AEG 69476 IU-MN Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
69476IU-MN
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................10
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................11
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................16
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................17
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................18
9. OVEN - KLOKFUNCTIES...........................................................................................25
10. OVEN - AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S......................................................... 27
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 29
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 41
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................44
14. MONTAGE ..............................................................................................................47
15. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................49
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op het
stroomnet met een kabel van het type H05V2V2-F om
de temperatuur van het achterpaneel te kunnen
weerstaan.
NEDERLANDS
3
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat direct op
de stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op
met de erkende servicedienst.
www.aeg.com
4
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading
overeenkomstig de regels voor de bedrading.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
NEDERLANDS
5
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
www.aeg.com
6
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
NEDERLANDS 7
Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Pyrolysereiniging
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie
Het eerste gebruik uitvoert, moet u
eerst de volgende items uit de
binnenkant oven verwijderen:
Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen
Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
Zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
www.aeg.com
8
personen met medische
aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.8 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
4
3
2
1
2
3
6
1
4
5
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Verwarmingselement
3
Lampje
4
Verwijderbare inschuifrail
5
Ventilator
6
Roosterhoogtes
NEDERLANDS 9
3.2 Indeling kookplaat
4
1 2
35
1
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
2
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
3
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
4
Bedieningspaneel
5
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
Teleskopauszüge
Voor roosters en bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
Druk op de lade om de lade te
openen. De lade komt dan naar
buiten.
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
De deur is voorzien van een
traag sluitsysteem. Probeer
in dat geval de deur niet te
forceren.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 De tiptoetsen gebruiken
Raak om een functie te activeren het
geselecteerde symbool op het display
minimaal 1 seconde aan.
4.3 Dagtijd instellen en
wijzigen
Wacht bij eerste aansluiting op de
stroom totdat het display en 12:00
weergeeft. "12" knippert.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Raak
of aan.
3. Raak of aan om de minuten in
te stellen.
4. Raak
of aan.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat begint te
knipperen.
www.aeg.com
10
4.4 Tijd veranderen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het
apparaat aanstaat.
Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display knippert.
Om de nieuwe dagtijd in te stellen,
raadpleeg "Tijd instellen".
4.5 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en stel de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookplaat bedieningspaneel
1 2 43
6
75
9 811
10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Blokkering / Kinderbeveili-
ging van de oven
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
Bridge De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
NEDERLANDS 11
Tip-
toets
Functie Opmerking
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
- Om de kookzone te selecteren.
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
PowerBoost De functie in- en uitschakelen.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
5.2 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Blokkering /Kinderbeveiliging van de oven werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen werkt.
5.3 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
5.4 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
www.aeg.com12
5.5 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
5.6 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
5.7 Het gebruik van de
kookzones
Plaats de pannen op het kruis / vierkant
dat op het oppervlak staat waarop u
kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan. U kunt
met groot kookgerei op twee kookzones
tegelijkertijd koken.
5.8 Bridge
De functie werkt als de pan
de middelpunten van beide
zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en
deze werken dan samen als één
kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van
de kookzones.
Om de functie voor linker/rechter
kookzones te activeren: raak /
aan. Raak een van de besturingsensoren
links/rechts aan om de kookstand in te
stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak /
aan. De kookzones werken onafhankelijk.
Als u maar één kookzone van het tweetal
gebruikt dan raden wij aan om de
achterste kookzone te gebruiken. Ook
als u een grote pan gebruikt dan raden
wij aan om het kookgerei bij de achterste
kookzone te gebruiken.
5.9 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
NEDERLANDS
13
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat
branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.10 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
5.11 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: selecteer de kookzone met .
Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: Raak aan.
Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
www.aeg.com
14
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
5.12 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
5.13 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
5.14 Kinderbeveiliging van de
oven
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met
. Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met
.
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in
werking.
5.15 Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase wordt overschreden.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
NEDERLANDS
15
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
6.2 Minimale diameter van het
kookgerei
Kookzone Diameter van
het kookgerei
(mm)
Linksachter 125 - 210
Rechtsachter 125 - 210
Rechtsvoor 125 - 210
Linksvoor 125 - 210
6.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand
en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met
de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat een
www.aeg.com
16
kookzone op de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal-
verwege de procedure door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, le-
ver, roux, eieren, pannenkoe-
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, len-
denbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is ge-
activeerd.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
NEDERLANDS 17
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Elektronische tijdschakelklok
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets Functie Beschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen
3
OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch pro-
gramma in te stellen.
