Microlife A100 Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

42
Weergave
Geachte klant,
Uw nieuwe bloeddruk Microlife monitor is een betrouwbaar
medisch instrument voor het nemen van metingen aan de bovenarm.
Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor
het controleren van uw bloeddruk bij u thuis. Dit instrument is in
samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische testen hebben
aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder goed is.*
Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig door zodat u alle functies en
veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen dat u over het instrument
zeer teveden bent Microlife. Mocht u vragen hebben of als er
problemen zijn of u wilt reserveonderdelen bestellen, neemt u dan
a.u.b. contact op met de Microlife-Klantenservice. Uw dealer of
apotheek zullen u het adres van de Microlife dealer in uw land
geven. Natuurlijk kunt u ook een bezoek brengen aan het internet
op www.microlife.com waar u een rijkdom aan waardevolle infor-
matie kunt vinden over onze producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit instrument gebruikt dezelfde meettechnologie als het prijs
toegekende model «BP 3BTO-A» getest volgens het British Hyper-
tension Society (BHS) protocol.
Lees alvorens deze deken te gebruiken de instructies aandachtig
door.
Microlife BP A100 Plus
NL
1
ON/OFF knop
2
Weergave
3
Insteekkaart
4
Manchetaansluiting
5
Hoofdadapteraansluiting
6
Manchetcompartiment
7
Batterijcompartiment
8
Manchet
9
Manchetconnector
AT
M-knop (geheugen)
AK
MAM Schakelaar
AL
Tijdknop
AM
Hart Aritmie Indicator
AN
Polsfrequentie
AO
Batterijweergave
AP
opgeslagen waarden
AQ
Systolische waarde
AR
Diastolische waarde
AS
Puls
BT
Datum /tijd
BK
MAM Modus
BL
MAM Intervaltijd
BM
Verkeerslichtweergave
BN
Alarmtijd
43BP A100 Plus
NL
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen
hiervan
hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Eerste gebruik van het instrument
Activeren van geplaatste batterijen
Instellen van datum en tijd
Selecteer de juiste manchet
Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus
MAM Modus
3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument
4. Weergave van de hart aritmie indicator voor
vroegtijdige detectie
5. Verkeerslichtindicatie in de weergave
6. Datageheugen
Bekijken van de opgeslagen waarden
Geheugen vol
Wis alle waarden
7. Vervangen van de insteekkaart
8. Instellen van de alarmfunctie
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
10. Gebruik van een hoofdadapter
11. Foutmeldingen
12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Instrumentonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
13. Garantie
14. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf
opnemen hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het instrument geeft ook de polsfrequentie (het aantal keren
dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk waarden kunnen nadelig zijn
voor uw gezondheid en moeten door uw arts worden
behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat.
Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloed-
drukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht.
Er zijn verschillende oorzaken voor
hoge bloeddrukwaarden
. Uw
arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien nodig een
behandeling voorstellen. Naast medicatie, ontspanningsoefeningen,
gewichtafname en oefening kunt u uw bloeddruk ook verlagen.
Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen
zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts!
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloed-
druk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde
rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich
ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag,
één in de ochtend en één in de avond.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die welke thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal,
omdat deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje
dan slechts een enkele meting.
Bouw een pauze in van minimaal 15 seconden tussen twee
metingen.
Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig
in de gaten houden omdat deze gedurende deze tijd drastisch
kan veranderen!
44
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoor-
beeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/98 mmHg toont
«bloeddruk te hoog».
De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het instrument toont de
bereiken 1-6 in de tabel.
2. Eerste gebruik van het instrument
Activeren van geplaatste batterijen
Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7.
Instellen van datum en tijd
Selecteer de juiste manchet
Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selec-
teer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw
bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden van
de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen.
Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus
Dit instrument laat u kiezen tussen óf standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de MAM
schakelaar AK aan de zijkant van het instrument omlaag in stand
«1» en om MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar
omhoog in stand «3».
Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Para-
graaf 4.»), moeten metingen genomen met dit instrument alleen
worden beoordeeld in overleg met uw arts.
De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van de frequentie van hart-pacemakers!
Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeenstem-
ming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te
laag
z100 z60 Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk
optimum
100 - 120 60 - 80 Zelfcontrole
2. bloeddruk
normaal
120 - 130 80 - 85 Zelfcontrole
3. bloeddruk licht
verhoogd
130 - 140 85 - 90 Raadpleeg uw arts
4. bloeddruk te
hoog
140 - 160 90 - 100 Win medisch advies
in
5. bloeddruk veel
te hoog
160 - 180 100 - 110 Win medisch advies
in
6. bloeddruk
gevaarlijk hoog
180y 110y Win dringend
medisch advies in!
1. Nadat de batterijen zijjn geplaatste knippert het jaartal in de
weergave. U kunt het jaar instellen door op de M-knop te
drukken AT. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellenonfirm and then set the month, press the time button AL.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijd-
knop om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden tot het jaarnummer begint
te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hier-
boven beschreven.
Manchet grootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)
)
Gebruik alleen Microlife manchetten!
X
Neem contact op met Microlife Service, als de bijgesloten
manchet 8 niet past.
X
Sluit de manchet aan op het instrument door de manchet connector
9
in de manchetaansluiting zover als het gaat in te steken
4
.
45BP A100 Plus
NL
MAM Modus
3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit
instrument
4. Weergave van de hart aritmie indicator voor
vroegtijdige detectie
Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden
tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resul-
taat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de
meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als
het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week met
dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen.
Laat uw arts de volgende uitleg zien:
In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in
volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd
en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is
een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een
die is verkregen door een enkele meting.
Na het indrukken van de ON/OFF knop 1, verschijnt de gese-
lecteerde modus in het MAM display als het MAM-symbool BK.
Het gedeelte onderaan rechts in de weergave toont een 1, 2 of 3 om
aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen
(15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monito-
ring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische instrumenten). Het
aftellen toont de resterende tijd en een zoemer zal klinken 5
seconden voordat de 2e en 3e metingen beginnen.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
Controlelijst voor het opnemen van een betrouwbare
meting
1. Vermijd activiteit, eten of roken direct vlak voor een meting.
2. Ga minimaal 5 minuten voor het opnemen zitten en
ontspannen.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder nauwsluitende kleding van de bovenarm. Om
afklemmen te vermijden, moeten de mouwen niet worden
opgerold -wanneer zij vlak liggen hinderen zij de manchet niet.
5.
Garandeer dat de manchet altijd goed is geplaatst,zoals getoond
in de afbeeldingen getoond aan het begin van dit boekje.
Bevestig de manchet dicht om de arm, maar niet te strak.
Zorg dat de manchetre that the cuff is 3 cm (1 inch) above
your elbow with the tube on the inside of your arm.
Ondersteun uw arm zodat hij ontspannen is.
Garandeer dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de ON/OFF knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet zal nu automatisch oppompen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetre-
sultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt,stompt het pompen en
daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd
bereikt,zal het instrument automatisch meer lucht in de
manchet pompenthe cuff.
9. Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave
en een zoemer weerklinkt AN elke keer met de waarneming
van een hartslag.
10. Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische
AR bloeddruk en de polsslag AS wordt weergegeven en een
langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op
verdere weergaven in dit boekje in acht.
11. Wanneer een meting voltooid is, verwijder dan de manchet
en verpak het in het instrument als getoond in afb. II.
12. Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en
schakel het instrument uit. (De monitor gaat automatisch uit
na ongeveer. 1 min.).
)
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de ON/OFF knop te drukken (b.v. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
46
5. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken in de linkerhoek van de verkeerslichtweergave laten u het
bereik zien waarbinnen de getoonde bloeddrukwaarde ligt BM.
Afhankelijk van de hoogte van de balk ligt de uitleeswaarde of
binnen het normale (groene), grensgebied (geel) of gevaren (rode)
bereik. De classificatie komt overeen met de 6 bereiken in de tabel
zoals gedefinieerd door de WHO, zoals beschreven in «Paragraaf 1.».
6. Datageheugen
Aan het eind van een meting slaat dit instrument automatisch elk
resultaat op inclusief datum en tijd.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk eventjes op de M-buttonAT, wanneer het instrument is uitge-
schakeld. De weergave toont eerst «M» AP en dan een waarde, b.v.
«M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn. Het
instrument schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat.
Wederom de M-knop indrukken toont de vorige waarde. Herhaaldelijk
indrukken van de M-knop laat u heen en weer bewegen van de ene
opgeslagen waarde naar de andere.
Geheugen vol
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen, dan
houdt u de M-knop (het instrument moet van te voren zijn uitgescha-
keld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop los. Om
het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop terwijl hij
knippert «CL». Individuele waarden kunnen niet worden gewist.
7. Vervangen van de insteekkaart
U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te
trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet.
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te
laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven.
Extra kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde.
8. Instellen van de alarmfunctie
Dit instrument laat u 2 alarmtijden instellen waarbij een alarmsig-
naal geactiveerd zal worden. Dit kan een handig hulpmiddel zijn
bijvoorbeeld ter herinnering voor het innemen van uw medicijnen.
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook
polsfrequentie tijdens het meten analyseert. Het instrument is
klinisch getest.
Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonre-
gelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker
verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte
metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen.
Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor
om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken.
Wanneer het geheugen 200 resultaten heeft opgeslagen
toont de weergave «Full M» een na een meting. Vanaf dit
punt en verder wordt een nieuwe waarde opgeslagen door
ode oudste waarde te overschrijven.
1. Voor het instellen van de alarmtijd,drukt u op de tijdknop AL het
instrument moet van tevoren zijn uitgeschakeld)en direct erna
de M-knop AT en houdt beide ingedrukt tot het kloksymbool BN
links onderaan in de weergave verschijnt. Laat dan beide
knoppen los. Het knipperen «1» in de weergave geeft aan dat
het eerst alarm nu kan worden ingesteld.
2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave
knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen.
Druk op de tijdknop ter bevestiging
3.
Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de M-
knop worden ingesteld. ter bevestiging drukt u weer op de tijdknop.
4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te
selecteren of de alarmtijd actief klok) of inactief moet zijn (door-
gekruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging
X
Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven te
werk maar als de «1» flashes, press the M-button to select «2»
and confirm with the time button.
X
Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in de
weergave.
X
Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken.
X
Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt
u op de ON/OFF knop 1.
X
Om het alarm permanent uit te schakelen als hierboven
beschreven te werk gaan, en kies het doorgekruiste kloksym-
bool. Dit zal dan van de weergave verdwijnen.
47BP A100 Plus
NL
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervan-
gende batterijen op voorraad houden.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knip-
peren zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken.
10. Gebruik van een hoofdadapter
U kunt dit instrument met de Microlife hoofdadapter (DC 6V,
600mA) gebruiken.
Wanneer de hoofdadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
11. Foutmeldingen
Als er een foutmelding optreedt, wordt de meting onderbroken en
wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
X
De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer
dat de batterijen vervangen zijn.
1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het
instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.
2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen de procedure volgen zoals
beschreven in «Paragraaf 2.».
)
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
(en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten
worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de
batterijenafter the batteries are replaced.
)
Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen.
)
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
)
Verwijder batterijen als het instrument voor een langere
tijd niet gebruikt gaat worden.
)
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
)
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten
niet in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen
raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal
gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat).
)
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het instrument voor een week of langer te gebruiken!
)
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
druk monitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheider and observe the
information regarding charging, care and durability!
)
Gebruik alleen de hoofd Microlife adapterbeschikbaar als
originele accessoire voor uw voedingsspanning,b.v. de
Microlife 230V adapter».
)
Garandeer dat zowel de hoofdadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de hoofdadapteraansluiting in de
bloeddruk 5 monitor.
2. Steek de adapterstekker in de wandcontactdoos.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polssignalen op de manchet zijn te
zwak. Plaats de manchet opnieuwtion
the cuff and repeat the measurement.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn foutmeldingen
door de manchet geconstateerd, door
bijvoorbeeld een beweging of samen-
trekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3» Geen druk in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek zijn opgetreden. Controleer of de
manchet goed is aangesloten en niet te
los. Vervang de batterijen indien nodig.
Herhaal de meting.
48
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Instrumentonderhoud
Reinig het instrument alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
U kunt de bekleding van de manchet op 30°C in de machine
wassen (niet strijken!).
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit instrument elke 2 jaar op nauwkeuigheid te
laten testen of na mechanische schok (b.v. na een val). Neem a.u.b.
contact op met de Microlife-Service afdeling om een test te
regelen (zie voorwoord).
Verwijdering
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onnauwkeurig en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Lees de controlelijst door
voordat u betrouwbare metingen
verricht en herhaal dan de metingen
«ERR 6» MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het
meten in MAM mode, making it impos-
sible to obtain a final result. Lees de
controlelijst door voordat u betrouwbare
metingen verricht en herhaal dan de
metingen
«HI» Polsslag of
manchetdruk
te hoog
De druk in de manchet is te hoog (boven
300 mmHg) OF de polsslag is te hoog
(boven 200 slagen per minuut). Ontspan
gedurende 5 minuten en herhaal de
meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen
per minuut). Herhaal de meting.*
)
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
Dit instrument mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals
in dit boekje beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuiste toepassing.
Dit instrument bevat gevoelige componenten en moet met voorzich-
tigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningscondi-
ties beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf in acht!
Bescherm het tegen:
water en vochtigheid
extreme temperaturen
schokken en laten vallen
vervuiling en stof
direct zonlicht
warmte en kou
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid
worden behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht.
Gebruik het instrument niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties.
Gebruik het instrument niet wanneer u vermoedt dat het
beschadigd is of wanneer u iets ongebruikelijks constateert.
Open het instrument nooit.
Wanneer het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
Garandeer dat kinderen het instrument niet zonder toezicht
gebruiken; sommige onderdelen zijn klein genoeg om te
kunnen worden ingeslikt.
WAARSCHUWING: U mag echter nooit het binnenste
opblaasbare gedeelte wassen Verwijder altijd het gevoe-
lige binnengedeelte uit de manchet voor het wassen en
plaats het nadien weer zorgvuldig terug.
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
49BP A100 Plus
NL
13. Garantie
Dit instrument heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoop-
datum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van
een garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) met
bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Neem contact op met Microlife-Service (zie voorwoord).
14. Technische specificaties
Technische wijzigingen voorbehouden!
Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het instrument maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
Werkingstemperatuur: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F
Bewaartemperatuur: -20 - +50 °C / -4 - +122 °F
15 - 90 % relatieve maximum vochtig-
heid
Gewicht: 735 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 160 x 140 x 98 mm
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V dias-
tolisch
Meetbereik: 30 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut– polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Polsslagnauw-
keurigheid: ±5 % van de uitleeswaarde
Spanningsbron: 4 x 1.5 V Batterijen; size AA
Hoofdadapter DC 6V, 600 mA
(optioneel)
Verwijzing naar
normen:
EU Richtlijnen 93/42/EEC
NIBP vereisten: EN 1060-1 /-3 /-4,
ANSI / AAMI SP10

Documenttranscriptie

Microlife BP A100 Plus 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AT AK AL ON/OFF knop Weergave Insteekkaart Manchetaansluiting Hoofdadapteraansluiting Manchetcompartiment Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector M-knop (geheugen) MAM Schakelaar Tijdknop Weergave AM Hart Aritmie Indicator AN Polsfrequentie AO Batterijweergave AP opgeslagen waarden AQ Systolische waarde AR Diastolische waarde AS Puls BT Datum /tijd BK MAM Modus BL MAM Intervaltijd BM Verkeerslichtweergave BN Alarmtijd NL Geachte klant, Uw nieuwe bloeddruk Microlife monitor is een betrouwbaar medisch instrument voor het nemen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk bij u thuis. Dit instrument is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische testen hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder goed is.* Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen dat u over het instrument zeer teveden bent Microlife. Mocht u vragen hebben of als er problemen zijn of u wilt reserveonderdelen bestellen, neemt u dan a.u.b. contact op met de Microlife-Klantenservice. Uw dealer of apotheek zullen u het adres van de Microlife dealer in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook een bezoek brengen aan het internet op www.microlife.com waar u een rijkdom aan waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit instrument gebruikt dezelfde meettechnologie als het prijs toegekende model «BP 3BTO-A» getest volgens het British Hypertension Society (BHS) protocol. Lees alvorens deze deken te gebruiken de instructies aandachtig door. 42 Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen hiervan • hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het instrument • Activeren van geplaatste batterijen • Instellen van datum en tijd • Selecteer de juiste manchet • Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus • MAM Modus 3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument 4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave 6. Datageheugen • Bekijken van de opgeslagen waarden • Geheugen vol • Wis alle waarden 7. Vervangen van de insteekkaart 8. Instellen van de alarmfunctie 9. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 10. Gebruik van een hoofdadapter 11. Foutmeldingen 12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Instrumentonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 13. Garantie 14. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) BP A100 Plus 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf opnemen hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. • Het instrument geeft ook de polsfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. • Constante hoge bloeddruk waarden kunnen nadelig zijn voor uw gezondheid en moeten door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat. • Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloeddrukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie, ontspanningsoefeningen, gewichtafname en oefening kunt u uw bloeddruk ook verlagen. • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag, één in de ochtend en één in de avond. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die welke thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje dan slechts een enkele meting. • Bouw een pauze in van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat deze gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! 43 NL • Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), moeten metingen genomen met dit instrument alleen worden beoordeeld in overleg met uw arts. • De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van de frequentie van hart-pacemakers! Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeenstemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data in mmHg. Bereik bloeddruk te laag 1. bloeddruk optimum 2. bloeddruk normaal 3. bloeddruk licht verhoogd 4. bloeddruk te hoog 5. bloeddruk veel te hoog 6. bloeddruk gevaarlijk hoog Systolisch z100 Diastolisch z60 Advies Raadpleeg uw arts 100 - 120 60 - 80 Zelfcontrole 120 - 130 80 - 85 Zelfcontrole 130 - 140 85 - 90 Raadpleeg uw arts 140 - 160 90 - 100 Win medisch advies in 160 - 180 100 - 110 Win medisch advies in 180y 110y Win dringend medisch advies in! De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/98 mmHg toont «bloeddruk te hoog». De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het instrument toont de bereiken 1-6 in de tabel. 2. Eerste gebruik van het instrument Activeren van geplaatste batterijen Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7. 44 Instellen van datum en tijd 1. Nadat de batterijen zijjn geplaatste knippert het jaartal in de weergave. U kunt het jaar instellen door op de M-knop te drukken AT. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellenonfirm and then set the month, press the time button AL. 2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijdknop om te bevestigen en stel dan de dag in. 3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te stellen. 4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven. 5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop ingedrukt gedurende ca. 3 seconden tot het jaarnummer begint te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven beschreven. Selecteer de juiste manchet Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden van de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen. Manchet grootte S M L ) X X voor omtrek van de bovenarm 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches) 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches) 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches) Gebruik alleen Microlife manchetten! Neem contact op met Microlife Service, als de bijgesloten manchet 8 niet past. Sluit de manchet aan op het instrument door de manchet connector 9 in de manchetaansluiting zover als het gaat in te steken 4. Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus Dit instrument laat u kiezen tussen óf standaard (standaard enkelvoudige meting) of modus MAM (automatische drievoudige meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de MAM schakelaar AK aan de zijkant van het instrument omlaag in stand «1» en om MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar omhoog in stand «3». MAM Modus • In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een die is verkregen door een enkele meting. • Na het indrukken van de ON/OFF knop 1, verschijnt de geselecteerde modus in het MAM display als het MAM-symbool BK. • Het gedeelte onderaan rechts in de weergave toont een 1, 2 of 3 om aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt. • Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen (15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monitoring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische instrumenten). Het aftellen toont de resterende tijd en een zoemer zal klinken 5 seconden voordat de 2e en 3e metingen beginnen. • De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht. • Verwijder de manchet niet tussen de metingen. • Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan wordt een vierde automatisch genomen. 6. Druk op de ON/OFF knop 1 om de meting te starten. 3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument ) Controlelijst voor het opnemen van een betrouwbare meting 1. Vermijd activiteit, eten of roken direct vlak voor een meting. 4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 2. Ga minimaal 5 minuten voor het opnemen zitten en ontspannen. 3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links). 4. Verwijder nauwsluitende kleding van de bovenarm. Om afklemmen te vermijden, moeten de mouwen niet worden opgerold -wanneer zij vlak liggen hinderen zij de manchet niet. 5. Garandeer dat de manchet altijd goed is geplaatst,zoals getoond in de afbeeldingen getoond aan het begin van dit boekje. • Bevestig de manchet dicht om de arm, maar niet te strak. • Zorg dat de manchetre that the cuff is 3 cm (1 inch) above your elbow with the tube on the inside of your arm. • Ondersteun uw arm zodat hij ontspannen is. • Garandeer dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. BP A100 Plus 7. De manchet zal nu automatisch oppompen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 8. Wanneer de juiste druk is bereikt,stompt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt,zal het instrument automatisch meer lucht in de manchet pompenthe cuff. 9. Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave en een zoemer weerklinkt AN elke keer met de waarneming van een hartslag. 10. Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR bloeddruk en de polsslag AS wordt weergegeven en een langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op verdere weergaven in dit boekje in acht. 11. Wanneer een meting voltooid is, verwijder dan de manchet en verpak het in het instrument als getoond in afb. II. 12. Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en schakel het instrument uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de ON/OFF knop te drukken (b.v. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt). Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: 45 NL Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook polsfrequentie tijdens het meten analyseert. Het instrument is klinisch getest. Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonregelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave De balken in de linkerhoek van de verkeerslichtweergave laten u het bereik zien waarbinnen de getoonde bloeddrukwaarde ligt BM. Afhankelijk van de hoogte van de balk ligt de uitleeswaarde of binnen het normale (groene), grensgebied (geel) of gevaren (rode) bereik. De classificatie komt overeen met de 6 bereiken in de tabel zoals gedefinieerd door de WHO, zoals beschreven in «Paragraaf 1.». 6. Datageheugen Aan het eind van een meting slaat dit instrument automatisch elk resultaat op inclusief datum en tijd. Bekijken van de opgeslagen waarden Druk eventjes op de M-buttonAT, wanneer het instrument is uitgeschakeld. De weergave toont eerst «M» AP en dan een waarde, b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn. Het instrument schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat. Wederom de M-knop indrukken toont de vorige waarde. Herhaaldelijk indrukken van de M-knop laat u heen en weer bewegen van de ene opgeslagen waarde naar de andere. Geheugen vol Wanneer het geheugen 200 resultaten heeft opgeslagen toont de weergave «Full M» een na een meting. Vanaf dit punt en verder wordt een nieuwe waarde opgeslagen door ode oudste waarde te overschrijven.  Wis alle waarden Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen, dan houdt u de M-knop (het instrument moet van te voren zijn uitgescha46 keld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop terwijl hij knippert «CL». Individuele waarden kunnen niet worden gewist. 7. Vervangen van de insteekkaart U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet. Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven. Extra kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde. 8. Instellen van de alarmfunctie Dit instrument laat u 2 alarmtijden instellen waarbij een alarmsignaal geactiveerd zal worden. Dit kan een handig hulpmiddel zijn bijvoorbeeld ter herinnering voor het innemen van uw medicijnen. 1. Voor het instellen van de alarmtijd,drukt u op de tijdknop AL het instrument moet van tevoren zijn uitgeschakeld)en direct erna de M-knop AT en houdt beide ingedrukt tot het kloksymbool BN links onderaan in de weergave verschijnt. Laat dan beide knoppen los. Het knipperen «1» in de weergave geeft aan dat het eerst alarm nu kan worden ingesteld. 2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen. Druk op de tijdknop ter bevestiging 3. Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de Mknop worden ingesteld. ter bevestiging drukt u weer op de tijdknop. 4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te selecteren of de alarmtijd actief klok) of inactief moet zijn (doorgekruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging X X X X X Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven te werk maar als de «1» flashes, press the M-button to select «2» and confirm with the time button. Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in de weergave. Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken. Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt u op de ON/OFF knop 1. Om het alarm permanent uit te schakelen als hierboven beschreven te werk gaan, en kies het doorgekruiste kloksymbool. Dit zal dan van de weergave verdwijnen. X De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer dat de batterijen vervangen zijn. 9. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervangende batterijen op voorraad houden. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken. 2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. 3. Om de datum en de tijd in te stellen de procedure volgen zoals beschreven in «Paragraaf 2.». Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd (en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de batterijenafter the batteries are replaced. ) Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen. ) ) ) Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden. Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! ) ) De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat). BP A100 Plus ) ) Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het instrument voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddruk monitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheider and observe the information regarding charging, care and durability! 10. Gebruik van een hoofdadapter U kunt dit instrument met de Microlife hoofdadapter (DC 6V, 600mA) gebruiken. Gebruik alleen de hoofd Microlife adapterbeschikbaar als originele accessoire voor uw voedingsspanning,b.v. de Microlife 230V adapter». Garandeer dat zowel de hoofdadapter als de kabel niet beschadigd zijn. 1. Steek de adapter kabel in de hoofdadapteraansluiting in de bloeddruk 5 monitor. 2. Steek de adapterstekker in de wandcontactdoos. ) ) Wanneer de hoofdadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom gebruikt. 11. Foutmeldingen Als er een foutmelding optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polssignalen op de manchet zijn te zwak zwak. Plaats de manchet opnieuwtion the cuff and repeat the measurement.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn foutmeldingen door de manchet geconstateerd, door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen druk in de Een adequate druk kan niet in de manchet manchet worden geproduceerd. Er kan een lek zijn opgetreden. Controleer of de manchet goed is aangesloten en niet te los. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. 47 NL Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onnauwkeurig en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen «ERR 6» MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het meten in MAM mode, making it impossible to obtain a final result. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen «HI» Polsslag of De druk in de manchet is te hoog (boven manchetdruk 300 mmHg) OF de polsslag is te hoog te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen laag per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. ) Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.». 12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Dit instrument mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in dit boekje beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuiste toepassing. • Dit instrument bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningscondities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf in acht! • Bescherm het tegen: − water en vochtigheid − extreme temperaturen − schokken en laten vallen − vervuiling en stof − direct zonlicht − warmte en kou 48 • De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid worden behandeld. • Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht. • Gebruik het instrument niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. • Gebruik het instrument niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u iets ongebruikelijks constateert. • Open het instrument nooit. • Wanneer het instrument voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. Garandeer dat kinderen het instrument niet zonder toezicht gebruiken; sommige onderdelen zijn klein genoeg om te kunnen worden ingeslikt. Instrumentonderhoud Reinig het instrument alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet U kunt de bekleding van de manchet op 30°C in de machine wassen (niet strijken!). WAARSCHUWING: U mag echter nooit het binnenste opblaasbare gedeelte wassen Verwijder altijd het gevoelige binnengedeelte uit de manchet voor het wassen en plaats het nadien weer zorgvuldig terug.  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit instrument elke 2 jaar op nauwkeuigheid te laten testen of na mechanische schok (b.v. na een val). Neem a.u.b. contact op met de Microlife-Service afdeling om een test te regelen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 13. Garantie 14. Technische specificaties Dit instrument heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) met bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het instrument maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. Werkingstemperatuur: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F Bewaartemperatuur: -20 - +50 °C / -4 - +122 °F 15 - 90 % relatieve maximum vochtigheid Gewicht: 735 g (inclusief batterijen) Afmetingen: 160 x 140 x 98 mm Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch Meetbereik: 30 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut– polsslag Manchetdruk weergave bereik: 0 - 299 mmHg Resolutie: 1 mmHg Statische nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg Polsslagnauwkeurigheid: ±5 % van de uitleeswaarde Spanningsbron: • 4 x 1.5 V Batterijen; size AA • Hoofdadapter DC 6V, 600 mA (optioneel) Verwijzing naar EU Richtlijnen 93/42/EEC normen: NIBP vereisten: EN 1060-1 /-3 /-4, ANSI / AAMI SP10 Neem contact op met Microlife-Service (zie voorwoord). Technische wijzigingen voorbehouden! BP A100 Plus 49 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141

Microlife A100 Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor