AEG CME565000M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
CME565000M
BBB5000QB
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 9
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.........................................................................10
6. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
7. KLOKFUNCTIES.................................................................................................12
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...................................................................15
9. EXTRA FUNCTIES............................................................................................. 16
10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................17
11. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................33
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................35
13. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 36
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.aeg.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8
jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend
onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit
de buurt van het apparaat als het in werking is of
afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden
heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
NEDERLANDS 3
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, dient u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading
overeenkomstig de regels voor de bedrading.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/
handgrepen of deurafdichtingen zijn beschadigd, mag
het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon
kan onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
www.aeg.com4
uitvoeren waarvoor de afdekking moet worden
verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of
andere levensmiddelen in afgesloten houders. Deze
kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
papieren houders op het apparaat vanwege de
mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen
of kleding en het opwarmen van warmhoudpads,
slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan
leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt
wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de
magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur
moet voor consumptie worden gecontroleerd om
brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd omdat
ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de
magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer
een negatief effect kan hebben op de levensduur van
het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke
situatie.
NEDERLANDS 5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat
monteert of de ovendeur
onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte kast
onder werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
455 mm
Hoogte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
440 mm
Breedte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
595 mm
Breedte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
559 mm
Diepte van het appa‐
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte ven‐
tilatieopening. Ope‐
ning geplaatst aan de
onderkant van de
achterzijde
560x20 mm
Bevestigingsschroe‐
ven
3.5x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
www.aeg.com6
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden
gebruikt om de oven voor te
verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
NEDERLANDS 7
meubelpaneel niet tot het apparaat
compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft, kan brand en elektrische
vonken veroorzaken wanneer de
magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.7 Afvalverwerking
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
www.aeg.com8
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 2 43
11
4
3
1
2
8
10
5
6
7
9
1
Bedieningspaneel
2
Knop voor verwarmingsfuncties
3
Scherm
4
Bedieningsknop
5
Verwarmingselement
6
Magnetrongenerator
7
Lamp
8
Ventilator
9
Typeplaatje
10
Verwijderbare inschuifrail
11
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop
komt dan naar buiten.
4.2 Sensorveld / Knoppen
De magnetronfunctie instellen. Houd deze langer dan 3 se‐
conden vast om de ovenlamp aan of uit te zetten. Het licht
kan ook gebruikt worden als de oven is uitgeschakeld.
Om een klokfunctie in te stellen.
De oventemperatuur of de temperatuur van de vleesthermo‐
meter (indien van toepassing) controleren. Uitsluitend ge‐
bruiken als een verwarmingsfunctie in werking is.
NEDERLANDS 9
4.3 Display
A B C
EH FG D
A. Timer / Temperatuur /
Magnetronvermogen
B. Opwarmings- en restwarmte-indicator
C. Magnetronmodus
D. Voedselsensor (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F. Uren/minuten
G. Demomodus
H. Klokfuncties
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Stel de tijd in voordat u de oven gebruikt.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires
en verwijderbare inschuif‐
rails uit de oven.
Maak de oven en de acces‐
soires schoon met een zach‐
te doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Instellen:
Verwarmingsfunctie
Stap 1 Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selec‐
teren.
Stap 2 Draai aan de regelknop om de
temperatuur / het magnetron‐
vermogen te selecteren.
Stap 3 Draai wanneer het bereiden
stopt aan de knoppen naar de
uit-stand om de oven uit te
schakelen.
6.2 De functie instellen:
Magnetron
1. Verwijder alle accessoires uit de
oven.
2. Draai aan de
verwarmingsfunctieknop om een
functie te selecteren: Magnetron
Eerst toont het display de
standaardinstelling voor
www.aeg.com10
magnetronvermogen en vervolgens de
standaardinstelling voor: Duur.
Om te beginnen met de
standaardinstellingen druk je op: .
3. Draai de bedieningsknop om het
magnetronvermogen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
4. Druk op en draai vervolgens de
bedieningsknop voor wijziging van:
Duur.
5. Druk op: .
Het signaal klinkt en de oven stopt
wanneer de bereidingstijd is afgelopen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
Als je de deur van de oven opent, stopt
de oven. Om het opnieuw te laten starten
sluit je de deur en druk je op: .
De maximale tijd van de magnetron‐
functies is afhankelijk van het door jou
ingestelde magnetronvermogen:
MAGNETRONVER‐
MOGEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W 90 minuten
Meer dan 600 W 7 minuten
6.3 Instellen:
Magnetroncombi
U kunt de magnetronfunctie combineren
met iedere willekeurige
verwarmingsfunctie.
De oven kan geluiden maken wanneer er
gebruik wordt gemaakt van de functie:
Magnetroncombi. Dit is normaal voor
deze functie.
Stap 1 Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de
functie te selecteren.
Het display toont de stan‐
daardtemperatuur.
Stap 2 Draai de bedieningsknop om
de temperatuur te wijzigen.
Stap 3 Om de verwarmingsfunctie te
combineren met de magne‐
tronmodus drukt u op: .
Stap 4 Draai de bedieningsknop om
de instellingen voor het mag‐
netronvermogen te wijzigen.
Het vermogen kan worden ge‐
wijzigd in stappen van 100 W.
Ongeveer 5 graden voordat
de ingestelde temperatuur is
bereikt klinkt er een geluidsig‐
naal. Als de ingestelde tijd
eindigt, klinkt het geluidssig‐
naal weer en stopt de oven.
Stap 5 Draai de knoppen naar de uit‐
stand.
Het magnetronvermogen is beperkt tot
600 W wanneer u gebruik maakt van de
functie: Magnetroncombi.
6.4 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
6.5 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Uit-stand
De oven is uitgeschakeld.
Binnenverlich‐
ting
Om de lamp in te schake‐
len.
NEDERLANDS 11
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Magnetron
Creëert de warmte direct
in het eten. Gebruik de
magnetron voor het ver‐
warmen van kant-en-kla‐
re maaltijden en drank‐
jes, het ontdooien van
vlees of fruit en het berei‐
den van groenten en vis.
Hetelucht
Bakken op maximaal
twee rekstanden tegelij‐
kertijd en voedsel dro‐
gen.
Stel de temperatuur
20 °C tot 40 °C lager in
dan voor Boven- /onder‐
warmte.
Pizza-functie
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
bodem.
Boven- /onder‐
warmte
Voor het bakken en bra‐
den op één rekstand.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Grill
Voor het roosteren van
dunne stukjes voedsel en
voor het maken van
toast.
Grill Intens
Voor het roosteren van
dunne stukjes voedsel in
grote hoeveelheden en
voor het maken van
toast.
Turbo grill
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
De lamp kan tijdens
bepaalde ovenfuncties
automatisch uitgaan bij een
temperatuur die lager is dan
60° C.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de dag
Om het tijdstip van de dag weer te geven en te wijzi‐
gen. U kunt het tijdstip van de dag op elk gewenst mo‐
ment wijzigen, ook als de oven uit staat.
Duur
De duur van het koken instellen. Uitsluitend gebruiken
als er een verwarmingsfunctie is ingesteld.
Eindtijd
Om de uitschakeltijd van de oven in te stellen. Uitslui‐
tend gebruiken als er een verwarmingsfunctie is inge‐
steld.
www.aeg.com12
Klokfunctie Toepassing
Vertragingstijd
Combinatie van functies: Duur, Eindtijd.
Kookwekker
Om een afteltijd in te stellen. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van de oven.
Kookwekker - kan op elk gewenst moment worden in‐
gesteld, ook als de oven uit staat.
7.2 Instellen: Tijdstip van de
dag
Wacht bij eerste aansluiting op de
stroom totdat het display het volgende
weergeeft: hr, 12:00. 12 - knippert.
Stap 1 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen.
Stap 2
- druk hierop om te bevestigen.
Op het display wordt het ingestelde uur weergegeven, alsook: min. 00 - knip‐
pert.
Stap 3 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen.
Stap 4
- druk hierop om te bevestigen.
Op het display verschijnt de ingestelde tijd.
- druk hier herhaaldelijk op om het tijdstip van de dag te wijzigen. - knippert op het
display.
7.3 Functie instellen: Duur
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3
Draai de regelknop om de minuten in te stellen. - druk hierop om te beves‐
tigen.
Stap 4
Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen. - druk hierop
om te bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 min een ge‐
luidssignaal. De tijdinstelling knippert op het display. De oven wordt automa‐
tisch uitgeschakeld.
Stap 5 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 6 Draai de knoppen naar de uitstand.
NEDERLANDS 13
7.4 Functie instellen: Eindtijd
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3
Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen. - druk om te
bevestigen.
Stap 4
Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen. - druk om
te bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 min een geluidssignaal. De tij‐
dinstelling knippert op het display. De oven wordt automatisch uitgeschakeld.
Stap 5 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 6 Draai de knoppen naar de uitstand.
7.5 Functie instellen:
Vertragingstijd
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen voor de func‐
tie: Duur.
Druk op: .
Stap 4 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen voor de functie:
Duur.
Druk op: .
Op het display verschijnt: .
Stap 5 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen voor de functie:
Eindtijd.
Druk op: .
Stap 6 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen voor de func‐
tie: Eindtijd.
Druk op: .
Het display geeft weer: de ingestelde temperatuur, , .
De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde tijdsduur en stopt op de in‐
gestelde eindtijd.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 min een geluidssignaal. De tijdinstelling
knippert op het display. De oven gaat uit.
Stap 7 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 8 Draai de knoppen naar de uitstand.
www.aeg.com14
7.6 Functie instellen:
Kookwekker
De kookwekker kan zowel worden
ingesteld bij een ingeschakelde of
uitgeschakelde oven.
Stap 1
- druk herhaaldelijk. , 00 - knippert.
Stap 2 Draai aan de regelknop voor de temperatuur om de seconden en daarna de
minuten in te stellen.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 min, knippert hr.
Stap 3 Stel de uren in.
Kookwekker - start automatisch na 5 seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
Stap 4 Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 min een ge‐
luidssignaal 00:00, - knippert. Druk op een willekeurige toets om het sig‐
naal uit te zetten.
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en
materiaal. Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en
tips', kookgerei en materiaal geschikt
voor de magnetron.
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt
de veiligheid. Deze inkepingen
voorkomen bovendien omkanteling. De
hoge rand rond het rooster voorkomt dat
het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleides‐
tangen van de inschuifrailen zorg ervoor
dat de pootjes omlaag wijzen.
NEDERLANDS 15
Bakplaat:
Schuif de plaat tussen de geleidestan‐
gen van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat:
Plaats de plaat tussen de geleiders van
de inschuifrails en het bakrooster op de
geleiders erboven.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Ga als volgt te werk voor
gebruik: Kinderslot
Als de functie aanstaat, kan de oven niet
per ongeluk worden geactiveerd.
Stap 1 Zorg ervoor dat de knop voor
de verwarmingsfuncties in de
uit-stand staat.
Stap 2
, - houd tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt.
Het signaal klinkt. SAFE - verschijnt op
het display.
Herhaal stap 2 om het Kinderslot uit te
schakelen.
9.2 Hoe te gebruiken:
functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
de oven in werking is. Wanneer de
functie is ingeschakeld, kunnen de
temperatuur- en tijdinstellingen niet per
ongeluk worden gewijzigd.
Stap 1 Stel een ovenfunctie in.
Stap 2
, - houd tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt.
Het signaal klinkt. Loc ver‐
schijnt 5 seconden op het dis‐
play.
Herhaal stap 2 om de Functievergrende‐
ling uit te schakelen.
Loc verschijnt op het display wanneer u
de regelknop draait of op een
willekeurige knop drukt wanneer de
Functievergrendeling is ingeschakeld.
Wanneer u aan de knop voor de
ovenfuncties draait, stopt de oven.
Wanneer u de oven uitschakelt terwijl de
Functievergrendeling is ingeschakeld,
schakelt de Functievergrendeling
automatisch over naar de Kinderslot.
Raadpleeg 'Aanvullende functies',
hoofdstuk 'Kinderslot gebruiken'.
9.3 Restwarmte-indicatie
Als u de oven uitschakelt, toont het
display de restwarmte-indicator bij
een oventemperatuur van boven de
40 °C.Draai de temperatuurknopnaar
links of rechts om de oventemperatuur te
controleren.
www.aeg.com16
9.4 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd uit als er een
ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
Na een automatische uitschakeling draait
u de knop naar de uit-stand.
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
9.5 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Als u de oven uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat de
oven is afgekoeld.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af‐
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediën‐
ten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De
onderstaande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rek‐
stand voor specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk
recept.
10.2
Magnetronaanbevelingen
Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een be‐
tere warmteverdeling te garanderen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-
maaltijden kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbe‐
stendig is (raadpleeg de informatie op de verpakking).
NEDERLANDS 17
Bereiding met magnetron
Ontdooien in de magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Als u een korst
wilt, bereid dan het voedsel zonder het dek‐
sel.
Bak de gerechten niet te gaar door het ver‐
mogen en de tijd te hoog in te stellen. Het
voedsel kan uitdrogen, verbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren of slakken
in hun schelpen te koken, omdat ze kunnen
barsten. Prik het eigeel van gebakken eier‐
en in voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen
in voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het
voedsel uit en laat u het een aantal minuten
staan.
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op
een klein omgekeerd bord met een bakje er‐
onder of op een ontdooirek of plastic zeef,
zodat de dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ont‐
dooid.
Om groenten en fruit te koken zonder ze
eerst te ontdooien, kunt u een hoger mag‐
netronvermogen gebruiken.
10.3 Voor de magnetron
geschikt kookgerei en
materialen
Gebruik in de magnetron alleen
kookgerei en materiaal dat hiervoor
bestemd is. Gebruik onderstaande tabel
als referentie.
Controleer de specificaties van het
kookgerei/materiaal voor gebruik.
Kookgerei/materiaal Magnetronfunctie Combimagnetron‐
functie
Bezig
met ont‐
dooien
Verwarmen,
Koken
Ovenbestendig glas en porselein zon‐
der metalen onderdelen, bijv. hittebe‐
stendig glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein
onder zilveren, gouden, platina of me‐
talen laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbe‐
stendig/diepvriesbestendig materiaal
Keramiek en aardewerk zonder
kwartz of metalen onderdelen en me‐
taalhoudend glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk
met ongeglazuurde onderkant of met
kleine gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
www.aeg.com18
Kookgerei/materiaal Magnetronfunctie Combimagnetron‐
functie
Bezig
met ont‐
dooien
Verwarmen,
Koken
Tot 200 °C hittebestendige kunststof X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Ovenfolie met magnetronveilige slui‐
ting
X
Ovenschotels gemaakt van metaal,
d.w.z. emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, zwarte lak of met silico‐
nen coating
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik,
bijv. pan voor knapperige gerechten
X X
10.4 Bakken
Gebruik voor de eerste baksessie de
lagere temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten weer afgekoeld zijn, verdwijnt
de vervorming.
10.5 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek‐
stand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets lager in.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe‐
ratuur in.
NEDERLANDS 19
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
De cake wordt ongelijk‐
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe‐
ratuur in.
Het cakebeslag is niet ge‐
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets hoger in.
10.6 Bakken op één ovenniveau
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Taartbodem - zandtaartdeeg, verwarm de oven voor 170 - 180 10 - 25
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25
Biscuitgebak 140 - 150 35 - 50
Tulband / Brioche 150 - 160 50 - 70
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 160 70 - 90
Zandgebak / Fruitgebak 140 - 160 70 - 90
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
BAKKEN IN BAK‐
VORMEN (°C) (min)
Biscuitgebak 160 35 - 50 2
Kwarktaart, gebruik een diepe
pan
160 - 170 60 - 90 1
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 180 70 - 90 1
Gebruik de eerste rekstand.
www.aeg.com20
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik de bakplaat, tenzij anders aangegeven.
CAKE/GEBAK
(°C) (min)
Kruimeltaart, droog 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht cake‐
deeg), gebruik een diepe pan
150 - 160 35 - 55
Vruchtencake van zanddeeg 160 - 170 40 - 80
Verwarm de lege oven voor, tenzij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
Gebruik de bakplaat.
CAKE/GEBAK/BROOD
(°C) (min)
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 180 - 200 10 - 20 2
Roggebrood eerst: 230 eerst: 20 2
dan: 160 - 180 dan: 30 - 60
Beboterde amandeltaart / Suikerkoek 190 - 210 20 - 30 2
Roomsoezen / Eclairs, voorverwarming is niet
nodig
190 - 210 20 - 35 2
Plaatbrood / Broodkrans, voorverwarming is
niet nodig
170 - 190 30 - 40 2
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht ca‐
kedeeg)
170 35 - 55 1
Plaatkoek met delicate garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvulling)
160 - 180 40 - 80 2
Christstollen 160 - 180 50 - 70 2
Gebruik de functie: Hetelucht.
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 1
Koekjes gemaakt van sponsdeeg 150 - 160 15 - 20 1
NEDERLANDS 21
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Koekjes van bladerdeeg, verwarm de oven
voor
170 - 180 20 - 30 1
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaaien/
taarten
140 20 - 35 1
Cakejes, verwarm de oven voor 160 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 1
Makarons 100 - 120 30 - 50 1
Eiwitgebak/schuimgebak / Schuimgebakjes 80 - 100 120 - 150 1
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de tweede rekstand.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Broodjes 190 - 210 10 - 25
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaaien/taarten 160 20 - 30
Cakejes 170 20 - 35
10.7 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden bedekt met
gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Groentegratin, ver‐
warm de oven voor
Turbo grill 160 - 170 15 - 30
Lasagne Boven- /onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Visschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
Zoete ovenschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Pasta gebakken Boven- /onderwarmte 180 - 200 45 - 60
www.aeg.com22
10.8 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken).
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
10.9 Braden
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
RUND‐
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 200 230 60 - 80
Gebruik de functie: Turbo grill.
VAR‐
KENSVLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Schouder /
Nek / Hamlap
1 - 1,5 200 160 - 180 50 - 70
Gehaktbrood 0,75 - 1 200 160 - 170 35 - 50
Varkensschen‐
kel, voorge‐
kookt
0,75 - 1 200 150 - 170 60 - 75
Gebruik de functie: Turbo grill.
KALFS‐
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Geroosterd
kalfsvlees
1 200 160 - 180 50 - 70
Kalfsschenkel 1,5 - 2 200 160 - 180 75 - 100
Gebruik de functie: Turbo grill.
NEDERLANDS 23
LAMS‐
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Lamsbout /
Geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 200 150 - 170 50 - 70
Gebruik de functie: Turbo grill.
GEVO‐
GELTE
(kg)
(W) (°C) (min)
Gevogelte, por‐
ties
0,2 - 0,25 elk 200 200 - 220 20 - 35
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 200 190 - 210 25 - 40
Kip, haantje 1 - 1,5 200 190 - 210 60 - 80
Eend 1,5 - 2 200 180 - 200 80 - 110
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
VIS
(kg)
(W) (°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 200 210 - 220 30 - 45
Gebruik de functie: Hetelucht.
GERECH‐
TEN
(kg)
(W) (°C) (min)
Zoet gerecht 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide gerech‐
ten met gekookte
ingrediënten
(noodles, groente)
400 - 600 160 - 180 20 - 45 1
Gekruide gerech‐
ten met rauwe in‐
grediënten (aard‐
appelen, groente)
400 - 600 160 - 180 30 - 45 2
10.10 Knapperig bakken met:
Pizza-functie
Warm de lege oven voor het koken voor.
Gebruik de derde rekstand.
www.aeg.com24
PIZZA
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst, gebruik
een diepe pan
180 - 200 20 - 30
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorrai‐
ne / Zwitserse
flan
170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
PIZZA
(°C) (min)
Appeltaart, be‐
dekt
150 - 170 50 - 60
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
230 10 - 20
Bladerdeeg‐
taart
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen 230 12 - 20
Pierogi 180 - 200 15 - 25
10.11 Grill
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Warm de lege oven voor het koken voor.
Gebruik de eerste rekstand.
Plaats een braadpan op de eerste rekstand om vet op te vangen.
Gebruik de functie: Grill.
GRILLEN
(°C) (min) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrugfilet 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 kg - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
Gebruik de functie: Grill Intens.
Grill altijd met de maximale temperatuurinstelling.
NEDERLANDS 25
GRILL INTENS
(min) (min)
1e kant 2e kant
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 2
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Steaks 7 - 10 6 - 8 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 2
10.12 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gebruik de tweede rekstand.
BROOD
(°C) (min)
Witbrood 180 - 200 40 - 60
Stokbrood 200 - 220 35 - 45
Brioche 160 - 180 40 - 60
Ciabatta 200 - 220 35 - 45
Roggebrood 180 - 200 50 - 70
Volkoren brood 180 - 200 50 - 70
Volkorenbrood 170 - 190 60 - 90
10.13 Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Bedek het voedsel niet.
Gebruik de derde rekstand tenzij anders
aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
ONTDOOIEN
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25
American pizza, be‐
vroren
190 - 210 20 - 25
ONTDOOIEN
(°C) (min)
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25
Pizzasnacks, bevro‐
ren
180 - 200 15 - 30
Frietjes, dun, tussen
het bakken door 2
tot 3 keer omdraai‐
en
210 - 230 20 - 30
Frietjes, dik, tussen
het bakken door 2
tot 3 keer omdraai‐
en
210 - 230 25 - 35
Aardappelschijfjes /
Kroketjes, tussen
het bakken door 2
tot 3 keer omdraai‐
en
210 - 230 20 - 35
Rösties 210 - 230 20 - 30
Lasagne / Cannello‐
ni, vers, gebruik de
tweede rekstand
170 - 190 35 - 45
Lasagne / Cannello‐
ni, bevroren, ge‐
bruik de tweede
rekstand
160 - 180 40 - 60
Vleugels van kippen 190 - 210 20 - 30
www.aeg.com26
10.14 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een
diepe schaal en zet deze bovenop het
bord in de oven. Verwijder indien nodig
de bakplaatsteunen.
Gebruik het eerste ovenniveau.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont‐
dooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht
bevroren slagroom.
Taart 1,4 60 60 -
10.15 Inmaken
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de
bakplaat om voldoende vocht in de oven
te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE
VRUCHTEN (min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bosbes‐
sen / Frambozen / rij‐
pe kruisbessen
35 - 45
NEDERLANDS 27
STEEN‐
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN (min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkom‐
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As‐
perge
50 - 60 15 - 20
10.16 Dehydrateren -
Hetelucht
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroen‐
ten
60 - 70 5 - 6
Champig‐
nons
50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes ap‐
pel
60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
10.17 Bereiding met
magnetron
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooiresulta‐
ten
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te
hoog.
De kooktijd was te lang.
Zet lager vermogen of/en
kortere kooktijd.
Het eten is nog steeds niet
ontdooid, heet of gekookt na‐
dat de bereidingstijd is ver‐
streken.
De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in. Het
magnetronvermogen niet
verhogen.
Het eten is oververhit aan de
randen, maar nog niet vol‐
doende gekookt in het mid‐
den.
Het magnetronvermogen
was te hoog.
Zet lager vermogen en een
langere kooktijd.
ONTDOOIEN
Plaats de voedselcontainer op de bodem van de ruimte.
www.aeg.com28
VLEES/VIS
Stel het vermogen in op 100 W, tenzij
anders aangegeven.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Steak 0,2 5 - 7 5 - 10
Gehakt, ingesteld op 200 W 0,5 7 - 8 5 - 10
Kip 1 30 - 35 10 - 20
Kippenborst 0,15 5 - 9 10 - 15
Dijen van kippen 0,15 5 - 9 10 - 15
Hele vis 0,5 10 - 15 5 - 10
Visfilet 0,5 12 - 15 5 - 10
ZUIVELPRODUCTEN
Zet het vermogen op 100 W.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Boter 0,25 4 - 6 5 - 10
Geraspte kaas 0,2 2 - 4 10 - 15
CAKE EN BROOD
Stel het vermogen in op 200 W, tenzij
anders aangegeven.
(min) Rusttijd
(min)
Plaatkoek 1 stuk 2 - 3 15 - 20
Kwarktaart, ingesteld op 100 W 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Droge cake 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Brood 1 kg 15 - 18 5 - 10
Gesneden brood 0,2 kg 3 - 5 5 - 10
Broodjes 4 stuks 2 - 4 2 - 5
FRUIT
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Fruit 0,25 100 5 - 10 10 - 15
NEDERLANDS 29
OPNIEUW VERWARMEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Babyvoeding in potjes 0,2 kg 300 1 - 2 -
Babymelk, plaats een lepel in de fles 180 ml 600 0:20 -
0:40
-
Melk 200 ml 1000 1 - 1:30 -
Water 200 ml 1000 1:30 - 2 -
Saus 200 ml 600 1 - 3 -
Soep 300 ml 600 3 - 5 -
Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 kg 400 10 - 15 2 - 5
Kant-en-klaargerecht 0,5 kg 600 6 - 9 2 - 5
SMELTEN
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Chocolade / Chocoladeglazuur 0,15 300 2 - 4 1 - 2
Boter 0,1 400 00:30 -
01:30
-
KOKEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2 - 5
Visfilet 0,5 kg 400 4 - 7 2 - 5
Verse groenten 0,5 kg + 50 ml
water
600 5 - 15 -
Groenten, ingevroren 0,5 kg + 50 ml
water
600 10 - 20 -
Gepofte aardappelen 0,5 kg 600 7 - 10 -
Rijst 0,2 kg + 400 ml
water
600 15 - 18 -
Popcorn - 1000 1:30 - 3 -
www.aeg.com30
Combimagnetronfunctie
Stel de functie in: Grill + magnetron.
(kg)
(W) (°C) (min) Rusttijd
(min)
Halve kip, gebruik
de tweede rek‐
stand
0,55 x
2
stuks
Ronde glazen
schotel, Ø 26
cm
300 220 40 5
Gegratineerde
aardappelen, ge‐
bruik de tweede
rekstand
1 Ronde glazen
schotel
300 200 40 10
Gebraden var‐
kensnek, gebruik
de eerste rek‐
stand
1 Glazen schotel
met zeef
300 200 70 10
10.18 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende
soorten voedsel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en ver‐
warmen van bevro‐
ren maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst laten sud‐
deren
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwarmen
van delicaat
voedsel
Doorgaan met
koken
NEDERLANDS 31
100 - 200 W
Ontdooien van brood
Ontdooien van fruit
en gebak
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien van
vlees, vis
10.19 Aanwijzingen voor
testinstituten
Gebruik de functie: Grill Intens / Grill
Gebruik het derde ovenniveau.
Verwarm de lege oven voor.
Grill met de maximale temperatuurin‐
stelling.
GRILL‐
FUNC‐
TIE
(min)
1e kant 2e kant
Hambur‐
gers
9 - 13 8 - 10
Gebruik de functie: Grill Intens / Grill
Gebruik het derde ovenniveau.
Verwarm de lege oven voor.
Grill met de maximale temperatuurin‐
stelling.
GRILL‐
FUNC‐
TIE
(min)
1e kant 2e kant
Geroo‐
sterd
brood
1 - 3 1 - 3
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON‐
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees
halverwege de be‐
reidingstijd om.
www.aeg.com32
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNCTIE
(W) (°C) (min)
Cake, 0,7
kg
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap‐
pelgratin,
1,1 kg
Grill + mag‐
netron
400 160 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip, 1,1
kg
Grill + mag‐
netron
400 230 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
na 20 minuten be‐
reidingstijd om.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten
kunnen brand veroorzaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwij‐
deren.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uit‐
sparing na elk gebruik met een zachte doek.
NEDERLANDS 33
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoi‐
res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen
of scherpe voorwerpen.
11.2 Hoe te verwijderen:
Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te
reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrails voorzich‐
tig naar boven toe uit de
voorste ophanging.
2
3
1
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de
voorkant uit de zijwand.
Stap 4 Trek de inschuifrails uit de
achterste ophanging.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
11.3 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een
doek vast om te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht
tot de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stop‐
contact.
Plaats een doek op de bo‐
dem van de holte.
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
www.aeg.com34
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat te doen in de
volgende gevallen...
Neem in alle gevallen die niet in deze
tabel zijn opgenomen contact op met een
erkend servicecentrum.
De oven gaat niet aan of warmt
niet op
Probleem Controleer of de
volgende zaken
gelden...
U kunt de oven niet
inschakelen of be‐
dienen.
De oven is juist op
een elektrische toe‐
voer aangesloten.
De oven wordt niet
warm.
De automatische
uitschakeling is ge‐
deactiveerd.
De oven wordt niet
warm.
De zekering is door‐
geslagen.
De oven wordt niet
warm.
Het kinderslot staat
uit.
Onderdelen
Probleem Controleer of de
volgende zaken
gelden...
Onderdelen
De lamp werkt niet. De lamp is opge‐
brand.
Foutcodes
Op het display ver‐
schijnt...
Controleer of de
volgende zaken
gelden...
12:00 Er is een stroomsto‐
ring geweest. Stel
de dagtijd in.
Als het display een foutcode weergeeft
die niet in deze tabel staat, schakelt u de
zekering van het huis uit en weer in om de
oven opnieuw te starten. Als de foutcode
opnieuw optreedt, neemt u contact op met
een erkend servicecentrum.
12.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
NEDERLANDS 35
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is
als u de oven in werking stelt. Open de
ovendeur niet te vaak tijdens gebruik.
Houd het deurrubber schoon en zorg
ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen(alleen als u geen
magnetronfunctie gebruikt).
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
14. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com36
www.aeg.com/shop
867344886-B-412020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

AEG CME565000M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding