18
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 1)
Gebruik altijd de zijhandgreep om een veilige bediening
te verzekeren. Installeer de zijhandgreep zodanig dat de
tanden op de greep tussen de nokken op het huis van de
machine komen te zitten. Zet dan de handgreep vast
door deze in de gewenste positie naar rechts te draaien.
De handgreep kan 360° worden verdraaid zodat u deze
in elke gewenste positie kunt vastzetten.
Aanbrengen of verwijderen van de boor
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
boor aan te brengen of te verwijderen.
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te installeren. (Fig. 2)
Steek de boor in de machine. Draai de boor en duw deze
naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 3)
Nadat de boor is geïnstalleerd, moet u altijd controleren
of de boor goed vastzit door te proberen hem eruit te
trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u het boorkopdeksel
helemaal omlaag en dan trekt u de boor eruit. (Fig. 4)
Diepteaanslag (Fig. 5)
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Maak de zijhandgreep los en steek de
diepteaanslag in het gat in de zijhandgreep. Stel de diep-
teaanslag af op de gewenste diepte en zet de zijhand-
greep vast.
OPMERKING:
De diepteaanslag kan niet worden gebruikt in de positie
waarbij deze tegen het tandwielhuis aanstoot.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 6)
LET OP:
Alvorens de machine op een stopcontact aan te sluiten,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt
en bij het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Voor HR2440, HR2440X, HR2440F en HR2441
Om de machine te starten, drukt u gewoon de trekscha-
kelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt ingedrukt,
hoe sneller de machine draait. Om de machine uit te
schakelen, de trekschakelaar loslaten. Voor continuë
werking, drukt u de trekschakelaar in en dan drukt u de
vastzetknop in. Om de machine vanuit deze vergren-
delde stand te stoppen, de trekschakelaar volledig
indrukken en deze dan loslaten.
Voor HR2442
Om de machine te starten, drukt u gewoon de trekscha-
kelaar in. Om de machine uit te schakelen, de trekscha-
kelaar loslaten. Voor continuë werking, drukt u de
trekschakelaar in en dan drukt u de vastzetknop in. Om
de machine vanuit deze vergrendelde stand te stoppen,
de trekschakelaar volledig indrukken en deze dan losla-
ten.
Aanzetten van de lampen
(Fig. 6)
Voor Model HR2440F
LET OP:
Kijk niet direct in het licht of de lichtbron.
Druk de trekker in om de lamp aan te zetten. Laat de
trekker los om de lamp uit te doen.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil op de lamplens eraf te
vegen. Let op dat u geen krassen maakt op de lamplens,
aangezien de verlichtingssterkte daardoor zal verminde-
ren.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 7)
Voor HR2440, HR2440X, HR2440F
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Schuif de omkeerscha-
kelaar naar de positie
D
(zijde A) voor rechtse draai-
richting, of naar de positie
E
(zijde B) voor linkse
draairichting.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens de machine
te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen. Indien u de draairich-
ting verandert voordat de machine is gestopt, kan de
machine beschadigd raken.
• Wanneer u het gereedschap in linkse draairichting
gebruikt, kan de trekschakelaar alleen tot halverwege
worden ingedrukt en draait het gereedschap op halve
snelheid. Voor linkse draairichting kunt u de vergren-
delknop niet indrukken.
Kiezen van de bedieningsfunctie (Fig. 8)
Dit gereedschap heeft een omschakelknop. Gebruik
deze knop voor het kiezen van een van de twee bedie-
ningsfuncties die geschikt is voor uw werk. Voor roteren
alleen, draai de knop zodanig dat het pijltje op de knop
naar het
M
symbool op het lichaam van het gereed-
schap wijst. Voor roteren met hameren, draai de knop
zodanig dat het pijltje op de knop naar het
r
symbool
op het lichaam van het gereedschap wijst.
LET OP:
• Zet de knop altijd volledig op het gewenste symbool.
Indien u het gereedschap gebruikt met de knop halver-
wege tussen de twee symbolen geplaatst, kan het
gereedschap beschadigd raken.
• Gebruik de knop pas nadat het gereedschap tot volle-
dige stilstand is gekomen.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de boor
ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hierdoor helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Gatenzagen kunnen met dit gereedschap niet worden
gebruikt. Deze lopen of klemmen gemakkelijk vast in
het boorgat, zodat de koppelbegrenzer te vaak in wer-
king zal worden gesteld.