(341) SICHERHEIT 9400 NL
Aanhangsel -A
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking
hebben op de veiligheid met dit teken aangegeven .
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de
door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van Uw
machine negatief beinvloeden. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan door
het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan
de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige
controle en vervanging van versleten en beschadigde
beschermingen is noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd
maken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het
voertuig of machine kunnen om
technische redenen asbest bevatten. Let
op kentekens die op de onderdelen staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
transportstand over openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van
ballastgewichten worden voorzien om de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht
van het voertuig
moet op de vooras
rusten).
b. De rijeigenschap-
pen worden door
de weg en door
de machine
beinvloed. Rijstijl
aan de omstandig-
heden aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aangekoppeld, moet bij
het rijden van bochten rekening gehouden worden met de
breedte van de machine en met eventueel uitslaan van de
machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op
de uitstekende delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
driepuntshefinrichting de hendel van de hefinrichting in
een stand blokkeren, waarin ongekontroleerd heffen of
zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
driepuntshefinrichting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting
buiten de kabine, niet tussen trekker en machine gaan
staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als te trekkermotor stil
staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de
hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongekontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de
grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door
gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
onderdelen te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- A 1 -
Aanwijzingen voor veilig werken