Festool TS 75 EBQ-FS Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

de Originalbetriebsanleitung - Tauchsäge 7
en Original Instructions - Plunge-cut saw 15
fr Notice d’utilisation d’origine- Scie plongeante 23
es Manual de instrucciones original - Sierra de incisión 31
it Istruzioni per l'uso originali - Sega ad affondamento 40
nl Originele gebruiksaanwijzing - Inval-cirkelzaagmachine 48
sv Originele gebruiksaanwijzing - Inval-cirkelzaagmachine 56
fi Alkuperäiset käyttöohjeet - Upotussaha 63
da Original brugsanvisning - Dyksav 71
nb Originalbruksanvisning - Dykksag 79
pt Manual de instruções original - Serra de incisão 86
ru Оригинальное руководство по эксплуатации - Погружная пила 94
cs Originál návodu k obsluze - Ponorná pila 103
pl Oryginalna instrukcja eksploatacji - Zagłębiarka 110
TS 75 EBQ
TS 75 EQ
Festool GmbH
Wertstraße 20
D-73240 Wendlingen
+49 (0)7024/804-0
+49 (0)7024/804-20608
www.festool.com
719101_B / 2019-03-06
Inhoudsopgave
1 Symbolen...................................................48
2 Veiligheidsvoorschriften........................... 48
3 Gebruik volgens de voorschriften.............51
4 Technische gegevens................................51
5 Ingebruikneming.......................................51
6 Instellingen................................................52
7 Werken met de machine...........................53
8 Accessoires............................................... 54
9 Reparatie en onderhoud........................... 55
10 Milieu.........................................................55
1 Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Waarschuwing voor elektrische schok
Lees de gebruiksaanwijzing en veilig
heidsvoorschriften!
Draag een zuurstofmasker!
Draag veiligheidshandschoenen!
Draag gehoorbescherming!
Draag een veiligheidsbril!
Niet met het huisvuil meegeven.
Netkabel loskoppelen
Netkabel aansluiten
Zaagbladafmeting
a ... diameter
STOP
Elektrodynamisch uitloopremsysteem
Elektronica met regelbaar, constant
toerental en temperatuurbewaking
Beveiligingsklasse II
Tip, aanwijzing
Handelingsinstructie
De vermelde afbeeldingen staan in het begin
van de gebruiksaanwijzing.
2 Veiligheidsvoorschriften
2.1 Algemene veiligheidsinstructies voor
elektrische gereedschappen
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheids
voorschriften en aanwijzingen. Worden
de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet in
acht genomen, dan kan dit een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwij
zingen om ze later te kunnen raadplegen.
Het begrip “elektrisch gereedschap” dat in de
veiligheidsinstructies gebruikt wordt, heeft be
trekking op elektrisch gereedschap met net
voeding (met netsnoer) of elektrisch gereed
schap met accuvoeding (zonder netsnoer).
2.2 Machinespecifieke
veiligheidsvoorschriften
Houd het elektrische gereedschap aan de
geïsoleerde greepvlakken vast als u
werkzaamheden uitvoert waarbij het in
zetgereedschap verborgen stroomleidin
gen kan raken. Het contact met een span
ningvoerende leiding kan ook metalen ap
paraatonderdelen onder spanning zetten
en zou een elektrische schok kunnen ge
ven.
Bevestig het werkstuk en zet het met
schroefklemmen of op een andere manier
vast op een stabiele ondergrond. Als u het
werkstuk slechts met één hand of tegen uw
lichaam houdt, blijft het wankel, wat tot het
verlies van controle kan leiden.
Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand gekomen is voor u het neerlegt.
Het inzetgereedschap kan zich vasthaken
en tot het verlies van de controle over het
elektrische gereedschap leiden.
Gebruik geen vervormde of gebarsten snij
garnituren en zaagbladen en geen zaagbla
den met stompe of defecte snijkanten.
Breng het elektrische gereedschap altijd
met draaiend zaagblad aan het werkstuk
aan.
Draag geschikte persoonlijke bescher
mingsmiddelen: Gehoorbescherming, vei
ligheidsbril, stofmasker bij stofproduceren
de werkzaamheden, veiligheidshandschoe
nen bij het bewerken van ruwe materialen
en bij de vervanging van het gereedschap.
Nederlands
48
Bij het werk kunnen schadelijke/giftige
stoffen ontstaan (bijv. houtstof of minerale
wolstof). Voor de gebruiker van de machine
of voor personen die zich in de buurt van de
machine bevinden kan het aanraken of in
ademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht
die in uw land van toepassing zijn.
Draag ter bescherming van uw ge
zondheid een P2-stofmasker.
Sluit de machine bij stofproducerende
werkzaamheden altijd aan op een afzui
ging.
Zaagmethode
Gevaar! Kom met uw handen niet in
het zaagbereik en raak het zaagblad niet
aan. Houd met uw tweede hand de extra
greep of de motorbehuizing vast. Wanneer
u de cirkelzaag vasthoudt met beide han
den, kunnen ze niet gewond raken door het
zaagblad.
Kom niet met uw handen onder het werk
stuk. De beschermkap kan u onder het
werkstuk niet beschermen tegen het zaag
blad.
Pas de zaagdiepte aan de dikte van het
werkstuk aan. Er moet minder dan een
volledige tandhoogte zichtbaar zijn onder
het werkstuk.
Houd het werkstuk dat gezaagd moet wor
den nooit in de hand of boven uw been
vast. Zet het werkstuk vast op een stabiele
opname. Het is belangrijk het werkstuk
goed te bevestigen, om het gevaar van li
chaamscontact, beklemming van het zaag
blad of controleverlies tot een minimum te
rug te brengen.
Houd het elektrische gereedschap aan de
geïsoleerde greepvlakken vast als u
werkzaamheden uitvoert waarbij het in
zetgereedschap verborgen stroomleidin
gen of de eigen aansluitkabel kan raken.
Contact met een spanningvoerende leiding
zet ook de metalen onderdelen van het
elektrisch gereedschap onder spanning en
veroorzaakt een elektrische schok.
Gebruik bij het in de lengte zagen altijd
een aanslag of een geleiding langs een
rechte kant. Hierdoor wordt de zaagnauw
keurigheid verbeterd en de kans op be
klemming van het zaagblad verminderd.
Gebruik altijd zaagbladen die de juiste
grootte en een geschikt opnamegat (bijv.
ruitvormig of rond) hebben .Zaagbladen
die niet bij de montagedelen van de zaag
passen, lopen onregelmatig en leiden tot
controleverlies.
Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
zaagblad-spanflenzen of -schroeven. De
zaagblad-spanflenzen en -schroeven zijn
speciaal voor uw zaag ontworpen, voor op
timale prestaties en gebruiksveiligheid.
Terugslag – oorzaken en bijbehorende veilig
heidsinstructies
Een terugslag is de plotselinge reactie van
een hakend, klemmend of verkeerd uitge
richt zaagblad, die tot gevolg heeft dat de
zaag zich ongecontroleerd van het werk
stuk af en in de richting van de gebruiker
beweegt
wanneer het zaagblad zich in de sluitende
zaagspleet vasthaakt of klem komt te zit
ten, raakt het geblokkeerd en wordt het ap
paraat door de kracht van de motor in de
richting van de gebruiker teruggeslagen;
wordt het zaagblad in de zaagsnede ver
draaid of verkeerd uitgericht, dan kunnen
de tanden van het achterste zaagbladge
bied zich vasthaken in het oppervlak van
het werkstuk, waardoor het zaagblad uit de
zaagspleet en de zaag in de richting van de
gebruiker terugspringt.
