer de mo-
tor loopt.
S Houd kinderen, omstanders en dieren op
een afstand van tenminste 10 meter weg
van het werkterrein. Sta niet toe dat ande-
remensen of dieren inde buurt van deket-
tingzaag komen wanneer u deze start of
gebruikt.
S Maak geen gebruik van een kettingzaag
wanneer u moe, ziek of geërgerd ben, of
wanneer u alcohol, drugs of medicijnen
heeft gebruikt. Umoet over een goede fy-
sieke conditie beschikken en mentaal op
uwhoedezijn Het werken met een ketting-
zaag is veeleisend. Indien u een aandoe-
ning heeft die kan verergeren door veelei-
send werk, dient u eerst contact op te
nemen met uw huisarts alvorens een ket-
tingzaag te gebruiken.
S Maak eerst een zorgvuldige planning voor
uw zaagwerkzaamheden. Begin niet met
zagen alvorens u een leeg werkterrein
heeft, stevig staat en, in het geval ubomen
omzaagt, een wijkplaats heeft.
UW ZAAG VEILIG GEBRUIKEN
S Bedien een kettingzaag niet met één hand.
De gebruiker, assistenten, toeschouwers
of een willekeurige combinatie van deze
personen kunnen ernstig letsel oplopen
door enkelhandige bediening. Een ketting-
zaag dient te worden bediend met twee
handen.
S Gebruik een kettingzaag alleen in een
goedgeventileerde buitenruimte.
S Gebruik de zaag niet op een ladder of in
een boom, tenzij u hier specifiek voor bent
opgeleid.
S Zorg ervoordat de ketting bij het starten van
demotor nietin contact komtmeteenobject.
Probeer de zaag nooit te starten terw ijl het
zaagblad zich in een snede bevindt.
S Oefen geen druk op de zaag uit w anneer u
bij het einde van een snede bent. Het uitoe-
fenen vandrukkan ervoorzorgen dat u con-
trole verliest wanneer de snede is voltooid.
S Stop de motor voordat u de zaag neerzet.
S Wees op uw hoede voor terugslag wan-
neer ueen grote tak zaagt die onder span-
ning staat, zodat u niet wordt geraakt door
de tak of zaag wanneer de spanning in de
houtvezels vrijkomt.
S Een kettingzaag die beschadigd, verkeerd
afgesteld of niet volledig en veilig
gemonteerd is moet niet worden gebruikt.
De kettinggeleider, ketting, hand--
bescherming of kettingrem moeten
onmiddellijk worden vervangen als deze
beschadigd raken, gebroken zijn of op
andere wijze verwijderd zijn.
S Draag de kettingzaag met gestopte motor
handmatig met de geluiddemper van u af
gekeerd en het zaagblad en de ketting
naar achteren, bij voorkeur bedekt door
eens huls.
UW ZAAG IN GOEDE STAAT HOU-
DEN
S Laat al het onderhoud aan uw kettingzaag
doendoor een erkendonderhoudstechnicus
met uitzondering van de zaken in de onder-
houdsparagraafvandeze handleiding.Wan-
neer bijvoorbeeld ongeschikt gereedschap
20
wordt gebruikt om het vliegwiel te verwijde-
ren of vast te houden bij het onderhouden
van de koppeling, kan er structurele schade
ontstaan aan het vliegwiel en kan ertoe lei-
den dat het vliegwiel breekt.
S Vergewis u ervan dat de ketting stopt met
bewegen wanneer ude gashendel loslaat.
Voorcorrectie raadpleegt u ”Carburator af-
stellen”.
S Pas uw zaag in geen enkel opzicht aan.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd of speciaal zijn aanbevolen
door de fabrikant.
S Houddehandgrepen droog, schoon envrij
van olie of brandstofmengsel.
S Houd de brandstof-- en oliedoppen,
schroeven en bevestigingsmiddelen ste-
vig vastgedraaid.
S Gebruik alleen accessoires en reserveon-
derdelen van McCulloc hR zoals aanbevo-
len.
BRANDSTOF VOORZICHTIG BE-
HANDELEN
S Udient niet te roken wanneer u met brand-
stof omgaat of wanneer ude zaag bedient.
S Verwijder alle bronnen van vonken of vuur
uit het gebied waar brandstof wordt ge-
mengd of wordt uitgeschonken. Er mag
niet worden gerookt of geen werk worden
gedaan dat open vuur of het ontstaan van
vonken met zich meebrengt. Laat de mo-
tor afkoelen voordat u brandstof bijvult.
S U dient brandstof te mengen en uit te
schenken in een buitenruimte op onbe-
dekte grond, brandstof op te slaan in een
koele, droge, goedgeventileerde ruimte en
een goedgekeurde, gemerkte container te
gebruiken voor alle brandstofdoeleinden.
Ruim al de gemorste brandstof op voordat
u de zaag start.
S Ga tenminste 3 meter weg van de plaats
waar u de brandstof heeft bijgevuld, voor-
dat u de motor start.
S Zet de motor uit enlaat dezaag afkoelen in
een niet-ontvlambaar gebied, niet op dro-
gebladeren, stro, papier,enz. Verwijderde
brandstofdop langzaam en vul de brand-
stof bij.
S Bewaar het apparaat op een plaats waar
brandstofdampen niet in aanraking kun-
nen komen met vonken of open vuur van
geisers, elektrische motoren of schake-
laars, ovens, enz.
TERUGSLAG
WAARSCHUWING
:
Vermijd
terugslag
, hetgeen ernstige verwonding
kan veroorzaken. Terugslag is de achteruit--
en omhoogslaande, of plotselinge
vooruitslaande beweging van de
kettinggeleider, die zich voordoet als de
zaagketting bij de bovenste tip van de
kettinggeleider een willekeurig voorwerp
raakt zoals een boomstronk of een tak, of
wanneer het hout op gaat sluiten en de
zaagketting in de zaagsnede beklemd doet
raken. Met een vreemd voorwerp in het hout
in contact komen kan ook controleverlies
van de kettingzaag tot gevolg hebben.
S
Rotatieterugslag
kan voorkomen als de
bewegendekettingbijdebovenstetip vande
kettinggeleider met een voorwerp in
aanraking komt. Dit soort contact kan er de
oorzaak van zijn dat de ketting zich in het
voorw erp graaft, hetgeen de ketting een
ogenblik doet stoppen. Het gevolg hiervanis
een bliksemsnelle, achteruitslaande reactie
die de kettinggeleider omhoog en in de
richting van de gebruiker doet slaan.
S
Terugslag vanwege
bekneld raken kan
voorkomen wanneer het hout zich “insluit”
en de bewegende zaagketting klem zet in
de zaagsnede langs de bovenkant van de
kettinggeleider, en de zaagketting
plotseling doet stoppen. Dit plotselinge
stoppen van deketting heeft een terugslag
van de gebruikte kettingkracht voor het
houtsnijden tot gevolg, en heeft tot gevolg
dat de zaag in tegenovergestelde richting
van de kettingrotatie gaat draaien. De
zaag wordt rechtstreeks in de richting van
de gebruiker gedreven.
S
Intrekken
kan voorkomen als de
bewegende ketting in aanraking komt met
een vreemd voorwerp in de zaagsnede
langs de onderkant vandekettinggeleider,
en de zaag plotseling wordt gestopt. Dit
plotselinge stoppen trekt de zaag naar
voren en weg van de gebruiker, en kan er
gemakkelijk de oorzaak van zijn dat de
gebruiker controle over de zaag verliest.
Vermijd knijp--terugslag:
S Pas heel erg op voor situaties of obstruc-
ties die ervoor kunnen zorgen dat mate-
riaal het uiteinde vastknijpt of op andere
wijze de ketting kan laten stoppen.
S Zaag niet meer dan één stam tegelijk.
S Draai de zaag niet wanneer het zaagblad
wordt teruggetrokken uit een valkerf bij
tegenwerking.
Vermijd intrekken:
S Begin altijd metzagen metdemotor opvol-
le snelheid en met de zaag rustend tegen
het hout.
S Gebruik wiggen die van plastic of hout zijn
gemaakt. Gebruik nooit metaal om een
snede open te houden.
Terugslagpad
Vermijd obstructies
Ontruim het
werkterrein
DE KANS OP TERUGSLAG
VERKLEINEN
S Wees ervan bewust dat terugslag op kan
treden. Met een basisbegrip vanterugslag
kunt u het verrassingselement verkleinen
dat bijdraagt tot ongelukken.
21
S Laat debewegende ketting nooit incontact
met objecten aan het uiteinde van het
zaagblad.
S Houd het werkterrein vrij van obstructies
zoals andere bomen, takken, rotsblokken,
hekken, boomstronken enz. Verwijder of
vermijd alle obstructies die u met uw zaag
zou kunnen raken terwijl u een bepaalde
stam of tak aan het zagen bent.
S Houd uw zaagketting scherp en op de juiste
spanning. Een losse of spanningsloze ket-
ting kan de kans op terugslag vergroten.
Volg de instructies van de fabrikant op voor
het slijpen en onderhouden van de ketting.
Controleer de spanning regelmatig met een
gestopte m otor, nooit met een lopende mo-
tor. Wees ervan verzekerd dat de bouten
vandeklemmenvan hetzaagbladstevigzijn
vastgedraaidna het spannen van deketting.
S Begin en ga door met het zagen op volle
snelheid. Indien de ketting op een lagere
snelheid beweegt, is de kans op terugslag
groter.
S Zaag één stam tegelijk.
S Wees extra voorzichtig wanneer u opnieuw
gaat zagen in een voorgaande snede.
S Begin niet met zagen met het uiteinde van
het zaagblad (stootzagen).
S Kijk uit voor schuivende stammen ofande-
re krachten die een snede kunnen afslui-
ten en de ketting kunnen vastknijpen ofop
de ketting kunnen vallen.
S Gebruik het zaagblad voor gereduceerde
terugslag en de lage--terugslagketting die
voor uw zaag zijn gespecificeerd.
CONTROLE HOUDEN
Wissel nooit de
posities van uw
handen
Ga aan de linkerkant
van de zaag staan
Duim aan onderzijde van
handgreep
Elleboog vergren-
deld
S Houd de zaag in een goede, stevige gr eep
met beide handen terwijl de motor loopt en
laat dezaag nietlos. Een stevige greephelpt
bij het reduceren van terugslag en het onder
controle houden van de zaag. Houd de vin-
gersvanuwlinkerhandrondomenuwlinker-
duimonder de handgreep.Houduwrechter-
hand volledig rondom de achterste
handgreep of u nu links-- of rechtshandig
bent. Houd uw linkerarm recht met uw elle-
boog vergrendeld.
S Plaats uw linkerhand op de voorste hand-
greep zodat deze op een rechtelijn ligt met
uw rechterhand op de achterste hand-
greep bij het maken van dwarssneden.
Draai nooit bij geen enkel soort zagen de
posities van derechter-- en linkerhand om.
S Gazo staandat uwgewicht gelijk verdeeld
is over beide voeten.
S Ga enigszins links van de zaag staan zo-
dat uw lichaam zich niet op één lijn met de
zaagketting bevindt.
S Probeer niet te ver te reiken. Ukunt uit uw
balans worden getrokken of geduwd en
uw controle over de zaag verliezen.
S Zaag niet boven schouderhoogte. Het is
moeilijk om boven schouderhoogte con-
trole over de zaag te houden.
VEILIGHEIDSFUNCTIES TEGEN
TERUGSLAG
WAARSCHUWING
:
De volgende
functies zijn op uwzaag aanwezig omu te hel-
pen het gevaar van terugslag te reduceren;
echter, dergelijk e functies zullen deze gevaa r-
lijke reactie niet geheel elimineren. Als gebrui-
kervan een kettingzaag dient u niet te rekenen
op veiligheidsinrichtingen. U dient alle veilig-
heidsvoorschriften, instructies en onderhouds-
voorschriften in deze handleiding op te volgen
om te helpen bij het voorkomen van terugslag
en andere krachtendie ernstig letsel tot gevolg
kunnen hebben.
S Zaagblad voor gereduceerde terugslag
(Reduced--Kickback Guide Bar), ontwor-
pen met een uiteinde met een kleine straal
die de afmetingen van de gevarenzone
verkleint op het uiteinde van het zaagblad.
Uiteinde met
grote straal
op zaagblad
Uiteinde met
kleine straal
op zaagblad
Gevaren-
zone
Gevaren-
zone
S Lage--terugslagketting (Low--Kickback
Chain), ontworpen met een geprofileerde
dieptemeter en verbinding met stootplaat
die de terugslagkracht afbuigt en het hout
geleidelijk de zaag invoert.
Lage--terugslagketting
Geprofileerde dieptemet
e
Uitgestrekte verbind-
ing met stootplaat
buigt terugslagkracht
af en voert het hout
geleidelijk de zaag in
S Handbeschermplaat,ontworpenomdekans
te verkleinen dat uw linkerhand in aanraking
komt met de ketting w anneer uw hand van
de voorste handgreep afschiet.
22
S Positie van de handgrepen aan voor-- en
achterkant, ontworpen met afstand tussen
de handgrepen en ”in lijn” met elkaar. De
spreiding en ”in line”--positie van de han-
den die door dit ontwerp wordt geboden
werken samen en geven balans en weer-
stand bij het sturen van het draaipunt van
de zaag terug aan de gebruiker bij het op-
treden van terugslag.
WAARSCHUWING
:
VERTROUW
NIET OP DE IN UW ZAAG INGEBOUWDE
APPARA TUUR. U MOET DE ZAAG OP DE
JUISTE WIJZE EN VOORZICHTIGGEBRUI-
KEN OM TERU GSLAG TE VO ORKOMEN .
Gereduceer de terugslag--kettinggeleiders en
laagterugslag--zaagkettingen reduceren de
kansop, ende krachtvanterugslag enworden
aanbevolen. U w zaag is uitgerust met een
laagterugslag--ketting en --beugel als onder-
deel van deoorspr onkelijkeuitrusting. Repar a-
ties op een kettingrem moeten door een er-
kendeservicedealerwordenuitgevoerd.Breng
uw appar aat naar de plaats van aankoop in-
dien bijeen servicedealeraangeschaft, of naar
de dichtstbijzijnde erkende hoofd--servicedeal-
er.
S Contact aan het uiteinde kan in sommige
gevallen een bliksemsnelle omgekeerde
REACTIE tot gevolg hebben, waarbij het
zaagblad omhoog en terug naar de ge-
bruiker wordt gestoten.
S Het vastklemmen van de zaagketting
langs de bovenkant van het zaagblad kan
ertoe leiden dat het zaagblad snel wordt
teruggeduwd naar de gebruiker.
S Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat
u de controle over de zaag verliest en re-
sulteren in ernstig letsel. Vertrouw niet vol-
ledig opdeveiligheidsinstellingen die inuw
zaag zijn ingebouwd.
KETTINGREM
S De kettingrem is bedoeld om de ketting te
stoppen als terugslag zich voordoet.
WAARSCHUWING
:
Uw ketting-
zaag is uitgerust met een kettingrem die is
ontworpen om de de ketting bij terugslag te
stoppen. De kettingrem verkleint het kans
op ongelukken, maar alleen u kunt ze voor-
komen. GA ER NIET VAN UIT DAT DE
KETTINGREM U ZAL BESCHERMEN IN
HET GEVAL VAN TERUGSLAG.
VEILIGHEIDSMEDEDELING
:
Blootstelling aan trillingen door langdur ig
gebruik van door benzine aangedreven
handgereedschap kan schade veroorzaken
aanbloedvatenof zenuwenin vingers, handen
en gewrichten van mensen die gevoelig zijn
vooraandoeningen aancirculatieofabnormale
zwellingen. Langdurig gebruik in koud weer is
in verband gebracht met schade aan
bloedvaten bij mensen zonder
gezondheidsproblemen. Indien er symptomen
optreden zoals gevoelloosheid, pijn,
krachtverlies, verander ing in kleur of
sam en s tellin g van de huid, of v e rlies v an het
gevoel in vingers, handen of gewrichten, dient
u op te houden met het gebruik van dit
gereedschap en een arts te raadplegen. Een
anti-vibratiesysteem garandeert niet dat deze
problemen niet zullen voor komen. Gebruikers
die krachtig gereedschap onophoudelijk en
regelmatig gebruiken dienen hun gezondheid
en de toestand van het stuk gereedschap
zorgvuldig in de gaten te houden.
MONTAGE
Tijdens de montage dienen beschermende
handschoenen (niet meegeleverd) te w orden
gedragen.
DE STOOTPUNT BEVESTIGEN
De stootpunt kan worden gebruikt als een
draaipunt bij het zagen.
1. Trek de handgreep van de afstelhendel
omhoogen draaihemlinksom omde ket-
tingrem los te maken.
2. Zet de pijltjes op één lijn door de span-
hendel omlaag op de installeerstand te
duwen (zie de illustratie). Haal de kettin-
grem van de kettingzaag af.
3. Bevestig de stootpunt met de twee
schroeven op de aangegeven manier.
HET ZAAGBLAD & KETTING AAN-
BRENGEN
(Indien nog niet aangebracht)
WAARSCHUWING
:
Indien u de
zaag gemonteerd heeft ontvangen, dient u
elke stap van de montage te controleren.
Wanneer u de ketting hanteert, dient u altijd
handschoenen te dragen. De ketting is
scherp en zelfs wanneer deze niet beweegt
kunt u zich eraan snijden!
1. Zet de AAN--/STOP--schakelaar op de
STOP--stand.
2. Zorg ervoor dat de kettingrem ontkop-
peld is (zie KETTINGREM in het hoofd-
stuk BEDIENING).
BELANGRIJK:
Voordat u naar de vol-
gende stap gaat moet worden verzekerd dat
demachinezichop eenvlakke ondergrondbe-
vindt en rechtop staat, zoals in onder staande
illustratiestaatafgebeeld. Dekettingzalnietop
de juiste manier strak kunnen w or den getrok-
ken als de machine niet rechtop staat.
3. Trek de handgreep van de afstelhendel
omhoogen draaihemlinksom omde ket-
tingrem los te maken.
23
Handgreep
van de
afstelknop
Spanhendel
LOSMAKEN
4. Zet de pijltjes op één lijn door de span-
hendel omlaag op de installeerstand te
duwen (zie de illustratie). Haal de kettin-
grem van de kettingzaag af.
SPANHENDEL OP DE
INSTALLEERST AND
5. Verwijder het plastic afstandsstuk voor
verzending (indien aanwezig).
6. Schuif de kettinggeleider achter de koppe-
lingstrommel, totdat hij tegen het ketting-
wiel van de trommel stopt.
Koppelingstrommel
Kettin-
grem
7. Haal de nieuw ketting voorzichtig uit de
verpakking. Maak de ketting klaar met
het te controleren van de juiste richting.
De ketting kan gemakkelijk in de ver-
keerde richting op de zaag worden ge-
zet, als de afbeelding niet wordt gevolgd.
Gebruik de kettingillustratie om de juiste
richting te bepalen.
JUISTE KETTINGRICH T IN G
Uiteinde
van het
zaagblad
Tanden
Diepte afmeting
Aandrijving
8. Zet de ketting boven en achter de kop-
peling, en pas aandrijfschakels in de
koppelingstrommel.
9. Pas de onderkant van de aandrijfscha-
kels op de tanden in het kettingwiel in de
neus van de kettinggeleider.
10. Pas deaandrijfschakels vandeketting in
de geleidegroef.
11. Tr ek de kettinggeleider naar voren, totdat
de ketting strak op de geleidegroef van de
kettinggeleider zit. Zorg ervoor dat alle
aandrijfschakels in de geleidegroef zitten.
DE KETTINGREM VERVANGEN:
1. Zet depijltjes opdekettingrem opéénlijn
doordespanhendel omlaag opde instal-
leerstand te duwen (zie de illustratie).
2. Installeer de kettingrem. Draai de hand-
greep van de afstelknop linksom, totdat
de knop op de bout schroeft.
3. Maak de spanhendel los. De ketting
wordt automatisch gespannen.
4. Wanneer de bovenkant van de ketting-
geleider omhoog wordt getild, moet de
handgreep van de afstelknop rechtsom
worden gedraaid om de geleider vast te
klemmen.
Vastdraaien totdat de ge-
leider stevig vastzit; met de hand
vastdraaien en geen gereedschappen
gebruiken om hem vast te draaien!
5. Zet de handgreep van de afstelknop ter-
ug op de oorspronkelijke stand.
24
VASTDRAAIEN
KETTINGSPANNING (Tevens van
toepassing op zagen waarop de
ketting reeds is aangebracht)
WAARSCHUWING
:
Bij het han-
teren van de ketting moeten beschermende
handschoenen worden gedragen. De ket-
ting is scherp en kan snijwonden veroorza-
ken, zelfs als hij niet draait.
Het is normaal dat een nieuwe ketting zich uit
gaat strekken tijdens de eerste 15 minuten na
inbedrijfstelling.U moet despanning op deket-
ting r egelmatig controleren en de spanning
zoals benodigd bijstellen. U moet de ketting-
spanning elke keer dat u de kettingzaag ge-
bruikt controleren, of als u hem bijvult of door-
zakken van de ketting waarneemt.
1. Zet de AAN--/STOP--schakelaar op de
STOP--stand.
2. Zorg ervoor dat de kettingrem ontkop-
peld is (zie KETTINGREM in het hoofd-
stuk BEDIENING).
BELANGRIJK:
Voordat u naar de vol-
gende stapgaat moetworden verzekerd dat
de machine zich op een vlakke ondergrond
bevindt en rechtop staat, zoals in onders-
taande illustratie staat afgebeeld. Deketting
zalniet opdejuiste manier strak kunnen wor-
den getrokken als de machine niet rechtop
staat.
3. Gebruik een afstelling zaagblad/ketting
om de ketting rond de kettinggeleider te
draaien om te verzekeren dat er geen
knikken inzitten. De ketting moet vrij
rond kunnen draaien.
Ket-
tingge-
leider
Afstelknop
RECHTOPSTAANDE KETTINGZAAG
Afstelling zaagblad/
ketting
4. Trek de handgreep van de afstelhendel
omhoog en draai hem 1 slag linksom om
de kettinggeleider los te maken. De ket-
ting wordt automatisch gespannen.
OPMERKING
:
Als de kettingrem loskomt
van de kettingzaag, raadpleegt u DE KET-
TINGREM VERVANGEN.
Handgreep
van de
afstelknop
Spanhendel
LOSMAKEN
5. Wanneer de bovenkant van de ketting-
geleider omhoog wordt getild, moet de
handgreep van de afstelknop rechtsom
worden gedraaid om de geleider vast te
klemmen.
Vastdraaien totdat de ge-
leider stevig vastzit; met de hand
vastdraaien en geen gereedschappen
gebruiken om hem vast te draaien!
6. Draai de ketting rond de kettinggeleider
meteenafstelling zaagblad/ketting omte
verzekeren dat alle schakels In de gelei-
degroef zitten.
7. Zet de handgreep van de afstelknop ter-
ug op de oorspronkelijke stand.
WAARSCHUWING
:
Als de zaag
met een te losse ketting wordt gebruikt kan
deketting van de kettinggeleider afspringen,
hetgeen ernstige verwonding tot gevolg kan
hebben.
25
BEDIENING
VOORDAT U DE MOTOR START
WAARSCHUWING
:
Alvorens u
begint, dient u de informatie met betrekking
tot brandstof in de veiligheidsvoorschriften
te lezen. Indien udeveiligheidsvoorschriften
niet begrijpt, dient u uwapparaat niet tevoor-
zien van brandstof. Neem contact op met
een erkende servicedealer.
HET ZAAGBLAD EN DE KETTING
SMEREN
WAARSCHUWING
:
Hetzaagblad
en de ketting dienen voortdurend te worden
gesmeerd.
Voor de smering wordt gezorgd door het auto-
matische smeersysteem wanneer de olietank
gevuld blijft. Zonder olie gaan het zaagblad en
de ketting zeer snel stuk. Teweinig olie leidt tot
oververhitting, hetgeen zichtbaar wordt door
het ontstaan van rook bij de ketting en/of een
verkleuring van het zaagblad.
Voor het smeren van het zaagblad en deket-
ting dient ualleen zaagblad-- en kettingolie te
gebruiken.
Oliedop
Dop
brandstofmengsel
MOTOR VAN BRANDSTOF VOOR-
ZIEN
Verw ijderdebrandstofdop langzaambij hetop-
vullen m et brandstof.Deze motor w er kt gega-
randeer d op ongelode benzine. V oor gebr uik
dient de benzine te worden gemengd met mo-
torolie van goede kwaliteit voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren. Door ons wordt de olie ge-
mengd op een verhouding 40:1 (2,5%). Een
verhoudingvan 40:1wordt verkr egendoor 5li-
terongelode benzinetemengenmet0,125liter
olie. GEBRUIK GEEN olie voor auto’s of bo-
ten. Deze soorten olie beschadigen de motor.
Bij hetmengen vanbrandstof moetende op de
oliecontainer gedrukte instructies worden op-
gevolgd. N adat olie aan de benzine is toege-
voegd, moet de container kortstondig worden
geschud om te verzeker en dat de brandstof-
grondig vermengd word t. Lees altijd de veilig-
heidsvoorschriften over brandstof en volg ze
op, voordat u uw apparaat van brandstofvoor-
ziet.
BELANGRIJK
Ervaring leert dat met alcohol gemengde
brandstoffen (gasohol genaamd of met behulp
vanethanolof methanol)kunnen tijdensdeop-
slag vocht aantrekken, hetgeen tijdens opslag
leidt totde scheidingvanhetbrandstofmengsel
en de vorming van zuren. Zuurhoudend gas
kan tijdens de opslag het brandstofsysteem
van een motor beschadigen. Ommotorproble-
men te vermijden, dient u het brandstofsys-
teem leeg te maken voordat u het apparaat
voor 30 dagen of meer opslaat. Laat debrand-
stoftank leeglopen, start de motor en laat deze
lopentotdatde brandstofleidingenen decarbu-
ratorleeg zijn. Gebr uikin hetvolgende seizoen
nieuwe brandstof. Gebr uik nooit reinigingspro-
ducten voor motor of carbur ator in de brand-
stoftank, anders kan er permanente schade
ontstaan.
KETTINGREM
Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt
deze uitgeschakeld door de voorste hand-
bescherming zover mogelijk naar devoorste
handgreep te trekken. Bij het zagen met de
kettingzaag, dient de kettingrem niet te zijn
geactiveerd.
WAARSCHUWING
:
De ketting
magnietbewegen wanneerde motorstationair
draait. Als de ketting beweegt bij het stationair
draaien, raadpleegt u CARBUR ATOR AF-
STELLEN in deze handleiding. Raak de ge-
luiddemper niet aan. Een hete geluiddemper
kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Om de m otor te stoppen
beweegt u de
schakelaar naar de stand STOP of UIT.
Om de motor te starten
houdt u de zaag
stevig tegen de grond, zoals in de onders-
taande afbeelding staat aangegeven. Zorg
ervoor dat de ketting zonder belemmering
kan ronddraaien.
Gebruik iedere keer dat u trekt slechts
15!-- 18 ! van het koord.
Houd de zaag stevig vast wanneer u
aan het startkoord trekt.
BELANGRIJKE PUNTEN OM TE
ONTHOUDEN
Wanneer u aan het startkoord trekt, dient u
niet de volledige lengte van het koord te ge-
bruiken omdat dit het koord kan doen bre-
ken. Laat het startkoord niet terugschieten.
Houd de handgreep vast en laat het koord
langzaam oprollen.
Om te starten bij koud weer, start u de ket-
tingzaag met de choke volledig open; geef
demotor degelegenheid optewarmen voor-
dat u de gashendel inknijpt.
Zaag geen materiaal terwijl hendel voor de
choke/snel stationair draaien’ in de stand
VOLLEDIG (FULL CHOKE) staat.
26
EEN KOUDE MOTOR STARTEN (of
starten na branstrof bijvullen)
OPMERKING
:
In de volgende stappen
wordt, wanneer de hendel voor de choke/
snel stationair draaien volledig is uitgetrok-
ken, de juiste instelling v an het gas bij het
starten automatisch ingesteld.
1. Zet deschakelaar in destand AAN(ON).
2. Trek de hendel voor de choke/snel sta-
tionair draaien volledig uit.
3. Druk langzaam 6 maal op de ontste-
kingsknop.
4. Trek 5 keer hard aan het startkoord met
uw rechterhand; druk daarna de choke-
hendel/snel stationair draaien in com-
pleet (naar de UIT-- (OFF CHOKE)
stand).
5. Trek snel met uw rechterhand aan het
startkoord totdat de motor start.
6. Laat de motor gedurende ongeveer vijf
seconden draaien. Knijp vervolgens in
de gashendel en laat deze weer los, zo-
dat het snel stationair draaien wordt uit-
geschakeld en de motor stationair kan
draaien.
CONTACTSCHAKELAAR
ON
STOP
(AAN)
(UIT)
OFF FULL
Chokehendel/
Snel stationair
draaien
(ZIJAANZICHT)
CHOKE/SNEL STATIONAIR DRAAIEN
EEN WARME MOTOR STARTEN
1. Zet deschakelaar in destand AAN(ON).
2. Trek de hendel voor de choke/snel sta-
tionair draaien volledig uit om het gas in
te stellen, en zet vervolgens de hendel
voor de choke/snel stationair draaien in
de stand UIT (OFF CHOKE).
3. Trek snel met uw rechterhand aan het
startkoord totdat de motor start.
4. Knijp in de gashendel en laat deze weer
los, zodat de vergrendeling van het gas
wordt uitgeschakeld endemotorstation-
air kan draaien.
EEN VERZOPEN MOTOR STARTEN
Er kan teveel brandstof in de motor terecht
komen wanneer deze na 10 maal trekken
nog niet is gestart. Het teveel aan brandstof
kan uit een verzopen motor worden verwij-
derddoorde startprocedure voor eenwarme
motor te volgen die hierboven staat aange-
geven. Controleer of de contactschakelaar
in de stand AAN of STARTstaat. Om de mo-
tor te starten kan het nodig zijn dat u vaak
aan het startkoord moet trekken, afhankelijk
vandemate waarin de motorverzopen is.In-
dien de motor niet start, raadpleegt u het dia-
gram voor het oplossen van problemen of
belt u het 1-800--nummer op het achterblad.
KETTINGREM
WAARSCHUWING
:
Als de r em-
band te veel versleten is kan hij breken wan-
neerde kettingremeropwor dtgezet. Dekettin-
grem stopt de ketting niet als de remband
gebroken is. De kettingrem moet worden ver-
vangendoor een erkendeservicedealeralselk
willekeur ig onderdeel versleten is tot op een
dikte van minder dan 0,5 mm. Kettingrepara-
ties moeten door een erkende servicedealer
wor den uitgevoerd. Breng uw apparaat naar
de plaats van aankoop indien bij een service-
dealer aangeschaft, of naar de dichtstbijzijnde
erkende hoofd--servicedealer.
S Deze kettingzaag is uitgerust met een ket-
tingrem. De rem is ontworpen om de ket-
ting bij terugslag te stoppen.
S De inertie--geactiveerde kettingrem wordt
geactiveerd wanneer devoorstehandbes-
cherming naar vorenwordt geduwd, zowel
handmatig (met de hand) als automatisch
(door een plotselinge beweging).
S Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt
deze uitgeschakeld door de voorste hand-
bescherming zover mogelijk naar de
voorste handgreep te trekken.
S Bij het zagen met de kettingzaag, dient de
kettingrem niet te zijn geactiveerd.
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Controle van functioneren kettin-
grem
WAARSCHUWING
:
De kettin--
grem moet dagelijks verschillende keren
worden gecontroleerd. Bij het uitvoeren van
deze procedure moet de motor draaien. Dit
is de enige keer dat de zaag op de grond
moet worden gezet terwijl de motor loopt.
Zet de zaag op stevige ondergrond. Pak de
achterste hendel met uw rechterhand beet, en
de voorste hendel met uwlinkerhand. Geef vol
gasdoor de regelkleptrekkervolledig in te trek-
ken. Activeer de kettingrem door uw linkerpols
tegen de handbescherming aan te draaien en
zonder de voorste hendel los te laten. De ket-
ting moet onmiddellijk stoppen.
27
Controle van activeren door
traagheid
WAARSCHUWING
:
Bij het uit-
voeren van de volgende procedure moet de
motor uitgeschakeld zijn.
Pak de achterste hendel met uw rechterhand
beet, en de voorste hendel met uw linkerhand.
Houd de kettingzaag ongeveer 35 cm boven
een boomstronk of ander voorwer p met een
houten oppervlak. Laat de voor ste hendel los
en gebruik het gewicht van de zaag om debo-
venkant van de kettinggeleider naar vor en te
laten vallenen inaanraking telatenkomenmet
de boomstronk. W anneer de tip van de stang
deboomstronk raakt, moetderemgeactiveerd
wor den.
SNIJMETHODEN
BELANGRIJKE PUNTEN
S Controleer de kettingspanning altijd bij elk
gebruik, en vul uw zaag op met brandstof.
Zie de DE KETTINGSPANNING CON-
TROLER EN op MONT AGE.
S Zaag alleen hout. Zaag geen metaal, ma-
terialen van plastic, metselwerk, niet-hou-
ten bouwmaterialen, enz.
S Stop de zaag wanneer de ketting een
vreemd voorwerp raakt. Controleer de
zaag en vervang indien nodig onderdelen.
S Houddeketting uit debuurt vanmodder en
zand. Zelfs een kleine hoeveelheid mod-
derzaleenketting snel spanningsloos ma-
ken en de kans op terugslag doen toene-
men.
S Oefen met zagen op een aantal kleine
boomstammen door middel van de vol-
gende technieken om u een ”gevoel” voor
het gebruik van uw zaag te geven, voordat
u met het grote zaagwerk begint.
S Knijp de gashendel in en geef de motor
gelegenheid op volle snelheid te ko-
men voordat u met zagen begint.
S Begin metzagen methet zaagframe te-
gen de boomstam.
S Houd de motor op volle snelheid gedu-
rende de volledige tijd dat u aan het za-
gen bent.
S Laat de ketting het zagen voor u te
doen. Oefen slechts lichte neerwaartse
druk uit.
S Laat degashendel los zodrahet zagen is
voltooid, zodat de motor stationair kan
draaien. Indien u de zaag op volle snel-
heid laat draaien zonder dat er iets te za-
gen is, kan er onnodige slijtageoptreden.
S Om te voorkomen dat u de controle
verliest zodra het zagen voltooid is, di-
ent u geen druk uit te oefenen op de
zaag bij het einde van het zagen.
S Stop de motor voordat u de zaag neerlegt.
TECHNIEKEN VOOR HET VELLEN
VAN BOMEN
WAARSCHUWING
:
Zaag niet in
debuurt van gebouwen of elektrische bedra-
ding indien u niet weet in welke richting de
boom zal vallen, niet ’s nachts omdat u dan
niet goed kunt zien, of niet tijdens slecht
weer zoals regen, sneeuw of sterke wind
omdat het vallen dan onvoorspelbaar is.
Maak eerst een zorgvuldige planning voor
uw zaagwerkzaamheden. U heeft een leeg
werkterrein rondom de boom nodig zodat u
stevig kunt staan. Controleer op gebroken of
dode takken die kunnen vallen en u ernstig
letsel kunnen bezorgen.
De volgende natuurlijke omstandigheden
kunnen ervoor zorgen dat de boom in een
bepaalde richting zal vallen:
S De windrichting en --snelheid.
S De overhelling van een boom. Deoverhel-
ling van een boom hoeft niet altijd duidelijk
te zijn vanwege ongelijk of hellend terrein.
Gebruik een schietlood of een waterpas
om de richting van het overhellen van de
boom te bepalen.
S Gewicht en takken aan één kant.
S Omringende bomen en obstakels.
Wees op uw hoede voor vertering en
verrotting. Indien de stam verrot is, kandeze
breken en in de richting van de bediener van
de zaag vallen.
Weeserzekervandatervoldoende ruimte is
voor het vallen van de boom. Houd een af-
stand aan van
2-1/2
boomlengten vanaf de
dichtstbijzijnde persoon of andere voorwer-
pen. Hetlawaai vande motorkan ervoorzor-
gen dat een waarschuwing niet gehoord
wordt.
Verwijder modder, stenen, los schors, spij-
kers, nietjes endraad uit deboom waarin ge-
zaagd gaat worden.
Valrichting
45_
Plan een duidelijke
uitwijkroute
Uitwijkroute
Uitwijkroute
GROTE BOMEN VELLEN
(diameter van 6 inches of meer)
Voor het vellen van grote bomen wordt dein-
kepingsmethode gebruikt. Een inkeping is
een snede aan die kant van de boom waar
zich de gewenste valrichting bevindt. Nadat
een snede isgemaakt voor het vellen aan de
andere kant van de boom, is de boom
geneigd in de inkeping te vallen.
DE INKEPING ZAGEN EN DE
BOOM VELLEN
S Maak deinkeping door eerst debovenkant
van deinkeping tezagen. Zaagdoor tot
1/3
van de diameter van de boom. Voltooi
vervolgens de inkeping door de onderkant
van de inkeping te zagen. Raadpleeg de
afbeelding. Wanneer de inkeping is
28
gezaagd, verwijdert u het hout uit inkeping
in de boom.
Inkeping
Eerste snede
Tweede snede
Laatste snede hier. 2 inch boven
het midden van de inkeping.
5cm
5cm
S Nadat u het hout uit de inkeping heeft
verwijderd, dient u de snede voor het
vellen aan de kant tegenover de inkeping
in de boom te maken. Dit doet u door een
snede temaken ongeveer twee inchhoger
dan het midden van de inkeping. Dit laat
voldoende ongezaagd hout over tussen
de snede voor het vellen en de inkeping,
zodat een scharnier gevormd kan worden.
Deze scharnier helpt bij het voorkomen
dat de boom in de verkeerde richting zal
vallen.
Openen
van snede voor
het vellen
Sluiten van
de inkeping
De scharnier houdt de boom op de
stronk en helpt bij het controleren
van de val
OPMERKING
:
Voordat de snede voor het
vellen voltooid is, dient uindien nodig wiggen
voor het openen van de snede te gebruiken
om de valrichting te sturen. Gebruik houten
of plastic wiggen, maar nooit stalen ofijzeren
wiggen om terugslag en schade aan de
ketting te voorkomen.
S Wees op uw hoede voor signalen dat de
boom op het punt staat te vallen: krakende
geluiden, het groter worden van de snede
voor het vellen of bew eging in de bovenste
takken.
S Zodra de boom begint te vallen, stopt u de
zaag, legt u deze neer en gaat u snel weg
naar uw geplande wijkplaats.
S Om per s oo n lijk letsel te voor k o m e n , dient u
eendeelsgevallenboomniet metuw zaagaf
te zagen. Wees extreem voorzichtig met
deels gevallen bomen die slecht
ondersteund worden. Wanneer een boom
niet volledig valt, dient u de zaag terzijde te
leggen en de boom naarbeneden te trekken
met een kabellier, takelblok of tra cto r.
EEN GEVALLEN BOOM ZAGEN
(OPZAGEN)
Opzagen is de term die wordt gebruikt voor
het instukken zagen van een gevallen boom
zodat de stam de gewenste lengte heeft.
WAARSCHUWING
:
Gaat niet op
de stam staan die gezaagd wordt. Elk deel
kan omrollen zodat u uw evenwicht en
controle kunt verliezen. Ga niet
bergafwaarts staan ten opzichte van de
stam die gezaagd wordt.
Belangrijke punten
S Zaag maar één stam tegelijkertijd.
S Wees voorzichtig met het zagen van
versplinterd hout, scherpe stukken hout
kunnen in de richting vliegen van degene
die de zaag bedient.
S Gebruik een zaagbok voor het zagen van
kleine stukken hout. Laat nooit iemand
anders een stuk hout vasthouden
wanneer dit gezaagd wordt en houd het
stuk hout nooit met uw been of voet vast.
S Zaag nooit op een plaats waar stammen,
takken en wortels verward zitten. Sleep
voor het zagen de stammen naar een
ontruimd gebied door eerst blootliggende
en vrijgemaakte stammen te verwijderen.
ZAAGMETHODEN GEBRUIKT
VOOR OPZAGEN
WAARSCHUWING
:
Als een zaag
klem komt te zitten in een stam of blijft
steken, moet u niet proberen deze met
kracht vrij te maken. Ukunt de controle over
de zaag verliezen hetgeen kan resulteren in
persoonlijk letsel en/of schade aan de zaag.
Stop de zaag, duw een wig van plastic of
hout in de snede totdat de zaag eenvoudig
kan worden verwijderd. Start de zaag
opnieuw enga voorzichtig terug inde snede.
Doegeen poging de zaag opnieuw testarten
wanneer deze klem zit in een stam of blijft
steken.
Schakel de zaag
UIT
en gebruik een
plastic of houten wig om de snede open
te duwen.
Bovenlangs zagen
begint aan de
bovenkant van de stam met de onderkant
van de zaag tegen de stam. Bij bovenlangs
zagen dient u lichte neerwaartse druk uit te
oefenen.
Bovenl a n gs zagen
Onde r lan gs zage n
29
Onderlangs zagen
gaat om het zagen aan
deonderkant van destam met debovenkant
van de zaag tegen de stam. Bij onderlangs
zagen dient u lichte opwaartse druk uit te
oefenen. Houddezaag stevig vast enverlies
geen controle. De zaag zal de neiging
vertonen naar u toe te duwen.
WAARSCHUWING
:
Draai bij
onderlangs zagen nooit de zaag
ondersteboven. In deze positie heeft ugeen
controle over de zaag.
Tweede snede
Eerste snede aan de drukkant
van de stam
Eerste snede aan de drukkant
van de stam
Tweede snede
OPZAGEN ZONDER
ONDERSTEUNING
S Overzagen tot
1/3
van de diameter van de
stam.
S Rol de stam om en voltooi het zagen door
voor de tweede maal te overzagen.
S Let voor al op stammen die onder spanning
staan zodatde zaagniet klemkomt te zitten.
Maak de eerste snede aan de drukkant om
de spanning in de stam op te heffen.
OPZAGEN MET EEN STAM OF
SCHRAAG
S Onthoud dat u altijd eerst aan de drukkant
van de stam dient te zagen.
S De eerste snede moet zich uitstrekken
over
1/3
van de diameter van de stam.
S Voltooi uw werk met de tweede snede.
2
e
snede
Met een stam
1
ste
snede
2
e
snede
1
ste
snede
1
ste
snede
2
e
snede
Met een schraag
2
e
snede
1
ste
snede
TAKKEN AFZAGEN EN SNOEIEN
WAARSCHUWING
:
Wees u
bewust van, en pas op voor terugslag. Laat
de ronddraaiende ketting bij het afsnijden of
snoeien van takken niet in aanraking komen
met andere takken of voorwerpen. Dergelijk
contact laten gebeuren kan ernstige
verwonding tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
:
Klim nooit in
een boom om takken af te zagen of te
snoeien. Ga niet op een ladder, verhoging,
stam of in een andere positie staan waarin u
uw evenwicht of uw controle over de zaag
zou kunnen verliezen.
BELANGRIJKE PUNTEN
S Wees op uw hoede met takken onder
spanning. Wees extreem voorzichtig bij
het zagen van takken met kleine
afmetingen. Dun materiaal kan vast
komen te zitten indezaagketting en naar u
toe worden geslingerd of u uit balans
trekken.
S Wees op uw hoede voor terugslag. Kijk uit
voor takken die gebogen zijn ofonder druk
staan. Vermijd dat udoor de tak of dezaag
wordt geraakt wanneer de spanning in de
houtvezels vrijkomt.
S Haal regelmatig takken uit de weg om te
voorkomen dat u daarover struikelt.
TAKKEN AFZAGEN
S Verwijder altijd de takken van een boom
nadat deze is omgezaagd. Alleen dan kan
het verwijderen van de takken veilig en op
de juiste manier gebeuren.
S Laat de grotere takken onder de gevelde
boom liggen als ondersteuning van de
boom terwijl u werkt.
S Start aan de onderkant van de boom en
werk vervolgens naar boven terwijl u de
dikke en dunne takken afzaagt. Alle kleine
takken dient u met één snede af te zagen.
S Houd zoveel mogelijk de boom tussen u
en de ketting.
S V er w ijder de grotere, ondersteunende
takken met de zaagtechnieken die in het
gedeelte over opzagen staan beschreven.
30
S Verwijder altijd met overzagen kleine en
vrij hangende takken. Onderlangs zagen
kan ervoor zorgen dat de takken vallen en
dat de zaag klem komt te zitten.
SNOEIEN
WAARSCHUWING
:
Beperk het
snoeien tot takken op schouderhoogte of
daaronder. Zaag geen takken af die hoger
zijn dan uw schouder. Vraag een vakman
voor dit werk.
S Zaag uw eerste snede door
1/3
langs
de onderkant van de tak.
S Zaag vervolgens een 2e snede
door
de gehele tak.
Zaag tot slot een derde
snede met overzagen waarmee u een
kraag van 1 tot 2 inch overlaat vanaf de
stam van de boom.
Eerste snede
Tweede snede
Derde
snede
Kraag
Snoeitechniek
ONDERHOUD EN AFSTELLEN
WAARSCHUWING
:
Koppel de
bougie los alvorens uonderhoud pleegt, be-
halve bij het afstellen van de carburator.
Wijraden uaanal het onderhoud enafstellen
dat niet in deze handleiding staat vermeld, te
laten verrichten door een erkende
servicedealer.
ONDERHOUD
Controleren:
Benzineniveau Alvorens elk gebruik........
Smering Alvorens elk gebruik..............
Kettingspanning Alvorens elk gebruik......
Ketting slijpen Alvorens elk gebruik.........
Losse onderdelen Alvorens elk gebruik.....
Losse dop Alvorens elk gebruik............
Losse bevestigingen Alvorens elk gebruik...
Beschadigde
onderdelen Alvorens elk gebruik............
Inspecteer en reinig:
Zaagblad Alvorens elk gebruik.............
Kettingzaag Na elk gebruik...........
Luchtfilter Na 5 gebruiksuren*.............
Kettingrem Na 5 gebruiksuren*............
Sgeluiddemper en het
vonkwerend scherm Na 25 gebruiksuren*...
Bougie vervangen
Jaarlijks....
Brand s toffil ter
vervangen
Jaarlijks............
*Gebruiksuren
LUCHTFILTER
WAARSCHUWING!
:
Reinig het
filter niet met benzine of ander ontvlambaar
oplosmiddel om brandgevaar en de uitstoot
van schadelijke dampen te voorkomen.
Op de volgende wijze reinigt u het
luchtfilter:
Een vuil luchtfilter verminder tde prestatiesvan
de motor en vergroot het br andstofgebruik en
de uitstoot van schadelijkedampen. Reinighet
altijd na 5 gebruiksuren.
1. Reinig het deksel en de ruimte daarom-
heen om te voorkomen dat vuil en zaag-
sel in de carburator vallen wanneer het
deksel is verwijderd.
2. Verwijder deonderdelen zoals staat aan-
gegeven.
3. Was het filter met water en zeep. Geef
het filter de gelegenheid om te drogen.
4. Onderdelen vervangen.
Schroeven van
de cilinderkap
Cilinderkap
Luchtfilter
ONDERHOUD VAN HET
ZAAGBLAD
Als uw zaag naar één kant zaagt, door de
kap moet worden geforceerd of met een ver-
keerde hoeveelheid geleidersmering heeft
gelopen, kan het noodzakelijk zijn onder-
houd aan de zaagblad te verrichten. Een
versleten geleider beschadigt de ketting en
bemoeilijkt het zagen.
Verzeker na elk gebruik dat de
AAN--/STOP--schakelaar op de STOP--
stand staat, en veeg daarna alle zaagsel van
de zaagblad en het tandwielgat af.
Onderhoud aan de zaagblad verrichten:
S Zet de AAN--/STOP--schakelaar op de
STOP--stand.
S Draai de moeren van de kettingrem los en
verw ijder zowel de moeren als de kettin-
grem. Haal de zaagblad en ketting van de
zaag af.
S Maak de oliegaten engeleidegroef na elke
5 draaiuren schoon.
De gaten oliën
Het zaagsel van de
kettinggeleider vegen
S Bramen op de zaagblad is een normaal
proces van railslijtage. Vijldeze bramenaf
met een platte vijl.
31
S Als de bovenkant van de rails ongelijk z ijn,
gebruiktu eenplatte vijl om deranden en zij-
kanten bij te vijlen tot ze weer vierkan t zijn.
Groef reparerenVersleten groef
De randen en
zijkanten van
de rail vierkant
vijlen
De zaagblad moet worden vervangen als de
groef versleten is, de zaagblad verbogen of
gescheurd is, of als de rails aan overmatige
hitte zijn blootgesteld of bramen hebben. Als
vervanging noodzakelijk is, moet uitsluitend
de in de reparatieonderdelenlijst voor uw
kettingzaag gespecificeerde zaagblad wor-
den gebruikt.
BOUGIE
Debougie moetelk jaarwordenvervangenom
te verzeke ren datde motor gemakk elijkerstart
en beter loopt. De ontstekingsafstelling staat
vast en kan niet worden afgesteld.
1. Draai de 3 schroeven op de cilinderkap
los.
2. Verwijder de cilinderkap.
3. Trek de bougiedop eraf.
4. Haal de bougie uit de cilinder en gooi
hem weg.
5. Vervangen met een Champion
RCJ--7Y--bougie en stevig vastdraaien
met een 19 mm dopsleutel. De vonkaf-
stand moet 0,5 mm bedragen.
6. Zet de bougiedop er weer op.
7. Monteer de cilinderkap met de 3 schroe-
ven. Stevig vastdraaien.
Cilinder-
kap
Bougie
Bougiedop
Schroeven van
de cilinderkap
KETTING SLIJPEN
Het slijpen van de ketting is een
ingewikkelde taak waar speciaal
gereedschap voor nodig is. Wij raden u
daarom aan dat u voor het slijpen van de
ketting naar een vakkundige kettingslijper
gaat.
CARBURATOR AFSTELLEN
WAARSCHUWING
:
Houd ander-
en op een afstand wanneer bijstellingen aan
de stationair lopen--snelheid worden ge-
maakt. Tijdens het grootste deel van deze
procedure zal de ketting in beweging zijn.
Draag uwbeschermende uitrusting enneem
alle veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in
acht. Nadat de bijstellingen zijn gemaakt
moet de ketting bij het stationair lopen niet
draaien.
De carburator is zorgvuldig op de fabriek
ingesteld. Bijstelling(en) van de stationaire
snelheid kunnen noodzakelijk zijn, als u een
of meer van de volgende condities
waarneemt:
S De motor loopt niet stationair wanneer de
regelklep wordt losgelaten. Zie ST ATION-
AIRESNELHEID AFSTELLEN -- T.
S De ketting beweegt tijden het stationair lo-
pen. Zie STATIONAIRESNELHEID AF-
STELLEN -- T.
Stationairesnelheid Afstellen -- T
Laat de motor stationair lopen. Als de ketting
beweegt is de stationaire snelheid te hoog.
Als de motor afslaat is de stationaire
snelheid te laag. Stel de snelheid bij totdat
de motor draait zonder beweging van de
ketting (stationair lopen was te hoog) of
afslaat (stationair lopen was te laag). De
schroef voorhet stationair lopen bevindt zich
in het gebied boven de aanslagbal en is
gemarkeerd met een T.
S Draai de schroef (T) voor de stationaire
snelheid rechtsom omdemotorsnelheid te
verhogen als de motor afslaat.
S Draai de schroef (T)voor de stationaire
snelheid linksom om de motorsnelheid te
verlagen als de ketting tijdens het station-
air lopen in beweging is.
OPSLAG
WAARSCHUWING
:
Stop de
motor,geef dezede gelegenheid af tekoelen
en maak de kettingzaag stevig vast voordat
u deze opslaat of in een voertuig vervoert.
Bewaar het apparaat op een plaats waar
brandstofdampen niet in aanraking kunnen
komen metvonken ofopenvuur vangeisers,
elektrische motoren of schakelaars, ovens,
enz. Sla de kettingzaag op met alle
stootplaten op hun plaats. Plaats de zaag zo
dat deze niet per ongeluk persoonlijk letsel
kan veroorzaken bij voorbijgangers. Sla de
zaag buiten het bereik van kinderen op.
S Voordat u de zaag opslaat, dient u alle
brandstof uit het apparaat te verwijderen.
Start de motor en laat deze lopen totdat
deze stopt.
S Reinig de zaagvoordat udeze opslaat. Let
vooral op de plaats van de luchtinlaat en
houd deze vrij van vuil. Gebruik een mild
schoonmaakmiddel en een spons om de
plastic oppervlakken te reinigen.
S Bewaar het apparaat niet op een plaats
waar brandstofdampen in aanraking
kunnen komen met vonken of open vuur
van geisers, elektrische motoren of
schakelaars, ovens, enz.
S Bewaar de zaag op een droge plaats,
buiten het bereik van kinderen.
32
WAARSCHUWING!
:
Het is
belangrijk dat u voorkomt dat er zich tijdens
de opslag gomafzettingen vormen in
belangrijke onderdelen van het
brandstofsysteem zoals de carburator , het
brandstoffilter, de brandstofslang of de
brandstoftank. Met alcohol gemengde
brandstoffen (gasohol genaamd of met
behulp van ethanol of methanol) kunnen
tijdens de opslag vocht aantrekken, hetgeen
leidt tot de scheiding van het
brandstofmengsel en de vorming vanzuren.
Zuurrijk gas kan de motor beschadigen.
PROBLEEM REDEN OPLOSSING
De motor start
niet.
1. AAN/UIT--schakelaar op de
UIT--stand.
2. Motor verzopen.
3. Brandstoftank leeg.
4. Bougie vonkt niet.
5. Brandstof bereikt de
carburator niet.
1. Zet de AAN/UIT--schakelaar op de
AAN--stand.
2. Zie de “Start Instructies” op Bediening.
3. Tank opvullen met juiste
brandstofmengsel.
4. Nieuwe bougie inzetten.
5. Controleer op vuile brandstof filter;
vervangen. Controleer op geknikte
of gespleten brandstof leiding;
reparer en of vervangen.
Motor loopt
stationair niet
goed.
1. Stationair lopen--snelheid
moet worden bijgesteld.
2. Carburetor moet worden
bijgesteld.
1. Zie de “Ca r b uretor afstellingen” op
Onderhoud.
2. Contact opnemen met erkende
servicedealer.
PROBLEMEN OPLOSSEN--TABEL
WAARSCHUWING:
Koppel de bougie los alvorens u onderhoud pleegt, behalve bi
j
het afstellen van de carbur ator.
Motor acceler-
eert niet, heeft
geen kracht, of
slaat ar onder
belasting.
1. Vuil luchtfilter.
2. Vuile bougie.
3. Kettingrem wordt
ingeschakeld.
4. Carburetor moet worden
bijgesteld.
1. Luchtfilter schoonmaken of
vervangen.
2. Bougie schoonmaken of vervangen;
afstand opnieuw instellen.
3. De kettingrem ontkoppelen.
4. Contact opnemen met erkende
servicedealer.
Motor rookt
erg.
1. Brandstofmengsel onjuist. 1. Brandstoftank leegmaken en
opnieuw vullen met juiste brandstof
mengsel.
Bij stationair
lopen komt de
ketting in be-
weging.
1. Stationair lopen--snelheid
moet worden bijgesteld.
2. Koppeling moet worden
gerepareerd.
1. Zie de “Ca r b uretor afstellingen” op
Onderhoud.
2. Contact opnemen met erkende
servicedealer.
33
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
met betrekking tot 2000/14/EC
EC Conformiteitsverklaring met betrekking tot 2000/14/EC
Ondergetekende,
Poulan/Weed Eater, een divisie van Electrolux Home Products,
Inc.,
Texarkana, TX, 75501, U.S.A.., Telefoon: +1 903 223 4100, verklaart hierbij als haar
exclusieve v erantwoordelijkheid dat het
model 441 kettingzaag van Partner
werd
beoordeeld volgens Addendum V van de RICHTLJIN, en vanaf serienummers
2002--184(N of D)00001 en verdergend voldoet aan de voorwaarden van de RICHTLIJN.
De nettocapaciteit is 1,8 kW. De gemeten geluidssterkte is 114 dB en de gegarandeerde
geluidssterkte is 118 dB.
Texarkana 03--07--02
Michael S Bounds, Directeur
Veiligheid & Normen
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
met betrekking tot 98/37/EC
Michael S Bounds, Directeur
Veiligheid & Normen
EG verklaring van conformiteit
(Richtlijn 98/37/EC, Annex II, A) (Alleen van toepassin
g
binnen Europa)
Wij,
Poulan/Weed Eater , een divisie van Electrolux Home Products, Inc.
, Texarkana
TX 75501, V.S., Tel: +1 903 223 4100, verklaren onder geheel eigen verantwoording dat h
e
model 441 kettingzaag van McCulloch
uit de serienummers 2002--184(N of D)00001 e
n
verder, de voorzieningen in de RICHTLIJNEN:
98/37/EC
(machinerie) en
89/336/EEC
(elektromagnetische compatibiliteit) volgt, met inbegrip van de amendementen en i
n
overeenstemming is met de volgende normen:
EN 292--2, EN 608 en CISPR 12
.
De geleverde kettingzaag komt overeen met het monster dat is goedgekeurd voor gebrui
k
in de EG.
Aangemelde instantie, 0404 het Swedish Machinery T esting Institute (Svens
k
Maskinprovning AB)
, Fyrisborgsgatan 3 S--754 50 Uppsala, Sweden, heeft de
goedkeuring uitgevoerd voor gebruik in de EG. De certificaten hebben de nummers:
404/02/901.
Texarkana 03--07--02
34
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Motor
Cilinderinhoud, cm
3
36
Slag, mm 32
Stationair toerental, tpm 3,000
Aanbevolen max. toerental,
onbelast, tpm 13,000
Vermogen, kW 1,8
Ontstekingssysteem
Fabrikant Walbro
Type ontstekingssysteem CD
Bougie Champion
Elektrode--afstand, mm 0,5
Brandstof en smeersysteem
Fabrikant Walbro
Type carburateur WT--625
Inhoud brandstoftank, liter 0,38
Inhoud oliepomp
bij 8500 tpm, ml/min 4 -- 8
Inhous oliereservoir, liter 0,29
Type oliepomp Automatisch
Gewicht
Zonder zwaard en ketting, kg 4,8
Zwaard Ketting
Lengte, Steek Max.
Inch Inch straal neus
16 0,375 7T Oregon 91VG
16 0,375 7T Oregon
91VJ
Geluidsniveau
Equivalente (zie opmerking 1)
geluidsdruk op oor van gebruiker,
gemeten volbens de
desbetreffende internationale
normen, dB(A) 101
Equivalente (zie opmerking 1)
geluidssterkte, gemeten
volgens de desbetreffende
iinternationale normen, dB(A) 111
Trillingsniveau
(Zie opmerking 2)
Voorste handgreep, m/s
2
4,5
Achterste handgreep, m/s
2
6,2
Ketting/zwaard
Standaard zwaardlengte,
in/cm 16/41
Aanbevolen zwaardlengte,
in/cm 16/41
Bruikbare zaaglengte, in/cm 15,5/40
Kettingsnelheid bij max.
vermogen, m/sec 18,5
Steek, inches 0,375
Dikte van aadnrijfsschakel,mm 1,3
Aantal tanden op
aandrijkettingweil 6
Opmerking 1:
Het equivalente geluidsniveau
is berkend volgens ISO 7182 en ISO 9207 als
het tijdgewogen energie totaal voor geluidsni-
veaus onder verschillende bedrijfsom standig-
heden, metde volgendetijdsverdeling: 1/3sta-
tionair, 1/3 volle belasting, 1/3 volle toeren.
Opmerking 2:
Het equivalente trillingsniveau
isberekend volgensISO7505als het tijdgewo-
gen energie totaal voor trillingsniveaus onder
verschillende bedrijfsomstandigheden, met de
volgendetijdsverdeling: 1/3stationair, 1/3vikke
belasting, 1/3 volle toeren.
441
441
0,375 85
"
30
"
0
"
16/41:56
0,050/1,3 5/32 / 4.0 0,025/0,65
91VG/
VJ
Type Inch Inch/mm Inch/mm Graad
"
Graad
"
Graad
"
Inch/cm : dl
Inch/mm
PRODUCTIEJAAR:
2003
ADRES FABRIKANT
EOPI Italy
ViaComo72
Valmadrera, Lecco
ITALY I--23868
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

McCulloch MacCat 441-16 36cc TL Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor