HP Z220 SFF, Z220 CMT, Z420, Z620,
en Z820 werkstation reeks
Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
© Copyright 2014 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Vierde editie, Juni 2014
Eerste editie: maart 2012
Artikelnummer: 669529-334
Garantie
Hewlett-Packard Company is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of omissies in dit
document, of voor incidentele of
vervolgschade is ontstaan uit of verband
houdt met de levering, de werking of het
gebruik van dit materiaal. De informatie in
deze handleiding wordt geboden “as is”,
zonder enige garantie, inclusief maar niet
beperkt tot, impliciete garanties van
verkoopbaarheid en geschiktheid voor een
bepaald doel, en kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. De
garantievoorwaarden voor HP producten
zijn vastgelegd in de expliciete
garantieverklaringen bij de betreffende
producten.
Niets in deze documentatie kan worden
opgevat als rechtgevend op extra garantie.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Intel is een handelsmerk van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen.
FireWire is een handelsmerk van Apple
Computer Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
Informatie over deze handleiding
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van en het oplossen van problemen voor de HP
Z serie werkstations. Deze bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen in deze gids
HP resources zoeken op pagina 1
Functies van de werkstations op pagina 7
Het workstation installeren op pagina 18
Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van
Windows 7 op pagina 29
Het installeren en herstellen van Windows 8 op pagina 34
Het installeren en herstellen van Linux op pagina 39
Diagnoseprogramma's en problemen oplossen
op pagina 45
Regelmatig onderhoud op pagina 51
TIP: Als u niet kunt vinden waarnaar u in deze gids zoekt:
— Zoek naar technische gegevens in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
— Bekijk video's over de installatie van onderdelen op
http://www.hp.com/go/sml.
— Bekijk extra informatie over uw werkstation op
http://www.hp.com/go/workstations.
iii
iv Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 HP resources zoeken ........................................................................................................................................ 1
Productinformatie ................................................................................................................................. 2
Ondersteuning ...................................................................................................................................... 3
Productdocumentatie ........................................................................................................................... 4
Productdiagnose .................................................................................................................................. 4
Productupdates .................................................................................................................................... 6
2 Functies van de werkstations ............................................................................................................................ 7
Onderdelen van het HP Z220 SFF-werkstation ................................................................................... 7
Voorpaneel van het Z220 SFF werkstation ......................................................................... 7
Achterpaneel van het Z220 SFF werkstation ....................................................................... 8
Onderdelen van het HP Z220 werkstation ........................................................................................... 9
Voorpaneel van het HP Z220 CMT-werkstation .................................................................. 9
Achterpaneel van het HP Z220 CMT-werkstation ............................................................. 10
Onderdelen van het HP Z420 werkstation ......................................................................................... 11
Voorpaneel van het HP Z420 werkstation ......................................................................... 11
Achterpaneel van het HP Z420 werkstation ...................................................................... 12
Onderdelen van het HP Z620 werkstation ......................................................................................... 13
Voorpaneel van het HP Z620 werkstation ......................................................................... 13
Achterpaneel van het HP Z620 werkstation ...................................................................... 14
Onderdelen van het HP Z820 werkstation ......................................................................................... 15
Voorpaneel van het HP Z820 werkstation ......................................................................... 15
Achterpaneel van het HP Z820 werkstation ...................................................................... 16
Productspecificaties ........................................................................................................................... 17
Gewicht en afmetingen werkstation ................................................................................... 17
Omgevingsspecificaties ..................................................................................................... 17
3 Het workstation installeren .............................................................................................................................. 18
Goede ventilatie waarborgen ............................................................................................................. 18
Installatieprocedures .......................................................................................................................... 19
Monitoren toevoegen .......................................................................................................................... 20
Planning voor extra monitoren ........................................................................................... 20
Ondersteunde videokaarten vinden ................................................................................... 22
Videokaarten aansluiten op monitorconnectoren .............................................................. 22
Vereisten voor het aansluiten van een monitor controleren .............................................. 23
Monitoren aansluiten en instellen ...................................................................................... 24
v
Een configuratieprogramma van een andere fabrikant gebruiken ..................................... 24
Beeldscherminstellingen van monitor aanpassen (Windows) ........................................... 25
Converteren naar desktopconfiguratie (Z220 CMT en Z420) ............................................................. 25
Aanvullende onderdelen installeren ................................................................................................... 28
Beveiliging .......................................................................................................................................... 28
Productrecycling ................................................................................................................................. 28
4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 ........................................................... 29
Het besturingssysteem Windows 7 installeren ................................................................................... 29
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden .......................................................... 29
Bestanden en instellingen overzetten ................................................................................ 29
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 .............................................................. 29
Een back-up maken van uw gegevens .............................................................................. 30
Systeemherstel (Microsoft) ................................................................................................ 31
Systeemherstel .................................................................................................................. 31
Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image ............................................... 32
Het gebruik van met HP Recovery Disc Creator gemaakte
besturingssysteemschijven. .............................................................................. 32
5 Het installeren en herstellen van Windows 8 .................................................................................................. 34
Extra informatie .................................................................................................................................. 34
Windows 8-besturingssysteem installeren ......................................................................... 34
Windows 8 updates downloaden ....................................................................................... 35
Back-up en herstel in Windows 8 ....................................................................................................... 35
Een back-up maken van uw gegevens .............................................................................. 35
Systeemherstel uitvoeren .................................................................................................. 36
Windows-herstelprogramma's gebruiken .......................................................... 36
f11-herstelhulpmiddelen gebruiken ................................................................... 37
HP Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) ............. 37
6 Het installeren en herstellen van Linux ........................................................................................................... 39
HP Linux Support Matrix .................................................................................................................... 39
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) ..................................................................................................... 39
Red Hat Enterprise Linux installeren .................................................................................................. 40
HPIKL-stuurprogramma-cd ................................................................................................ 40
Installatie met de HP Red Hat Linux stuurprogramma-cd ................................................. 41
Garantie ............................................................................................................................. 41
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) ..................................................................... 41
Installatie van vooraf geladen SLED ...........................
....................................................... 41
Installatie van SLED met de DVD Installer Kit ................................................................... 42
vi
Garantie ............................................................................................................................. 42
Herstellen van SLED (alleen vooraf geladen systemen) ................................................... 42
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's ....................................................................................... 42
7 Het werkstation bijwerken ............................................................................................................................... 43
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart ......................................................... 43
Upgrade van het BIOS ....................................................................................................................... 43
Het bepalen van de huidige BIOS-versie. .......................................................................... 43
BIOS upgraden .................................................................................................................. 43
Stuurprogramma's upgraden .............................................................................................................. 44
8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen ............................................................................................. 45
Het bellen naar ondersteuning ........................................................................................................... 45
ID-labels vinden .................................................................................................................................. 46
Garantie-informatie zoeken ................................................................................................................ 46
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen ................................ 46
HP Support Assistant (HPSA) ........................................................................................... 47
Online ondersteuning ......................................................................................................... 47
Problemen oplossen ......................................................................................... 47
Instant Support en Active Chat ......................................................................... 47
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer
Notices .............................................................................................................. 48
Productwijzigingsnotificaties (PCN’s) ................................................................ 48
Tips .................................................................................................................................... 48
Bij het opstarten ................................................................................................ 48
Tijdens het gebruik ............................................................................................ 48
Zelfreparatie door klanten ................................................................................. 49
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing .............................................. 50
9 Regelmatig onderhoud .................................................................................................................................... 51
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken ................................................................... 51
Het schoonmaken van de behuizing .................................................................................................. 51
Het schoonmaken van het toetsenbord .............................................................................................. 51
Het schoonmaken van de monitor ...................................................................................................... 52
Het schoonmaken van de muis .......................................................................................................... 52
vii
viii
1 HP resources zoeken
Dit gedeelte biedt informatie over de volgende informatiebronnen voor uw HP werkstation:
Onderwerpen
Productinformatie op pagina 2
Technische specificaties
HP Cool Tools
Informatie over regelgeving
Accessoires
Systeemkaart
Serienummer, certificaat van echtheid en origineel label
van Microsoft
Ondersteuning op pagina 3
Productondersteuning
HP Support Assistant
Garantie-informatie
Productdocumentatie op pagina 4
HP-documentatie, documentatie van externe leveranciers
en whitepapers
Productmeldingen
Technische specificaties(QuickSpecs)
Klantenadvies, veiligheidsbulletins en kennisgevingen
Productdiagnose op pagina 4
HP Vision Diagnostics
HP PC Hardware Diagnostics
Definities van geluidssignalen en LED-codes
POST, foutcodes
Productupdates op pagina 6
Updates van stuurprogramma's en BIOS
Besturingssystemen
1
Productinformatie
Tabel 1-1 Productinformatie
Onderwerp Plaats
Technische specificaties Ga naar
www.hp.com/go/quickspecs. Selecteer links uw regio en selecteer
vervolgens Workstations.
HP Cool Tools (alleen
Windows® 7)
De meeste HP werkstations met het besturingssysteem Windows 7 hebben
hulpprogramma's voor de verbetering van de systeemprestaties en extra software
die niet automatisch geïnstalleerd wordt bij het opstarten voor de eerste keer. Om
deze applicaties te openen:
Klik op het pictogram HP Cool Tools op het bureaublad of
Open de map HP Cool Tools door Start > Alle programma's > HP > HP Cool
Tools te selecteren.
Voor meer informatie over deze toepassingen klikt u op HP Cool Tools—Learn
More.
Als u de applicaties wilt installeren of starten, klikt u op het pictogram voor de
gewenste applicatie.
Meer informatie is te vinden in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids
voor onderhoud en service) voor uw werkstation op het internet op:
http://www.hp.com/support/workstation_manuals/.
Informatie over regelgeving Raadpleeg de handleiding
Informatie over veiligheid en voorschriften
voor
informatie over de productkennisgevingen. Lees ook het label met kennisgevingen
op de behuizing van het werkstation.
Accessoires Voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen
raadpleegt u
http://www.hp.com/go/workstations.
Systeemkaart Een tekening van het moederbord is te vinden aan de binnenkant van het zijpaneel
(bij torens en desktops) of binnen in de behuizing (bij all-in-one-configuraties). Meer
informatie is te vinden in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation op het internet op:
http://www.hp.com/
support/workstation_manuals/.
Serienummer, certificaat van
echtheid (COA)-labels en
origineel label van Microsoft
(GML) (indien van toepassing)
Labels met serienummers bevinden zich op het boven- of achterpaneel (toren- en
desktopconfiguraties). Het COA-label (Windows 7) en GML (Windows 8) bevinden
zich doorgaans vlakbij het label met het serienummer. Op sommige werkstations zit
dit label aan de onderzijde.
Linux Ga voor inhformatie over het draaien van Linux op HP workstations naar
http://www.hp.com/linux/, en selecteer Linux on Workstations in de lijst aan de
linkerzijde.
2 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
Ondersteuning
Tabel 1-2 Ondersteuning
Onderwerp Plaats
Productonderst
euning
Ga voor ondersteuning in de V.S. naar
http://www.hp.com/go/contactHP.
Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Hier kunt u:
On-line chatten met een technicus van HP
E-mailondersteuning krijgen
Telefoonnummers voor ondersteuning zoeken
Een HP servicecenter zoeken
HP Support
Assistant
(alleen
Windows 7)
HP Support Assistant is een HP-toepassing die u helpt de prestaties van uw werktstation op punt te
houden en problemen help oplossen via geautomatiseerde updates en tune-ups, ingebouwde
diagnoses en geleide assistentie.
Om toegang te krijgen tot HP Supprt Assistant, dubbelklikt u op het HP Support Assistent pictogram
op uw bureablad.
OPMERKING: HP Support Assistant wordt op bepaalde HP werkstations met Microsoft Windows 7
voorgeïnstalleerd. HP Support Assistant is niet beschikbaar op werkstations met Linux of Windows 8.
Garantie-
informatie
Voor basisinformatie over garantie raadpleegt u
http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Raadpleeg http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Voor het verlengen van de standaardproductgarantie raadpleegt u
http://h20219.www2.hp.com/
services/us/en/warranty/carepack-overview.html. HP Care Pack Services bieden upgrades van het
serviceniveau waarmee u de standaardproductgarantie uitbreidt of verlengt.
U kunt de uitdrukkelijk verleende HP beperkte garantie die voor uw product van toepassing is, vinden
in het startmenu van uw PC en/of op de CD/DVD die werd meegeleverd in de doos. Voor sommige
landen/regio's wordt een gedrukte HP beperkte garantie in de doos meegeleverd. In landen/gebieden
waar de garantie niet in afgedrukte vorm wordt geleverd, kunt u een gedrukte versie aanvragen via
http://www.hp.com/go/orderdocuments of schrijven naar:
Noord-Amerika: Hewlett Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd, Boise, ID 83714, USA
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco/
Naviglio (MI), Italy
Pacifisch Azië: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507
Gelieve uw productnummer, garantieperiode(dit staat op het label met het serienummer), naam en
adres te vermelden.
Ondersteuning 3
Productdocumentatie
Tabel 1-3 Productdocumentatie
Onderwerp Plaats
HP gebruikersdocumentatie,
whitepapers en documentatie
van externe leveranciers
Voor de nieuwste online documentatie raadpleegt u
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals. De documentatie omvat deze gebruikershandleiding en de
Maintenance and Service Guide
.
Videos over verwijdering en
vervanging
Ga voor meer informatie over het verwijderen en vervangen van onderdelen naar
http://www.hp.com/go/sml.
Productmeldingen Subscriber's Choice is een programma van HP waarmee u zich kunt aanmelden
voor stuurprogramma- en softwarewaarschuwingen, proactieve
veranderingswaarschuwingen (PCN's), de HP nieuwsbrief, klantadvies en nog veel
meer. Meld u aan op
www.hp.com/united-states/subscribe/gateway/?jumpid=go/
subscribe-gate1.
Technische specificaties Het Product Bulletin bevat QuickSpecs voor HP werkstations. QuickSpecs bevatten
informatie over het besturingssysteem, voedingen, geheugen, CPU en vele andere
systeemonderdelen. QuickSpecs vindt u op
http://www.hp.com/go/quickspecs/.
Klantenadvies,
veiligheidsbulletins en
kennisgevingen
U vindt advies, bulletins en kennisgevingen als volgt:
1. Zie
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer het gewenste product.
3. Selecteer onder Resources de optie Meer….
4. Gebruik de schuifbalk om Klantenadvies, Klantenbulletins of
Klantenkennisgevingen te selecteren.
Productdiagnose
Tabel 1-4 Productdiagnose
Onderwerp Plaats
Windows 7
diagnosehulpmiddelen:
HP Vision Diagnostics
(Z420, Z620, Z820)
HP PC Hardware
Diagnostics (Z220 SFF,
Z220 CMT)
Het hulpprogramma HP Vision Diagnostics wordt op bepaalde systemen met
Windows 7 vooraf geïnstalleerd.
Het diagnosehulpmiddel HP PC Hardware Diagnostics wordt op systemen met
Windows 7 vooraf geïnstalleerd.
Meer informatie is te vinden in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids
voor onderhoud en service) voor uw werkstation op het internet op:
http://www.hp.com/support/workstation_manuals/.
Windows 8
diagnosehulpmiddelen:
HP Vision Diagnostics
(Z420, Z620, Z820)
HP PC Hardware
Diagnostics (Z220 SFF,
Z220 CMT)
Het hulpprogramma HP Vision Diagnostics wordt op bepaalde systemen met
Windows 8 vooraf geïnstalleerd.
Het diagnosehulpmiddel HP PC Hardware Diagnostics wordt op systemen met
Windows 8 vooraf geïnstalleerd.
4 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
Tabel 1-4 Productdiagnose (vervolg)
Onderwerp Plaats
Meer informatie is te vinden in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids
voor onderhoud en service) voor uw werkstation op het internet op:
http://www.hp.com/support/workstation_manuals/.
Definities van geluidssignalen en
LED-codes
Raadpleeg de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
POST, foutcodes Raadpleeg de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Productdiagnose 5
Productupdates
Tabel 1-5 Productupdates
Onderwerp Plaats
Updates van stuurprogramma's
en BIOS
Raadpleeg
http://www.hp.com/go/workstationsupport om na te gaan of u beschikt
over de nieuwste stuurprogramma's voor het werkstation.
Ga als volgt te werk om tijdens het opstarten de actuele BIOS van het werkstation
te bepalen:
1. Start het werkstation op en druk tijdens het opstarten op Esc.
2. Druk op F10 om de F10 Setup te starten.
3. Ga naar Bestand > Systeeminformatie. Noteer de BIOS-versie en datum zodat
u deze kunt vergelijken met de BIOS-versies op de HP website.
In Windows 7 kunt u het BIOS-versienummer ook als volgt vinden:
1. Ga naar Start > Alle programma's > Accessoires > Systeemwerkset >
Systeeminformatie.
2. U vindt rechts de BIOS-versie/datum.
3. Noteer de BIOS-versie zodat u deze kunt vergelijken met de versies op de HP
website.
In Windows 8 kunt u het BIOS-versienummer ook als volgt vinden:
1. Wijs naar de rechter bovenhoek of benedenhoek van het startscherm om de
charms weer te geven.
2. Klik op Instellingen > PC-instellingen wijzigen.
Besturingssystemen Voor meer informatie over:
Besturingssystemen die ondersteund worden op HP workstations, ga naar
http://www.hp.com/go/wsos.
Windows-besturingssystemen, ga naar
http://www.microsoft.com/support.
Linux-besturingssystemen, ga naar http://www.hp.com/linux.
6 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
2 Functies van de werkstations
Ga voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor uw
werkstation naar
http://partsurfer.hp.com.
Onderwerpen
Onderdelen van het HP Z220 SFF-werkstation op pagina 7
Onderdelen van het HP Z220 werkstation op pagina 9
Onderdelen van het HP Z420 werkstation op pagina 11
Onderdelen van het HP Z620 werkstation op pagina 13
Onderdelen van het HP Z820 werkstation op pagina 15
Productspecificaties op pagina 17
Onderdelen van het HP Z220 SFF-werkstation
In dit hoofdstuk worden de componenten van het HP Z220 Small Form Factor (SFF) werkstation
beschreven.
Ga voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor uw
computer naar
http://partsurfer.hp.com.
Voorpaneel van het Z220 SFF werkstation
Afbeelding 2-1 Onderdelen op het frontpaneel
Tabel 2-1 Beschrijving
1 Optische schijf 5
Optionele medialezer (afgebeeld) of
optionele tweede vaste schijf
2
Aan/uit-knop 6
Lampje van vaste schijf of optische
schijf
Onderdelen van het HP Z220 SFF-werkstation 7
Tabel 2-1 Beschrijving (vervolg)
3 USB 2.0-poorten (4, zwart) 7 Hoofdtelefoonconnector
4
Aansluiting microfoon of hoofdtelefoon
(softwarematig selecteerbaar,
standaardmodus is microfoon)
Achterpaneel van het Z220 SFF werkstation
Afbeelding 2-2 Onderdelen op het achterpaneel
Tabel 2-2 Beschrijving onderdelen
1 RJ-45-netwerkconnector 7 DisplayPort (DP)
2
Seriële poort
8
VGA (monitor) (blauw)
3
PS/2-muisconnector (groen) 9
PS/2-toetsenbordconnector
(paars)
4 Voedingskabelaansluiting 10
Audio-uitgang (groen)
5
USB 2.0-poorten (2, zwart) 11 Audio-ingang (blauw)
6
USB 3.0 poorten (4, blauw)
OPMERKING: Op de labels voor de aansluitingen op het
achterpaneel worden industriestandaard pictogrammen en
kleuren gebruikt.
OPMERKING:
De DP- en VGA-poorten worden niet ondersteund als het systeem is uitgevoerd met Intel® Xeon E3-12x0 v2-processoren. Verder
zijn deze poorten standaard uitgeschakeld als een aparte videokaart is geïnstalleerd.
OPMERKING:
Gelijktijdig gebruik van de ingebouwde Intel HD- en aparte grafische kaarten (om meer dan twee schermen aan te sturen) is
mogelijk met het Setup-hulpprogramma van de computer (F10). HP raad echter aan om uitsluitend aparte grafische kaarten te gebruiken bij het aansluiten
van drie of meer schermen.
8 Hoofdstuk 2 Functies van de werkstations
Onderdelen van het HP Z220 werkstation
In dit hoofdstuk worden de componenten van het HP Z220 Convertible Mini Tower (CMT)
Workstation beschreven.
Ga voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor uw
computer naar
http://partsurfer.hp.com.
Voorpaneel van het HP Z220 CMT-werkstation
Afbeelding 2-3 Onderdelen op het frontpaneel
Tabel 2-3 Beschrijving onderdelen
1 Optische schijf 5 USB 3.0 poorten (2, blauw)
2
Aan/uit-knop 6 Hoofdtelefoonconnector
3
Lampje van de vaste schijf 7 Microfoonaansluiting
4
USB 2.0-poorten (1, zwart) 8
1394a FireWire®-connector (optioneel
en plugged, tenzij geconfigureerd)
Onderdelen van het HP Z220 werkstation 9
Achterpaneel van het HP Z220 CMT-werkstation
Afbeelding 2-4 Onderdelen op het achterpaneel
Tabel 2-4 Beschrijving onderdelen
1 Voedingskabelaansluiting 9
Lampje voor ingebouwde zelftest van
voeding (Built In Self Test, BIST)
2
PS/2-toetsenbordconnector (paars) 10 PS/2-muisconnector (groen)
3
DVI-I-connector 11 Opening voor universeel klemslot
4
Connector voor Display Port (DP) 12 Bevestigingspunt voor kabelslot
5
USB 2.0-poorten (4, zwart) 13 Lus voor hangslot
6
USB 3.0 poorten (2, blauw) 14 RJ-45-netwerkconnector
7
Microfoonaansluiting (roze) 15 Audio-ingang (blauw)
8
Audio-uitgang (groen)
OPMERKING: Op de labels voor de aansluitingen op het
achterpaneel worden industriestandaard pictogrammen en
kleuren gebruikt.
OPMERKING:
De DP- en DVI-I-poorten worden niet ondersteund als het systeem is uitgevoerd met Intel Xeon E3-12x0 v2-processoren. Verder
zijn deze poorten standaard uitgeschakeld als een aparte grafische kaart is geïnstalleerd.
OPMERKING:
Gelijktijdig gebruik van de ingebouwde Intel HD- en aparte grafische kaarten (om meer dan twee schermen aan te sturen) is
mogelijk met het Setup-hulpprogramma van de computer (F10). HP raad echter aan om uitsluitend aparte grafische kaarten te gebruiken bij het aansluiten
van drie of meer schermen.
10 Hoofdstuk 2 Functies van de werkstations
Onderdelen van het HP Z420 werkstation
Voorpaneel van het HP Z420 werkstation
Afbeelding 2-5 Onderdelen op het frontpaneel
Tabel 2-5 Beschrijving onderdelen
1 Optische schijf 5 USB 3.0 poorten (2, blauw)
2
Aan/uit-knop 6 Hoofdtelefoonconnector
3
Lampje van de vaste schijf 7 Microfoonaansluiting
4
USB 2.0-poort (1, zwart) 8
IEEE-1394a FireWire-connector
(optioneel en plugged, tenzij
geconfigureerd)
Onderdelen van het HP Z420 werkstation 11
Achterpaneel van het HP Z420 werkstation
Afbeelding 2-6 Onderdelen op het achterpaneel
Tabel 2-6 Beschrijving onderdelen
1
Lampje voor ingebouwde zelftest
van voeding (Built In Self Test,
BIST)
9 Audio-uitgang (groen)
2
Opening voor universeel
klemslot
10
Microfoonaansluiting (roze)
3
PS/2-muisconnector (groen) 11
AMT-enabled RJ-45
netwerkconnector (oranje)
4
USB 2.0-poorten (4, zwart) 12 USB 3.0 poorten (2, blauw)
5 Beveiligingssleuf 13
IEEE-1394a FireWire connector
(wit)
6 Lus voor hangslot 14
PS/2-toetsenbordconnector
(paars)
7
Audio-ingang connector (blauw) 15 Aan/uitknop op achterkant
8 Grafische kaartconnector 16 Voedingskabelaansluiting
12 Hoofdstuk 2 Functies van de werkstations
Onderdelen van het HP Z620 werkstation
Voorpaneel van het HP Z620 werkstation
Afbeelding 2-7 Onderdelen op het frontpaneel
Tabel 2-7 Beschrijving onderdelen
1 Optische schijf 5 USB 3.0 poorten (2, blauw)
2
Aan/uit-knop 6 Hoofdtelefoonconnector
3
Lampje van de vaste schijf 7 Microfoonaansluiting
4
USB 2.0-poort (zwart) 8 IEEE–1394a FireWire connector
Onderdelen van het HP Z620 werkstation 13
Achterpaneel van het HP Z620 werkstation
Afbeelding 2-8 Onderdelen op het achterpaneel
Tabel 2-8 Beschrijving onderdelen
1 Voedingskabelaansluiting 8 Audio-uitgang (groen)
2
PS/2-muisconnector (groen) 9 Microfoonaansluiting (roze)
3
USB 2.0-poorten (4, zwart) 10 USB 3.0 poorten (2, blauw)
4
RJ-45 netwerkconnectoren (oranje)
De onderste connector is geschikt
voor AMT
11 IEEE-1394a FireWire connector (wit)
5
Audio-ingang (blauw) 12 PS/2-toetsenbordconnector (paars)
6 Grafische kaartconnector 13
Aan/uitknop op achterkant
7 Beveiligingssleuf 14
Lampje voor ingebouwde zelftest van
voeding (Built In Self Test, BIST)
14 Hoofdstuk 2 Functies van de werkstations
Onderdelen van het HP Z820 werkstation
Voorpaneel van het HP Z820 werkstation
Afbeelding 2-9 Onderdelen op het frontpaneel
Tabel 2-9 Beschrijving onderdelen
1 Optische schijf 5 USB 3.0 poorten (2, blauw)
2
Aan/uit-knop 6 Hoofdtelefoonconnector
3
Lampje van de vaste schijf 7 Microfoonaansluiting
4
USB 2.0-poort (1, zwart) 8 IEEE–1394a FireWire connector
Onderdelen van het HP Z820 werkstation 15
Achterpaneel van het HP Z820 werkstation
Afbeelding 2-10 Onderdelen op het achterpaneel
Tabel 2-10 Beschrijving onderdelen
1 Voedingskabelaansluiting 9 USB 3.0 poorten (2, blauw)
2
PS/2-muisconnector (groen) 10 USB 2.0-poorten (4, zwart)
3
Audio-ingang connector (blauw) 11 Audio-uitgang (groen)
4
RJ-45 netwerkconnectoren (2, oranje)
De bovenste connector is geschikt
voor AMT
12 Microfoonaansluiting (roze)
5
IEEE-1394a FireWire connector (wit) 13 PS/2-toetsenbordconnector (paars)
6 Beveiligingssleuf 14
Aan/uitknop op achterkant
7 Grafische kaartconnector(en) 15
Lampje voor ingebouwde zelftest
van voeding (Built In Self Test, BIST)
8
Seriële poort (blauwgroen)
16 Hoofdstuk 2 Functies van de werkstations
Productspecificaties
Gewicht en afmetingen werkstation
Kenmerk
HP Z220
SFF
HP Z220
CMT
HP Z420 HP Z620 HP Z820
Gewicht
Standaardconfigu
ratie
7,5 kg 11,6 kg 13,2 kg 17,9 kg 26,6 kg
Minimumconfigur
atie:
6,6 kg 10,6 kg 12,5 kg 15,5 kg 24,0 kg
Maximumconfigur
atie:
8,4 kg 14,7 kg 17,7 kg 22,6 kg 32,0 kg
Afmetingen behuizing
Towerconfiguratie
Hoogte 33,8 cm 44,8 cm 44,76 cm 44,45 cm 44,4 cm
Breedte 10,0 cm 17,8 cm 17,78 cm 17,15 cm 20,3 cm
Diepte 38,1 cm 45,4 cm 44,50 cm 46,48 cm 52,5 cm
Afmetingen behuizing
Converteren naar
desktopconfiguratie
Hoogte 10,0 cm 17,8 cm 17,78 cm 17,15 cm 20,3 cm
Breedte 33,8 cm 44,8 cm 44,76 cm 44,45 cm 44,4 cm
Diepte 38,1 cm 45,4 cm 44,50 cm 46,48 cm 52,5 cm
Omgevingsspecificaties
Tabel 2-11 Omgeviingsspecificaties HP Workstation
Kenmerk HP Z220 SFF, Z220 CMT, Z420, Z620, en Z820 werkstations
Temperatuur
In bedrijf: -5°C tot 35°C
Buiten bedrijf: -40°C tot 60°C
OPMERKING: Verlagen met 1°C voor elke 305 m hoogte boven 1.524 m.
Relatieve
luchtvochtigheid
In bedrijf: 8% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Buiten bedrijf: 8% tot 90% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Hoogte
In bedrijf: 0 tot 3.048 m
Buiten bedrijf: 0 tot 9.144 m
Schokken
In bedrijf: ½-sine: 40 g, 2-3 ms
Buiten bedrijf:
½-sine: 160 cm/s, 2-3 ms (~100
g
)
vierkant: 422 cm/s, 20
g
OPMERKING: De waarden stellen individuele schokgebeurtenissen voor en geven geen
herhaalde schokgebeurtenissen weer.
Trillingen
Willekeurig bij activiteit: 0.5
g
(rms), 5-300 Hz
Buiten bedrijf: willekeurig: 2.0
g
(rms), 10-500 Hz
OPMERKING: Waarden geven geen continue trillingen aan.
Productspecificaties 17
3 Het workstation installeren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u uw werkstation instelt.
Onderwerpen
Goede ventilatie waarborgen op pagina 18
Installatieprocedures op pagina 19
Monitoren toevoegen op pagina 20
Converteren naar desktopconfiguratie (Z220 CMT en Z420)
op pagina 25
Goede ventilatie waarborgen
Een goede ventilatie van het systeem is belangrijk voor de werking van het werkstation. Volg deze
richtlijnen:
Plaats het werkstation op een stevige, vlakke ondergrond.
Zorg voor ten minste 15 centimeter ruimte aan de voor- en achterkant van het werkstation. (Dit
verschilt per model werkstation.)
Afbeelding 3-1 Goede ventilatie van het werkstation
Zorg er voor dat de temperatuur van de omgevingslucht binnen de omgevingsspecificaties valt
die in dit document zijn genoemd.
18 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
OPMERKING: De bovengrens van 35 °C is slechts geldig tot een hoogte van 1.524 m. Voor
locaties die zich boven 1.524 m bevinden, moet deze waarde voor elke 304,8 m met 1°C worden
verlaagd. Op 3.048 m hoogte is de maximaal toegestane temperatuur van de omgevingslucht
dus 30 °C.
Zorg bij installatie in een kast voor voldoende ventilatie in de kast en zorg ervoor dat de
temperatuur in de kast niet hoger is dan de gespecificeerde limiet.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd zijn. Zo voorkomt u
dat de binnenkomende of uitgaande luchtstroom van het werkstation wordt belemmerd (zie de
volgende afbeelding).
Afbeelding 3-2 Goede plaatsing van het werkstation
Installatieprocedures
WAARSCHUWING! Doe het volgende om het risico op elektrische schokken of schade aan de
apparatuur te beperken:
• Sluit het netsnoer aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
• Haal de stekker uit het stopcontact (in plaats van het netsnoer uit de computer te nemen) als u de
computer wilt afsluiten van netstroom.
• Steek de stekker van de voedingskabel in een geaard stopcontact. Hef de aarding van het netsnoer
niet op door het op een 2-pins adapter aan te sluiten. De randaardepin is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
OPMERKING: Een HP Z820 werkstation met een 1125 W voeding kan meer vermogen vragen dan
een gemiddelde kantooromgeving kan leveren. Zie voor details de
Site Preparation Guide
voor het
werkstation op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
U installeert het workstation als volgt:
1. Sluit de muis, het toetsenbord en het netsnoer aan op het werkstation.
2. Sluit de monitor aan op het werkstation.
3. Sluit het netsnoer van het werkstation en het netsnoer van het beeldscherm aan op een
stopcontact.
4. Sluit andere randapparaten (zoals een printer) aan volgens de instructies die bij het apparaat
zijn geleverd.
Installatieprocedures 19
5. Verbind een ethernetkabel met de computer en met een netwerkrouter of LAN-toestel.
Afbeelding 3-3 Het werkstation aansloten
Monitoren toevoegen
Planning voor extra monitoren
Alle videokaarten die worden geleverd met computers van de HP Z serie, ondersteunen twee
gelijktijdige weergavemonitoren (zie
Monitoren aansluiten en instellen op pagina 24). Er zijn ook
kaarten leverbaar die meer dan twee monitoren ondersteunen. De procedure voor het toevoegen van
monitoren is afhankelijk van uw videokaart(en), en van het type en aantal monitoren dat u wilt
toevoegen.
Gebruik deze procedure om het toevoegen van extra monitoren te plannen:
1. Breng uw behoefte aan monitoren in kaart:
Bepaal hoeveel monitoren u nodig hebt.
Bepaal welke grafische prestaties u nodig hebt.
Noteer welk type videoconnector door elke monitor wordt gebruikt. HP levert videokaarten
met DP-interface (DisplayPort-interface) en DVI-interface, maar via adapters en/of kaarten
van derden kunt u ook gebruikmaken van andere videoformaten, zoals DVI-I, HDMI of
VGA.
TIP: In bepaalde gevallen kunnen adapters voor oudere hardware tamelijk prijzig zijn. Het
kan de moeite lonen om de aanschafkosten van een adapter te vergelijken met de
aanschafkosten van een nieuwe monitor waarvoor geen adapter nodig is.
2. Bepaal of u extra videokaarten nodig hebt:
Raadpleeg de documentatie bij de videokaart om vast te stellen hoeveel monitoren u op de
kaart kunt aansluiten.
20 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
Mogelijk moet u extra adapters aanschaffen om het gewenste aantal monitoren aan te
sluiten. (Zie
Videokaarten aansluiten op monitorconnectoren op pagina 22.)
Neem zo nodig in uw planning de aanschaf van een nieuwe videokaart op waarmee u extra
monitoren kunt aansluiten.
Het maximumaantal monitoren dat een videokaart ondersteunt, is afhankelijk van de kaart.
Op de meeste kaarten kunnen twee monitoren worden aangesloten. Andere hebben drie of
vier uitgangen.
OPMERKING: Voor monitoren met een resolutie hoger dan 1920 x 1200 pixels bij 60 Hz
hebt u een videokaart met een Dual Link DVI-(DL-DVI) of Display Port-uitgang nodig. Om
met DVI de optimale resolutie te kunnen realiseren, moet u een DL-DVI-kabel gebruiken,
geen standaard-DVI-I- of DVI-D-kabel.
Computers van HP ondersteunen niet alle videokaarten. Voor u een nieuwe videokaart
aanschaft, moet u controleren of deze wordt ondersteund. Zie
Ondersteunde videokaarten
vinden op pagina 22.
Veel videokaarten hebben meer dan twee monitoruitgangen; hiervan kunnen er echter vaak
maar twee tegelijk worden gebruikt. Raadpleeg de documentatie bij de videokaart of zoek
informatie over de kaart op volgens de procedure die wordt beschreven in
Ondersteunde
videokaarten vinden op pagina 22.
Sommige videokaarten ondersteunen meerdere monitoren door het monitorsignaal te
multiplexen via meerdere uitgangen. Dit kan de grafische prestaties nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg de documentatie bij de videokaart of zoek informatie over de kaart op volgens
de procedure die wordt beschreven in
Ondersteunde videokaarten vinden op pagina 22.
Controleer of er voldoende kaartuitgangen zijn voor het aantal monitoren. (Zie
Vereisten
voor het aansluiten van een monitor controleren op pagina 23.)
De verschillende modellen van de HP Z-reeks werkstations hebben verschillende limieten
met betrekking tot ruimte, gegevensoverdrachtsnelheid en vermogen beschikbaar voor
extra videokaarten. In de praktijk is het maximum aantal videokaarten bovendien veelal
beperkt tot twee per computer. Zie de
Manufacturing and Service Guide
(Referentiegids
voor onderhoud en service) voor de identificatie van uitbreidingskaartsleuven om er zeker
van te zijn dat een nieuwe videokaart geschikt is voor uw computer.
3. Als u hebt vastgesteld dat u een nieuwe videokaart of nieuwe videokaarten moet plaatsen:
a. Bepaal welke door HP ondersteunde videokaart het beste aansluit bij uw behoeften,
rekening houdend met het aantal monitoren, de compatibiliteit met de monitoren die u wilt
gaan gebruiken, en de gewenste prestaties. Zie
Ondersteunde videokaarten vinden
op pagina 22.
b. Zorg ervoor dat u de juiste stuurprogramma's hebt geïnstalleerd voor de videokaart.
c. Installeer de videokaart aan de hand van de video-instructies voor uw werkstation op
http://www.hp.com/go/sml.
d. De monitor instellen. Raadpleeg voor details de Microsoft® Help of
http://www.microsoft.com, of uw Linux Help website.
TIP: Schakel de monitoren een voor een in om het oplossen van eventuele problemen te
vereenvoudigen: schakel de eerste monitor in en zorg er voor dat deze goed werkt voordat
u de volgende monitor inschakelt.
Monitoren toevoegen 21
Ondersteunde videokaarten vinden
Voor meer informatie over videokaarten die door uw werkstation worden ondersteund:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/quickspecs.
2. Klik in de linker navigatiebalk onder QuickSpecs op uw land en selecteer Workstations.
3. Kies uw model om de specificaties te bekijken.
4. Klik op de link Technical Specifications-Graphics. Deze toont uitgebreide technische informatie
voor ondersteunde grafische kaarten, waaronder het aantal monitoren dat de kaart ondersteunt,
connectoren, opgenomen energie, stuurprogramma's en andere details.
Videokaarten aansluiten op monitorconnectoren
De volgende tabel toont de mogelijke monitorconfiguraties.
Interfaceconnector videokaart
Monitorconnector
VGA DVI
Dual Link
DVI
DisplayPort
(DP)
HDMI
D
ISPLAY
P
ORT
DisplayPort-
naar-VGA-
adapter
(wordt apart
verkocht)
DP-naar-DVI-
adapter
DP-naar-DL
DVI-adapter
DP kabel
DP-naar-
HDMI-
adapter
DVI-I (wit)
DVI-naar-VGA
adapter of
DVI-I kabel
DVI-D-kabel DL DVI-kabel N.v.t. n.v.t.
VGA (blauw)
Geen adapter
vereist
DVI-I naar
VGA-adapter
is vereist
n.v.t. N.v.t. n.v.t.
DMS-59
DMS-59 naar
VGA-adapter
DMS-59-
naar-DVI-
adapter
n.v.t.
DMS-59 naar
DP adapter
n.v.t.
*
Dit is een grafische interface voor twee monitoren die twee VGA- of DVI-monitoren ondersteunt.
OPMERKING: HP grafische kaarten zijn voorzien van monitorkabeladapters, tenzij anders
aangegeven.
DisplayPort-kaarten leveren de beste prestaties; VGA-kaarten de slechtste.
22 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
Vereisten voor het aansluiten van een monitor controleren
Hierna volgen verschillende scenario's voor het aansluiten van monitoren. (zie Videokaarten
aansluiten op monitorconnectoren op pagina 22 voor meer informatie over de verschillende grafische
kaarten):
Videokaart met DisplayPort-uitgang — Als het werkstation een videokaart bevat met vier
DisplayPort-uitgangsconnectoren, kunt u op elke connector een monitor aansluiten. Gebruik zo
nodig geschikte adapters.
Videokaart met DVI-uitgang — Als het werkstation een PCIe-videokaart bevat met twee DVI-
uitgangsconnectoren, kunt u op elke DVI-connector een monitor aansluiten. Gebruik zo nodig
geschikte adapters.
OPMERKING: Modellen met slechts één DVI-poort hebben altijd een tweede optie voor
grafische uitvoer (Display Port of VGA).
Veel videokaarten hebben meer dan twee monitoruitgangen; hiervan kunnen er echter vaak
maar twee tegelijk worden gebruikt. Raadpleeg de documentatie bij de videokaart of zoek
informatie over de kaart op volgens de procedure die wordt beschreven in
Videokaarten
aansluiten op monitorconnectoren op pagina 22.
Op een systeem met twee DVI-aansluitingen levert poort 1 de primaire weergave: via deze poort
wordt het BIOS POST-scherm weergegeven na het opnieuw opstarten van het systeem.
(Meestal is dit de onderste uitgang. Tijdens de BIOS POST wordt er slechts één kaart gebruikt;
dit is in de BIOS-instellingen echter aan te passen.)
Videokaart met VGA- en DL-DVI-D-uitgang – Als het werkstation geen PCIe-videokaart bevat,
maar wel één of meer SVGA-
en/of
DL-DVI-uitgangen, kunt u op elke uitgang een monitor
aansluiten.
Grafische kaart met DMS-59-uitgang – als het werkstation een PCIe grafische kaart bevat met
een DMS-59-uitgangsconnector, gebruik dan de juiste adapter om de monitoren aan te sluiten.
Er zijn adapters beschikbaar voor het aansluiten van twee DVI- of twee VGA-monitoren op de
DMS-59-uitgang.
Monitoren toevoegen 23
Monitoren aansluiten en instellen
OPMERKING: De grafische kaarten die door HP worden ondersteund, staan gewoonlijk werken met
ten minste twee monitoren toe, zoals weergegeven in dit hoofdstuk. sommige ondersteunde kaarten
ondersteunen meer monitoren. Raadpleeg de documentatie bij de videokaart voor meer informatie.
1. Sluit (zo nodig) de monitorkabeladapters (1) aan op het werkstation. Sluit vervolgens de juiste
monitorkabels aan op de adapters (2) of rechtstreeks op de videokaart.
Afbeelding 3-4 De kabels op het workstation aansluiten
2. Sluit de andere uiteinden van de grafische kabels aan op de monitoren.
Afbeelding 3-5 Kabels op de monitoren aansluiten
3. Sluit het ene uiteinde van het monitornetsnoer aan op de monitor en het andere uiteinde op een
geaard stopcontact.
4. De monitor instellen. Zie voor details de Microsoft Help of
http://www.microsoft.com, of uw Linux
Help of website.
Een configuratieprogramma van een andere fabrikant gebruiken
Grafische kaarten van andere fabrikanten worden mogelijk geleverd inclusief een
monitorconfiguratieprogramma. Bij installatie wordt dit programma geïntegreerd in Windows. U kunt
24 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
het programma selecteren en het gebruiken om meerdere monitoren voor het workstation te
configureren.
Raadpleeg de documentatie bij de videokaart voor meer informatie.
OPMERKING: Voor sommige configuratiehulpmiddelen van andere merken is het noodzakelijk om
monitoren eerst in te schakelen in Windows voordat het hulpmiddel kan worden gebruikt. Raadpleeg
voor meer informatie de documentatie bij uw videokaart.
OPMERKING: Monitorconfiguratieprogramma's zijn vaak ook beschikbaar op de HP support
website.
Beeldscherminstellingen van monitor aanpassen (Windows)
U kunt het monitormodel, de vernieuwingsfrequentie, schermresolutie, kleurinstellingen, tekengrootte
en energiebeheerinstellingen handmatig selecteren of wijzigen.
Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen in Windows 7, klikt u met de rechtermuisknop op
een leeg gebied op het bureaublad en klikt u vervolgens op Schermresolutie.
Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen in Windows 8, zet u de aanwijzer op de
rechterbovenhoek of linkerbenedenhoek van het Startscherm om de charms weer te geven, en
klikt u vervolgens op Instellingen > Configuratiescherm > Vormgeving en persoonlijke
instellingen > Schermresolutie aanpassen.
In Windows 8 kunt u de beeldscherminstellingen ook wijzigen door de aanwijzer op de
rechterbovenhoek of linkerbenedenhoek van het Startscherm te zetten om het charmsmenu
weer te geven, en vervolgens te klikken op Zoeken > Instellingen, resolutie in het zoekveld
van Instellingen te typen en te klikken op Schermresolutie aanpassen.
Meer informatie over het instellen van het monitorscherm vindt u hier:
Online documentatie die bij de grafische controller wordt geleverd
Documentatie die bij de monitor is inbegrepen
Converteren naar desktopconfiguratie (Z220 CMT en Z420)
Dit werkstation kan worden gebruikt als mini-tower- of desktopconfiguratie. Voer de volgende stappen
uit om te converteren naar desktopconfiguratie:
OPMERKING: Bekijk een video voor deze taak op http://www.hp.com/go/sml.
1. Het werkstation voorbereiden op de installatie van de onderdelen.
2. Verwijder het voorpaneel van het workstation.
Converteren naar desktopconfiguratie (Z220 CMT en Z420) 25
3. Druk voorzichtig op de randen van het vulpaneel voor het optische driveslot en verwijder dit uit
het voorpaneel.
Afbeelding 3-6 Vulpaneel voor het optische driveslot verwijderen
4. Draai het vulpaneel 90 graden, naar een horizontale positie.
5. Lijn de slots in het frame van het vulpaneel uit met de tabs op het voorpaneel. Druk het
vulpaneel voor de optische drive terug in het voorpaneel tot het op zijn plaats klikt.
Afbeelding 3-7 Vulpaneel voor het optische driveslot installeren
26 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
6. Aan de achterkant van de voorste opstaande rand, drukt u tegen de bevestigingslipjes van het
HP-logo (1) en duwt u het logo naar buiten (2).
Afbeelding 3-8 Het HP logo draaien
Draai het HP logo 90 graden tegen de klok in, laat het logo dan los en druk het weer op zijn
plaats in het voorpaneel.
7. Verwijder de EMI vulpanelen en de optische drive uit de behuizing.
8. Draai de EMI-vulpanelen en optisch station 90 graden en installeer ze opnieuw.
Afbeelding 3-9 De optische drive weer installeren
9. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel opzij van de computer terug.
Converteren naar desktopconfiguratie (Z220 CMT en Z420) 27
Aanvullende onderdelen installeren
Afhankelijk van het model werkstation kunt u aanvullende onderdelen installeren (zoals geheugen,
harde schijven, optische stations, PCIe-kaarten of tweede processoren).
Ga naar
http://www.hp.com/go/sml als u video's over de installatie van onderdelen wilt bekijken.
Zie voor installatierichtlijnen en technische gegevens de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw werkstation op http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Beveiliging
Sommige HP workstations hebben een slot op het zijpaneel. De sleutel voor dit slot wordt
meegeleverd en is bevestigd aan het achterpaneel van de workstationbehuizing.
Aanvullende beveiligingsvoorzieningen verminderen het risico van diefstal en waarschuwen bij
inbraak in de behuizing. Raadpleeg de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals voor
informatie over extra hardware- en softwarebeveiliging die beschikbaar is voor uw systeem.
Productrecycling
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen.
Meer informatie over recycling van HP onderdelen en producten is beschikbaar op:
http://www.hp.com/go/recycle.
28 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
4 Instellen, back-ups maken, herstellen en
terugzetten van Windows 7
Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Microsoft
Windows 7. Het bevat de volgende onderwerpen:
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation
voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid. Het toevoegen van hardware kan leiden
tot fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation zijn geïnstalleerd. Zie
Het
werkstation bijwerken op pagina 43.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
VOORZICHTIG: Wanneer de installatie is gestart, mag u het werkstation
niet
uitschakelen totdat de
procedure is voltooid. Als u het werkstation tijdens de installatie uitschakelt, is het mogelijk dat de
installatie beschadigt raakt en de software niet goed werkt.
U kunt een compleet overzicht van alle instructies voor installatie en configuratie vinden op
http://windows.microsoft.com/en-US/windows7/help. Nadat u het besturingssysteem succesvol hebt
geïnstalleerd, vindt u extra informatie in de online help van Windows 7.
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden
U moet de juiste stuurprogramma's installeren voordat u nieuwe hardware installeert. Volg de
installatie-instructies die bij elke apparaat zijn meegeleverd. Voor optimale prestaties moet het
besturingssysteem voorzien zijn van de meest recente updates, patches en servicepacks. Zie
http://www.hp.com voor door HP gekwalificeerde stuurprogramma's. Raadpleeg voor extra
stuurprogramma's en informatie over software-updates
Het werkstation bijwerken op pagina 43.
Bestanden en instellingen overzetten
Het Windows besturingssysteem biedt hulpprogramma's voor gegevensmigratie die het mogelijk
maken om bestanden en gegevens te selecteren en over te brengen van een Windows werkstation
naar een ander Windows werkstation.
Ga naar
http://www.microsoft.com voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
Uw werkstation is uitgerust met door HP en Windows geleverde hulpprogramma's om uw gegevens
te beschermen en zo nodig op te halen. Deze hulpprogramma's kunnen u via eenvoudige stappen
helpen uw werkstation weer juist te laten functioneren, of zelfs terug te keren naar de
fabrieksinstellingen.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren 29
De volgende onderwerpen komen in dit gedeelte aan bod:
Back-ups maken
Uw systeem herstellen
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over de hulpprogramma's, de Help en
Ondersteuning. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en vervolgens Help
en ondersteuning.
Als u een herstelbewerking uitvoert na een systeemfout, wordt de meeste recente back-up hersteld.
1. Nadat u het werkstation hebt ingesteld, gebruikt u de hulpmiddelen van Windows om
herstelmedia te maken. Selecteer in Windows 7 Start > Configuratiescherm > Systeem en
beveiliging > Back-up en herstellen > Een systeemkopie maken.
2. Maak systeemherstelpunten wanneer u hardware en softwareprogramma's toevoegt. Een
systeemherstelpunt is een momentopname van de harde schijfinhoud die op een bepaald tijdstip
wordt opgeslagen door Windows Systeemherstel. Een systeemherstelpunt bevat informatie die
Windows nodig heeft, zoals registerinstellingen. Windows maakt automatisch een
systeemherstelpunt voor u aan tijdens een Windows-update en tijdens
systeemonderhoudsactiviteiten (zoals een software-update, een veiligheidsscan of een
systeemdiagnostiek). U kunt ook op elk gewenst moment handmatig een systeemherstelpunt
maken. Voor meer informatie en stappen om specifieke systeemherstelpunten te maken, zie
Help en Ondersteuning. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en
vervolgens Help en ondersteuning.
3. Maak een back-up van uw persoonlijke gegevens wanneer u foto's, video, muziek en andere
persoonlijke bestanden toevoegt. Als bestanden per ongeluk van de vaste schijf worden
verwijderd en niet meer via de Prullenbak kunnen worden hersteld, of als bestanden beschadigd
raken, kunt u de bestanden herstellen waarvan u een back-up gemaakt hebt. Bij een
systeemfout kunt u de back-upbestanden gebruiken om de inhoud van het werkstation te
herstellen. Zie
Een back-up maken van uw gegevens op pagina 30.
OPMERKING: Voor het geval dat het systeem instabiel wordt, adviseert HP om de
herstelprocedures af te drukken en ze voor later gebruik te bewaren.
Een back-up maken van uw gegevens
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van het
werkstation te verbeteren. U kunt door Gebruikersaccountbeheer om uw toestemming of wachtwoord
gevraagd worden wanneer u bepaalde taken uitvoeren. Om verder te gaan met een bepaalde taak,
selecteert u de juiste optie. Raadpleeg voor informatie over Gebruikersaccountbeheer de Help en
ondersteuning: selecteer Start en vervolgens Help en ondersteuning.
U dient direct nadat u het systeem hebt ingesteld de eerste back-up te maken. Wanneer u nieuwe
software en gegevensbestanden toevoegt, dient u regelmatig back-ups van uw systeem te blijven
maken om te zorgen dat de back-up redelijk recent is. Met de eerste en volgende back-ups kunt u uw
gegevens en instellingen herstellen als een storing optreedt.
OPMERKING: Zoek in Help en ondersteuning naar de opties voor back-up en herstellen als u
uitgebreide instructies nodig hebt. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en
vervolgens Help en ondersteuning.
U kunt een back-up maken van uw gegevens op een optionele externe vaste schijf, op een
netwerkschijfeenheid of op schijven.
Let op het volgende bij het maken van een back-up van uw gegevens:
30 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een
back-up van.
Maak een back-up van sjablonen die in hun bijbehorende mappen zijn opgeslagen.
Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een
schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als
u de voorkeuren opnieuw moet instellen.
Bij het maken van back-ups op schijven, nummert u elke schijf na het verwijderen uit de
schijfeenheid.
Ga als volgt te werk om een back-up te maken met het hulpprogramma Windows Back-up maken en
terugzetten:
OPMERKING: Het maken van de back-up kan ruim een uur duren, afhankelijk van de
bestandsgrootte en de snelheid van het werkstation.
1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up maken en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm voor het instellen van uw back-up.
Systeemherstel (Microsoft)
Als u een probleem ondervindt waarvan u denkt dat het te wijten is aan software die op het
werkstation is geïnstalleerd, gebruikt u Systeemherstel om het werkstation terug te zetten naar een
vroeger herstelpunt. U kunt ook handmatig herstelpunten instellen.
OPMERKING: Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u de optie Systeemherstel
gebruikt.
Systeemherstel starten:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Selecteer Start, selecteer Computer en selecteer vervolgens Eigenschappen.
3. Selecteer Systeembeveiliging > Systemherstel > Volgende en volg de aanwijzingen op het
scherm.
Systeemherstel
VOORZICHTIG: Deze procedure wist alle gebruikersgegevens. Om gegevensverlies te voorkomen,
moet u een back-up maken van alle gebruikersgegevens zodat u deze na herstel kunt terugzetten.
Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u het programma Systeemherstel gebruikt. Zie
Systeemherstel (Microsoft) op pagina 31.
Met het terugzetten van het systeem wordt de vaste schijf volledig gewist en geformatteerd, zodat
alle gegevensbestanden die werden aangemaakt worden verwijderd en daarna worden het
besturingssysteem, de programma's en de stuurprogramma's opnieuw geinstalleerd. Eventuele
software die niet van fabriekswege was geïnstalleerd, dient u echter zelf opnieuw te installeren.
Daaronder vallen de software die op media in de doos met werkstationaccessoires is geleverd en de
programma’s die u hebt geïnstalleerd.
U kunt bij support herstelmedia bestellen. Ga voor ondersteuning in de VS naar
http://www.hp.com/
support. Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://www8.hp.com/us/en/contact-hp/ww-contact-
us.html. U kunt de mediaset ook bestellen door de klantenondersteuning te bellen.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden
zonder versie van Microsoft Windows.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 31
U moet een van de volgende methoden kiezen voor het uitvoeren van volledig systeemherstel:
Herstelkopie — Voer het systeemherstel uit met een herstelkopie die is opgeslagen op de vaste
schijf. De herstelkopie is een bestand dat een kopie van de originele software bevat zoals die in
de fabriek op de computer werd geïnstalleerd. Als u het systeemherstel wilt uitvoeren met een
herstelkopie, raadpleegt u
Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image op pagina 32.
Herstelmedia — Voer Systeemherstel uit vanaf herstelmedia die u afzonderlijk hebt
aangeschaft.
Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u
hebt gemaakt of geïnstalleerd.
Een Windows-systeem uit de fabriek van HP wordt geleverd met een herstelpartitie. U kunt de
herstelpartitie gebruiken voor het herstellen van het originele besturingssysteem.
1. Schakel het werkstation uit. Houd indien nodig de aan/uit-knop ingedrukt tot het werkstation
wordt uitgeschakeld.
2. Ontkoppel alle randapparaten van het werkstation behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
3. Druk op de aan/uit-schakelaar om het werkstation in te schakelen.
4. Op het moment dat u het HP-logo op het scherm ziet verschijnen, drukt u herhaaldelijk op de
toets F11 van het toetsenbord totdat het bericht
Bestanden laden...
op het scherm verschijnt.
5. Volg in het venster van HP Recovery Manager de instructies op het scherm om door te gaan.
6. Als Windows is geladen, schakelt u het werkstation uit, sluit u alle randapparatuur opnieuw aan
en zet u het werkstation weer aan.
Het gebruik van met HP Recovery Disc Creator gemaakte besturingssysteemschijven.
VOORZICHTIG: Als u een dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruikt, wordt de inhoud
van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u hebt
gemaakt en alle software die u op het werkstation hebt geïnstalleerd worden voorgoed verwijderd. Na
afloop van het formatteren helpt het herstelproces u bij het herstellen van het besturingssysteem,
evenals de oorspronkelijke stuurprogramma's. Software die is geleverd met het systeem kan worden
gedownload op
http://www.hp.com.
Gebruik de stappen in dit gedeelte als u een dvd met het besturingssysteem Windows 7 en een dvd
met stuurprogramma's hebt besteld.
Ga naar de website van HP voor het bestellen van een dvd met het besturingssysteem Windows 7 en
een dvd met stuurprogramma's. Ga voor ondersteuning in de VS naar
http://www.hp.com/cgi-bin/
hpsupport/index.pl. Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://www8.hp.com/us/en/contact-hp/
ww-contact-us.html. U kunt ook de dvd's bestellen door de klantenondersteuning te bellen.
U start als volgt een herstelactie met een dvd met het besturingssysteem Windows 7:
OPMERKING: Dit herstelproces kan een paar minuten in beslag nemen.
32 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
1. Maak back-ups van alle persoonlijke bestanden.
2. Start het werkstation opnieuw op en plaats de dvd met het besturingssysteem Windows 7 in de
optischeschijfeenheid.
OPMERKING: Als het werkstation niet opstart met de dvd, start u het werkstation opnieuw op
en drukt u op esc tijdens het opstarten om het opstartmenu weer te geven. Gebruik de
pijltoetsen om het opstartmenu te selecteren en druk op enter. Gebruik de pijltoetsen om de
locatie te selecteren waar de herstel-dvd is geplaatst zodat daarvan wordt opgestart. Het
opstarten van de dvd vanaf een UEFI-opstartbron geeft een GPT-opstartpartitie als resultaat.
Het opstarten vanaf een oudere opstartbron geeft een MBR-opstartpartitie als resultaat.
3. Druk op een willekeurige toets als daarom gevraagd wordt.
4. Volg de instructies op het scherm.
Nadat het besturingssysteem is geïnstalleerd:
1. Verwijder de dvd met het besturingssysteem Windows 7 en plaats de stuurprogramma-dvd
nadat het systeem voor de eerste keer met het besturingssysteem is opgestart.
OPMERKING: De dvd met stuurprogramma's laadt de benodigde software waarna u
stuurprogramma's en applicaties kunt installeren.
2. Installeer eerst de stuurprogramma's voor hardware. HP raadt aan om alle beschikbare
stuurprogramma's te installeren.
3. U kunt toepassingen die met het werkstation zijn meegeleverd downloaden van
http://www.hp.com.
OPMERKING: Voor meer informatie over het gebruik van de herstelmedia, raadpleegt u het witboek
"Restoring Windows 7 on the HP Z420, Z620 and Z820: Using HP OS DVD and Driver DVD.” (Het
herstellen van Window 7 op de HP Z420, Z620 en Z820: Met gebruik van de HP besturingssysteem-
dvd en de stuurprogramma-dvd) Dit witboek kunt u vinden op
http://www.hp.com/support.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 33
5 Het installeren en herstellen van Windows
8
Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Microsoft
Windows 8. Het bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen
Extra informatie op pagina 34
Back-up en herstel in Windows 8 op pagina 35
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation zijn geïnstalleerd. Raadpleeg
hiervoor het hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation.
VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation
voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid. Het toevoegen van hardware kan leiden
tot fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
Extra informatie
Nadat u het besturingssysteem hebt geïnstalleerd, is aanvullende informatie beschikbaar in de online
Help.
Windows 8-besturingssysteem installeren
De eerste keer dat u de computer aanzet, kunt u het besturingssysteem aanpassen. Als u verbonden
bent met het internet activeert Microsoft uw besturingssysteem. Dit neemt 15 tot 30 minuten in
beslag. Volg de instructies op het scherm zorgvuldig op.
We bevelen aan om uw computer aan te melden bij HP; op deze manier kunt u belangrijke software-
updates ontvangen en wordt het stellen van vragen aan ondersteuning en het aanmelden voor
speciale aanbiedingen vergemakkelijkt. U kunt uw computer bij HP registreren met de app Register
with HP op het startscherm.
VOORZICHTIG: Nadat het installatieproces is gestart, mag u DE COMPUTER NIET
UITSCHAKELEN TOTDAT DE PROCEDURE IS VOLTOOID. Als u de computer tijdens deze
procedure uitschakelt, kan de besturingssoftware van de computer beschadigd raken of niet op de
juiste manier worden geïnstalleerd.
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. U kunt worden gevraagd om toestemming of naar uw wachtwoord om taken
uit te voeren zoals de installatie van software, het uitvoeren van hulpprogramma's, of het wijzigen van
Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie. Typ h vanaf het
Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
34 Hoofdstuk 5 Het installeren en herstellen van Windows 8
Windows 8 updates downloaden
Microsoft kan updates voor het besturingssysteem uitbrengen. Om de computer optimaal te laten
werken, adviseert HP om tijdens de eerste installatie op de nieuwste updates te controleren en dit
regelmatig te herhalen.
Voer Windows Update zo snel mogelijk uit nadat u uw computer hebt ingesteld.
1. Wijs naar de rechter bovenhoek of benedenhoek van het startscherm om de charms weer te
geven.
2. Klik op Instellingen > PC-instellingen wijzigen > Windows Update.
3. Voer Windows Update vervolgens elke maand uit.
Back-up en herstel in Windows 8
Gebruik Windows Back-up maken en terugzetten om back-ups te maken van individuele bestanden
en mappen, van de gehele vaste schijf, om media voor systeemherstel te maken, of om
systeemherstelpunten te maken. Bij een systeemfout kunt u de back-upbestanden gebruiken om de
inhoud van de computer te herstellen.
Typ in het starscherm herstellen, klik op Instellingen, en maak een keuze in de lijst met
weergegeven opties.
OPMERKING: Zoek in Help en ondersteuning naar de opties voor back-up en herstellen als u
uitgebreide instructies nodig hebt. Typ h vanaf het Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
Als het systeem instabiel is, adviseert HP om de herstelprocedures af te drukken en ze voor later
gebruik te bewaren.
Een back-up maken van uw gegevens
Als u een herstelbewerking uitvoert na een systeemfout, wordt de meest recente back-up hersteld.
Direct na de eerste installatie van het systeem moet u systeemherstelmedia en de eerste back-up
maken. Wanneer u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, dient u regelmatig back-ups
van uw systeem te blijven maken om te zorgen dat de back-up redelijk recent is. De
systeemherstelmedia wordt gebruikt voor het opstarten van de computer en het herstellen van het
besturingssysteem voor het geval het systeem instabiel wordt of niet meer start. Met de eerste en
volgende back-ups kunt u uw gegevens en instellingen herstellen als een storing optreedt.
Typ back-up op het startscherm, klik op Instellingen, en selecteer Bestandsgeschiedenis gebruiken
om back-ups van uw bestanden te maken.
U kunt een back-up van uw gegevens maken op een optionele externe harde schijf of op een
netwerkschijf.
Let op het volgende bij het maken van een back-up:
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een
back-up van.
Maak een back-up van sjablonen die in de betreffende programma's zijn opgeslagen.
Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een
schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als
u de voorkeuren opnieuw moet instellen.
Back-up en herstel in Windows 8 35
Een back-up maken met Windows Back-up maken en herstellen:
OPMERKING: Het maken van de back-up kan ruim een uur duren, afhankelijk van de
bestandsgrootte en de snelheid van de computer.
1. Typ in het starscherm back-up, klik op Instellingen, en maak een keuze in de lijst met
weergegeven opties.
2. Volg de instructies op het scherm om de back-up in te stellen, een systeem-image te maken, of
om systeemherstelmedia te maken.
Systeemherstel uitvoeren
Bij een systeemstoring of instabiliteit biedt de computer de volgende hulpprogramma's voor het
herstellen van uw bestanden:
Windows herstelhulpmiddelen: U kunt Windows Back-up en herstellen gebruiken om informatie
te herstellen waarvan u eerdere een back-up hebt gemaakt. U kunt ook Windows Automatisch
herstellen gebruiken om problemen op te lossen die verhinderen dat Windows goed start.
f11 herstelhulpmiddelen: U kunt ook het f11-herstelhulpmiddelen gebruiken om de
oorspronkelijke fabrieksimage van de vaste schijf te herstellen. De image bevat het Windows-
besturingssysteem en softwareprogramma's die op de fabriek zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Als u de computer niet kunt opstarten en u kunt de systeemherstelmedia niet
gebruiken die u eerder hebt gemaakt, moet u de media van het besturingssysteem Windows 8 kopen
om de computer te herstarten en het besturingssysteem te repareren. Zie
HP Windows 8
herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 37 voor meer informatie.
Windows-herstelprogramma's gebruiken
Om informatie te herstellen waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt:
Ga als volgt te werk om gegevens te herstellen met Automatisch herstellen:
VOORZICHTIG: Sommige opties van Automatisch herstellen wissen de vaste schijf volledig en
herformatteren deze. Ga voor aanvullende informatie naar Help en ondersteuning. Typ h vanaf het
Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Controleer zo mogelijk of de HP herstelpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn:
Typ v op het startscherm en kies Windows Verkenner.
– of –
Typ c op het startscherm en kies Computer.
OPMERKING: Als de HP herstelpartitie niet wordt weergegeven, moet u het
besturingssysteem en de programma's herstellen met de dvd van Windows 8 en de schijf
Driver
Recovery
(Herstel van stuurprogramma's) (beide afzonderlijk aan te schaffen). Zie HP Windows
8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 37 voor meer informatie.
3. Als de Windows-partitie en de HP-herstelpartitie in de lijst staan, herstart u de computer nadat
Windows is geladen en houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u op Opnieuw opstarten klikt.
OPMERKING: Als de computer na meerdere pogingen Windows niet kan starten, start het
systeem standaard met de Windows Herstelomgeving.
36 Hoofdstuk 5 Het installeren en herstellen van Windows 8
4. Selecteer Probleemoplossing, selecteer Geavanceerde opties en selecteer Automatisch
herstellen.
5. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Zoek voor extra informatie over het herstellen van gegevens met de Windows-
hulpprogramma's naar deze onderwerpen in Help en ondersteuning. Typ h vanaf het Startscherm en
kies Help en Ondersteuning.
f11-herstelhulpmiddelen gebruiken
VOORZICHTIG: Bij het gebruik van f11 wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u hebt gemaakt en alle software die u op
de computer hebt geïnstalleerd wordt voorgoed verwijderd. Het f11-herstelprogramma installeert
opnieuw het besturingssysteem en de HP programma's en stuurprogramma's die in de fabriek waren
geïnstalleerd. Software die niet in de fabriek is geïnstalleerd, moet opnieuw worden geïnstalleerd.
De oorspronkelijke image van de vaste schijf herstellen met f11:
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Start de computer opnieuw op en druk op esc terwijl het bedrijfslogo wordt weergegeven. Het
startmenu van de computer wordt weergegeven.
3. Druk op f11 om de optie Systeemherstel te selecteren.
4. Kies uw toetsenbordlokalisatie.
5. In het menu Optie kiezen, selecteer Problemen oplossen.
6. In het menu Problemen oplossen, kiest u tussen Uw PC vernieuwen om het besturingssysteem
te herstellen of Uw PC terugzetten om het besturingssysteem volledig opnieuw te installeren.
7. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als de f11-systeemherstelprocedure niet start, moet u uw besturingssysteem en
programma's herstellen met de Windows 8 Herstelmedia (afzonderlijk verkrijgbaar). Zie
HP
Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 37 voor meer
informatie.
HP Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen)
Om HP Windows 8 herstelmedia te bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/support; selecteer uw
land of regio en volg de aanwijzingen op het scherm. U kunt de media ook bestellen door support te
bellen.
VOORZICHTIG: Bij het gebruik van HP Windows 8 herstelmedia wordt de inhoud van de vaste
schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u hebt
gemaakt en alle software die u op de computer hebt geïnstalleerd wordt voorgoed verwijderd. Na
afloop van het formatteren helpt het herstelproces u bij het herstellen van het besturingssysteem,
evenals stuurprogramma's, software en hulpprogramma's.
U start als volgt een herstelactie met HP Windows 8 herstelmedia:
OPMERKING: Dit proces kan een paar minuten in beslag nemen.
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Plaats de Windows 8 besturingssysteem-DVD.
Back-up en herstel in Windows 8 37
3. Herstart de computer en volg de aanwijzingen van de media met het besturingssysteem
Windows 8 om het besturingssysteem te installeren.
4. Druk op een willekeurige toets als daarom gevraagd wordt.
5. Volg de instructies op het scherm.
Nadat de installatie van het besturingssysteem is voltooid:
1. Verwijder de media met het besturingssysteem Windows 8 en plaats de
Stuurprogrammaherstel
-media.
2. Installeer eerst de Hardware Enabling Drivers (Stuurprogramma's voor hardware) en daarna de
Recommended Applications (Aanbevolen toepassingen).
38 Hoofdstuk 5 Het installeren en herstellen van Windows 8
6 Het installeren en herstellen van Linux
HP biedt verschillende Linux-oplossingen voor klanten met een HP workstation:
HP certificeert en ondersteunt Red Hat Enterprise Linux (RHEL) op HP workstations.
HP certificeert en ondersteunt SUSE® Linux Enterprise Desktop (SLED) op HP workstations.
HP biedt een vooraf geladen SLED 11 op sommige Z series Werkstations.
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie en het herstel van het besturingssysteem Linux®. Het bevat de
volgende onderwerpen:
Onderwerpen
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 39
Red Hat Enterprise Linux installeren op pagina 40
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED)
op pagina 41
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's op pagina 42
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation geïnstalleerd zijn. Raadpleeg
hiervoor het hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation.
VOORZICHTIG: Voeg geen optionele hardware of apparatuur van andere leveranciers aan het
werkstation toe voordat het besturingssysteem goed is geïnstalleerd. Het toevoegen van hardware
kan leiden tot fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
HP Linux Support Matrix
Sommige release streams worden op bepaalde platformen niet ondersteund. Raadpleeg de
Linux
certification and support matrix
om te zien welke streams op uw werkstation worden ondersteund:
1. Ga naar
http://www.hp.com/linux.
2. Selecteer in de tab Platforms, HP Workstations.
3. Selecteer Certification Matrix.
4. Ga naar de tab Red Hat of SUSE.
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL)
De HP Installer-kit voor Linux helpt gebruikers bij de installatie van gecertificeerde versies van RHEL
of SLED op HP workstations. Het is op alle HP workstations beschikbaar als een
besturingssysteemkeuze. De kit:
HP Linux Support Matrix 39
Het bevat geteste stuurprogramma's die de overeenkomende stuurprogramma's in RHEL of
SLED uitbreiden of vervangen, voor een goede functionering op HP workstations.
Bevat geen Linux-besturingssysteem (het moet afzonderlijk aangeschaft worden bij Red Hat of
SUSE). Ga voor een overzicht van ondersteunde configuraties en besturingssystemen naar
http://www.hp.com/support/linux_hardware_matrix.
De HPIKL bevat een vooraf geladen FreeDOS. Met dit besturingssysteem is het eenvoudiger voor
gebuikers met een aangepaste Linux-distributie of een gelicenseerde versie van RHEL of SLED om
de door HP aanbevolen stuurprogrammatoevoegingen te installeren.
De kit kan ook gedownload worden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers.
2. Selecteer het model van uw werkstation.
3. Selecteer het gewenste besturingssysteem.
4. Selecteer de taal van uw software/stuurprogramma's en klik op de koppeling Software.
5. Klik op de koppeling Obtain Software (Software ophalen), voor het juiste pakket (normaal
gesproken de nieuwste versie).
6. Klik op I Agree (Ik ga akkoord) om de licentieovereenkomst te accepteren.
7. Download de software ISO-image en sla deze op een schijf op. Deze schijf is uw
HP
stuurprogramma-cd.
Red Hat Enterprise Linux installeren
HP Z series Werkstations zijn gecertificeerd en worden ondersteund voor RHEL streams voor de
betreffende hardwaretechnologie.
Raadpleeg voor meer informatie over RHEL-ondersteuning voor een bepaald platform, de
Hardware Support Matrix for HP Linux Workstations
op http://www.hp.com/support/
linux_hardware_matrix.
Meer informatie over Red Hat-certificaties voor HP workstations, vindt u op
https://hardware.redhat.com.
HPIKL-stuurprogramma-cd
Voor recente versies van Red Hat Linux zijn meestal alleen updates van stuurprogramma's nodig met
weining aanpassingen, om HP werkstations te ondersteunen. Deze versies worden over het
algemeen ondersteund met de HPIKL-stuurprogramma-cd, die gebruikt kan worden na de
standaardinstallatie van Red Hat Linux.
Na de standaard installatie van Red Hat en het opnieuw opstarten van het systeem, start een Red
Hat
first-boot
hulpprogramma. Na het invoeren van verschillende instellingen (zoals het
beveiligingsniveau, tijd en datum, root-wachtwoord, gebruikersaccounts) kunt u aanvullende cd's
installeren.
De stuurprogramma-cd wordt in deze fase gebruikt. Alle inhoud toegevoegd door HP bevindt zich in
de /HP map op de schijf. U kunt deze inhoud gebruiken om uw eigen image te creëren of om door de
HP inhoud te bladeren.
40 Hoofdstuk 6 Het installeren en herstellen van Linux
OPMERKING: Sommige installaties kunnen problemen geven wanneer ze uitgevoerd worden met
een DisplayPort-aansluiting aan de monitor. Dit komt omdat de standaard stuurprogramma's die de
installatieprogramma's van het besturingssysteem gebruiken, de DisplayPort niet ondersteunen.
Probeer als u problemen ondervindt om de monitorkeuze voor DisplayPort tijdens het starten van de
installatie te wijzigen in een VESA-stuurprogramma. U kunt de DisplayPort-monitor dan later nog
instellen.
Installatie met de HP Red Hat Linux stuurprogramma-cd
1. Als u niet de juiste HP stuurprogramma-cd hebt voor de ondersteunde stream, kunt u deze
aanmaken zoals beschreven in
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 39.
2. Installeer het besturingssysteem met de optische media in de Red Hat Linux box-set.
3. Als u voor uw besturingssysteem een Red Hat driver disk hebt, voer dan in het eerste scherm
linux dd in en druk dan op Enter.
4. Wanneer u gevraagd wordt of u een stuurprogramma-cd hebt, selecteer dan Ja. Plaats de Red
Hat stuurprogramma-cd in de schijfeenheid en selecteer de juiste schijf:hd[abcd]. Ga
verder met de installatie.
5. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
RHEL 5: de Red Hat Setup Agent (ook first-boot genoemd) start automatisch. Wanneer u
zich op het scherm Extra DVD's bevindt, plaats dan uw HP stuurprogramma-cd en
selecteer Installeren. Volg na de installatie van de stuurprogramma's de aanwijzingen op
het scherm totdat het besturingssysteem geïnstalleerd is.
RHEL 6: Plaats uw HP stuurprogramma-cd. De HPIKL-installatiesoftware start automatisch.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de inhoud te installeren.
Garantie
Als onderdeel van de HP workstation hardware garantie, levert HP ondersteuning bij de configuratie
en installatie van software voor gecertificeerde versies van Red Hat Linux, tot 90 dagen na aanschaf.
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED)
HP levert op sommige Z series Werkstations een vooraf geladen 64-bit SLED 11 en ondersteunt 64-
bit SLED 11 voor andere werkstations.
Meerdere versies van SLED zjn op HP werkstations door SUSE gecertificeerd en worden door SUSE
ondersteund. Raadpleeg voor meer informatie de zoekpagina voor certificaties van SUSE op
http://developer.novell.com/yessearch.
Installatie van vooraf geladen SLED
Voor installatie van SLED op systemen met het vooraf geladen besturingssysteem:
1. Start het werkstation op.
2. Voer wanneer dit gevraagd wordt de instellingen voor de installatie van het werkstation in:
wachtwoord, netwerk, grafische instellingen, tijd, toetsenbordinstellingen en SUSE Customer
Center Configuratie.
OPMERKING: U kunt uw SUSE-inschrijving activeren op het scherm SUSE Customer Center
Configuratie. Ga voor volledige documentatie over SUSE Customer Center
naar
http://www.suse.com/documentation en selecteer uw besturingssysteem.
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) 41
Installatie van SLED met de DVD Installer Kit
1. Als een HP stuurprogramma-cd niet is meegeleverd bij uw werkstation kunt u deze zelf maken
(zie
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 39).
2. Installeer het besturingssysteem met behulp van de DVD's in de SUSE box-set.
3. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
4. Plaats uw HP stuurprogramma-cd. De HPIKL-installatiesoftware start automatisch. Volg de
aanwijzingen op het scherm om de inhoud te installeren.
Garantie
HP levert op Z series Werkstations ondersteuning bij de configuratie en installatie van SLED 11, tot
90 dagen na aanschaf. Ook SUSE onderteunt alle versies van SLED die gecertificeerd zijn voor HP
werkstations.
Herstellen van SLED (alleen vooraf geladen systemen)
De SLED herstelmedia is vereist om het Linux besturingssysteem terug te zetten. De herstelmedia
maakt u als volgt:
1. Klik op het bureaublad op het pictogram SUSE ISO en ga naar de map
/iso
. De map bevat alle
iso-images die zijn gebruikt om het werkstation vooraf te laden.
2. Volg de aanwijzingen van het bestand readme in deze map en kopieer het ISO-imagebestand
naar optische media.
3. Bewaar de media op een veilige plaats. In het geval van een storing op de vaste schijf van uw
werkstation, kunt u met de ISO-images voor herstel uw besturingssysteem herstellen.
VOORZICHTIG: Bij het herstellen van het besturingssysteem worden de door u opgeslagen
gegevens niet hersteld. Maak daarom back-ups van uw gegevens.
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's
De HP workstations kunnen besteld worden met videokaarten die door HP uitgebreid zijn
geverificeerd. Raadpleeg de
Hardware Support Matrix for HP Linux Workstations
op
http://www.hp.com/support/linux_hardware_matrix voor een overzicht van ondersteunde
videokaarten.
OPMERKING: Niet alle videokaarten zijn voor alle werkstations beschikbaar. De beperkingen
houden meestal verband met kaarten die veel stroom vragen in werkstations met een laag
energieverbruik.
De door HP en de leverancier ondersteunde fabriekseigen grafische stuurprogramma's zijn
beschikbaar in de HP Installer Kit for Linux, met de SLED 11 vooraf geladen op Z series
Werkstations, en via HP Werkstation ondersteuning op
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
Deze fabriekseigen stuurprogramma's vormen geen standaard onderdeel van de RHEL of SLED
distributies omdat ze geen open source zijn. Voor eventueel nieuwere versies van de
stuurprogramma's dan die op de website van HP Ondersteuning, kunt u terecht bij de leverancier.
42 Hoofdstuk 6 Het installeren en herstellen van Linux
7 Het werkstation bijwerken
HP werkt voortdurend aan verbetering van uw gebruikservaring met het werkstation. Om er zeker van
te zijn dat het werkstation altijd is voorzien van de nieuwste verbeteringen, adviseert HP om
regelmatig de nieuwste updates van het BIOS, stuurprogramma's en andere software te installeren.
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart
Nadat het werkstation voor het eerst met succes is opgestart, moet u het volgende doen om hem up-
to-date te brengen:
Controleer of de nieuwste versie van het systeem-BIOS is geïnstalleerd. Zie
Upgrade van het
BIOS op pagina 43.
Controleer of u over de nieuwste stuurprogramma's voor uw systeem beschikt. Zie
Stuurprogramma's upgraden op pagina 44.
Leer de beschikbare HP informatiebronnen kennen.
Overweeg een abonnement op Driver Alerts op
http://www.hp.com/go/subscriberschoice.
Upgrade van het BIOS
Om optimale prestaties te waarborgen, bepaalt u de BIOS-versie op het werkstation en voert u
zonodig een upgrade uit.
Het bepalen van de huidige BIOS-versie.
Voor het bepalen van de huidige BIOS-versie:
1. Druk op Esc tijdens het opstarten.
2. Druk op F10 om de F10 Setup te starten.
3. Selecteer File > System Information (Bestand > Systeeminformatie). Noteer de BIOS-versie van
het werkstation, zodat u deze kunt vergelijken met de BIOS-versies op de HP website.
OPMERKING: U vindt procedures voor upgrade van het BIOS, alsmede de BIOS menu-
instellingen van de F10 Setup-toepassing in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids
voor onderhoud en service) op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
BIOS upgraden
U kunt als volgt het meest recente BIOS met de nieuwste verbeteringen vinden en downloaden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer Download Drivers and Software uit het linkermenu onder Tasks.
3. Volg de aanwijzingen om het nieuwste BIOS dat beschikbaar is voor het werkstation te vinden.
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart 43
4. Als het BIOS op de website dezelfde is als de versie op uw systeem, hoeft u verder niets te
doen.
5. Als het BIOS op de website een nieuwere versie is dan die op uw systeem, downloadt u de
versie voor uw werkstation. Volg de instructies in de release notes om de installatie te voltooien.
Stuurprogramma's upgraden
Wanneer u een randapparaat (bijvoorbeeld een printer, schermadapter of netwerkadapter) installeert,
moet u controleren of de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat zijn geladen. Als u het
apparaat via HP hebt gekocht, kunt u de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat downloaden
van de HP website. Deze stuurprogramma's zijn getest om een optimale compatibiliteit tussen het
apparaat en uw HP werkstation te waarborgen.
Als u het apparaat niet bij HP hebt gekocht, adviseert HP om eerst op de HP website te kijken of het
apparaat en de bijbehorende stuurprogramma's zijn getest voor compatibiliteit met HP werkstations.
Als er geen stuurprogramma beschikbaar is, bezoekt u de website van de fabrikant om de nieuwste
stuurprogramma's te downloaden.
U kunt stuurprogramma's als volgt upgraden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Onder Tasks in de linkerkolom, selecteert u Download Drivers and Software.
3. Volg de aanwijzingen om de nieuwste stuurprogramma's die beschikbaar zijn voor het
werkstation te vinden.
Als het juiste stuurprogramma niet te vinden is, gaat u naar de website van de fabrikant van de
randapparatuur.
44 Hoofdstuk 7 Het werkstation bijwerken
8 Diagnoseprogramma's en problemen
oplossen
Het bellen naar ondersteuning
Soms treedt er een probleem op waarvoor ondersteuning nodig is. Als u naar ondersteuning belt:
Zorg ervoor dat u makkelijk toegang heeft tot het workstation.
Noteer de serienummers, artikelnummers, modelnamen en modelnummers van uw werkstation
en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft.
Noteer eventuele foutberichten.
Noteer de geïnstalleerde uitbreidingskaarten.
Noteer het besturingssysteem.
Noteer welk hardware of software van andere fabrikanten is geïnstalleerd.
Let op knipperende led's aan de voorkant van uw computer (bij torens en desktops) of aan de
zijkant van de computer (bij all-in-one-configuraties).
Noteer de applicaties die u aan het gebruiken was toen het probleem zich voordeed.
OPMERKING: Wanneer u belt voor ondersteuning, wordt u mogelijk gevraagd naar het
productnummer (bijvoorbeeld: PS988AV) van de computer. Als uw computer een productnummer
heeft, vindt u dit meestal naast het 10- of 12-cijferige serienummer van de computer.
OPMERKING: Op de meeste modellen vindt u het serienummer en productnummer op de
bovenkant, het zijpaneel of op de achterkant van de computer (bij torens en desktops) of op een
uitschuifbare kaart in de zijkant van het scherm ( bij all-in-one-configuraties).
Ga voor een lijst van alle telefoonnummers voor ondersteuning wereldwijd naar http://www.hp.com/
support , selecteer uw land of regio en klik op Neem contact op met HP in de rechterbovenhoek.
Het bellen naar ondersteuning 45
ID-labels vinden
Om u te helpen bij het oplossen van problemen bevat elk werkstation product-, serie- en
verificatienummers.
Alle werkstations hebben een serienummer (uniek voor elk werkstation) en een productnummer.
Zorg dat u deze nummers bij de hand hebt als u contact opneemt met ondersteuning.
Het certificaat van echtheid (COA, Certificate of Authentication) wordt alleen gebruikt voor
systemen met een vooraf geïnstalleerde Windows 7-versie.
Het originele label van Microsoft (GML, Genuine Microsoft Label) wordt alleen gebruikt voor
systemen met een vooraf geïnstalleerde Windows 8-versie.
Op een servicelabel staat het Build ID en FeatureByte reeksen die nodig zijn bij de vervanging
van het moederbord.
In het algemeen kunnen deze labels worden gevonden aan de boven-, achter- of onderkant van het
chassis (toren- en desktopconfiguratie) (uw computer kan er anders uitzien).
Afbeelding 8-1 Labellocaties voor torens en desktops
Garantie-informatie zoeken
Voor basisinformatie over garantie raadpleegt u http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Raadpleeg
http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Ga naar
http://www.hp.com/hps/carepack om een standaard productgarantie te verlengen. HP Care
Pack Services bieden upgrades van serviceniveaus om de standaardproductgarantie uit te breiden of
te verlengen.
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen
van problemen
Dit gedeelte biedt informatie over HP Support Assistant (HPSA), ondersteuning online en handige
tips voor het oplossen van problemen.
46 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen
HP Support Assistant (HPSA)
HPSA, welke beschikbaar is op bepaalde werkstations met Windows 7, helpt u de prestatie van het
werkstation te onderhouden en problemen op te lossen. HPSA levert automatische updates,
diagnoses, productinformatie en ondersteuning bij het verbeteren van de prestaties van uw
werkstation. Om HP Support Assistant te openen klikt u op Start > Alle programma's > HP hulp en
ondersteuning > HP Support Assistant.
OPMERKING: HP Support Assistant is niet beschikbaar op computers met Windows 8 of Linux.
Online ondersteuning
Bronnen voor online toegang en ondersteuning zijn onder andere hulpmiddelen voor het oplossen
van problemen, technische kennisdatabases, downloads voor stuurprogramma's en patches, online
communities en waarschuwingsdiensten voor productveranderingen.
Daarnaast kunnen de volgende websites van nut zijn:
http://www.hp.com — biedt nuttige productinformatie
http://www.hp.com/support/workstation_manuals — bevat de nieuwste online documentatie
http://www.hp.com/go/workstationsupport — biedt informatie over technische ondersteuning
voor werkstations
http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html — wereldwijde ondersteuning: chat met
een technicus, gebruik ondersteuning per e-mail, zoek naar telefoonnummers voor
ondersteuning, of zoek een HP service center
http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers Software en drivers voor werkstations
Problemen oplossen
Voor ondersteuning bij het oplossen van problemen met uw systeem, biedt HP u toegang tot het
Business Support Center (BSC). Het BSC is een portal dat toegang verschaft tot een uitgebreide
reeks online tools. Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot BSC en problemen met uw
workstation op te lossen:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer Troubleshoot a problem (Probleem oplossen) onder het menu Business Support
Center aan de linkerkant.
3. Selecteer Workstations (Werkstations) onder Select your product (Selecteer uw product,
middelste venster) (onder Personal computing (Persoonlijk computergebruik)).
4. Maak onder Selecteer uw product verdere keuzes zoals van toepassing op de serie en het
model van uw workstation en het op te lossen probleem.
Instant Support en Active Chat
HPSA is een verzameling webgeoriënteerde hulpprogramma's voor het snel en geautomatiseerd
oplossen van problemen met desktopsystemen, tapedrives en printers.
Met behulp van Active Chat kunt u via het web een helpdeskticket indienen bij HP. Wanneer u een
helpdeskticket indient, verzamelt Active Chat informatie over de computer. Deze informatie wordt
doorgegeven aan een online helpdeskmedewerker. Het verzamelen van informatie kan tot 30
seconden in beslag nemen, afhankelijk van de configuratie van de computer. Als u een
helpdeskticket indient, ontvangt u een bevestigingsbericht met uw ticket-ID, de werktijden voor de
helpdesk in uw land/regio en de verwachte responstijd.
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen 47
Ga voor meer informatie over HP Instant Support, Active Chat en het gebruik daarvan naar:
http://instantsupport.hp.com/.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op systemen met Linux.
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer Notices
U vindt advies, bulletins en opmerkingen als volgt:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer het gewenste product.
3. Selecteer onder Resources voor < het door u geselecteerde product > Meer….
4. Onder Self-Help resources (Informatiebronnen voor zelfhulp:) kies in het midden van het venster
in de bladerlijst de gewenste actie en juiste informatie om de index weer te geven.
Productwijzigingsnotificaties (PCN’s)
Productwijzigingsnotificaties (PCN's) zijn proactieve meldingen voor productwijzigingen die binnen
30-60 dagen na de ingangsdatum van de wijzigingen in het fabricageproces worden gegeven. PCN's
geven klanten vooraf waarschuwingen over wijzigingen aan hun product, zoals een bijgewerkte
BIOS-versie. De nieuwste PCN's zijn beschikbaar op:
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
Selecteer uw product en klik vervolgens onder Resources for the HP Workstation (Bronnen voor het
HP-werkstation) op Meer.
Tips
Als u op een probleem stuit met uw werkstation, beeldscherm of software, kunnen de volgende
algemene suggesties u helpen het probleem te isoleren en te begrijpen, voordat u verdere actie
onderneemt.
Bij het opstarten
Controleer of het workstation en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
Verwijder alle optische schijven en USB-sleutels uit de stations, voordat u het werkstation
aanzet.
Controleer of het werkstation is ingeschakeld en of het lampje brandt.
Als u een ander besturingssysteem heeft geïnstalleerd dan het vooraf geïnstalleerde, raadpleegt
u
http://www.hp.com/go/quickspecs om te controleren of dit besturingssysteem door uw systeem
wordt ondersteund.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
Als uw workstation meerdere videobronnen heeft maar slechts één monitor, moet de monitor zijn
aangesloten op de bron die is ingesteld als de primaire VGA-adapter. Tijdens het opstarten
worden de andere monitorconnectoren uitgeschakeld; als monitor op een van deze poorten is
aangesloten, functioneert hij niet na de zelftest bij opstarten (POST). U kunt de standaard VGA-
bron instellen met Computerinstellingen (F10).
Tijdens het gebruik
Controleer of er led's op het werkstation knipperen. Deze knipperende lampjes geven foutcodes
aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg het gedeelte
48 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen)
in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service)
van uw werkstation, voor informatie over
diagnoselampjes en geluidssignalen.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord correct.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer het workstation door op een willekeurige toets op het toetsenbord of op de aan/uit-knop
te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u het systeem uit door de aan/uit-
knop ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-
knop om het systeem opnieuw te starten. Als het systeem niet kan worden uitgeschakeld,
koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. Als het systeem
niet opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om het workstation te starten.
Configureer het workstation opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet Plug-and-Play-compatibel is. Raadpleeg het gedeelte
Problemen met de
installatie van de hardware
van dit document voor instructies.
Zorg ervoor dat alle noodzakelijke stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd. Als er bijvoorbeeld een
printer is aangesloten, moet er een printerstuurprogramma zijn geïnstalleerd.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een ander workstation met een andere kabel aan op
de netwerkaansluiting. Er is mogelijk een probleem met de netwerkaansluiting of de
netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te
controleren of het workstation dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te controleren
of het workstation dan wel goed werkt.
Als de monitor die verbonden is aan een toren, desktop of all-in-one-computer geen beeld geeft:
Sluit de monitor dan aan op een andere monitoraansluiting op de computer (indien
beschikbaar). U kunt de monitor ook vervangen door een andere monitor, waarvan u weet
dat deze goed functioneert.
Controleer of de computer
en de monitor
op een goed werkend stopcontact zijn
aangesloten.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor
brandt.
Zet de helderheid en het contrast van de monitorm hoger als het scherm te donker is.
Als het scherm van een all-in-one-computer geen beeld geeft, open dan de computer en
controleer of de grafische kaart goed is aangesloten.
Voer een upgrade van het BIOS uit. Mogelijk is er een nieuwe BIOS-versie beschikbaar, die
nieuwe functies ondersteunt of waarmee uw probleem wordt opgelost.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Problemen oplossen in de
Maintenance and
Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) op: http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Zelfreparatie door klanten
Met het programma Zelfreparatie door klanten kunt u vervangingsonderdelen bestellen en deze zelf,
zonder technische hulp van HP op locatie, installeren. Voor sommige onderdelen kan Zelfreparatie
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen 49
door klanten nodig zijn. Ga voor meer informatie over het programma naar http://www.hp.com/go/
selfrepair.
OPMERKING: Sommige onderdelen kunnen niet door klanten zelf gerepareerd worden en moeten
terug gestuurd worden naar HP. Neem voor instructies contact op met HP Ondersteuning, voordat u
probeert om deze onderdelen te verwijderen of te repareren.
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing
U vindt de volgende technieken en gereedschappen voor aanvullende probleemoplossing in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) op http://www.hp.com/
support/workstation_manuals:
POST foutcodes
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen)
Probleemoplossing scenario's en oplossingen
HP Vision Diagnostics (Z420, Z620, Z820)
HP PC Hardware Diagnostics (Z220 SFF en Z220 CMT)
50 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen
9 Regelmatig onderhoud
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de
computer.
Stop onderdelen nooit in water of schoonmaakmiddelen; breng de vloeistof op een schone doek
aan en maak het onderdeel met de doek schoon.
Haal de stekker van de computer altijd uit het stopcontact voordat u het toetsenbord, de muis of
luchtventilatoren schoonmaakt.
Ontkoppel het toetsenbord altijd voordat u deze schoonmaakt.
Draag een veiligheidsbril tijdens het schoonmaken van het toetsenbord.
Het schoonmaken van de behuizing
Volg de veiligheidsvoorschriften in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Gebruik een met water bevochtigde schone en pluisvrije doek voor het verwijderen van lichte
vlekken of vuil.
Gebruik een licht afwasmiddel verdund met water voor hardnekkigere vlekken. Spoel het goed
af met een met schoon water bevochtigde doek of vaatdoek.
Gebruik voor werkelijk hardnekkige vlekken 2-propanol (isopropylalcohol). Het afspoelen is dan
niet nodig omdat de alcohol snel verdampt en geen restant achterlaat.
Wrijf de computer na het schoonmaken altijd na met een schone en pluisvrije doek.
Maak af en toe de luchtventilatoren van de computer schoon. Deze openingen kunnen verstopt
raken door stof en ander materiaal, waardoor de luchtcirculatie kan worden gehinderd.
Het schoonmaken van het toetsenbord
VOORZICHTIG: Gebruik altijd een veiligheidsbril wanneer u probeert om vuil onder toetsen te
verwijderen.
Als het toetsenbord een aan/uit-knop heeft, schakel het toetsenbord dan uit.
Volg de veiligheidsvoorschriften in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Zichtbaar vuil onder de toetsen kan verwijderd worden door het op te zuigen of het toetsenbord
te schudden.
U kunt ook een luchtdrukspuit gebruiken voor het verwijderen van vuil onder de toetsen. Wees
voorzichtig, omdat u met te veel luchtdruk smeermiddel onder de grotere toetsen kunt
verwijderen.
Als u een toets wilt verwijderen, gebruik dan een speciaal hiervoor gemaakte toetsverwijderaar
om beschadiging te voorkomen. Dit gereedschap is in veel electronicawinkels te verkrijgen.
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken 51
VOORZICHTIG: Verwijder nooit de grotere toetsen (zoals de spatiebalk) van het toetsenbord.
Als deze toetsen verkeerd verwijderd of teruggeplaatst worden, kan het zijn dat het toetsenbord
niet goed meer functioneert.
Maak de onderkant van een toets schoon met een met isopropylalcohol licht bevochtigde doek.
Zorg ervoor dat u geen smeermiddel verwijdert. Laat de onderdelen drogen voordat u ze
terugplaatst.
Gebruik een pincet voor het verwijderen van pluizen of vuil uit moeilijk bereikbare plaatsen.
Het schoonmaken van de monitor
Volg de veiligheidsvoorschriften in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Gebruik voor het schoonmaken van de monitor een speciaal hiervoor ontworpen doekje of een
met water bevochtigde schone doek.
VOORZICHTIG: Spuit nooit vloeistoffen direct op het scherm—de vloeistof kan in de behuizing
terechtkomen en onderdelen beschadigen.
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen op de monitor, omdat dit het
scherm of de behuizing kan beschadigen.
Het schoonmaken van de muis
1. Volg de veiligheidsvoorschriften in de
Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
2. Als de muis een aan/uit-knop heeft, schakel de muis dan uit.
3. Wrijf de muis met een vochtige doek schoon.
4. Voor een muis met:
Laser of led: Gebruik een met schoonmaakmiddel bevochtigde katoenen doek voor het
voorzichtig verwijderen van stof rond de laser of led en wrijf de muis dan weer met een
droge doek na. Wrijf niet direct over de laser of led.
Bladerwieltje: Spuit met een luchtdrukspuit in de openingen tussen het wieltje en de
knoppen. Spuit niet te lang op een plaats, om de vorming van condensatie te voorkomen.
Trekbal: Haal de trekbal uit de muis en maak hem schoon; verwijder vuil uit de balhouder
en maak deze schoon met een droge doek; plaats de trekbal weer terug in de muis.
52 Hoofdstuk 9 Regelmatig onderhoud
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60