Endres+Hauser KA Liquiphant FTL51B Short Instruction

Type
Short Instruction
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
Liquiphant FTL51B
Vibronic
Niveauschakelaar voor vloeistoffen
Deze beknopte handleiding is niet bedoeld als vervanging voor
de bedieningshandleiding behorende bij het instrument.
Zie voor gedetailleerde informatie de bedieningshandleiding
en andere documentatie.
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser bedieningsapp
KA01429F/15/NL/04.23-00
71628807
2023-09-30
Bijbehorende documentatie Liquiphant FTL51B
2 Endress+Hauser
1 Bijbehorende documentatie
Order code:
Ext. ord. cd.:
Ser. no.:
www.endress.com/deviceviewer Endress+Hauser
Operations App
XXXXXXXXXXXX
XXXXX-XXXXXX
XXX.XXXX.XX
Serial number
1.
3.
2.
A0023555
2 Over dit document
2.1 Symbolen
2.1.1 Veiligheidssymbolen
GEVAAR
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden zal
ernstig of dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Liquiphant FTL51B Over dit document
Endress+Hauser 3
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
licht of middelzwaar letsel ontstaan.
LET OP
Dit symbool bevat informatie over procedures of andere feiten, die niet kunnen resulteren in
persoonlijk letsel.
2.1.2 Elektrische symbolen
 Aardaansluiting
Aardklem, welke is geaard via een aardsysteem.
 Randaarde (PE)
Aardklemmen, die moeten worden aangesloten op aarde voordat enige andere aansluiting
wordt gemaakt. De aardklemmen bevinden zich aan de binnen- en buitenkant van het
instrument.
2.1.3 Gereedschapssymbolen
 Platte schroevendraaier
 Inbussleutel
 Steeksleutel
2.1.4 Symbolen voor bepaalde soorten informatie
  Toegestaan
Procedures, processen of handelingen die zijn toegestaan.
 Verboden
Procedures, processen of handelingen die verboden zijn.
 Tip
Geeft aanvullende informatie
Verwijzing naar documentatie
A
Verwijzing naar ander hoofdstuk
1.
,
2.
,
3.
Handelingsstappen
2.1.5 Symbolen in afbeeldingen
A, B, C ...  Aanzicht
1, 2, 3 ...  positienummers
-
 Explosiegevaarlijke omgeving
 Veilige omgeving (niet-explosiegevaarlijke omgeving)
Basisveiligheidsinstructies Liquiphant FTL51B
4 Endress+Hauser
3 Basisveiligheidsinstructies
3.1 Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen voor het uitvoeren van de noodzakelijke
werkzaamheden, bijv ., inbedrijfname en onderhoud:
Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie hebben voor de
specifieke functie en taak
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving
Moeten alle instructies in de bedieningshandleiding en de aanvullende documentatie en de
certificaten (afhankelijk van de applicatie) hebben doorgelezen en begrepen
Volgen de instructies op en voldoen aan de algemene voorschriften
3.2 Bedoeld gebruik
Gebruik het instrument alleen voor vloeistoffen
Verkeerd gebruik kan gevaren tot gevolg hebben
Waarborg dat het meetinstrument vrij is van defecten tijdens gebruik
Gebruik het instrument alleen voor media waartegen de materialen die in aanraking komen
met het proces voldoende bestendig zijn
Over- of onderschrijd de geldende grenswaarden voor het instrument niet
 Voor meer details zie de Technische informatie
3.2.1 Verkeerd gebruik
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeerd gebruik of gebruik
niet conform de bedoeling.
Overige gevaren
Vanwege de warmte-overdracht vanuit het proces, kan de temperatuur van de
elektronicabehuizing en de daarin opgenomen elementen tot 80 °C (176 °F) oplopen tijdens
bedrijf.
Gevaar voor brandwonden bij contact met oppervlakken!
Zorg, indien nodig, voor voldoende bescherming tegen contact om brandwonden te
voorkomen.
Voor de eisen betreffende functionele veiligheid conform IEC 61508, moet de bijbehorende
SIL-documentatie worden aangehouden.
3.3 Arbeidsveiligheid
Bij werken aan en met het instrument:
Draag de benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting conform de nationale/
bedrijfsvoorschriften.
Liquiphant FTL51B Basisveiligheidsinstructies
Endress+Hauser 5
3.4 Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Bedien het instrument alleen wanneer het in optimale technische conditie is, vrij van
fouten en storingen.
De operator is verantwoordelijk voor het waarborgen van een storingsvrije werking van het
instrument.
Modificaties van het instrument
Ongeautoriseerde wijzigingen aan het instrument zijn niet toegestaan en kunnen onvoorziene
gevaren tot gevolg hebben.
Neem contact op met Endress+Hauser wanneer wijzigingen nodig zijn.
Reparatie
Om de bedrijfsveiligheid te waarborgen:
Voer alleen reparatiewerkzaamheden aan het instrument uit, als dit uitdrukkelijk is
toegestaan.
Houd de nationale/lokale voorschriften aan betreffende reparatie van elektrische
apparatuur.
Gebruik alleen originele reservedelen en accessoires van Endress+Hauser.
Explosiegevaarlijke omgeving
Om gevaar te voorkomen voor personen of de installatie indien het instrument wordt gebruikt
in explosiegevaarlijke omgeving (bijv. explosiebeveiliging):
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan worden
gebruikt in de betreffende explosiegevaarlijke omgeving.
