NEC MultiSync EA271F de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding
Desktopmonitor
MultiSync EA271F
Gebruikershandleiding
Zoek de modelnaam op het label aan de achterkant van de monitor.
MODEL: EA271F, EA271F-BK
De voorschriften voor deze monitor zijn van toepassing op een van de bovenstaande modelnamen.
Index
WAARSCHUWING .......................................................................................................................Nederlands-1
LET OP! ........................................................................................................................................Nederlands-1
Registratiegegevens .....................................................................................................................Nederlands-2
Aanbevolen gebruik ......................................................................................................................Nederlands-3
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud .................................................................................Nederlands-3
Ergonomie ............................................................................................................................Nederlands-4
Het lcd-scherm schoonmaken ..............................................................................................Nederlands-4
De behuizing schoonmaken .................................................................................................Nederlands-4
Namen en functies van onderdelen ..............................................................................................Nederlands-5
Snel aan de slag ...........................................................................................................................Nederlands-6
ControlSync ..................................................................................................................................Nederlands-11
Bedieningselementen ...................................................................................................................Nederlands-13
Specificaties .................................................................................................................................Nederlands-21
Kenmerken ...................................................................................................................................Nederlands-23
Problemen oplossen .....................................................................................................................Nederlands-24
De persoonsdetectiefunctie ..........................................................................................................Nederlands-26
De functie Auto Brightness (Automatische helderheid) gebruiken ...............................................Nederlands-27
Recycle- en energie-informatie van de fabrikant ..........................................................................Nederlands-28
Nederlands-1
Nederlands
WAARSCHUWING
STEL DEZE EENHEID NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM ZO DE KANS OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMIJDEN. GEBRUIK DE GEPOLARISEERDE STEKKER VAN DEZE EENHEID NIET MET EEN VERLENGSNOER OF CONTACTDOOS
OF ANDERE STOPCONTACTEN TENZIJ U DE POLEN VOLLEDIG IN HET CONTACTPUNT KUNT PLAATSEN.
OPEN DE BEHUIZING NIET. DEZE BEVAT ONDERDELEN DIE ONDER HOGE SPANNING STAAN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN
WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE ONDERHOUDSTECHNICI.
LET OP!
CONTROLEER OF HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL WEL DEGELIJK UIT HET STOPCONTACT IS GEHAALD, OM DE
KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. HAAL HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL UIT HET STOPCONTACT
VAN DE WISSELSTROOMBRON OM DE STROOMVOORZIENING VOLLEDIG TE ONDERBREKEN. VERWIJDER DE KLEP NIET
(NOCH DE ACHTERZIJDE). BEVAT GEEN INTERNE ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN VERVANGEN
OF ONDERHOUDEN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Dit symbool waarschuwt de gebruiker dat de eenheid een niet-geïsoleerde voltagebron bevat die sterk genoeg is om
elektrische schokken te veroorzaken. Het is bijgevolg gevaarlijk de onderdelen in deze eenheid aan te raken.
Dit symbool wijst de gebruiker op belangrijke informatie over de werking en het onderhoud van deze eenheid. Lees deze
informatie altijd zorgvuldig om eventuele problemen te vermijden.
LET OP: Gebruik de voedingskabel die bij de display is meegeleverd op basis van de specificaties in de onderstaande tabel.
Als geen voedingskabel is meegeleverd, neemt u contact op met NEC. In alle andere gevallen gebruikt u een voedingskabel die
overeenkomt met de spanning van de wisselstroombron waarop u het apparaat aansluit. Deze voedingskabel moet zijn goedgekeurd
en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in uw land van toepassing zijn.
Dit product is ontworpen om te worden gebruikt met een geaarde voedingskabel. Als de voedingskabel niet geaard is, kan een
elektrische schok veroorzaakt worden. Zorg ervoor dat de voedingskabel correct geaard is.
Type connector Noord-Amerika Europees continent V.K. China Japans
Vorm van
stekker
Regio
V.S./Canada
Europese Unie (met
uitzondering van het V. K.)
V.K. China Japan
Voltage
120* 230 230 220 100
* Wanneer u de monitor gebruikt met de wisselstroomvoeding van 125-240 V, moet u een voedingskabel gebruiken die geschikt is voor
het voltage van het stopcontact waarop u de monitor aansluit.
OPMERKING: Het onderhoud van dit product kan alleen worden uitgevoerd in het land waar het is gekocht.
Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation. NEC is een geregistreerd handelsmerk van NEC Corporation.
ErgoDesign is een geregistreerd handelsmerk van NEC Display Solutions in de Benelux, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië,
Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden.
EnErgy Star is een in de Verenigde Staten geregistreerd handelsmerk.
Alle overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
Als EnErgy Star
®
-partner heeft NEC Display Solutions of America, Inc. bepaald dat dit product beantwoordt
aan de EnErgy Star-richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik. Het EnErgy Star-logo geeft niet noodzakelijk
EPA-goedkeuring voor een product of service aan.
DisplayPort en DisplayPort Compliance Logo zijn handelsmerken van de Video Electronics Standards Association
in de Verenigde Staten en andere landen.
HDCP (High-bandwith Digital Content Protection): HDCP is een systeem ter voorkoming van het illegaal kopiëren van
videogegevens die zijn verzonden via een digitaal signaal. Als u geen materiaal kunt bekijken via het digitale signaal,
betekent dit niet per se dat het scherm niet goed functioneert. Bij het implementeren van HDCP kan het voorkomen dan bepaalde
inhoud wordt beschermd met HDCP en deze wordt daardoor mogelijk niet weergegeven vanwege de beslissing/bedoeling van de
HDCP-gemeenschap (Digital Content Protection, LLC).
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing Administrator, Inc
in de Verenigde Staten en andere landen.
• DitproductisvoornamelijkbedoeldvoorgebruikalsIT-apparatuurineenbedrijfs-ofhuishoudelijkeomgeving.
• Hetproductmoetwordenaangeslotenaaneencomputerenisnietbedoeldvoorhetweergevenvantv-ofradiosignalen.
Nederlands-2
Registratiegegevens
Kabelinformatie
LET OP: Gebruik de bijgeleverde, aangeduide kabels voor deze monitor om geen storing te veroorzaken in de radio- en
televisieontvangst.
Gebruik voor DVI en 15-pins mini D-SUB een signaalkabel met ferrietkern.
Gebruikt voor HDMI, DisplayPort, USB en AUDIO een afgeschermde signaalkabel. Het gebruik van andere kabels
en adapters kan radio- en tv-storing veroorzaken.
FCC-informatie
1. De voedingskabel die u gebruikt, moet zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in de VS van
toepassing zijn en aan de volgende voorwaarden voldoen.
Voedingskabel
Vorm van de stekker
Niet-afgeschermd, 3 draden
VS
2. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van
klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke storing bij installatie in een huiselijke omgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie
voortgebracht, gebruikt en uitgestraald. Als de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan
deze schadelijke radiostoring veroorzaken. Er is echter geen garantie dat de storing niet zal optreden in een specifieke
configuratie. Als deze apparatuur schadelijke radio- of tv-storing veroorzaakt (u kunt dit controleren door de apparatuur
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen), kunt u proberen het probleem te verhelpen door een of meer van de
volgende maatregelen uit te voeren:
• Verplaatsdeontvangstantenneofwijzigderichtingervan.
• Vergrootdeafstandtussenhetapparaatendeontvanger.
• Sluithetapparaataanopeenstopcontactdatzichopeenandercircuitdandeontvangerbevindt.
• Raadpleeguwleverancierofeenervarenradio-/tv-monteurvoorhulp.
Indien noodzakelijk moet de gebruiker contact opnemen met de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur voor extra
advies. Raadpleeg ook het volgende Engelstalige boekje van de Federal Communications Commission (FCC): “How to
Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems” (“Storingsproblemen bij radio en tv vaststellen en oplossen”). U
kunt dit boekje bestellen bij U.S. Government Printing Office, Washington, D.C., 20402, artikelnummer 004-000-00345-4.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke radiostoring veroorzaken en (2) het apparaat moet alle ontvangen radiostoringen
accepteren, inclusief radiostoring die de werking kan verstoren.
Verantwoordelijke in de Verenigde Staten: NEC Display Solutions of America, Inc.
Adres: 500 Park Boulevard, Suite 1100
Itasca, Illinois 60143
Tel.nr.: (630) 467-3000
Type product: Beeldschermmonitor
Apparaatklasse: Klasse B, randapparatuur
Model: MultiSync EA271F (EA271F, EA271F-BK)
Hierbij verklaren wij dat de hierboven vermelde apparatuur voldoet
aan de technische normen die zijn bepaald in de FCC-voorschriften.
Voor een lijst met onze TCO Certified-monitoren en hun TCO-certificering (alleen in het Engels) verwijzen wij u naar
onze website op
http://www.nec-display.com/global/about/legal_regulation/TCO_mn/index.html
LET OP: Bevestig dat het distributiesysteem in de installatie de stroomonderbreker van 120/240V, 20A (maximum) inzet.
Nederlands-3
Nederlands
Aanbevolen gebruik
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud
VOOR EEN OPTIMAAL RESULTAAT BIJ DE INSTALLATIE EN HET
GEBRUIK VAN DE LCD-KLEURENMONITOR IS HET BELANGRIJK
DAT U DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES VOLGT:
• OPENNOOITDEMONITOR.De monitor bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen of
onderhouden. Bovendien loopt u het risico op elektrische schokken of andere gevaren wanneer u de monitor opent of de behuizing
verwijdert. Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door bevoegde en hiervoor opgeleide onderhoudstechnici.
• Morsgeenvloeistoffenophetrastervandemonitorengebruikdemonitornietindebuurtvanwater.
• Steekgeenvoorwerpenindeventilatiegleuven.Dezekunneninaanrakingkomenmetonderdelendieonderhoogspanningstaan,
wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, een defect van het apparaat of ernstige verwondingen en zelfs de dood.
• Plaatsgeenzwarevoorwerpenopdevoedingskabel.Eenbeschadigdevoedingskabelkanelektrischeschokkenofbrandtotgevolg
hebben.
• Plaatsdittoestelnietopeenhellendeofonstabieleondergrond,houderoftafel.Demonitorzoudankunnenvallenenzoernstig
beschadigd raken.
• Devoedingskabeldieugebruikt,moetzijngoedgekeurdenmoetvoldoenaandeveiligheidsnormendieinuwlandvantoepassing
zijn. (In Europa moet bijvoorbeeld type H05VV-F 3G 0,75 mm
2
worden gebruikt).
• GebruikersinhetVerenigdKoninkrijkdieneneendoorhetBSgoedgekeurdevoedingskabelmetgietstekkereningebouwdezwarte
zekering (5A) voor de monitor te gebruiken.
• Plaatsgeenobjectenopdemonitorengebruikdemonitornietbuitenshuis.
• Devoedingskabelmagnietgebogen,gekniktofopeenanderemanierbeschadigdzijn.
• Gebruikdemonitornietbijhogetemperaturenofinvochtige,stofgeofvettigeomgevingen.
• Dekdeventilatieopeningenvandemonitornietaf.
• Trillingenkunnendeachtergrondverlichtingbeschadigen.Installeerdemonitornietopplekkenwaarconstantetrillingenvoorkomen.
• Raakdevloeibarekristallennietaaningevaldemonitorofhetglasbreektengavoorzichtigtewerk.
• OmschadeaandeLCD-monitortevermijden,dieveroorzaaktwordtdooromvallenvanwegeaardbevingenofandereschokken,
moet u de monitor in een stabiele omgeving plaatsen en maatregelen nemen om omvallen te voorkomen.
• Schakelonmiddellijkdestroomuitenhaaldestekkervanuwmonitoruithetstopcontactenganaareenveiligelocatie.Neem
vervolgens contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Als de monitor in deze staat wordt gebruikt, kan de monitor vallen,
vlam vatten of een elektrische schok afgeven:
• Alshetvoetstukvandemonitorgebarstenisoflosschilfert.
• Indienbeschadigingenzoalsbarstenoptredenofhetapparaatongewoonwankelt.
• Alsdemonitoreenongebruikelijkegeurafgeeft.
Als de voedingskabel of stekker beschadigd is.
• Alsvloeistofopdemonitorisgemorstofvoorwerpenindemonitorzijngevallen.
• Alsdemonitorisblootgesteldaanregenofinsijpelendwater.
• Alsdemonitorisgevallenofdebehuizingbeschadigdis.
• Alsdemonitornietcorrectfunctioneerthoeweludenormalegebruiksinstructiesinachthebtgenomen.
• Zorg voor een goede ventilatie rond de monitor, zodat de warmte goed kan worden afgevoerd. Controleer altijd of de
ventilatieopeningen vrij zijn en plaats de monitor niet in de buurt van een radiator of andere warmtebronnen.
Plaats nooit voorwerpen op de monitor.
• Ukunthetbestehetschermvandestroombronloskoppelendoordestekkervandevoedingskabeluithetstopcontacttenemen.
Plaats de monitor dicht bij een stopcontact dat makkelijk bereikbaar is.
• Gavoorzichtigtewerkalsuhetschermmoetverplaatsenofvervoeren.Bewaardeverpakkingvooreeneventueel transport.
• Gavoorzichtigtewerktijdensinstallatieenbijstellingompersoonlijkletselenbeschadigingvandemonitortevoorkomen.
• Sluiteenhoofdtelefoonnietopdemonitoraanterwijludezeophebt.Afhankelijkvanhetvolumeniveaukanditgehoorschadeen
gehoorverlies veroorzaken.
• Draaialleschroevengoedvast.Dooreenlosseschroefzoudemonitorvandezwenkarmofvoetkunnenvallen.
•
Raak het lcd-scherm niet aan tijdens het vervoeren, installeren en instellen. Druk op het lcd-scherm kan ernstige schade veroorzaken.
Ingebrand beeld: Van inbranding of ingebrand beeld is sprake wanneer een 'schaduw' van een vorig beeld op het scherm zichtbaar
blijft. In tegenstelling tot CRT-monitoren is een inbranding op een LCD-monitor niet van blijvende aard, maar de weergave van een
stilstaand beeld gedurende langere tijd moet worden vermeden.
U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo lang uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is
weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende 1 uur is weergegeven en de “geest” van dat beeld blijft achter, schakelt u de
monitor 1 uur uit om het ingebrande beeld ongedaan te maken.
OPMERKING: Zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig gebruik te
maken van een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te schakelen wanneer u deze niet gebruikt.
LET OP!
WAARSCHUWING
Nederlands-4
U KUNT VERMOEIDHEID VAN UW OGEN, SCHOUDERS EN NEK TOT EEN MINIMUM
BEPERKEN DOOR DE MONITOR CORRECT TE PLAATSEN EN GOED AF TE STELLEN.
CONTROLEER DE VOLGENDE PUNTEN WANNEER U DE MONITOR INSTALLEERT:
• Vooreenoptimaalresultaatlaatudemonitoreerst20minutenopwarmen.
• Steldehoogtevandemonitorzodanigindatdebovenzijdevanhetschermzichopof
net onder ooghoogte bevindt. Uw ogen zouden licht omlaag moeten zijn gericht wanneer
u naar het midden van het scherm kijkt.
• Plaatsdemonitornietdichterdan40cmennietverderdan70cmvanuwogen
verwijderd. De optimale afstand voor de monitor is 50 cm.
• Ontspanuwogenafentoedoorelkuurgedurende5tot10minutennaareenvoorwerp
te kijken dat minstens 6 meter van u is verwijderd.
• Plaatsdemonitorineenhoekvan90gradentenopzichtevanramenenandere
lichtbronnen, om eventuele reflecties op het scherm te voorkomen. Stel de hellingshoek
van de monitor zodanig in, dat de plafondverlichting niet op het scherm wordt
gereflecteerd.
• Alsudoorhetgereecteerdelichtdegegevensophetschermmoeilijkkuntlezen,brengdaneenantireectielterophet
scherm aan.
• MaakhetoppervlakvandeLCD-monitorschoonmeteenpluisvrije,niet-schurendedoek.Vermijdhetgebruikvan
reinigingsvloeistoffen of glasreinigers.
• Gebruikdeinstellingenvoorhelderheidencontrastomdeleesbaarheidtevergroten.
• Gebruikeendocumenthouderenplaatsdezedichtbijdemonitor.
• Plaatshetvoorwerpwaaruhetmeestenaarkijkt(hetschermofhetreferentiemateriaal)directvooru,zodatuuwhoofdzo
weinig mogelijk hoeft te draaien.
• Geefnooitlangetijdvastepatronenopdemonitorweer.Zovermijdtudathetbeeldinbrandt.
• Knippervaakmetdeogen.Oefeningendoenmetdeogenkanvermoeidheidvandeogenverminderen.Neemcontactop
met uw oogarts. Laat uw ogen regelmatig door een arts onderzoeken.
Ergonomie
De volgende aanbevelingen bieden maximale ergonomische resultaten:
• Wijzigdehelderheidineengemiddeldeinstellingomtevoorkomendatuwogenvermoeidraken.Plaatseenwitvelpapier
naast het LCD-scherm ter referentie.
• Stelhetcontrastnietopdemaximalewaardein.
• Gebruikdefabrieksinstellingenvoordegrootteenpositievanhetbeeld,enstandaardsignalen.
• Gebruikdevoorafingesteldewaardenvoordekleureninstellingen.
• Gebruiknon-interlacedsignalen.
• Kiesbijeendonkereachtergrondnietdeprimairekleurblauwomtevermijdendatumoeilijkleestenuwogensneller
vermoeid raken.
• Geschiktvoorentertainmentdoeleindenbijgecontroleerdomgevingslichtomstorendereectiesophetschermte
voorkomen.
Het lcd-scherm schoonmaken
• Wanneerhetschermstofgis,wistudezevoorzichtigmeteenzachtedoekschoon.
• Gebruiknooithardeofruwevoorwerpenomhetlcd-schermschoontevegen.
• Drukniettehardophetoppervlakvanhetlcd-scherm.
• Gebruikgeenreinigingsmiddelenmetorganischezuren,wanthierdoorkanhetoppervlakvanhetLCD-schermworden
aangetast of verkleuren.
De behuizing schoonmaken
• Schakeldestroomuitenmaakdevoedingskabellos
• Veegdebehuizingvoorzichtigschoonmeteenzachtedoek
• Omdebehuizingtereinigen,maaktueendoekmeteenneutraalreinigingsmiddelenwatwatereenbeetjevochtig,veegtu
de behuizing schoon en veegt u met een droge doek alles vervolgens droog.
OPMERKING: Maak de behuizing daarom NIET schoon met een product dat benzeen, verdunningsmiddel, alkalisch
reinigingsmiddel, een reinigingsproduct op basis van alcohol, glasreinigingsmiddel, boenmiddel, glansmiddel,
zeeppoeder of insecticide bevat. Zorg ervoor dat de behuizing niet gedurende lange tijd in contact komt met
rubber of vinyl. Deze vloeistoffen en stoffen kunnen ertoe leiden dat de verflaag wordt aangetast, gaat barsten
of afschilfert.
Voor meer informatie over het inrichten van een gezonde werkomgeving, schrijft u naar American National Standard for Human
FactorsEngineeringofComputerWorkstations-ANSI/HFES100-2007-TheHumanFactorsSociety,Inc.P.O.Box1369,Santa
Monica,California90406,VS.
Nederlands-5
Nederlands
Namen en functies van onderdelen
Bedieningspaneel
LED
Aan/uit-knop
Bedieningsknoppen
Zie het gedeelte Bedieningselementen. Zie pagina 13.
A AC IN-connector
Deze connector zorgt voor de verbinding met de
meegeleverde voedingskabel.
B DisplayPort IN
DisplayPort-ingangssignaal.
C DVI IN
DVI-ingangssignaal.
D HDMI IN
Digitaal HDMI-ingangssignaal.
E VGA IN (15-pins mini D-SUB)
Analoog RGB-ingangssignaal.
F ControlSync IN/OUT
Aansluiting met de meegeleverde ControlSync-kabel.
Zie pagina 11.
G Audio IN
Ingang voor het geluidssignaal van externe apparatuur zoals
een computer of dvd-speler.
H USB-upstreampoort (type B)
Aansluiting voor externe apparatuur, zoals een computer.
Gebruik deze poort voor het bedienen van de monitor vanaf
aangesloten externe apparatuur.
I USB-downstreampoort (type A)
Aansluiting voor USB-apparaten. Aansluiting voor externe
apparatuur, zoals een computer met USB.
J Hoofdtelefoonaansluiting
Aansluiting voor een hoofdtelefoon.
K Classificatielabel
L Beveiligingsaansluiting
Beveiligings- en antidiefstalslot, vergelijkbaar met
Kensington-beveiligingskabels/-apparatuur.
Zie de website van Kensington voor meer informatie over
producten: http://www.kensington.com/
Terminalpaneel
Nederlands-6
Snel aan de slag
Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie over de inhoud van de verpakking.
De LCD-voet aan het voetstuk bevestigen:
1. Plaats de monitor met de voorzijde omlaag op een niet-schurend
oppervlak (zie illustratie 1).
2. Draaidevoet90graden,zoalswordtweergegevenin
illustratie 1.
LET OP: Wees voorzichtig wanneer u aan de voet trekt.
Uw vingers kunnen beklemd raken.
3. Bevestig het voetstuk aan de voet en zet de schroef aan de
onderkant van het voetstuk vast (zie illustratie 2).
OPMERKING: Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit als u de monitor opnieuw wilt
inpakken.
Volg de onderstaande instructies om de lcd-monitor op uw computersysteem aan te sluiten:
OPMERKING: Lees het gedeelte “Aanbevolen gebruik” (pagina 3) voordat u installeert.
LET OP: Draai alle schroeven goed vast.
OPMERKING: Welke accessoires worden meegeleverd is afhankelijk van de locatie waar de LCD-monitor wordt geleverd.
1. Zet de computer uit.
2. Voor een pc met een DisplayPort-uitgang: Sluit de DisplayPort-kabel aan op de connector van de videokaart in uw
systeem (Illustratie A.1).
Voor pc's met HDMI-uitgang: Sluit de HDMI-kabel aan op de connector van de videokaart in uw systeem (Illustratie A.2).
Voor een pc met een analoge uitgang: Sluit de 15-pins mini D-SUB-signaalkabel aan op de connector van de videokaart
in uw systeem (Illustratie A.3).
Voor een Mac of pc met Thunderbolt- of Mini DisplayPort-uitgang: Sluit een Mini DisplayPort-naar-DisplayPort-kabel
aan op een videoaansluitpunt op uw systeem (Illustratie A.4).
Voor een pc of een Mac-computer met digitale DVI-uitgang: Sluit de DVI-signaalkabel aan op de connector systeem
(Illustratie A.5). Draai alle schroeven vast.
Illustratie A.1 Illustratie A.3Illustratie A.2
DisplayPort-kabel HDMI-kabel 15-pins mini D-SUB-signaalkabel
DVI-kabel
Illustratie A.4 Illustratie A.5
Mini-DisplayPort-naar-DisplayPort-kabel
OPMERKING: 1.
Als u de DisplayPort-kabel verwijdert, houdt u de bovenste knop ingedrukt zodat het slot wordt ontgrendeld.
2. Gebruik een High Speed HDMI-kabel met het HDMI-logo.
3. Gebruik een gecertificeerde DisplayPort-kabel.
Illustratie 1
Illustratie 2
Schroef
Nederlands-7
Nederlands
3. Plaats uw handen aan beide zijden van het beeldscherm om het LCD-scherm met een maximale hoek in te stellen en naar
de hoogste stand te lichten.
4. Sluit alle kabels aan op de corresponderende connectoren (Illustratie C.1). Bij gebruik van de USB-kabel sluit u de
connector van het type B aan op de USB-poort (upstream) aan de achterzijde van de monitor en sluit u de connector van
het type A aan op de poort (downstream) van de computer (Illustratie C.1a). Als u de kabel van een USB-apparaat gebruikt,
sluit u deze aan op de downstreampoort van de monitor.
OPMERKING: Onjuist aangesloten kabels kunnen leiden tot een onbetrouwbare werking, schade veroorzaken aan de
beeldkwaliteit/onderdelen van de LCD-module en/of de levensduur van de module verkorten.
OPMERKING: Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde weerstand. Als een audiokabel met ingebouwde weerstand
wordt gebruikt, wordt het geluid zachter weergegeven.
Illustratie C.1a
Type A
Type B
Type A
Type B
Illustratie C.2Illustratie C.1
Voedingskabel
Maximale kanteling
DisplayPort IN
DVI-D HDMI
Hoogste
stand
Audio IN
ControlSync IN/OUT*
1
USB downstream (USB type A)
D-Sub
Hoofdtelefoon
USB downstream (USB type A)
USB upstream (USB type B)
*
1
: Zie pagina 11.
LET OP: Sluit een hoofdtelefoon niet op de monitor aan terwijl u deze op hebt.
Afhankelijk van het volumeniveau kan dit gehoorschade en gehoorverlies veroorzaken.
5. Plaats de kabelbehuizing over de voet (Illustratie C.2).
Duw de kabels stevig en gelijkmatig in de kabelbehuizing (Illustratie C.3 en Illustratie C.4).
6. Controleer of het monitorscherm nog goed kan worden gedraaid en hoger en lager kan worden gezet nadat u de kabels hebt
aangesloten.
Illustratie C.3 Illustratie C.4
Voedingskabel USB-kabel
DisplayPort-kabel
Voedingskabel USB-kabel
DisplayPort-kabel
7. Sluit het uiteinde van de voedingskabel aan op de lichtnetaansluiting aan de achterzijde van de monitor, en het andere
uiteinde op het stopcontact.
OPMERKING: Raadpleeg de sectie Let op in deze handleiding voor de juiste voedingskabel.
Nederlands-8
8. Schakel de computer en de monitor in door de aan/uit-toets op het voorpaneel aan te raken (Illustratie E.1).
9.
Bij de eerste installatie stelt de functie No-touch Auto Adjust (NTAA; automatische regeling zonder tussenkomst) de monitor
automatisch in op de meest optimale instellingen. Voor verdere aanpassingen gebruikt u de volgende OSD-bedieningselementen:
• AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling - alleen analoge ingang)
• AUTO ADJUST (Automatische regeling - alleen analoge ingang)
Raadpleeg het gedeelte Besturingselementen van deze gebruikershandleiding voor een volledige beschrijving van deze
OSD-besturingselementen.
OPMERKING:
Indien u problemen hebt, kunt u het gedeelte Problemen oplossen van deze gebruikershandleiding
raadplegen.
Illustratie E.1
Aan/uit-knop
Instelbaar en draaibaar voetstuk
Hoger en lager: Houd de monitor aan beide zijden vast en verstel deze naar de gewenste hoogte.
Kijkhoek instellen: Houd de boven- en onderkant van de monitor vast en stel de gewenste kijkhoek in.
Beeldrotatie: Houd de monitor aan zijde zijden vast en draai deze van liggend naar staande beeldoriëntatie.
U kunt de oriëntatie van het OSD-menu aanpassen aan de beeldoriëntatie. Raadpleeg de instructies voor OSD ROTATION
(OSD-rotatie) (zie pagina 18).
Kijkhoek instellenRotatie, hoger en lager
LET OP: Ga voorzichtig te werk tijdens het bijstellen van het monitorscherm. Oefen tijdens het bijstellen van de hoogte
en het roteren van het monitorscherm geen druk uit op het LCD-paneel.
Voordat u het scherm draait, koppelt u de voedingskabel en alle andere kabels los van de monitor, stelt u het
scherm op de hoogste stand in en kantelt u het scherm om te voorkomen dat het scherm het bureau raakt of
uw vingers bekneld raken.
Nederlands-9
Nederlands
Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm. Neem contact op met NEC voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
• Volgdeinstructiesvandefabrikantvanhetmonitormontagesysteem.
LET OP: Om te beantwoorden aan de veiligheidsvoorschriften, moet de bevestigingsvoet het gewicht van de monitor
kunnen dragen en moet deze UL-gecertificeerd zijn.
1. Monitorvoet verwijderen voor permanente montage
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
1. Koppel alle kabels los.
2. Plaats uw handen aan beide zijden van het beeldscherm en schuif het naar de hoogste stand.
3. Plaats de monitor met de voorzijde omlaag op een niet-schurend oppervlak (Illustratie S.1).
4. Plaats één hand rond het voetstuk en de andere hand op de ontsluitingshendel.
Duw de ontgrendelingshendel in de richting van de pijl en houd deze vast (Illustratie S.1).
5. Til het voetstuk op om deze van de monitor te verwijderen (Illustratie S.1).
De monitor kan nu worden gemonteerd volgens een alternatieve methode.
Als u de voet opnieuw wilt bevestigen, voert u deze procedure in omgekeerde richting uit.
OPMERKING: Ga voorzichtig te werk als u de monitorvoet verwijdert.
Illustratie S.1
Nederlands-10
2. Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm.
1. Volg de instructies voor het verwijderen van de monitorvoet.
2. Bevestig de monitor op de zwenkarm met 4 schroeven die voldoen aan de onderstaande specificatie (Illustratie F.1).
Illustratie F.1
100 mm
100 mm
Dikte van beugel (arm)
2,0 - 3,2 mm
12 mm
Veerring
Sluitring
LET OP:• Gebruikuitsluitend4schroevenvanmaatM4voorhetbevestigenombeschadigingvandemonitoren
de voet te vermijden.
• Omaandeveiligheidsvoorschriftentevoldoen,moetudemonitormonterenopeenarmdiedenodige
stabiliteit garandeert in overeenstemming met het gewicht van de monitor. Gebruik de LCD-monitor alleen
in combinatie met een goedgekeurde zwenkarm (bijvoorbeeld met het TÜV GS-keurmerk).
• Draaialleschroevenvast(aanbevolenaanhaalmoment:98-137N•cm).
Door een losse schroef zou de monitor van de zwenkarm kunnen vallen.
Nederlands-11
Nederlands
ControlSync
Met ControlSync kunt u alle submonitoren die gelijktijdig zijn aangesloten op de hoofdmonitor gelijktijdig bedienen. U kunt
ook een afzonderlijke monitor bedienen vanaf de hoofdmonitor met de functie INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing)
(zie pagina19).
Alle aangesloten submonitoren bedienen (gesynchroniseerde bediening):
1. Sluit de hoofdmonitor met behulp van een ControlSync-kabel (ø 2,5) aan op ControlSync IN/OUT op een submonitor.
2. Volg de stappen voor DATA COPY (Gegevenskopie) (zie pagina19). Wanneer een instelling op de hoofdmonitor is aangepast,
wordt deze automatisch gekopieerd en naar de aangesloten submonitor(en) gestuurd.
3. Er kunnen maximaal 5 monitoren via ControlSync in serie worden aangesloten.
OPMERKING: Sluit de hoofdmonitor via ControlSync aan op de “OUT”-connector.
Het ControlSync-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van het OSD-menu
van de submonitor.
Sluit “IN-IN” of “OUT-OUT” niet aan.
Sluit de connectoren niet in een lus aan.
Wanneer de monitoren zijn aangesloten, schakelt u de hoofdmonitor uit en aan
om te controleren of ControlSync naar behoren werkt.
Als de monitoren zijn aangesloten met DisplayPort-kabels, sluit u de hoofdmonitor aan de op computer.
Ingang (grijs)
Volgende monitor
Uitgang (zwart)
IN (Ingang) OUT (Uitgang)
ControlSync-kabel ControlSync-kabel
Maximaal
5 submonitoren
(grijs)(zwart) (grijs)(zwart)
Submonitor 1 Submonitor 2
Hoofdmonitor
IN (Ingang) OUT (Uitgang)
Een doelmonitor bedienen (Individuele aanpassing)
1. Raak de toets MENU/EXIT aan om het OSD-menu weer te geven op de hoofdmonitor.
2. Beweeg de knop DOWN/UP (omlaag/omhoog) omlaag om TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor) te
selecteren en volgens het submonitornummer in te stellen.
Als u de toets INPUT/SELECT (Invoer/Selecteren) aanraakt, wordt op elke submonitor het corresponderende
monitornummer weergegeven.
3. Raak de toets DOWN/UP (OMLAAG/OMHOOG) aan om INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) te selecteren en zet
deze optie ON (AAN).
U bedient het OSD-menu van de submonitor met de besturingstoetsen van de hoofdmonitor.
OPMERKING: U kunt INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) uitschakelen door de toetsen SELECT (Selecteren)
en EXIT (Afsluiten) tegelijk aan te raken.
ControlSync-
pictogram
Nederlands-12
De volgende instellingen kunnen via ControlSync worden bestuurd:
Gesynchroniseerde
bediening
Individuele
aanpassing
ECO TOOLS
(HULPMIDDELEN
VOOR ENERGI-
EBESPARING)
BRIGHTNESS* (Helderheid) Ja Ja
CONTRAST Nee Ja
ECO MODE (Energiebesparingsmodus) Ja Ja
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) Ja Ja
BLACK LEVEL (Zwartniveau) Nee Ja
OFF MODE SETTING (Instelling modus uit) Ja Ja
OFF MODE SENSOR SETTING (Sensorinstelling modus uit) Ja Ja
OFF MODE START TIME (Starttijd modus uit) Ja Ja
HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) Ja Ja
HUMAN SENSOR SETTING (Instelling persoonsensor) Ja Ja
HUMAN SENSOR START TIME (Starttijd persoonsensor) Ja Ja
DV MODE (DV-modus) Ja Ja
SCREEN (SCHERM) AUTO ADJUST (Automatische regeling) Nee Ja
AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling) Nee Ja
LEFT/RIGHT (Links/Rechts) Nee Ja
DOWN/UP (Omhoog/omlaag) Nee Ja
H.SIZE (Breedte) Nee Ja
FINE (Fijnafstelling) Nee Ja
INPUT RESOLUTION (Ingangsresolutie) Nee Ja
VIDEO LEVEL (Videoniveau) Nee Ja
OVER SCAN (Overscannen) Nee Ja
EXPANSION (Uitbreiding) Ja Ja
COLOR (KLEUR) Color Control System (kleurenbeheersysteem) Ja Ja
R, G, B, kleurkorrel Ja Ja
TOOLS
(HULPMIDDELEN)
VOLUME Ja Ja
SOUND INPUT (Geluidsinvoer) Nee Ja
VIDEO DETECT (Signaaldetectie) Nee Ja
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering) Nee Ja
OFF TIMER (Uitschakeltimer) Ja Ja
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) Nee Ja
LED BRIGHTNESS (Helderheid LED) Ja Ja
DDC/CI Ja Ja
USB POWER (USB-voeding) Nee Ja
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) Nee Ja
MENU TOOLS
(MENUHULPMIDDELEN)
LANGUAGE (Taal) Ja Ja
OSD TURN OFF (OSD uitschakelen) Ja Ja
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) Ja Ja
OSD ROTATION (OSD-rotatie) Nee Ja
HOT KEY (Sneltoets) Ja Ja
SIGNAL INFORMATION (Signaalinformatie) Ja Ja
SENSOR INFORMATION (Sensorinformatie) Ja Ja
KEY GUIDE (Bedieningsaanwijzing) Ja Ja
DATA COPY (Gegevenskopie) Nee Nee
CUSTOMIZE SETTING (Instelling aanpassen)
Nee Ja
MULTI DISPLAY
(MEERDERE
BEELDSCHERMEN)
MONITOR NO. (Monitornummer) Nee Nee
TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor) Nee Nee
INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) Nee Nee
ECO INFORMATION
(INFORMATIE VOOR
ENERGIE-BESPARING)
CARBON SAVINGS (Koolstofbesparing) Nee Nee
CARBON USAGE (Koolstofgebruik) Nee Nee
COST SAVINGS (Kostenbesparing) Nee Nee
CARBON CONVERT SETTING (Instelling voor koolstofomzetting) Ja Ja
CURRENCY SETTING (Valuta-instelling) Ja Ja
CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling voor valutaomzetting) Ja Ja
Overige instellingen:
Voedingsregeling (gelijkstroomschakelaar)
Ambient Light Sensor (Omgevingslichtsensor)
Human Sensor Result (Resultaat persoonsensor)
Audiodemping
OPMERKING: Alleen de persoonsensor en de omgevingssensor van de primaire monitor zijn actief. Dek deze sensoren
niet af.
Zet de monitor uit voordat de ControlSync-kabel wordt aangesloten/losgekoppeld.
Gebruik de ControlSync-connectoren alleen voor het opgegeven doel.
* Deze waarde wordt niet direct aangepast als uitvoerwaarde. Deze waarde wordt relatief aangepast.
Nederlands-13
Nederlands
Bedieningselementen
De besturingsknoppen van het OSD (On-Screen Display) aan de voorzijde
van de monitor hebben de volgende functies:
Raak een van de bedieningstoetsen aan om het OSD-menu te openen.
Raak de toets SELECT (Selecteren) aan om het ingangssignaal te wijzigen.
OPMERKING: Verlaat het OSD-menu om het ingangssignaal te kunnen wijzigen.
1 Omgevingslichtsensor
Persoonsensor
Detecteert het niveau van de kamerverlichting en de aanwezigheid van een gebruiker, zodat
de monitor diverse instellingen kan aanpassen ten behoeve van het kijkcomfort. Dek deze
sensor niet af.
2 INPUT/SELECT
(Invoer/Selecteren)
Hiermee opent u het hoofdmenu en de submenu’s van het OSD.
Hiermee wijzigt u de ingangsbron buiten het OSD-menu om. U kunt direct de modus L/B
(LOW BLUE LIGHT; Weinig blauw licht) instellen door de toets ‘INPUT’ drie seconden lang
aangeraakt te houden.
3 MENU/EXIT
(Menu/Sluiten)
Het OSD-menu openen. De OSD-submenu’s en het hoofdmenu sluiten.
4 LEFT/RIGHT/UP/DOWN
(Links/Rechts/
Omhoog/Omlaag)*
2
Bladeren in het OSD-menu.
Wanneer het OSD-menu uit staat, kunt u het submenu BRIGHTNESS (Helderheid) bereiken
voor de toets UP (Omhoog) aan te raken, en het submenu VOLUME openen door de toets
DOWN (Omlaag) aan te raken.
5 ECO/RESET Wanneer het OSD-menu op het scherm wordt weergegeven, stelt u met deze knop de OSD-
instellingen opnieuw in.
Wanneer het OSD-menu niet op het scherm wordt weergegeven, schakelt u met deze knop
over naar de ECO-status. U kunt een modus op de stand OFF, 1 en 2 zetten.*
1
Als u deze knop drie seconden ingedrukt houdt terwijl het OSD-menu niet actief is, wordt de
functie Auto Adjust (Automatisch aanpassen) ingeschakeld (alleen voor analoge invoer)*
1
.
6 Voeding Schakelt de monitor in of uit.
7 Aan/uit-lampje Geeft aan dat de voeding is in- of uitgeschakeld.
*
1
Wanneer de HOT KEY (Sneltoets) functie is OFF (Uit), kan deze functie niet worden geselecteerd.
*
2
Afhankelijk van de instelling OSD ROTATION (OSD-rotatie), worden de toetsaanwijzingen LEFT (Links), RIGHT (Rechts),
UP (Omhoog) en DOWN (Omlaag) anders weergegeven op de toetsen , , , (zie pagina 18).
HULPMIDDELEN VOOR ENERGIEBESPARING
BRIGHTNESS (Helderheid)
Hiermee past u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm aan.
Als ECO MODE (Energiebesparingsmodus) is ingesteld op 1 of 2, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT
(Koolstofvoetafdruk) weergegeven.
CONTRAST
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in voor het niveau van het
ingangssignaal.
OPMERKING: Wanneer in COLOR (Kleur) de optie L/B (Weinig blauw licht) is geselecteerd, is CONTRAST
uitgeschakeld.
Nederlands-14
ECO MODE (Energiebesparingsmodus)
Hiermee vermindert u het energieverbruik door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): Geen functie.
1: Hiermee stelt u het helderheidsbereik in tussen 0% en 70%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot 15% van de
maximale helderheidsinstelling.
2: Hiermee stelt u het helderheidsbereik in tussen 0% en 30%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot 40% van de
maximale helderheidsinstelling.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT (Koolstofvoetafdruk) weergegeven
naast de balk voor de helderheidsinstelling.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) (zie pagina 15) is ingesteld op
DYNAMIC (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer het kleurenbeheersysteem is ingesteld op DICOM SIM.
Raak ECO aan om de ECO MODE (Energiebesparingsmodus) te openen.
Als u ECO aanraakt, verandert de instelling achtereenvolgens in [1] [2] [OFF] [1].
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid)
OFF (Uit): Geen functie.
ON (AMBIENT LIGHT) (Aan (kamerverlichting)): Hiermee wordt de helderheid automatisch aangepast naar de
optimale instelling door het helderheidsniveau van de omgeving te registreren.*
1
*1: Raadpleeg pagina 27 voor volledige informatie over “Automatische helderheid”.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC
(Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer het kleurenbeheersysteem is ingesteld op DICOM SIM.
BLACK LEVEL (Zwartniveau)
Hiermee past u het zwartniveau aan.
OFF MODE SETTING (Instelling modus Uit)
Met Intelligent Power Manager (Intelligent stroombeheer) wordt de monitor op de energiebesparingsmodus ingesteld
als er een tijd geen activiteit heeft plaatsgevonden.De OFF MODE (Modus uit) heeft twee instellingen:
OFF (Uit): De monitor wordt automatisch op de energiebesparingsmodus ingesteld wanneer het ingangssignaal
wegvalt.
ON (Aan): De monitor schakelt automatisch over naar de energiespaarstand wanneer het omgevingslicht onder het
niveau komt dat door u is ingesteld. Het niveau kan worden gewijzigd in de sensorinstelling OFF MODE (Modus uit).
In de energiebesparingsmodus brandt het lampje aan de voorkant van de monitor donkerblauw. Wanneer de monitor in
de energiebesparingsmodus staat, kunt u terugkeren naar de normale stand door een van de toetsen aan de voorzijde
aan te raken (met uitzondering van POWER en INPUT).
Wanneer het licht in de omgeving naar een normaal niveau terugkeert, schakelt de monitor weer over naar de normale
modus.
SENSOR SETTING (OFF MODE SETTING) (Sensorinstelling (Instelling modus uit))
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de omgevingslichtsensor instellen voor het detecteren van donkere
omstandigheden. Daarnaast wordt de huidige sensormeting weergegeven.
START TIME (OFF MODE SETTING) (Starttijd (Instelling modus uit))
Hiermee stelt u de wachttijd in voor het overschakelen naar een lager energieverbruik wanneer de
omgevingslichtsensor een donkere omgeving detecteert.
HUMAN SENSING (Persoonsdetectie)
De sensor detecteert de bewegingen van een persoon met behulp van de functie HUMAN SENSING (Persoonsdetectie).
De functie HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) heeft drie instellingen:
OFF (Uit): Geen persoonsdetectie.
1 (LIGHT (licht)): Wanneer na enige tijd wordt vastgesteld dat er geen personen aanwezig zijn, schakelt de monitor
automatisch over naar een lagere helderheidsmodus om energie te sparen. Wanneer er weer een persoon in de
buurt van de monitor verschijnt, keert de monitor terug naar de normale stand. Met START TIME (Starttijd) kunt u de
wachttijd instellen.
2 (DEEP (diep)): Wanneer wordt vastgesteld dat er niemand aanwezig is, schakelt de monitor automatisch over naar
de energiespaarstand om energie te sparen. Wanneer een persoon in de buurt van de monitor komt, keert deze terug
uit de energiebesparingsmodus.
OPMERKING: Detecteert een persoon binnen circa 1,5 meter vanaf de monitor.
Nederlands-15
Nederlands
SENSOR SETTING (HUMAN SENSING) (Sensorinstelling (Persoonsdetectie))
Hiermee past u het drempelniveau van persoonsdetectie aan.
Wanneer het persoonspictogram wordt weergegeven aan de rechterkant van de witte balk of de rode golf, is er geen
persoon gedetecteerd.
OPMERKING: De functie persoonsdetectie wordt ingeschakeld nadat het OSD-menu is gesloten.
START TIME (HUMAN SENSING) (Starttijd (Persoonsdetectie))
Hiermee kunt u de wachttijd instellen voor het overschakelen naar een lage helderheidsmodus of de
energiebesparingsmodus wanneer de Persoonsensor geen personen detecteert.
DV MODE (DV-modus)
Met Dynamic Visual Mode (Dynamische visuele modus) kunt u een van de volgende instellingen selecteren:
STANDARD (Standaard): De standaardinstelling.
TEXT (Tekst): De instelling die letters en lijnen scherper maakt. Deze instelling is het meest geschikt voor algemene
tekstverwerking en spreadsheets.
MOVIE (Film): De instelling die donkere tinten versterkt. Deze instelling is het meest geschikt voor films.
GAMING (Games): De instelling die hele tinten versterkt. Deze instelling is het meest geschikt voor games met
levendige, kleurrijke beelden.
PHOTO (Foto): De instelling die het contrast optimaliseert. Deze instelling is het meest geschikt voor stilstaande
beelden.
DYNAMIC (Dynamisch): De instelling die de helderheid aanpast door de zwarte gebieden van het scherm te
detecteren en te optimaliseren.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer Color Control System (Kleurenbeheersysteem) is
ingesteld op L/B, PROGRAMMABLE (Programmeerbaar) of DICOM SIM.
STANDARD (Standaard) wordt gebruikt voor naleving van TCO-certificering.
SCHERM
AUTO ADJUST (Automatische regeling) (alleen analoge ingang)
Hiermee past u automatisch de besturingselementen voor beeldpositie, breedte en fijnafstelling aan.
AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling) (alleen analoge ingang)
Hiermee wordt het weergegeven beeld voor niet-standaard beeldsignaal-inputs ingesteld.
LEFT/RIGHT (Links/Rechts) (alleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
DOWN/UP (Omhoog/omlaag) (alleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
H.SIZE (Breedte) (alleen analoge ingang)
U past de breedte aan door de waarde van dit bedieningselement te verhogen of te verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie AUTO Adjust (Automatische regeling) niet naar wens is, kunt u de beeldinstelling
verfijnen met de functie H.SIZE (Breedte) (dot clock). Hiervoor kan een moiré-testpatroon worden gebruikt. Met deze
functie wordt de breedte van het beeld mogelijk gewijzigd. Centreer het beeld op het scherm met de knop LEFT/
RIGHT (Links/Rechts). Als de breedte onjuist is gekalibreerd, ziet het beeld eruit zoals in de linkerIllustratie. Het beeld
moet homogeen zijn.
De waarde voor H.SIZE
(Breedte) is onjuist.
De waarde voor H.SIZE
(Breedte) is verbeterd.
De waarde voor H.SIZE
(Breedte) is correct.
Nederlands-16
FINE (Fijnafstelling) (alleen analoge ingang)
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze instelling te verhogen of te
verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie “Auto Adjust” (Automatische regeling) en “H.SIZE” (Breedte) niet naar wens is,
kunt u de beeldinstelling nog verfijnen met de functie “FINE” (Fijnafstelling).
Hiervoor kan een moiré-testpatroon worden gebruikt. Als de FINE (Fijnafstelling) onjuist is gekalibreerd, ziet het beeld
eruit zoals in de linkerIllustratie. Het beeld moet homogeen zijn.
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is onjuist.
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is correct.
INPUT RESOLUTION (Ingangsresolutie) (alleen analoge ingang)
Hiermee selecteert u de volgende resolutieparen als prioriteit van het ingangssignaal:
1360 x 768 of 1280 x 768 of 1024 x 768 (verticale resolutie 768),
1600x900of1280x960(horizontalefrequentie60kHz),
1680 x 1050 of 1400 x 1050 (verticale resolutie 1050).
VIDEO LEVEL (Videoniveau) (alleen HDMI-ingang)
NORMAL (Normaal): Voor instelling van computer. Geeft alle ingangsignalen weer in stappen van 0 tot 255.
EXPAND (Uitgebreid): Voor instelling van audiovisuele apparatuur. Breidt ingangssignalen uit van 16 tot 235 stappen
naar 0 tot 255 stappen.
OVER SCAN (Overscannen) (alleen HDMI-ingang)
Voor sommige videoformaten is een scanconversie nodig om het beeld zo goed mogelijk weer te geven.
ON (Aan): Het beeldformaat is groter dan kan worden weergegeven. Het lijkt alsof de beeldrand is bijgesneden.
Ongeveer95%vanhetbeeldwordtweergegevenophetscherm.
OFF (Uit): Het beeldformaat blijft binnen de grenzen van het weergavegebied. Het volledige beeld wordt weergegeven
op het scherm.
EXPANSION (Uitbreiding)
De zoommodus instellen.
FULL (Volledig): Het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Beeldverhouding): Het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
Kleur
Color Control System (kleurenbeheersysteem): Er zijn vooraf ingestelde kleuren beschikbaar waarmee u de
kleureninstellingen kunt aanpassen (de kleurensets sRGB en NATIVE zijn altijd aanwezig en kunnen niet worden
gewijzigd).
1, 2, 3, sRGB, 5: Verhoogt of verlaagt de kleur rood, groen of blauw, afhankelijk van de kleur die is geselecteerd.
Als u een kleur verandert, is dit onmiddellijk zichtbaar op het scherm. De instelling (hoger of lager) wordt door
de kleurenbalken aangegeven. De modus sRGB biedt een enorme verbetering van de kleurengetrouwheid in
desktopomgevingen omdat slechts één standaard RGB-kleurenruimte wordt gebruikt. Dankzij deze standaard
kunt u voor de meeste toepassingen eenvoudig en met een gerust hart kleuren doorsturen (bijvoorbeeld naar het
servicebureau) zonder dat verder kleurenbeheer (en de overeenkomstige kosten) vereist is.
NATIVE (Systeemeigen): De originele kleuren van het LCD-paneel kunnen niet worden bijgesteld.
L/B (LOW BLUE LIGHT) (Weinig blauw licht): Hiermee vermindert u het blauwe licht van de monitor.
OPMERKING: U kunt direct de modus L/B (LOW BLUE LIGHT; Weinig blauw licht) instellen door de toets
SELECT drie seconden lang aangeraakt te houden. Voor het wijzigen van andere instellingen
in de L/B-modus, raakt u de toets INPUT aan om het schermmenu weer te geven en COLOR
CONTROL (Kleurenbeheer) te openen.
Wanneer L/B (Weinig blauw licht) is geselecteerd in COLOR (Kleur), zijn CONTRAST
(Contrast) en DV MODE (DV-modus) uitgeschakeld.
DICOM SIM.: De witpuntkleurtemperatuur en de gammakromme zijn ingesteld op een DICOM-simulatie.
PROGRAMMABLE (Programmeerbaar): De gammakromme is instelbaar met behulp van applicatiesoftware.
OPMERKING: Wanneer MOVIE (Film), GAMING (Games) of PHOTO (Foto) is geselecteerd voor DV MODE
(DV-modus), wordt NATIVE (Systeemeigen) automatisch geselecteerd. Dit kan niet worden
gewijzigd.
Nederlands-17
Nederlands
Hulpmiddelen
VOLUME
Hiermee wordt het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon bepaald.
Druk op de toets “ECO/RESET” als u het geluid van de luidspreker wilt dempen.
SOUND INPUT (Geluidsinvoer) (alleen HDMI-ingang, DisplayPort-ingang)
Met deze functie selecteert u audio-ingang, HDMI of DisplayPort.
VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste): Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de
andere ingangspoorten. Als het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
ingangspoort van de nieuwe gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer de
huidige videobron aanwezig is.
NONE (Geen): Detectie van het video-ingangssignaal is niet ingeschakeld.
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering)
Hiermee wordt de functie RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering in- of uitgeschakeld. Responsverbetering kan
het wazig worden van bepaalde bewegende beelden verminderen.
OFF TIMER (Uitschakeltimer)
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld nadat een bepaalde tijdsperiode is verstreken. Deze tijdsperiode kunt u
zelf instellen.
Voordat het apparaat wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht weergegeven op het scherm waarin u gevraagd wordt
of u wilt dat de uitschakeltijd met 60 minuten vertraagd wordt.
Druk op een willekeurige OSD-toets om de uitschakeltijd uit te stellen.
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
Met POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) kunt u de monitor automatisch laten uitschakelen nadat deze
2 uur achter elkaar in de energiespaarstand heeft gestaan.
LED BRIGHTNESS (Helderheid LED)
De helderheid van de blauwe LED aanpassen.
DDC/CI
Met deze functie schakelt u DDC/CI aan of uit.
USB POWER (USB-voeding)
Hiermee selecteert u hoe stroomvoorziening via de USB-poort wordt ingeschakeld in relatie tot de status van de
monitor.
AUTO (Automatisch): De stroomvoorziening via de USB-downstreampoort is alleen ingeschakeld wanneer de monitor
aan staat.
ON (Aan): De stroomvoorziening via de USB-downstreampoort is altijd ingeschakeld, zelfs als de monitor in de
slaapstand of uit staat.
OPMERKING: Het energieverbruik is afhankelijk van aangesloten USB-apparaten, zelfs als de monitor is
uitgeschakeld.
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling)
Wanneer u de optie Factory Preset (Fabrieksinstelling) kiest, worden de fabrieksinstellingen geladen voor alle OSD-
bedieningselementen, behalve voor Language (Taal) en OSD Lock Out (OSD vergrendelen). U kunt de afzonderlijke
instellingen opnieuw instellen door de toets “ECO/RESET” aan te raken.
Menuhulpmiddelen
LANGUAGE (Taal)
Hier kunt u de taal selecteren die in het OSD wordt gebruikt.
OSD TURN OFF (OSD uitschakelen)
Het OSD-menu blijft op het scherm zolang u het gebruikt. U kunt selecteren hoe lang de monitor moet wachten nadat
u voor het laatst een toets hebt aangeraakt, alvorens het OSD-menu wordt gesloten. De vooringestelde waarden zijn
10-120 seconden in stappen van 5 seconden.
Nederlands-18
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen)
Hiermee vergrendelt u de toegang tot alle OSD-functies. Alleen de helderheid, het contrast en het volume kunnen nog
worden gewijzigd.
Als u de functie OSD Lock Out (OSD vergrendelen) wilt inschakelen, selecteert u OSD LOCK OUT (OSD
vergrendelen) in het OSD-menu en raakt u tegelijkertijd “SELECT” (Selecteren) en “RIGHT” (Rechts) aan. Als u de
functie wilt uitschakelen, raakt u tegelijkertijd “SELECT” (Selecteren) en “LEFT” (Links) aan.
OSD ROTATION (OSD-rotatie)
Hiermee regelt u de oriëntatie van het OSD-menu.
Selecteer een passende instelling voor de OSD-rotatie, afhankelijk van de beeldhoek (monitorrotatie).
OPMERKING: Zet de KEY GUIDE (Bedieningsaanwijzing) op ON (Aan) om u de bedieningsaanwijzing
weer te geven.
Instelling (hoek) Beeld Bedieningsaanwijzing
0
: LEFT (Links)
: RIGHT (Rechts)
: DOWN (Omlaag)
: UP (Omhoog)
90
180
270
HOT KEY (Sneltoets)
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunnen de instellingen BRIGHTNESS (Helderheid), VOLUME en ECO MODE
(Energiebesparingsmodus) worden gewijzigd zonder het OSD-menu te openen.
ON (Aan):
BRIGHTNESS (Helderheid): Raak de toets UP (Omhoog) aan en stel in het submenu dat wordt geopend het
helderheidsniveau in.
VOLUME: Raak de toets DOWN (Omlaag) aan en stel in het submenu dat wordt geopend het volumeniveau in.
ECO MODE (Energiebesparingsmodus): Raak de toets ECO aan. Het menu ECO MODE
(Energiebesparingsmodus) in de stand OFF (Uit). U kunt schakelen tussen 3 instellingen: OFF (Uit), 1 en 2.
OFF (Uit): De sneltoetsfunctie voor de ECO-toets en de toetsen UP (Omhoog) en DOWN (Omlaag) is uitgeschakeld.
SIGNAL INFORMATION (Signaalinformatie)
Als u “ON” (AAN) selecteert, wordt “VIDEO INPUT MENU” (video-ingangsmenu) weergegeven nadat de ingang is
gewijzigd. Als u “OFF” (UIT) selecteert, wordt “VIDEO INPUT MENU” niet weergegeven nadat de ingang is gewijzigd.
SENSOR INFORMATION (Sensorinformatie)
Als u ON (Aan) selecteert, wordt de melding HUMAN SENSOR ON (Persoonsdetectie aan) weergegeven op de
monitor. Als u OFF (Uit) selecteert, wordt de melding HUMAN SENSOR ON (Persoonsdetectie aan) niet weergegeven
op de monitor.
KEY GUIDE (Bedieningsaanwijzing)
Als u ON (Aan) selecteert, wordt de bedieningsaanwijzing op het scherm weergegeven wanneer het OSD-menu wordt
geopend.
Nederlands-19
Nederlands
DATA COPY (Gegevenskopie)
Selecteer “DATA COPY” (Gegevenskopie) en raak “SELECT” (Selecteren) aan om het kopiëren van gegevens vanaf
de hoofdmonitor naar de submonitor(en) te starten. Het indicatorlampje “PROCEEDING...” (Voortgang) verschijnt op
het scherm.
OPMERKING: Deze functie is alleen bedoeld voor de hoofdmonitor in ControlSync.
Alle instellingen die in het ControlSync-diagram (zie pagina 12) zijn gespecificeerd, worden
gekopieerd van de hoofdmonitor naar de submonitor(en).
CUSTOMIZE SETTING (Instelling aanpassen)
Hiermee worden de huidige instellingen opgeslagen om ze eenvoudig opnieuw in te stellen.
Voor het opslaan van de huidige instellingen: Raak SELECT (Selecteren) aan. Wanneer een waarschuwingsbericht
wordt weergegeven, raakt u RESET (Opnieuw instellen) aan en worden de huidige instellingen opgeslagen.
Voor het herstellen van de instellingen: Houd “MENU” gedurende minstens 3 seconden ingedrukt terwijl het OSD-
menu is uitgeschakeld.
MULTI DISPLAY (Meerdere beeldschermen)
MONITOR NO. (Monitornummer)
Deze functie is niet beschikbaar voor INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing).
Een nummer instellen voor elke monitor.
Een submonitor bedienen vanaf de hoofdmonitor met INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing):
Met deze functie kunt u een submonitor bedienen vanaf de hoofdmonitor. Dit is nuttig als de submonitor zich bevindt
op een onbereikbare plaats.
Stel een nummer in voor elke monitor. Als u voor elke monitor een uniek nummer instelt, kunt u een specifieke monitor
bedienen. Als u sommige monitoren hetzelfde nummer geeft, kunt u monitoren die hetzelfde nummer hebben in één
keer bedienen.
OPMERKING: Op ControlSync OUT (ControlSync-uitgang) mag alleen een hoofdmonitor worden aangesloten.
Sluit geen hoofdmonitor aan op ControlSync IN (ControlSync-ingang). Meer informatie over
hoofdmonitor en submonitoren vindt u in ControlSync (pagina 11).
TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor)
Hiermee kunt u het OSD-menu bedienen met de bedieningsknoppen van de hoofdmonitor.
Het submonitornummer instellen dat is ingesteld bij MONITOR NO. (Monitornummer) Als u de toets INPUT/SELECT
(Invoer/Selecteren) aanraakt, wordt op elke submonitor het corresponderende monitornummer weergegeven.
INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing)
ON (Aan): Een submonitor bedienen vanaf de hoofdmonitor.
Nadat ON (Aan) is ingeschakeld, worden instellingen die worden verricht op de hoofdmonitor uitgevoerd in het OSD
van de submonitor.
U kunt INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) uitschakelen door de toetsen SELECT (Selecteren) en EXIT
(Afsluiten) tegelijk aan te raken.
OPMERKING: Sluit de monitoren met een ControlSync-kabel aan.
Nederlands-20
Informatie voor energiebesparing
CARBON SAVINGS (Koolstofbesparing): Geeft de geschatte koolstofbesparing in kg weer.
CARBON USAGE (Koolstofgebruik): Geeft het geschatte CO2-gebruik in kg weer. Dit is een aritmetische schatting,
niet de werkelijke meetwaarde.
COST SAVINGS (Kostenbesparing): Geeft de besparing op elektriciteitskosten weer.
CARBON CONVERT SETTING (Instelling voor koolstofomzetting): Past de factor voor de koolstofvoetafdruk aan in
de berekening voor koolstofbesparing. Deze eerste instelling is gebaseerd op de OECD (editie 2008).
CURRENCY SETTING (Valuta-instelling): Toont de elektriciteitskosten in 6 valuta’s.
CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling valutaomzetting): Toont de elektriciteitsbesparing in kW/h
(Amerikaanse valuta is standaard).
OPMERKING: De eerste valuta-instelling van dit model is Currency = US$ en voor de valutaomzetting wordt
de instelling Currency Convert = $ 0,11 gehanteerd.
Deze instelling kan worden gewijzigd in het menu Informatie voor energiebesparing.
Als u de Franse instelling wilt gebruiken, raadpleegt u de onderstaande stappen:
1. Raak de knop Menu aan en selecteer het menu Informatie voor energiebesparing aan met
de knop LEFT (Links) of RIGHT (Rechts).
2. Selecteer de optie voor CURRENCY SETTING (Valuta-instelling) met de knop UP (Omhoog)
of DOWN (Omlaag).
3. De Franse valuta-eenheid is de Euro ( ). U kunt de valuta-instelling vanaf de Amerikaanse
dollar ($) wijzigen in de Euro ( ) door de knop LEFT (Links) of RIGHT (Rechts) aan te
raken voor de huidige valuta-instelling.
4. Selecteer de CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling valutaomzetting) met de knop UP
(Omhoog) of DOWN (Omlaag).
5. Pas de CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling valutaomzetting) aan met de knop
LEFT (Links) of RIGHT (Rechts).
* Deze eerste instelling Euro ( ) is gebaseerd op de OECD-gegevens voor Duitsland
(editie 2007).
Controleer de elektriciteitsprijs in Frankijk of OECD-gegevens voor Frankrijk.
De Franse waarde op basis van de OECD-gegevens (editie 2007) was 0,12.
Informatie
Biedt informatie over de actieve weergaveresolutie en technische gegevens, inclusief de vooraf ingestelde timing die
voor de horizontale en verticale frequentie wordt gebruikt. Hier worden het model en de serienummers van de monitor
weergegeven.
OSD-waarschuwingen
OSD-waarschuwingsmenu’s verdwijnen wanneer u EXIT (Sluiten) selecteert.
NO SIGNAL (Geen signaal): Deze functie geeft een waarschuwing weer wanneer er geen signaal voor horizontale
of verticale synchronisatie aanwezig is. Nadat de voeding weer is ingeschakeld of wanneer het ingangssignaal wijzigt,
verschijnt het venster No Signal (Geen signaal).
OUT OF RANGE (Buiten bereik): Deze functie geeft een suggestie voor de optimale resolutie en
vernieuwingsfrequentie. Het menu Out of Range (Buiten bereik) wordt weergegeven wanneer de monitor wordt
ingeschakeld, wanneer het ingangssignaal wordt gewijzigd of of wanneer het videosignaal niet de juiste timing heeft.
Nederlands-21
Nederlands
Specificaties
Monitorspecificaties MultiSync EA271F Opmerkingen
Lcd-module Diagonaal:
effectief beeldoppervlak:
eigen resolutie (aantal pixels):
68,60 cm/27 inch
68,60 cm/27 inch
1920x1080
Actieve matrix; TFT (Thin Film Transistor) LCD (Liquid
Crystal Display); 0,311 mm dot pitch; 250 cd/m
2
witluminantie; 1000:1 contrastverhouding (standaard),
(5000:1 contrastverhouding, Dynamisch).
Ingangssignaal
DisplayPort: DisplayPort-connector: Digitale RGB DisplayPort V1.1a (HDCP1.3)
DVI: DVI-D 24-pins: Digitale RGB DVI (HDCP1.4)
VGA: 15-pins mini D-SUB: Analoge RGB
synchr.
0,7 Vp-p/75 ohm
Afzonderlijke synchr.TTL-niveau Positief/Negatief
Composiet synchr. TTL-niveau Positief/Negatief
Synchr t.o.v groen
(video, 7 Vp-p en Sync Negatief 0,3 Vp-p)
HDMI: HDMI-connector: Digitale YUV
Digitale RGB
HDMI (HDCP1.4)
Kleuren weergeven 16.777.216
Synchronisatiebereik Horizontaal:
Verticaal:
31,5 kHz tot 83,0 kHz
50 Hz tot 75 Hz
Automatisch
Automatisch
Weergavehoek Links/rechts:
Omhoog/omlaag:
±89°(CR>10)
±89°(CR>10)
Beeldvormingstijd 6 ms (grijs-naar-grijs, standaard)
Actief weergavegebied Liggend: Horiz.:
Vert.:
Staand: Horiz.:
Vert.:
597,89mm
336,31 mm
336,31 mm
597,89mm
USB-hub I/F:
Poort:
Belastingsstroom:
USB-specificatie versie USB 3.1 Gen 1
Upstream 1
Downstream 3
Maximaal0,9AperpoortvoorUSB3.1Gen1
Upstreampoort van toepassing op USB-
monitorbediening.
AUDIO
Audio-ingang: STEREO-ministekker:
DisplayPort-connector:
HDMI-connector:
Analoge audio
Digitale audio
Digitale audio
Stereo L/R 500 mV rms 20 Kohm
PCM 2-kanaals 32, 44.1, 48 kHz (16/20/24-bits)
PCM 2-kanaals 32, 44.1, 48 kHz (16/20/24-bits)
Uitgang voor hoofdtelefoon: STEREO-ministekker:
Hoofdtelefoonimpedantie 32 ohm
Luidsprekers Bruikbaar uitgangsvermogen: 1,0 W + 1,0 W
ControlSync (maximaal Ingang:
5 submonitoren beschikbaar) Uitgang:
Stereo-microstekker 2,5 φ
Stereo-microstekker 2,5 φ
Voeding 100-240 V wisselstroom - 50/60 Hz
Nominale stroomsterkte 0,85-0,45 A (met USB en audio)
Afmetingen Landscape (Liggend):
Portrait (Staand):
610,2 mm (B) x 377,3 - 527,3 mm (H) x 250,0 mm (D)
24,0 inch (B) x 14,9-20,8 inch (H) x 9,8 inch (D)
359,8 mm (B) x 628,4 - 652,6 mm (H) x 250,0 mm (D)
14,2 inch (B) x 24,7 - 25,7 inch (H) x 9,8 inch (D)
Instelbereik voet Hoogteverstelling:
Kantelen en draaien:
150 mm/5,9 inch (Staande weergavestand)
24,2 mm/1,0 inch (Liggende weergavestand)
35°omhoog,5°omlaag/±90°/340°
Gewicht 7,6 kg (16,8 lbs.)/Zonder voet: 5,0 kg (11,0 lbs.)
Milieuoverwegingen
Gebruikstemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
Opslagtemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
5°Ctot35°C/41°Ftot95°F
20% tot 80%
0 tot 5.000 m
-10°Ctot60°C/14°Ftot140°F
10% tot 85%
0tot12.192m
OPMERKING: Deze technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nederlands-22
Belangrijke ondersteunde timingen
Resolutie
Verticale frequentie Opmerkingen
H V
640 x 480 60/72/75 Hz
720 x 400 70 Hz
720 x 480 60 Hz
720 x 576 50 Hz
800 x 600 56/60/72/75 Hz
1024 x 768 60/70/75 Hz
1280 x 720 50/60 Hz
1280 x 960 60/75 Hz
1280 x 1024 60/75 Hz
1440 x 900 60 Hz
1680 x 1050 60 Hz
1920 x 1080 50/60 Hz 60 Hz: Aanbevolen
OPMERKING: Wanneer de geselecteerde beeldresolutie afwijkt van de resolutie van de monitor, wordt de tekst op het scherm
in horizontale of verticale richting uitgerekt om de afwijkende resolutie beeldvullend weer te geven. Hiervoor
worden gangbare interpolatietechnologieën gebruikt die veel worden toegepast bij platte beeldschermen.
Nederlands-23
Nederlands
Kenmerken
Smalle rand aan 3 zijden: Stijlvol uiterlijk en kleinere afstand tussen aangrenzende multischermen.
Volledig ergonomische voet: Biedt een flexibele kijkhoek door middel van een hoogteverstelling van 150 mm, kanteling van
-5 ~ 35 graden, draaiing van 170 graden naar links en rechts, met kabelbeheerfunctie en kleine voetafdruk. Monitorhoofd
(schermonderdeel) kan op de voetbasis worden geplaatst als een lagere plaatsing gewenst is.
ErgoDesign-kenmerken: Ontworpen voor een verbeterde ergonomie op de werkplek. Beschermt de gezondheid van de
gebruiker en is kostenbesparend. Naast de volledig ergonomische voet, zijn de OSD-besturingselementen voor snelle en
eenvoudige beeldaanpassingen en lagere straling voorbeelden hiervan.
Montage-interface conform VESA-norm: Hiermee kunnen gebruikers de MultiSync-monitor monteren op een willekeurige
montagearm of -beugel van een andere leverancier, op voorwaarde dat de arm of beugel voldoet aan de VESA-norm.
Diverse signaalinterfaces: Dit model heeft verschillende interfaces. Zie voor meer informatie pagina 7.
Plug-and-Play: De Microsoft
®
-oplossing voor het Windows
®
-besturingssysteem vereenvoudigt de installatie van uw monitor,
doordat de monitor zijn mogelijkheden (zoals schermgrootte en ondersteunde resoluties) rechtstreeks naar uw computer stuurt,
zodat de beeldschermprestaties automatisch worden geoptimaliseerd.
USB Hub 3.1 Gen.1: USB Hubs geeft uw computergebruik iets extra’s door snelle gegevensoverdracht en stroomvoorziening.
Zie voor meer informatie pagina 7.
Hardwarecalibratie: Helderheid, kleuren en gammacurve zijn met behulp van software en kleursensor aan uw voorkeur aan te
passen.
USB-monitorbediening: Hiermee kunt u elk item instellen door middel van applicatiesoftware door een USB-kabel aan te
sluiten.
Kleurenbeheersystemen: Hiermee kunt u de kleuren van het scherm aanpassen en de kleurjuistheid van de monitor
aanpassen aan een groot aantal standaarden.
Persoons-/omgevingsdetectie: De helderheid van het scherm wordt afgestemd op de aanwezigheid van de gebruiker en het
omgevingslicht, om het energieverbruik te verlagen.
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering): Verbetert de respons voor grijs-naar-grijs.
IPM-systeem voor intelligent stroombeheer (Intelligent Power Manager): Dit intelligente stroombeheer biedt een
vernieuwende energiebesparingsmodus die zorgt voor een lager energieverbruik van de monitor wanneer deze is ingeschakeld,
maar niet wordt gebruikt. Hiermee bespaart u tweederde van de energiekosten van uw monitor, reduceert u de emissies en
verlaagt u de kosten voor de klimaatregeling op de werkplek.
ControlSync: Volg de stappen in “DATA COPY” en kopieer de instellingen van de hoofdmonitor naar de submonitoren door
de ControlSync-kabel aan te sluiten. Wanneer de instelling van de hoodmonitor is aangepast, wordt deze automatisch naar de
submonitoren gestuurd, waardoor eenvoudige besturing van de instelling in een omgeving met meerdere monitoren mogelijk is.
INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing): Een of meer submonitor(s) kunnen door middel van het OSD van een
aangewezen hoofdmonitor worden ingesteld. Dit is handig voor het instellen van meerdere monitoren die zich ver van de
gebruiker bevinden.
CUSTOMIZE SETTING (Instelling aanpassen): Hiermee kunnen de huidige instellingen worden opgeslagen en kunnen
opgeslagen instellingen worden hersteld.
LOW BLUE LIGHT (Gedempt blauw licht): Deze monitor heeft een functie waarmee blauw licht wordt gedempt. Dit betekent
dat schadelijk licht van de monitor aanzienlijk wordt verminderd, waardoor de ogen minder worden belast (zie pagina 16).
Stabiel beeld: Speciaal systeem voor achtergrondverlichting waardoor het beeld minder knippert en de spanning op de ogen
wordt vermindert.
NaViSet Administrator 2-software: Bevat een uitgebreide en intuïtieve grafische interface waarmee u makkelijker de OSD-
scherminstellingen kunt aanpassen vanaf een netwerk-pc.
Milieu-impact: Dejaarlijksemaximalekoolstofvoetafdrukvandezemonitor(wereldwijdgemiddelde)isongeveer40,9kg
(berekening: reken wattverbruik x 8 uur per dag x 5 dagen per week x 45 weken per jaar x stroom-naar-koolstof-conversiefactor.
De conversiefactor is gebaseerd op een publicatie van de OECD over wereldwijde CO2-uitstoot (versie 2008). Deze monitor
heeft een productievoetafdruk van ongeveer 44,7 kg.
Opmerking: De koolstofvoetafdrukken voor de productie en het gebruik worden berekend met behulp van een uniek algoritme,
exclusief ontwikkeld door NEC voor hun monitoren.
Nederlands-24
Problemen oplossen
Geen beeld
• Controleerofthesignaalkabelvolledigisaangeslotenopdemonitorenopdecomputer.
• Controleerofdevideokaartvandecomputergoedindeuitbreidingssleufzit.
• GebruikgeenDisplayPort-adapter.Ditapparaatwordtnietondersteund.
• Controleerofdeaan/uit-schakelaarvandecomputerenmonitorallebeiindestandON(Aan)staan.
• DefunctiePOWERSAVETIMER(Energiebesparingstimer)schakeltdemonitorautomatischuitwanneerdefunctie
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) is ingeschakeld en de monitor twee uur onafgebroken in de
energiespaarstand heeft gestaan. Raak de aan/uit-toets aan.
• Controleerofeenvandebelangrijkeondersteundetimingenisgeselecteerdvoordeinhetsysteemgebruiktevideokaart.
(Raadpleeg de handleiding van het systeem of de videokaart voor meer informatie over ondersteunde resoluties en het
wijzigen van de instellingen).
• Controleerofdemonitorenvideokaartcompatibelzijnenvoldoenaandeaanbevoleninstellingen.
• Controleerofdeconnectorvandesignaalkabelgeengebogenofingedruktepinnenheeft.
• Controleerofhetaangeslotenapparaateensignaaluitvoertnaardemonitor.
• AlsdeLEDopdevoorkantdonkerblauwbrandt,controleertudestatusvandemodusOFFMODESETTING(Instelling
modus Uit) (zie pagina 14) of HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) (zie pagina 14).
• WanneerueenHDMI-inganggebruikt,wijzigtu“OVER SCAN” (Overscannen).
De aan/uit-knop reageert niet
• Haaldestekkervandevoedingskabelvandemonitoruithetstopcontactomdemonitoruitteschakelenenteresetten.
Ingebrand beeld
• Eeninbrandingwordtduidelijkwanneerhetechobeeldvaneenvorigbeeldophetschermzichtbaarblijft.Integenstelling
tot CRT-monitoren is een inbranding op een LCD-monitor niet van blijvende aard. De weergave van niet-veranderende
beelden gedurende langere tijd moet echter worden vermeden. U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo
lang uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende
één uur is weergegeven en het echobeeld van dat beeld achterblijft, schakelt u de monitor gedurende één uur uit om het
ingebrande beeld ongedaan te maken.
OPMERKING: Zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig
gebruik te maken van een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te
schakelen als u deze niet gebruikt.
Het bericht “OUT OF RANGE” (Buiten bereik) verschijnt (het scherm is leeg of geeft alleen onduidelijke beelden weer)
• DeOSD-waarschuwingOUTOFRANGE(Buitenbereik)wordtweergegevenopeenruwscherm(ontbrekendepixels):
De snelheid van de signaalklok of de resolutie is te hoog. Wijzig de instellingen naar een ondersteunde modus.
• DeOSD-waarschuwingOUTOFRANGE(Buitenbereik)wordtweergegevenopeenleegscherm:Designaalfrequentie
valt buiten het bereik. Wijzig de instellingen naar een ondersteunde modus.
Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op het scherm
• Designaalkabelmoetgoedenvolledigzijnaangeslotenopdepoortvandecomputer.
• HaaldeDP-kabellosenraakdeMENU-toetsaan.
Selecteer DP LONG CABLE (Lange DP-kabel) en pas de OSD-waarde aan met de toets (LINKS) of (RECHTS).
• GebruikdeOSD-bedieningselementenvanImageAdjust(Beeldaanpassen)omhetbeeldscherptestellenenpashet
beeld aan door middel van fijnafstelling. Wanneer de weergavemodus wordt gewijzigd, moeten de OSD-instellingen van
Image Adjust (Beeld aanpassen) mogelijk opnieuw worden aangepast.
• Controleerofdemonitorenvideokaartcompatibelzijnenvoldoenaandeaanbevolensignaaltimings.
• Alsuwtekstalseenreeksbetekenislozetekenswordtweergegeven,steltudebeeldmodusinopnon-interlaceden
gebruikt u een beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.
De LED van de monitor brandt niet (geen blauwe of gele kleur zichtbaar)
• Deaan/uit-schakelaarmoetzijningeschakeldendevoedingskabelmoetzijnaangesloten.
• VerhoogdehelderheidsinstellingvandeLED.
Het beeld is niet helder
• ControleerofECOMODE(Energiebesparingsmodus)enAUTOBRIGHTNESS(Automatischehelderheid)uitgeschakeld
zijn.
• Alsdehelderheidvarieert,dientuAUTOBRIGHTNESS(Automatischehelderheid)uitteschakelen.
• Designaalkabelmoetvolledigzijnaangesloten.
• VerminderingvandehelderheidvanhetLCD-schermkanvoorkomendoorlangduriggebruikofextremekoude
omstandigheden.
• WanneerueenHDMI-inganggebruikt,wijzigtu“VIDEOLEVEL”(Videoniveau).
• Alsdehelderheidvarieert,controleerdanofDVMODE(DV-modus)isingesteldopSTANDARD(Standaard).
Nederlands-25
Nederlands
Het weergegeven beeld heeft onjuiste afmetingen
• GebruikdeOSD-bedieningselementenvanImageAdjust(Beeldaanpassen)omdeafmetingenvanhetbeeldtewijzigen.
• Controleerofeenvandebelangrijkeondersteundetimingenisgeselecteerdvoordeinhetsysteemgebruiktevideokaart.
(Raadpleeg de handleiding van het systeem of de videokaart voor meer informatie over ondersteunde resoluties en het
wijzigen van de instellingen).
• WanneerueenHDMI-inganggebruikt,wijzigtu“OVERSCAN”(Overscannen).
Geen beeld
• Alsergeenbeeldophetschermwordtweergegeven,schakeltudemonitoruitenweerin.
• Controleerofdecomputernietineenenergiebesparendestandstaat(drukopeentoetsophettoetsenbordofverschuif
de muis even).
• BijgebruikvanDisplayPortwordtbijsommigevideokaarteninlagereresolutiesgeenbeeldsignaaluitgevoerdwanneer
de monitor UIT/AAN wordt gezet of de voedingskabel wordt losgekoppeld/aangesloten.
• WanneerueenHDMI-inganggebruikt,wijzigtu“OVERSCAN”(Overscannen).
Geen geluid
• Zorgervoordatdekabelvandeluidsprekergoedisaangesloten.
• Controleerofdegeluidsdempingisingeschakeld.
• ControleerhetvolumeniveauinhetOSD-menu.
• ControleeralshetinvoersignaalDisplayPortofHDMIis,ofSOUNDINPUT(Geluidsingang)inhetOSD-menuisingesteld
op DisplayPort of HDMI.
Verschillen in helderheid na verloop van tijd
• SchakelAUTOBRIGHTNESS(Automatischehelderheid)uitenpasvervolgensdehelderheidaan.
• SchakelDVMODE(DV-modus)inopSTANDARD(Standaard)enpasvervolgensdehelderheidaan.
OPMERKING: Wanneer AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) is ingeschakeld, past de monitor automatisch de
helderheid aan afhankelijk van de omgeving.
Wanneer de helderheid van de omgeving verandert, verandert ook de instelling van de monitor.
Wanneer de DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC, wordt de helderheid van de monitor automatisch
aangepast.
USB-hub werkt niet
• ControleerofdeUSB-kabelgoedisaangesloten.RaadpleegdegebruikershandleidingvanuwUSB-apparaat.
• ControleerofdeUSB-upstreampoortopdemonitorisverbondenmetdeUSB-downstreampoortopdecomputer.
En controleer of de computer is ingeschakeld.
Persoonsensor werkt niet
• Zorgervoordaterzichgeenvoorwerpvoordepersoonsensorbevindt.
• Zorgervoordatergeenapparatuurmetinfraroodstralingvoordemonitorbevindt.
ControlSync werkt niet
• ControleerofdeControlSync-kabelcorrectisaangesloten.
• ControleerofdeControlSync-kabelnietineenlusisaangesloten.
• DehoofdmonitormagalleenviadeControlSync-uitgangzijnaangesloten.
• GebruikdebijgeleverdeControlSync-kabel.
• Ukuntmaximaal5 submonitoren gebruiken via ControlSync.
Weergegeven OSD-menu is gedraaid
• ControleerdeinstellingOSDROTATION(OSD-rotatie).
Nederlands-26
De persoonsdetectiefunctie
De persoonsdetectiefunctie vermindert het energieverbruik doordat de bewegingen van een persoon worden gevolgd.
De functie HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) heeft twee instellingen:
MODE (Modus) Instelling voor HUMAN SENSOR (Persoonsensor) Niemand voor de monitor
LIGHT (Licht) 1 Helderheid 0%
DEEP (Diep) 2 Energiebesparingsmodus
Beeld bij gebruik van persoonsdetectie
A. Wanneer de sensor niemand voor de monitor detecteert, blijft de monitor ingeschakeld gedurenden de tijd die is ingesteld in
HUMANSENSING(Persoonsdetectie)>STARTTIME(Starttijd)(ziepagina 15).
B. Op het scherm van de monitor verschijnt een melding nadat de tijdsperiode is verstreken zonder dat personen zijn
gedetecteerd.
U kunt het meldingsscherm instellen bij SENSOR INFORMATION (Sensorinformatie) (zie pagina 18).
C. Nadat de melding is weergegeven, wordt het scherm geleidelijk donkerder totdat een helderheid van 0% wordt bereikt als
LIGHT (Licht) is ingesteld op HUMAN SENSING (Persoonsdetectie).
Als DEEP (Diep) is ingesteld op HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) schakelt de monitor over naar de energiespaarstand.
D. Wanneer de sensor de terugkeer van een persoon detecteert, wordt de monitor automatisch van de energiespaarstand naar
de normale modus geschakeld.
OPMERKING: Wanneer LIGHT (Licht) is ingesteld op HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) wordt de helderheid van het
monitorscherm geleidelijk verhoogd totdat de oorspronkelijke helderheid wordt bereikt.
E. De monitor keert terug naar de normale modus.
A EB C D
Een gebruiker gaat weg Een gebruiker is terug
Normale modus Normale modus +
melding
Energiebesparingsmodus
HUMAN SENSING
(Persoonsdetectie)
(LIGHT/DEEP) (Licht/Diep)
Terug naar normale modus
Nederlands-27
Nederlands
De functie Auto Brightness (Automatische
helderheid) gebruiken
De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht in de ruimte. Als de
kamer licht is, produceert de monitor een vergelijkbare hoeveelheid meer licht. Als de kamer donker is, geeft de monitor minder
licht. Het doel van deze functie is om het kijken naar de monitor meer comfortabel voor het oog te maken in verschillende
verlichtingssituaties.
INSTELLING
Gebruik de volgende procedures om het helderheidsniveau in te stellen dat door de monitor wordt gebruikt wanneer de functie
Auto Brightness (Automatische helderheid) wordt geactiveerd.
1. Stel BRIGHTNESS (Helderheid) in. Dit is het hogere helderheidsniveau dat door de monitor wordt gekozen wanneer het
omgevingslichtniveau het hoogst is. Selecteer deze instelling wanneer het lichtniveau in de ruimte het hoogst is.
Selecteer ON in het menu AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) (Illustratie 1). Gebruik vervolgens de knoppen
aan de voorkant om de cursor te verplaatsen naar de instelling voor BRIGHTNESS (helderheid). Kies het gewenste
helderheidsniveau (Illustratie 2).
Illustratie 1 Illustratie 2
2. Stel DARK (Zwartniveau) in. Dit is het lagere helderheidsniveau dat door de monitor wordt gekozen het
omgevingslichtniveau laag is. Zorg dat de kamer zeer donker is tijdens het instellen van dit niveau.
Gebruik vervolgens de knoppen op de voorkant om de cursor naar de instelling BRIGHTNESS (Helderheid) te verplaatsen.
Kies het gewenste helderheidsniveau (Illustratie 3).
Illustratie 3
Wanneer de functie “Auto Brightness” (Automatische helderheid) is ingeschakeld, wordt het helderheidsniveau van het scherm
aangepast aan de verlichtingsomstandigheden van de kamer (Illustratie 4).
Niveau voor BRIGHTNESS
(Helderheid) voor de
monitor instellen voor
gebruik wanneer er weinig
kamerlicht is.
Helderheidsniveau dat voor gebruik
door de monitor is ingesteld bij veel
kamerlicht.
Helderheidsbereik
Lb: Grens tussen lichte en donkere verlichtingscondities, ingesteld op de fabriek
L1:Helderheidsniveaudatvoorgebruikdoordemonitorisingesteldbijveelkamerlicht(L1>Lb)
L2 : Helderheidsniveau dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij weinig kamerlicht (L2<Lb)
L1 en L2 zijn door de gebruiker ingestelde helderheidsniveaus om te compenseren voor verandering in de kamerverlichting.
Illustratie 4
donker licht
kamerlicht
Waarde voor de schermhelderheid als gevolg van de functie Automatische helderheid
Helder kamerlicht
Weinig kamerlicht
Nederlands-28
NEC DISPLAY SOLUTIONS zet zich nadrukkelijk in voor de bescherming van het milieu en beschouwt recyclage als één van
de topprioriteiten van het bedrijf in een poging om de milieulast tot een minimum te beperken. Wij hebben ons voorgenomen om
milieuvriendelijke producten te ontwikkelen en streven er steeds naar om de nieuwste onafhankelijke standaarden van instellingen
als ISO (Internationale organisatie voor standaardisering) en TCO (Zweedse vakbond) mee te helpen definien en na te leven.
Het wegdoen van uw oude NEC-product.
Het doel van recycling is een milieuvoordeel te verkrijgen door hergebruik, bijwerken, herstellen of terugwinnen van materiaal.
Toegewijde recyclinglocaties zorgen ervoor dat componenten die schadelijk zijn voor het milieu voorzichtig worden behandeld
en veilig worden verwijderd. Om voor de beste recycling van onze producten te zorgen, biedt NEC DISPLAY SOLUTIONS een
verscheidenheid aan recycling-procedures en NEC geeft advies over hoe het product op een milieuvriendelijke manier te
behandelen als het einde van de levensduur bereikt is.
Alle vereiste informatie over het verwijderen van het product en landspecifieke informatie over recyclinglocaties vindt u op de
volgende websites:
http://www.nec-display-solutions.com/greencompany/ (in Europa),
http://www.nec-display.com (in Japan) of
http://www.necdisplay.com (in de VS).
Energiebesparing
Deze monitor is uitgerust met een geavanceerde energiebesparingsfunctie. Wanneer een Display Power Management-
signaal (DPMS) naar de monitor wordt verzonden, treedt de energiebesparingsstand in werking. De monitor werkt met één
energiebesparingsstand.
Modus Energieverbruik Kleur LED
Maximaal gebruik 45 W Blauw
Normaal gebruik 17 W standaardinstelling Blauw
Energiebesparingsstand 0,27 W* Geel
Modus uit 0,23 W Brandt niet
*: Fabrieksinstellingen.
Ga voor aanvullende informatie naar:
http://www.necdisplay.com/ (in de VS)
http://www.nec-display-solutions.com/ (in Europa)
http://www.nec-display.com/global/index.html (wereldwijd)
Voor informatie over energiebesparing:
Voor ErP-richtlijnen:
Instelling: geen
Energieverbruik: 0,5 W of minder.
Tijd van energiebeheerfunctie: circa 1 min.
Voor ErP-richtlijnen (Netwerkstand-by):
Instelling: geen
Energieverbruik: 0,5 W of minder (met 1 poort geactiveerd)/3,0 W of minder (met alle poorten geactiveerd).
Tijd van energiebeheerfunctie: circa 1 min.
WEEE-merk (Europese Richtlijn 2012/19/EU en amendementen)
Verwijderen van het gebruikte product: Binnen de Europese Unie
Gezien de wetgeving van de EU, van toepassing in alle lidstaten, is het vereist dat u elektrische en
elektronische apparatuur voorzien van het symbool (links) apart wegdoet en scheidt van het huishoudelijke
afval. Hieronder vallen ook monitoren en elektrische accessoires zoals signaal- of voedingskabels. Als u
dergelijke producten wilt wegdoen, volg dan de richtlijnen van uw lokale overheid of doe navraag bij de
winkel waar u het product hebt aangeschaft. Volg, indien van toepassing, de geldende wet- en regelgeving,
of eventuele overeenkomsten in uw bezit. Het symbool op elektrische en elektronische producten is mogelijk
alleen van toepassing op de huidige lidstaten van de Europese Unie.
Buiten de Europese Unie
Als u woonachtig bent buiten de Europese Unie en elektrische of elektronische apparaten wilt wegdoen, neem dan contact op
met de lokale overheid om te informeren naar de juiste afvoermethode.
Recycle- en energie-informatie van de fabrikant
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

NEC MultiSync EA271F de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding

in andere talen