Documenttranscriptie
Uit veiligheidsoverwegingen moet u dit
systeem in het dashboard van de auto
installeren. Raadpleeg de bijgeleverde
handleiding voor installatie/aansluitingen voor
meer informatie over de installatie en
aansluitingen.
Dit label bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie is enkel van toepassing voor
apparaten die verkocht worden in landen
die de EU-richtlijnen in acht nemen
De fabrikant van dit apparaat is Sony
Corporation, 1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio,
Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger
voor EMC en productveiligheid is Sony
Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61,
70327 Stuttgart, Duitsland. Voor onderhouds- of
garantiekwesties kunt u de adressen gebruiken
die in de afzonderlijke onderhouds- of
garantiedocumenten worden vermeld.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
ZAPPIN is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Windows Media en het
Windows-logo zijn
handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc.,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere
landen.
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
2
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer
IIS en Thomson.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Inhoudsleveranciers gebruiken de technologie voor
beheer van digitale rechten voor Windows Media die
in dit apparaat is opgenomen ("WM-DRM"), om de
integriteit van hun inhoud te beschermen
("Beschermde inhoud"), zodat hun intellectuele
eigendomsrechten, waaronder copyright, op
dergelijke inhoud niet ten onrechte worden gebruikt.
Dit apparaat gebruikt WM-DRM-software om
Beschermde inhoud ("WM-DRM-software") te
kunnen afspelen. Als de bescherming van de WMDRM-software in dit apparaat in gevaar is gebracht,
kunnen eigenaars van Beschermde inhoud
("Eigenaars van beschermde inhoud") Microsoft
verzoeken om het recht van de WM-DRM-software
om nieuwe licenties op te halen voor het kopiëren,
weergeven en/of afspelen van Beschermde inhoud,
in te trekken. Het intrekken van dergelijke rechten
heeft geen invloed op de mogelijkheid om nietbeschermde inhoud af te spelen met de WM-DRMsoftware. Er wordt een lijst met ingetrokken WMDRM-software naar uw apparaat verzonden wanneer
u een licentie voor Beschermde inhoud downloadt
van het internet of vanaf een computer. Microsoft
kan, in combinatie met een dergelijke licentie, ook
lijsten met ingetrokken software downloaden naar
uw apparaat uit naam van de Eigenaars van
beschermde inhoud.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat u de functie voor automatisch
uitschakelen instelt (pagina 19).
Hiermee wordt het apparaat na de ingestelde
tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leegraakt.
Als u de functie voor automatisch uitschakelen
niet instelt, houdt u (SOURCE/OFF) ingedrukt
totdat het scherm verdwijnt wanneer u het
contactslot uitzet.
3
Inhoudsopgave
Aan de slag
iPod
Discs die kunnen worden afgespeeld op dit
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . 6
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 7
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 7
Een iPod afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De weergavestand instellen . . . . . . . . . . . . . .
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . .
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16
17
17
17
17
Overige functies
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Zoeken naar een track . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Zoeken naar een track op naam
— Quick-BrowZer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Zoeken naar een track door te luisteren naar
een gedeelte van een track
— ZAPPIN™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . 11
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . 11
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . 11
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . 11
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
AF en TA instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
CD
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 14
USB-apparaten
Een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . . . . 14
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 15
4
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . .
De geluidskenmerken wijzigen . . . . . . . . .
De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . .
Instelitems aanpassen — SET. . . . . . . . . . . . .
Optionele apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . .
Randapparatuur voor audio . . . . . . . . . . . .
Kaartafstandsbediening RM-X114. . . . . . .
18
18
18
19
20
20
20
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . .
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/
AAC-bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over iPod . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen/berichten . . . . . . . . . . . . . .
21
21
21
21
22
23
23
24
26
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste ondersteuningsinformatie over dit
product wilt hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://support.sony-europe.com/
Levert informatie over:
• Modellen en fabrikanten van compatibele digitale audiospelers
• Ondersteunde MP3-/WMA-/AAC-bestanden
5
Aan de slag
De DEMO-stand annuleren
Discs die kunnen worden
afgespeeld op dit apparaat
U kunt CD-DA's (ook met CD TEXT) en
CD-R's/CD-RW's (MP3-/WMA-/AACbestanden (pagina 21)) afspelen.
Soorten discs
Label op de disc
CD-DA
MP3
WMA
AAC
Het apparaat opnieuw instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw
instellen.
Maak het voorpaneel los (pagina 7) en druk met
een puntig voorwerp, zoals een balpen, op de
RESET toets (pagina 8).
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens
gewist.
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven tijdens het uitschakelen.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "DEMO" wordt weergegeven.
3
Draai de regelknop om "DEMO-OFF"
te selecteren.
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Als het instellen is voltooid en het scherm
keert terug naar de normale ontvangst-/
weergavestand.
De klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "CLOCK-ADJ" wordt weergegeven.
3
Druk op (SEEK) +.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
4
Draai de regelknop om de uren en
minuten in te stellen.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (SEEK) –/+.
5
Na het instellen van de minuten drukt
u op de selectietoets.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Als u de klok wilt weergeven, drukt u op
(DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te
keren naar het vorige scherm.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 13).
6
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het apparaat
verwijderen om diefstal te voorkomen.
Het voorpaneel bevestigen
Plaats deel A van het voorpaneel op deel B van
het apparaat, zoals wordt weergegeven, en druk
op de linkerzijde tot deze vastklikt.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1
Houd (SOURCE/OFF) ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
2
Druk op
en trek het voorpaneel
naar u toe.
A
B
(SOURCE/OFF)
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl het USBapparaat wordt afgespeeld, anders kunnen de USBgegevens worden beschadigd.
7
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
1 2
34
5
6
7 8
PUS
OFF
H E N TE R / S E L E C
T
SOURCE
SEEK
SEEK
ZAP
PTY
MODE
9 q; qa
AF / TA
2
REP
SHUF
3
4
DM
5
SCRL
PAUSE
6
AUX
DSPL
qh
qs qd qf qg
qj
qk
In dit gedeelte vindt u informatie over de locatie
van bedieningselementen en instructies voor
algemene handelingen.
Bekijk de betreffende pagina's voor meer
informatie.
E Discsleuf
Plaats de disc (met het label omhoog) en het
afspelen begint.
A SEEK +/– toetsen
CD/USB:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven
overslaan (indrukken, vervolgens binnen
1 seconde nogmaals indrukken en
vasthouden); een track snel terug-/
vooruitspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(indrukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
G Z (uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
B
K ZAP toets pagina 11
De ZAPPIN™-stand openen.
(BACK) toets pagina 10
Terugkeren naar het vorige scherm.
C SOURCE/OFF toets*
Indrukken om het apparaat in te schakelen/de
bron te wijzigen (radio/CD/USB/AUX).
1 seconde ingedrukt houden om het apparaat
uit te schakelen.
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden om
het apparaat en het display uit te schakelen.
D Regelknop/selectietoets pagina 18, 19
Volume aanpassen (draaien); instelitems
selecteren (indrukken en draaien).
8
ALBM
1
F Display
H USB-aansluiting pagina 14, 16
Kan worden aangesloten op het
USB-apparaat.
I
(voorpaneel loslaten) toets
pagina 7
J
(BROWSE) toets pagina 10
De Quick-BrowZer-stand openen.
L Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
M RESET toets (bevindt zich achter het
voorpaneel) pagina 6
N MODE toets pagina 11, 16, 17
De radioband selecteren (FM/MW/LW); de
weergavestand voor de iPod selecteren.
Ingedrukt houden: passagiersbediening
inschakelen/annuleren.
O AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)/
PTY (programmatype) toets
pagina 12, 13
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
P Cijfertoetsen
CD/USB:
(1)/(2): ALBM –/+ (tijdens het afspelen
van MP3/WMA/AAC)
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(3): REP* pagina 14, 15, 17
(4): SHUF pagina 14, 15, 17
(5): DM+
Digitaal gecomprimeerd geluid, zoals
MP3, verbeteren.
Als u de DM+-functie wilt activeren,
stelt u "ON" in. Stel "OFF" in om de
functie te annuleren.
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Q DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
pagina 12, 14, 15, 17
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
R AUX-ingang pagina 20
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
* Deze toets is voorzien van een voelstip.
Opmerking
Wanneer u een disc uitwerpt/plaatst, moet u ervoor
zorgen dat USB-apparaten zijn losgekoppeld om
schade aan de disc te voorkomen.
9
Zoeken naar een track
Zoeken naar een track op naam
— Quick-BrowZer
U kunt gemakkelijk op categorie zoeken naar een
track op een CD of USB-apparaat.
(BROWSE)
Zoeken door items over te slaan
— Jump-stand
Wanneer er veel items in een categorie staan,
kunt u het gewenste item snel zoeken.
1 Druk op (SEEK) + in de Quick-BrowZerstand.
Het volgende scherm wordt weergegeven.
Regelknop/
selectietoets
A Huidig itemnummer
B Totaalaantal items in de huidige laag
1
Druk op
(BROWSE).
De Quick-BrowZer-stand op het apparaat
wordt geactiveerd en er wordt een lijst met
zoekcategorieën weergegeven.
2
Draai de regelknop om het gewenste
zoekcategorie te selecteren en druk op
de regelknop om te bevestigen.
3
De itemnaam wordt weergegeven.
2 Draai de regelknop om het gewenste item, of
een item in de buurt van het gewenste item, te
selecteren.
De multi-encoder slaat gedeelten in stappen
van 10 % van het totaalaantal items over.
3 Druk op de selectietoets.
Het scherm keert terug naar de QuickBrowZer-stand en het geselecteerde item
wordt weergegeven.
4 Draai de regelknop om het gewenste item te
selecteren en druk op de regelknop.
Het afspelen wordt gestart als het
geselecteerde item een track is.
Herhaal stap 2 tot de gewenste track
wordt geselecteerd.
Het afspelen wordt gestart.
De Jump-stand annuleren
Druk op
(BACK) of (SEEK) –.
SEEK +/–
(BACK)
Terugkeren naar het vorige scherm
Druk op
(BACK).
De Quick-BrowZer-stand sluiten
Druk op
(BROWSE).
Opmerking
Wanneer u de Quick-BrowZer-stand activeert, wordt
de instelling voor herhaaldelijk/willekeurig afspelen
geannuleerd.
10
Zoeken naar een track door te
luisteren naar een gedeelte van
een track — ZAPPIN™
U kunt zoeken naar een track die u wilt
beluisteren door korte gedeelten van tracks op
een CD of USB-apparaat op volgorde af te
spelen.
De ZAPPIN-stand is geschikt voor het zoeken
naar een track in de standen voor willekeurige
volgorde of willekeurige volgorde herhalen.
(BACK)
Selectietoets
ZAP
1
Druk op (ZAP) tijdens het afspelen.
Nadat "ZAPPIN" wordt weergegeven in het
scherm, wordt het afspelen gestart vanaf een
gedeelte van de volgende track.
Het gedeelte wordt een bepaalde tijd
afgespeeld, waarna u een klik hoort en het
volgende gedeelte wordt gestart.
Zenders opslaan en ontvangen
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (geheugen voor beste
afstemming) gebruiken om ongelukken te
vermijden.
Automatisch opslaan — BTM
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE/OFF)
tot "TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
2
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BTM" wordt weergegeven.
4
Druk op (SEEK) +.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de instelling
is opgeslagen.
Handmatig opslaan
1
Track
Het gedeelte van elke track
dat wordt afgespeeld in de
ZAPPIN-stand.
2
Radio
Druk op de selectietoets of (ZAP)
wanneer een track wordt afgespeeld
waarnaar u wilt luisteren.
De track die u selecteert, wordt in normale
weergavestand vanaf het begin afgespeeld.
Herhaal stap 1 en 2 om nogmaals naar een
track te zoeken in de ZAPPIN-stand.
Tips
• U kunt een afspeeltijd selecteren van ongeveer
6 seconden/9 seconden/30 seconden (pagina 19).U
kunt het gedeelte van de track dat wordt afgespeeld,
niet selecteren.
• Druk op (SEEK) +/– of (1)/(2) (ALBM –/+) in de
ZAPPIN-stand om een track of album over te slaan.
• Als u op
(BACK) drukt, bevestigt u ook de track
om af te spelen.
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets ((1)
tot en met (6)) ingedrukt tot "MEM"
wordt weergegeven.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de
AF-/TA-instelling ook opgeslagen (pagina 12).
De opgeslagen zenders ontvangen
1
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1
Selecteer de band en druk op
(SEEK) +/– om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
vervolg op volgende pagina t
11
Tip
Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u (SEEK) +/– ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u vervolgens
herhaaldelijk op (SEEK) +/– om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
RDS
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
Overzicht
AF en TA instellen
FM-zenders met de RDS-dienst
(radiogegevenssysteem) sturen onhoorbare
digitale informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
1
Schermitems
A TA/TP*1
B Radioband, functie
C Frequentie*2 (programmaservicenaam),
voorinstelnummer, klok, RDS-gegevens
*1 "TA" knippert tijdens de verkeersinformatie. "TP"
gaat branden als dergelijke zenders worden
ontvangen.
*2 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van
de frequentieaanduiding weergegeven.
Als u de schermitems C wilt wijzigen, drukt u
op (DSPL).
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
AF-ON
AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA-ON
TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF, TA-ON
AF en TA inschakelen.
AF, TA-OFF
AF en TA uitschakelen.
RDS-zenders met de AF- en
TA-instelling opslaan
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met de
bijbehorende AF-/TA-instelling.
RDS-diensten
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
Dit apparaat biedt automatisch RDS-diensten op
de volgende manier:
Noodberichten ontvangen
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd en wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
12
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Tip
Als u het volume aanpast tijdens een verkeersbericht,
wordt dat volume opgeslagen in het geheugen voor
volgende verkeersberichten, onafhankelijk van het
normale volume.
Een regionaal programma
beluisteren — REG
Als de AF-functie is ingeschakeld: met de
fabrieksinstelling van het apparaat wordt
ontvangst tot een bepaalde regio beperkt, zodat er
niet automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u tijdens FM-ontvangst
"REG-OFF" in bij de instellingen (pagina 19).
Programmatypen
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten),
INFO (Informatie), SPORT (Sport),
EDUCATE (Educatieve programma's),
DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur),
SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen),
POP M (Populaire muziek), ROCK M (Rockmuziek), EASY M (Easy Listening), LIGHT M
(Licht klassiek), CLASSICS (Klassiek),
OTHER M (Ander type muziek), WEATHER
(Weerberichten), FINANCE (Financiën),
CHILDREN (Kinderprogramma's), SOCIAL A
(Sociale zaken), RELIGION (Religie),
PHONE IN (Phone In), TRAVEL (Reizen),
LEISURE (Ontspanning), JAZZ (Jazz-muziek),
COUNTRY (Country-muziek), NATION M
(Nationale muziek), OLDIES (Oldies),
FOLK M (Folk-muziek), DOCUMENT
(Documentaires)
PTY selecteren
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1
Houd (AF/TA) (PTY) ingedrukt tijdens
FM-ontvangst.
CT instellen
1
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) (PTY) tot
het gewenste programmatype
verschijnt.
3
Druk op (SEEK) +/–.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype
uitzendt.
Stel "CT-OM" in bij de instellingen
(pagina 19).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil zijn tussen de tijd van de CTfunctie en de werkelijke tijd.
13
CD
USB-apparaten
Ga naar de ondersteuningssite voor meer
informatie over de compatibiliteit van het
USB-apparaat.
Schermitems
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
A
A Bron
B Tracknaam*1, disc-/artiestennaam*1,
artiestennaam*1, albumnummer*2,
albumnaam*1, tracknummer/verstreken
speelduur, klok
*1 De informatie over een CD TEXT, MP3/WMA/AAC
wordt weergegeven.
*2 Het albumnummer wordt alleen weergegeven als
het album wordt gewijzigd.
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
Tip
De weergegeven items zijn afhankelijk van het model,
disctype, de opname-indeling en de instellingen.
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
• USB-apparaten van het type MSC
(massaopslag) en MTP (protocol voor
mediaoverdracht) die voldoen aan de
USB-standaard, kunnen worden gebruikt.
• De bijbehorende codecs zijn MP3 (.mp3),
WMA (.wma) en AAC (.m4a).
• U kunt het beste een reservekopie van de
gegevens op een USB-apparaat maken.
Opmerking
Sluit het USB-apparaat aan nadat u de motor hebt
gestart.
Afhankelijk van het USB-apparaat kan storing of
schade ontstaan wanneer het apparaat wordt
aangesloten voordat de motor wordt gestart.
Een USB-apparaat afspelen
1
Sluit het USB-apparaat aan op de USBaansluiting.
Wanneer u een kabel gebruikt, moet u de
kabel gebruiken die bij het USB-apparaat is
geleverd voor de aansluiting.
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM*
Album herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM*
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DISC
Disc in willekeurige
volgorde afspelen.
* Bij het afspelen van een MP3-/WMA-/AAC-bestand.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of "SHUF
OFF".
Het afspelen wordt gestart.
Als er al een USB-apparaat is aangesloten, kunt u
het afspelen starten door herhaaldelijk op
(SOURCE/OFF) te drukken tot "USB" wordt
weergegeven.
Druk 1 seconde op (SOURCE/OFF) om het
afspelen te stoppen.
Het USB-apparaat verwijderen
1 Stop het afspelen van het USB-apparaat.
2 Verwijder het USB-apparaat.
Als u het USB-apparaat verwijdert terwijl het
wordt afgespeeld, kunnen de gegevens op het
USB-apparaat worden beschadigd.
14
Opmerkingen
• Gebruik geen USB-apparaten die zo groot of zwaar
zijn dat ze kunnen vallen als ze worden blootgesteld
aan trillingen of een losse aansluiting kunnen
veroorzaken.
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl het
USB-apparaat wordt afgespeeld, anders kunnen de
USB-gegevens worden beschadigd.
• Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB HUB herkennen.
Schermitems
A Bron
B Tracknaam, artiestennaam, albumnummer*,
albumnaam, tracknummer/verstreken
speelduur, klok
* Het albumnummer wordt alleen weergegeven als
het album wordt gewijzigd.
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM
Album herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DEVICE
Apparaat in willekeurige
volgorde afspelen.
Na 3 seconden is de instelling voltooid.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of "SHUF
OFF".
Opmerkingen
• De weergegeven items zijn afhankelijk van het
USB-apparaat, de opname-indeling en de
instellingen. Ga naar de ondersteuningssite voor
meer informatie.
• Het maximum aantal gegevens dat kan worden
weergegeven, is als volgt.
– mappen (albums): 128
– bestanden (tracks) per map: 500
• Laat een USB-apparaat niet in een geparkeerde
auto achter, omdat dit een storing tot gevolg kan
hebben.
• Het kan enige tijd duren voordat het afspelen wordt
gestart, afhankelijk van het aantal opgenomen
gegevens.
• DRM-bestanden (beheer van digitale rechten)
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld.
• Als u een MP3-/WMA-/AAC-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/
terugspoelt, wordt de verstreken speelduur wellicht
niet nauwkeurig weergegeven.
• Het afspelen van de volgende MP3-/WMA-/AACbestanden wordt niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
15
2
iPod
Zie "Informatie over iPod" op pagina 21 of ga
naar de ondersteuningssite voor meer informatie
over de compatibiliteit van de iPod.
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod"
gebruikt als algemene verwijzing naar de iPodfuncties van de iPod en iPhone, tenzij anders
aangegeven in de tekst of afbeeldingen.
* Wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
iPod-instelling.
3
Pas het volume aan.
Druk 1 seconde op (SOURCE/OFF) om het
afspelen te stoppen.
Ondersteuningssite
De iPod verwijderen
http://support.sony-europe.com/
1 Stop het afspelen van de iPod.
2 Verwijder de iPod.
Een iPod afspelen
Zet het volume van het apparaat zachter voordat
u de iPod aansluit.
1
Druk op (MODE) om de weergavestand
te selecteren.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
RESUMING t ALBUM t TRACK t
PODCAST* t GENRE t
PLAYLIST t ARTIST
Sluit de iPod met de USB-kabel aan op
de USB-aansluiting via de
dockconnector.
M
U
>
EN
.
De iPod wordt automatisch ingeschakeld en
het scherm van de iPod ziet er als volgt uit.*
Waarschuwing voor iPhone
Als u een iPhone via USB aansluit, wordt het
telefoonvolume geregeld op de iPhone zelf. Om
plotselinge harde geluiden na een gesprek te
voorkomen, moet u het volume op het apparaat niet
verhogen tijdens een telefoongesprek.
Opmerkingen
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl de iPod wordt
afgespeeld, anders kunnen de gegevens worden
beschadigd.
• Dit apparaat kan geen iPod via een USB HUB
herkennen.
Tips
• Wanneer de contactsleutel in de ACC-positie is
gezet en het apparaat is ingeschakeld, wordt de
iPod opgeladen.
• Als de iPod wordt losgekoppeld tijdens het afspelen,
wordt "NO Device" op het scherm van het apparaat
weergegeven.
Hervattingsstand
Tip
We raden de RC-100IP USB-kabel aan (niet
bijgeleverd) om de dockconnector aan te sluiten.
De tracks op de iPod worden automatisch
afgespeeld vanaf het punt dat het laatst is
afgespeeld.
Als er al een iPod is aangesloten, kunt u het
afspelen starten door herhaaldelijk op
(SOURCE/OFF) te drukken tot "USB" wordt
weergegeven. ("iPod" wordt weergegeven
wanneer een iPod wordt herkend.)
* Als een iPod touch of iPhone is aangesloten, of als
de iPod de vorige keer is afgespeeld met
passagiersbediening, wordt het logo niet op het
scherm weergegeven.
16
Als de iPod is aangesloten op de dockconnector,
wordt de stand van dit apparaat gewijzigd in de
hervattingsstand en wordt het afspelen gestart in
de stand die is ingesteld met de iPod.
In de hervattingsstand werken de volgende
toetsen niet.
– (3) (REP)
– (4) (SHUF)
Schermitems
A Bronaanduiding (iPod)
B Tracknaam, artiestennaam, albumnaam,
tracknummer/verstreken speelduur, klok
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
Tip
Als album/podcast/genre/artiest/afspeellijst wordt
gewijzigd, wordt het itemnummer tijdelijk
weergegeven.
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige letters die zijn
opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.
De weergavestand instellen
1
Druk tijdens het afspelen op (MODE).
De stand wordt als volgt gewijzigd:
ALBUM t TRACK t PODCAST* t
GENRE t PLAYLIST t ARTIST
* Wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
iPod-instelling.
Albums, podcasts, genres,
afspeellijsten en artiesten overslaan
Actie
Toets
Overslaan
(1)/(2) (ALBM –/+)
[één keer drukken voor elk
item]
Blijven
overslaan
(1)/(2) (ALBM –/+)
[ingedrukt houden tot gewenst
punt]
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM
Album herhaaldelijk
afspelen.
PODCAST
Podcast herhaaldelijk
afspelen.
ARTIST
Artiest herhaaldelijk
afspelen.
PLAYLIST
Afspeellijst
herhaaldelijk afspelen.
GENRE
Genre herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF PODCAST
Podcast in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF ARTIST
Artiest in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF PLAYLIST
Afspeellijst in
willekeurige volgorde
afspelen.
SHUF GENRE
Genre in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DEVICE
Apparaat in willekeurige
volgorde afspelen.
Na 3 seconden is de instelling voltooid.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of "SHUF
OFF".
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening
U kunt een iPod die is aangesloten op de
dockconnector rechtstreeks bedienen.
1
Houd tijdens het afspelen (MODE)
ingedrukt.
"MODE IPOD" wordt weergegeven en u kunt
de iPod rechtstreeks bedienen.
Het schermitem wijzigen
Druk op (DSPL).
De schermitems worden als volgt gewijzigd:
Tracknaam t artiestennaam t albumnaam t
MODE IPOD t klok
De passagiersbediening uitschakelen
Houd (MODE) ingedrukt.
"MODE AUDIO" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in
"RESUMING".
Opmerkingen
• Het volume kan alleen worden aangepast op het
apparaat.
• Als deze stand wordt geannuleerd, wordt de
instelling voor herhalen uitgeschakeld.
17
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op de selectietoets om
"EQ3" te selecteren.
2
2
Draai de regelknop om "CUSTOM" te
selecteren.
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
3
3
Druk op
(BACK).
Als het instellen is voltooid en het scherm
keert terug naar de normale ontvangst-/
weergavestand.
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
4
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
De geluidskenmerken wijzigen
1
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
EQ3
Een equalizertype selecteren uit 7 muziektypen
(XPLOD, VOCAL, EDGE, CRUISE, SPACE,
GRAVITY, CUSTOM of OFF).
LOW*1, MID*1, HI*1 (pagina 18)
BAL (balans)
De geluidsbalans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen.
FAD (fader)
Het relatieve geluidsniveau tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen.
SUB*2 (subwoofervolume)
Het volume van de subwoofer aanpassen.
AUX*3 (AUX-niveau)
Het volume voor elk aangesloten randapparaat
aanpassen. "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
*1 Als EQ3 is ingeschakeld.
*2 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 19).
"ATT" wordt weergegeven bij de laagste instelling
en u kunt deze instelling maximaal 21 stappen
aanpassen.
*3 Als AUX-bron is ingeschakeld (pagina 20).
18
Herhaal stap 3 en 4 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
5
Druk op
(BACK).
Als het instellen is voltooid en het scherm
keert terug naar de normale ontvangst-/
weergavestand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
Instelitems aanpassen — SET
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop om de instelling
(bijvoorbeeld "ON" of "OFF") te
selecteren.
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Als het instellen is voltooid en het scherm
keert terug naar de normale ontvangst-/
weergavestand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 6)
CT (kloktijd)
De CT-functie activeren: "ON", "OFF"
(pagina 12, 13).
BEEP
De pieptoon inschakelen: "ON", "OFF".
AUX-A*1 (AUX-audio)
Het AUX-bronscherm inschakelen: "ON",
"OFF" (pagina 20).
A.OFF (automatisch uitschakelen)
Automatisch volledig uitschakelen na de
gewenste tijd wanneer het apparaat is
uitgeschakeld: "NO", "30S" (Seconds),
"30M" (Minutes), "60M" (Minutes).
SUB/REAR*1
De audio-uitvoer wijzigen: "SUB-OUT"
(subwoofer), "REAR-OUT" (versterker).
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: "ON", "OFF".
DIM (dimmer)
De helderheid van het scherm wijzigen: "ON",
"OFF".
M.DSPL (bewegingsdisplay)
– "SA": bewegende patronen en
spectrumanalyzer weergeven.
– "OFF": het bewegingsdisplay uitschakelen.
A.SCRL (automatisch rollen)
Lange items automatisch laten rollen: "ON",
"OFF".
LOCAL (lokale zoekfunctie)
– "ON": om alleen af te stemmen op krachtige
zenders.
– "OFF": afstemmen met normale ontvangst.
MONO*2 (monostand)
Mono-ontvangststand selecteren om slechte
FM-ontvangst te verbeteren: "ON", "OFF".
REG*2 (regionaal)
Ontvangst beperken tot een bepaalde regio:
"ON", "OFF" (pagina 12).
Z.TIME (Zappin Time)
De afspeeltijd voor de ZAPPIN-functie
selecteren.
– "Z.TIME-1" (about 6 seconds),
"Z.TIME-2" (about 9 seconds),
"Z.TIME-3" (about 30 seconds).
LPF*3 (laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "OFF", "80Hz", "100Hz", "120Hz",
"140Hz", "160Hz".
LPF NORM/REV*3 (laagdoorlaatfilter normaal/
omgekeerd)
De subwooferfase selecteren: "NORM", "REV".
HPF (hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: "OFF", "80Hz",
"100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".
LOUD (Loudness)
Hoge en lage tonen versterken voor helder
geluid bij lagere volumeniveaus: "ON", "OFF".
BTM (pagina 11)
*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT".
19
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) op het apparaat en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het apparaat en het draagbare audioapparaat.
Volg de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1 Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2 Verlaag het volume op het apparaat.
3 Sluit het draagbare audioapparaat aan.
Kaartafstandsbediening RM-X114
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen dezelfde
functies als die op het apparaat.
DSPL
DSPL
MENU*
SOURCE
</,
(SEEK –/+)
SEEK–
SOUN
VOL (+/–)
D
DISC +
SOURCE
DISC –
LIST
SEEK+
R
ENTE
+
m/M
(DISC*/
PRESET
+/–)
ENTER*
PRESET –
OFF
MODE
LIST
PRESET +
MENU
SOUND
OFF
MODE
ATT
VOL
ATT
–
De volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening verschillen van de
toetsen op het apparaat of hebben andere functies
dan de toetsen op het apparaat.
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
* Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1 Verlaag het volume op het apparaat.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE/OFF) tot
"AUX" wordt weergegeven.
Daarna wordt "AUX FRONT IN"
weergegeven.
3 Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
5 Pas het ingangsniveau aan (pagina 18).
20
• DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
• SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (radio/CD/USB/
AUX).
• </, (SEEK +/–) toetsen
Radio/CD/USB bedienen, dezelfde functie als
(SEEK) –/+ op het apparaat.
• SOUND toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
apparaat.
• OFF toets
Uitschakelen; de bron stoppen.
• LIST toets
PTY in RDS selecteren.
• M/m (DISC*/PRESET +/–) toetsen
CD/USB bedienen, dezelfde functie als
(1)/(2) (ALBUM –/+) op het apparaat.
• ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets
om te annuleren.
* Niet beschikbaar voor dit apparaat.
Opmerking
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE/OFF)
op het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het apparaat eerst te activeren.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Laat het apparaat afkoelen als de auto geparkeerd
heeft gestaan in de volle zon.
• De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit apparaat
– CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
– CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
incompatibel opnameapparaat.
– CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
– CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het apparaat, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
apparaat is gedroogd; anders kan de werking van het
apparaat worden verstoord.
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/
AAC-bestanden
MP3/WMA/AAC
Optimale geluidskwaliteit behouden
Map
(album)
MP3-/WMA-/
AAC-bestand
(track)
Mors geen vocht op het apparaat of de discs.
Opmerkingen over discs
• Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtkanalen, en laat
deze niet achter in een auto die in de volle zon
staat geparkeerd.
• Veeg een disc van binnen naar
buiten schoon met een doekje
voordat u deze afspeelt.
Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
• Dit apparaat is ontworpen om
discs af te spelen die voldoen
aan de CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en
sommige muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
apparaat.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit apparaat
– Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
– Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
apparaat worden beschadigd.
– 8-cm discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Maximum aantal: (alleen CD-R/CD-RW)
– mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap)
– bestanden (tracks) en mappen: 300 (mogelijk
minder dan 300 als de naam van de map/bestand
veel tekens bevat)
– tekens die kunnen worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/
64 (Romeo)
• Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze herkend
als een CD-DA-disc, en worden andere sessies
niet afgespeeld.
Informatie over iPod
• U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de software van uw iPod bij naar de
nieuwste versie vóór gebruik.
Gemaakt voor
– iPod touch
– iPod touch (2e generatie)
– iPod classic
– iPod classic (120GB)
– iPod met video*
– iPod nano (4e generatie)
– iPod nano (3e generatie)
– iPod nano (2e generatie)
– iPod nano (1e generatie)*
Werkt met
– iPhone
– iPhone 3G
* Passagiersbediening is niet beschikbaar voor iPod
nano (1e generatie) of iPod met video.
• "Made for iPod" betekent dat een elektronisch
accessoire speciaal is ontworpen voor aansluiting
op een iPod en dat de ontwikkelaar van het
accessoire verklaart dat het accessoire voldoet aan
de prestatienormen van Apple.
• "Works with iPhone" betekent dat een elektronisch
accessoire speciaal is ontworpen voor aansluiting
op een iPhone en dat de ontwikkelaar van het
accessoire verklaart dat het accessoire voldoet aan
de prestatienormen van Apple.
vervolg op volgende pagina t
21
• Apple is niet verantwoordelijk voor de werking
van dit apparaat of voor het voldoen aan de
veiligheids- en overheidsvoorschriften.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Onderhoud
De lithiumbatterij van de
kaartafstandsbediening vervangen
Onder normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.)
Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik
van de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang
de batterij door een nieuwe CR2025lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat.
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 7) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Hoofdeenheid
x
+ zijde
omhoog
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een
batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met
de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang.
Hierdoor kan er kortsluiting ontstaan.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
22
Zekering (10 A)
Achterkant van
het voorpaneel
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Het apparaat verwijderen
1
Technische gegevens
Verwijder de beschermende rand.
Tuner
1 Maak het voorpaneel los (pagina 7).
FM
2 Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de beschermende
rand naar buiten.
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 150 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 10 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 70 dB (mono)
Scheiding: 40 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 25 kHz
Gevoeligheid: MW: 26 µV, LW: 45 µV
x
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
2
Verwijder het apparaat.
USB-speler
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
Interface: USB (Full-speed)
Maximale voeding: 500 mA
Haakje wijst
naar binnen.
Versterker
Uitgang: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
Uitgangen:
Audio-uitgangen (schakelen tussen subwoofer/
versterker)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereo mini-aansluiting)
USB-signaalingang
Toonregelingen:
Low: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Mid: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
High: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 179 mm (b/h/d)
Montageafmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverd accessoire:
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
vervolg op volgende pagina t
23
Optionele accessoires/apparaten:
Kaartafstandsbediening: RM-X114
USB-verbindingskabel voor iPod: RC-100IP
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Als beschermings- en opvulmateriaal werd er
papier gebruikt.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
volgende ondersteuningssite.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting of de zekering.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het apparaat in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 19).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet
juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" (pagina 19).
24
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
display.
• De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 19).
• Het scherm verdwijnt als u op (SOURCE/OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Houd (SOURCE/OFF) op het apparaat ingedrukt
tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 22).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de autoantenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of
zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 19).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "LOCAL-OFF" in (pagina 19).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 19).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 19).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 12).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 12).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
CD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 21).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/AACindeling en -versie. Voor meer informatie over de discs
en indelingen gaat u naar de ondersteuningssite.
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in Multi Session (meerdere sessies) zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 19).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 6).
vervolg op volgende pagina t
25
USB afspelen
U kunt items niet via een USB HUB afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een USB
HUB herkennen.
Items kunnen niet worden afgespeeld.
Een USB-apparaat functioneert niet.
t Sluit dit opnieuw aan.
Het USB-apparaat wordt minder snel
afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde structuur.
U hoort een pieptoon.
Tijdens het afspelen is het USB-apparaat
losgekoppeld.
t Voordat u een USB-apparaat loskoppelt, moet u
eerst het afspelen stoppen ter bescherming van de
gegevens.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid van meer dan 320 kbps.
Foutmeldingen/berichten
CHECKING
Het apparaat controleert de aansluiting van een
USB-apparaat.
t Wacht tot de controle van de aansluiting is voltooid.
ERROR
• De disc is vuil of is omgekeerd geplaatst.
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc in het apparaat geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een
probleem.
t Plaats een andere disc.
• Het USB-apparaat is niet automatisch herkend.
t Sluit het opnieuw aan.
• Druk op Z om de disc te verwijderen.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de handleiding voor installatie/
aansluitingen van dit model om de aansluitingen te
controleren.
HUB NO SUPRT (geen HUB-ondersteuning)
Een USB HUB wordt niet ondersteund door dit
apparaat.
L. SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met dezelfde
PI-gegevens (programma-identificatie).
("PI SEEK" wordt weergegeven.)
26
NO DEV (geen apparaat)
(SOURCE/OFF) is geselecteerd terwijl er geen
USB-apparaat is aangesloten. Een USB-apparaat of
een USB-kabel is losgeraakt tijdens het afspelen.
t Zorg ervoor dat u een USB-apparaat en een
USB-kabel aansluit.
NO MUSIC
De disc of het USB-apparaat bevat geen
muziekbestanden.
t Plaats een muziek-CD in het apparaat.
t Sluit een USB-apparaat met muziekbestanden aan.
NO NAME
Er is geen naam voor de disc/artiest/track of het album
naar de track geschreven.
NO TP
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare
TP-zenders.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het scherm blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
OVERLOAD
Het USB-apparaat is overbelast.
t Koppel het USB-apparaat los en wijzig de bron met
(SOURCE/OFF).
t Dit geeft aan dat het USB-apparaat buiten gebruik
is of dat een apparaat is aangesloten dat niet wordt
ondersteund.
READ
Alle track- en albuminformatie op de disc wordt
gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag
nemen.
RESET
Dit apparaat of het USB-apparaat kan niet worden
bediend vanwege een probleem.
t Druk op de RESET toets (pagina 6).
USB NO SUPRT (geen USB-ondersteuning)
Het aangesloten USB-apparaat wordt niet ondersteund.
t Ga naar de ondersteuningssite voor meer informatie
over de compatibiliteit van het USB-apparaat.
"
" of "
"
Tijdens het snel terug- of vooruitspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.
" "
Het teken kan niet worden weergegeven met het
apparaat.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het beste
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.