Pottinger EUROHIT 61 N Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Cirkelschudder
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
Nr. 99 218.NL.80D.0
NL
EUROHIT 61 N
( Type ZK 218 : + . . 01001 )
EUROHIT 61 NZ
( Type ZK 218 : + . . 01001 )
ALLG./BA SEITE 2 / 9300-NL
- 2 -
Geachte gebruiker,
U hebt een goede keuze gemaakt en wij
feliciteren U dan ook dat U voor het merk
Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden
wij U kwaliteit en capaciteit, gekoppeld aan
een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de
omstandigheden waaronder de machine
wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe
machines te kunnen ontwikkelen,
verzoeken wij U ons enige gegevens te
verstrekken. Daardoor is het dan ook
mogelijk om U in de toekomst gericht over
nieuwe ontwikkelingen te informeren.
NL
Produktaansprakelijkheid, informatieplicht
Produktaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop
van machines een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren
over de bedienings-, de veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
-Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden
gezonden.
-Dokument B blijft bij de dealer en
-Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die
door een machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor
de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of
doorverkocht dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de
voorschriften te worden gewezen.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
INHOUDSOPGAVE NL
218.DE.80D.0 INHALT
De veiligheidsvoorschriften in aanhangsel A navolgen! CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te
brengen CE-kenmark, geeft
aan dat de machine
beantwoord aan de EG-
richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-
verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en
medische voorschriften beantwoordt.
495.151
Betekenis van de
waarschuwings afbeeldingen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich
daar nog delen kunnen bewegen.
495.173
Buiten het zwenkbereik van de machine
blijven.
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark
zolang de trekkermotor nog draait.
Inhoudsopgave
Aanbouw van de machine met driepuntsnaloopbok ......................................................... 5
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het rijden over straat en het wegzetten van
de machine ....................................................................................................................... 5
Trekkoord .......................................................................................................................... 5
De hydraulische slang op de trekker aansluiten ............................................................... 5
De hydraulische slang op de trekker aansluiten ............................................................... 6
Aanwijzing ......................................................................................................................... 6
Rijden op de openbare weg: ............................................................................................. 8
Veranderen van werkstand in transportstand ................................................................... 9
Attentie! ............................................................................................................................. 9
Houdt de volgorde bij de bediening aan. .......................................................................... 9
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het rijden over straat : .................................... 9
Veranderen van transportstand in werkstand ................................................................. 10
Attentie! Houdt de volgorde bij de bediening aan. .......................................................... 10
Algemene richtlijnen voor het werken met de machine .................................................. 11
Voorzichtig! ..................................................................................................................... 11
Werken op de helling ...................................................................................................... 11
Schokbrekers .................................................................................................................. 11
Afstellen .......................................................................................................................... 11
Hefstangen vastzetten .................................................................................................... 11
Trekkerstuurventiel (ST) .................................................................................................. 11
Het inhooien van de perceelsranden .............................................................................. 12
Tanden instellen .............................................................................................................. 13
Wegzetten van de cirkelhooier ........................................................................................ 14
Reinigen van machinedelen ............................................................................................ 14
Parkeren in de open lucht ............................................................................................... 14
Winterberging .................................................................................................................. 14
Onderhoud en verzorging ............................................................................................... 15
Hoofdaandrijving ............................................................................................................. 15
Verwisselen van tanden .................................................................................................. 15
Accumulator .................................................................................................................... 15
Aanwijzing ....................................................................................................................... 15
De druk in de accumulator veranderen ........................................................................... 15
draairichting .................................................................................................................... 15
Waarschuwingsborden.................................................................................................... 16
Doelgericht gebruik van cirkelschudders ........................................................................ 18
Technische Gegevens ..................................................................................................... 18
Aanhangsel ..................................................................................................................... 19
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................................................................... 21
KRUISKOPPELINGSAS ................................................................................................. 22
Smeerschema ................................................................................................................. 23
Montage van extras (Meerprijs) ...................................................................................... 26
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ................................................................. 27
AANBOUW NL
- 5 -
0300-NL Anbau_218
Aanbouw van de machine met driepuntsnaloopbok
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie aanhangsel-A p. 7.), 8a. - 8h.)
1. Machine aan de driepuntshefinrichting bevestigen.
2. De hefarmen vast zetten zodat de machine niet zijdelings
wegzwenken kan.
3. Steunpoot (5) inschuiven en borgen.
- Voor het voor de eerste keer gebruiken moet de lengte van de
tussen-as worden gekontroleerd en eventueel worden aangepast
(zie "Kruiskoppelingsas aanpassen" in aanhangsel B).
De hydraulische slang op de trekker aansluiten
Om ongevallen te voorkomen moet er met het
opklappen worden gewacht tot de tussen-as is
stopgezet en de machine geheel sill staat.
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het
rijden over straat en het wegzetten van de machine
Tijdens het transport de bok (SB) met de steekpen vergrendelen.
A = werkstand
B = transport stand
Attentie!
De steekpen alleen van plaats veranderen als de machine is
geheven.
Trekkoord
- Koord (S) in de kabine
brengen.
TD34/90/4
5
4
AANBOUW NL
- 6 -
0300-NL Anbau_218
De hydraulische slang op de trekker
aansluiten
Om ongevallen te voorkomen moet er met het
opklappen worden gewacht tot de tussen-as is
stopgezet en de machine geheel sill staat.
- De hydraulische slang alleen op de trekker aansluiten of
afkoppelen als de blokkeerkraan in stand A staat.
Aanwijzing
De hydraulische slang (L1) is in elke uitvoering van de
machine aanwezig.
Voor machines met hydraulische zwenkinrichting is een
extra enkelwerkende aansluiting op de trekker nodig. Hierop
wordt de tweewegkraan (H2) aangesloten.
Als de trekker echter slechts een enkelwerkende aansluiting
heeft, kan in plaats van een tweewegkraan, een
driewegkraan (bestelnr. 445.059) met een daarbij horend
snelsluitdeel (bestelnr. 448.051) gemonteerd worden.
Daarmee wordt elk hydraulisch circuit apart bediend.
Bij deze aankoppelvariant mag het retourstroom-
ventiel (D) niet verwijderd worden.
Stand A: kraan gesloten.
Stand E1: zwenken van de buitenste elementen.
Stand E2: zwenken van de wielen.
TD12/93/13
A
E1 E2
TD12/93/15
L1
H2
A
E
D
TD12/93/14
445.059
448.051
L1
D
L1
- 7 -
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK NL
9600-NL VOREINSTELLUNGEN (209)
Aanwijzingen voor veilig werken:
- De diverse werkzaamheden in het draaibereik van de
machine mogen slechts worden uitgevoerd als de
aftakas van de trekker is stilgezet.
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark zolang de
trekkermotor nog draait.
Vastzetten van de draagwielen (alleen bij
machines met knikdissel)
De beide pennen zijn normaal steeds
ontgrendeld (stand E).
Daardoor zijn de wielhouders niet star
en kunnen de wielen zich aan
bodemoneffenheden aanpassen.
Als het niet gewenst is dat de wielen
meelopen, b.v. bij het inhooien van de
zijkanten, dan kunnen de wieldragers in
de bovenste stand worden vergrendeld.
Wieldrager optillen.
Met pen vergrendelen (stand V).
V
TD9/92/17
E
TD9/92/16
Verstellen van de schudhoek
De assen van de wielen kunnen via de
vertranding (A) versteld worden in 5 standen
(1 tandje is 1°)
Veel voer = grote
hoek
Wenig voer = kleine
hoek
Tandhoek
Belangrijk is ook dat de tandhoek
klopt (zie GEBRUIK).
495.173
S1S2
80
TD 16/96/2
R
TRANSPORTSTAND
0300-NL Transp (209)
- 8a -
NL
21-00-02
Rijden op de openbare weg:
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en omgekeerd,
alleen op een effen, vaste ondergrond uitvoeren.
De machine alleen in de transportstand vervoeren!
TRANSPORTSTAND
0300-NL Transp (209)
- 9a -
NL
Veranderen van werkstand in
transportstand
Om veiligheidsredenen de aftakas uitschakelen en
wachten tot de
rotoren stilstaan.
- Vaststellen of het de
ruimte waarin de
machine zwenkt vrij is
en dat er zich verder
niemand in de
gevarenzone rond de
machine bevindt.
- Driewegkraan openen
(stand E).
Attentie!
Houdt de volgorde bij de
bediening aan.
1. Het middenste wielenpaar moet op de grond staan.
2. HIT 69 AZ, HIT 80 AZ
Het koord (S) aantrekken. Daardoor worden de mechanische
vergrendelingen losgemaakt.
3. Door het trekkerstuurventiel (ST) te bedienen worden de
elementen omhoog geklapt.
4. Trekkoord "S" tijdens het
opklappen of neerlaten
loslaten, om de vergrendel-
haken te laten inhaken.
- Driewegkraan sluiten
(stand A).
Attentie!
- Kontroleer of de haken (10) goed vast gegrepen
hebben.
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen
tijdens het rijden over straat :
Tijdens het transport de bok (SB) met de steekpen vergrendelen.
B = transport stand
Attentie!
De steekpen alleen
van plaats
veranderen als de
machine is
geheven.
A
E
TD31/90/21
A
E
TD31/90/21
TD9/92/13
10
10 10
TD48/91/3
ST
WERKSTAND
- 10 -
9500-NL ARBEITSSTELLUNG (209)
NL
Veranderen van transportstand in werkstand
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en omgekeerd, alleen op een
effen, vaste ondergrond uitvoeren.
- Driewegkraan openen (stand E)
- Vaststellen of het de ruimte waarin
de machine zwenkt vrij is en dat er
zich verder niemand in de
gevarenzone rond de machine
bevindt.
Attentie! Houdt de volgorde bij de bediening aan.
Voor het in werkstand brengen van de machine:
1. Eerst de komplete machine op de grond plaatsen via de hefinrichting van de
trekker. Het middenste wielenpaar moet op de grond staan, de buitenste
elementen blijven opgeklapt.
2. Daarna pas de buitenste elementen in werkstand laten zakken.
Stuurventiel (ST) kortdurend bedienen om te laten heffen en gelijktijdig het
koord (S) aantrekken. Daardoor worden de mechanische vergrendelingen
geopend.
3. Stuurventiel (ST) op stand zakken zetten. De elementen zakken nu in de
werkstand.
4. Pen in naloopbok (SB) in stand A steken.
Attentie!
Pen alleen van stand veranderen als de machine geheven is.
A
E
TD31/90/21
ST
GEBRUIK
- 11 -
0300-NL Einsatz_218
NL
Algemene richtlijnen voor het
werken met de machine
- Verschillende werkzaamheden in het berik
van de elementen mogen slechts worden
uigevoerd als de trekker motor is stopgezet of
als tenminste de aftakas is uitgeschakeld.
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark zolang
de trekkermotor nog draait.
- Rijsnelheid zodanig kiezen dat het gewas
schoon opgenomen wordt.
- Als de slipkoppelingwerkt, 1 versnelling
langzamer rijden.
Driepuntsnaloopbok "type N"
- Driepunts-naloopbok: de machine heffen voor
een nauwe bocht of voor het achteruit rijden.
Voorzichtig!
Machine zwenkt tijdens het heffen
automatisch in de stand midden
(M) achter de trekker en
vergrendelt automatisch. Let er op dat
de zwenkende machine niemand in
gevaar brengt en niet tegen obstakels
aan komt. Bij het laten zakken van de
machine wordt de vergrendeling
automantisch ontkoppeld.
Werken op de helling
Pas op! Machine met driepuntsnaloopbok "type N"
Wanneer de machine tijdens het rijden door bochten met de hefinrichting
omhoog gebracht wordt, zwenkt het element automatisch in de middenstand.
Dit kan op hellingen, door de massa van het element, tot gevaarlijke
situaties leiden (Kippen, Abrutschen,
Materialbruch usw.).
De dempers zorgen ervoor, dat de
zwenkbeweging niet snel, maar
langzaam en gelijkmatig gaat.
Schokbrekers
(optie)
Voor gebruik op de helling, wordt het gebruik van
schokbrekers (D) ten sterkste aangeraden, omdat
deze de rijveiligheid vergroten.
Afstellen:
Dor het draaien van de moer (SK) kan de spanning
van de veren en daarmee de druk op de elementen
(R) aan de drukstang veranderd worden.
Variant
(standaarduitvoering)
Afstellen
-De lengte van de
topverbinding zodanig
afstellen dat de machine
voorover neigt en de tanden
de bodem licht raken (zie
ook hoofdstuk: "Afstellen
van de werkhoek"). De
afstelling van de topstang
tijdens het werk enige keren
controleren.
Hefstangen
vastzetten
- De hefstangen (4) van de
trekker moeten spelingsvrij
worden vergrendeld om
heen- en weerzwenken van
de schudder te voorkomen.
Trekkerstuurventiel (ST)
- Trekkerstuurventiel (ST) op de "zwemstand"
of op zakken zetten.
De buitenste elementen passen zich dan goed
aan aan de ondergrond.
495.173
TD27/91/1
SK R
TD34/90/8
4
9
ST
SK
TD 75-98-15
GEBRUIK
- 12 -
0300-NL Einsatz_218
NL
TD12/93/9
S
TD12/93/8
A
E1 E2
A
E
TD31/90/21
Het inhooien van de perceelsranden
Het inhooien van de perceelsranden gebeurt door het zwenken van de loopwielen.
1.) Verstellen van de wielen bij machines zonder centrale verstelling
- Hefboom (7) naar beneden drukken.
- Wielen naar links of rechts zwenken.
- Hefboom in de gewenste stand laten vastzetten.
2.) Hydraulisch verstellen van de wielen bij machines
met centrale verstelling
- Keuzekraan openen (stand E bij tweewegkraan).
Bij gebruik van een driewegkraan stand E1 (zie ook hoofdstuk
"AANBOUW").
- Stuurventiel van de trekker bedienen.
Om de wielen naar links te stellen, de stand "HEFFEN"
gebruiken. Om de wielen naar rechts te stellen de stand
"ZAKKEN" gebruiken.
3.) Mechanisch verstellen van de wielen bij machines
met centrale verstelling
- Door aan het koord (S) te trekken, de vergrendeling
loskoppelen.
- De trekkerwielen in de gewenste richting sturen en gelijktijdig
vooruit rijden. De loopwielen van de machine zwenken in
de tegenovergestelde richting.
- Koord (S) loslaten en er op letten dat de vergrendel-pen
goed is vastgezet.
Aanwijzing
De stand van de assen maakt het mogelijk om ook met de driepuntsmachines type N in te hooien.
In deze stand is de maximum uitslag (9) bereikt.
Om bochten te maken of aan het einde van het perceel moet de machine worden geheven.
Attentie!
Daarbij zwenkt de machine weer midden achter de trekker.
GEBRUIK
- 13 -
0300-NL Einsatz_218
NL
Tanden instellen
De stand van de tanden kan veranderd worden door het
verdraaien van de tandhouder (80).
positie "S1"
standaard afstelling (af fabriek).
positie "S2"
voor zware omstandigheden, bijv. bij zeer dicht en zwaar
gewas. De strooiwerking wordt met deze tandafstelling
verhoogd.
draairichting "R"
opletten bij het monteren van de tanden.
S
1
S
2
80
TD 16/96/2
R
TD16/96/1
80
- 14 -
WEGZETTEN VAN DE MACHINE NL
0300-NL Abstellen_218
Wegzetten van de cirkelhooier
De machine kan zowel in werkstand als in transportstand worden
weggezet.
Kantelgevaar
De machine moet op een vlakke, vaste bodem neergezet
worden.
Op zachte grond kan het steunoppervlak van het steunpoot
vergroot worden door er bijvoorbeeld een stevige plank onder
te schuiven.
- Pen bij de naloopbok in stand (A) steken.
Attentie!
Pen alleen van stand veranderen als de machine is geheven.
- Machine in de hefinrichting laten zakken en op de steunpoot
wegzetten.
- Tussen-as afkoppelen en op de houder
leggen.
Veiligheidsketting niet gebruiken om
de aftakas aan op te hangen!
- Driewegkraan sluiten (stand A)
- Machine afkoppelen
- Hydraulische leiding loskoppelen.
Reinigen van machinedelen
Attentie!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen
van lagers en van hydraulische delen.
- Na het reinigen van de machine volgens schema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan lakschade
optreden.
Parkeren in de
open lucht
Wanneer u de
machine voor langere
tijd in de open lucht
wegzet, moeten de
zuigerstangen van de
hydraulische cilinders gereinigd
en geconserveerd worden met
zuurvrij vet.
Kontrole bij het afstellen
Om het regenwater te laten
afvloeien mogen de openingen
"W" niet verstopt zijn.
Winterberging
- de machine voor de overwintering goed
schoonmaken.
- overdekt opbergen, zodat weersinvloeden worden
uitgeschakeld.
- blanke delen tegen roest beschermen.
- alle draaipunten volgens smeerplan smeren.
- Machine wegzetten
met opgeklapte
elementen.
W
TD7/95/5
FETT
TD49/93/2
TD12/93/13
A
E1 E2
TD32/90/12
A
E
60
0300-NL Wartung_218
ONDERHOUD NL
- 15 -
TD 7/95/3
Drehrichtung
direction of rotation
12 kpm
Onderhoud en verzorging
Om de machine ook na langer gebruik in een goede staat te
houden, wilt u a.u.b. onderstaande aanwijzingen volgen:
- Na de eerste gebruiksuren diverse bouten en
moeren na-trekken.
De bouten aan de tandarmen (12 kpm, 9 kpm) en
de bouten in driepuntsbok extra controleren.
- De bandenspanning als in de tabel is voorgeschreven
aanhouden.
- Smeren volgens schema.
Nippels met universeel vet smeren (om de 20 uren).
- Voor het in de winterberging zetten de machine doorsmeren
en olieen en invetten.
Hoofdaandrijving
De hoofdaandrijving heeft een olievulling die
elk jaar vernieuwd moet worden:
- Zie bijblad voor olie soort.
Verwisselen van tanden
- Gebroken tanden na het losdraaien van moer verwijderen en
nieuwe tand aanbrengen.
- Let bij het monteren op de draairichting van het element!
- Moer met 12 daNm (=12kgm) vastzetten.
Accumulator
Attentie!
Er mag niet aan de accumulator worden gelast en
mechanische bewerkingen zijn verboden.
Aanwijzing
Volgens aanwijzingen
van de fabrikant hebben
alle accumulatoren na
een bepaalde een
beperkt drukverlies.
Het gasverlies (stikstof)
bedraagt per jaar ca. 2-
3%.
Er wordt aangeraden, na
4-5 jaar de druk te
controleren en eventueel
de spanning op peil te
laten brengen.
De druk in de accumulator veranderen
Dit mag alleen door de dealer
worden gedaan.
Om de voorspanning te
veranderen is speciaal
gereedschap benodigd.
De voorspandruk in de accumulator bedraagt ca. 80 bat
stikstofdruk (N).
TD12/93/10
Stickstoff
(N)
draairichting
- 16 -
209 / BELEUCHTUNG / 9600-D/NL
Beleuchtung
Verlichting
Warntafeln
Waarschuwingsborden
Einzelteile
siehe Ersatzteilliste.
Losse onderdelen zie
onderdelenboek.
- 17 -
209 / BELEUCHTUNG / 9600-D/NL
Beleuchtung
Verlichting
TD 42-96-1
12
9
8
12
15
14
13
2
4
7
6
11
1
10
4
5
3
TECHNISCHE GEGEVENS NL
0300-NL-Techn. Daten_218
- 18 -
A. P ttinger Maschinenfabrik Ges. m. b. H. A-4710 Grieskirchen Ober sterreich
Modell
Ges.Gew
Type
Masch.Nr.
HIT 61 N/ HIT 61 NZ (Type ZK 218)
Aantal elementen ................................................................... 6
Werkbreedte.................................................................. 5,75 m
Breedte in werkstand .................................................... 6,00 m
Transportbreedte opgeklapt .......................................... 2,85 m
Lengte ............................................................................. 1,8 m
Lengte in transportstand ................................................. 1,8 m
Maximale hoogte .......................................................... 2,97 m
Benodigd vermogen vanaf ........................................ ab 20 kW
Gewicht incl. tussen-as kg ......................................... 670/ 695
Aandrijftoerental max. o/m ................................................. 540
Bandenmaat (elementen)......................................... 15x6,00-6 4 Ply rating
Toegestane max. snelheid ...........................................30 km/h
Geluidsniveau ......................................................... 71,3 dB(A)
Technische gegevens, maten en gewichten niet bindend.
Constructie-wijzingen voorbehouden.
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een typeplaatje ingeslagen
en op de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen of
informatie kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de
handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
Doelgericht gebruik van cirkelschudders
De machine EUROHIT 61 mag alleen voor doeleinden worden gebruikt warvoor deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant.
Voor het schudden, keren en harken van groenvoer, ruwvoer en voordroogkuil.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schad of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Extra toebehoren
Verlichting
Waarschuwingsborden
Technische Gegevens
Vereiste aansluitingen
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 100 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
NL-ANHANG TITELBLATT _341
AANHANGSEL
NL-ANHANG TITELBLATT _341
U maakt de beslissing Original of namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een goedkope aanschaf kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad! .
Kwaliteit en nauwkeurige passing
- Bedrijfszekerheid
Betrouwbaar functioneren
Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
(341) SICHERHEIT 9400 NL
Aanhangsel -A
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking
hebben op de veiligheid met dit teken aangegeven .
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de
door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van Uw
machine negatief beinvloeden. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan door
het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan
de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige
controle en vervanging van versleten en beschadigde
beschermingen is noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd
maken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het
voertuig of machine kunnen om
technische redenen asbest bevatten. Let
op kentekens die op de onderdelen staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
transportstand over openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van
ballastgewichten worden voorzien om de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht
van het voertuig
moet op de vooras
rusten).
b. De rijeigenschap-
pen worden door
de weg en door
de machine
beinvloed. Rijstijl
aan de omstandig-
heden aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aangekoppeld, moet bij
het rijden van bochten rekening gehouden worden met de
breedte van de machine en met eventueel uitslaan van de
machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op
de uitstekende delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
driepuntshefinrichting de hendel van de hefinrichting in
een stand blokkeren, waarin ongekontroleerd heffen of
zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
driepuntshefinrichting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting
buiten de kabine, niet tussen trekker en machine gaan
staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als te trekkermotor stil
staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de
hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongekontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de
grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door
gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
onderdelen te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- A 1 -
Aanwijzingen voor veilig werken
0000-NL GELENKWELLE (341)
Aanhangsel - B
KRUISKOPPELINGSAS
NL
KRUISKOPPELINGSAS
Let op! Gebruik de
meegeleverde
kruiskoppelingsas met
stilstaande beschermbuizen.
Het gebruik van andere
aandrijfassen is niet
toegestaan.
Kruiskoppelingsas
aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald
door de koppelingsas-helften
naast elkaar te houden.
HET AFKORTEN
- om de lengte aan te
passen, de beide
kruiskoppelingsashelften
in de positie van de
kortste afstand
(L2)van de
aftakaseinden tov.
elkaar, naast elkaar
houden en
aftekenen.
Let op!
Maximale Betriebslänge (L1)
beachten -
Zo groot mogelijke
overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste-
beschermbuis met gelijke lengte
inkorten.
Slipkoppeling (2) aan de
machinezijde monteren.
Voor elk gebruik de
kruiskoppelingsas controleren,
of de gaffels goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de
kruiskoppelingsas borgen tegen
meedraaien.
Let erop dat de ketting voldoende
lengte heeft voor de bewegingen
van de kruiskoppelingsas.
TIJDENS HET WERK
Tijdens het werken met de machine mogen de voorgeschreven
toerentallen niet overschreden worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen sommige machines
noch lange tijd door blijven draaien door de massa van sommige
onderdelen(maaiers, hakselaars,persen etc.).Gedurende deze
tijd niet dicht bij de machine komen. Wanneer alle delen volledig
stilstaan kan pas aan de
machine gewerkt worden.
- wanneer de machine wordt
afgekoppeld moet de
kruiskoppelingsas volgens
voorschrift afgelegd worden
resp. door een ketting
bevestigd worden.
Blokkeerketting (H) niet voor
het ophangen van de
kruiskoppelingsas benutten.
1)Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling:
De nokkenschakelkoppeling
is een beveiliging, die het
draaimoment bij overbelasting
tot nul reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan
weer ingeschakeld worden als
de aftakasaandrijving wordt
uitgeschakeld. Het
inschakeltoerental van deze
koppeling ligt onder de 200
omw./min.
LET OP !
De nokkenschakelkoppeling van de kruiskoppelingsas is
geen beladingsgraadmeter. Het is een echte beveiliging, die
Uw machine beschermen moet tegen beschadigingen. Door
gevoelsmatig te werken voorkomt U veelvuldig uitschakelen
van de koppeling en behoed hem en de machine voor onnodige
slijtage.
2)Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet ingeschakeld 70
graden.
3)Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet
ingeschakeld 90 graden,
tijdens het werk maximaal 35
graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen
direct vernieuwen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de kruiskoppelingsas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rustperiodes kruiskoppelingsas schoonmaken
en doorsmeren.
tijdens winter-
werkzaamheden de
beschermbuizen
invetten om te voor-
komen dat ze
vastvriezen.
Belangrijk voor kruiskoppelingsassen met
een platenslipkoppeling.
Bij de eerste maal in gebruikname en na langere tijd
buiten gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op
goede werking kontroleren.
a.) Maat L aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1
resp. aan stelschroef bij K92E en K92/4E
vaststellen.
b.) Schroeven losdraien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat L instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
X
X
L1
L2
X
X
min.
TD 52/97/37
- B 1 -
8
h
FETT
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Pottinger EUROHIT 61 N Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor