26
NL
1.6 Tijdens het verwarmen knippert de TEMPERA-
TUUR-knop continu tot de INGESTELDE TEM-
PERATUUR is bereikt. Nadat de INGESTELDE
TEMPERATUUR is bereikt, zal het lampje van
de TEMPERATUUR-knop uitschakelen en wordt
de temperatuur binnen een bereik van ± 2°C
gehouden.
1.7 Als het apparaat wordt uitgeschakeld, wordt
de melding “oFF” getoond op de bovenste re-
gel van het display en de melding “Hot” (heet)
wordt getoond op de onderste regel van het
display.
2. De TIMER instellen
2.1 U kunt tijdens gebruik de TIMER-functie acti-
veren.
2.2 Houd de TIMER-knop voor 2 ~ 3 seconden inge-
drukt om naar de modus voor het instellen van
de TIMER te schakelen. Houd de TIMER-knop
voor 2 ~ 3 seconden ingedrukt om naar de mo-
dus voor het instellen van de TIMER te scha-
kelen. Het VERHOGEN/VERLAGEN icoon zal
knipperen.
2.3
Druk daarna binnen 1 ~ 2 seconden op de knop
VERHOGEN of VERLAGEN om de TIMER in te
stellen. Druk één keer om de instelling te verho-
gen of verlagen met 30 seconden. De onderste
regel van het display toont de ingestelde aftel-
tijd van de TIMER. Houd VERHOGEN of VERLA-
GEN ingedrukt om de afteltijd snel in te stellen
(Bereik TIMER: 30 seconden ~ 20 minuten).
2.4 De nieuwe TIMER wordt opgeslagen en het af-
tellen start binnen 2 ~ 3 seconden.
2.5 Als het aftellen is voltooid, zal de melding “End”
continu knipperen op de onderste regel van het
display. Er klinken twee korte pieptonen voor 10
seconden gedurende een periode van 1 minuut.
2.6 Druk eenmaal op de TIMER-knop om naar de
laatst ingestelde tijd te gaan. Druk nog een
keer op de TIMER-knop om naar de modus voor
het instellen van de TIMER te schakelen en de
tijd te veranderen. Het VERHOGEN/VERLAGEN
icoon zal knipperen. De nieuwe TIMER wordt
opgeslagen en het aftellen start binnen 2 ~ 3
seconden.
Let op: De mandhouder is alleen bedoeld voor het
tijdelijk plaatsen van de frituurmand, zodat overtol-
lig olie kan wegdruppelen. Plaats de frituurmand
niet te lang op de houder om te voorkomen dat het
mandje naar beneden valt en er hete olie uit de bak
springt.
Kalibratiefunctie
Deze functie kan worden gebruikt om de weer-
gegeven “weergavetemperatuur” en “werkelijke
temperatuur” te kalibreren en aan te passen. Er is
een gekalibreerde thermometer met sonde vereist
(niet meegeleverd) voor de meting.
• Houd de knoppen VERHOGEN en VERLAGEN tij-
dens gebruik voor 5 ~ 6 seconden ingedrukt om
naar de “kalibratiemodus” te schakelen.
• Daarna knippert de op het display getoonde
“weergavetemperatuur” continu.
• Plaats de thermometer (niet meegeleverd) ver-
volgens in de oliebak om een vergelijking te ma-
ken. Wees voorzichtig, de olie in de bak is heet.
• Als de temperatuur stabiel is, druk dan op de
knop VERHOGEN of VERLAGEN om de “weerga-
vetemperatuur” in overeenstemming te brengen
met de meetwaarde die is af te lezen op de ther-
mometer (niet meegeleverd).
• Druk daarna ter bevestiging op de TEMPERA-
TUUR-knop om het kalibreren te voltooien.