Een terugslag is het gevolg van een onjuist of
verkeerd gebruik van de zaag. Door passende
voorzorgsmaatregelen die hierna worden be
schreven, kan dit echter worden voorkomen.
Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in zo'n positie dat u de te
rugslagkrachten kunt opvangen. Blijf al
tijd aan de zijkant van het zaagblad en
breng het zaagblad nooit in één lijn met
uw lichaam. Bij een terugslag kan de cir
kelzaag naar achteren springen, maar
wanneer de juiste maatregelen zijn getrof
fen kan de gebruiker de terugslagkrachten
beheersen.
Indien het zaagblad klem komt te zitten of
u het werk onderbreekt, laat dan de aan-/
uit-schakelaar los en houd de zaag in het
materiaal rustig tot het zaagblad geheel
tot stilstand is gekomen. Probeer zolang
het zaagblad zich beweegt nooit om de
zaag uit het werkstuk te halen of naar
achteren te trekken, anders kan er een te
rugslag plaatsvinden. Bepaal de oorzaak
Nederlands
49
voor het afklemmen van het zaagblad en
los deze op.
Wanneer u een zaag die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het
zaagblad in de zaagspleet en controleert u
of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn
blijven haken. Is het zaagblad beklemd ge
raakt, dan kan het zich bij het opnieuw
starten van de zaag uit het werkstuk bewe
gen of een terugslag veroorzaken.
Ondersteun grote platen om het risico van
een terugslag door een klemmend zaag
blad te verminderen. Grote platen kunnen
onder het eigen gewicht doorbuigen. Platen
dienen aan beide kanten, zowel bij de
zaagspleet als bij de rand, te worden ge
stut.
Gebruik geen stompe of beschadigde
zaagbladen. Zaagbladen met stompe of
verkeerd uitgerichte tanden leiden door de
te nauwe zaagspleet tot een grotere wrij
ving, beklemming van het zaagblad en te
rugslag.
Draai voor het zagen de zaagdiepte- en
zaaghoekinstellingen vast. Wanneer de in
stellingen tijdens het zagen gewijzigd wor
den, kan het zaagblad beklemd raken en
een terugslag optreden.
U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij „in
valzaagsneden“ in bestaande wanden of
andere plaatsen waar geen waarneming
mogelijk is. Het invallende zaagblad kan bij
het zagen in verborgen objecten geblok
keerd raken en een terugslag veroorzaken.
Functies van de beschermkap
Controleer voor gebruik altijd of de be
schermkap goed sluit. Gebruik de zaag
niet wanneer de beschermkap niet vrij be
wogen kan worden en niet direct sluit.
Klem of bind de beschermkap nooit vast;
daardoor zou het zaagblad onbeschermd
zijn. Mocht de zaag per ongeluk op de
grond vallen, dan kan de beschermkap
worden verbogen. Zorg ervoor dat de be
schermkap vrij beweegt en bij alle zaag
hoeken en -dieptes noch het zaagblad noch
andere delen raakt.
Controleer de toestand en werking van de
veer voor de beschermkap. Werken de be
schermkap en de veer niet foutloos, wacht
dan met het gebruik van het apparaat. Be
schadigde delen, plakkerige afzettingen of
ophopingen van spaanders zorgen ervoor
dat er bij de werking van de beschermkap
vertraging optreedt.
Beveilig bij de „invalzaagsnede“ die niet in
een rechte hoek uitgevoerd wordt, de
grondplaat van de zaag tegen het zijde
lings verschuiven. Verschuiven in zijwaart
se richting kan ertoe leiden dat het zaag
blad beklemd raakt en een terugslag ver
oorzaakt.
Leg de zaag niet op de werkbank of op de
grond zonder dat de beschermkap het
zaagblad afdekt. Een onbeschermd, nalo
pend zaagblad beweegt de zaag tegen de
zaagrichting in en zaagt wat het op zijn weg
tegenkomt. Houd hierbij rekening met de
nalooptijd van de zaag.
Functie van de spouwmes
Gebruik het voor het spouwmes passende
zaagblad. Opdat het spouwmes werkt,
moet het stamblad van het zaagblad dun
ner zijn dan het spouwmes en de tand
breedte meer dan de dikte van het spouw
mes bedragen.
Stel het spouwmes af volgens de beschrij
ving in deze gebruiksaanwijzing.Een ver
keerde sterkte, stand en uitlijning kunnen
tot gevolg hebben dat het spouwmes een
terugslag niet effectief verhindert.
Het spouwmes kan alleen werken als het
zich in de zaagspleet bevindt. Bij korte
sneden kan het spouwmes een terugslag
niet effectief verhinderen.
Gebruik de zaag niet met een verbogen
spouwmes. Door een kleine storing kan
vertraging optreden bij het sluiten van de
beschermkap.
2.3 Aluminiumbewerking
Bij de bewerking van aluminium dient
men zich uit veiligheidsoverwegingen te houden
aan de volgende maatregelen:
Machine aansluiten op een geschikt afzuig
apparaat.
Machine regelmatig ontdoen van stofafzet
tingen in het motorhuis.
Gebruik een aluminium zaagblad.
Sluit het kijkvenster/ de bescherming tegen
stof en spanen.
Draag een veiligheidsbril!
Bij het zagen van platen dienen de zaagbla
den met petroleum te worden ingesmeerd,
dunwandige profielen (tot 3 mm) kunnen
zonder smeren worden bewerkt.
Nederlands
50
2.4 Emissiewaarden
De volgens EN 62841 bepaalde waarden bedra
gen gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau L
PA
= 88 dB(A)
Geluidsvermogensniveau L
WA
= 99 dB(A)
Onzekerheid K = 3 dB
VOORZICHTIG
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
Gehoorbescherming gebruiken.
Trillingsemissiewaarde a
h
(vectorsom van drie
richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens
EN 62841:
Zagen van hout
a
h
= 3,4 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
Zagen van metaal
a
h
=3,5 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
De aangegeven emissiewaarden (trilling, ge
luid)
zijn geschikt om machines te vergelijken,
om tijdens het gebruik een voorlopige in
schatting van de trillings- en geluidsbelas
ting te maken
en gelden voor de belangrijkste toepassin
gen van het elektrische gereedschap.
VOORZICHTIG
Emissiewaarden kunnen van de aangegeven
waarden afwijken. Dit hangt af van het ge
bruik van het gereedschap en de soort van
het bewerkte werkstuk.
De werkelijke belasting tijdens de gehele
bedrijfscyclus moet beoordeeld worden.
Afhankelijk van de werkelijke belasting
moeten passende veiligheidsmaatregelen
ter bescherming van de bediener worden
vastgelegd.
3 Gebruik volgens de
voorschriften
Conform de bepalingen zijn de invalcirkelzaag
machines bestemd voor het zagen van hout, op
hout gelijkende materialen, gips- en cementge
bonden vezelstoffen en kunststoffen. Met de
door Festool aangeboden speciale zaagbladen
voor aluminium kunnen de machines ook voor
het zagen van aluminium worden gebruikt.
Er mogen alleen zaagbladen met de volgende
gegevens worden gebruikt:
Zaagbladen conform EN 847-1
Zaagbladdiameter 210 mm
Zaagbreedte 2,4 mm tot 2,6 mm
Opnameboorgat 30 mm
Stambladdikte max. 1,8 mm
geschikt voor toerentallen tot 5000 min
-1
Geen schuurschijven gebruiken.
Dit elektrische gereedschap mag uitsluitend
door vakmannen of goed opgeleide personen
worden gebruikt.
Elektrisch gereedschap van Festool mag
alleen worden ingebouwd in werktafels
die hiervoor door Festool bedoeld zijn.
Door inbouw in andere of zelfgemaakte
werktafels kan het elektrisch gereedschap
onveilig worden, met mogelijk ernstige on
gevallen als gevolg.
De gebruiker is aansprakelijk bij gebruik
dat niet volgens de voorschriften plaats
vindt.
4 Technische gegevens
Handcirkelzaag TS 75 EBQ,TS 75 EQ
Service 1600 W
(110 V- variant: 13 A)
Toerental (onbelast)
1350 - 4400 min
-1
Verstek 0 - 47°
Zaagdiepte bij 0° 0 - 75 mm
Zaagdiepte bij 45° 0 - 56 mm
Zaagbladafmeting 210x2,4x30 mm
Gewicht (zonder netka
bel)
6,2 kg
5 Ingebruikneming
WAARSCHUWING
Ontoelaatbare spanning of frequentie!
Risico van ongevallen
De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden gebruikt.
Nederlands
51
VOORZICHTIG
Verhitting van de plug it-aansluiting bij on
volledig vergrendelde bajonetsluiting
Verbrandingsgevaar
Voor het inschakelen van het elektrisch ge
reedschap controleren of de bajonetslui
ting van de aansluitkabel geheel is geslo
ten en vergrendeld.
De machine altijd uitschakelen alvorens
de netkabel aan te sluiten of uit het stop
contact te trekken!
Aansluiten en losmaken van de netkabel -zie
afbeelding[2].
Schuif de inschakelblokkering [1-8] naar
boven en druk op de aan-/uit-schakelaar
[1-7] (drukken = AAN / loslaten = UIT).
De activering van de inschakelblokkering ont
grendelt het invalzaagmechanisme. Het zaa
gaggregaat kan naar beneden worden bewo
gen. Hierbij komt het zaagblad uit de be
schermkap.
Bij het optillen van de machine veert
het zaagaggregaat weer in de oor
spronkelijke stand terug.
6 Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Trek vóór alle werkzaamheden aan de ma
chine altijd de stekker uit het stopcontact!
6.1 Elektronica
De machine (TS 75 EBQ, TS 75 EQ) bezit een
volledige-golfelektronica met de volgende ei
genschappen:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
ervoor dat het elektrische gereedschap stootvrij
aanloopt.
Constant toerental
Het motortoerental wordt elektronisch constant
gehouden. Hierdoor wordt ook bij belasting een
gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop [1-5] trap
loos in het toerentalbereik (zie technische ge
gevens) worden ingesteld. Hierdoor kunt u de
zaagsnelheid optimaal aan het betreffende op
pervlak aanpassen (zie hoofdstuk
7.4 ).
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge motortemperatuur worden
stroomtoevoer en toerental gereduceerd. Het
elektrische gereedschap draait alleen nog met
verminderd vermogen om een snelle afkoeling
door de motorventilatie mogelijk te maken. Na
afkoeling komt het elektrische gereedschap
weer automatisch op gang.
Stroombegrenzing
De stroombegrenzing voorkomt bij extreme
overbelasting een te hoge stroomopname. Dit
kan leiden tot een lager motortoerental. Na
ontlasting komt de motor direct weer op toeren.
Rem
De TS 75 EBQ bezit een elektronische rem. Na
het uitschakelen wordt het zaagblad in ca. 2
sec. elektronisch tot stilstand afgeremd.
6.2 Zaagdiepte
De zaagdiepte kan van 0 – 75 mm worden inge
steld.
de zaagdiepteaanslag [3-3] indrukken en
tot de gewenste zaagdiepte verschuiven (de
op de schaal [3-1] aangegeven waarden
gelden voor 0°-zaagsneden zonder geleide
rail,
de zaagdiepteaanslag loslaten (de zaag
diepteaanslag klikt in stappen van 1 mm in).
Het zaagaggregaat kan nu tot de ingestelde
zaagdiepte naar beneden worden gedrukt.
IIn de boring [3-2] van de zaagdiepte
aanslag kan een draadpen (M4x8 tot
M4x12) worden aangebracht. Door
aan de draadpen te draaien kan de
zaagdiepte nog exacter (± 0,1 mm)
worden ingesteld.
6.3 Zaaghoek instellen
Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 47°
worden gedraaid:
Draaiknoppen [3-4, 3-6] openen.
Zaagaggregaat in de gewenste zaaghoek
[3-5] draaien,
Draaiknoppen weer vastdraaien.
De beide eindstanden zijn af fabriek
ingesteld op 0° en 45°. Door de beide
schroefdraadpennen [3-7] tegen de
klok in te draaien, kan de eindstand
van 45° tot maximaal 47° worden ver
groot.
Nederlands
52
6.4 Zaagblad wisselen
VOORZICHTIG
Letselgevaar door heet en scherp gereed
schap
Geen stomp of defect inzetgereedschap ge
bruiken.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Hendel [4-2] tot aan de aanslag omdraaien,
Inschakelblokkering [4-1] omhoog schuiven
en zaagaggregaat naar beneden drukken tot
het inklikt,
Schroef [4-4] met een inbussleutel [4-3]
openen,
Zaagblad afnemen,
Flens [4-8, 4-10] schoonmaken,
Nieuw zaagblad inbrengen.
De draairichting van het zaagblad [4-9]
en de machine [4-7] moeten overeenko
men!
De buitenste flens [4-10] zo inbrengen dat
de meeneempennen in de uitsparing van de
binnenste flens [4-8] grijpen,
Schroef [4-4] stevig aandraaien,
Hendel [4-2]terugslaan.
6.5 Splijtwig instellen
Hendel [4-2] tot de aanslag omdraaien,
inschakelblokkering [4-1] naar boven
draaien en zaagaggregaat naar beneden
drukken tot het inklikt,
bout [4-6] met inbussleutel [4-3] losdraai
en,
splijtwig volgens afbeelding [4] instellen,
bout [4-6] vast aandraaien,
hendel [4-2] terugdraaien.
6.6 Afzuiging
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid door stof
Stof kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Werk daarom nooit zonder afzuiging.
Volg bij het afzuigen van gezondheidsbe
dreigende stoffen altijd de nationale voor
schriften.
Bij de afzuigaansluiting [6-1] kan een Festool
mobiele stofafzuiger met een afzuigslangdia
meter van 27 mm of 36 mm (36 mm wegens ge
ringer verstoppingsgevaar aanbevolen) worden
aangesloten.
6.7 Splinterbescherming monteren
Bij 0°-zaagsneden verbetert de splinterbe
scherming (accessoires) duidelijk de kwaliteit
van de snijrand van het afgezaagde werkstuk
deel aan de bovenliggende zijde.
Splinterbescherming [5-1] op de be
schermkap bevestigen,
Machine op het werkstuk resp. de geleide
rail plaatsen,
Splinterbescherming tot op het werkstuk
naar beneden drukken en met de draaiknop
[5-2] vastschroeven,
Splinterbescherming inzagen (machine op
maximale zaagdiepte en toerentalstand 6).
7 Werken met de machine
Bij het werken alle aan het begin vermel
de veiligheidsvoorschriften en de volgen
de regels in acht nemen:
Geleid de machine alleen in ingeschakelde
toestand tegen een werkstuk.
Controleer voor gebruik altijd of de inbouw
voorziening functioneert en neem de ma
chine alleen in gebruik wanneer deze func
tioneert volgens de voorschriften.
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tij
dens de bewerking niet kan bewegen.
Houd het elektrische gereedschap tijdens
de werkzaamheden altijd met beide handen
aan de handgrepen [1-1, 1-6] vast. Dit ver
mindert de kans op letsel en vormt de
voorwaarde voor exact werken.
Beweeg de zaag altijd naar voren[1-2] en
trek hem in geen geval achteruit naar u toe.
Voorkom oververhitting van de snijkanten
van het zaagblad door de snelheid aan te
passen en zorg er bij het zagen van kunst
stof voor dat dit niet smelt.
Verzeker u er voor aanvang van de werk
zaamheden van dat alle draaiknoppen [3-4,
3-6] stevig zijn aangedraaid.
Werk niet met de machine wanneer de
elektronica defect is, omdat dit tot een te
hoog toerental kan leiden. Defecte elektro
nica herkent u aan een gebrekkige zachte
aanloop of wanneer er geen toerentalrege
ling mogelijk is.
Draag bij stofproducerende werkzaam
heden een ademmasker.
7.1 Zagen volgens aftekenlijn
De zaagindicatie [6-3] geeft bij 0°- en 45°-zaag
sneden (zonder geleiderail) het zaagverloop
aan.
Nederlands
53
7.2 Delen afzagen
De machine met het voorste deel van de zaag
tafel op het werkstuk plaatsen, de machine in
schakelen, tot de ingestelde zaagdiepte naar
beneden drukken en in de zaagrichting naar vo
ren bewegen.
7.3 Delen uitzagen (invallend zagen)
Om een terugslag te voorkomen dienen
bij invallend zagen de volgende aanwij
zingen beslist in acht te worden genomen:
De machine dient altijd met de achterkant
van de zaagtafel tegen een vaste aanslag te
worden gezet. Bij werkzaamheden met de
geleiderail moet de machine tegen de te
rugslagstop [7-1] worden gezet, die op de
geleiderail wordt vastgeklemd (zie afbeel
ding [7]; wordt de geleiderail niet gebruikt,
dan kan de terugslagstop op de geleide
plaat [7-2] van de machine worden be
waard).
De machine dient steeds met beide handen
te worden vastgehouden en slechts lang
zaam in te vallen
Handelwijze
de machine op het werkstuk plaatsen en tegen
de aanslag (terugslagstop) zetten, machine in
schakelen, langzaam tot de ingestelde zaag
diepte naar benenden drukken en in de zaa
grichting bewegen.
De markeringen [6-2] geven bij maximale zaag
diepte en gebruik van de geleiderail het voorste
en achterste zaagpunt van het zaagblad (Ø 210
mm) aan.
7.4 Toerentalinstelling per materiaal
Materiaal Toerentalniveau
Massief hout (hard, zacht)
Spaan- en hardvezelplaten
Gelaagd hout, meubelplaat, gefineerd en geplastificeerd plaatma
teriaal
6
3-6
6
Kunststof, vezelversterkte kunststof (GFK), papier en weefsel
Acrylglas
3-5
4-5
Gips- en cementgebonden vezelplaten 1-3
Aluminiumplaten en –profielen tot 15 mm 4-6
8 Accessoires
De bestelnummers voor accessoires en ge
reedschap vindt u in uw Festool-catalogus of op
het internet op www.festool.com.
8.1 Parallelaanslag, tafelverbreding
Voor het afzagen van delen met een maximale
breedte van 180 mm kan een parallelaanslag
worden ingezet. De parallelaanslag kan ook als
tafelverbreding worden gebruikt.
8.2 Geleidesysteem
De geleiderail maakt precieze, zuivere zaag
sneden mogelijk en beschermt tegelijkertijd het
oppervlak van het werkstuk tegen beschadi
ging.
In combinatie met de omvangrijke accessoires
kunnen met het geleidesysteem exacte hoek
zaagsneden, verstekzaagsneden en inpaswerk
zaamheden worden uitgevoerd. De bevesti
gingsmogelijkheid met behulp van lijmklem
men [6-4] zorgt voor een stevig houvast en voor
veilig werken.
Speling van de zaagtafel op de geleiderail
met de beide instelgeleiders [1-3] instellen.
Zaag voor het eerste gebruik van de geleide
rail de splinterbescherming [1-4] in:
Zet het toerental van de machine op stand
6.
Plaats de machine met de gehele geleide
plaat aan het achtereinde van de geleide
rail.
Schakel de machine in.
Druk de machine langzaam tot de max. in
gestelde zaagdiepte omlaag en zaag de
splinterbescherming zonder onderbreking
over de gehele lengte aan.
De rand van de splinterbescherming komt nu
precies overeen met de snijrand.
8.3 Multifunctionele tafel
Met de multifunctionele tafel MFT/3 kan het
werkstuk eenvoudig worden opgespannen en
kunnen grotere en kleinere werkstukken in
combinatie met het geleidesysteem veilig en
precies worden bewerkt. Door zijn talrijke ge
Nederlands
54
bruiksmogelijk-heden is het mogelijk econo
misch en ergonomisch te werken.
8.4 Zaagbladen, overige accessoires
Om uiteenlopend materiaal snel en zuiver te
kunnen zagen biedt Festool voor alle werk
zaamheden zaagbladen aan die speciaal op
Festool handcirkelzaagmachines zijn afge
stemd.
9 Reparatie en onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk
zaamheden de stekker altijd uit het stop
contact trekken!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam
heden, waarvoor het vereist is om de mo
torbehuizing te openen, mogen alleen in
een geautoriseerde onderhoudswerkplaats
worden uitgevoerd.
Klantenservice en reparatie al
leen door fabrikant of door ser
vicewerkplaatsen. Adres bij u in
de buurt op: www.festool.nl/
service
Alleen originele Festool-reser
veonderdelen gebruiken! Be
stelnr. op: www.festool.nl/
service
EKAT
1
2
3
5
4
De volgende instructies in acht nemen
Zorg ervoor dat de koelluchtopeningen in de
motorbehuizing altijd vrij en schoon zijn om
de luchtcirculatie te waarborgen.
Om houtsplinters en -spanen uit het elek
trisch gereedschap te verwijderen, moeten
alle openingen schoongezogen worden.
Beschadigde beveiligingsinrichtingen en
onderdelen moeten op deskundige wijze in
een erkende en gespecialiseerde werk
plaats gerepareerd en vervangen worden,
voor zover niets anders in de gebruiksaan
wijzing aangegeven is.
Bij werkzaamheden met gips- en cement
gebonden vezelplaten het apparaat bijzon
der grondig reinigen. Reinig de ventilatie
openingen van het elektrische gereedschap
en de aan-/uit-schakelaar met droge en
olievrije perslucht. Anders kan zich gips
houdend stof in de behuizing van het elek
trische gereedschap en op de aan-/uit-
schakelaar afzetten en in verbinding met
luchtvochtigheid uitharden. Dat kan tot na
delige beïnvloeding van het schakelmecha
nisme leiden.
10 Milieu
Geef het apparaat niet met het huisvuil
mee!Voer de apparaten, accessoires en
verpakkingen op milieuvriendelijke wijze
af. Neem de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische appara
ten en de omzetting hiervan in de nationale
wetgeving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Informatie voor REACH: www.festool.com/
reach
Nederlands
55

Documenttranscriptie

de Originalbetriebsanleitung - Tauchsäge 7 en Original Instructions - Plunge-cut saw 15 fr Notice d’utilisation d’origine- Scie plongeante 23 es Manual de instrucciones original - Sierra de incisión 31 it Istruzioni per l'uso originali - Sega ad affondamento 40 nl Originele gebruiksaanwijzing - Inval-cirkelzaagmachine 48 sv Originele gebruiksaanwijzing - Inval-cirkelzaagmachine 56 fi Alkuperäiset käyttöohjeet - Upotussaha 63 da Original brugsanvisning - Dyksav 71 nb Originalbruksanvisning - Dykksag 79 pt Manual de instruções original - Serra de incisão 86 ru Оригинальное руководство по эксплуатации - Погружная пила 94 cs Originál návodu k obsluze - Ponorná pila 103 pl Oryginalna instrukcja eksploatacji - Zagłębiarka 110 TS 75 EBQ TS 75 EQ Festool GmbH Wertstraße 20 D-73240 Wendlingen +49 (0)7024/804-0 +49 (0)7024/804-20608 www.festool.com 719101_B / 2019-03-06 Nederlands 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 Inhoudsopgave Symbolen...................................................48 Veiligheidsvoorschriften........................... 48 Gebruik volgens de voorschriften............. 51 Technische gegevens................................ 51 Ingebruikneming....................................... 51 Instellingen................................................52 Werken met de machine........................... 53 Accessoires............................................... 54 Reparatie en onderhoud........................... 55 Milieu......................................................... 55 Symbolen Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor elektrische schok Lees de gebruiksaanwijzing en veilig­ heidsvoorschriften! 2 2.1 2.2 – Draag veiligheidshandschoenen! Draag een veiligheidsbril! – Niet met het huisvuil meegeven. Netkabel loskoppelen – Netkabel aansluiten Zaagbladafmeting a ... diameter STOP Elektrodynamisch uitloopremsysteem Elektronica met regelbaar, constant toerental en temperatuurbewaking Beveiligingsklasse II Tip, aanwijzing Handelingsinstructie De vermelde afbeeldingen staan in het begin van de gebruiksaanwijzing. 48 Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen WAARSCHUWING! Lees alle veiligheids­ voorschriften en aanwijzingen. Worden de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwij­ zingen om ze later te kunnen raadplegen. Het begrip “elektrisch gereedschap” dat in de veiligheidsinstructies gebruikt wordt, heeft be­ trekking op elektrisch gereedschap met net­ voeding (met netsnoer) of elektrisch gereed­ schap met accuvoeding (zonder netsnoer). Draag een zuurstofmasker! Draag gehoorbescherming! Veiligheidsvoorschriften – – – Machinespecifieke veiligheidsvoorschriften Houd het elektrische gereedschap aan de geïsoleerde greepvlakken vast als u werkzaamheden uitvoert waarbij het in­ zetgereedschap verborgen stroomleidin­ gen kan raken. Het contact met een span­ ningvoerende leiding kan ook metalen ap­ paraatonderdelen onder spanning zetten en zou een elektrische schok kunnen ge­ ven. Bevestig het werkstuk en zet het met schroefklemmen of op een andere manier vast op een stabiele ondergrond. Als u het werkstuk slechts met één hand of tegen uw lichaam houdt, blijft het wankel, wat tot het verlies van controle kan leiden. Wacht tot het elektrische gereedschap tot stilstand gekomen is voor u het neerlegt. Het inzetgereedschap kan zich vasthaken en tot het verlies van de controle over het elektrische gereedschap leiden. Gebruik geen vervormde of gebarsten snij­ garnituren en zaagbladen en geen zaagbla­ den met stompe of defecte snijkanten. Breng het elektrische gereedschap altijd met draaiend zaagblad aan het werkstuk aan. Draag geschikte persoonlijke bescher­ mingsmiddelen: Gehoorbescherming, vei­ ligheidsbril, stofmasker bij stofproduceren­ de werkzaamheden, veiligheidshandschoe­ nen bij het bewerken van ruwe materialen en bij de vervanging van het gereedschap. Nederlands – Bij het werk kunnen schadelijke/giftige stoffen ontstaan (bijv. houtstof of minerale wolstof). Voor de gebruiker van de machine of voor personen die zich in de buurt van de machine bevinden kan het aanraken of in­ ademen van deze stoffen gevaarlijk zijn. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw land van toepassing zijn. Draag ter bescherming van uw ge­ zondheid een P2-stofmasker. – Sluit de machine bij stofproducerende werkzaamheden altijd aan op een afzui­ ging. Zaagmethode – – – – – – Gevaar! Kom met uw handen niet in het zaagbereik en raak het zaagblad niet aan. Houd met uw tweede hand de extra greep of de motorbehuizing vast. Wanneer u de cirkelzaag vasthoudt met beide han­ den, kunnen ze niet gewond raken door het zaagblad. Kom niet met uw handen onder het werk­ stuk. De beschermkap kan u onder het werkstuk niet beschermen tegen het zaag­ blad. Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er moet minder dan een volledige tandhoogte zichtbaar zijn onder het werkstuk. Houd het werkstuk dat gezaagd moet wor­ den nooit in de hand of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast op een stabiele opname. Het is belangrijk het werkstuk goed te bevestigen, om het gevaar van li­ chaamscontact, beklemming van het zaag­ blad of controleverlies tot een minimum te­ rug te brengen. Houd het elektrische gereedschap aan de geïsoleerde greepvlakken vast als u werkzaamheden uitvoert waarbij het in­ zetgereedschap verborgen stroomleidin­ gen of de eigen aansluitkabel kan raken. Contact met een spanningvoerende leiding zet ook de metalen onderdelen van het elektrisch gereedschap onder spanning en veroorzaakt een elektrische schok. Gebruik bij het in de lengte zagen altijd een aanslag of een geleiding langs een rechte kant. Hierdoor wordt de zaagnauw­ keurigheid verbeterd en de kans op be­ klemming van het zaagblad verminderd. – – Gebruik altijd zaagbladen die de juiste grootte en een geschikt opnamegat (bijv. ruitvormig of rond) hebben .Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de zaag passen, lopen onregelmatig en leiden tot controleverlies. Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaagblad-spanflenzen of -schroeven. De zaagblad-spanflenzen en -schroeven zijn speciaal voor uw zaag ontworpen, voor op­ timale prestaties en gebruiksveiligheid. Terugslag – oorzaken en bijbehorende veilig­ heidsinstructies – Een terugslag is de plotselinge reactie van een hakend, klemmend of verkeerd uitge­ richt zaagblad, die tot gevolg heeft dat de zaag zich ongecontroleerd van het werk­ stuk af en in de richting van de gebruiker beweegt – wanneer het zaagblad zich in de sluitende zaagspleet vasthaakt of klem komt te zit­ ten, raakt het geblokkeerd en wordt het ap­ paraat door de kracht van de motor in de richting van de gebruiker teruggeslagen; – wordt het zaagblad in de zaagsnede ver­ draaid of verkeerd uitgericht, dan kunnen de tanden van het achterste zaagbladge­ bied zich vasthaken in het oppervlak van het werkstuk, waardoor het zaagblad uit de zaagspleet en de zaag in de richting van de gebruiker terugspringt. Een terugslag is het gevolg van een onjuist of verkeerd gebruik van de zaag. Door passende voorzorgsmaatregelen die hierna worden be­ schreven, kan dit echter worden voorkomen. – Houd de zaag met beide handen vast en breng uw armen in zo'n positie dat u de te­ rugslagkrachten kunt opvangen. Blijf al­ tijd aan de zijkant van het zaagblad en breng het zaagblad nooit in één lijn met uw lichaam. Bij een terugslag kan de cir­ kelzaag naar achteren springen, maar wanneer de juiste maatregelen zijn getrof­ fen kan de gebruiker de terugslagkrachten beheersen. – Indien het zaagblad klem komt te zitten of u het werk onderbreekt, laat dan de aan-/ uit-schakelaar los en houd de zaag in het materiaal rustig tot het zaagblad geheel tot stilstand is gekomen. Probeer zolang het zaagblad zich beweegt nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of naar achteren te trekken, anders kan er een te­ rugslag plaatsvinden. Bepaal de oorzaak 49 Nederlands – – – – – voor het afklemmen van het zaagblad en los deze op. Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaagspleet en controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven haken. Is het zaagblad beklemd ge­ raakt, dan kan het zich bij het opnieuw starten van de zaag uit het werkstuk bewe­ gen of een terugslag veroorzaken. Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag door een klemmend zaag­ blad te verminderen. Grote platen kunnen onder het eigen gewicht doorbuigen. Platen dienen aan beide kanten, zowel bij de zaagspleet als bij de rand, te worden ge­ stut. Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd uitgerichte tanden leiden door de te nauwe zaagspleet tot een grotere wrij­ ving, beklemming van het zaagblad en te­ rugslag. Draai voor het zagen de zaagdiepte- en zaaghoekinstellingen vast. Wanneer de in­ stellingen tijdens het zagen gewijzigd wor­ den, kan het zaagblad beklemd raken en een terugslag optreden. U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij „in­ valzaagsneden“ in bestaande wanden of andere plaatsen waar geen waarneming mogelijk is. Het invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten geblok­ keerd raken en een terugslag veroorzaken. Functies van de beschermkap – Controleer voor gebruik altijd of de be­ schermkap goed sluit. Gebruik de zaag niet wanneer de beschermkap niet vrij be­ wogen kan worden en niet direct sluit. Klem of bind de beschermkap nooit vast; daardoor zou het zaagblad onbeschermd zijn. Mocht de zaag per ongeluk op de grond vallen, dan kan de beschermkap worden verbogen. Zorg ervoor dat de be­ schermkap vrij beweegt en bij alle zaag­ hoeken en -dieptes noch het zaagblad noch andere delen raakt. – Controleer de toestand en werking van de veer voor de beschermkap. Werken de be­ schermkap en de veer niet foutloos, wacht dan met het gebruik van het apparaat. Be­ schadigde delen, plakkerige afzettingen of ophopingen van spaanders zorgen ervoor dat er bij de werking van de beschermkap vertraging optreedt. 50 – – Beveilig bij de „invalzaagsnede“ die niet in een rechte hoek uitgevoerd wordt, de grondplaat van de zaag tegen het zijde­ lings verschuiven. Verschuiven in zijwaart­ se richting kan ertoe leiden dat het zaag­ blad beklemd raakt en een terugslag ver­ oorzaakt. Leg de zaag niet op de werkbank of op de grond zonder dat de beschermkap het zaagblad afdekt. Een onbeschermd, nalo­ pend zaagblad beweegt de zaag tegen de zaagrichting in en zaagt wat het op zijn weg tegenkomt. Houd hierbij rekening met de nalooptijd van de zaag. Functie van de spouwmes – Gebruik het voor het spouwmes passende zaagblad. Opdat het spouwmes werkt, moet het stamblad van het zaagblad dun­ ner zijn dan het spouwmes en de tand­ breedte meer dan de dikte van het spouw­ mes bedragen. – Stel het spouwmes af volgens de beschrij­ ving in deze gebruiksaanwijzing.Een ver­ keerde sterkte, stand en uitlijning kunnen tot gevolg hebben dat het spouwmes een terugslag niet effectief verhindert. – Het spouwmes kan alleen werken als het zich in de zaagspleet bevindt. Bij korte sneden kan het spouwmes een terugslag niet effectief verhinderen. – Gebruik de zaag niet met een verbogen spouwmes. Door een kleine storing kan vertraging optreden bij het sluiten van de beschermkap. 2.3 Aluminiumbewerking Bij de bewerking van aluminium dient men zich uit veiligheidsoverwegingen te houden aan de volgende maatregelen: – Machine aansluiten op een geschikt afzuig­ apparaat. – Machine regelmatig ontdoen van stofafzet­ tingen in het motorhuis. – Gebruik een aluminium zaagblad. – Sluit het kijkvenster/ de bescherming tegen stof en spanen. Draag een veiligheidsbril! – Bij het zagen van platen dienen de zaagbla­ den met petroleum te worden ingesmeerd, dunwandige profielen (tot 3 mm) kunnen zonder smeren worden bewerkt. Nederlands 2.4 Emissiewaarden De volgens EN 62841 bepaalde waarden bedra­ gen gewoonlijk: Geluidsdrukniveau LPA = 88 dB(A) Geluidsvermogensniveau LWA = 99 dB(A) Onzekerheid K = 3 dB VOORZICHTIG Geluid dat bij het werk optreedt Beschadiging van het gehoor ► Gehoorbescherming gebruiken. Trillingsemissiewaarde ah (vectorsom van drie richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN 62841: Zagen van hout ah = 3,4 m/s2 K = 1,5 m/s2 Zagen van metaal ah=3,5 m/s2 voor aluminium kunnen de machines ook voor het zagen van aluminium worden gebruikt. Er mogen alleen zaagbladen met de volgende gegevens worden gebruikt: – Zaagbladen conform EN 847-1 – Zaagbladdiameter 210 mm – Zaagbreedte 2,4 mm tot 2,6 mm – Opnameboorgat 30 mm – Stambladdikte max. 1,8 mm – geschikt voor toerentallen tot 5000 min-1 Geen schuurschijven gebruiken. Dit elektrische gereedschap mag uitsluitend door vakmannen of goed opgeleide personen worden gebruikt. – Elektrisch gereedschap van Festool mag alleen worden ingebouwd in werktafels die hiervoor door Festool bedoeld zijn. Door inbouw in andere of zelfgemaakte werktafels kan het elektrisch gereedschap onveilig worden, met mogelijk ernstige on­ gevallen als gevolg. K = 1,5 m/s2 De aangegeven emissiewaarden (trilling, ge­ luid) – zijn geschikt om machines te vergelijken, – om tijdens het gebruik een voorlopige in­ schatting van de trillings- en geluidsbelas­ ting te maken – en gelden voor de belangrijkste toepassin­ gen van het elektrische gereedschap. VOORZICHTIG Emissiewaarden kunnen van de aangegeven waarden afwijken. Dit hangt af van het ge­ bruik van het gereedschap en de soort van het bewerkte werkstuk. ► De werkelijke belasting tijdens de gehele bedrijfscyclus moet beoordeeld worden. ► Afhankelijk van de werkelijke belasting moeten passende veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener worden vastgelegd. 3 Gebruik volgens de voorschriften Conform de bepalingen zijn de invalcirkelzaag­ machines bestemd voor het zagen van hout, op hout gelijkende materialen, gips- en cementge­ bonden vezelstoffen en kunststoffen. Met de door Festool aangeboden speciale zaagbladen vindt. 4 De gebruiker is aansprakelijk bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaats­ Technische gegevens Handcirkelzaag TS 75 EBQ,TS 75 EQ Service 1600 W (110 V- variant: 13 A) Toerental (onbelast) 1350 - 4400 min-1 Verstek 0 - 47° Zaagdiepte bij 0° 0 - 75 mm Zaagdiepte bij 45° 0 - 56 mm Zaagbladafmeting 210x2,4x30 mm Gewicht (zonder netka­ bel) 5 6,2 kg Ingebruikneming WAARSCHUWING Ontoelaatbare spanning of frequentie! Risico van ongevallen ► De netspanning en de frequentie van de stroombron dienen met de gegevens op het typeplaatje overeen te stemmen. ► In Noord-Amerika mogen alleen Festoolmachines met een spanningsopgave van 120 V/60 Hz worden gebruikt. 51 Nederlands VOORZICHTIG Verhitting van de plug it-aansluiting bij on­ volledig vergrendelde bajonetsluiting Verbrandingsgevaar ► Voor het inschakelen van het elektrisch ge­ reedschap controleren of de bajonetslui­ ting van de aansluitkabel geheel is geslo­ ten en vergrendeld. De machine altijd uitschakelen alvorens de netkabel aan te sluiten of uit het stop­ contact te trekken! Aansluiten en losmaken van de netkabel -zie afbeelding[2]. Schuif de inschakelblokkering [1-8] naar boven en druk op de aan-/uit-schakelaar [1-7] (drukken = AAN / loslaten = UIT). De activering van de inschakelblokkering ont­ grendelt het invalzaagmechanisme. Het zaa­ gaggregaat kan naar beneden worden bewo­ gen. Hierbij komt het zaagblad uit de be­ schermkap. Bij het optillen van de machine veert het zaagaggregaat weer in de oor­ spronkelijke stand terug. 6 Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel, elektrische schokken ► Trek vóór alle werkzaamheden aan de ma­ chine altijd de stekker uit het stopcontact! 6.1 Elektronica De machine (TS 75 EBQ, TS 75 EQ) bezit een volledige-golfelektronica met de volgende ei­ genschappen: Zachte aanloop De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt ervoor dat het elektrische gereedschap stootvrij aanloopt. Constant toerental Het motortoerental wordt elektronisch constant gehouden. Hierdoor wordt ook bij belasting een gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt. Toerentalregeling Het toerental kan met de stelknop [1-5] trap­ loos in het toerentalbereik (zie technische ge­ gevens) worden ingesteld. Hierdoor kunt u de zaagsnelheid optimaal aan het betreffende op­ pervlak aanpassen (zie hoofdstuk 7.4 ). 52 Temperatuurbeveiliging Bij een te hoge motortemperatuur worden stroomtoevoer en toerental gereduceerd. Het elektrische gereedschap draait alleen nog met verminderd vermogen om een snelle afkoeling door de motorventilatie mogelijk te maken. Na afkoeling komt het elektrische gereedschap weer automatisch op gang. Stroombegrenzing De stroombegrenzing voorkomt bij extreme overbelasting een te hoge stroomopname. Dit kan leiden tot een lager motortoerental. Na ontlasting komt de motor direct weer op toeren. Rem De TS 75 EBQ bezit een elektronische rem. Na het uitschakelen wordt het zaagblad in ca. 2 sec. elektronisch tot stilstand afgeremd. 6.2 Zaagdiepte De zaagdiepte kan van 0 – 75 mm worden inge­ steld. ► de zaagdiepteaanslag [3-3] indrukken en tot de gewenste zaagdiepte verschuiven (de op de schaal [3-1] aangegeven waarden gelden voor 0°-zaagsneden zonder geleide­ rail, ► de zaagdiepteaanslag loslaten (de zaag­ diepteaanslag klikt in stappen van 1 mm in). Het zaagaggregaat kan nu tot de ingestelde zaagdiepte naar beneden worden gedrukt. IIn de boring [3-2] van de zaagdiepte­ aanslag kan een draadpen (M4x8 tot M4x12) worden aangebracht. Door aan de draadpen te draaien kan de zaagdiepte nog exacter (± 0,1 mm) worden ingesteld. 6.3 Zaaghoek instellen Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 47° worden gedraaid: ► Draaiknoppen [3-4, 3-6] openen. ► Zaagaggregaat in de gewenste zaaghoek [3-5] draaien, ► Draaiknoppen weer vastdraaien. De beide eindstanden zijn af fabriek ingesteld op 0° en 45°. Door de beide schroefdraadpennen [3-7] tegen de klok in te draaien, kan de eindstand van 45° tot maximaal 47° worden ver­ groot. Nederlands 6.4 Zaagblad wisselen VOORZICHTIG Letselgevaar door heet en scherp gereed­ schap ► Geen stomp of defect inzetgereedschap ge­ bruiken. ► Veiligheidshandschoenen dragen. ► Hendel [4-2] tot aan de aanslag omdraaien, ► Inschakelblokkering [4-1] omhoog schuiven en zaagaggregaat naar beneden drukken tot het inklikt, ► Schroef [4-4] met een inbussleutel [4-3] openen, ► Zaagblad afnemen, ► Flens [4-8, 4-10] schoonmaken, ► Nieuw zaagblad inbrengen. De draairichting van het zaagblad [4-9] en de machine [4-7] moeten overeenko­ men! ► De buitenste flens [4-10] zo inbrengen dat de meeneempennen in de uitsparing van de binnenste flens [4-8] grijpen, ► Schroef [4-4] stevig aandraaien, ► Hendel [4-2]terugslaan. 6.5 Splijtwig instellen 6.6 Afzuiging ► Hendel [4-2] tot de aanslag omdraaien, ► inschakelblokkering [4-1] naar boven draaien en zaagaggregaat naar beneden drukken tot het inklikt, ► bout [4-6] met inbussleutel [4-3] losdraai­ en, ► splijtwig volgens afbeelding [4] instellen, ► bout [4-6] vast aandraaien, ► hendel [4-2] terugdraaien. WAARSCHUWING Gevaar voor de gezondheid door stof ► Stof kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Werk daarom nooit zonder afzuiging. ► Volg bij het afzuigen van gezondheidsbe­ dreigende stoffen altijd de nationale voor­ schriften. Bij de afzuigaansluiting [6-1] kan een Festool mobiele stofafzuiger met een afzuigslangdia­ meter van 27 mm of 36 mm (36 mm wegens ge­ ringer verstoppingsgevaar aanbevolen) worden aangesloten. 6.7 Splinterbescherming monteren Bij 0°-zaagsneden verbetert de splinterbe­ scherming (accessoires) duidelijk de kwaliteit van de snijrand van het afgezaagde werkstuk­ deel aan de bovenliggende zijde. ► Splinterbescherming [5-1] op de be­ schermkap bevestigen, ► Machine op het werkstuk resp. de geleide­ rail plaatsen, ► Splinterbescherming tot op het werkstuk naar beneden drukken en met de draaiknop [5-2] vastschroeven, ► Splinterbescherming inzagen (machine op maximale zaagdiepte en toerentalstand 6). 7 Werken met de machine Bij het werken alle aan het begin vermel­ de veiligheidsvoorschriften en de volgen­ de regels in acht nemen: – Geleid de machine alleen in ingeschakelde toestand tegen een werkstuk. – Controleer voor gebruik altijd of de inbouw­ voorziening functioneert en neem de ma­ chine alleen in gebruik wanneer deze func­ tioneert volgens de voorschriften. – Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tij­ dens de bewerking niet kan bewegen. – Houd het elektrische gereedschap tijdens de werkzaamheden altijd met beide handen aan de handgrepen [1-1, 1-6] vast. Dit ver­ mindert de kans op letsel en vormt de voorwaarde voor exact werken. – Beweeg de zaag altijd naar voren[1-2] en trek hem in geen geval achteruit naar u toe. – Voorkom oververhitting van de snijkanten van het zaagblad door de snelheid aan te passen en zorg er bij het zagen van kunst­ stof voor dat dit niet smelt. – Verzeker u er voor aanvang van de werk­ zaamheden van dat alle draaiknoppen [3-4, 3-6] stevig zijn aangedraaid. – Werk niet met de machine wanneer de elektronica defect is, omdat dit tot een te hoog toerental kan leiden. Defecte elektro­ nica herkent u aan een gebrekkige zachte aanloop of wanneer er geen toerentalrege­ ling mogelijk is. Draag bij stofproducerende werkzaam­ heden een ademmasker. 7.1 Zagen volgens aftekenlijn De zaagindicatie [6-3] geeft bij 0°- en 45°-zaag­ sneden (zonder geleiderail) het zaagverloop aan. 53 Nederlands 7.2 Delen afzagen De machine met het voorste deel van de zaag­ tafel op het werkstuk plaatsen, de machine in­ schakelen, tot de ingestelde zaagdiepte naar beneden drukken en in de zaagrichting naar vo­ ren bewegen. 7.3 Delen uitzagen (invallend zagen) 7.4 Toerentalinstelling per materiaal Om een terugslag te voorkomen dienen bij invallend zagen de volgende aanwij­ zingen beslist in acht te worden genomen: – De machine dient altijd met de achterkant van de zaagtafel tegen een vaste aanslag te worden gezet. Bij werkzaamheden met de geleiderail moet de machine tegen de te­ rugslagstop [7-1] worden gezet, die op de geleiderail wordt vastgeklemd (zie afbeel­ ding [7]; wordt de geleiderail niet gebruikt, Materiaal – dan kan de terugslagstop op de geleide­ plaat [7-2] van de machine worden be­ waard). De machine dient steeds met beide handen te worden vastgehouden en slechts lang­ zaam in te vallen Handelwijze de machine op het werkstuk plaatsen en tegen de aanslag (terugslagstop) zetten, machine in­ schakelen, langzaam tot de ingestelde zaag­ diepte naar benenden drukken en in de zaa­ grichting bewegen. De markeringen [6-2] geven bij maximale zaag­ diepte en gebruik van de geleiderail het voorste en achterste zaagpunt van het zaagblad (Ø 210 mm) aan. Massief hout (hard, zacht) Spaan- en hardvezelplaten Gelaagd hout, meubelplaat, gefineerd en geplastificeerd plaatma­ teriaal Kunststof, vezelversterkte kunststof (GFK), papier en weefsel Acrylglas 8 6 3-6 6 3-5 4-5 Gips- en cementgebonden vezelplaten 1-3 Aluminiumplaten en –profielen tot 15 mm 4-6 Accessoires De bestelnummers voor accessoires en ge­ reedschap vindt u in uw Festool-catalogus of op het internet op www.festool.com. 8.1 Parallelaanslag, tafelverbreding Voor het afzagen van delen met een maximale breedte van 180 mm kan een parallelaanslag worden ingezet. De parallelaanslag kan ook als tafelverbreding worden gebruikt. 8.2 Geleidesysteem De geleiderail maakt precieze, zuivere zaag­ sneden mogelijk en beschermt tegelijkertijd het oppervlak van het werkstuk tegen beschadi­ ging. In combinatie met de omvangrijke accessoires kunnen met het geleidesysteem exacte hoek­ zaagsneden, verstekzaagsneden en inpaswerk­ zaamheden worden uitgevoerd. De bevesti­ gingsmogelijkheid met behulp van lijmklem­ men [6-4] zorgt voor een stevig houvast en voor veilig werken. 54 Toerentalniveau ► Speling van de zaagtafel op de geleiderail met de beide instelgeleiders [1-3] instellen. Zaag voor het eerste gebruik van de geleide­ rail de splinterbescherming [1-4] in: ► Zet het toerental van de machine op stand 6. ► Plaats de machine met de gehele geleide­ plaat aan het achtereinde van de geleide­ rail. ► Schakel de machine in. ► Druk de machine langzaam tot de max. in­ gestelde zaagdiepte omlaag en zaag de splinterbescherming zonder onderbreking over de gehele lengte aan. De rand van de splinterbescherming komt nu precies overeen met de snijrand. 8.3 Multifunctionele tafel Met de multifunctionele tafel MFT/3 kan het werkstuk eenvoudig worden opgespannen en kunnen grotere en kleinere werkstukken in combinatie met het geleidesysteem veilig en precies worden bewerkt. Door zijn talrijke ge­ Nederlands bruiksmogelijk-heden is het mogelijk econo­ misch en ergonomisch te werken. 8.4 Zaagbladen, overige accessoires Om uiteenlopend materiaal snel en zuiver te kunnen zagen biedt Festool voor alle werk­ zaamheden zaagbladen aan die speciaal op Festool handcirkelzaagmachines zijn afge­ stemd. 9 Reparatie en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor letsel, elektrische schokken ► Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk­ zaamheden de stekker altijd uit het stop­ contact trekken! ► Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam­ heden, waarvoor het vereist is om de mo­ torbehuizing te openen, mogen alleen in een geautoriseerde onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. trische gereedschap en op de aan-/uitschakelaar afzetten en in verbinding met luchtvochtigheid uitharden. Dat kan tot na­ delige beïnvloeding van het schakelmecha­ nisme leiden. 10 Milieu Geef het apparaat niet met het huisvuil mee!Voer de apparaten, accessoires en verpakkingen op milieuvriendelijke wijze af. Neem de geldende nationale voorschriften in acht. Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake gebruikte elektrische en elektronische appara­ ten en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieu­ vriendelijke wijze te worden afgevoerd. Informatie voor REACH: www.festool.com/ reach Klantenservice en reparatie al­ leen door fabrikant of door ser­ vicewerkplaatsen. Adres bij u in de buurt op: www.festool.nl/ service EKAT 4 2 1 3 5 Alleen originele Festool-reser­ veonderdelen gebruiken! Be­ stelnr. op: www.festool.nl/ service De volgende instructies in acht nemen ► Zorg ervoor dat de koelluchtopeningen in de motorbehuizing altijd vrij en schoon zijn om de luchtcirculatie te waarborgen. ► Om houtsplinters en -spanen uit het elek­ trisch gereedschap te verwijderen, moeten alle openingen schoongezogen worden. ► Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onderdelen moeten op deskundige wijze in een erkende en gespecialiseerde werk­ plaats gerepareerd en vervangen worden, voor zover niets anders in de gebruiksaan­ wijzing aangegeven is. ► Bij werkzaamheden met gips- en cement­ gebonden vezelplaten het apparaat bijzon­ der grondig reinigen. Reinig de ventilatie­ openingen van het elektrische gereedschap en de aan-/uit-schakelaar met droge en olievrije perslucht. Anders kan zich gips­ houdend stof in de behuizing van het elek­ 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118

Festool TS 75 EBQ-FS Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor