Algemene gids
Algemene gids
a
1.
Zet (P) op “ON”.
Het Digitale Keyboard wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik (toetsenbord) om geluid te
produceren.
3.
Gebruik (VOLUME) om het volume in te
stellen.
1.
Druk op (TONE).
2.
Kies uw favoriete toon uit (toonlijst) of
uit de toonlijst in deze gebruiksaanwijzing
en voer dan het nummer in met de
cijfertoetsen of de plus (+) en min (–)
toetsen .
•Om bijvoorbeeld “05 ELEC PIANO 2” te
selecteren, drukt u op “0” en dan op “5”.
•U kunt ook de plus (+) en min (–) toetsen
gebruiken om het nummer te veranderen. (“+”
verhoogt het nummer en “–” verlaagt het nummer.)
Houd de toets ingedrukt om het nummer continu te
veranderen.
•Druk “+” en “–” tegelijk in om terug te keren naar
de oorspronkelijke instelling.
3.
Gebruik (toetsenbord) om met de
gewenste toon te spelen.
•U kunt (PIANO, TRUMPET, DRUMS) gebruiken
om snel en gemakkelijk de GRAND PIANO (00),
TRUMPET (50) en DRUM SET (99) tonen te
selecteren.
1.
Druk op (METRONOME).
De metronoom begint.
2.
Druk nogmaals op (METRONOME) om
de metronoom te stoppen.
•Voor informatie over het veranderen van het tempo
van de metronoom kunt u “Veranderen van de
snelheid (tempo) van een ritme of ingebouwde
melodie” raadplegen.
bn
OCTAVE –/+
bo
TEMPO yt
bp
METRONOME
bq
FUNCTION
br
START/STOP
7
TONE
4
VOLUME
9
SONG
8
RHYTHM
Luidspreker Luidspreker
LCD-paneel
Ritmelijst Toonlijst
Toetsenbord
Toontoetsen (PIANO, TRUMPET, DRUMS)
Cijfers, –/+
Achterkant
PHONES/OUTPUT
aansluiting
DC 9.5V
aansluiting
Melodielijst
P (aan/uit)
Spelen op het Digitale Keyboard
Gebruik van tonen
TONE
Toonnummer
Gebruik van de metronoom
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om in te
stellen dat het Digitale Keyboard een klokkenklank laat
klinken bij de eerste maatslag van elke maat en een
klikgeluid bij de resterende maatslagen.
1.
Druk enkele malen op (FUNCTION)
totdat “BEAT” op het LCD-paneel
verschijnt.
2.
Gebruik de cijfertoetsen of de plus (+) en
min (–) toetsen om de maatslag in te
voeren.
•Kies een maatslaginstelling uit 0-9.
•Als u “0” kiest, klinkt er geen klokkenklank bij de
eerste maatslag.
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
U kunt ritmes van diverse muziekgenres als
ondersteuning weergeven terwijl u op het Digitale
Keyboard speelt.
1.
Druk op (RHYTHM).
2.
Kies uw favoriete ritme uit (ritmelijst) of
uit de ritmelijst in deze gebruiksaanwijzing
en voer dan het nummer in met de
cijfertoetsen of de plus (+) en min (–)
toetsen .
•De procedure voor het invoeren van het nummer is
hetzelfde als bij de toonnummers.
3.
Druk op (START/STOP) om het gekozen
ritme weer te geven.
•Druk nogmaals op om het ritme te stoppen.
•Voor informatie over het veranderen van het tempo
van het ritme kunt u “Veranderen van de snelheid
(tempo) van een ritme of ingebouwde melodie”
raadplegen.
1.
Druk op (SONG).
2.
Kies een melodie uit (melodielijst) en
voer dan het nummer in met de
cijfertoetsen of de plus (+) en min (–)
toetsen .
•Bij gebruik van de cijfertoetsen voor het kiezen van
een melodie begint u met invoeren van “0”. De
procedure voor het invoeren van het nummer is
hetzelfde als bij de toonnummers.
•Om naar alle melodieën te luisteren laat u “AL” op
het LCD-paneel verschijnen. Om “AL” te laten
verschijnen gebruikt u de plus (+) en min (–)
toetsen of drukt u op een van de cijfertoetsen “1-9”
zonder eerst op “0” te drukken.
3.
Druk op (START/STOP) om de gekozen
melodie weer te geven.
•Druk nogmaals op om de melodie te stoppen.
•Voor informatie over het veranderen van het tempo
van het ritme kunt u “Veranderen van de snelheid
(tempo) van een ritme of ingebouwde melodie”
raadplegen.
•Als u het tempo, de toon of een andere instelling voor
een melodie verandert terwijl u naar alle melodieën
“AL” luistert, keren de gewijzigde melodie-instellingen
terug naar hun oorspronkelijke waarden zodra de
volgende melodie wordt weergegeven.
1.
Houd (SONG) ingedrukt.
De melodieklanken van de ingebouwde melodieën
worden gedempt.
2.
Druk op (START/STOP).
De melodieklanken worden niet gespeeld, dus u kunt
die zelf op het toetsenbord spelen.
Veranderen van de maatslag
Gebruik van een ritme
Maatslag
RHYTHM
Ritmenummer
Luisteren naar ingebouwde
melodieën
Dempen van de melodieklanken zodat u deze
zelf kunt spelen
SONG
Melodienummer
SONG
“M” gaat
branden
Algemene gids
1.
Druk op (TEMPO yt).
2.
Verander de tempowaarde met
(TEMPO yt) of met de plus (+) en
min (–) toetsen .
•Met (TEMPO yt) kunt u het tempo
veranderen in stappen van 10 en met de plus (+)
en min (–) toetsen kunt u het tempo stap voor
stap veranderen.
•U kunt een waarde instellen tussen 20 en 255.
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
1.
Druk op (OCTAVE –/+).
2.
Gebruik (OCTAVE –/+) om de
hoeveelheid verschuiving te veranderen.
•U kunt een waarde instellen tussen –1 en +1
octaaf.
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
Gebruik de onderstaande procedure om de functie-
instellingen te veranderen.
1.
Druk op (FUNCTION).
•De instelling verandert telkens wanneer u op
(FUNCTION) drukt.
2.
Gebruik de cijfertoetsen of de plus (+) en
min (–) toetsen om een waarde in te
voeren.
•Druk “+” en “–” tegelijk in om terug te keren naar
de oorspronkelijke instelling.
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
U kunt de toonhoogte van alle tonen van het Digitale
Keyboard afstellen met gebruik van de A4 toon als
standaard (in stappen van 1 Hz).
1.
Druk enkele malen op (FUNCTION)
totdat “TUNING” op het LCD-paneel
verschijnt.
2.
Gebruik de cijfertoetsen of de plus (+) en
min (–) toetsen om een
stemmingswaarde in te voeren.
•U kunt een waarde instellen tussen 416 en 465 Hz.
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
Veranderen van de snelheid
(tempo) van een ritme of
ingebouwde melodie
Veranderen van de toonhoogte van
het geluid in octaven
(Octaafverschuiving)
Tempowaarde
Hoeveelheid verschuiving
Veranderen van de functie-
instellingen
Instelling Display Instelwaarden
Stemming TUNING 416 t/m 465
Nagalm REVERB ON, OFF
Maatslag BEAT 0 t/m 9
Transponeren TRANS. –12 tot 0 tot +12
Fijnstemmen van de toonhoogte (TUNING)
Instelling
Stemmingswaarde
Bij transponeren wordt de algehele toonhoogte van het
geluid in stappen van een halve toon verschoven.
1.
Druk enkele malen op (FUNCTION)
totdat “TRANS.” op het LCD-paneel
verschijnt.
2.
Gebruik de plus (+) en min (–) toetsen
om de ingestelde waarde te veranderen.
•U kunt de toonhoogte één octaaf omhoog en
omlaag verschuiven (max. –12 tot +12 halve
tonen).
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
Gebruik de onderstaande procedure om nagalm toe te
voegen aan de noten die u speelt.
1.
Druk enkele malen op (FUNCTION)
totdat “REVERB” op het LCD-paneel
verschijnt.
2.
Druk op de plus (+) en min (–) toets in
om de nagalmfunctie in en uit te schakelen.
(+: ON, –: OFF)
•Na korte tijd keren de oorspronkelijke
aanduidingen weer terug op het display.
U kunt het contrast van het LCD-paneel afstellen.
1.
Houd (FUNCTION) ingedrukt en druk
dan op “0” .
2.
Gebruik de cijfertoetsen of de plus (+) en
min (–) toetsen om een waarde in te
voeren.
•U kunt een waarde instellen tussen 1 en 8.
3.
Druk nogmaals op (FUNCTION) om de
instelling te voltooien.
•De instelling voor het LCD-contrast blijft behouden ook
wanneer het Digitale Keyboard wordt uitgeschakeld.
Wanneer u het Digitale Keyboard uitschakelt, keren alle
instellingen, zoals de toonnummers en melodienummers,
terug naar de oorspronkelijke instellingen. U kunt uw
instellingen niet opslaan voordat u het Digitale Keyboard
uitschakelt.
Sluit de hoofdtelefoon of geluidsapparatuur aan op de
PHONES/OUTPUT aansluiting aan de achterkant van het
Digitale Keyboard.
•Als de stekker die u gebruikt niet in de aansluitbus
past, moet u een commercieel verkrijgbare
verloopstekker gebruiken.
•Luister niet voor lange tijd met hoog volume via de
hoofdtelefoon. Dit brengt namelijk het gevaar op
gehoorschade met zich mee.
•Bij het aansluiten van het Digitale Keyboard op een
versterker stelt u het volume van het keyboard in
op een laag niveau en gebruikt u de
volumeregelaar op de versterker om het gewenste
volumeniveau in te stellen.
Afstellen van de toonhoogte van het geluid in
stappen van een halve toon (Transponeren)
Gebruik van nagalm
Ingestelde waarde
ON/OFF
Het scherm gemakkelijker
afleesbaar maken
Instellingen bij uitschakelen
Gebruik van een hoofdtelefoon of
geluidsapparatuur
Ingestelde waarde
Commercieel verkrijgbare hoofdtelefoon
Stereo ministekker
Commercieel verkrijgbaar aansluitsnoer
PHONES/OUTPUT aansluiting
Geluidsapparatuur,
versterker enz.
Algemene gids