2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: Deze krachtige maaier kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren die verwondingen en
schade kunnen veroorzaken! Het niet naleven van de deze VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN kan de gebruiker of andere personen
ernstig of zelfs dodelijk verwonden. De eigenaar van de machine moet deze voorschriften begrijpen en mag de maaier uitsluitend
laten gebruiken door personen die de voorschriften begrijpen. Elke persoon die de machine gebruikt moet bij zijn volle verstand
zijn, lichamelijk gezond, en niet onder de invloed van eender welke stof die het gezicht, de motoriek of het beoordelingsvermogen
kan beïnvloeden. Als u vragen over uw machine hebt waarop uw distributeur het antwoord schuldig blijft, belt of schrijft u naar de
klantendienst van SNAPPER, McDonough, Georgia 30253, telefoon 00-1-800-935-2967.
VOORZORGEN VOOR KINDEREN
Er kunnen tragische ongevallen gebeuren als de gebruiker niet
alert is voor de aanwezigheid van kinderen. Kinderen die u een
lift hebt gegeven kunnen opeens in de maaizone verschijnen
om opnieuw mee te rijden, zodat ze tijdens het maaien of het
achteruitrijden kunnen worden overreden. Veronderstel nooit
dat kinderen op de plaats zullen blijven waar u hen het laatst
hebt gezien.
1. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT van de maaizone en zorg
dat ze door een verantwoordelijke volwassene (niet de
bestuurder) in de gaten worden gehouden
2. LAAT GEEN kinderen achter in de tuin wanneer de
machine in gebruik is (ook niet met de messen
uitgeschakeld).
3. LAAT GEEN kinderen of andere passagiers meerijden op
de machine, haar uitbreidingen of gesleepte apparatuur
(ook niet met de messen UITGESCHAKELD). Ze zouden
kunnen vallen en ernstig gewond worden.
4. LAAT DE MACHINE niet gebruiken door kinderen onder de
13 jaar.
5. LAAT ALLEEN volwassenen of verantwoordelijke tieners
met het beoordelingsvermogen van een volwassene en
onder volwassen toezicht de machine gebruiken.
6. LAAT DE MESSEN niet werken terwijl u achteruitrijdt.
SCHAKEL ze uit. KIJK vóór en terwijl u achteruitrijdt achter
u en naar omlaag, zodat u eventuele kleine kinderen kunt
zien.
7. WEES BIJZONDER VOORZICHTIG wanneer u blinde
hoeken nadert, struiken, bomen of andere objecten die het
gezicht belemmeren.
VOORZORGEN TEGEN KANTELEN
Ongevallen worden vaak veroorzaakt door het verlies van de
controle en het kantelen van de machine op een helling. Dit kan
tot ernstige en zelfs dodelijke verwondingen leiden. U moet op
alle hellingen BIJZONDER VOORZICHTIG zijn. Als u niet
achteruit de helling op kunt rijden of u zich onzeker voelt, maai
de helling dan niet. Wees extra voorzichtig met grasbakken en
andere uitbreidingen: ze kunnen de stabiliteit van de machine
beïnvloeden.
1. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 10
graden (18% verval).
2. Wees uiterst voorzichtig op ALLE hellingen. Schakel de
messen uit terwijl u naar boven rijdt. Kies de traagste
snelheid en vermijd abrupte of scherpe bochten.
3. Maai NOOIT heen en weer in de breedte van de helling.
Werk altijd op en neer.
4. VERMIJD het starten, stoppen en draaien op hellingen. Als
de machine stilvalt terwijl u opwaarts rijdt, of als de banden
hun greep verliezen, schakelt u het mes UIT en rijdt u
langzaam achteruit de helling af.
5. LET OP VOOR KUILEN en andere verborgen gevaren. Hoog
gras kan obstakels verbergen. Blijf uit de buurt van
grachten, weggespoelde grond, duikers, omheiningen en
uitspringende objecten.
VOORZORGEN TEGEN KANTELEN
(vervolg van vorige kolom)
6. BLIJF OP EEN VEILIGE afstand (minstens 1 meter) van de
rand van grachten en andere abrupte niveauverschillen. De
maaier zou kunnen kantelen als een berm inzakt.
7. Rijd altijd langzaam en voorzichtig voorwaarts.
8. GEBRUIK GEWICHTEN of ballast, volgens de instructies
die bij de grasbak worden geleverd. Gebruik een met een
grasbak uitgeruste machine NOOIT op hellingen van meer
dan 10 graden (18% verval).
9. ZET NOOIT UW voet op de grond om te proberen de
machine te stabiliseren.
10. MAAI GEEN nat gras. De verminderde tractie kan de
machine doen slippen.
11. Kies een voldoende lage rijsnelheid om niet op een helling
te moeten stoppen of schakelen. Zelfs als de remmen goed
werken, kunnen de banden op een helling hun greep
verliezen.
12. MAAI NOOIT in omstandigheden waarin de tractie, de
bestuurbaarheid of de stabiliteit twijfelachtig zijn zonder
eerst een testrit op het terrein te maken, met de messen
uitgeschakeld.
13. Laat de machine altijd in versnelling staan wanneer u een
helling afrijdt. SCHAKEL NIET NAAR NEUTRAAL (en
activeer de hydraulische ontkoppeling niet) om u naar
beneden te laten rollen.
VOORBEREIDING
1. Lees deze handleiding en respecteer de waarschuwingen
en de voorschriften in deze handleiding, op maaimachine,
op de motor en op de uitbreidingen. Zorg dat u de
bedieningen en het juiste gebruik van de machine kent
voor u ze start.
2. De machine mag uitsluitend worden gebruikt door rijpe,
verantwoordelijke personen die de nodige instructies
hebben ontvangen.
3. Uit de statistieken blijkt dat gebruikers van 60 jaar en ouder
betrokken zijn bij een hoog percentage ongevallen met
maaiers. Deze gebruikers moeten beoordelen of zij in staat
zijn om de maaier voldoende veilig te bedienen om zichzelf
en anderen tegen ernstige verwondingen te beschermen.
4. Ga uiterst voorzichtig om met brandstof. Brandstof is
ontvlambaar en dampen kunnen ontploffen. Gebruik
uitsluitend goedgekeurde brandstofcontainers. Verwijder
NOOIT het deksel van de brandstoftank en voeg nooit
brandstof toe terwijl de motor draait. Voeg in de
buitenlucht alleen brandstof toe wanneer de motor
uitgeschakeld en koud is. Verwijder gemorste brandstof
van de machine. ROOK NIET.
5. Oefen de omgang met de machine terwijl de messen
UITGESCHAKELD zijn, zodat u vertrouwd wordt met de
bedieningen en de nodige vaardigheid krijgt.
6. Controleer het terrein dat gemaaid moet worden. Verwijder
alle voorwerpen zoals speelgoed, kabels, stenen,
boomtakken en andere voorwerpen die verwondingen
kunnen veroorzaken als ze door het mes worden
weggeslingerd of het maaien hinderen.