10
4 Sluit het deksel en druk het naar beneden om het te vergrendelen.
C AANZETTEN
5 Plaats de voetstuk op een stabiele, vlakke ondergrond.
6 Steek de stekker van de voetstuk in het stopcontact. Alle knoppen zullen knipperen.
7 Zet de waterkoker op de voetstuk.
b VARIABELE TEMPERATUUR
8 De beschikbare temperaturen zijn: 100 (koken), 90 (koffie), 80 en 70 (°C).
9 Druk op de knop met de gewenste temperatuur. Het knopje geeft licht.
10 De kleur van het statuslampje geeft de temperatuur van het water aan.
blauw groen paars rood
70°C 80°C 90°C 100°C
• Als de temperatuur van het water minder dan 70°C bedraagt, licht het statuslampje niet op.
• Als het water de door u ingestelde temperatuur bereikt of deze overschrijdt, gebeurt er niets.
Het water is dan klaar voor gebruik.
11 Het statuslampje knippert tot het water de ingestelde temperatuur bereikt en licht
vervolgens vast op.
12 De kleur van het statuslampje wordt gewijzigd met de temperatuur van het water in de ketel.
13 Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt, dooft het lampje van de knop.
14 Druk nogmaals op de knop om het apparaat handmatig uit te schakelen.
, Het kan lang duren voordat de temperatuur verlaagd is – u kunt ook het warme water
weggooien en met koud water vullen.
C ALGEMEEN
15 Om het risico op spatten te voorkomen, dient u langzaam te schenken en de waterkoker niet
te schuin te houden.
16 U merkt mogelijk dat de onderkant van de ketel is verkleurd. Maak u geen zorgen: dit is te
wijten aan het contact tussen het element en de onderkant van de ketel.
1F KOKEN MET TE WEINIG WATER
17 Hierdoor zal het verwarmingselement minder lang meegaan. De droogkookbeveiliging
schakelt de waterkoker uit.
18 Om het uitschakelen te resetten verwijdert u de waterkoker van de voetstuk en plaatst hem
pas weer terug als hij afgekoeld is.
C ZORG EN ONDERHOUD
19 Haal de stekker van de voetstuk uit het stopcontact en laat de waterkoker afkoelen voordat u
hem reinigt.
20 Veeg de waterkoker van binnen en buiten af met een vochtige doek
21 Open het deksel.
22 Duw de haak boven op de filter omlaag en haal vervolgens de filter uit de ketel.
23 Gebruik een zachte borstel en spoel het filter onder de kraan uit.
24 Verlaag het filter in de ketel, en plaats de haak aan de onderkant in de onderkant van de
schenktuit.
25 Druk de bovenkant van de filter naar de ketel om de haak op zijn plaats te laten vergrendelen.
26 Sluit het deksel.
Ontkalk het apparaat regelmatig (tenminste één keer per maand).
27 Ontkalk het apparaat minstens één keer per maand met een geschikte ontkalker. Volg de
instructies op de verpakking van de ontkalker.
, Voor geretourneerde producten die onder de garantie vallen en waarbij defecten zijn
opgetreden als gevolg van kalkaanslag, worden reparatiekosten in rekening gebracht.