Documenttranscriptie
2
www.aeg.com
INHOUD
4
8
9
10
14
16
17
19
20
22
34
38
40
VEILIGHEIDSINFORMATIE
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
OVEN - KLOKFUNCTIES
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
PROBLEMEN OPLOSSEN
MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
4
www.aeg.com
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking
van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of
verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig
gebruiken van het apparaat en indien
zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt
van het apparaat als de deur openstaat
of als het apparaat in gebruik is. Gevaar
voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lockfunctie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en
dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
ALGEMENE VEILIGHEID
• De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op
letsel en beschadiging van het apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit apparaat worden op het label weergegeven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit
geen beschadigd apparaat aan. Neem
indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik
neemt. Verwijder niet het typeplaatje.
Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en
normen die van kracht zijn in het land
waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen
van het apparaat. Het apparaat is
zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan
de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken
tijdens de installatie (indien van toepassing).
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens
op het typeplaatje overeenkomen met
de stroomvoorziening in uw woning.
NEDERLANDS
• Informatie over het voltage vindt u op
het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste
scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet isolatie
bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen
moeten zo worden bevestigd dat zij
niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit
de buurt van de hete deur van het apparaat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan
brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet
knakken of beschadigd raken achter
het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het
net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens
gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u
de deur van het apparaat opent als het
apparaat aan staat. Er kan hete stoom
ontsnappen. Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
5
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Leg geen metalen
voorwerpen, zoals bestek of deksels, op
de kookplaat; deze kunnen zeer heet
worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
jonge kinderen uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan
brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten, en/of onstekingsproducten
(gemaakt van plastic of aluminium) in,
bij of op het apparaat. Er kan brand of
een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit
kan schade veroorzaken aan kookgerei
en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de
kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het bedieningspaneel, want de warmte kan
het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of
installeren van toebehoren om schade
aan het emaille van het apparaat te
voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
6
www.aeg.com
•
•
•
•
•
•
•
•
•
veroorzaken op de kookplaat als u ze
over het oppervlak schuift.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek
het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Leg geen ontvlambaar materiaal in het
deel onder de oven. Bewaar daar alleen
hittebestendige accessoires (indien van
toepassing).
Dek de stoomuitgangen van de oven
niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van
toepassing).
Plaats geen voorwerpen op de kookplaat die kunnen gaan smelten.
Sluit de stroomtoevoer af als het oppervlak is gebarsten. Er bestaat risico op
elektrische schokken.
Leg geen warmtegeleidend materiaal
(bijv. dunne roosters of metalen platen
die de warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de
kookplaat beschadigen.
Als u een geïmplanteerde pacemaker
hebt, moet u uw bovenlichaam op een
afstand van minimaal 30 cm van ingeschakelde inductiekookzones houden.
•
•
•
•
•
•
•
•
water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe
voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
als u een ovenspray gebruikt. Spray
niets op de verwarmingselementen en
de thermostaatsensor (indien van toepassing).
Reinig de glazen ovendeur niet met
schurende reinigingsmiddelen of een
metalen schraper. Het hittebestendige
oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
Als de glasplaten beschadigd raken,
worden ze zwak en kunnen ze breken. U
dient ze te vervangen. Neem contact
op met een erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar.
De lampjes die in dit apparaat worden
gebruikt, zijn speciale lampjes voor
huishoudelijke apparaten. Ze kunnen
niet worden gebruikt voor de gehele of
gedeeltelijke verlichting van een woonruimte.
Vervang de lampjes indien nodig alleen
door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor
huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact voordat u de ovenlamp
vervangt. Gevaar voor elektrische
schokken. Laat het apparaat afkoelen.
Gevaar voor brandwonden.
ONDERHOUD EN REINIGING
SERVICECENTRUM
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht.
Gevaar voor brandwonden. De glazen
panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de
veiligheid van uw eigendommen alleen
• Alleen een bevoegde servicemonteur
mag dit apparaat repareren. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING VAN HET
APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
NEDERLANDS
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
7
8
www.aeg.com
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1
2
3
1 Knop voor de ovenfuncties
4
2 Elektronische tijdschakelklok
3 Knop voor de temperatuur
5
6
5
4
3
2
1
8
4 Temperatuurweergave
5 Verwarmingselement
6 Ovenlampje
7
7 Ventilator- en verwarmingselement
8 Rekstanden
INDELING KOOKPLAAT
1
2
3
1 Inductiekookzone 1400 W, met Po-
140 mm
180 mm
180 mm
210 mm
werfunctie 2500 W
2 Stoomuitlaat
3 Inductiekookzone 1800 W, met Powerfunctie 2800 W
4 Inductiekookzone 1800 W, met Powerfunctie 2800 W
5 Bedieningspaneel
6 Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3600 W
6
5
4
ACCESSOIRES
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
• Uitneembare telescopische geleiders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
NEDERLANDS
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u
de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonderbreking, gaat het symbool voor de tijd
knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
Wanneer u de tijd verandert, mag
u niet tegelijkertijd de functie
Duur
of Eindtijd
instellen.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
9
10 www.aeg.com
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
INDELING BEDIENINGSPANEEL
1
2
10
3
4
9
8
5
7
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Indicatielampjes, displays
en geluiden geven aan welke functies worden gebruikt.
Tiptoets
Functie
1
Schakelt de kookplaat in en uit.
2
Schakelt de toetsblokkering of het kinderslot in en uit.
3
Indicatielampjes timer voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
4
Timerdisplay
Geeft de tijd in minuten weer.
Activeert de Powerfunctie.
5
6
Kookstanddisplay
Geeft de kookstand weer.
7
Bedieningsstrip
Verhoogt of verlaagt de kookstand.
8
verhoogt of verlaagt de tijdsinstelling
/
9
Selecteert de kookzone.
10
Schakelt de Stop&Go-functie in of uit.
KOOKSTANDDISPLAY
Display
Beschrijving
Kookzone is uitgeschakeld
-
De kookzone wordt gebruikt.
De Stop&Go-functie staat aan.
Het automatisch opwarmen is ingeschakeld.
De Powerfunctie is ingeschakeld.
+ cijfer
Er is een storing.
NEDERLANDS
Display
/
/
11
Beschrijving
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen):
doorgaan met koken/warmhouden/restwarmte.
Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er bevindt
zich geen kookgerei op de kookzone.
Automatische uitschakeling is actief.
DE KOOKPLAAT AAN- EN
UITZETTEN
Raak
1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
TEMPERATUURINSTELLING
Raak de benodigde temperatuurinstelling
op de bedieningsstrip aan. Wijzig naar
links of rechts, indien nodig. Laat niet los
voordat de juiste kookstand is bereikt.
Het display toont de kookstand.
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1
2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
POWERFUNCTIE
AUTOMATISCH OPWARMEN
Met de functie voor automatisch opwarmen bereikt u sneller de benodigde temperatuurinstelling. Deze functie schakelt
even de hoogste kookstand in (zie afbeelding) en verlaagt dan naar de gewenste
kookstand.
Automatisch opwarmen starten:
1.
aanraken (
verschijnt op de display).
2. Stel meteen de benodigde kookstand
op de
in. Na 3 seconden verschijnt
display.
3. Wijzig de kookstand om de functie uit
te schakelen.
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 minuten geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Om
aan.
de functie te activeren, raakt u
verschijnt op het display. Voor uitschakelen, raakt u een kookstand aan
.
VERMOGENSBEHEER
Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Powerfunctie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen in
de tweede kookzone. Het display van de
verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
12 www.aeg.com
U kunt de timer als kookwekker gebruiken
als de kookzones uitgeschakeld zijn. Stel
hiervoor de kookzone in en activeert de timer, maar stel geen kookstand in.
STOP + GO-FUNCTIE
TIMER
De uitschakeltijd instellen voor een kookzone.
1.
Wanneer de Stop + Go-functie in
werking is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
Stel de kookzone in. Raak
meerdere malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
U moet de kookzone instellen
voordat u de timer activeert.
2. Stel de warmteinstelling voor de
kookzone in. U kunt dit ook na het activeren van de timer instellen.
3. Voor het activeren van de timer of het
wijzigen van de ingestelde tijd, raakt
u + of - op het bedieningspaneel van
de kookplaat aan. De maximale tijdsduur die u in kunt stellen bedraagt 99
minuten.
Het indicatielampje van de kookzone
knippert langzaam. De timer begint af
te tellen.
4. Als u wilt zien hoeveel tijd er nog resmeerdere malen aan
teert, raakt u
tot het lampje van de gewenste kookzone snel knippert. Op het display
wordt de resterende tijd weergegeven.
Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, knippert 00 en hoort u een geluidssignaal. De kookzone wordt uitgeschakeld.
5.
De Stop + Go-functie
stelt alle kookzones in op de laagste instelling (
).
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
• Raak om deze functie te starten
aan.
Op het display verschijnt het symbool
.
• Raak
aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kookstand
die u eerder hebt ingesteld.
Raak
aan om het signaal uit te
schakelen.
Als u de timer wilt uitschakelen
voordat de ingestelde tijd is verstreken, stelt u de kookzone in
met
en raakt u - aan. De tijd
telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
SLOT
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen als de kookzones in werking zijn, maar
niet
. Hiermee wordt voorkomen dat
de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1. Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool
verschijnt 4 seconden op het display.
3.
Raak
aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak
4 seconden aan. Op het display verschijnt het symbool
. Het
kinderslot is in werking.
3.
Raak
aan om de kookplaat uit te
schakelen.
NEDERLANDS
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak
4 seconden aan. Op het display verschijnt het symbool
.
3.
Raak
aan om de kookplaat uit te
schakelen.
De kinderbeveiliging uitschakelen voor
een enkele kooksessie
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
.
afgekoeld zijn voordat u deze weer
kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
gaat op het display bransymbool
den en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
op het
tabel) verschijnt het symbool
display en wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Temperatuurinstelling
2.
Raak
4 seconden aan.
Stel de kookstand binnen 10 seconden in. U kunt het kooktoestel bedienen.
4. Als u de kookplaat uitschakelt, treedt
het kinderslot weer in werking.
3.
OPTIHEAT CONTROL
(RESTWARMTE-INDICATIE IN
DRIE STAPPEN)
OptiHeat Control geeft het niveau van de
restwarmte aan (
\
\
). De inductiekookzones creëren de voor het koken
benodigde warmte direct in de bodem
van het kookgerei. De warmte van het
kookgerei verwarmt het glaskeramiek.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als:
• Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een
pan droog kookt). De kookzone moet
13
-
Uitschakeltijd instellen
6,0 uur
-
5,0 uur
-
4,0 uur
-
1,5 uur
14 www.aeg.com
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
KOOKGEREI VOOR
INDUCTIEKOOKZONES
Bij inductiekookzones creëert een
krachtig elektromagnetisch veld
een bijna onmiddellijke warmte in
het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• Correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt voor inductie
door de fabrikant).
• Incorrect: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
• Water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd.
• U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van het kookgerei:
inductiekookzones passen zich tot
op zekere hoogte automatisch
aan de grootte van de bodem van
het kookgerei aan. Het magnetische deel op de bodem van het
kookgerei moet echter een minimale diameter van ongeveer 3/4
van de kookzone hebben.
Tem- Gebruik om:
peratuurinstelling
GELUID TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• Een krakend geluid: het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• Fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen (sandwichconstructie).
• Zoemen: een of meerdere kookzones
werken op hoge kookstand.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden
geen storing in het apparaat aan.
ENERGIE BESPAREN
• Doe indien mogelijk altijd een
deksel op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt.
VOORBEELDEN VAN
KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen
slechts als richtlijn.
Tijd
Tips
Bereide gerechten warmhouden
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1-3
Hollandaisesaus, smelten: boter,
chocolade, gelatine.
5-25
min
Van tijd tot tijd mengen
1-3
Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren.
10-40
min
Een deksel op het kookgerei
doen.
1
NEDERLANDS
15
Tem- Gebruik om:
peratuurinstelling
Tijd
Tips
3-5
Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst, gerechten op melkbasis op een
bepaald moment roeren.
5-7
Stomen van groenten, vis en
vlees
20-45
min
Een paar eetlepels vocht toevoegen.
7-9
Aardappelen stomen
20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7-9
Bereiden van grotere hoeveelhe- 60-150
den voedsel, stoofschotels en
min
soepen
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
9-12
Zachtjes braden: kalfsoester, cor- zoals
don bleu van kalfsvlees, kotelet- nodig
ten, rissoles, worstjes, lever,
roux, eieren, pannenkoeken, donuts.
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12-13
Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks.
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet.
De Powerfunctie is het beste geschikt
voor het verwarmen van grote hoeveelheden water.
5-15
min
16 www.aeg.com
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1. – Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat. Plaats de schraper
schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over
het oppervlak te schuiven.
– Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld: kalkvlekken,
waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of
roestvrij staal.
2. Reinig het apparaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
3. Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
NEDERLANDS
17
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat aanstaat, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld Na
het uitschakelen van het apparaat blijft de
ventilatie doorgaan om het apparaat af te
koelen en schakelt daarna vanzelf uit.
Zet de temperatuurknop op de gewenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen de functieknop van de oven en de
thermostaatknop op de uit-stand.
2.
HET APPARAAT AAN- EN
UITZETTEN
1.
Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie
Uit-stand
Applicatie
Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worMulti hetelucht
den overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Boven + Onderwarmte
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en
onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld.
Pizzafunctie
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Circulatiegrill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ovenventilator werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert.
Grill intens
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden.
Voor het maken van toast. Het volledige grillelement
wordt geactiveerd.
Drogen
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of
champignons).
Ontdooien
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
18 www.aeg.com
Ovenfunctie
Ovenlampje
Applicatie
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
NEDERLANDS
19
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
1
2
3
1 Functie-indicatielampjes
2 Tijdindicatie
3 Functie-indicatielampjes
4 Toets +
5 Keuzetoets
6 Toets -
6
5
4
Klokfunctie
Toepassing
Tijdstip van de
dag
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren.
Kookwekker
Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde
Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgeschakeld.
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen
wanneer het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens
gedeactiveerd. Stel eerst de Duur
in, en daarna de Eindtijd.
DE KLOKFUNCTIES
INSTELLEN
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
Het controlelampje voor de betreffende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Duur
en Einde
schakelt het apparaat automatisch uit.
3. Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
DE KLOKFUNCTIES
ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
2. Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
2.
Om de tijd in te stellen voor de kookwekker
, Duur
of Einde
, gebruikt u de toets + of -.
20 www.aeg.com
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het ovenrek hebben zijranden. Deze randen en de
vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om
te zorgen dat het kookgerei niet
verschuift.
Het ovenrek en de diepe pan samen
plaatsen
Plaats het ovenrek op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES
PLAATSEN
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders.
NEDERLANDS
21
Door de verhoogde rand rond het
ovenrooster is het kookgerei bovendien beveiligd tegen wegglijden.
OVENROOSTER EN DIEPE BAKPLAAT SAMEN PLAATSEN
Plaats het ovenrooster op de braadslede.
Plaats het ovenrooster en de braadpan op
de telescopische geleiders.
22 www.aeg.com
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht
een diep bakblik. Vruchtensappen
kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan
de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt
de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur.
Verkeerde rekstand.
Plaats de cake lager.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. Baktijden kunnen niet worden
verkort door hogere
baktemperaturen.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De cake is te droog.
Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
een kortere baktijd.
NEDERLANDS
Bakresultaat
23
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Tulband of brioche
2
150 - 160
50 - 70
Zandgebak/vruchtencake
1-2
140 - 160
50 - 90
Fatless sponge cake
3
150 - 160 1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180 1)
10 - 25
Taartbodem roerdeeg
2
150 - 170
20 - 25
2-3
160
60 - 90
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Kruimeltaart
(droog)
3
150 - 160
20 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg) 1)
3
150
35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3
160 - 170
40 - 80
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1) Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
1) Gebruik diepe pan
24 www.aeg.com
Koekjes
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandkoekjes
3
150 - 160
10 - 20
Short bread / Pastry Stripes
3
140
20 - 35
Roerdeegkoekjes
3
150 - 160
15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3
80 - 100
120 - 150
Bitterkoekjes
3
100 - 120
30 - 50
Klein gerezen gebak
3
150 - 160
20 - 40
Klein bladerdeeggebak
3
170 - 180 1)
20 - 30
Bolletjes
3
160 1)
10 - 35
Small cakes (20 per
plaat)
3
150 1)
20 - 35
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
1
160 - 170 1)
15 - 30
Gevulde groente
1
160 - 170
30- 60
Temperatuur °C
Tijd in min.
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
Plaathoogte
2 niveaus
Roomsoezen/tompoezen
2/4
160 - 180 1)
25 - 45
Kruimeltaart
2/4
150 - 160
30 - 45
Temperatuur °C
Tijd in min.
150 - 160
20 - 40
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmingssoort
Zandkoekjes
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
NEDERLANDS
Verwarmingssoort
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/4
140
25 - 45
Roerdeegkoekjes
2/4
160 - 170
25 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4
80 - 100
130 - 170
Bitterkoekjes
2/4
100 - 120
40 - 80
Klein gerezen gebak
2/4
160 - 170
30 - 60
Klein bladerdeeggebak
2/4
170 - 180 1)
30 - 50
Bolletjes
2/4
180 1)
25- 40
Small cakes (20
per plaat)
2/4
150 1)
20 - 40
1) Oven voorverwarmen
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Tulband of brioche
2
160 - 180
50 - 70
Zandgebak/vruchtencake
1-2
150 - 170
50 - 90
Fatless sponge cake
3
170 1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
190 - 210 1)
10 - 25
Taartbodem roerdeeg
2
170 - 190
20 - 25
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1-2
180
60 - 90
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1
180 - 220
35- 60
1-2
160 - 180
60 - 90
Kwarktaart
1) Oven voorverwarmen
25
26 www.aeg.com
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
2
170 - 190
40 - 50
Kerststol
2
160 - 180 1)
50 - 70
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel
van het bakproces.
2. Tweede deel
van het bakproces.
1-2
Roomsoezen/tompoezen
3
190 - 210 1)
20 - 35
Koninginnenbrood
(opgerolde cake
met jam)
3
180 - 200 1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
3
160 - 180
20 - 40
Amandelcake/suikertaart
3
190 - 210 1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg) 2)
3
170
35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3
170 - 190
40 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garnering (bijv. kwark,
room, puddingvulling)
3
160 - 180 1)
40 - 80
Pizza (met veel
garnering) 2)
1-2
190 - 210 1)
30 - 50
Pizza (dunne korst)
1-2
220 - 250 1)
15 - 25
Ongedesemd
brood
1
230 - 250
10 - 15
Vlaaien (CH)
1
210 - 230
35 - 50
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik diepe pan
1.
230 1)
1.
2.
160 - 180 1)
2.
20
30 - 60
NEDERLANDS
Koekjes
Verwarmingssoort
Inzetniveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandkoekjes
3
170 - 190
10 - 20
Short bread/ Pastry Stripes
3
160 1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes
3
170 - 190
20 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
3
80 - 100
120- 150
Bitterkoekjes
3
120 - 130
30 - 60
Klein gerezen gebak
3
170 - 190
20 - 40
Klein bladerdeeggebak
3
190 - 210 1)
20 - 30
Bolletjes
3
190 - 2101)
10 - 55
3-4
170 1)
20 - 30
Small cakes (20 per
plaat)
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Inzetniveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
Pastaschotel
Schotel
1
180 - 200
45 - 60
Lasagne
1
180 - 200
35 - 50
Groentegratin
1
180 - 200 1)
15 - 30
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
1
200 - 220 1)
15 - 30
Zoete ovenschotels
1
180 - 200
40 - 60
Visschotels
1
180 - 200
40 - 60
Gevulde groente
1
180 - 200
40 - 60
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd min.
1)
1-2
200 - 230 2)
10 - 20
Pizza (met veel
garnering) 1)
1-2
180 - 200
20 - 35
1) Oven voorverwarmen
PIZZAFUNCTIE
Verwarmingssoort
Pizza (dunne korst)
27
28 www.aeg.com
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd min.
Taarten
1-2
170 - 200
35 - 55
Spinazietaart
1-2
160 - 180
45 - 60
Quiche Lorraine
(hartige taart)
1-2
170 - 190
45 - 55
Zwitserse flan
1-2
170 - 200
35 - 55
Kwarktaart
1-2
140 - 160
60 - 90
Appeltaart, bedekt
1-2
150 - 170
50 - 60
Groentetaart
1-2
160 - 180
50 - 60
Ongedesemd
brood
2-3
230 - 250 2)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2-3
160 - 180 2)
45 - 55
Flammekuchen
2-3
230 - 250 2)
12 - 20
Piroggen (Russische variant op
calzone)
2-3
180 - 200 2)
15 - 25
1) Gebruik diepe pan
2) Oven voorverwarmen
zig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
BRADEN
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aanwe-
BRADEN MET BOVEN- EN ONDERWARMTE
Rundvlees
Soort vlees
Stoofvlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1-1,5 kg
1
200 - 230
105 - 150
Rosbief of ossehaas: rood
per cm dikte
1
230 - 2501)
6-8
Rosbief of ossehaas: medium
per cm dikte
1
220 - 230
8 - 10
Rosbief of ossehaas: gaar
per cm dikte
1
200 - 220
10 - 12
1) Oven voorverwarmen
NEDERLANDS
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg
1
210 - 220
90 - 120
Kotelet, ribbetje
1-1,5 kg
1
180 - 190
60 - 90
Gehaktbrood
750 g -1 kg
1
170 - 190
50 - 60
Varkensschenkel (voorgekookt)
750 g -1 kg
1
200 - 220
90 - 120
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1 kg
1
210 - 220
90 - 120
1,5-2 kg
1
200 - 220
150 - 180
Kalfsvlees
Soort vlees
Geroosterd
kalfsvlees1)
Kalfsschenkel
1) gebruik een afgesloten braadpan
Lamsvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
1 - 1,5 kg
1
210 - 220
90 - 120
Lamsrug
1 - 1,5 kg
1
210 - 220
40 - 60
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, hazenbout
tot 1 kg
1
220 - 240 1)
30 - 40
Reerug, hertenrug
1,5-2 kg
1
210 - 220
35 - 40
Reebout, hertenbout
1,5-2 kg
1
200 - 210
90 - 120
Wild
1) Oven voorverwarmen
29
30 www.aeg.com
Gevogelte
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevogelte
200-250g elk
1
220 - 250
20 - 40
Halve kip
400-500 g elk
1
220 - 250
35 - 50
Kip, haantje
1-1,5 kg
1
220 - 250
50 - 70
Eend
1,5-2 kg
1
210 - 220
80 - 100
Gans
3,5-5 kg
1
200 - 210
150 - 180
Kalkoen
2,5-3,5 kg
1
200 - 210
120 - 180
Kalkoen
4-6 kg
1
180 - 200
180 - 240
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1-1,5 kg
1
210 - 220
40 - 70
Vis
Soort vlees
Hele vis
BRADEN MET CIRCULATIEGRILL
Rundvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of ossehaas: rood
per cm dikte
1
190 - 200 1)
5-6
Rosbief of ossehaas: medium
per cm dikte
1
180 - 190
6-8
Rosbief of ossehaas: gaar
per cm dikte
1
170 - 180
8 - 10
1) Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg
1
160 - 180
90 - 120
Kotelet, ribbetje
1-1,5 kg
1
170 - 180
60 - 90
Gehaktbrood
750 g -1 kg
1
160 - 170
50 - 60
Varkensschenkel (voorgekookt)
750 g -1 kg
1
150 - 170
90 - 120
NEDERLANDS
31
Kalfsvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
1 kg
1
160 - 180
90 - 120
1,5-2 kg
1
160 - 180
120 - 150
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
1-1,5 kg
1
150 - 170
100 - 120
Lamsrug
1-1,5 kg
1
160 - 180
40 - 60
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevogelte
200-250 g elk
1
200 - 220
30 - 50
Halve kip
400-500 g elk
1
190 - 210
35 - 50
Kip, haantje
1-1,5 kg
1
190 - 210
50 - 70
Eend
1,5-2 kg
1
180 - 200
80 - 100
Gans
3,5-5 kg
1
160 - 180
120 - 180
Kalkoen
2,5-3,5 kg
1
160 - 180
120 - 150
Kalkoen
4-6 kg
1
140 - 160
150 - 240
Geroosterd
kalfsvlees
Kalfsschenkel
Lamsvlees
Gevogelte
GRILLEN
Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn
• Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen,
zoals aangeraden in grilleertabel.
Grillen
Voedingssoorten voor
grillen
Burgers
Grilltijd in min.
Plaathoogte
Temperatuur °C
4
Maximaal 1)
1e kant
2e kant
9 - 15
8 - 13
32 www.aeg.com
Voedingssoorten voor
grillen
Grilltijd in min.
Plaathoogte
Temperatuur °C
Varkenshaas
4
Worstjes
Runderfilet,
kalfsbiefstukken
1e kant
2e kant
Maximaal
10 - 12
6 - 10
4
Maximaal
10 - 12
6-8
4
Maximaal
7 - 10
6-8
Geroosterd
brood
4-5
Maximaal 1)
1-4
1-4
Brood met
iets erop
4
Maximaal
6-8
-
1) Oven voorverwarmen
tijd uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden.
DROGEN
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de vereiste
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
1 niveau
2 niveaus
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
Bonen
3
2/4
60 - 70
6-8
Paprika's
3
2/4
60 - 70
5-6
Groente in het
zuur
3
2/4
60 - 70
5-6
Paddestoelen
3
2/4
50 - 60
6-8
Kruiden
3
2/4
40 - 50
2-3
1 niveau
2 niveaus
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
Pruimen
3
2/4
60 - 70
8 - 10
Abrikozen
3
2/4
60 - 70
8 - 10
Schijfjes appel
3
2/4
60 - 70
6-8
Peren
3
2/4
60 - 70
6-9
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
ONTDOOIEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden
of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd
worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven.
Het inzetniveau onderaan.
NEDERLANDS
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ontdooitijd in min.
Opmerking
33
Kip 1000 g
100 - 140
20 - 30
Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot
bord leggen, halverwege de tijd omdraaien
Vlees, 1000 g
100 - 140
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Vlees, 500 g
90 - 120
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Forel, 150g
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien, 300g
30 - 40
10 - 20
-
Boter, 250g
30 - 40
10 - 15
-
Room, 2 x 200 g
80 - 100
10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt
60
60
Taart, 1400 g
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente
wetenschappelijke informatie kan het
intensief bruinen van levensmiddelen
(met name in producten die zetmeel
bevatten), een gezondheidsrisico vormen
tengevolge van acrylamides. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen
zoveel mogelijk bij lage temperaturen
gaar te laten worden en de gerechten
niet te veel te bruinen.
-
34 www.aeg.com
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoonmaakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag
onherstelbaar worden beschadigd.
Apparaten van roestvrij staal of
aluminium:
Maak de ovendeur alleen met een
natte spons schoon. Drogen met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol,
zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van
de oven beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon.
INSCHUIFRAILS
U kunt de inschuifrails verwijderen om de
zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant
uit de zijwand.
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
2
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wijzen!
NEDERLANDS
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee
draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan
schade aan het email toebrengen.
35
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd raken of bekrast worden, worden ze
zwak en kunnen ze breken. Om dit
te voorkomen, moet u ze vervangen. Voor meer informatie, neemt
u contact op met de service afdeling.
DE OVENDEUR REINIGEN
Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld alvorens u de glasplaat schoonmaakt. De glazen panelen kunnen
breken.
De deur verwijderen:
1.
2.
1
2
Open de deur helemaal.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de andere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik
hoort wanneer u de deur terugplaatst.
Gebruik indien nodig enige kracht.
OVENGLASPLATEN
De glasplaten van de ovendeur
op uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal
glasplaten kan ook verschillen.
36 www.aeg.com
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
1.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
2.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
Houd de deurglasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
Reinig de glasplaten.
B
3.
4.
Voer de bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde om de panelen te installeren.
LET OP!
De verwijderbare glasplaten hebben een markering aan één zijde.
Zorg ervoor dat de markering zich
in de linkerbovenhoek bevindt.
OVENLAMPJE
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om schade aan het ovenlampje en het afdekglaasje te
voorkomen.
Het ovenlampje vervangen
1. Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de ovenlamp met de relevante tegen 300°C hittebestendige
ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
Plaats het afdekglas terug.
DE LADE VERWIJDEREN
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
NEDERLANDS
2
1
2.
Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen
1. Plaats de lade op de steunrails. Zorg
ervoor dat de uitsparingen goed in
de rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Bewaar
geen ontvlambare dingen in de
oven (bijv. schoonmaakmiddelen,
plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays,
enz).
37
38 www.aeg.com
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt helemaal niet.
De zekering in de zekeringkast is doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer dan
één keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde
elektricien.
Het apparaat werkt helemaal niet.
U hebt twee of meer tiptoetsen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan
Het apparaat werkt helemaal niet.
Er ligt water of vetspatten Reinig het bedieningspaop het bedieningspaneel. neel
Het apparaat werkt helemaal niet.
Het kinderslot of de
toetsblokkering
is actief.
Zie het hoofdstuk "Bediening van het apparaat".
Het apparaat werkt helemaal niet.
Het apparaat staat niet
aan.
Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld.
Controleer de kookstanden.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot.
Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan
15-20 minuten in de oven
staan.
Op het display verschijnen "12.00" en "LED"
Een stroomonderbreking. Stel de klok opnieuw in.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De kookzone is niet heet,
omdat hij slechts kortstondig is bediend
Als de kookzone heet
moet zijn, neem dan contact op met de klantenservice
De kookzone heeft de
kookstand verlaagd naar
U hebt één of meer tiptoetsen bedekt of er ligt
water of vet op het bedieningspaneel.
Maak de tiptoetsen vrij.
Reinig het bedieningspaneel
Er klinkt een geluid als
het apparaat uit staat.
U hebt één of meer tiptoetsen afgedekt.
Maak de tiptoetsen vrij.
De kookstand wisselt
Het vermogensbeheer is
actief.
Zie het hoofdstuk "Vermogensbeheer".
NEDERLANDS
Probleem
Mogelijke oorzaak
Er klinkt een geluid en
U hebt
het apparaat schakelt in
en weer uit. Na vijf seconden klinkt er nog een geluid.
39
Oplossing
Maak de tiptoets vrij.
gaat branden.
De automatische uitscha- Schakel het apparaat uit
keling is in werking getre- en weer in.
den.
gaat branden.
De oververhittingsbeveili- Schakel de kookzone uit.
ging voor de kookzone is Schakel de kookzone
in werking getreden.
weer in.
gaat branden.
Geen kookgerei op de
kookzone
Zet kookgerei op de
kookzone.
gaat branden.
Geen correct kookgerei.
Gebruik het correcte
kookgerei.
gaat branden.
De diameter aan de bodem van het kookgerei is
te klein voor de kookzone.
Zet het kookgerei op een
kleinere kookzone.
en een getal gaan
branden
gaat aan.
Er is een fout in het appa- Ontkoppel het apparaat
raat opgetreden.
enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast
van het huis. Sluit opweer
nieuw aan. Als
gaat branden, neem dan
contact op met de klantenservice.
Er is een storing in het
apparaat opgetreden,
omdat het kookgerei is
droog gekookt of omdat
u ongeschikt kookgerei
hebt gebruikt. De oververhittingsbeveiliging
voor de kookzone is in
werking getreden. De automatische uitschakeling
is in werking getreden.
Schakel het apparaat uit.
Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de
kookzone opnieuw in.
moet nu verdwijnen,
de restwarmte-indicatie
kan blijven branden. Laat
het kookgerei afkoelen
en controleer in het
hoofdstuk Kookgerei of
het geschikt is voor een
inductiekookzone.
40 www.aeg.com
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Hoogte
847 - 867 mm
Breedte
596 mm
Diepte
600 mm
Ovencapaciteit
ANTI-KANTELBESCHERMING
74 l
Spanning
230 V
Frequentie
50 Hz
LET OP!
U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
B
A
A
Minimum afstanden
Afmetingen
mm
A
2
B
685
WATERPAS ZETTEN
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
1.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde opening
op een steun (zie afb.). Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of
gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt de opening aan de linkerachterkant van het apparaat (zie afb.).
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes (2). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmetingen aanpassen als u het apparaat wilt centreren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
NEDERLANDS
49 mm
77 mm
1
2
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05
RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F
(T90), H05 BB-F.
41