Documenttranscriptie
Zie voor het monteren en aansluiten van het
apparaat de bijgeleverde handleiding
"Installatie en aansluitingen".
Dit label bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
Kennisgeving voor klanten in de landen
waar EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio, Japan.
De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC
en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland. Voor zaken met betrekking tot
onderhoud of garantie kunt u contact opnemen
met de adressen die worden vermeld in de
afzonderlijke onderhouds-of garantiedocumenten.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Accessoire waarop dit van toepassing is:
Afstandsbediening
2
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de
meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden. Door deze
batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij
tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van veiligheid,
prestaties dan wel in verband met data-integriteit een
permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze
batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij
op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te
worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar
u het product hebt gekocht.
Microsoft, Windows Media
en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in
de VS en/of andere landen.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc.,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere
landen.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat u de functie voor automatisch
uitschakelen instelt (pagina 15).
Hiermee wordt het apparaat na de ingestelde
tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leegraakt.
Als u de functie voor automatisch uitschakelen
niet instelt, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het
scherm verdwijnt wanneer u het contactslot op
uit zet.
Inhoudsopgave
Welkom! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Andere functies
Aan de slag
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . .
De geluidskenmerken wijzigen . . . . . . . . .
De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . .
Instelitems aanpassen — SET. . . . . . . . . . . . .
Optionele apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . .
Randapparatuur voor audio . . . . . . . . . . . .
Bedieningssatelliet RM-X4S . . . . . . . . . . .
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . 4
De kaartafstandsbediening voorbereiden. . . . . . 4
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 5
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 5
De disc in het apparaat plaatsen . . . . . . . . . . . . 5
De disc uitwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Kaartafstandsbediening RM-X151 . . . . . . . . 6
Zoeken naar een track
— Quick-BrowZer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
CD
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . . 9
14
14
14
15
16
16
16
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . .
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/
AAC-bestanden (CD-R/RW) . . . . . . . . . . .
Informatie over MP3-bestanden. . . . . . . . .
Informatie over WMA-bestanden . . . . . . .
Informatie over AAC-bestanden . . . . . . . .
Informatie over iPod . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen/berichten . . . . . . . . . . . . . .
17
17
18
18
18
19
19
19
20
21
22
23
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . . 9
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . . 9
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . 9
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . . 9
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
AF en TA instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
iPod
Een iPod afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tracks afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De weergavestand instellen . . . . . . . . . . . . . . . 13
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 13
3
Welkom!
Aan de slag
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. U kunt tijdens het rijden genieten
van de volgende functies.
• CD's afspelen
U kunt CD-DA's (ook met CD TEXT) en
CD-R's/CD-RW's (MP3-/WMA-/
AAC-bestanden (pagina 18)) afspelen.
Soorten discs
Label op de disc
Het apparaat opnieuw instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw
instellen.
Maak het voorpaneel los en druk met een puntig
voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets.
CD-DA
MP3
WMA
AAC
• Radio-ontvangst
– U kunt maximaal 6 zenders per band opslaan
(FM1, FM2, FM3, MW en LW).
– BTM (geheugen voor beste afstemming): Met
het apparaat worden zenders met sterke
signalen geselecteerd en opgeslagen.
• RDS-diensten
U kunt FM-zenders met RDS
(radiogegevenssysteem) gebruiken.
• Zoekfunctie
Quick-BrowZer: U kunt snel en gemakkelijk
zoeken naar een track op een CD of op een
iPod die is aangesloten op dit apparaat
(pagina 8).
• Geluidsaanpassing
– EQ3 stage2: U kunt kiezen uit 7 ingestelde
equalizercurves.
– DSO (dynamische soundstage-indeling): Het
geluid van de luidsprekers wordt met virtuele
luidsprekersynthese verbeterd, zelfs als de
luidsprekers onder in de deur zijn
geïnstalleerd.
• iPod bedienen
Een iPod kan worden aangesloten met de
dockconnectorkabel aan de achterkant van het
apparaat.
• Randapparatuur aansluiten
Op de AUX-ingang aan de voorkant van het
apparaat kunt u draagbare audioapparatuur
aansluiten.
4
RESET
toets
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens
gewist.
De kaartafstandsbediening
voorbereiden
Voordat u de kaartafstandsbediening gebruikt,
moet u eerst het beschermende laagje
verwijderen.
Tip
Zie "De lithiumbatterij van de kaartafstandsbediening
vervangen" op pagina 19 voor meer informatie over
het vervangen van de batterij.
De klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "CLOCK-ADJ" wordt weergegeven.
3
Druk op (SEEK) +.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
4
Draai de regelknop om de uren en
minuten in te stellen.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (SEEK) –/+.
5
Druk op de selectietoets.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Als u de klok wilt weergeven, drukt u op
(DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te
keren naar het vorige scherm.
Het voorpaneel bevestigen
Plaats opening A van het voorpaneel op pin B
van het apparaat en druk de linkerzijde
voorzichtig naar binnen.
Druk op (SOURCE) op het apparaat (of plaats
een disc) om het apparaat te activeren.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 11).
A
B
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het apparaat
verwijderen om diefstal te voorkomen.
c
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon gedurende enkele seconden.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1
Druk op (OFF).
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
2
Druk op (OPEN).
Het voorpaneel wordt omlaag geklapt.
3
Schuif het voorpaneel naar rechts en
trek de linkerzijde van het voorpaneel
voorzichtig naar u toe.
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
De disc in het apparaat
plaatsen
1
2
Druk op (OPEN).
3
Sluit het voorpaneel.
Het afspelen wordt automatisch gestart.
Plaats de disc (met het label naar
boven).
1
2
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
De disc uitwerpen
1
2
Druk op (OPEN).
3
Sluit het voorpaneel.
Druk op Z.
De disc wordt uitgeworpen.
5
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
1
23
4
5
6 7
OPEN
OFF
BROWSE
SOURCE
SEEK
AUX
SEEK
BACK
MODE
PTY
AF/TA
ALBUM
1
REP
SHUF
3
4
2
5
PAUSE
SCRL
6
DSPL
PUSH ENTER / SELECT
8 9 q;
qa qs
qd
qf
Voorpaneel verwijderd
qg
qh
qj
RESET
Kaartafstandsbediening
RM-X151
1
4
qk
OFF
SOURCE
ATT
SEL
MODE
wa
ws
qa
+
wd
–
ql
w;
SCRL
DSPL
1
2
3
4
5
6
+
VOL
–
wf
wg
In dit gedeelte vindt u informatie over de locatie
van bedieningselementen en instructies voor
algemene handelingen. Bekijk de betreffende
pagina's voor meer informatie.
Zie "iPod" op pagina 12 voor de bediening van
de iPod.
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen dezelfde
functies als die op het apparaat.
A OFF toets
Uitschakelen; de bron stoppen.
B
(BROWSE) toets pagina 8
De Quick-BrowZer-stand openen.
C Regelknop/selectietoets pagina 8, 14
Volume aanpassen (draaien); items
selecteren (indrukken en draaien).
D SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (Radio/CD/
iPod/AUX).
E Display
6
F AUX-ingang pagina 16
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
Q Discsleuf pagina 5
De disc plaatsen.
G OPEN toets pagina 5
De volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening verschillen van de
toetsen op het apparaat of hebben andere functies
dan de toetsen op het apparaat. Verwijder het
beschermende laagje vóór gebruik (pagina 4).
H
(BACK) toets pagina 8
Terugkeren naar het vorige scherm.
I Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
J SEEK –/+ toetsen
CD/iPod:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven
overslaan (indrukken, vervolgens binnen
1 seconde nogmaals indrukken en
vasthouden); een track snel terug-/
vooruitspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(indrukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
K MODE toets pagina 9, 12
De radioband selecteren (FM/MW/LW); de
weergavestand voor de iPod selecteren.
L AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)/
PTY (programmatype) toets
pagina 10, 11
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
M Cijfertoetsen
CD/iPod:
(1)/(2): ALBUM –/+
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(3): REP pagina 9, 13
(4): SHUF pagina 9, 13
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
N DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
pagina 9, 10
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
qk < (.)/, (>) toetsen
CD/radio/iPod bedienen, dezelfde functie als
(SEEK) –/+ op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met < ,.
ql DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
w; VOL (volume) +/– toets
Het volume aanpassen.
wa ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
ws SEL (selecteren) toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
apparaat.
(SEL) (selecteren) is niet beschikbaar in de
Quick-BrowZer-stand.
wd M (+)/m (–) toetsen
CD/iPod bedienen, dezelfde functie als (1)/
(2) (ALBUM –/+) op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met M m.
wf SCRL (rollen) toets
Het schermitem rollen.
wg Cijfertoetsen
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Opmerking
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op
het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het apparaat eerst te activeren.
O RESET toets pagina 4
P Z (uitwerpen) toets pagina 5
De disc uitwerpen.
7
Zoeken naar een track — Quick-BrowZer
U kunt gemakkelijk op categorie zoeken naar een track op een CD of iPod.
(BROWSE):
De Quick-BrowZer-stand openen/sluiten.
OFF
BROWSE
SOURCE
SEEK
SEEK
Regelknop:
Het item selecteren (draaien); het item bevestigen
(indrukken).
BACK
MODE
PUSH ENTER / SELECT
(BACK):
Terugkeren naar het vorige scherm.
1
Druk op
(BROWSE).
De Quick-BrowZer-stand op het apparaat wordt geactiveerd en er wordt een lijst met
zoekcategorieën weergegeven.
De schermitems verschillen, afhankelijk van het type iPod of disc.
2
Draai de regelknop om de gewenste zoekcategorie te selecteren en druk op de
regelknop om te bevestigen.
3
Herhaal stap 2 tot de gewenste track wordt geselecteerd.
Het afspelen wordt gestart.
Terugkeren naar het vorige scherm
Druk op
(BACK).
De Quick-BrowZer-stand sluiten
Druk op
(BROWSE).
Opmerking
Wanneer u de Quick-BrowZer-stand activeert, wordt de instelling voor herhaaldelijk/willekeurig afspelen
geannuleerd.
8
CD
Radio
Zenders opslaan en ontvangen
Schermitems
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (geheugen voor beste
afstemming) gebruiken om ongelukken te
vermijden.
Automatisch opslaan — BTM
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
* Het albumnummer wordt alleen weergegeven als
het album wordt gewijzigd.
2
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BTM" wordt weergegeven.
Tip
De weergegeven items zijn afhankelijk van het
disctype, de opname-indeling en de instellingen. Zie
pagina 18 voor meer informatie over MP3/WMA/AAC.
4
Druk op (SEEK) +.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de instelling
is opgeslagen.
A Bron
B Tracknummer/verstreken speelduur, disc-/
artiestennaam, albumnummer*, albumnaam,
tracknaam, tekstinformatie, klok
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM*
Album herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM*
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DISC
Disc in willekeurige
volgorde afspelen.
Handmatig opslaan
1
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de
AF-/TA-instelling ook opgeslagen (pagina 10).
De opgeslagen zenders ontvangen
1
* Bij het afspelen van een MP3-/WMA-/AAC-bestand.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of
"SHUF OFF".
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets
((1) tot en met (6)) ingedrukt tot
"MEM" wordt weergegeven.
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1
Selecteer de band en druk op
(SEEK) –/+ om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
vervolg op volgende pagina t
9
Tip
Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u (SEEK) –/+ ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u vervolgens
herhaaldelijk op (SEEK) –/+ om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
RDS
Overzicht
FM-zenders met de RDS-dienst
(radiogegevenssysteem) sturen onhoorbare
digitale informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
Schermitems
A Radioband, functie
B TA/TP*1
C Frequentie*2 (programmaservicenaam),
voorinstelnummer, klok, RDS-gegevens
*1 "TA" knippert tijdens de verkeersinformatie. "TP"
gaat branden als dergelijke zenders worden
ontvangen.
*2 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van
de frequentieaanduiding weergegeven.
Als u de schermitems C wilt wijzigen, drukt u
op (DSPL).
RDS-diensten
Dit apparaat biedt automatisch RDS-diensten op
de volgende manier:
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd en wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
10
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
AF en TA instellen
1
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
AF-ON
AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA-ON
TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF, TA-ON
AF en TA inschakelen.
AF, TA-OFF
AF en TA uitschakelen.
RDS-zenders met de AF- en
TA-instelling opslaan
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met elk hun
AF-/TA-instelling.
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Tip
Als u het volume aanpast tijdens een verkeersbericht,
wordt dat volume opgeslagen in het geheugen voor
volgende verkeersberichten, onafhankelijk van het
normale volume.
Een regionaal programma
beluisteren — REG
Als de AF-functie is ingeschakeld: met de
fabrieksinstelling van het apparaat wordt
ontvangst tot een bepaalde regio beperkt, zodat er
niet automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u tijdens FM-ontvangst
"REG-OFF" in bij de instellingen (pagina 15).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
PTY selecteren
1
Houd (AF/TA) (PTY) ingedrukt tijdens
FM-ontvangst.
Programmatypen
NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten),
INFO (Informatie), SPORT (Sport),
EDUCATE (Educatieve programma's),
DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur),
SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen),
POP M (Populaire muziek), ROCK M (Rockmuziek), EASY M (Easy Listening), LIGHT M
(Licht klassiek), CLASSICS (Klassiek),
OTHER M (Ander type muziek), WEATHER
(Weerberichten), FINANCE (Financiën),
CHILDREN (Kinderprogramma's), SOCIAL A
(Sociale zaken), RELIGION (Religie),
PHONE IN (Phone In), TRAVEL (Reizen),
LEISURE (Ontspanning), JAZZ (Jazz-muziek),
COUNTRY (Country-muziek), NATION M
(Nationale muziek), OLDIES (Oldies),
FOLK M (Folk-muziek), DOCUMENT
(Documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
CT instellen
1
Stel "CT-ON" in bij de instellingen
(pagina 15).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil zijn tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) (PTY) tot
het gewenste programmatype
verschijnt.
3
Druk op (SEEK) –/+.
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
11
iPod
Een iPod afspelen
Door een iPod aan te sluiten op de
dockconnector aan de achterkant van het
apparaat, kunt u het geluid beluisteren via de
autoluidsprekers, terwijl u de iPod bedient vanaf
het apparaat.
Opmerkingen
• Wanneer een iPod is aangesloten op de
dockconnector, kunnen er geen bewerkingen
worden uitgevoerd op de iPod.
• Zet het volume van het apparaat zachter voordat u
de iPod aansluit op de dockconnector.
Tips
• Wanneer de iPod is aangesloten op de
dockconnector, wordt de stand gewijzigd in de stand
Resuming. Als u in de stand Resuming op
(3) (REP) of (4) (SHUF) drukt, gebeurt er niets. Als
u de stand Resuming annuleert door op (MODE) of
(1)/(2) (ALBUM –/+) te drukken, kunt u de toetsen
wel weer gebruiken om de weergavestand te
wijzigen.
• Wanneer de contactsleutel in de ACC-positie is
gezet, of het apparaat is ingeschakeld, wordt de
iPod opgeladen.
• Als de iPod wordt losgekoppeld tijdens het afspelen,
wordt "NO IPOD" op het scherm van het apparaat
weergegeven.
Schermitems
Tracks afspelen
M
U
>
EN
.
1
Sluit de iPod aan op de
dockconnector.
De iPod wordt automatisch ingeschakeld en
het scherm van de iPod ziet er als volgt uit.
De tracks op de iPod worden automatisch
afgespeeld vanaf het punt dat het laatst is
afgespeeld.
Als er al een iPod is aangesloten, kunt u het
afspelen starten door herhaaldelijk op
(SOURCE) te drukken tot "IPOD" wordt
weergegeven.
2
Druk op (MODE) om de weergavestand
te selecteren.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
Resuming Mode t Album Mode t
Track Mode t Podcast Mode t Genre
Mode t Playlist Mode t Artist Mode
3
Pas het volume aan.
Druk op (OFF) om het afspelen te stoppen.
12
A Bronaanduiding (iPod)
B Track-/album-/podcast-/artiesten-/afspeellijst/genrenummer, track-/artiesten-/albumnaam,
verstreken speelduur, klok
Als u de schermitems B wilt wijzigen, drukt u
op (DSPL).
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige letters die zijn
opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.
De weergavestand instellen
1
Druk tijdens het afspelen op (MODE).
De stand wordt als volgt gewijzigd:
Album Mode t Track Mode t
Podcast Mode* t Genre Mode t
Playlist Mode t Artist Mode
* Wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
iPod-instelling.
Albums, podcasts, genres,
afspeellijsten en artiesten overslaan
Actie
Toets
Overslaan
(1)/(2) (ALBUM –/+)
[één keer drukken voor elk
item]
Blijven
overslaan
(1)/(2) (ALBUM –/+)
[ingedrukt houden tot gewenst
punt]
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM
Album herhaaldelijk
afspelen.
PODCAST
Podcast herhaaldelijk
afspelen.
ARTIST
Artiest herhaaldelijk
afspelen.
PLAYLIST
Afspeellijst
herhaaldelijk afspelen.
GENRE
Genre herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF ARTIST
Artiest in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF PLAYLIST
Afspeellijst in
willekeurige volgorde
afspelen.
SHUF GENRE
Genre in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DEVICE
Apparaat in willekeurige
volgorde afspelen.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of
"SHUF OFF".
Opmerking
Als er op (4) (SHUF) wordt gedrukt tijdens het
afspelen van een podcast, wordt alleen de eerste
inhoud afgespeeld.
13
Andere functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Na 3 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
"z" geeft de standaardinstellingen aan.
EQ3
Een equalizertype selecteren: "XPLOD" (z),
"VOCAL", "EDGE", "CRUISE", "SPACE",
"GRAVITY", "CUSTOM" of "OFF".
DSO*1
De DSO-stand selecteren: "1", "2" (z), "3" of
"OFF". Hoe groter het getal, des te duidelijker
het effect.
LOW*2, MID*2, HI*2 (pagina 14)
De equalizercurve aanpassen.
BAL (balans)
De balans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen: "RIGHT-10" –
"CENTER" (z) – "LEFT-10"
FAD (fader)
De balans tussen de voor- en achterluidsprekers
aanpassen: "FRONT-10" – "CENTER" (z) –
"REAR-10"
SUB*3 (subwoofervolume)
Het subwoofervolume aanpassen: "+10 dB" –
"0 dB" (z) – "–10 dB"
("ATT" wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
AUX*4 (AUX-niveau)
Het volume voor elk aangesloten randapparaat
aanpassen. Bij deze instelling hoeft het volume
tussen bronnen niet worden aangepast
(pagina 16).
Aanpasbaar niveau: "+18 dB" – "0 dB" (z) –
"–8 dB"
*1 Wanneer tuner is geselecteerd als bron, is "OFF"
de standaardinstelling.
*2 Als EQ3 is ingeschakeld.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 15).
*4 Als de AUX-bron is geactiveerd.
14
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op de selectietoets om
"EQ3" te selecteren.
2
Draai de regelknop om "CUSTOM" te
selecteren.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
4
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
Herhaal stap 3 en 4 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
Na 3 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
Instelitems aanpassen — SET
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop om de instelling
(bijvoorbeeld "ON" of "OFF") te
selecteren.
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het instellen is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
"z" geeft de standaardinstellingen aan.
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 4)
CT (kloktijd)
"CT-ON" of "CT-OFF" (z) instellen
(pagina 10, 11).
BEEP
"BEEP-ON" (z) of "BEEP-OFF" instellen.
AUX-A*1 (AUX-audio)
Het AUX-bronscherm instellen op "AUX-AON" (z) of "AUX-A-OFF" (pagina 16).
A.OFF (automatisch uitschakelen)
Automatisch volledig uitschakelen na de
gewenste tijd wanneer het apparaat is
uitgeschakeld.
– "A.OFF-NO" (z), "A.OFF-30S (seconden)",
"A.OFF-30M (minuten)" of "A.OFF-60M
(minuten)".
SUB/REAR*1
De audio-uitvoer wijzigen.
– "SUB-OUT" (z): het geluid via een subwoofer
weergeven.
– "REAR-OUT": het geluid via een versterker
weergeven.
DEMO (demonstratie)
"DEMO-ON" (z) of "DEMO-OFF" instellen.
DIMMER
De helderheid van het scherm regelen.
– "DIMMER-AT" (z): om het scherm
automatisch te dimmen wanneer u de lichten
inschakelt.
– "DIMMER-OFF": om de dimmer uit te
schakelen.
– "DIMMER-ON": om het scherm te dimmen.
CONTRAST
Het contrast van het scherm aanpassen. Het
contrastniveau kan worden aangepast in 7
stappen.
M.DSPL (beweging scherm)
De stand voor de beweging van het scherm
selecteren.
– "M.DSPL-SA" (z): bewegende patronen en de
spectrumanalyzer weergeven.
– "M.DSPL-ON": bewegende patronen
weergeven.
– "M.DSPL-OFF": de beweging van het scherm
uitschakelen.
A.SCRL (automatisch rollen)
Lange schermitems automatisch laten rollen als
de disc/track of het album wordt gewijzigd.
– "A.SCRL-ON" (z): om items te rollen.
– "A.SCRL-OFF": om items niet te rollen.
LOCAL (lokale zoekfunctie)
– "LOCAL-ON": om alleen af te stemmen op
krachtige zenders.
– "LOCAL-OFF" (z): om af te stemmen met
normale ontvangst.
MONO*2 (monostand)
Selecteer de mono-ontvangststand als u slechte
FM-ontvangst wilt verbeteren.
– "MONO-ON": om stereo-uitzendingen in
mono te horen.
– "MONO-OFF" (z): om stereo-uitzendingen in
stereo te horen.
REG*2 (regionaal)
"REG-ON" (z) of "REG-OFF" instellen
(pagina 11).
LPF*3 (laagdoorlaatfilter)
Hiermee selecteert u de kantelfrequentie van de
subwoofer: "LPF OFF" (z), "LPF125Hz" of
"LPF 78Hz".
LOUD (Loudness)
Hiermee kunt u het geluid goed horen met een
laag volume.
– "LOUD-ON": om hoge en lage tonen te
versterken.
– "LOUD-OFF" (z): om hoge en lage tonen niet
te versterken.
BTM (pagina 9)
*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 15).
15
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) op het apparaat en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het apparaat en het draagbare audioapparaat.
Volg de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1 Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2 Verlaag het volume op het apparaat.
3 Sluit het draagbare audioapparaat aan.
Bedieningssatelliet RM-X4S
Het label bevestigen
Houd bij het bevestigen van het label rekening
met de positie waarin de bedieningssatelliet
wordt gemonteerd.
SEL
MODE
DSPL
DSPL
MODE
SEL
Bedieningselementen
De overeenkomstige toetsen op de
bedieningssatelliet bedienen dezelfde functies als
die op dit apparaat.
ATT
SEL
PRESET/
DISC
MODE
AUX
OFF
SOURCE
DSPL
AUX
VOL
SEEK/AMS
OFF
De volgende bedieningselementen op de
bedieningssatelliet moeten op een andere manier
worden bediend dan op het apparaat.
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
* Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1 Verlaag het volume op het apparaat.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX"
wordt weergegeven.
"AUX FRONT IN" wordt weergegeven.
3 Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
5 Pas het ingangsniveau aan (pagina 14).
16
• ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets
om te annuleren.
• SEL (selecteren) toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
apparaat. (SEL) (selecteren) is niet
beschikbaar in de Quick-BrowZer-stand.
• PRESET/DISC regelaar
CD/iPod: Dezelfde functie als (1)/(2)
(ALBUM –/+) op het apparaat (indrukken en
draaien).
Radio: De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken en draaien).
• VOL (volume) regelaar
Dezelfde functie als de regelknop op het
apparaat (draaien).
• SEEK/AMS regelaar
Dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het
apparaat (draaien of draaien en vasthouden).
• DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Verhogen
Verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
1 Terwijl u de VOL regelaar indrukt, houdt u
(SEL) ingedrukt.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u
het gebruikt.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en
het scherm van het apparaat. In dit geval kan de
werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder de disc en wacht ongeveer een uur tot alle
vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat dit
schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast.
• Bewaar de discs in het doosje of het discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen.
Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto
of op het dashboard/de hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking
wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn geplakt.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden
tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme wordt
geblokkeerd);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
afgespeeld) doordat de sticker onder invloed van
de warmte krimpt en de disc krom trekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat
worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan
het apparaat worden beschadigd. Gebruik
dergelijke discs niet.
• U kunt 8-cm CD's niet afspelen.
vervolg op volgende pagina t
17
• Reinig een disc voor het
afspelen altijd met een in de
handel verkrijgbare
reinigingsdoek. Veeg de disc
van binnen naar buiten schoon.
Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/
AAC-bestanden (CD-R/RW)
MP3/WMA/AAC
Map
(album)
MP3-/WMA-/
AAC-bestand
(track)
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opnameapparatuur of de staat van de disc) kunnen
niet met dit apparaat worden afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd.
• Het apparaat is compatibel met het ISO 9660 level
1/level 2-formaat, Joliet/Romeo in
expansieformaat en Multi Session (meerdere
sessies).
• Maximum aantal:
– mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap en
lege mappen).
– bestanden (tracks) en mappen op een disc: 300
(als de naam van een bestand/map veel tekens
bevat, kan dit aantal minder dan 300 worden).
– tekens dat kan worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand is 32 (Joliet) of 64
(Romeo).
• Als de disc in Multi Session (meerdere sessies) is
opgenomen, wordt alleen de indeling van de eerste
track van de eerste sessie herkend en afgespeeld
(alle andere indelingen worden overgeslagen). De
prioriteitsvolgorde van de indeling is CD-DA en
MP3/WMA/AAC.
– Als de eerste track CD-DA is, wordt alleen CDDA van de eerste sessie afgespeeld.
– Als de eerste track geen CD-DA is, wordt alleen
de MP3-/WMA-/AAC-sessie afgespeeld. Als de
disc geen gegevens met deze indelingen bevat,
wordt "NO MUSIC" weergegeven.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën
Dit product is ontworpen om discs af te spelen die
voldoen aan de CD-norm (Compact Disc).
Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen
discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën. Sommige van
deze discs voldoen niet aan de CD-norm en kunnen
wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan
de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan
de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter,
aangezien de kant met het audiomateriaal niet
voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt
een juiste weergave op dit apparaat niet
gegarandeerd.
18
Informatie over MP3-bestanden
• MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) is een compressieindeling voor muziekbestanden. Audio-CDgegevens worden gecomprimeerd tot ongeveer
1/10 van de oorspronkelijke grootte.
• ID3-tag versies 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 gelden
alleen voor MP3. ID3-tag is 15/30 tekens (1.0 en
1.1) of 63/126 tekens (2.2, 2.3 en 2.4).
• Wanneer u een MP3-bestand een naam geeft, moet
u altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u een MP3-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
Opmerking
Als u een MP3-bestand met een hoge bitsnelheid
afspeelt, zoals 320 kbps, wordt het geluid
waarschijnlijk onderbroken.
Informatie over WMA-bestanden
• WMA (Windows Media Audio) is een
compressie-indeling voor muziekbestanden.
Audio-CD-gegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/22* van de oorspronkelijke grootte.
• WMA-tag is 63 tekens.
• Wanneer u een WMA-bestand een naam geeft,
moet u altijd de extensie ".wma" aan de
bestandsnaam toevoegen.
• Als u een WMA-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
* Alleen voor 64 kbps
Opmerking
Het afspelen van de volgende WMA-bestanden wordt
niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
Informatie over AAC-bestanden
• AAC (Advanced Audio Coding) is een
compressie-indeling voor muziekbestanden.
Audio-CD-gegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/11* van de oorspronkelijke grootte.
• Voor AAC-tag geldt een maximum van 126
tekens.
• Wanneer u een AAC-bestand een naam geeft,
moet u altijd de extensie ".m4a" aan de
bestandsnaam toevoegen.
• Als u een AAC-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
Onderhoud
De lithiumbatterij van de
kaartafstandsbediening vervangen
Onder normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.)
Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik
van de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang
de batterij door een nieuwe CR2025lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
* Alleen voor 128 kbps
+ zijde omhoog
Opmerking
Het afspelen van de volgende AAC-bestanden wordt
niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
Informatie over iPod
Dit apparaat kan worden gebruikt met het type
dockconnector iPod, iPod photo, iPod mini en iPod
nano met de volgende softwareversies. De werking
met alle andere, eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
– Vierde generatie iPod: Ver.3.1.1
– Vijfde generatie iPod: Ver.1.2.1
– iPod photo: Ver.1.2.1
– iPod mini: Ver.1.4.1
– Eerste generatie iPod nano: Ver.1.3.1
– Tweede generatie iPod nano: Ver.1.1.3
– iPod classic: Ver.1.0PC
– Derde generatie iPod nano: Ver.1.0PC
– iPod touch: Ver.1.1.1
(De videofunctie van vijfde generatie iPod, iPod
classic, derde generatie iPod nano, de
fotofunctie van iPod photo en andere functies
dan muziekfuncties van iPod touch worden niet
ondersteund.)
Klanten in de Verenigde Staten kunnen op de
volgende site meer informatie lezen:
http://www.xplodsony.com
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
2
c
1
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een
batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met
de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang om
kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat.
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Zekering (10 A)
vervolg op volgende pagina t
19
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 5) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Hoofdeenheid
Het apparaat verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 5).
2 Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de beschermende
rand naar buiten.
Achterkant van het
voorpaneel
x
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
2
Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
Haakje wijst
naar binnen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
20
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 9 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 67 dB (stereo), 69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz: 0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding: 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid: MW: 30 µV, LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgang (voor, schakelen tussen subwoofer/
achter)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereo mini-aansluiting)
iPod-signaalingang (dockconnector)
Toonregelingen:
Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 180 mm (b/h/d)
Montageafmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,3 kg
Bijgeleverde accessoires:
Kaartafstandsbediening: RM-X151
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Optionele accessoire:
Bedieningssatelliet: RM-X4S
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer
IIS en Thomson.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Als beschermings- en opvulmateriaal werd er
papier gebruikt.
21
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de zekering
wanneer alles in orde is.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het apparaat in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 15).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" in (pagina 15).
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
display.
• De dimmer is ingesteld op "DIMMER-ON"
(pagina 15).
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het apparaat en houd deze
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 20).
22
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
De kaartafstandsbediening werkt niet.
Controleer of het beschermende laagje is verwijderd
(pagina 4).
DSO werkt niet.
DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het muziekgenre.
CD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 18).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/AACindeling en -versie (pagina 18).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in Multi Session (meerdere sessies) zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 15).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 4).
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit de bedieningskabel van de elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood) aan
op de voedingskabel van de auto-antenneversterker
(alleen als uw auto is uitgerust met een FM/MW/LWantenne in de achter- of zijruit).
• Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
• De automatische antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
antennebedieningskabel.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het geluid
soms gestoord.
t Stel DSO in op "OFF" (pagina 14).
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 15).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "MONO-ON" in (pagina 15).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 15).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 15).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 10).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 10).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
Foutmeldingen/berichten
CHECKING
Het apparaat controleert de aansluiting van een iPod.
t Wacht tot de controle van de aansluiting is voltooid.
COM ERR (communicatiefout met iPod)
Wegens een onjuiste aansluiting zijn de gegevens niet
overgezet tussen het apparaat en de iPod.
t Sluit de iPod opnieuw aan en selecteer de iPod.
ERROR
• De disc is vuil of is omgekeerd geplaatst.
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc in het apparaat geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een
probleem.
t Plaats een andere disc.
• De iPod is niet automatisch herkend.
t Sluit het opnieuw aan.
• Druk op Z om de disc te verwijderen.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de handleiding voor installatie/
aansluitingen van dit model om de aansluitingen te
controleren.
L. SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) –/+ terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PIgegevens (programma-identificatie). ("PI SEEK"
wordt weergegeven.)
NO INFO
Er is geen tekstinformatie aan het MP3-/WMA-/AACbestand toegevoegd.
NO IPOD
De iPod is niet aangesloten.
t Sluit een iPod aan op de dockconnector.
Als "NO IPOD" wordt weergegeven nadat u de iPod
hebt aangesloten op de dockconnector, koppelt u de
iPod los van de dockconnector en sluit u deze
vervolgens opnieuw aan.
NO MUSIC
De disc/iPod bevat geen muziekbestanden.
t Plaats een muziek-CD in het apparaat.
t Sluit een iPod met muziekbestanden aan.
NO NAME
Er is geen naam voor de disc/track of het album naar
de track geschreven.
NO SUPRT (geen iPod-ondersteuning)
• Er is een derde generatie iPod aangesloten.
• De iPod-aansluiting is tijdens de gegevensoverdracht
langer dan 30 seconden verbroken.
vervolg op volgende pagina t
23
NO TP
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het scherm blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
READ
Alle track- en albuminformatie op de disc/iPod wordt
gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
disc-/iPod-structuur kan dit meer dan een minuut in
beslag nemen.
RESET
De CD-speler/iPod kan niet worden gebruikt wegens
een probleem.
t Druk op de RESET toets (pagina 4).
"
" of "
"
Tijdens het snel terug- of vooruitspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.
" "
Het teken kan niet worden weergegeven met het
apparaat.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u beste de
disc meenemen waarmee het probleem is begonnen.
24