Microlife BP A80 de handleiding

Type
de handleiding
32
Weergave
Geachte klant,
Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch
instrument voor het nemen van metingen aan de bovenarm. Het is
eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het
controleren van uw bloeddruk bij u thuis. Dit instrument is in samen-
werking met artsen ontwikkeld en klinische testen hebben aange-
toond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder goed is.*
Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig door zodat u alle functies en
veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen dat u over het instrument
zeer teveden bent. Mocht u vragen hebben of als er problemen zijn
of u wilt reserveonderdelen bestellen, neemt u dan a.u.b. contact op
met de Microlife-Klantenservice. Uw dealer of apotheek zullen u het
adres van de Microlife dealer in uw land geven. Natuurlijk kunt u
ook een bezoek brengen aan het internet op www.microlife.nl waar
u een rijkdom aan waardevolle informatie kunt vinden over onze
producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit instrument gebruikt dezelfde meettechnologie als het
«BP 3BTO-H» model getest volgens het protocol van de European
Society for Hypertension (ESH).
Lees alvorens deze instrumenten te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Microlife BP A80
NL
1
AAN/UIT knop
2
Weergave
3
Insteekkaart
4
Manchetaansluiting
5
Pompkogelgewricht
6
Manchetcompartiment
7
Batterijcompartiment
8
Manchet
9
Manchetconnector
AT
Pompkogel
AK
Pompkogelconnector
AL
Snel reagerende aflaatklep
AM
Hart Aritmie Indicator
AN
Polsfrequentie
AO
Batterijweergave
AP
Opgeslagen waarden
AQ
Systolische waarde
AR
Diastolische waarde
AS
Pols
BT
Luchtpomp - omhoog
BK
Luchtaflaat
Geleverd onderdeel type BF
33BP A80
NL
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen
hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Eerste gebruik van het instrument
Activeren van geplaatste batterijen
Selecteer de juiste manchet
Sluit de pompkogel aan
3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument
4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroegtijdige
detectie
5. Datageheugen
6. Vervangen van de insteekkaart
7. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
8. Foutmeldingen
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwij-
dering
Veiligheid en bescherming
Instrumentonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
10. Garantie
11. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf
opnemen hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het instrument geeft ook de polsfrequentie (het aantal keren
dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk waarden kunnen nadelig zijn
voor uw gezondheid en moeten door uw arts worden
behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat.
Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloed-
drukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie en
gewichtsafname, kunt uzelf door lifestyle aanpassingen uw
bloeddruk ook verlagen.
Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen
zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts!
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloed-
druk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde
rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich
ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag,
één in de ochtend en één in de avond.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die welke thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal,
omdat deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje
dan slechts een enkele meting.
Bouw een pauze in van minimaal 15 seconden tussen twee
metingen.
34
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoor-
beeld: een uitgelezen waarde tussen
150/85
of
120/98
mmHg toont
«bloeddruk te hoog».
De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het instrument toont de
bereiken 1-6 in de tabel.
2. Eerste gebruik van het instrument
Activeren van geplaatste batterijen
Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7.
Selecteer de juiste manchet
Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selec-
teer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw
bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden van
de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen.
Sluit de pompkogel aan
Sluit de pompkogel aan AT op het instrument door de connector er
stevig in te drukken AK into the pump ball socket 5.
3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit
instrument
Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig
in de gaten houden omdat deze gedurende deze tijd drastisch
kan veranderen!
Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Para-
graaf 4.»), moeten metingen genomen met dit instrument alleen
worden beoordeeld in overleg met uw arts.
De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van de frequentie van hart-pacemakers!
Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeen-
stemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data
in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te
laag
z100 z60 Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk
optimum
100 - 120 60 - 80 Zelfcontrole
2. bloeddruk
normaal
120 - 130 80 - 85 Zelfcontrole
3. bloeddruk licht
verhoogd
130 - 140 85 - 90 Raadpleeg uw arts
4. bloeddruk te
hoog
140 - 160 90 - 100 Win medisch advies
in
5. bloeddruk veel
te hoog
160 - 180 100 - 110 Win medisch advies
in
6. bloeddruk
gevaarlijk
hoog
180y 110y Win dringend
medisch advies in!
Manchet grootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)
)
Gebruik alleen Microlife manchetten!
X
Neem contact op met Microlife Service, als de bijgesloten
manchet 8 niet past.
X
Sluit de manchet aan op het instrument door de manchet
connector 9 in de manchetaansluiting zover als het gaat in te
steken 4.
Controlelijst voor het opnemen van een betrouwbare meting
1. Vermijd activiteit, eten of roken direct vlak voor een meting.
2.
Ga minimaal 5 minuten voor het opnemen zitten en ontspannen.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder nauwsluitende kleding van de bovenarm. Om
afklemmen te vermijden, moeten de mouwen niet worden
opgerold -wanneer zij vlak liggen hinderen zij de manchet niet.
5.
Garandeer altijd dat de manchet juist is bevestigd, zoals aange-
geven in de afbeelding geïllustreerd op de korte instructiekaart.
Bevestig de manchet dicht om de arm, maar niet te strak.
Zorg dat de manchet ongeveer 2 cm boven de elleboog-
plooi wordt geplaatst, met de slang aan de binnenkant
van de arm.
Ondersteun uw arm zodat hij ontspannen is.
Garandeer dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Schakel het instrument in en wacht totdat «0» verschijnt in
de weergave en de pijl «S» BT begint te knipperen.
35BP A80
NL
4. Weergave van de hart aritmie indicator voor
vroegtijdige detectie
Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden
tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resul-
taat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de
meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als
het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week met
dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen.
Laat uw arts de volgende uitleg zien:
5. Datageheugen
Het instrument slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van
de meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF
knop ingedrukt 1 (het instrument moet eerst zijn uitgeschakeld).
Alle weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los
wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M».
6. Vervangen van de insteekkaart
U kunt de insteekkaart
3
vervangen door hem opzij eruit te trekken,
zoals getoond in
afb. IV
en vervang de papieren inzet.
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te laten
noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven. Extra
kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde.
7. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervan-
gende batterijen op voorraad houden.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knip-
peren zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
7. Neem de pompkogel in uw vrije hand (de arm waarmee u niet
meet) en pomp de manchet op. Bekijk de drukindicatie in de
weergave en pomp circa 40 mmHg hoger dan de verwachte
systolic value (the upper value). Als u niet genoeg gepompt
hebt zal een knipperende pijl «S» BT verschijnen die u zegt
meer te pompen.
8. Na het pompen wordt de meting automatsch verricht.
Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het
meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
9. Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave
en een zoemer weerklinkt AN elke keer met de waarneming
van een hartslag.
10. Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische
AR bloeddruk en de polsslag AS wordt weergegeven en een
langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op
verdere weergaven in dit boekje in acht.
11. Zodra de meting is voltooid drukt u op de snel reagerende
aflaatklep AL in order to release any remaining air in the cuff.
Verwijder de manchet en verpak hem in het instrument zoals
aangegeven in afb. II.
12. Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en
schakel het instrument uit. (De monitor gaat automatisch uit
na ongeveer. 1 min.).
)
U kunt de meting op elk gewenst tijdstip onderbreken door
op de snel reagerende aflaatklep te drukken AL
(b.v.wanneer u zich ongemakkelijk voelt of een onplezierig
drukgevoel waarneemt).
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook
de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het
instrument is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonre-
gelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker
verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte
metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen.
Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor
om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken.
1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het
instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.
2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
36
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken.
8. Foutmeldingen
Als er een foutmelding optreedt, wordt de meting onderbroken en
wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
)
Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen.
)
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
)
Verwijder batterijen als het instrument voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
)
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
)
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten
niet in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen
raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal
gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat).
)
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het instrument voor een week of langer te gebruiken!
)
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
druk monitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
Fout Beschrijving
Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polssignalen op de manchet zijn te
zwak. Plaats de manchet opnieuw en
herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn foutmeldingen door
de manchet geconstateerd, door bijvoor-
beeld een beweging of samentrekking van
een spier. Herhaal de meting terwijl u uw
arm stil houdt.
«ERR 3» Geen druk in
de manchet
Een adequate druk kan niet in de manchet
worden geproduceerd. Er kan een lek zijn
opgetreden. Controleer dat manchet en
pompkogel juist zijn bevestigd en dat de
manchet niet te losjes zitVervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onnauwkeurig en
daarom kan geen resultaat worden weer-
gegeven. Lees de controlelijst door
voordat u betrouwbare metingen verricht
en herhaal dan de metingen.
«HI» Polsslag of
manchetdruk
te hoog
De druk in de manchet is te hoog (boven
300 mmHg) OF de polsslag is te hoog (bo-
ven 200 slagen per minuut). Ontspan gedu-
rende 5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen
per minuut). Herhaal de meting.*
)
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
Dit instrument mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals
in dit boekje beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuiste toepassing.
Dit instrument bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedie-
ningscondities beschreven in de «Technische specificaties»
paragraaf in acht!
Bescherm het tegen:
water en vochtigheid
extreme temperaturen
schokken en laten vallen
vervuiling en stof
direct zonlicht
warmte en kou
De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid
worden behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht.
Gebruik het instrument niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties.
Fout Beschrijving
Mogelijke oorzaak en oplossing
37BP A80
NL
Instrumentonderhoud
Reinig het instrument alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
U kunt de bekleding van de manchet op 30°C in de machine
wassen (niet strijken!).
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit instrument elke 2 jaar op nauwkeuigheid te
laten testen of na mechanische schok (b.v. na een val). Neem a.u.b.
contact op met de Microlife-Service afdeling om een test te
regelen (zie voorwoord).
Verwijdering
10. Garantie
Dit instrument heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoop-
datum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van
een garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) met
bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Neem contact op met Microlife-Service (zie voorwoord).
11. Technische specificaties
Dit apparaat komt overeen met de normen van het Medical Device
Directive 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Gebruik het instrument niet wanneer u vermoedt dat het
beschadigd is of wanneer u iets ongebruikelijks constateert.
Open het instrument nooit.
Wanneer het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
Laat kinderen het instrument alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt.
WAARSCHUWING: U mag echter nooit het binnenste
opblaasbare gedeelte wassen Verwijder altijd het gevoe-
lige binnengedeelte uit de manchet voor het wassen en
plaats het nadien weer zorgvuldig terug.
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het instrument maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
Werkingstempe-
ratuur:
10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95 % relatieve maximum vochtigheid
Bewaartempera-
tuur:
-20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95 % relatieve maximum vochtigheid
Gewicht: 610 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 151 x 115 x 88 mm
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch
Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut– polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Polsslagnauw-
keurigheid: ±5 % van de uitleeswaarde
Spanningsbron: 4 x 1.5 V Batterijen; size AA
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC)

Documenttranscriptie

Microlife BP A80 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AT AK AL AAN/UIT knop Weergave Insteekkaart Manchetaansluiting Pompkogelgewricht Manchetcompartiment Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector Pompkogel Pompkogelconnector Snel reagerende aflaatklep Weergave AM Hart Aritmie Indicator AN Polsfrequentie AO Batterijweergave AP Opgeslagen waarden AQ Systolische waarde AR Diastolische waarde AS Pols BT Luchtpomp - omhoog BK Luchtaflaat Geleverd onderdeel type BF 32 NL Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch instrument voor het nemen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk bij u thuis. Dit instrument is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische testen hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder goed is.* Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen dat u over het instrument zeer teveden bent. Mocht u vragen hebben of als er problemen zijn of u wilt reserveonderdelen bestellen, neemt u dan a.u.b. contact op met de Microlife-Klantenservice. Uw dealer of apotheek zullen u het adres van de Microlife dealer in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook een bezoek brengen aan het internet op www.microlife.nl waar u een rijkdom aan waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit instrument gebruikt dezelfde meettechnologie als het «BP 3BTO-H» model getest volgens het protocol van de European Society for Hypertension (ESH). Lees alvorens deze instrumenten te gebruiken de instructies aandachtig door. Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het instrument • Activeren van geplaatste batterijen • Selecteer de juiste manchet • Sluit de pompkogel aan 3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument 4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 5. Datageheugen 6. Vervangen van de insteekkaart 7. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 8. Foutmeldingen 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Instrumentonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 10. Garantie 11. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) BP A80 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. • Het instrument geeft ook de polsfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. • Constante hoge bloeddruk waarden kunnen nadelig zijn voor uw gezondheid en moeten door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat. • Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloeddrukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie en gewichtsafname, kunt uzelf door lifestyle aanpassingen uw bloeddruk ook verlagen. • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag, één in de ochtend en één in de avond. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die welke thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje dan slechts een enkele meting. • Bouw een pauze in van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. 33 NL • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat deze gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! • Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), moeten metingen genomen met dit instrument alleen worden beoordeeld in overleg met uw arts. • De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van de frequentie van hart-pacemakers! Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeenstemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data in mmHg. Bereik bloeddruk te laag 1. bloeddruk optimum 2. bloeddruk normaal 3. bloeddruk licht verhoogd 4. bloeddruk te hoog 5. bloeddruk veel te hoog 6. bloeddruk gevaarlijk hoog Systolisch z100 Diastolisch z60 Zelfcontrole 120 - 130 80 - 85 Zelfcontrole 130 - 140 85 - 90 Raadpleeg uw arts 140 - 160 90 - 100 Win medisch advies in Win medisch advies in Win dringend medisch advies in! 180y 110y De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/98 mmHg toont «bloeddruk te hoog». De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het instrument toont de bereiken 1-6 in de tabel. 2. Eerste gebruik van het instrument Activeren van geplaatste batterijen Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7. 34 ) X X Advies Raadpleeg uw arts 100 - 120 60 - 80 160 - 180 100 - 110 Selecteer de juiste manchet Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden van de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen. Manchet grootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches) M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches) L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches) Gebruik alleen Microlife manchetten! Neem contact op met Microlife Service, als de bijgesloten manchet 8 niet past. Sluit de manchet aan op het instrument door de manchet connector 9 in de manchetaansluiting zover als het gaat in te steken 4. Sluit de pompkogel aan Sluit de pompkogel aan AT op het instrument door de connector er stevig in te drukken AK into the pump ball socket 5. 3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument Controlelijst voor het opnemen van een betrouwbare meting 1. Vermijd activiteit, eten of roken direct vlak voor een meting. 2. Ga minimaal 5 minuten voor het opnemen zitten en ontspannen. 3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links). 4. Verwijder nauwsluitende kleding van de bovenarm. Om afklemmen te vermijden, moeten de mouwen niet worden opgerold -wanneer zij vlak liggen hinderen zij de manchet niet. 5. Garandeer altijd dat de manchet juist is bevestigd, zoals aangegeven in de afbeelding geïllustreerd op de korte instructiekaart. • Bevestig de manchet dicht om de arm, maar niet te strak. • Zorg dat de manchet ongeveer 2 cm boven de elleboogplooi wordt geplaatst, met de slang aan de binnenkant van de arm. • Ondersteun uw arm zodat hij ontspannen is. • Garandeer dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Schakel het instrument in en wacht totdat «0» verschijnt in de weergave en de pijl «S» BT begint te knipperen. 7. Neem de pompkogel in uw vrije hand (de arm waarmee u niet meet) en pomp de manchet op. Bekijk de drukindicatie in de weergave en pomp circa 40 mmHg hoger dan de verwachte systolic value (the upper value). Als u niet genoeg gepompt hebt zal een knipperende pijl «S» BT verschijnen die u zegt meer te pompen. 8. Na het pompen wordt de meting automatsch verricht. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 9. Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave en een zoemer weerklinkt AN elke keer met de waarneming van een hartslag. 10. Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR bloeddruk en de polsslag AS wordt weergegeven en een langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op verdere weergaven in dit boekje in acht. 11. Zodra de meting is voltooid drukt u op de snel reagerende aflaatklep AL in order to release any remaining air in the cuff. Verwijder de manchet en verpak hem in het instrument zoals aangegeven in afb. II. 12. Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en schakel het instrument uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). ) U kunt de meting op elk gewenst tijdstip onderbreken door op de snel reagerende aflaatklep te drukken AL (b.v.wanneer u zich ongemakkelijk voelt of een onplezierig drukgevoel waarneemt). 4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroegtijdige detectie Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: BP A80 Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het instrument is klinisch gevalideerd. Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonregelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Datageheugen Het instrument slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van de meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF knop ingedrukt 1 (het instrument moet eerst zijn uitgeschakeld). Alle weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M». 6. Vervangen van de insteekkaart U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet. Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven. Extra kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde. 7. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervangende batterijen op voorraad houden. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken. 2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. 35 NL Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen. ) ) ) Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden. Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! ) ) ) ) De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het instrument voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddruk monitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid! 8. Foutmeldingen Als er een foutmelding optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polssignalen op de manchet zijn te zwak zwak. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn foutmeldingen door de manchet geconstateerd, door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen druk in Een adequate druk kan niet in de manchet de manchet worden geproduceerd. Er kan een lek zijn opgetreden. Controleer dat manchet en pompkogel juist zijn bevestigd en dat de manchet niet te losjes zitVervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. 36 Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onnauwkeurig en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen. «HI» Polsslag of De druk in de manchet is te hoog (boven manchetdruk 300 mmHg) OF de polsslag is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedute hoog rende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen laag per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.». ) 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Dit instrument mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in dit boekje beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuiste toepassing. • Dit instrument bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningscondities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf in acht! • Bescherm het tegen: − water en vochtigheid − extreme temperaturen − schokken en laten vallen − vervuiling en stof − direct zonlicht − warmte en kou • De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid worden behandeld. • Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht. • Gebruik het instrument niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. • Gebruik het instrument niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u iets ongebruikelijks constateert. • Open het instrument nooit. • Wanneer het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. Laat kinderen het instrument alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Instrumentonderhoud Reinig het instrument alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet U kunt de bekleding van de manchet op 30°C in de machine wassen (niet strijken!). WAARSCHUWING: U mag echter nooit het binnenste opblaasbare gedeelte wassen Verwijder altijd het gevoelige binnengedeelte uit de manchet voor het wassen en plaats het nadien weer zorgvuldig terug.  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit instrument elke 2 jaar op nauwkeuigheid te laten testen of na mechanische schok (b.v. na een val). Neem a.u.b. contact op met de Microlife-Service afdeling om een test te regelen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 10. Garantie • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. Neem contact op met Microlife-Service (zie voorwoord). 11. Technische specificaties Werkingstemperatuur: Bewaartemperatuur: Gewicht: Afmetingen: Meetprocedure: Meetbereik: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % relatieve maximum vochtigheid -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % relatieve maximum vochtigheid 610 g (inclusief batterijen) 151 x 115 x 88 mm oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut– polsslag Manchetdruk weergave bereik: 0 - 299 mmHg Resolutie: 1 mmHg Statische nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg Polsslagnauwkeurigheid: ±5 % van de uitleeswaarde Spanningsbron: 4 x 1.5 V Batterijen; size AA Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC) Dit apparaat komt overeen met de normen van het Medical Device Directive 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. Dit instrument heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) met bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het instrument maken de garantie ongeldig. BP A80 37 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Microlife BP A80 de handleiding

Type
de handleiding