Aeg-Electrolux 47036IU-MN Handleiding

Type
Handleiding
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
8 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
9 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
10 KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
14 KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
16 KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
17 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
19 OVEN - KLOKFUNCTIES
20 OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
22 OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
34 OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
38 PROBLEMEN OPLOSSEN
40 MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
NEDERLANDS
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of ge-
bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veilig-
heid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking
van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap-
paraat, ook wanneer u het verplaatst of
verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve in-
stallatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
mensen met beperkte lichamelijke, zin-
tuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, in-
dien zij onder toezicht staan of instruc-
ties hebben gekregen over het veilig
gebruiken van het apparaat en indien
zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin-
deren mogen niet met het apparaat
spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt
van het apparaat als de deur openstaat
of als het apparaat in gebruik is. Gevaar
voor letsel of ander permanent licha-
melijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lock-
functie als het apparaat hiermee uitge-
rust is. Dit voorkomt dat kinderen en
dieren het apparaat per ongeluk aan-
zetten.
ALGEMENE VEILIGHEID
• De specificaties van het apparaat mo-
gen niet worden veranderd. Risico op
letsel en beschadiging van het appa-
raat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit ap-
paraat worden op het label weergege-
ven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servi-
cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is be-
schadigd tijdens het transport. Sluit
geen beschadigd apparaat aan. Neem
indien nodig contact op met de leve-
rancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voor-
dat u het voor het eerst in gebruik
neemt. Verwijder niet het typeplaatje.
Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en
normen die van kracht zijn in het land
waar het apparaat wordt gebruikt die-
nen in acht genomen te worden (veilig-
heidsvoorschriften, recyclingvoorschrif-
ten, veiligheidsvoorschriften met be-
trekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen
van het apparaat. Het apparaat is
zwaar. Gebruik altijd veiligheidshand-
schoenen. Trek het apparaat nooit aan
de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het ap-
paraat uit het stopcontact is getrokken
tijdens de installatie (indien van toepas-
sing).
• Houd de minimumafstanden naar an-
dere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servi-
cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens
op het typeplaatje overeenkomen met
de stroomvoorziening in uw woning.
4
www.aeg.com
• Informatie over het voltage vindt u op
het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste
scheidingsvoorzieningen: stroomonder-
brekers, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden verwij-
derd), aardlekschakelaars en contactge-
vers.
• De elektrische installatie moet isolatie
bevatten waardoor het apparaat volle-
dig van het lichtnet afgesloten kan wor-
den. De isolatie moet een contactope-
ning hebben met een minimale breed-
te van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen
moeten zo worden bevestigd dat zij
niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elek-
trische apparaten op stopcontacten uit
de buurt van de hete deur van het ap-
paraat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan-
sluitingen en verlengkabels. Er kan
brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in-
dien van toepassing) en kabel niet
knakken of beschadigd raken achter
het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het
net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk koken. Gebruik het appa-
raat niet voor commerciële of industrië-
le doeleinden. Zo voorkomt u lichame-
lijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens
gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u
de deur van het apparaat opent als het
apparaat aan staat. Er kan hete stoom
ontsnappen. Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het con-
tact maakt met water. Bedien het appa-
raat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Leg geen metalen
voorwerpen, zoals bestek of deksels, op
de kookplaat; deze kunnen zeer heet
worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Gebruik ovenhand-
schoenen wanneer u bakroosters, scha-
len e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke on-
derdelen ervan worden heet tijdens ge-
bruik. Zorg ervoor dat u de verwar-
mingselementen niet aanraakt. Houd
jonge kinderen uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoho-
lische toevoegingen gebruikt, kan er al-
cohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan
brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten, en/of onstekingsproducten
(gemaakt van plastic of aluminium) in,
bij of op het apparaat. Er kan brand of
een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder ge-
bruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit
kan schade veroorzaken aan kookgerei
en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de
kookplaat vallen, kan het oppervlak be-
schadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het be-
dieningspaneel, want de warmte kan
het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of
installeren van toebehoren om schade
aan het emaille van het apparaat te
voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
NEDERLANDS
5
veroorzaken op de kookplaat als u ze
over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek
het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het
deel onder de oven. Bewaar daar alleen
hittebestendige accessoires (indien van
toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven
niet af. Deze bevinden zich aan de ach-
terzijde van de bovenkant (indien van
toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kook-
plaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het opper-
vlak is gebarsten. Er bestaat risico op
elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal
(bijv. dunne roosters of metalen platen
die de warmte geleiden) onder de pan-
nen. Door de warmtereflectie kan de
kookplaat beschadigen.
• Als u een geïmplanteerde pacemaker
hebt, moet u uw bovenlichaam op een
afstand van minimaal 30 cm van inge-
schakelde inductiekookzones houden.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld voordat u onderhoud verricht.
Gevaar voor brandwonden. De glazen
panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Op-
eenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand veroorza-
ken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven ach-
teruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de
veiligheid van uw eigendommen alleen
water en zeep om het apparaat te reini-
gen. Gebruik geen ontvlambare pro-
ducten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomrei-
nigers, hogedrukreinigers, scherpe
voorwerpen, schuurmiddelen, schuur-
sponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de fabrikant
als u een ovenspray gebruikt. Spray
niets op de verwarmingselementen en
de thermostaatsensor (indien van toe-
passing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met
schurende reinigingsmiddelen of een
metalen schraper. Het hittebestendige
oppervlak van de binnenruit kan hier-
door breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken,
worden ze zwak en kunnen ze breken. U
dient ze te vervangen. Neem contact
op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden
gebruikt, zijn speciale lampjes voor
huishoudelijke apparaten. Ze kunnen
niet worden gebruikt voor de gehele of
gedeeltelijke verlichting van een woon-
ruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig alleen
door nieuwe lampjes met hetzelfde ver-
mogen die specifiek bedoeld zijn voor
huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact voordat u de ovenlamp
vervangt. Gevaar voor elektrische
schokken. Laat het apparaat afkoelen.
Gevaar voor brandwonden.
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur
mag dit apparaat repareren. Neem
contact op met een erkend servicecen-
trum.
• Gebruik alleen originele reserveonder-
delen.
VERWIJDERING VAN HET
APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voor-
komen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
6
www.aeg.com
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huis-
dieren in het apparaat opgesloten ra-
ken. Er bestaat gevaar voor verstik-
king.
NEDERLANDS
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
21
8
3 4
5
6
7
1
2
3
4
5
1
Knop voor de ovenfuncties
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Knop voor de temperatuur
4
Temperatuurweergave
5
Verwarmingselement
6
Ovenlampje
7
Ventilator- en verwarmingselement
8
Rekstanden
INDELING KOOKPLAAT
2
210 mm
180 mm
140 mm
180 mm
1 3
6 4
5
1
Inductiekookzone 1400 W, met Po-
werfunctie 2500 W
2
Stoomuitlaat
3
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
werfunctie 2800 W
4
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
werfunctie 2800 W
5
Bedieningspaneel
6
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3600 W
ACCESSOIRES
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
• Uitneembare telescopische geleiders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
8
www.aeg.com
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneem-
bare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste ge-
bruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u
de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonder-
breking, gaat het symbool voor de tijd
knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knip-
peren en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
Wanneer u de tijd verandert, mag
u niet tegelijkertijd de functie
Duur
of Eindtijd instellen.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het reste-
rende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
NEDERLANDS
9
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
INDELING BEDIENINGSPANEEL
51 2
3
4
10
89 7
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Indicatielampjes, displays
en geluiden geven aan welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie
1
Schakelt de kookplaat in en uit.
2
Schakelt de toetsblokkering of het kin-
derslot in en uit.
3
Indicatielampjes timer voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in-
stelt.
4
Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
5
Activeert de Powerfunctie.
6
Kookstanddisplay Geeft de kookstand weer.
7
Bedieningsstrip Verhoogt of verlaagt de kookstand.
8
/
verhoogt of verlaagt de tijdsinstelling
9
Selecteert de kookzone.
10
Schakelt de Stop&Go-functie in of uit.
KOOKSTANDDISPLAY
Display Beschrijving
Kookzone is uitgeschakeld
-
De kookzone wordt gebruikt.
De Stop&Go-functie staat aan.
Het automatisch opwarmen is ingeschakeld.
De Powerfunctie is ingeschakeld.
+ cijfer
Er is een storing.
10
www.aeg.com
Display Beschrijving
/ /
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen):
doorgaan met koken/warmhouden/restwarmte.
Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er bevindt
zich geen kookgerei op de kookzone.
Automatische uitschakeling is actief.
DE KOOKPLAAT AAN- EN
UITZETTEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
TEMPERATUURINSTELLING
Raak de benodigde temperatuurinstelling
op de bedieningsstrip aan. Wijzig naar
links of rechts, indien nodig. Laat niet los
voordat de juiste kookstand is bereikt.
Het display toont de kookstand.
AUTOMATISCH OPWARMEN
Met de functie voor automatisch opwar-
men bereikt u sneller de benodigde tem-
peratuurinstelling. Deze functie schakelt
even de hoogste kookstand in (zie afbeel-
ding) en verlaagt dan naar de gewenste
kookstand.
Automatisch opwarmen starten:
1.
aanraken ( verschijnt op de dis-
play).
2.
Stel meteen de benodigde kookstand
in. Na 3 seconden verschijnt
op de
display.
3.
Wijzig de kookstand om de functie uit
te schakelen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1234567891011121314
POWERFUNCTIE
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 mi-
nuten geactiveerd. Daarna wordt de in-
ductiekookzone automatisch terugge-
schakeld naar de hoogste kookstand. Om
de functie te activeren, raakt u
aan.
verschijnt op het display. Voor uitschake-
len, raakt u een kookstand aan
- .
VERMOGENSBEHEER
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Power-
functie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen in
de tweede kookzone. Het display van de
verlaagde zone verandert tussen twee ni-
veaus.
NEDERLANDS
11
TIMER
De uitschakeltijd instellen voor een kook-
zone.
1.
Stel de kookzone in. Raak meerde-
re malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
U moet de kookzone instellen
voordat u de timer activeert.
2.
Stel de warmteinstelling voor de
kookzone in. U kunt dit ook na het ac-
tiveren van de timer instellen.
3.
Voor het activeren van de timer of het
wijzigen van de ingestelde tijd, raakt
u + of - op het bedieningspaneel van
de kookplaat aan. De maximale tijds-
duur die u in kunt stellen bedraagt 99
minuten.
Het indicatielampje van de kookzone
knippert langzaam. De timer begint af
te tellen.
4.
Als u wilt zien hoeveel tijd er nog res-
teert, raakt u
meerdere malen aan
tot het lampje van de gewenste kook-
zone snel knippert. Op het display
wordt de resterende tijd weergege-
ven.
Wanneer de ingestelde tijd is verstre-
ken, knippert 00 en hoort u een ge-
luidssignaal. De kookzone wordt uit-
geschakeld.
5.
Raak aan om het signaal uit te
schakelen.
Als u de timer wilt uitschakelen
voordat de ingestelde tijd is ver-
streken, stelt u de kookzone in
met
en raakt u - aan. De tijd
telt terug tot 00. Het indicatie-
lampje van de kookzone gaat uit.
U kunt de timer als kookwekker gebruiken
als de kookzones uitgeschakeld zijn. Stel
hiervoor de kookzone in en activeert de ti-
mer, maar stel geen kookstand in.
STOP + GO-FUNCTIE
De Stop + Go-functie stelt alle kook-
zones in op de laagste instelling (
).
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
•
Raak om deze functie te starten
aan.
Op het display verschijnt het symbool
.
•
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kookstand
die u eerder hebt ingesteld.
Wanneer de Stop + Go-functie in
werking is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
SLOT
U kunt het bedieningspaneel vergrende-
len als de kookzones in werking zijn, maar
niet
. Hiermee wordt voorkomen dat
de kookstand per ongeluk wordt veran-
derd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1.
Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool verschijnt 4 se-
conden op het display.
3.
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat het kooktoe-
stel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
. Het
kinderslot is in werking.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
12
www.aeg.com
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
De kinderbeveiliging uitschakelen voor
een enkele kooksessie
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
.
2.
Raak 4 seconden aan.
3.
Stel de kookstand binnen 10 secon-
den in. U kunt het kooktoestel bedie-
nen.
4.
Als u de kookplaat uitschakelt, treedt
het kinderslot weer in werking.
OPTIHEAT CONTROL
(RESTWARMTE-INDICATIE IN
DRIE STAPPEN)
OptiHeat Control geeft het niveau van de
restwarmte aan (
\ \ ). De induc-
tiekookzones creëren de voor het koken
benodigde warmte direct in de bodem
van het kookgerei. De warmte van het
kookgerei verwarmt het glaskeramiek.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
De kookplaat wordt automatisch uitge-
schakeld als:
•
Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluids-
signaal en de kookplaat wordt uitge-
schakeld. Verwijder het voorwerp of rei-
nig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een
pan droog kookt). De kookzone moet
afgekoeld zijn voordat u deze weer
kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
gaat op het display bran-
den en na 2 minuten schakelt de kook-
zone automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
tabel) verschijnt het symbool
op het
display en wordt de kookplaat uitge-
schakeld.
Temperatuurin-
stelling
Uitschakeltijd in-
stellen
-
6,0 uur
-
5,0 uur
-
4,0 uur
-
1,5 uur
NEDERLANDS
13
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
KOOKGEREI VOOR
INDUCTIEKOOKZONES
Bij inductiekookzones creëert een
krachtig elektromagnetisch veld
een bijna onmiddellijke warmte in
het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• Correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt voor inductie
door de fabrikant).
• Incorrect: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
• Water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd.
• U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van het kookgerei:
inductiekookzones passen zich tot
op zekere hoogte automatisch
aan de grootte van de bodem van
het kookgerei aan. Het magneti-
sche deel op de bodem van het
kookgerei moet echter een mini-
male diameter van ongeveer 3/4
van de kookzone hebben.
GELUID TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• Een krakend geluid: het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• Fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kook-
stand en als het kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen (sandwich-
constructie).
• Zoemen: een of meerdere kookzones
werken op hoge kookstand.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden
geen storing in het apparaat aan.
ENERGIE BESPAREN
• Doe indien mogelijk altijd een
deksel op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kook-
zone voordat u deze inschakelt.
VOORBEELDEN VAN
KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen
slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd Tips
1
Bereide gerechten warmhouden zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1-3 Hollandaisesaus, smelten: boter,
chocolade, gelatine.
5-25
min
Van tijd tot tijd mengen
1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10-40
min
Een deksel op het kookgerei
doen.
14
www.aeg.com
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd Tips
3-5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst, ge-
rechten op melkbasis op een
bepaald moment roeren.
5-7 Stomen van groenten, vis en
vlees
20-45
min
Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
7-9 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7-9 Bereiden van grotere hoeveelhe-
den voedsel, stoofschotels en
soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten
9-12 Zachtjes braden: kalfsoester, cor-
don bleu van kalfsvlees, kotelet-
ten, rissoles, worstjes, lever,
roux, eieren, pannenkoeken, do-
nuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12-13 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks.
5-15
min
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet.
De Powerfunctie is het beste geschikt
voor het verwarmen van grote hoeveelhe-
den water.
NEDERLANDS
15
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
– Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen. Ge-
bruik een speciale schraper voor de
glazen plaat. Plaats de schraper
schuin op de glazen plaat en ver-
wijder resten door het blad over
het oppervlak te schuiven.
– Verwijder nadat het apparaat vol-
doende is afgekoeld: kalkvlekken,
waterkringen, vetvlekken en glim-
mende metaalachtige verkleurin-
gen. Gebruik een speciaal schoon-
maakmiddel voor glaskeramiek of
roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
16
www.aeg.com
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat aanstaat, wordt de koel-
ventilator automatisch ingeschakeld Na
het uitschakelen van het apparaat blijft de
ventilatie doorgaan om het apparaat af te
koelen en schakelt daarna vanzelf uit.
HET APPARAAT AAN- EN
UITZETTEN
1.
Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2.
Zet de temperatuurknop op de ge-
wenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo-
lang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len de functieknop van de oven en de
thermostaatknop op de uit-stand.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Multi hetelucht
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor-
den overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij berei-
ding met onder- en bovenwarmte.
Boven + On-
derwarmte
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en
onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in-
geschakeld.
Pizzafunctie
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oven-
temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met on-
der- en bovenwarmte.
Circulatiegrill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele-
ment en de ovenventilator werken samen, zodat de hete-
lucht rond de gerechten circuleert.
Grill intens
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden.
Voor het maken van toast. Het volledige grillelement
wordt geactiveerd.
Drogen
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui-
men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of
champignons).
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
NEDERLANDS
17
Ovenfunctie Applicatie
Ovenlampje Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
18
www.aeg.com
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
1 2 3
456
1
Functie-indicatielampjes
2
Tijdindicatie
3
Functie-indicatielampjes
4
Toets +
5
Keuzetoets
6
Toets -
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
dag
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controle-
ren.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven.
Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha-
keld.
U kunt Duur en Eindtijd tegelijker-
tijd gebruiken om in te stellen
wanneer het apparaat moet wor-
den geactiveerd, en vervolgens
gedeactiveerd. Stel eerst de Duur
in, en daarna de Eindtijd.
DE KLOKFUNCTIES
INSTELLEN
1.
Druk meerdere malen op de keuzet-
oets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Om de tijd in te stellen voor de kook-
wekker
, Duur of Einde , ge-
bruikt u de toets + of -.
Het controlelampje voor de betref-
fende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knip-
pert het functielampje en klinkt er ge-
durende 2 minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Duur en Einde
schakelt het apparaat automa-
tisch uit.
3.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
DE KLOKFUNCTIES
ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzet-
oets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar se-
conden uit.
NEDERLANDS
19
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het ovenrek heb-
ben zijranden. Deze randen en de
vorm van de geleidestangen vor-
men een speciaal accessoire om
te zorgen dat het kookgerei niet
verschuift.
Het ovenrek en de diepe pan samen
plaatsen
Plaats het ovenrek op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleides-
tangen van een van de ovenniveaus.
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES
PLAATSEN
Plaats de bakplaat of de schaal op de te-
lescopische geleiders.
20
www.aeg.com
Door de verhoogde rand rond het
ovenrooster is het kookgerei bo-
vendien beveiligd tegen wegglij-
den.
OVENROOSTER EN DIEPE BAKPLAAT SAMEN PLAATSEN
Plaats het ovenrooster op de braadslede.
Plaats het ovenrooster en de braadpan op
de telescopische geleiders.
NEDERLANDS
21
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte in-
grediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht
een diep bakblik. Vruchtensappen
kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan
de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de bak-
tijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmidde-
len gebruikt, kunnen de platen in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt
de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de la-
gere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minu-
ten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Ver-
ander in dit geval de temperatuurinstel-
ling niet. De verschillen verminderen tij-
dens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is te licht van kleur.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. Baktij-
den kunnen niet worden
verkort door hogere
baktemperaturen.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
een kortere baktijd.
22
www.aeg.com
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
Het deeg is niet gelijkma-
tig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 140 - 160 50 - 90
Fatless sponge ca-
ke
3
150 - 160
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
2 - 3 160 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Kruimeltaart
(droog)
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
1)
3 150 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 160 - 170 40 - 80
1)
Gebruik diepe pan
NEDERLANDS
23
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50
Klein gerezen ge-
bak
3 150 - 160 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
170 - 180
1)
20 - 30
Bolletjes 3
160
1)
10 - 35
Small cakes (20 per
plaat)
3
150
1)
20 - 35
1)
Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
160 - 170
1)
15 - 30
Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Roomsoezen/tom-
poezen
2/4
160 - 180
1)
25 - 45
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40
24
www.aeg.com
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/4 140 25 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80
Klein gerezen ge-
bak
2/4 160 - 170 30 - 60
Klein bladerdeeg-
gebak
2/4
170 - 180
1)
30 - 50
Bolletjes 2/4
180
1)
25- 40
Small cakes (20
per plaat)
2/4
150
1)
20 - 40
1)
Oven voorverwarmen
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 150 - 170 50 - 90
Fatless sponge ca-
ke
3
170
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
190 - 210
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 170 - 190 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
1 - 2 180 60 - 90
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1 180 - 220 35- 60
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
NEDERLANDS
25
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
2 170 - 190 40 - 50
Kerststol 2
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rogge-
brood):
1.
Eerste deel
van het bak-
proces.
2.
Tweede deel
van het bak-
proces.
1 - 2
1.
230
1)
2.
160 - 180
1)
1.
20
2.
30 - 60
Roomsoezen/tom-
poezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnenbrood
(opgerolde cake
met jam)
3
180 - 200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
3 160 - 180 20 - 40
Amandelcake/sui-
kertaart
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
3 170 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garne-
ring (bijv. kwark,
room, puddingvul-
ling)
3
160 - 180
1)
40 - 80
Pizza (met veel
garnering)
2)
1 - 2
190 - 210
1)
30 - 50
Pizza (dunne korst) 1 - 2
220 - 250
1)
15 - 25
Ongedesemd
brood
1 230 - 250 10 - 15
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
26
www.aeg.com
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20
Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60
Klein gerezen ge-
bak
3 170 - 190 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
190 - 210
1)
20 - 30
Bolletjes 3
190 - 210
1)
10 - 55
Small cakes (20 per
plaat)
3 - 4
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60
Lasagne 1 180 - 200 35 - 50
Groentegratin 1
180 - 200
1)
15 - 30
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
200 - 220
1)
15 - 30
Zoete ovenscho-
tels
1 180 - 200 40 - 60
Visschotels 1 180 - 200 40 - 60
Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
PIZZAFUNCTIE
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
Pizza (dunne korst)
1)
1 - 2
200 - 230
2)
10 - 20
Pizza (met veel
garnering)
1)
1 - 2 180 - 200 20 - 35
NEDERLANDS
27
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
Taarten 1 - 2 170 - 200 35 - 55
Spinazietaart 1 - 2 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine
(hartige taart)
1 - 2 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 - 2 170 - 200 35 - 55
Kwarktaart 1 - 2 140 - 160 60 - 90
Appeltaart, bedekt 1 - 2 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 - 2 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
2 - 3
230 - 250
2)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2 - 3
160 - 180
2)
45 - 55
Flammekuchen
2 - 3
230 - 250
2)
12 - 20
Piroggen (Russi-
sche variant op
calzone)
2 - 3
180 - 200
2)
15 - 25
1)
Gebruik diepe pan
2)
Oven voorverwarmen
BRADEN
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabri-
kant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aanwe-
zig) of op een rooster boven de braad-
pan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moe-
ten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
BRADEN MET BOVEN- EN ONDERWARMTE
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
230 - 250
1)
6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12
1)
Oven voorverwarmen
28
www.aeg.com
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kotelet, ribbe-
tje
1-1,5 kg 1 180 - 190 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 170 - 190 50 - 60
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
750 g -1 kg 1 200 - 220 90 - 120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Geroosterd
kalfsvlees
1)
1 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 200 - 220 150 - 180
1)
gebruik een afgesloten braadpan
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
1 - 1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Lamsrug 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 40 - 60
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg 1
220 - 240
1)
30 - 40
Reerug, her-
tenrug
1,5-2 kg 1 210 - 220 35 - 40
Reebout, her-
tenbout
1,5-2 kg 1 200 - 210 90 - 120
1)
Oven voorverwarmen
NEDERLANDS
29
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevo-
gelte
200-250g elk 1 220 - 250 20 - 40
Halve kip 400-500 g elk 1 220 - 250 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 220 - 250 50 - 70
Eend 1,5-2 kg 1 210 - 220 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 200 - 210 150 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 200 - 210 120 - 180
Kalkoen 4-6 kg 1 180 - 200 180 - 240
Vis
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg 1 210 - 220 40 - 70
BRADEN MET CIRCULATIEGRILL
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
190 - 200
1)
5 - 6
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 180 - 190 6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 170 - 180 8 - 10
1)
Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kotelet, ribbe-
tje
1-1,5 kg 1 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
750 g -1 kg 1 150 - 170 90 - 120
30
www.aeg.com
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 160 - 180 120 - 150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
1-1,5 kg 1 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1-1,5 kg 1 160 - 180 40 - 60
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevo-
gelte
200-250 g elk 1 200 - 220 30 - 50
Halve kip 400-500 g elk 1 190 - 210 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5-2 kg 1 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4-6 kg 1 140 - 160 150 - 240
GRILLEN
Gebruik de grilfunctie altijd met maxi-
male temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de oven-
deur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen,
zoals aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Grillen
Voedings-
soorten voor
grillen
Plaathoog-
te
Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Burgers 4
Maximaal
1)
9 - 15 8 - 13
NEDERLANDS
31
Voedings-
soorten voor
grillen
Plaathoog-
te
Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Varkenshaas 4 Maximaal 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 Maximaal 10 - 12 6 - 8
Runderfilet,
kalfsbiefstuk-
ken
4 Maximaal 7 - 10 6 - 8
Geroosterd
brood
4 - 5
Maximaal
1)
1 - 4 1 - 4
Brood met
iets erop
4 Maximaal 6 - 8 -
1)
Oven voorverwarmen
DROGEN
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Voor de beste resultaten: schakel het ap-
paraat na de eerste helft van de vereiste
tijd uit. Open de deur en laat het appa-
raat afkoelen. Hierna kunt u het droog-
proces afronden.
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 3 2/4 60 - 70 6 - 8
Paprika's 3 2/4 60 - 70 5 - 6
Groente in het
zuur
3 2/4 60 - 70 5 - 6
Paddestoelen 3 2/4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 2/4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 2/4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 2/4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 2/4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 2/4 60 - 70 6 - 9
ONTDOOIEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden
of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd
worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven.
Het inzetniveau onderaan.
32
www.aeg.com
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ontdooi-
tijd in min.
Opmerking
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot
bord leggen, halverwe-
ge de tijd omdraaien
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt
Taart, 1400 g 60 60 -
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente
wetenschappelijke informatie kan het
intensief bruinen van levensmiddelen
(met name in producten die zetmeel
bevatten), een gezondheidsrisico vormen
tengevolge van acrylamides. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen
zoveel mogelijk bij lage temperaturen
gaar te laten worden en de gerechten
niet te veel te bruinen.
NEDERLANDS
33
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vuil laat zich dan het mak-
kelijkst verwijderen en kan niet aan-
branden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een spe-
ciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoon-
maakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een afwasauto-
maat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag
onherstelbaar worden beschadigd.
Apparaten van roestvrij staal of
aluminium:
Maak de ovendeur alleen met een
natte spons schoon. Drogen met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol,
zure of schurende producten, de-
ze kunnen de oppervlakken van
de oven beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon.
INSCHUIFRAILS
U kunt de inschuifrails verwijderen om de
zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant
uit de zijwand.
2
1
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omgekeer-
de volgorde.
Geldig bij de telescopische ge-
leiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wij-
zen!
34
www.aeg.com
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste beves-
tigingsdraad voorin wordt aange-
bracht. De uiteinden van de twee
draden moeten naar achteren wij-
zen. Incorrecte installatie kan
schade aan het email toebrengen.
DE OVENDEUR REINIGEN
Om het reinigen te vergemakkelijken, ver-
wijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld al-
vorens u de glasplaat schoon-
maakt. De glazen panelen kunnen
breken.
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd ra-
ken of bekrast worden, worden ze
zwak en kunnen ze breken. Om dit
te voorkomen, moet u ze vervan-
gen. Voor meer informatie, neemt
u contact op met de service afde-
ling.
De deur verwijderen:
1
2
1.
Open de deur helemaal.
2.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3.
Sluit de deur tot de schuif vergren-
delt.
4.
Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de an-
dere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in omgekeer-
de volgorde. Zorg ervoor dat u een klik
hoort wanneer u de deur terugplaatst.
Gebruik indien nodig enige kracht.
OVENGLASPLATEN
De glasplaten van de ovendeur
op uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voorbeel-
den die u hier ziet. Het aantal
glasplaten kan ook verschillen.
NEDERLANDS
35
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
B
1.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
2.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
3.
Houd de deurglasplaten aan de bo-
venkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4.
Reinig de glasplaten.
Voer de bovenstaande stappen uit in om-
gekeerde volgorde om de panelen te in-
stalleren.
LET OP!
De verwijderbare glasplaten heb-
ben een markering aan één zijde.
Zorg ervoor dat de markering zich
in de linkerbovenhoek bevindt.
OVENLAMPJE
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de oven-
lamp vervangt. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekerin-
genkast, of schakel de stroomonder-
breker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om schade aan het oven-
lampje en het afdekglaasje te
voorkomen.
Het ovenlampje vervangen
1.
Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de oven-
ruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2.
Reinig het afdekglas.
3.
Vervang de ovenlamp met de rele-
vante tegen 300°C hittebestendige
ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
Plaats het afdekglas terug.
DE LADE VERWIJDEREN
De lade onder de oven kan worden ver-
wijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1.
Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
36
www.aeg.com
1
2
2.
Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen
1.
Plaats de lade op de steunrails. Zorg
ervoor dat de uitsparingen goed in
de rails vallen.
2.
Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Bewaar
geen ontvlambare dingen in de
oven (bijv. schoonmaakmiddelen,
plastic zakken, ovenhandschoe-
nen, papier, reinigingssprays,
enz).
NEDERLANDS
37
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
De zekering in de zeke-
ringkast is doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer dan
één keer doorslaat, raad-
pleeg dan een bevoegde
elektricien.
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
U hebt twee of meer tip-
toetsen tegelijk aange-
raakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
Het kinderslot of de
toetsblokkering
is ac-
tief.
Zie het hoofdstuk "Bedie-
ning van het apparaat".
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
Het apparaat staat niet
aan.
Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
Controleer de kookstan-
den.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
Laat gerechten na het be-
reiden niet langer dan
15-20 minuten in de oven
staan.
Op het display verschij-
nen "12.00" en "LED"
Een stroomonderbreking. Stel de klok opnieuw in.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De kookzone is niet heet,
omdat hij slechts kort-
stondig is bediend
Als de kookzone heet
moet zijn, neem dan con-
tact op met de klanten-
service
De kookzone heeft de
kookstand verlaagd naar
U hebt één of meer tip-
toetsen bedekt of er ligt
water of vet op het be-
dieningspaneel.
Maak de tiptoetsen vrij.
Reinig het bedieningspa-
neel
Er klinkt een geluid als
het apparaat uit staat.
U hebt één of meer tip-
toetsen afgedekt.
Maak de tiptoetsen vrij.
De kookstand wisselt Het vermogensbeheer is
actief.
Zie het hoofdstuk "Ver-
mogensbeheer".
38
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er klinkt een geluid en
het apparaat schakelt in
en weer uit. Na vijf secon-
den klinkt er nog een ge-
luid.
U hebt
Maak de tiptoets vrij.
gaat branden.
De automatische uitscha-
keling is in werking getre-
den.
Schakel het apparaat uit
en weer in.
gaat branden.
De oververhittingsbeveili-
ging voor de kookzone is
in werking getreden.
Schakel de kookzone uit.
Schakel de kookzone
weer in.
gaat branden.
Geen kookgerei op de
kookzone
Zet kookgerei op de
kookzone.
gaat branden.
Geen correct kookgerei. Gebruik het correcte
kookgerei.
gaat branden.
De diameter aan de bo-
dem van het kookgerei is
te klein voor de kookzo-
ne.
Zet het kookgerei op een
kleinere kookzone.
en een getal gaan
branden
Er is een fout in het appa-
raat opgetreden.
Ontkoppel het apparaat
enige tijd van de stroom-
toevoer. Maak de zeke-
ring los in de meterkast
van het huis. Sluit op-
nieuw aan. Als
weer
gaat branden, neem dan
contact op met de klan-
tenservice.
gaat aan.
Er is een storing in het
apparaat opgetreden,
omdat het kookgerei is
droog gekookt of omdat
u ongeschikt kookgerei
hebt gebruikt. De over-
verhittingsbeveiliging
voor de kookzone is in
werking getreden. De au-
tomatische uitschakeling
is in werking getreden.
Schakel het apparaat uit.
Verwijder het hete kook-
gerei. Schakel na onge-
veer 30 seconden de
kookzone opnieuw in.
moet nu verdwijnen,
de restwarmte-indicatie
kan blijven branden. Laat
het kookgerei afkoelen
en controleer in het
hoofdstuk Kookgerei of
het geschikt is voor een
inductiekookzone.
NEDERLANDS
39
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 74 l
Spanning 230 V
Frequentie 50 Hz
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
A
B
Minimum afstanden
Afmetin-
gen
mm
A 2
B 685
WATERPAS ZETTEN
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
ANTI-KANTELBESCHERMING
LET OP!
U moet de anti-kantelbescher-
ming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Zorg dat u de anti-kantelbescher-
ming op de correcte hoogte in-
stalleert.
1.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kan-
telbescherming gaat plaatsen.
2.
Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde opening
op een steun (zie afb.). Schroef de be-
veiliging stevig in solide materiaal of
gebruik geschikte versteviging (muur).
3.
U vindt de opening aan de linkerach-
terkant van het apparaat (zie afb.).
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes (2). Als de af-
stand tussen de aanrechtkastjes gro-
ter is dan de breedte van het appa-
raat, moet u de zijmetingen aanpas-
sen als u het apparaat wilt centreren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
40
www.aeg.com
1
2
49 mm
77 mm
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
De fabrikant is niet verantwoorde-
lijk indien u deze veiligheidsmaat-
regelen uit hoofdstuk 'Veiligheids-
informatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stek-
ker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05
RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F
(T90), H05 BB-F.
NEDERLANDS
41

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUD 4 8 9 10 14 16 17 19 20 22 34 38 40 VEILIGHEIDSINFORMATIE BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT VOOR HET EERSTE GEBRUIK KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK OVEN - KLOKFUNCTIES OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING PROBLEMEN OPLOSSEN MONTAGE MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR: - Producten - Brochures - Gebruikershandleidingen - Oplossen van problemen - Service-informatie www.aeg.com LEGENDA Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 3 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken… Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje. Model Productnummer Serienummer 4 www.aeg.com VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of gebruikt: • Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen • Voor bescherming van het milieu • Voor de correcte bediening en werking van het apparaat. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel. • Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel. • Gebruik het kinderslot of de Key lockfunctie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten. ALGEMENE VEILIGHEID • De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat na elk gebruik uit. MONTAGE • De afstellingsvoorwaarden voor dit apparaat worden op het label weergegeven (of op het gegevensplaatje). • Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen. • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier. • Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken. • De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.). • Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toepassing). • Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht. • Plaats het apparaat niet op een basis. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen. • Dit apparaat moet worden geaard. • Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning. NEDERLANDS • Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje. • U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm. • De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het apparaat. • Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan. • Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat. • Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing). • Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum. GEBRUIK • Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. • Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik. • Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden. 5 • Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden. • De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert. • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht. • Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan. • Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik. • Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop • Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookgerei en het kookoppervlak. • Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken. • Zet geen heet kookgerei naast het bedieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen. • Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan het emaille van het apparaat te voorkomen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen 6 www.aeg.com • • • • • • • • • veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift. Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie; – plaats heet water niet direct in het apparaat; – haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. Oefen geen kracht uit op een geopende deur. Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebestendige accessoires (indien van toepassing). Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van toepassing). Plaats geen voorwerpen op de kookplaat die kunnen gaan smelten. Sluit de stroomtoevoer af als het oppervlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische schokken. Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadigen. Als u een geïmplanteerde pacemaker hebt, moet u uw bovenlichaam op een afstand van minimaal 30 cm van ingeschakelde inductiekookzones houden. • • • • • • • • water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten. Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars. Volg de aanwijzingen van de fabrikant als u een ovenspray gebruikt. Spray niets op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor (indien van toepassing). Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren. Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar. De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woonruimte. Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden. ONDERHOUD EN REINIGING SERVICECENTRUM • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken. • Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. • Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat. • Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen • Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend servicecentrum. • Gebruik alleen originele reserveonderdelen. VERWIJDERING VAN HET APPARAAT • Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen: – Trek de stekker uit het stopcontact. NEDERLANDS – Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking. 7 8 www.aeg.com BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT ALGEMEEN OVERZICHT 1 2 3 1 Knop voor de ovenfuncties 4 2 Elektronische tijdschakelklok 3 Knop voor de temperatuur 5 6 5 4 3 2 1 8 4 Temperatuurweergave 5 Verwarmingselement 6 Ovenlampje 7 7 Ventilator- en verwarmingselement 8 Rekstanden INDELING KOOKPLAAT 1 2 3 1 Inductiekookzone 1400 W, met Po- 140 mm 180 mm 180 mm 210 mm werfunctie 2500 W 2 Stoomuitlaat 3 Inductiekookzone 1800 W, met Powerfunctie 2800 W 4 Inductiekookzone 1800 W, met Powerfunctie 2800 W 5 Bedieningspaneel 6 Inductiekookzone 2300 W, met Po- werfunctie 3600 W 6 5 4 ACCESSOIRES • Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes. • Braadpan Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen. • Uitneembare telescopische geleiders Voor het plaatsen van braadsledes of bakplaten. • Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. NEDERLANDS VOOR HET EERSTE GEBRUIK WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. EERSTE REINIGING • Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing). • Reinig het apparaat voor het eerste gebruik. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". TIJD INSTELLEN U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient. Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomonderbreking, gaat het symbool voor de tijd knipperen. Druk op de toets + of - om de juiste tijd in te stellen. Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer. Wanneer u de tijd verandert, mag u niet tegelijkertijd de functie Duur of Eindtijd instellen. VOORVERWARMEN Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden. 1. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. 2. Laat het apparaat een uur aan staan. 3. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. 4. Laat het apparaat tien minuten aan staan. 5. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. 6. Laat het apparaat tien minuten aan staan. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is. 9 10 www.aeg.com KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. INDELING BEDIENINGSPANEEL 1 2 10 3 4 9 8 5 7 6 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Indicatielampjes, displays en geluiden geven aan welke functies worden gebruikt. Tiptoets Functie 1 Schakelt de kookplaat in en uit. 2 Schakelt de toetsblokkering of het kinderslot in en uit. 3 Indicatielampjes timer voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. 4 Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer. Activeert de Powerfunctie. 5 6 Kookstanddisplay Geeft de kookstand weer. 7 Bedieningsstrip Verhoogt of verlaagt de kookstand. 8 verhoogt of verlaagt de tijdsinstelling / 9 Selecteert de kookzone. 10 Schakelt de Stop&Go-functie in of uit. KOOKSTANDDISPLAY Display Beschrijving Kookzone is uitgeschakeld - De kookzone wordt gebruikt. De Stop&Go-functie staat aan. Het automatisch opwarmen is ingeschakeld. De Powerfunctie is ingeschakeld. + cijfer Er is een storing. NEDERLANDS Display / / 11 Beschrijving OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen): doorgaan met koken/warmhouden/restwarmte. Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er bevindt zich geen kookgerei op de kookzone. Automatische uitschakeling is actief. DE KOOKPLAAT AAN- EN UITZETTEN Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. TEMPERATUURINSTELLING Raak de benodigde temperatuurinstelling op de bedieningsstrip aan. Wijzig naar links of rechts, indien nodig. Laat niet los voordat de juiste kookstand is bereikt. Het display toont de kookstand. 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 POWERFUNCTIE AUTOMATISCH OPWARMEN Met de functie voor automatisch opwarmen bereikt u sneller de benodigde temperatuurinstelling. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie afbeelding) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand. Automatisch opwarmen starten: 1. aanraken ( verschijnt op de display). 2. Stel meteen de benodigde kookstand op de in. Na 3 seconden verschijnt display. 3. Wijzig de kookstand om de functie uit te schakelen. De Powerfunctie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De Powerfunctie wordt maximaal 10 minuten geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Om aan. de functie te activeren, raakt u verschijnt op het display. Voor uitschakelen, raakt u een kookstand aan . VERMOGENSBEHEER Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een paar vormen (zie afbeelding). De Powerfunctie verhoogt het vermogen tot het maximale niveau voor de ene kookzone van het paar, en verlaagt het vermogen in de tweede kookzone. Het display van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. 12 www.aeg.com U kunt de timer als kookwekker gebruiken als de kookzones uitgeschakeld zijn. Stel hiervoor de kookzone in en activeert de timer, maar stel geen kookstand in. STOP + GO-FUNCTIE TIMER De uitschakeltijd instellen voor een kookzone. 1. Wanneer de Stop + Go-functie in werking is, kunt u de kookstand niet wijzigen. Stel de kookzone in. Raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. U moet de kookzone instellen voordat u de timer activeert. 2. Stel de warmteinstelling voor de kookzone in. U kunt dit ook na het activeren van de timer instellen. 3. Voor het activeren van de timer of het wijzigen van de ingestelde tijd, raakt u + of - op het bedieningspaneel van de kookplaat aan. De maximale tijdsduur die u in kunt stellen bedraagt 99 minuten. Het indicatielampje van de kookzone knippert langzaam. De timer begint af te tellen. 4. Als u wilt zien hoeveel tijd er nog resmeerdere malen aan teert, raakt u tot het lampje van de gewenste kookzone snel knippert. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, knippert 00 en hoort u een geluidssignaal. De kookzone wordt uitgeschakeld. 5. De Stop + Go-functie stelt alle kookzones in op de laagste instelling ( ). Met deze functie wordt de timerfunctie niet uitgeschakeld. • Raak om deze functie te starten aan. Op het display verschijnt het symbool . • Raak aan om deze functie stop te zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld. Raak aan om het signaal uit te schakelen. Als u de timer wilt uitschakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken, stelt u de kookzone in met en raakt u - aan. De tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. SLOT U kunt het bedieningspaneel vergrendelen als de kookzones in werking zijn, maar niet . Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Met deze functie wordt de timerfunctie niet uitgeschakeld. 1. Stel de kookstand in. 2. Raak om deze functie te starten aan. Het symbool verschijnt 4 seconden op het display. 3. Raak aan om deze functie stop te zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld. Als u het apparaat uit zet, wordt deze functie uitgeschakeld. KINDERSLOT Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt. Het kinderslot activeren 1. Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Stel geen kookstand in. 2. Raak 4 seconden aan. Op het display verschijnt het symbool . Het kinderslot is in werking. 3. Raak aan om de kookplaat uit te schakelen. NEDERLANDS Het kinderslot uitschakelen 1. Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Stel geen kookstand in. 2. Raak 4 seconden aan. Op het display verschijnt het symbool . 3. Raak aan om de kookplaat uit te schakelen. De kinderbeveiliging uitschakelen voor een enkele kooksessie 1. Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Op het display verschijnt het symbool . afgekoeld zijn voordat u deze weer kunt gebruiken. • U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het gaat op het display bransymbool den en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. • U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na een tijdje (zie op het tabel) verschijnt het symbool display en wordt de kookplaat uitgeschakeld. Temperatuurinstelling 2. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand binnen 10 seconden in. U kunt het kooktoestel bedienen. 4. Als u de kookplaat uitschakelt, treedt het kinderslot weer in werking. 3. OPTIHEAT CONTROL (RESTWARMTE-INDICATIE IN DRIE STAPPEN) OptiHeat Control geeft het niveau van de restwarmte aan ( \ \ ). De inductiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van het kookgerei. De warmte van het kookgerei verwarmt het glaskeramiek. WAARSCHUWING! Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. AUTOMATISCHE UITSCHAKELING De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als: • Alle kookzones uitgeschakeld zijn . • U de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel van de kookplaat hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droog kookt). De kookzone moet 13 - Uitschakeltijd instellen 6,0 uur - 5,0 uur - 4,0 uur - 1,5 uur 14 www.aeg.com KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. KOOKGEREI VOOR INDUCTIEKOOKZONES Bij inductiekookzones creëert een krachtig elektromagnetisch veld een bijna onmiddellijke warmte in het kookgerei. Materiaal van het kookgerei • Correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • Incorrect: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als… • Water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • U een magneet aan de onderkant van het kookgerei kunt bevestigen. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van het kookgerei: inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van het kookgerei aan. Het magnetische deel op de bodem van het kookgerei moet echter een minimale diameter van ongeveer 3/4 van de kookzone hebben. Tem- Gebruik om: peratuurinstelling GELUID TIJDENS GEBRUIK Als u dit hoort: • Een krakend geluid: het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie). • Fluitend geluid: bij gebruik van één of meer kookzones met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). • Zoemen: een of meerdere kookzones werken op hoge kookstand. • Klikken: er treedt elektrische schakeling op. • Sissen, zoemen: de ventilator werkt. De geluiden zijn normaal en duiden geen storing in het apparaat aan. ENERGIE BESPAREN • Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Tijd Tips Bereide gerechten warmhouden zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5-25 min Van tijd tot tijd mengen 1-3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10-40 min Een deksel op het kookgerei doen. 1 NEDERLANDS 15 Tem- Gebruik om: peratuurinstelling Tijd Tips 3-5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen 25-50 min Voeg minimaal twee keer zo veel vocht toe als rijst, gerechten op melkbasis op een bepaald moment roeren. 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees 20-45 min Een paar eetlepels vocht toevoegen. 7-9 Aardappelen stomen 20-60 min Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 7-9 Bereiden van grotere hoeveelhe- 60-150 den voedsel, stoofschotels en min soepen Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten 9-12 Zachtjes braden: kalfsoester, cor- zoals don bleu van kalfsvlees, kotelet- nodig ten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 12-13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. De Powerfunctie is het beste geschikt voor het verwarmen van grote hoeveelheden water. 5-15 min 16 www.aeg.com KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem. Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat. Vuil verwijderen: 1. – Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. – Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal. 2. Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. 3. Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek. NEDERLANDS 17 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. KOELVENTILATOR Als het apparaat aanstaat, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie doorgaan om het apparaat af te koelen en schakelt daarna vanzelf uit. Zet de temperatuurknop op de gewenste temperatuur. Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat stijgt. 3. Draai om het apparaat uit te schakelen de functieknop van de oven en de thermostaatknop op de uit-stand. 2. HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN 1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie. OVENFUNCTIES Ovenfunctie Uit-stand Applicatie Het apparaat staat uit. Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worMulti hetelucht den overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte. Boven + Onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld. Pizzafunctie Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte. Circulatiegrill Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ovenventilator werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert. Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd. Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons). Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel. 18 www.aeg.com Ovenfunctie Ovenlampje Applicatie Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie. NEDERLANDS 19 OVEN - KLOKFUNCTIES ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK 1 2 3 1 Functie-indicatielampjes 2 Tijdindicatie 3 Functie-indicatielampjes 4 Toets + 5 Keuzetoets 6 Toets - 6 5 4 Klokfunctie Toepassing Tijdstip van de dag Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren. Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn. Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgeschakeld. U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen wanneer het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens gedeactiveerd. Stel eerst de Duur in, en daarna de Eindtijd. DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN 1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert. Het controlelampje voor de betreffende functie gaat branden. Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal. Bij de functies Duur en Einde schakelt het apparaat automatisch uit. 3. Druk op een toets om het signaal uit te zetten. DE KLOKFUNCTIES ANNULEREN 1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert. 2. Druk op de toets - en houdt de toets ingedrukt. De klokfunctie gaat na een paar seconden uit. 2. Om de tijd in te stellen voor de kookwekker , Duur of Einde , gebruikt u de toets + of -. 20 www.aeg.com OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN De diepe pan en het ovenrek hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift. Het ovenrek en de diepe pan samen plaatsen Plaats het ovenrek op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus. Bewaar de montage-instructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen. TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders. NEDERLANDS 21 Door de verhoogde rand rond het ovenrooster is het kookgerei bovendien beveiligd tegen wegglijden. OVENROOSTER EN DIEPE BAKPLAAT SAMEN PLAATSEN Plaats het ovenrooster op de braadslede. Plaats het ovenrooster en de braadpan op de telescopische geleiders. 22 www.aeg.com OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. LET OP! Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen. BAKKEN Algemene aanwijzingen • Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan. • Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte. Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming. Aanwijzigen bij de baktabellen • Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product. • Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn. • Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces. BAKTIPS Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De onderkant van de cake is te licht van kleur. Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). De oventemperatuur is te hoog. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). Te korte baktijd. Baktijd verlengen. Baktijden kunnen niet worden verkort door hogere baktemperaturen. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). Er zit te veel vloeistof in het mengsel. Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenmachines. De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in. De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd. NEDERLANDS Bakresultaat 23 Mogelijke oorzaak Oplossing De cake wordt ongelijkmatig bruin. De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort. De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen. De cake wordt ongelijkmatig bruin. Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld. Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat. De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger in. MULTI HETELUCHT Bakken op één gebruiksniveau Bakken in vormen Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70 Zandgebak/vruchtencake 1-2 140 - 160 50 - 90 Fatless sponge cake 3 150 - 160 1) 25 - 40 Taartbodem van zandtaartdeeg 2 170-180 1) 10 - 25 Taartbodem roerdeeg 2 150 - 170 20 - 25 2-3 160 60 - 90 Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Kruimeltaart (droog) 3 150 - 160 20 - 40 Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg) 1) 3 150 35 - 55 Vruchtentaart met kruimeldeeg 3 160 - 170 40 - 80 Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) 1) Oven voorverwarmen Gebak op bakplaat Verwarmingssoort 1) Gebruik diepe pan 24 www.aeg.com Koekjes Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pastry Stripes 3 140 20 - 35 Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak, schuimgebak 3 80 - 100 120 - 150 Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Klein gerezen gebak 3 150 - 160 20 - 40 Klein bladerdeeggebak 3 170 - 180 1) 20 - 30 Bolletjes 3 160 1) 10 - 35 Small cakes (20 per plaat) 3 150 1) 20 - 35 1) Oven voorverwarmen Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 1 160 - 170 1) 15 - 30 Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60 Temperatuur °C Tijd in min. 1) Oven voorverwarmen Bakken op meerdere niveaus Gebak op bakplaat Verwarmingssoort Plaathoogte 2 niveaus Roomsoezen/tompoezen 2/4 160 - 180 1) 25 - 45 Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45 Temperatuur °C Tijd in min. 150 - 160 20 - 40 1) Oven voorverwarmen Koekjes/small cakes/gebak/broodjes Verwarmingssoort Zandkoekjes Plaathoogte 2 niveaus 2/4 NEDERLANDS Verwarmingssoort Plaathoogte 2 niveaus Temperatuur °C Tijd in min. Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 2/4 140 25 - 45 Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40 Eiwitgebak, schuimgebak 2/4 80 - 100 130 - 170 Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80 Klein gerezen gebak 2/4 160 - 170 30 - 60 Klein bladerdeeggebak 2/4 170 - 180 1) 30 - 50 Bolletjes 2/4 180 1) 25- 40 Small cakes (20 per plaat) 2/4 150 1) 20 - 40 1) Oven voorverwarmen BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU: Bakken in vormen Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70 Zandgebak/vruchtencake 1-2 150 - 170 50 - 90 Fatless sponge cake 3 170 1) 25 - 40 Taartbodem van zandtaartdeeg 2 190 - 210 1) 10 - 25 Taartbodem roerdeeg 2 170 - 190 20 - 25 Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) 1-2 180 60 - 90 Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 1 180 - 220 35- 60 1-2 160 - 180 60 - 90 Kwarktaart 1) Oven voorverwarmen 25 26 www.aeg.com Gebak op bakplaat Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Vlechtbrood/ broodkrans 2 170 - 190 40 - 50 Kerststol 2 160 - 180 1) 50 - 70 Brood (roggebrood): 1. Eerste deel van het bakproces. 2. Tweede deel van het bakproces. 1-2 Roomsoezen/tompoezen 3 190 - 210 1) 20 - 35 Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 3 180 - 200 1) 10 - 20 Kruimeltaart (droog) 3 160 - 180 20 - 40 Amandelcake/suikertaart 3 190 - 210 1) 20 - 30 Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg) 2) 3 170 35 - 55 Vruchtentaart met kruimeldeeg 3 170 - 190 40 - 60 Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling) 3 160 - 180 1) 40 - 80 Pizza (met veel garnering) 2) 1-2 190 - 210 1) 30 - 50 Pizza (dunne korst) 1-2 220 - 250 1) 15 - 25 Ongedesemd brood 1 230 - 250 10 - 15 Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50 1) Oven voorverwarmen 2) Gebruik diepe pan 1. 230 1) 1. 2. 160 - 180 1) 2. 20 30 - 60 NEDERLANDS Koekjes Verwarmingssoort Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min. Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pastry Stripes 3 160 1) 20 - 35 Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak, schuimgebak 3 80 - 100 120- 150 Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen gebak 3 170 - 190 20 - 40 Klein bladerdeeggebak 3 190 - 210 1) 20 - 30 Bolletjes 3 190 - 2101) 10 - 55 3-4 170 1) 20 - 30 Small cakes (20 per plaat) 1) Oven voorverwarmen Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min. Pastaschotel Schotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1 180 - 200 1) 15 - 30 Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 1 200 - 220 1) 15 - 30 Zoete ovenschotels 1 180 - 200 40 - 60 Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60 Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. 1) 1-2 200 - 230 2) 10 - 20 Pizza (met veel garnering) 1) 1-2 180 - 200 20 - 35 1) Oven voorverwarmen PIZZAFUNCTIE Verwarmingssoort Pizza (dunne korst) 27 28 www.aeg.com Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Taarten 1-2 170 - 200 35 - 55 Spinazietaart 1-2 160 - 180 45 - 60 Quiche Lorraine (hartige taart) 1-2 170 - 190 45 - 55 Zwitserse flan 1-2 170 - 200 35 - 55 Kwarktaart 1-2 140 - 160 60 - 90 Appeltaart, bedekt 1-2 150 - 170 50 - 60 Groentetaart 1-2 160 - 180 50 - 60 Ongedesemd brood 2-3 230 - 250 2) 10 - 20 Bladerdeegtaart 2-3 160 - 180 2) 45 - 55 Flammekuchen 2-3 230 - 250 2) 12 - 20 Piroggen (Russische variant op calzone) 2-3 180 - 200 2) 15 - 25 1) Gebruik diepe pan 2) Oven voorverwarmen zig) of op een rooster boven de braadpan. • Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger. • Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden. BRADEN Braadservies • Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant). • Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwe- BRADEN MET BOVEN- EN ONDERWARMTE Rundvlees Soort vlees Stoofvlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150 Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 1 230 - 2501) 6-8 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12 1) Oven voorverwarmen NEDERLANDS Varkensrug Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1-1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120 Kotelet, ribbetje 1-1,5 kg 1 180 - 190 60 - 90 Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 170 - 190 50 - 60 Varkensschenkel (voorgekookt) 750 g -1 kg 1 200 - 220 90 - 120 Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1 kg 1 210 - 220 90 - 120 1,5-2 kg 1 200 - 220 150 - 180 Kalfsvlees Soort vlees Geroosterd kalfsvlees1) Kalfsschenkel 1) gebruik een afgesloten braadpan Lamsvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120 Lamsrug 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 40 - 60 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Hazenrug, hazenbout tot 1 kg 1 220 - 240 1) 30 - 40 Reerug, hertenrug 1,5-2 kg 1 210 - 220 35 - 40 Reebout, hertenbout 1,5-2 kg 1 200 - 210 90 - 120 Wild 1) Oven voorverwarmen 29 30 www.aeg.com Gevogelte Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Stukken gevogelte 200-250g elk 1 220 - 250 20 - 40 Halve kip 400-500 g elk 1 220 - 250 35 - 50 Kip, haantje 1-1,5 kg 1 220 - 250 50 - 70 Eend 1,5-2 kg 1 210 - 220 80 - 100 Gans 3,5-5 kg 1 200 - 210 150 - 180 Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 200 - 210 120 - 180 Kalkoen 4-6 kg 1 180 - 200 180 - 240 Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1-1,5 kg 1 210 - 220 40 - 70 Vis Soort vlees Hele vis BRADEN MET CIRCULATIEGRILL Rundvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 1 190 - 200 1) 5-6 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 1 180 - 190 6-8 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 1 170 - 180 8 - 10 1) Oven voorverwarmen Varkensrug Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1-1,5 kg 1 160 - 180 90 - 120 Kotelet, ribbetje 1-1,5 kg 1 170 - 180 60 - 90 Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 160 - 170 50 - 60 Varkensschenkel (voorgekookt) 750 g -1 kg 1 150 - 170 90 - 120 NEDERLANDS 31 Kalfsvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. 1 kg 1 160 - 180 90 - 120 1,5-2 kg 1 160 - 180 120 - 150 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1-1,5 kg 1 150 - 170 100 - 120 Lamsrug 1-1,5 kg 1 160 - 180 40 - 60 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Stukken gevogelte 200-250 g elk 1 200 - 220 30 - 50 Halve kip 400-500 g elk 1 190 - 210 35 - 50 Kip, haantje 1-1,5 kg 1 190 - 210 50 - 70 Eend 1,5-2 kg 1 180 - 200 80 - 100 Gans 3,5-5 kg 1 160 - 180 120 - 180 Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 160 - 180 120 - 150 Kalkoen 4-6 kg 1 140 - 160 150 - 240 Geroosterd kalfsvlees Kalfsschenkel Lamsvlees Gevogelte GRILLEN Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn • Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte. • Alleen platte stukken vlees of vis grillen. De grillzone bevindt zich in het midden van het rooster Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen. • Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel. Grillen Voedingssoorten voor grillen Burgers Grilltijd in min. Plaathoogte Temperatuur °C 4 Maximaal 1) 1e kant 2e kant 9 - 15 8 - 13 32 www.aeg.com Voedingssoorten voor grillen Grilltijd in min. Plaathoogte Temperatuur °C Varkenshaas 4 Worstjes Runderfilet, kalfsbiefstukken 1e kant 2e kant Maximaal 10 - 12 6 - 10 4 Maximaal 10 - 12 6-8 4 Maximaal 7 - 10 6-8 Geroosterd brood 4-5 Maximaal 1) 1-4 1-4 Brood met iets erop 4 Maximaal 6-8 - 1) Oven voorverwarmen tijd uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden. DROGEN Dek de ovenroosters met bakpapier af. Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de vereiste Groenten Voedsel om te drogen Plaathoogte 1 niveau 2 niveaus Temperatuur °C Tijd in uren (richtwaarde) Bonen 3 2/4 60 - 70 6-8 Paprika's 3 2/4 60 - 70 5-6 Groente in het zuur 3 2/4 60 - 70 5-6 Paddestoelen 3 2/4 50 - 60 6-8 Kruiden 3 2/4 40 - 50 2-3 1 niveau 2 niveaus Temperatuur °C Tijd in uren (richtwaarde) Pruimen 3 2/4 60 - 70 8 - 10 Abrikozen 3 2/4 60 - 70 8 - 10 Schijfjes appel 3 2/4 60 - 70 6-8 Peren 3 2/4 60 - 70 6-9 Fruit Voedsel om te drogen Plaathoogte ONTDOOIEN Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd. Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan. NEDERLANDS Schotel Ontdooitijd in min. Verdere ontdooitijd in min. Opmerking 33 Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in een groot bord leggen, halverwege de tijd omdraaien Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 - Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 - Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt 60 60 Taart, 1400 g Informatie over acrylamides Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen. - 34 www.aeg.com OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met warm water en een schoonmaakmiddel. • Accessoire met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd. Apparaten van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur alleen met een natte spons schoon. Drogen met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon. INSCHUIFRAILS U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen. Verwijderen van de inschuifrails 1 1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit de zijwand. 2. Trek de inschuifrail bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. 2 De inschuifrails installeren Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. Geldig bij de telescopische geleiders: De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen! NEDERLANDS LET OP! Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen. 35 WAARSCHUWING! Als de glasplaten beschadigd raken of bekrast worden, worden ze zwak en kunnen ze breken. Om dit te voorkomen, moet u ze vervangen. Voor meer informatie, neemt u contact op met de service afdeling. DE OVENDEUR REINIGEN Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur. WAARSCHUWING! Zorg dat het glas is afgekoeld alvorens u de glasplaat schoonmaakt. De glazen panelen kunnen breken. De deur verwijderen: 1. 2. 1 2 Open de deur helemaal. Verplaats de schuif totdat u een klik hoort. 3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt. 4. Verwijder de deur. Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde. Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht. OVENGLASPLATEN De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen. 36 www.aeg.com Verwijderen en reinigen van de deurglazen 1. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. 2. Trek de deur naar voor om deze te verwijderen. Houd de deurglasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding. Reinig de glasplaten. B 3. 4. Voer de bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde om de panelen te installeren. LET OP! De verwijderbare glasplaten hebben een markering aan één zijde. Zorg ervoor dat de markering zich in de linkerbovenhoek bevindt. OVENLAMPJE WAARSCHUWING! Wees voorzichtig als u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op elektrische schokken. Voordat u het ovenlampje vervangt: • Schakel de oven uit. • Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. Leg een doek op de bodem van de oven om schade aan het ovenlampje en het afdekglaasje te voorkomen. Het ovenlampje vervangen 1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang de ovenlamp met de relevante tegen 300°C hittebestendige ovenlamp. Gebruik hetzelfde ovenlamptype. 4. Plaats het afdekglas terug. DE LADE VERWIJDEREN De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt. 1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan. NEDERLANDS 2 1 2. Til de lade iets schuin omhoog en verwijder de lade uit de steunrails. De lade plaatsen 1. Plaats de lade op de steunrails. Zorg ervoor dat de uitsparingen goed in de rails vallen. 2. Laat de lade tot horizontale stand zakken en duw de lade naar binnen. WAARSCHUWING! Wanneer de oven in gebruik is, kan de lade heet worden. Bewaar geen ontvlambare dingen in de oven (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). 37 38 www.aeg.com PROBLEMEN OPLOSSEN WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt helemaal niet. De zekering in de zekeringkast is doorgebrand. Controleer de zekering. Als de zekering meer dan één keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien. Het apparaat werkt helemaal niet. U hebt twee of meer tiptoetsen tegelijk aangeraakt. Raak slechts één tiptoets tegelijk aan Het apparaat werkt helemaal niet. Er ligt water of vetspatten Reinig het bedieningspaop het bedieningspaneel. neel Het apparaat werkt helemaal niet. Het kinderslot of de toetsblokkering is actief. Zie het hoofdstuk "Bediening van het apparaat". Het apparaat werkt helemaal niet. Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Controleer de kookstanden. Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15-20 minuten in de oven staan. Op het display verschijnen "12.00" en "LED" Een stroomonderbreking. Stel de klok opnieuw in. De restwarmte-indicator gaat niet aan. De kookzone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is bediend Als de kookzone heet moet zijn, neem dan contact op met de klantenservice De kookzone heeft de kookstand verlaagd naar U hebt één of meer tiptoetsen bedekt of er ligt water of vet op het bedieningspaneel. Maak de tiptoetsen vrij. Reinig het bedieningspaneel Er klinkt een geluid als het apparaat uit staat. U hebt één of meer tiptoetsen afgedekt. Maak de tiptoetsen vrij. De kookstand wisselt Het vermogensbeheer is actief. Zie het hoofdstuk "Vermogensbeheer". NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Er klinkt een geluid en U hebt het apparaat schakelt in en weer uit. Na vijf seconden klinkt er nog een geluid. 39 Oplossing Maak de tiptoets vrij. gaat branden. De automatische uitscha- Schakel het apparaat uit keling is in werking getre- en weer in. den. gaat branden. De oververhittingsbeveili- Schakel de kookzone uit. ging voor de kookzone is Schakel de kookzone in werking getreden. weer in. gaat branden. Geen kookgerei op de kookzone Zet kookgerei op de kookzone. gaat branden. Geen correct kookgerei. Gebruik het correcte kookgerei. gaat branden. De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de kookzone. Zet het kookgerei op een kleinere kookzone. en een getal gaan branden gaat aan. Er is een fout in het appa- Ontkoppel het apparaat raat opgetreden. enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit opweer nieuw aan. Als gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. Er is een storing in het apparaat opgetreden, omdat het kookgerei is droog gekookt of omdat u ongeschikt kookgerei hebt gebruikt. De oververhittingsbeveiliging voor de kookzone is in werking getreden. De automatische uitschakeling is in werking getreden. Schakel het apparaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone opnieuw in. moet nu verdwijnen, de restwarmte-indicatie kan blijven branden. Laat het kookgerei afkoelen en controleer in het hoofdstuk Kookgerei of het geschikt is voor een inductiekookzone. 40 www.aeg.com MONTAGE WAARSCHUWING! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Hoogte 847 - 867 mm Breedte 596 mm Diepte 600 mm Ovencapaciteit ANTI-KANTELBESCHERMING 74 l Spanning 230 V Frequentie 50 Hz LET OP! U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet doet, kan het apparaat kantelen. Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert. LOCATIE VAN HET APPARAAT U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen. B A A Minimum afstanden Afmetingen mm A 2 B 685 WATERPAS ZETTEN Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen. 1. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat plaatsen. 2. Installeer de anti-kantelbescherming 77 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 49 mm van de linkerkant van het apparaat in de ronde opening op een steun (zie afb.). Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur). 3. U vindt de opening aan de linkerachterkant van het apparaat (zie afb.). Til de voorkant van het apparaat op (1) en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes (2). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmetingen aanpassen als u het apparaat wilt centreren. Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is. NEDERLANDS 49 mm 77 mm 1 2 ELEKTRISCHE INSTALLATIE De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer. Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F. 41
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Aeg-Electrolux 47036IU-MN Handleiding

Type
Handleiding