GEBRUIKERSHANDLEIDING 680ES
37
© 2024 ICS®, Oregon Tool Inc. Specicaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd. REV010124 F/N 577451
ONDERHOUD
NA ELK GEBRUIK
1. Trek na het zagen aan de trekker zodat de ketting minimaal 15 seconden
draait met de watertoevoer ingeschakeld, en slurrie en afval van de ketting,
de kettinggeleider en het aandrijftandwiel worden weggespoeld.
2. Stop de zaag en was de betonslurrie uit de zaageenheid; let daarbij vooral goed
op de starterbehuizing en het vliegwiel. Laat slurrie niet drogen op de zaag omdat
het later lastig is te verwijderen.
3. Zorg dat er geen water in de carburateur of het uitlaatsysteem komt.
Als er water in de uitlaatpoort komt, kan dit in de carburateur komen.
Controleer of de multifunctionele hendel in de stand 'STOP' is vergrendeld,
wijs de punt van de kettinggeleider omlaag en trek enkele malen aan
de starthendel om water uit de demper te verwijderen; zo weet u zeker
dat er geen water in het uitlaatsysteem aanwezig is.
4. Verwijder de ketting en kettinggeleider. Spoel de kettingspanner en zijafdekking
af met water. Smeer de spanner met waterbestendig vet.
5. Als u klaar bent met het schoonmaken van de zaag, spuit dan een lichte olie
over de volledige behuizing van de zaag, de ketting, de kettinggeleider en het
aandrijftandwiel. Gebruik lichte olie op de zaag om roestvorming te minimaliseren
en de opbouw van slurrie te beperken.
6. Controleer al het bevestigingsmateriaal en draai het waar nodig vast.
7. Controleer het aandrijftandwiel op slijtage. Vervang dit als de punten van de tanden
scherp zijn of als er inkepingen door de bovenkant van de tanden lopen.
8. Controleer het naaldlager van het afdichtmanchet van de koppeling op slijtage.
Controleer of het afdichtmanchet van de koppeling vrij en zonder te veel speling
draait.
9. Controleer het startkoord op slijtage of schade. Vervang waar nodig.
10. Controleer het luchtlter. Vervang het lter als het vuil of nat is.
11. Spuit lichte olie op de sleuven van de luchtinlaat op de startmotorbehuizing
en het vliegwiel (dit voorkomt dat de pallen van de startmotor blijven kleven).
NA ELKE 10 UUR VAN GEBRUIK
1. Verwijder de afdekking van de starter en reinig de ribben van het vliegwiel
en de pallen van de starter met een staalborstel; breng daarna waterbestendig
vet aan op de pallen van de starter.
2. Verwijder de gloeibougie en reinig deze met een staalborstel.
Controleer de elektrodenafstand. De juiste afstand is 0,5 mm. Vervang waar nodig.
NA ELKE 40 UUR VAN GEBRUIK
1. Vervang de gloeibougie. Stel de elektrode af op 0,5 mm.
2. Controleer het brandstolter in de brandstoftank. Reinig het of vervang
het lter als het verstopt is.
BELANGRIJK
Onderhoud