Weergeven van ingebouwde melodieën
NL-14
■ Achterwaarts springen
1.
Druk op 8s REW.
Hierdoor wordt achterwaarts gesprongen naar de vorige
maat van de melodieweergave. Telkens wanneer op
8s REW wordt gedrukt, wordt één maat naar
achteren gesprongen. Door 8s REW ingedrukt te
houden wordt versneld achterwaarts gesprongen totdat
u de toets loslaat.
• Als 8s REW wordt ingedrukt terwijl de
melodieweergave gestopt is, wordt achterwaarts
springen uitgevoerd van de frase bij de lesfunctie
(pagina NL-15).
1.
Druk op 6 TEMPO.
Gebruik w (langzamer) en q (sneller) om de instelling
van het tempo te veranderen. Door één van beide toetsen
ingedrukt te houden verandert de instelling versneld.
• Door tegelijkertijd op w en q te drukken wordt
teruggegaan naar het standaardtempo van de huidige
melodie.
• Door op 6 TEMPO te drukken gaat de tempowaarde
op de display knipperen. Terwijl de tempowaarde aan
het knipperen is, kunt u deze veranderen met bq
(cijfertoetsen).
•
Door het melodienummer te veranderen wordt
teruggekeerd naar het standaardtempo van de melodie.
Zie “Gebruik van de FUNCTION toets (3)” (pagina NL-4).
U kunt de procedure in dit gedeelte gebruiken om bepaalde
maten te herhalen voor het oefenen voor meespelen net
zolang tot u zich dit gedeelte meester heeft gemaakt. U kunt
de startmaat en de eindmaat specificeren van het gedeelte dat
u wilt spelen en oefenen.
1.
Druk op 7 REPEAT om de melodieherhaling
tijdelijk uit te schakelen.
2.
Terwijl de melodie wordt weergegeven, drukt u op
7 REPEAT bij het punt waar u het herhalen wilt
starten.
Hierdoor wordt deze maat gespecificeerd als de
startmaat.
3.
Druk nogmaals op 7 REPEAT wanneer de
weergave de maat bereikt die u wilt selecteren als
de eindmaat.
Hierdoor wordt deze maat als de eindmaat
gespecificeerd en de herhalingsweergave van de maten
in het gespecificeerde bereik wordt gestart.
• Tijdens de herhalingsweergave kunt u bkk PAUSE
gebruiken om de weergave te pauzeren, 9d FF om
voorwaarts te springen en 8s REW om
achterwaarts te springen.
4.
Door nogmaals op 7 REPEAT te drukken wordt
teruggekeerd naar de normale weergave.
Door het melodienummer te veranderen worden de
startmaat en de eindmaat van de herhalingsfunctie gewist.
Dezelfde toon als die wordt gebruikt door de melodie wordt
toegewezen aan het toetsenbord, zodat u met de melodie kunt
meespelen op het toetsenbord.
1.
Houd bo TONE ingedrukt totdat de naam van de
toon die door de geselecteerde melodie wordt
gebruikt op de display verschijnt.
• Als de op dat moment geselecteerde toon hetzelfde is
als de melodietoon, zal de aanduiding op de display
niet veranderen.
2.
Speel mee met de melodieweergave.
• Als u een melodie selecteert met verschillende tonen voor
het spel van de linker- en de rechterhand, wordt de toon
voor het gedeelte voor de rechterhand toegewezen aan het
toetsenbord.
U kunt het gedeelte voor de rechterhand of dat voor de
linkerhand uitschakelen tijdens de weergave van een
melodie, en oefenen door mee te spelen met het resterende
gedeelte. Gebruik deze mogelijkheid wanneer u vindt dat de
melodie te moeilijk voor u is om meteen met beide handen
tegelijk te spelen.
1.
Druk op bm PART SELECT om het gedeelte te
selecteren dat u wilt uitschakelen.
Bij enkele malen indrukken van bm PART SELECT
worden de hieronder getoonde instellingen doorlopen.
2.
Druk op bl START/STOP, PLAY/STOP.
Hierdoor wordt de weergave gestart in overeenstemming
met de instelling die u in stap 1 selecteerde.
Veranderen van de weergavesnelheid (tempo)
Afstellen van het melodievolume
Herhalen van de weergave van specifieke
maten
Spelen met de dezelfde toon als de
melodieweergave
Uitschakelen van een gedeelte voor oefenen
met één hand (gedeelteselectie)
Gedeelte voor rechterhand
uitgeschakeld
Gedeelte voor linkerhand
uitgeschakeld
Gedeelten voor beide handen
uitgeschakeld
Gedeelten voor beide handen
ingeschakeld
CTK3500-D-1A.indd 16 2016/09/13 14:35:59