Houd de specificaties in de afzonderlijke aanvullende documentatie aan, welke een
integraal onderdeel is van deze handleiding.
3.5 Productveiligheid
Dit instrument is conform de laatste stand van de techniek bedrijfsveilig geconstrueerd en
heeft de fabriek in veiligheidstechnisch optimale toestand verlaten.
Het instrument voldoet aan de algemene veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen.
Het voldoet tevens aan de EU-richtlijnen in de klantspecifieke EU-conformiteitsverklaring.
Endress+Hauser bevestigt dit met het aanbrengen op het instrument van de CE-markering.
3.6 IT beveiliging
Wij verlenen alleen garantie wanneer het instrument wordt geïnstalleerd en gebruikt zoals
beschreven in de bedieningshandleiding. Het instrument heeft geïntegreerde
veiligheidsmechanismen om te voorkomen dat gebruikers onbedoeld instellingen veranderen.
Zorg voor extra beveiliging voor het instrument en de gegevensoverdracht van/naar het
instrument
IT-beveiligingsmaatregelen zoals gedefinieerd in de beveiligingspolitiek van de eigenaar/
operator van de installatie moeten door de eigenaar/operator van de installatie zelf worden
geïmplementeerd.
Goederenontvangst en productidentificatie Liquiphant FTL51B
6 Endress+Hauser
4 Goederenontvangst en productidentificatie
4.1 Goederenontvangst
Controleer het volgende bij de goederenontvangst:
 Zijn de bestelcodes op de pakbon en de productsticker hetzelfde?
 Zijn de goederen niet beschadigd?
 Komen de gegevens op de typeplaat overeen met de bestelinformatie op de pakbon?
 Indien nodig (zie typeplaat): zijn de veiligheidsinstructies, bijv.XA aanwezig?
Wanneer aan één van deze voorwaarden niet is voldaan, neem dan contact op met het
verkoopkantoor van de fabrikant.
4.2 Productidentificatie
Het instrument kan op de volgende manieren worden geïdentificeerd:
Specificaties typeplaat
Uitgebreide bestelcode met codering van de instrumentfuncties op de pakbon
Voer het serienummer van de typeplaat in W@M Device Viewer
www.endress.com/deviceviewer. Alle informatie over het meetinstrument wordt getoond
met een overzicht van de beschikbare technische documentatie.
Voer het serienummer op de typeplaat in de Endress+Hauser Operations app in of scan de
2-D matrixcode op de typeplaat met de Endress+Hauser Operations app
4.2.1 Elektronicamodule
Identificeer de elektronicamodule via de bestelcode op de typeplaat.
4.2.2 Typeplaat
De wettelijk benodigde informatie relevant voor het instrument is vermeld op de typeplaat.
4.2.3 Adres van de fabrikant
Endress+Hauser SE+Co. KG
Hauptstraße 1
79689 Maulburg, Duitsland
Fabricagelocatie: zie typeplaat.
4.3 Opslag en transport
4.3.1 Opslagomstandigheden
Gebruik de originele verpakking.
Opslagtemperatuur
–40 … +80 °C (–40 … +176 °F)
Optie: –50 °C (–58 °F), –60 °C (–76 °F)
Liquiphant FTL51B Installatie
Endress+Hauser 7
Transporteren van het instrument
Transporteer het instrument naar het meetpunt in de originele verpakking
Houd het instrument vast aan de behuizing, temperatuurafstandsstuk, procesaansluiting of
verlengbuis
Buig, verkort of verleng de vork niet.
5 Installatie
LWAARSCHUWING
Verlies van beschermingsklasse indien het instrument in een natte omgeving wordt
geopend.
Open het instrument alleen in een droge omgeving!
Montage-instructies
Willekeurige inbouwpositie voor compacte uitvoering of uitvoering met een buislengte tot
circa 500 mm (19,7 in).
Verticale inbouwpositie van bovenaf voor instrument met lange buis
Minimale afstand tussen de top van de trilvork en de tank- of leidingwand :
10 mm (0,39 in)
A0037879
 1 Installatievoorbeelden voor een vat, tank of leiding
5.1 Montagevoorwaarden
Installatie Liquiphant FTL51B
8 Endress+Hauser
5.1.1 Houd rekening met het schakelpunt
Hierna volgen de typische schakelpunten, afhankelijk van de oriëntatie van de
niveauschakelaar.
Water +23 °C (+73 °F)
Minimale afstand tussen de top van de trilvork en de tank- of leidingwand :
10 mm (0,39 in)
~13 (0.5)
~4 (0.16)
~12.5 (0.49)
D
A B C
D
D
A0037915
 2 Typische schakelpunten. Maateenheid mm (in)
A Installatie aan de bovenkant
B Installatie aan de onderkant
C Installatie aan de zijkant
D Schakelpunt
5.1.2 Houd rekening met de viscositeit
Viscositeitswaarden
Lage viscositeit: < 2 000 mPa⋅s
Hoge viscositeit: > 2 000 … 10 000 mPa⋅s
Lage viscositeit
het is toegestaan de trilvork binnen de installatiesok te positioneren.
Liquiphant FTL51B Installatie
Endress+Hauser 9
> 25 (0.98)
> !50 (1.97)
A0033297
 3 Installatievoorbeeld voor vloeistoffen met lage viscositeit. Maateenheid mm (in)
Hoge viscositeit
LET OP
Hoog viskeuze vloeistoffen kunnen schakelvertraging veroorzaken.
Waarborg dat de vloeistof gemakkelijke van de trilvork kan afglijden.
Ontbraam het oppervlak van de sok.
De trilvork moet buiten de installatiesok worden gepositioneerd!
> 40 (1.57)
A0037348
 4 Installatievoorbeeld voor een vloeistof met hoge viscositeit. Maateenheid mm (in)
Installatie Liquiphant FTL51B
10 Endress+Hauser
5.1.3 Vermijd afzettingen
A0033239
 5 Installatievoorbeelden voor hoog viskeus procesmedium
5.1.4 Houd rekening met de vrije ruimte
A0033236
 6 Houd rekening met de vrije ruimte buiten de tank
Liquiphant FTL51B Installatie
Endress+Hauser 11
5.1.5 Ondersteun het instrument
Ondersteun het instrument in geval van ernstige dynamische belasting. Maximale zijwaartse
belastbaarheid van de buisverlengingen en sensoren: 75 Nm (55 lbf ft).
A0031874
 7 Voorbeelden van ondersteunen in geval van dynamische belasting
Scheepvaartgoedkeuring: in geval van verlengbuizen of sensoren langer dan
1 600 mm (63 in), is een steun nodig tenminste elke 1 600 mm (63 in).
5.1.6 Inlasadapter met lekkagegat
Las de inlasadapter zodanig vast dat het lekkagegat naar beneden wijst. Hierdoor kunnen
eventuele lekkages snel worden gedetecteerd.
316L
A0039230
 8 Inlasadapter met lekkagegat
Installatie Liquiphant FTL51B
12 Endress+Hauser
5.2 Montage van het instrument
5.2.1 Benodigd gereedschap
Steeksleutel voor sensorinstallatie
Inbussleutel voor borgschroef behuizing
5.2.2 Montage
Lijn de trilvork uit met de markering
316L/G1
A0039125
 9 Positie van de trilvork bij horizontale installatie in de tank via de markering
Installeren van het instrument in leidingen
Doorstroomsnelheid tot 5 m/s met viscositeit 1 mPa⋅s en dichtheid 1 g/cm³ (62,4 lb/ft³)
(SGU).
Controleer op correct functioneren in geval van andere procesmediumomstandigheden.
De doorstroming zal niet significant worden beïnvloed wanneer de trilvork correct is
uitgelijnd en de markering in de doorstroomrichting wijst.
De markering is na installatie zichtbaar
A0034851
 10 Installatie in leidingen (houd rekening met vorkpositie en markering)
Liquiphant FTL51B Installatie
Endress+Hauser 13
Instrument inschroeven
Draai alleen aan de zeskantbout, 15 … 30 Nm (11 … 22 lbf ft)
Draai niet aan de behuizing!
2.
1.
A0034852
 11 Instrument inschroeven
Uitlijnen van de kabelwartel
1. 3.
43.5 Nm
2.
A0037347
 12 Behuizing met externe borgschroef en afdruiplus
Behuizingen met borgschroef:
De behuizing kan worden gedraaid en de kabel kan worden uitgelijnd door de
borgschroef los te draaien.
De borgschroef is niet vastgezet wanneer het instrument is geleverd.
1. Maak de externe borgschroef los (maximaal 1,5 slag).
2. Draai de behuizing, lijn de kabelwartel uit.
Vermijd vocht in de behuizing, maak een lus om vocht te laten afdruipen.
3. Maak de externe borgschroef vast.
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
14 Endress+Hauser
LET OP
De behuizing kan niet volledig worden losgeschroefd.
Maak de externe borgschroef maximaal 1,5 slag los. Wanneer de schroef te ver of
helemaal wordt losgedraaid (voorbij het schroefankerpunt), kunnen kleine onderdelen
(tegenschijf) losraken en eruit vallen.
Zet de borgschroef (inbus 4 mm (0,16 in)) met maximaal 3,5 Nm (2,58 lbf ft) ±
±0,3 Nm (±0,22 lbf ft)vast.
Sluiten van de behuizingsdeksels
LET OP
Schroefdraad en behuizingsdeksel beschadigd door vuil en afzettingen!
Verwijder de afzettingen (bijv. zand) op het schroefdraad van de deksels en de behuizing.
Wanneer u nog steeds weerstand voelt bij het sluiten van het deksel, controleer het
schroefdraad dan nogmaals.
Schroefdraad behuizing
De schroefdraad van het elektronica- en het aansluitcompartiment kunnen worden
gecoat met een antiwrijvings-coating.
Het volgende geldt voor alle behuizingsmaterialen:
Het schroefdraad van de behuizing NIET smeren.
6 Elektrische aansluiting
6.1 Benodigd gereedschap
Schroevendraaier voor elektrische aansluiting
Inbussleutel voor schroef van dekselborging
6.2 Aansluitspecificaties
6.2.1 Deksel met borgschroef
Het deksel is vergrendeld met de borgschroef in instrumenten met een zekere
explosieveiligheid voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving.
LET OP
Wanneer de borgschroef niet correct is geplaatst, dicht het deksel niet goed af.
Open het deksel: maak de schroef van de behuizingsborging maximaal 2 slagen los zodat
de schroef niet kan uitvallen. Plaats het deksel en controleer de dekselafdichting.
Sluit het deksel: schroef het deksel vast op de behuizing, waarborg daarbij dat de
borgschroef correct is gepositioneerd. Er mag geen spleet aanwezig zijn tussen deksel en
behuizing.
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 15
2 x 0.7 Nm
4
A0039520
 13 Deksel met borgschroef
6.2.2 Randaarde (PE)
De randaarde-aansluiting op het instrument mag alleen worden aangesloten als de
bedrijfsspanning van het instrument ≥ 35 VDC of ≥ 16 VACeff.
Wanneer het instrument wordt toegepast in explosiegevaarlijke omgevingen, moet deze altijd
worden opgenomen in de potentiaalvereffening van het systeem, ongeacht de
voedingsspanning.
De kunststof behuizing is leverbaar met of zonder externe randaarde-aansluiting (PE).
Wanneer de voedingsspanning van de elektronicamodule < 35 V bedraagt heeft de
kunststof behuizing geen externe aardaansluiting.
6.3 Aansluiten van het instrument
Schroefdraad behuizing
De schroefdraad van het elektronica- en het aansluitcompartiment kunnen worden
gecoat met een antiwrijvings-coating.
Het volgende geldt voor alle behuizingsmaterialen:
Het schroefdraad van de behuizing NIET smeren.
6.3.1 2-draads AC (elektronicamodule FEL61)
Tweedraads AC uitvoering
Schakelt de belasting direct in het voedingscircuit via een elektronische schakelaar; altijd in
serie met een belasting schakelen
Functietest zonder niveauverandering
Een functietest kan worden uitgevoerd aan het instrument met de testknop op de
elektronicamodule.
Voedingsspanning
U = 19 … 253 VAC, 50 Hz/60 Hz
Restspanning bij doorschakeling: typisch 12 V
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een geschikte uitschakelaar op
voor het instrument en beperk de stroom tot 1 A, bijv. door een 1 A zekering (traag) op
te nemen in de fase (niet de N-ader) van het voedingscircuit.
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
16 Endress+Hauser
Opgenomen vermogen
S ≤ 2 VA
Stroomverbruik
Reststroom indien geblokkeerd: I ≤ 3,8 mA
De rode LED knippert in geval van overbelasting of kortsluiting. Controle op overbelasting en
kortsluiting elke 5 s. De test wordt gedeactiveerd na 60 s.
Aansluitbare belasting
Belasting met een minimaal houdvermogen/nominaal vermogen van 2,5 VA bij
253 V (10 mA) of 0,5 VA bij 24 V (20 mA)
Belasting met een maximaal houdvermogen/nominaal vermogen van 89 VA bij
253 V (350 mA) of 8,4 VA bij 24 V (350 mA)
Met overbelastings- en kortsluitbeveiliging
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: belasting aan (doorgeschakeld)
Vraagmodus: belasting uit (geblokkeerd)
Alarm: belasting uit (geblokkeerd)
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie II
Klembezetting
Sluit altijd een externe belasting aan. De elektronicamodule heeft een geïntegreerde
kortsluitbeveiliging.
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 17
!
>0,5
COM
NL1
1
2
MIN
MAX >0,7
U 19...253 V AC
I max: 350 mA
~
~
1 A
L1 NPE
K
1 2
A0036060
 14 2-draads AC, elektronicamodule FEL61
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
18 Endress+Hauser
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
MAX
RD YE GN
MIN
K
K
K
K
K
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
IL
IL
<3.8 mA
<3.8 mA
<3.8 mA
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
L1
L1
L1
L1
L1
ΔU
ΔU
A0031901
 15 Gedrag van de schakeluitgang en signalering, elektronicamodule FEL61
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD LED rood voor waarschuwing of alarm
YE LED geel, schakelstatus
GN LED groen, bedrijfsstatus, instrument aan
ILBelastingsstroom doorgeschakeld
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 19
Selectietool voor relais
3.0
1.5
1.3
20 24 27 43 48 53 60 110 121 207 230 253
S
U
A0042052
 16 Aanbevolen minimale houdvermogen/nominale vermogen voor belasting
S Houdvermogen/nominaal vermogen in [VA]
U Voedingsspanning [V]
AC-modus
Voedingsspanning: 24 V, 50 Hz/60 Hz
Houdvermogen/nominaal vermogen: > 0,5 VA, < 8,4 VA
Voedingsspanning: 110 V, 50 Hz/60 Hz
Houdvermogen/nominaal vermogen: > 1,1 VA, < 38,5 VA
Voedingsspanning: 230 V, 50 Hz/60 Hz
Houdvermogen/nominaal vermogen: > 2,3 VA, < 80,5 VA
6.3.2 3-draads DC-PNP (elektronicamodule FEL62)
Driedraads DC-uitvoering
Bij voorkeur in combinatie met programmable logic controller (PLC), DI-module conform
EN 61131-2. Positief signaal aan schakeluitgang van elektronicamodule (PNP)
Functietest zonder niveauverandering
Een functietest kan worden uitgevoerd aan het instrument met de testknop op de
elektronicamodule of door de testmagneet (kan als optie worden besteld) te gebruiken bij
gesloten behuizing.
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
20 Endress+Hauser
Voedingsspanning
LWAARSCHUWING
Geen gebruik maken van de voorgeschreven voedingseenheid.
Risico van potentieel levensgevaarlijke elektrische schokken!
De FEL62 mag alleen worden gevoed door instrumenten met veilige galvanische scheiding,
conform IEC 61010-1.
U = 10 … 55 VDC
Het instrument moet worden gevoed met een voedingsspanning categorie "CLASS 2" of
"SELV".
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument en begrens de stroom tot 500 mA, bijv. door de installatie van een
0,5 A zekering (traag) in het voedingscircuit.
Opgenomen vermogen
P ≤ 0,5 W
Stroomverbruik
I ≤ 10 mA (zonder belasting)
De rode LED knippert in geval van overbelasting of kortsluiting. Controle op overbelasting en
kortsluiting elke 5 s.
Belastingsstroom
I ≤ 350 mA met overbelastings- en kortsluitbeveiliging
Capacitieve belasting
C ≤0,5 µF bij 55 V, C ≤1,0 µF bij 24 V
Reststroom
I < 100 µA (voor geblokkeerde transistor)
Restspanning
U < 3 V (voor doorgeschakelde transistor)
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: doorgeschakeld
Vraagmodus: geblokkeerd
Alarm: geblokkeerd
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie I
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 21
Klemtoekenning
!
U = 10...55 V DC
I max: 350 mA
1
3
L-L+
COM
MIN
MAX >0,7
>0,5
1
3
0.5 A
L+ L-
I 350 mA
U 55 V
max
max
K
K
IL
PE
4
3
1
2
1
3
4
M12
1 2 3
B
A
L+ L-
K
A0036061
 17 3-draads DC-PNP, elektronicamodule FEL62
A Aansluiting bedrading met klemmen
B Aansluiting bedrading met M12-connector in behuizing conform EN61131-2 norm
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
22 Endress+Hauser
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
MAX
RD YE GN
MIN
K
K
K
(L–)
(L–)
(L–)
IL
<100 µA
IL
3
3
3
1
1
1
L+
L+
L+
ΔU
ΔU
K
(L–)
<100 µA 3
1
L+
(L–)
<100 µA 3
1
L+
K
A0033508
 18 Gedrag van de schakeluitgang en signalering, elektronicamodule FEL62
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD LED rood voor waarschuwing of alarm
YE LED geel, schakelstatus
GN LED groen, bedrijfsstatus, instrument aan
ILBelastingsstroom doorgeschakeld
6.3.3 Universele stroomaansluiting met relaisuitgang (elektronicamodule FEL64)
Schakelt de belasting via 2 potentiaalvrije wisselcontacten
2 galvanisch gescheiden wisselcontacten (DPDT), beide wisselcontacten schakelen
tegelijkertijd
Functietest zonder niveauverandering. Een functietest kan worden uitgevoerd aan het
instrument met de testknop op de elektronicamodule of door de testmagneet (kan als optie
worden besteld) te gebruiken bij gesloten behuizing.
LWAARSCHUWING
Een fout in de elektronicamodule kan overschrijding van de toegestane temperatuur van
aanrakingsveilige oppervlakken tot gevolg hebben. Dit veroorzaakt gevaar voor
brandwonden.
Raak de elektronica niet aan in geval van een storing!
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 23
Voedingsspanning
U = 19 … 253 VAC, 50 Hz/60 Hz / 19 … 55 VDC
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument en begrens de stroom tot 500 mA, bijv. door de installatie van een
0,5 A zekering (traag) in het voedingscircuit.
Opgenomen vermogen
S < 25 VA, P < 1,3 W
Aansluitbare belasting
Belastingen geschakeld via 2 potentiaalvrije wisselcontacten (DPDT)
• IAC ≤ 6 A, U~ ≤ AC 253 V; P~ ≤ 1 500 VA, cos φ = 1, P~ ≤ 750 VA, cos φ > 0,7
• IDC ≤ 6 A tot DC 30 V, I DC ≤ 0,2 A tot 125 V
Aanvullende beperkingen voor de aan te sluiten belastingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde goedkeuring. Houd de informatie in de veiligheidsinstructie (XA) aan.
Conform IEC 61010 geldt het volgende: totale spanning van relaisuitgangen en
voedingsspanning ≤. 300 V
Gebruik elektronicamodule FEL62 DC PNP voor kleine DC-belastingsstromen, bijv. voor
aansluiting op een PLC.
Contactmateriaal relais: zilver/nikkel AgNi 90/10
Installeer bij het aansluiten van een instrument met hoge inductiviteit, een vonkbluseenheid
om het relaiscontact te beschermen. Een fijnzekering (afhankelijk van de aangesloten
belasting) beschermt het relaiscontact in geval van een kortsluiting.
Beide relaiscontacten schakelen tegelijkertijd.
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: relais bekrachtigd
Vraagmodus: relais niet bekrachtigd
Alarm: relais niet bekrachtigd
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie II
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
24 Endress+Hauser
Klembezetting
L1 N
4
3 5 8
7
6
U = 19...55 V DC
U 19...253 V AC
~
~
!
0.5 A
1
2 2
L1
L+
NO NONC NCC CN
L-
PE
1 2 3 64 75 8
MIN
>0,7
MAX
>0,5
COM
A0036062
 19 Universele stroomaansluiting met relaisuitgang, elektronicamodule FEL64
1 Indien overbrugd, werkt de relaisuitgang met NPN-logica
2 Aansluitbare belasting
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 25
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
3 54
3 54
6 87
6 87
3 54
3
3
5
5
4
4
6 87
6
6
8
8
7
7
MAX
RD YE GN
MIN
A0033513
 20 Gedrag van de schakeluitgang en signalering, elektronicamodule FEL64
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD LED rood voor alarm
YE LED geel, schakelstatus
GN LED groen, bedrijfsstatus, instrument aan
6.3.4 DC-aansluiting, relaisuitgang (elektronicamodule FEL64DC)
Schakelt de belasting via 2 potentiaalvrije wisselcontacten
2 galvanisch gescheiden wisselcontacten (DPDT), beide wisselcontacten schakelen
tegelijkertijd
Functietest zonder niveauverandering. Een functietest van het complete instrument kan
worden uitgevoerd met de testknop op de elektronicamodule of met de testmagneet (kan
als optie worden besteld) bij gesloten behuizing.
Voedingsspanning
U = 9 … 20 VDC
Het instrument moet worden gevoed met een voedingsspanning categorie "CLASS 2" of
"SELV".
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument en begrens de stroom tot 500 mA, bijv. door de installatie van een
0,5 A zekering (traag) in het voedingscircuit.
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
26 Endress+Hauser
Opgenomen vermogen
P < 1,0 W
Aansluitbare belasting
Belastingen geschakeld via 2 potentiaalvrije wisselcontacten (DPDT)
• IAC ≤ 6 A, U~ ≤ AC 253 V; P~ ≤ 1 500 VA, cos φ = 1, P~ ≤ 750 VA, cos φ > 0,7
• IDC ≤ 6 A tot DC 30 V, I DC ≤ 0,2 A tot 125 V
Aanvullende beperkingen voor de aan te sluiten belastingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde goedkeuring. Houd de informatie in de veiligheidsinstructie (XA) aan.
conform IEC 61010 geldt het volgende: totale spanning van relaisuitgangen en
voedingsspanning ≤ 300 V
Elektronicamodule FEL62 DC PNP bij voorkeur voor kleine DC-belastingsstromen, bijv. voor
aansluiting op een PLC.
Contactmateriaal relais: zilver/nikkel AgNi 90/10
Voorkom bij het aansluiten van een instrument met hoge inductiviteit, dat er vonken optreden
om het relaiscontact te beschermen. Een fijnzekering (afhankelijk van de aangesloten
belasting) beschermt het relaiscontact in geval van een kortsluiting.
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: relais bekrachtigd
Vraagmodus: relais niet bekrachtigd
Alarm: relais niet bekrachtigd
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie I
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 27
Klembezetting
L+ L-
4
3 5 8
7
6
U = 9...20 V DC
!
0.5 A
1
2 2
L+ NO NONC NCC CL- PE
1 2 3 64 75 8
MIN
>0,7
MAX
>0,5
COM
A0037685
 21 DC-aansluiting met relaisuitgang (elektronicamodule FEL64DC)
1 Indien overbrugd, werkt de relaisuitgang met NPN-logica
2 Aansluitbare belasting
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
28 Endress+Hauser
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
3 54
3 54
6 87
6 87
3 54
3
3
5
5
4
4
6 87
6
6
8
8
7
7
MAX
RD YE GN
MIN
A0033513
 22 Gedrag van de schakeluitgang en signalering, elektronicamodule FEL64 DC
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD LED rood voor alarm
YE LED geel, schakelstatus
GN LED groen, bedrijfsstatus, instrument aan
6.3.5 PFM-uitgang (elektronicamodule FEL67)
Voor aansluiting op de Nivotester schakelaars FTL325P en FTL375P van Endress+Hauser
PFM signaaloverdracht; pulsfrequentiemodulatie, gesuperponeerd op de voedingsspanning
over de tweedraads kabel
Functietest zonder niveauverandering:
Een functietest kan worden uitgevoerd aan het instrument met de testknop op de
elektronicamodule.
De functietest kan ook worden gestart door de voedingsspanning los te koppelen of direct
worden geactiveerd door de Nivotester FTL325P en FTL375P niveauschakelaar.
Voedingsspanning
U = 9,5 … 12,5 VDC
Het instrument moet worden gevoed met een voedingsspanning categorie "CLASS 2" of
"SELV".
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument.
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 29
Opgenomen vermogen
P ≤ 150 mW met Nivotester FTL325P of FTL375P
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: MAX bedrijfsmodus 150 Hz, MIN bedrijfsmodus 50 Hz
Vraagmodus: MAX bedrijfsmodus 50 Hz, MIN bedrijfsmodus 150 Hz
Alarm: MAX/MIN bedrijfsmodus 0 Hz
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie I
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
30 Endress+Hauser
Klemtoekenning
>0,5
COM
MIN
MAX >0,7
– +
1
2
L- L+
7
33
37
d4
z4
8
34
38
d2
z2
z6 d6
.
-
1 2
!
!
4
3
1
2
1
3
4
M12
L+ L- PE
B
A
A0036065
 23 PFM-uitgang, elektronicamodule FEL67
A Aansluiting bedrading met klemmen
B Aansluiting bedrading met M12-connector in behuizing conform EN61131-2 norm
7/ 8: Nivotester FTL325P 1 CH, FTL325P 3 CH ingang 1
33/ 34: Nivotester FTL325P 3 CH ingang 2
37/ 38: Nivotester FTL325P 3 CH ingang 3
d4/ d2: Nivotester FTL375P ingang 1
z4/ z2: Nivotester FTL375P ingang 2
z6/ d6: Nivotester FTL375P ingang 3
Verbindingskabel
Maximale kabelweerstand: 25 Ω per ader
Maximale kabelcapaciteit: <100 nF
Maximale kabellengte: 1 000 m (3 281 ft)
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 31
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
MAX
RD YE GN
MIN
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
L+
L+
L+
L+
L+
150 Hz
50 Hz
50 Hz
150 Hz
0 Hz
L-
L-
L-
L-
L-
A0037696
 24 Schakelgedrag en signalering, elektronicamodule FEL67
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD LED rood voor alarm
YE LED geel, schakelstatus
GN LED groen, bedrijfsstatus, instrument aan
De schakelaars MAX/MIN op de elektronicamodule en de FTL325P-schakeleenheid
moeten worden ingesteld passend bij de applicatie. Alleen dan is het mogelijk de
functietest correct uit te voeren.
6.3.6 2-draads NAMUR >2,2 mA/< 1,0 mA (elektronicamodule FEL68)
Voor aansluiting op de scheidingsversterkers conform NAMUR (IEC 60947-5-6), bijv. de
Nivotester FTL325N van Endress+Hauser
Voor aansluiting op scheidingversterkers van andere leveranciers conform NAMUR
(IEC 60947-5-6), moet een permanente voedingsspanning voor de elektronicamodule
FEL68 worden gewaarborgd.
Signaaloverdracht H-L flank 2,2 … 3,8 mA/0,4 … 1,0 mA conform NAMUR (IEC
60947-5-6) via tweedraads kabel
Functietest zonder niveauverandering. Een functietest kan worden uitgevoerd aan het
instrument met de testknop op de elektronicamodule of door de testmagneet (kan als optie
worden besteld) te gebruiken bij gesloten behuizing.
De functietest kan ook worden gestart door de voedingsspanning te onderbreken of direct
activeren via de Nivotester FTL325N.
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
32 Endress+Hauser
Voedingsspanning
U = 8,2 VDC±20 %
Het instrument moet worden gevoed met een voedingsspanning categorie "CLASS 2" of
"SELV".
Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument.
Opgenomen vermogen
NAMUR IEC 60947-5-6
< 6 mW met I < 1 mA; < 38 mW met I = 3,5 mA
Aansluiting data-interface
NAMUR IEC 60947-5-6
Gedrag uitgangssignaal
OK-status: uitgangsstroom 2,2 … 3,8 mA
Vraagmodus: uitgangsstroom 0,4 … 1,0 mA
Alarm: uitgangsstroom 1,0 mA
Klemmen
Klemmen voor aderdiameters tot 2,5 mm2 (14 AWG). Gebruik adereindhulzen voor de aders.
Overspanningsbeveiliging
Overspanningscategorie I
Liquiphant FTL51B Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 33
Klemtoekenning
>0,5
COM
– +
MIN
MAX >0,7
IEC 60947-5-6
8,2 V DC NAMUR
1
2
L- L+ .
-
1 2
!
!
4
3
1
2
1
34
M12
L+ L- PE
B
A
A0036066
 25 2-draads NAMUR ≥ 2,2 mA/≤ 1,0 mA, elektronicamodule FEL68
A Aansluiting bedrading met klemmen
B Aansluiting bedrading met M12-connector in behuizing conform EN61131-2 norm
Elektrische aansluiting Liquiphant FTL51B
34 Endress+Hauser
Gedrag van de schakeluitgang en signalering
MAX
RD YE GN
MIN
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
L+
L+
L+
L+
L+
2.2...3.8 mA
0.4...1.0 mA
2.2...3.8 mA
0.4...1.0 mA
< 1.0 mA
L-
L-
L-
L-
L-
A0037694
 26 Gedrag van de schakeluitgang en signalering, elektronicamodule FEL68
MAXDIP-schakelaar voor instellen MAX fail-safe
MIN DIP-schakelaar voor instellen MIN fail-safe
RD Rode LED voor alarm
YE Gele LED, schakelstatus
GN Groene LED, bedrijfsstatus, instrument aan
De Bluetooth-module voor gebruik in combinatie met de elektronicamodule FEL68 (2-
draads NAMUR) moet afzonderlijk worden besteld inclusief de benodigde batterij,.
6.3.7 Bluetooth-module VU121 (optie)
De Bluetooth-module kan worden aangesloten via de COM-interface op de volgende
elektronicamodules: FEL61, FEL62, FEL64, FEL64 DC, FEL67, FEL68 (2-draads NAMUR). In
combinatie met de elektronicamodule FEL68 (2-draads NAMUR) moet de Bluetooth-module
afzonderlijk worden besteld inclusief de benodigde batterij,.
6.3.8 LED-module VU120 (optie)
Een helder brandende LED signaleert de bedrijfsstatus (schakelstatus of alarmstatus) in de
kleuren groen, geel of rood. De LED-module kan worden aangesloten op de volgende
elektronicamodules: FEL62, FEL64, FEL64DC.
6.3.9 Aansluiten van de kabels
Benodigd gereedschap
Platte schroevendraaier (0,6 mm x 3,5 mm) voor klemmen
passend gereedschap met sleutelwijdte AF24/25 (8 Nm (5,9 lbf ft)) voor M20-kabelwartel
Liquiphant FTL51B Bedieningsmogelijkheden
Endress+Hauser 35
1
2
3
!
"d
3.5
24/25 mm
8.0 Nm
A0018023
 27 Aansluitvoorbeeld met kabelwartel, elektronicamodule met klemmen
1 M20-kabelwartel (met kabelinvoer), voorbeeld
2Maximale aderdiameter 2,5 mm2 (AWG14), aardklem in de behuizing + klemmen op de elektronica
3Maximale aderdiameter 4,0 mm2 (AWG12), aardklem op buitenkant behuizing (voorbeeld van
kunststofbehuizing met externe aardaansluiting (PE))
⌀d Vernikkeld messing 7 … 10,5 mm (0,28 … 0,41 in)
Kunststof 5 … 10 mm (0,2 … 0,38 in)
Roestvast staal 7 … 12 mm (0,28 … 0,47 in)
Let op het volgende bij het gebruik van de M20-kabelwartel
Na de kabelinvoer:
Zet de koppeling vast
Zet de wartelmoer van de koppeling vast met 8 Nm (5,9 lbf ft)
Schroef de meegeleverde koppeling in de behuizing met 3,75 Nm (2,76 lbf ft)
7 Bedieningsmogelijkheden
7.1 Overzicht van de bedieningsmogelijkheden
7.1.1 Bedieningsconcept
Bediening met toets en DIP-schakelaars op de elektronicamodule
Display met optionele Bluetooth-module en SmartBlue-app via Bluetooth® draadloze
technologie, zie de bedieningshandleiding.
Indicatie van de bedrijfsstatus (schakelstatus of alarmstatus) met optionele LED-module
(zichtbaar aan de buitenkant), zie de bedieningshandleiding.
Bedieningsmogelijkheden Liquiphant FTL51B
36 Endress+Hauser
7.2 Elementen op de elektronicamodule
MIN
>0,7
MAX
>0,5
COM
U = 9...20 V DC
4
3 5 8
7
6
L-L+
12345678
12345
6
7
8
9
A0037705
 28 Voorbeeld elektronicamodule FEL64DC
1 COM-interface voor extra modules (LED-module, Bluetooth-module)
2 LED, rood, voor waarschuwing of alarm
3 LED, geel, schakelstatus
4 LED, groen, bedrijfsstatus (instrument aan)
5 Testknop, activeert functietest
6 DIP-schakelaar voor instellen dichtheid 0,7 of 0,5
7 Klemmen 3 tot 8, relaiscontact
8 Klemmen (1 tot 2), voedingsspanning
9 DIP-schakelaar voor configureren MAX/MIN fail-safe modus
7.3 Heartbeat-diagnose en verificatie met draadloze Bluetooth®-
technologie
7.3.1 Toegang via draadloze Bluetooth®-technologie
12
A0033411
 29 Afstandsbediening via draadloze Bluetooth®-technologie
1 Smartphone of tablet met SmartBlue-app
2 Instrument met optionele Bluetooth-module
Liquiphant FTL51B Inbedrijfname
Endress+Hauser 37
8 Inbedrijfname
8.1 Functietest met de toets op de elektronicamodule
De functietest moet worden uitgevoerd in de OK-status: MAX fail-safe en sensor vrij of MIN
fail-safe en sensor bedekt.
De LED's knipperen één voor één gedurende de functietest.
Bij het uitvoeren van de controletest in systemen met veiligheidsinstrumentatie conform SIL
of WHG: houd de instructies in de veiligheidshandleiding aan.
>0,5
COM
NL1
1
2
MIN
MAX >0,7
>0,5
1
2
MIN
MAX >0,7
A0037132
 30 Positie van de toets voor de functietest voor elektronicamodules FEL61/62/64/64DC/67/68
1. Waarborg dat geen onbedoelde schakelprocessen worden geactiveerd!
2. Druk op de "T"-toets op de elektronicamodule gedurende tenminste 1 s (bijv. met
schroevendraaier).
De functietest van het instrument wordt uitgevoerd. De uitgang verandert van de
OK-status in de vraagstatus.
Duur van de functietest: tenminste 10 s of wanneer de toets wordt ingedrukt
gedurende > 10 s, de test duurt tot de testtoets wordt losgelaten.
Het instrument keert terug naar normaal bedrijf wanneer de interne test succesvol is
verlopen.
Wanneer de behuizing niet kan worden geopend tijdens bedrijf vanwege de
explosieveiligheid, bijv. Ex d /XP, kan de functietest ook worden uitgevoerd vanaf de
buitenkant met de testmagneet (als optie leverbaar) (FEL62, FEL64, FEL64 DC, FEL68).
De functietest voor de PFM-elektronica (FEL67) en NAMUR-elektronica (FEL68) kan
worden gestart op de Nivotester FTL325P/N.
8.2 Functietest van de elektronicaschakelaar met een testmagneet
Voer de functietest van de elektronicaschakelaar uit zonder het instrument te openen:
Houd de testmagneet tegen de markering op de tagplaat op de buitenkant.
Simulatie is mogelijk in geval van de elektronicamodule FEL62, FEL64, FEL64DC,
FEL68.
De functietest met de testmagneet werkt op dezelfde manier als de functietest door het
indrukken van de testknop op de elektronicamodule.
Inbedrijfname Liquiphant FTL51B
38 Endress+Hauser
Ser. no.:
Order code:
Ext. ord. cd.:
A0033419
 31 Functietest met testmagneet
8.3 Inschakelen van het instrument
Gedurende de opstartperiode, is de uitgang van het instrument in de veilige status of in de
alarmstatus indien beschikbaar:
Voor de elektronicamodule FEL61 geldt, dat de uitgang zich in correcte toestand zal
bevinden, maximaal 4 s na opstarten van het instrument.
Voor de elektronicamodules FEL62, FEL64, FEL64DC geldt, dat de uitgang zich in correcte
toestand zal bevinden, maximaal 3 s na opstarten van het instrument.
Voor elektronicamodules FEL68 NAMUR en FEL67 PFM, wordt een functietest altijd
uitgevoerd na het opstarten. De uitgang is in correcte toestand na maximaal 10 s.
www.addresses.endress.com
*71628807*
71628807
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Endres+Hauser KA Liquiphant FTL51B Short Instruction

Type
Short Instruction