28
NL
3. BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en volg de aan-
wijzingen ervan op. Maakt U zich aan de hand van deze
gebruiksaanwijzing vertrouwd met het toestel, het juiste
gebruik alsook met de veiligheidsvoorschriften.
Veiligheidsvoorschriften
• Trek vóór afstel- en onderhoudswerkzaamheden tel-
kens de netstekker uit he; stopcontact.
• Geef de veiligheidsvoorschriften door aan alle perso-
nen die aan de machine werken.
• Gebruik de zaag niet om brandhout te zagen.
• Wees voorzichtig! Door het draaiende zaagblad be-
staat er gevaar voor verwondingen voor handen en
vingers.
• Controleer vóór ingebruikneming of de spanning ver-
meld op het kenplaatje van het toestel overeenkomt
met de netspanning.
• Indien U een verlengkabel nodig heeft vergewis U zich
ervan dat zijn doorsnede voldoende is voor het op-
genomen vermogen van de zaag. Minimumdoorsnede
1,5 mm
2
.
• Kabeltrommel slechts in afgerolde toestand gebrui-
ken.
• Draag de zaag niet aan de netkabel.
• Stel de zaag niet bloot aan de regen en gebruik de
machine niet in een vochtige of natte omgeving.
• Zorg voor een goede verlichting.
• Zaag niet in de nabijheid van brandbare vloeistoffen of
gassen.
• Draag de gepaste werkkledij! Wijde kleren of sieraden
kunnen door het draaiende zaagblad worden gegre-
pen.
• De bedieningspersoon moet minstens 18 jaar zijn, le-
erlingen minstens 16 jaar, maaralleen onder toezicht.
• Hou kinderen weg van het aan het net aangesloten
toestel.
• Controleer de netaansluitkabel. Gebruik geen defecte
of beschadigde kabels.
• Hou de werkplaats vrij van houtafval en rondslinge-
rende delen.
• Aan de machine werkende personen mogen niet afge-
leid worden.
• Let op de draairichting van de motor en het zaagblad.
• Na het uitschakelen van de motor mag het zaagblad in
geen geval worden afgeremd door er zijdelings tegen
de duwen.
• Installeer slechts goed scherpgeslepen, niet gedefor-
meerde, barstvrije zaagbladen.
• Alleen gereedschappen die overeenkomen met prEN
847-1:1996 mogen op de machine worden gebruikt.
• Beschadigde zaagbladen dienen onmiddellijk te wor-
den vervangen.
• Gebruik geen zaagbladen die niet overeenkomen
met de karakteristieke gegevens vermeld in deze ge-
bruiksaanwijzing.
• Vergewis U zich ervan dat de pijl op het zaagblad over-
eenkomt met de pijl aangebracht op het toestel.
• Vergewis U zich ervan dat het zaagblad in geen stand
de draaitafel raakt door het zaagblad bij uitgetrokken
netstekker met de hand in de 45° en 90° stand te
draaien.
Zaagkop zo nodig volgens punt C/F opnieuw justeren.
• Zorg ervoor dat alle inrichtingen, die het zaagblad af-
dekken, perfect functioneren.
• De beweegbare beschermkap mag in geopende to-
estand niet worden vastgeklemd.
• Veiligheidsinrichtingen aan de machine mogen niet
worden gedemonteerd of onklaar gemaakt.
• Beschadigde of defecte bescherminrichtingen dienen
onmiddellijk te worden vervangen.
• Zaag geen werkstukken die te klein zijn om ze veilig
met de hand te kunnen vasthouden.
• Vermijd onhandig handposities waarbij een of beide
handen het zaagblad kunnen raken door plots weg te
glijden.
• Bij lange werkstukken is een bijkomende steun (tafel,
schragen) vereist om het kantelen van de machine te
voorkomen.
• Ronde werkstukken zoals plugstangen etc. dienen al-
tijd met behulp van een gepaste inrichting te worden
vastgespannen.
• Er mogen zich geen nagels of andere vreemde vo-
orwerpen in het te zagen gedeelte van het werkstuk
bevinden.
• De bediener dient bij het werken altijd aan de zijkant
van het zaagblad te staan.
• De machine niet belasten zodat ze tot stilstand komt.
• Duw het werkstuk altijd hard tegen de werkplaat en
aanslagrail om een waggelen of verdraaien van het
werkstuk te vermijden.
• Let erop dat afgezaagde stukken aan de zijkant van
het zaagblad kunnen worden verwijderd. Anders zou-
den ze door het zaagblad kunnen worden gegrepen en
weggeslingerd.
• Zaag nooit meerdere werkstukken tegelijk.
• Verwijder nooit bij draaiend zaagblad losse splinters,
zaagsel of vastgeklemde stukken hout.
• Vóór het verhelpen van storingen of verwijderen van
vastgeklemde stukken hout de machine uitschakelen
en de netstekker uit het stopcontact trekken.
• Vóór ombouw-, instel-, meet- en schoonmaak-werk-
zaamheden telkens de motor uitschakelen en de nets-
tekker trekken.
• Controleer of sleutels en instelgereedschappen zijn
verwijderd alvorens de machine in te schakelen.
• Bij het verlaten van de werkplaats de motor uitschake-
len en de netstekker uit het stopcontact trekken.
• Elektrische installaties, herstellingen en onderhouds-
werkzaamheden mogen slechts door deskundige wor-
den uitgevoerd.
• Alle bescherm- en veiligheidsinrichtingen moeten aan
het eind van een herstelling of onderhoud onmiddellijk
weer worden gemonteerd.
• De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften
van de fabrikant alsook de afmetingen vermeld onder
Technische Gegevens" dienen te worden in acht geno-
men.
• De desbetreffende voorschriften ter voorkoming van
ongevallen en de andere algemeen erkende veiligs-
heidsregelen moeten worden nageleefd.
• Brochures met toelichtingen van de ongevallenver-
zekering in acht nemen (VBG 7j).
• Sluit telkens bij het werken met de zaag de stofzuigin-
stallatie aan.
• Het bedrijf in gesloten vertrekken is alleen toegelaten
met een gepaste afzuiginstallatie.
• De kapzaag dient te worden aangesloten op een 230
V veiligheidswandcontactdoos die beveiligd is door
minstens 10 A zekering.