4
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge-
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is
uitgeschakeld.
www.aeg.com18
Tiptoets Functie Beschrijving
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur
van de vleesthermometer instellen en controle-
ren (indien aanwezig). Als u de knop drie secon-
den ingedrukt houdt, wordt de functie Snel op-
warmen in- en uitgeschakeld. Rechtstreekse toe-
gang tot de temperatuurinstelling van de eerste
ovenfunctie wanneer het apparaat is uitgescha-
keld.
6
OMHOOG, OM-
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
8
OVENVERLICH-
TING
Het lampje in- of uitschakelen.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
8.2 Display
A B C
DEF
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/
kookwekker
D. Indicatielampjes voor de klokfuncties
E. Restwarmte-indicatie /
Opwarmindicatie /
Snelverhitindicatie
F. Nummer van een ovenfunctie/het
programma
Andere indicaties op het display:
Symbool Naam Beschrijving
Functies U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma U kunt een automatisch programma kie-
zen.
Mijn favoriete programma Het programma Favoriet is in werking.
NEDERLANDS 19
Symbool Naam Beschrijving
/
kg / g Een automatisch programma met ge-
wichtinvoer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt.
Huishoudelijk De actuele temperatuur wordt aangege-
ven.
Huishoudelijk U kunt deze temperatuur wijzigen.
Deurslot De functie deurvergrendeling is inge-
schakeld.
Binnenverlichting U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
8.3 Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display branden. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in
het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
8.4 Het apparaat gebruiken
U kunt het apparaat gebruiken in:
de handmatige modus
automatische programma's
8.5 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor
Boven + Onderwarmte
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief
bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in dan voor boven- en onderwarmte.
Lage Tempera-
tuur Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Boven-/Onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren Gerech-
ten
Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpar-
tjes of loempia's krokant te maken.
www.aeg.com20
Ovenfunctie Applicatie
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogel-
te met botten op één niveau. Ook om te gratineren en
te bruinen.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveel-
heden en voor het maken van toast.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Hetelucht (voch-
tig)
Voor het bakken van taarten, gebak, brood. Om tijdens
de bereiding energie te besparen. Deze functie moet
worden gebruikt in overeenstemming met de Hete-
lucht (vochtig) om de gewenste kookresultaten te be-
reiken. Raadpleeg het hoofdstuk aanwijzingen en tips,
Hetelucht (vochtig) voor meer informatie over de aan-
bevolen instellingen. Deze functie wordt gebruikt om
de energie-efficiëntieklasse vast te stellen overeenkom-
stig EN 60350-1.
Warm houden Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel
te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd
hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
ECO-braden Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het
energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie
over de aanbevolen instellingen raadpleegt u het
hoofdstuk 'Aanwijzingen en tips' met de equivalente
ovenfunctie (Circulatiegrill).
Pyrolytische reini-
ging
Automatische pyrolytische reiniging van de oven. Hier-
door worden vuilresten in de oven verbrand.
8.6 De ovenfunctie instellen
1. Schakel het apparaat in met of
.
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het
nummer van de ovenfunctie weer.
2. Raak
of aan om een
ovenfunctie in te stellen.
3. Raak aan. Anders start het
apparaat na vijf seconden
automatisch.
Als u het apparaat activeert
en geen ovenfunctie of
programma instelt, wordt
het apparaat na 20
seconden automatisch
uitgeschakeld.
NEDERLANDS 21
8.7 Temperatuur wijzigen
Raak of om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er
drie keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
8.8 Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1. Tik op
.
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de
temperatuur in het apparaat aan.
2. Raak aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het
display geeft dit na vijf seconden
automatisch weer.
8.9 Functie Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is niet bij elke
ovenfunctie beschikbaar. Als de
Fouttoon is ingeschakeld in het
Instelmenu zal als deze functie niet
beschikbaar is voor de ingestelde
functie, er een geluidssignaal klinken.
Raadpleeg "Het instelmenu gebruiken".
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
Om deze functie te activeren, tik op
en houd meer dan drie seconden
ingedrukt.
Als u de functie Snel opwarmen
activeert, gaan de balkjes op het display
één voor één knipperen en
gaat branden om aan te geven dat de
functie werkt.
8.10 Gebruik van de functie
Mijn favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan
van uw favoriete temperatuur- en
tijdinstellingen van een ovenfunctie of
programma.
1.
Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Voor het inschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd
en temperatuur
veranderen.
Voor het uitschakelen van de
functie raakt u
aan. Het apparaat
beëindigt het programma Favoriet.
8.11 Gebruik van het
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het
apparaat per ongeluk in werking wordt
gesteld.
Als de pyrolysefunctie actief
is, wordt de deur
vergrendeld. Er verschijnt
een melding op het display
als u een tiptoets aanraakt.
1. Om de functie te activeren,
deactiveer het apparaat met
. Stel
geen ovenfunctie in.
2. Houd en gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
SAFE verschijnt op het display. De deur
blijft vergrendeld.
Om het Kinderslot te deactiveren,
herhaal stap 2.
8.12 Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
het apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Om de functie te activeren, schakel
het apparaat in.
2. Schakel een ovenfunctie of instelling
in.
www.aeg.com
22
3. Houd en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Loc verschijnt op het display.
Om de Functievergrendeling te
deactiveren, herhaal stap 3.
Als de pyrolysefunctie actief
is, wordt de deur
vergrendeld. Er verschijnt
een melding op het display
als u een tiptoets aanraakt.
U kunt het apparaat
uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u
het apparaat uit zet, wordt
de toetsblokkering
uitgeschakeld.
8.13 Gebruik van het
instellingenmenu
U kunt het instellingenmenu alleen
instellen wanneer de oven is
uitgeschakeld.
Het instellingenmenu laat u toe om
functies in het hoofdmenu te activeren
en deactiveren. Het display toont SET en
het nummer van de instelling.
Beschrijving In te stellen waarde
1 QUICK START AAN/UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT
3 REINIGINGSHERINNERING AAN/UIT
4
TOETSVOLUME
1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
5 FOUTTOON AAN/UIT
6 DEMO MODUS Activeringscode: 2468
7 ONDERHOUDSMENU -
8 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1)
Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Als het apparaat uitstaat, houdt 3
seconden ingedrukt.
Het display geeft "SET1" weer en "1"
knippert.
2. Raak of aan om de instelling
te bevestigen.
3. Tik op
.
4. Raak of aan om de waarde
van de instelling te wijzigen.
5. Tik op .
Raak om het Instellingenmenu te
verlaten aan of houd vast.
8.14 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het
apparaat na een tijdje automatisch
uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt
en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
NEDERLANDS 23
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
250 - maximum 1.5
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies: licht, langzaam
garen, duur, einde,
tijduitstel.
8.15 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid
van het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
8.16 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
8.17 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat / Diepe pan:
Schuif de bakplaat / diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat / diepe pan
samen:
Plaats de bakplaat / diepe pan tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
8.18 Telescopische geleiders -
de ovenaccessoires plaatsen
Met de telescopische geleiders kunt u de
roosters eenvoudig plaatsen en
verwijderen.
www.aeg.com
24
LET OP!
Reinig de telescopische
geleiders niet in de
afwasautomaat. Maak de
telescopische geleiders niet
vet.
LET OP!
Zorg dat u de telescopische
geleiders helemaal in de
oven schuift voordat u de
ovendeur sluit.
Bakrooster:
Plaats het bakrooster op de
telescopische geleiders zodat de pootjes
naar beneden zijn gericht.
Door de verhoogde rand die
om het rooster loopt is het
kookgerei bovendien
beveiligd tegen wegglijden.
Braadpan:
Plaats de braadpan op de telescopische
geleiders.
Bakrooster en braadpan samen:
Plaats het rooster en de braadpan samen
op de telescopische geleider.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD De tijd van de dag controleren of wijzigen. U kunt de
dagtijd alleen wijzigen als het apparaat aanstaat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDUITSTEL Combineren van de functie TIJDSDUUR en EINDE.
QUICK START Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanra-
king van de tiptoets met de benodigde instellingen ge-
start.
NEDERLANDS 25
Klokfunctie Applicatie
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook
als het apparaat uit staat.
00:00 TIMER MET OPTEL-
FUNCTIE
Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang het ap-
paraat in werking is. Deze functie heeft geen invloed op
de werking van het apparaat. Deze wordt onmiddellijk
ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen.
De OPTELTIMER is niet geactiveerd als TIJDSDUUR en
EINDE zijn ingesteld.
9.2 TIMER MET
OPTELFUNCTIE
1. Om de Optelfunctie te resetten, tik
herhaaldelijk op tot in het
display knippert.
2. Raak aan totdat op het display
"00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te
tellen.
9.3 De DUUR instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display gaat knipperen.
3. Raak
of aan om de minuten
van de TIJDSDUUR in te stellen.
4. Raak aan. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
5. Gebruik
of om de uren van
de TIJDSDUUR in te stellen.
6. Tik op . Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen
en
de tijd in het display. Het apparaat wordt
uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
9.4 Het EINDE instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in het display gaat knipperen.
3. Gebruik of om het EINDE in
te stellen en
of om te
bevestigen. U stelt eerst de minuten
en dan de uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen en
de tijd in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
9.5 SET+GO instellen
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is ingesteld.
1. Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2. Stel de TIJDSDUUR in.
3. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in het display knippert.
4. Raak aan om de functie SET+GO
in te stellen.
Het display geeft
en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunctie
wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
www.aeg.com
26
9.6 De KOOKWEKKER
instellen
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik om tussen de opties te
kiezen. U moet eerst seconden en
dan minuten en uren instellen.
3. Gebruik of om de
KOOKWEKKER in te stellen en
bevestig met .
4. Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen "00:00"
en
in het display.
5. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9.7 De tijdvertragingsfunctie
instellen
De items DUUR
en EINDE kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt, wanneer
de oven op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld. In dit geval
wordt de DUUR eerst ingesteld, en
dan EINDE
(zie "De DUUR instellen"
en "Het EINDE instellen").
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het
display het statische
symbool van de ovenfunctie
weer, met een punt en
. De punt geeft aan welke
klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
10. OVEN - AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 GEBRADEN VLEES
2 GEROOSTERD VARKENSVLEES
3 GEROOSTERD KALFSVLEES
4 GEROOSTERD LAMSVLEES
5 GEROOSTERD WILD
6 HELE KIP
7 VISFILET
8 PIZZA
9 QUICHE LORRAINE
10 CITROENCAKE
11 KWARKTAART
NEDERLANDS 27
Programmanummer Programmanaam
12 GOOIT
13 VOLKORENBROOD
14 DEEG LATEN RIJZEN
15 AARDAPPELGRATIN
16 LASAGNE
17 CANNELLONI
18 KANT-EN-KLARE TAART
19 AFBAKPIZZA
20 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
10.2 Automatische
programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display geeft , een symbool en
nummer van het automatische
programma weer.
3. Raak
of aan om het
automatische programma te kiezen.
4. Tik op of wacht vijf seconden tot
het apparaat automatisch start.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal. Het
symbool knippert.
6. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
10.3 Automatische
programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
3. Raak
of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool, , een standaard
gewicht, een maateenheid (kg, g).
4. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen
met
of . Tik op .
6. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal.
knippert.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
10.4 Automatische
programma's met
vleesthermometer
(geselecteerde modellen)
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met de
vleesthermometer niet worden
veranderd. Het programma eindigt
wanneer het apparaat de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik herhaaldelijk op tot het display
weergeeft.
www.aeg.com
28
3. Gebruik van de vleesthermometer.
Raadpleeg "Vleesthermometer".
4. Raak of aan om het
programma voor de
vleesthermometer in te stellen.
Op het display verschijnt de kooktijd,
en .
5. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. De waarde van de
kerntemperatuur en knipperen.
6. Raak een tiptoets aan, of open de
deur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
Verwarm de lege oven altijd
20 minuten voordat u gaat
koken voor op de vereiste
temperatuur voor het
voedsel.
11.1 Bakken
Uw oven kan anders bakken of
roosteren dan de oven die u tot nu
toe gebruikt heeft. Pas uw normale
instellingen zoals temperatuur,
gaartijd en ovenniveau aan de
tabelwaarden aan.
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan
naar een soortgelijk recept.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
NEDERLANDS 29
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger
in.
11.3 Bereiding met hete lucht
Bakken op één ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Moskovisch gebak / vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1)
25 - 40 3
Taartbodem - zandtaartdeeg
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
160 60 - 90 2 - 3
1)
Oven voorverwarmen.
www.aeg.com30
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
roerdeeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes
160
1)
10 - 35 3
Kleine cakes (20 stuks/bakplaat)
150
1)
20 - 35 3
1)
Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 31
Bakken op meerdere niveaus
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 standen
Roomsoezen / Eclairs
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 standen
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 2 / 4
Broodjes
180
1)
25- 40 2 / 4
Kleine cakes (20 stuks/bakplaat)
150
1)
20 - 40 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
11.4 Boven- en onderwarmte op één niveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
170
1)
25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
190 - 210
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
www.aeg.com32
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
180 60 - 90 1 - 2
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
1. 230
1)
2. 160 - 180
1)
1. 20
2. 30 - 60
1 - 2
Roomsoezen/tompoezen
190 - 210
1)
20 - 35 3
Koninginnenbrood (opgerolde cake
met jam)
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
2)
170 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering
(bijv. kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1)
40 - 80 3
Pizza (met veel garnering)
190 - 210
1)
30 - 50 1 - 2
Pizza (dunne korst)
220 - 250
1)
15 - 25 1 - 2
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
NEDERLANDS 33
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1)
20 - 35 3
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
190 - 210
1)
20 - 30 3
Broodjes
190 - 210
1)
10 - 55 3
Kleine cakejes (20 per blad)
170
1)
20 - 30 3 - 4
1)
Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
180 - 200
1)
15 - 30 1
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
200 - 220
1)
15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
11.5 Pizzastand
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dun)
1)
200 - 230
2)
10 - 20 1 - 2
Pizza (met veel garnering)
1)
180 - 200 20 - 35 1 - 2
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
www.aeg.com34
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
230 - 250
2)
10 - 20 2 - 3
Bladerdeegtaart
160 - 180
2)
45 - 55 2 - 3
Flammekuchen
230 - 250
2)
12 - 20 2 - 3
Piroggen (Russische variant op cal-
zone)
180 - 200
2)
15 - 25 2 - 3
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
11.6 Hetelucht (vochtig)
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lasagne 190 - 210 60 - 80 3
Cannelloni 180 - 200 70 - 85 3
Aardappelgratin 190 - 210 70 - 85 3
Pastagratin 190 - 210 45 - 55 3
Moussaka 180 - 200 60 - 75 3
Witbrood 190 - 210 55 - 70 3
Rijstpudding 180 - 200 45 - 55 2
Broodpudding 190 - 210 55 - 70 3
Appeltaart 180 - 190 60 - 75 2
11.7 Roosteren
Gebruik voor het roosteren
hittebestendige ovenschalen. Zie de
instructies van de fabrikant van de
ovenschalen.
Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan roosteren (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Schenk wat vloeistof in de braadpan
om te voorkomen dat de vleessappen
of het vet op het oppervlak
inbranden.
Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
Indien nodig het braadstuk na 1/2 -
2/3 van de gaartijd keren.
Om het vlees sappiger te houden:
NEDERLANDS 35
braad mager vlees in een
braadpan met deksel of gebruik
een braadzak.
rooster vlees en vis in stukken die
minimaal 1 kg wegen.
besprenkel grote braadstukken
en gevogelte diverse keren
tijdens het braden met het eigen
vleessap.
11.8 Boven- en onderwarmte roosteren
Rundvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Rosbief of ossehaas:
rood
per cm dikte
230 - 250
1)
6 - 8 1
Rosbief of ossehaas:
medium
per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1
Rosbief of ossehaas:
doorbakken
per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensrug
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voor-
gekookt)
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees
1)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
Lamsvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
www.aeg.com36
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsrug, medium 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
Game
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
220 - 240
1)
30 - 40 1
Rug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g elk 220 - 250 20 - 40 1
Halve kip 400 – 500 g elk 220 - 250 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
Vis
Gerecht Gewicht Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
11.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
190 - 200
1)
5 - 6 1
Rosbief of ossehaas: medi-
um
per cm dikte 180 - 190 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 37
Varkensvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
Gevogelte
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1
11.10 Grillen in het algemeen
WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Zet de diepe ovenschaal om vet op te
vangen altijd op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
www.aeg.com38
Het grilgedeelte is ingesteld in het
midden van het rooster.
11.11 Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roos-
terhoog-
te
1e kant 2e kant
Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3
Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 - 4
11.12 Grill intens
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
1e kant 2e kant
Burgers
max
1)
9 - 15 8 - 13 4
Varkensfilet Maximaal 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes Maximaal 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet, kalfsbiefstukken Maximaal 7 - 10 6 - 8 4
Geroosterd brood
max
1)
1 - 4 1 - 4 4 - 5
Brood met iets erop Maximaal 6 - 8 - 4
1)
De oven voorverwarmen
11.13 Inmaken - Onderwarmte
Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
Gebruik geen wekglazen met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van
1 liter op het bakrooster.
Vul de flessen tot hetzelfde niveau en
sluit ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste
weckpotten begint te borrelen (na
circa 35 - 60 minuten bij 1 liter-
glazen), schakelt u de oven uit of
NEDERLANDS 39
verlaagt u de temperatuur tot 100 °C
(zie tabel).
Zachte vruchten
Bewaren Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien, bosbes-
sen, frambozen, rijpe
kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Bewaren Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren, kweeperen,
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Bewaren Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur-
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi, erwten, as-
perges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
In de uitgeschakelde oven laten staan.
11.14 Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de
oven. Het inzetniveau onderaan.
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen. Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
www.aeg.com40
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren
slagroom.
Cake 1,4 kg 60 60 -
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven
schoon met een zachte doek, warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter
voor de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
12.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium
Maak de ovendeur alleen
met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog
maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon.
12.3 Verwijderen van de
geleiders
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder
de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging
trekken.
NEDERLANDS
41
1
2
3
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.4 Pyrolyse
LET OP!
Verwijder alle accessoires en
uitneembare
bakplaatsteunen.
De
pyrolysereinigingsprocedure
kan niet worden gestart:
U heeft de ovendeur niet
helemaal gesloten. Bij
sommige modellen geeft
de display "C3" weer als
deze fout zich voordoet.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet
tegelijk met de pyrolytische
functie. Dit kan schade aan
het apparaat veroorzaken.
De deur wordt vergrendeld tijdens de
pyrolytische reiniging. Het symbool
en de balkjes van de
verwarmingsindicatie lichten op totdat
de deur weer is ontgrendeld. De deur
wordt ontgrendeld wanneer de
temperatuur in de oven onder de
veiligheidvoorwaarde ligt en de
pyrolytische reiniging is voltooid.
Het lampje brandt niet tijdens de
pyrolytische reiniging.
1. Verwijder het ergste vuil met de
hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur
met heet water, zodat de resten niet
inbranden door de hete lucht.
3.
Schakel het apparaat in.
4. Stel de pyrolytische functie in.
Raadpleeg de "Ovenfuncties".
5. Tik op .
6. Raak of aan om de duur in te
stellen van de reinigingsprocedure:
Optie Beschrijving
1 1:00 voor een
lage vuilgraad
2 1:30 voor een
gewone vuil-
graad
3 2:30 voor een
hoge vuil-
graad
U kunt de eindfunctie gebruiken om
het starten van de
reinigingsprocedure uit te stellen.
7. Raak aan om de Pyrolysefunctie
in te schakelen.
12.5 Reinigingsherinnering
Het symbool voor de
reinigingsherinnering knippert
gedurende 10 seconden op het display
telkens als u het toestel hebt
uitgeschakeld om u eraan te herinneren
dat pyrolytische reiniging is vereist.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de
functie pyrolytische
reiniging.
als u het uitschakelt in de
basisinstellingen.
Raadpleeg het menu "De
instellingen gebruiken".
12.6 Uitnemen van de
ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
www.aeg.com
42
1
2
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif
vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de
deur eerst aan de ene zijde naar
buiten en daarna aan de andere
zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in
omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u
een klik hoort wanneer u de deur
terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
12.7 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de
ovendeur op uw product
kunnen in type en vorm
verschillen van de
voorbeelden die u hier ziet.
Het aantal glasplaten kan
ook verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
12.8 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het
lampje bevindt zich in de
achterkant van de
ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
NEDERLANDS
43
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C
hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
12.9 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Gevaar
voor brand
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
2. Til de lade enigszins op, zodat het
naar boven kan worden getild in een
hoek van de ladegeleiders.
Om de lade te installeren, volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
Het apparaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
U hebt twee of meer tiptoet-
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
STOP+GO-functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedienings-
paneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
www.aeg.com44
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is ge-
bruikt.
Als de kookzone lang ge-
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
De automatische opwarm-
functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De automatische opwarm-
functie start niet.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tus-
sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk-
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in-
dien nodig.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De automatische uitschake-
ling is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
NEDERLANDS 45
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kookgerei dekt het
kruis / vierkant niet.
Dek het kruis / vierkant volle-
dig af.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het ovendisplay ver-
schijnt 'C3'.
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
'F102'.
U heeft de deur niet he-
lemaal gesloten.
De deurvergrendeling is
stuk.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
'F102' opnieuw wordt
weergegeven.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel het ap-
paraat dan weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
www.aeg.com46
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het dis-
play verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg het menu 'De in-
stellingen gebruiken' in het
hoofdstuk 'Overige functies'.
13.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Technische gegevens
Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
14.2 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 685
NEDERLANDS 47
14.3 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
14.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de anti-
kantelbescherming zodat
het apparaat niet valt als het
incorrect wordt geladen. De
antikantelbescherming werkt
alleen als het apparaat in
een correcte ruimte is
geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van
het symbool weergegeven in
de afbeelding (indien van
toepassing) om u te
herinneren aan de montage
van de anti-
kantelbescherming.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
176 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 24 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Zie
afbeelding. Schroef de beveiliging
stevig in solide materiaal of gebruik
geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat.
Zie afbeelding. Zet het apparaat in
het midden van de ruimte tussen de
kastjes (1). Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de
breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
1
24 mm
176 mm
www.aeg.com
48
14.5 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor
verschillende fasen:
Fase Minimumformaat
kabel
1 3 x 10,0 mm²
Fase Minimumformaat
kabel
3 met neutraal 5 x 1,5 mm²
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentificatie 69476IU-MN
Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
21,0 cm
21,0 cm
21,0 cm
21,0 cm
Energieverbruik per kookzone
(EC electric cooking)
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
174,3 Wh / kg
165,3 Wh / kg
171,3 Wh / kg
165,3 Wh / kg
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 169,1 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie.
De energiemetingen betreffende de
kookzone worden geïdentificeerd door
de kruizen van de respectievelijke
kookzones.
15.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
NEDERLANDS 49
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
15.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie 69476IU-MN
Energie-efficiëntie Index 78.8
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0.99 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.67 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 72 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 58.1 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
15.4 Energie besparen
Dit apparaat bevat functies
die u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd
de deur tijdens de bereiding zo veel
mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
www.aeg.com
50
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het display toont de
restwarmteaanduiding of -temperatuur.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Deactiveer de verlichting tijdens de
bereiding en activeer ze enkel indien
nodig.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Het
functioneert op zodanige wijze dat de
temperatuur in de ovenruimte tijdens
een kookcyclus kan verschillen van de
temperatuur die staat aangegeven op
het display. Kooktijden kunnen
verschillend zijn van de kooktijden in
andere programma's.
Wanneer u hetelucht (vochtig) gebruikt,
wordt de lamp automatisch na 30
seconden uitgeschakeld. U kunt de
verBinnenverlichtinging weer inschakelen
maar deze actie vermindert de verwachte
energiebesparingen.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
NEDERLANDS
51
www.aeg.com/shop
867337593-A-422017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

AEG 69476 IU-MN Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor