Miele FN 4778 D Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Vriezer
Lees voor het opstellen – installeren – de ingebruikneming beslist de
gebruiks- en montagehandleiding. Dat is veilig voor u en zo voorkomt
u schade.
nl-NL M.-Nr. 12 524 130
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 5
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 16
Installatie............................................................................................................ 17
Plaats van opstelling ........................................................................................... 17
Plaatsing van meerdere koelapparaten.......................................................... 18
Ventilatie-eisen .................................................................................................... 18
Draairichting van deur veranderen ...................................................................... 19
De meegeleverde wandafstandhouders monteren ............................................. 20
Koelapparaat plaatsen ........................................................................................ 20
Het koelapparaat waterpas plaatsen ............................................................. 21
Het koelapparaat in een keukenblok integreren.................................................. 22
Afmetingen van het apparaat .............................................................................. 24
Afmetingen voor plaatsing/bovenaanzicht..................................................... 24
Elektrische aansluiting......................................................................................... 26
Energie besparen .............................................................................................. 27
Beschrijving van het apparaat.......................................................................... 28
Bedieningspaneel met startscreen...................................................................... 30
Instellingsmodus ....................................................................................... 30
De gewenste functie in de instellingsmodus kiezen.................................. 32
De binnenruimte indelen ..................................................................................... 33
Bovenste lade kantelen.................................................................................. 33
Bijgeleverde accessoires..................................................................................... 33
Bij te bestellen accessoires ................................................................................. 34
Het apparaat in- en uitschakelen..................................................................... 35
Voor het eerste gebruik ....................................................................................... 35
Koelapparaat aansluiten................................................................................. 35
Het koelapparaat inschakelen ............................................................................. 35
Het koelapparaat uitschakelen............................................................................ 36
Bij langdurige afwezigheid ............................................................................. 36
De juiste temperatuur ....................................................................................... 37
Temperatuuraanduiding....................................................................................... 37
Temperatuur instellen .......................................................................................... 37
Mogelijke instelwaarden................................................................................. 37
SuperFrost gebruiken ....................................................................................... 39
SuperFrost in- en uitschakelen .................................................................. 39
Inhoud
3
Het wijzigen van instellingen............................................................................ 40
Uitleg over de afzonderlijke instellingen.............................................................. 40
Party-stand................................................................................................. 40
Vergrendelingsfunctie/ inschakelen....................................................... 40
Sabbatmodus............................................................................................. 41
Informatie over de sabbatmodus................................................................ 42
Tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzigen .......................... 42
Miele@home................................................................................................... 43
Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen / wijzigen....... 45
De helderheid van het display wijzigen ..................................................... 45
Demo-functie uitschakelen ......................................................................... 45
Instellingen naar de fabrieksinstellingen resetten..................................... 46
Informatie.................................................................................................... 46
Temperatuur- en deuralarm.............................................................................. 47
Invriezen en bewaren ........................................................................................ 49
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? .............................. 49
Maximale vriescapaciteit................................................................................ 49
Diepvriesproducten bewaren .............................................................................. 49
Verse levensmiddelen zelf invriezen .................................................................... 50
Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen......................................................... 51
Accessoires gebruiken ........................................................................................ 52
Het bereiden van ijsblokjes ............................................................................ 52
Ontdooien........................................................................................................... 53
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 54
Opmerkingen over het reinigingsmiddel ............................................................. 54
Koelapparaat op de reiniging voorbereiden ........................................................ 55
De binnenruimte reinigen .................................................................................... 55
Accessoires met de hand of in de vaatwasser reinigen ...................................... 56
Accessoires voor de reiniging verwijderen en demonteren................................. 56
Front en zijkanten reinigen................................................................................... 58
Deurdichting reinigen .......................................................................................... 59
Ventilatieopeningen reinigen ............................................................................... 59
Na het reinigen .................................................................................................... 59
Nuttige tips......................................................................................................... 60
Oorzaken van geluiden ..................................................................................... 68
Service................................................................................................................ 69
Contact bij storingen ........................................................................................... 69
EPREL-databank ................................................................................................. 69
Inhoud
4
Garantie ............................................................................................................... 69
Conformiteitsverklaring .................................................................................... 70
Auteursrechten en licenties.............................................................................. 71
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Dit koelapparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u het koelapparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het koelapparaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van
het koelapparaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen
te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Verantwoord gebruik
Het koelapparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en der-
gelijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci-
fieke woonomgevingen.
Dit koelapparaat mag niet buiten worden gebruikt.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het bewaren van levens-
middelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invrie-
zen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het bereiden van
ijs.
Elk ander gebruik is niet toegestaan.
Het koelapparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid-
delen vallen. Een onjuist gebruik van het koelapparaat kan tot be-
schadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is
het koelapparaat niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosie-
gevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koelapparaat niet in staat zijn om het koelapparaat veilig te be-
dienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koelapparaat enkel zonder toezicht bedie-
nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koelapparaat gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht
staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste
bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koelappa-
raat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de
geldende EU-richtlijnen.
Het gebruikte koelmiddel (informatie op het typeplaatje) is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel zorgt ervoor dat het
apparaat iets meer geluid maakt. Naast het geluid van de compres-
sor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ont-
staan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen
invloed op de capaciteit van het koelapparaat.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koelapparaat geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra-
ken. Opspattend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken en vrijko-
mend koelmiddel kan ontbranden.
Bij beschadigingen:
- Vermijd open vuur of andere brandhaarden.
- Maak het koelapparaat spanningsvrij.
- Lucht de kamer waarin het koelapparaat staat gedurende enkele
minuten.
- Neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, hoe groter de ruim-
te moet zijn waarin u het apparaat plaatst. Bij een eventuele lekkage
kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont-
staan. Per 8g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koelap-
paraat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa-
raat niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele
veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een autonome of niet-netsyn-
chrone energievoorziening (zoals microgrids, back-upsystemen) is
mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de energievoorziening
voldoet aan de bepalingen van EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen van de huisinstallatie en dit Miele pro-
duct moeten ook werken bij gebruik van een microgrid of een niet-
netsynchrone energievoorziening of de veiligheidsvoorzieningen in
de energievoorziening moeten door gelijkwaardige voorzieningen
worden vervangen.
Wanneer de meegeleverde aansluitkabel beschadigd is, moet de
aansluitkabel door een origineel Miele-onderdeel worden vervangen
om gevaren voor de gebruiker te voorkomen. Alleen bij gebruik van
originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidsei-
sen wordt voldaan.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-
ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet-
terd (bijv. garage, bijkeuken).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Dit koelapparaat mag niet worden gebruikt als inbouwapparaat.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge-
voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande-
ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan de
producten stelt.
Deskundige installatie
Wijzig de draairichting van de deur (indien nodig) volgens de mee-
geleverde montagehandleiding.
Draag altijd veiligheidshandschoenen bij het transporteren en op-
stellen van het koelapparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Plaats het koelapparaat met behulp van een 2epersoon.
Veilig gebruik
Het koelapparaat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse
(omgevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet bo-
ven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van het koelapparaat. Als de omge-
vingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koel-
apparaat kan de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het
energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor-
den uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend
vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa-
raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan
waardoor deze knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door
elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische apparaten in dit koelap-
paraat (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be-
vriezen in de diepvrieszone. Anders kunnen ze ontploffen.
Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo-
ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo-
ne te halen. Anders kunnen ze ontploffen.
Letselrisico. Raak diepvriesproducten en metalen onderdelen niet
met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Letselrisico. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met name
waterijs, direct nadat u deze uit de diepvrieszone heeft gehaald, in
uw mond. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten
kunnen lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le-
vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-
teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be-
waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid-
delenfabrikanten in acht.
Accessoires en onderdelen
Gebruik alleen originele Miele onderdelen. Als andere onderdelen
worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprakelijkheid van Miele
op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de serieproductie van het koelappa-
raat een leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar
voor essentiële onderdelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-
ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor-
zaken.
Waarschuwing. Gebruik voor het bespoedigen van het ontdooi-
proces geen mechanische hulpmiddelen of andere hulpmiddelen die
niet door de fabrikant worden aanbevolen.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen
spitse of scherpe voorwerpen, om
- rijp- en ijslagen te verwijderen
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst-
stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Vervoer het koelapparaat met be-
hulp van een tweede persoon, omdat het koelapparaat erg zwaar is.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Spelende kinderen kunnen in het koelapparaat ingesloten raken
en stikken.
- Demonteer de deur(en) van het apparaat.
- Haal de lades eruit.
- Laat de plateaus in het koelapparaat zitten, zodat kinderen er niet
zomaar in kunnen klimmen.
- Maak het slot van uw oude koelapparaat eventueel kapot. Zo
voorkomt u dat spelende kinderen ingesloten raken, wat levens-
gevaarlijk is.
Gevaar voor een elektrische schok!
- Snijd de stekker van de voedingskabel af.
- Snij de stroomkabel van het af te danken apparaat af.
Voer alles gescheiden van het af te danken apparaat af.
Zorg er tijdens en na de afvoer voor, dat het koelapparaat niet in
de buurt van benzine of andere brandbare gassen en vloeistoffen
wordt geplaatst.
Brandgevaar door uitstromende olie of koelmiddel!
Het koelmiddel en de olie in het apparaat zijn brandbaar. Uitstro-
mend koelmiddel of olie kan bij een hoge concentratie en in aanra-
king met een externe warmtebron ontbranden.
Zorg er tijdens de afvoer voor, dat het koelcircuit niet beschadigd
raakt om ongecontroleerd uitstromen van koelmiddel (specificaties
op het typeplaatje) en van olie te vermijden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- coatings af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing geldt alleen voor het recyclen. Bij normaal gebruik bestaat er
geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
16
Afdanken van de verpakking
De verpakking zorgt ervoor dat u het
apparaat gemakkelijk kunt hanteren en
beschermt het apparaat tegen trans-
portschade. Het verpakkingsmateriaal
is uitgekozen met het oog op een zo
gering mogelijke belasting van het mi-
lieu en is in het algemeen recyclebaar.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard.
Gebruik materiaalspecifieke inzame-
lings- en retouropties voor recyclebaar
materiaal. Uw Miele vakhandelaar
neemt de transportverpakking terug.
Afdanken van het apparaat
Elektrische en elektronische apparaten
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de apparaten goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw af te dan-
ken apparaat bij het gewone huisvuil af-
voert of er niet goed mee omgaat, kun-
nen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Voer het af te
danken apparaat daarom nooit via het
gewone huisvuil af.
Zorg ervoor dat uw koelapparaat niet
wordt beschadigd totdat het op de
juiste, milieuvriendelijke manier is afge-
voerd.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Lever het apparaat in bij een gratis, ge-
meentelijk inzameldepot voor elek-
trische en elektronische apparaten, bij
uw vakhandelaar of bij Miele. U bent
wettelijk zelf verantwoordelijk voor het
wissen van eventuele persoonlijke ge-
gevens op het af te danken apparaat. U
bent wettelijk verplicht om niet com-
pleet ingebouwde gebruikte batterijen
en accu's alsmede lampen die onbe-
schadigd kunnen worden verwijderd, te
verwijderen. Breng deze naar een ge-
schikte inzamellocatie, waar u ze gratis
kunt inleveren. Het af te danken appa-
raat moet totdat u het wegbrengt buiten
het bereik van kinderen worden be-
waard.
Installatie
*INSTALLATION*
17
Plaats van opstelling
Beschadigingsgevaar door hoge
luchtvochtigheid.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan op
de buitenkant van het koelapparaat
condens ontstaan.
Dit condenswater kan corrosie ver-
oorzaken.
Plaats het koelapparaat in een droge
en/of geklimatiseerde ruimte met vol-
doende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de
deur(en) van het apparaat goed
sluit(en) en of de lucht ongehinderd
kan worden toegevoerd en afge-
voerd.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door apparaten die warmte af-
geven.
Apparaten die warmte afgeven, kun-
nen in brand vliegen en brand in het
koelapparaat veroorzaken.
Zet apparaten die warmte afgeven,
zoals mini-ovens, dubbele kookpla-
ten of broodroosters, niet op het
koelapparaat.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vuur.
Door open vuur kan het koelapparaat
vlam vatten.
Houd open vuur, zoals een kaars, uit
de buurt van het koelapparaat.
Kies een droge ruimte uit waar goed
kan worden geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van
opstelling aan dat het energieverbruik
van het koelapparaat stijgt als u het
apparaat dicht bij een verwarming,
een fornuis of een andere warmtebron
plaatst.
Vermijd directe blootstelling aan zon-
licht.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur,
des te langer zal de compressor in
werking zijn en des te hoger is het
energieverbruik.
Let bij het plaatsen van het koelappa-
raat bovendien op het volgende:
- Het stopcontact mag zich niet achter
het apparaat bevinden en dient in ge-
val van nood gemakkelijk toegankelijk
te zijn.
- De stekker en de aansluitkabel mo-
gen niet tegen de achterkant van het
koelapparaat aan komen, omdat deze
door trillingen van het koelapparaat
beschadigd kunnen raken.
- Ook andere apparaten mogen niet op
de stopcontacten aan de achterkant
van het apparaat worden aangeslo-
ten.
- Let er bij het opstellen van het koel-
apparaat op dat de aansluitkabel niet
bekneld of beschadigd raakt.
- Plaats en gebruik verdeelstekkers of
verdeelblokken alsmede andere elek-
tronische apparaten (bijv. trafo's voor
halogeenverlichting) niet aan de ach-
terkant van het apparaat.
Installatie
*INSTALLATION*
18
- De vloer waar het apparaat op wordt
geplaatst, dient horizontaal en vlak te
zijn en moet dezelfde hoogte hebben
als de omringende vloer.
Plaatsing van meerdere koelappara-
ten
Pas op voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van
het koelapparaat.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan
zich condens vormen tussen de bui-
tenwanden van het koelapparaat. Dat
kan corrosie veroorzaken.
Plaats een koelapparaat in principe
nooit direct naast andere koelappa-
raten.
Houd een afstand van ten minste
70mm aan tussen de koelapparaten.
Klimaatklasse
Het koelapparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een temperatuurbereik
waar de kamertemperatuur niet boven
of onder mag liggen.
Als de omgevingstemperatuur lager is,
staat de compressor langer stil. Dat kan
hogere temperaturen in het koelappa-
raat veroorzaken en dus tot gevolg-
schade leiden.
De klimaatklasse staat aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van
het koelapparaat.
Klimaatklasse Omgevingstem-
peratuur
SN 10tot 32°C
N 16tot 32°C
ST 16tot 38°C
T 16tot 43°C
SN-ST 10tot 38°C
SN-T 10tot 43°C
Als een vriezer met klimaatklasseSN
wordt gebruikt bij lagere omgevings-
temperaturen (tot -15°C), dan is een
probleemloze werking gegarandeerd.
Ventilatie-eisen
Pas op voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie.
Als het koelapparaat niet voldoende
wordt geventileerd, schakelt de com-
pressor steeds vaker en steeds lan-
ger in. Daardoor stijgen het energie-
verbruik en de temperatuur van de
compressor. Deze kan hierdoor be-
schadigd raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor
het koelapparaat.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de ventilatie-ope-
ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig van
stof worden ontdaan.
Installatie
*INSTALLATION*
19
De lucht op de achterwand van het
koelapparaat wordt warm. Daarom
moet een probleemloze luchtstroom
worden gegarandeerd (zie paragraaf
Afmetingen van het apparaat”).
Draairichting van deur veran-
deren
Pas op voor letsel en beschadi-
ging bij het veranderen van de draai-
richting van de deur.
Als de draairichting door één per-
soon wordt gewijzigd, is er een ver-
hoogd risico op letsel of beschadi-
ging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het wijzigen van de draairichting.
De deur van het koelapparaat is stan-
daard rechtsscharnierend. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, verander
dan de draairichting (zie meegeleverde
montagehandleiding).
Installatie
*INSTALLATION*
20
De meegeleverde wandaf-
standhouders monteren
Gebruik de wandafstandhouders om
het opgegeven energieverbruik te be-
reiken en condensvorming bij een ho-
ge omgevingstemperatuur te voorko-
men. Door de gemonteerde wandaf-
standhouders neemt de diepte van het
koelapparaat met ca.15mm toe.
Wanneer de wandafstandhouders niet
worden gebruikt, heeft het ontbreken
ervan geen invloed op de werking van
het koelapparaat. Het energieverbruik
neemt dan wel iets toe.
Monteer de wandafstandhouders op
de achterkant van het koelapparaat
links- en rechtsonder.
Koelapparaat plaatsen
Pas op voor letsel en beschadi-
ging doordat het koelapparaat kan-
telt.
Indien het koelapparaat door één
persoon wordt geplaatst, bestaat er
een verhoogd risico op letsel of be-
schadiging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het plaatsen van het koelapparaat.
Risico op beschadiging doordat
de deur ergens tegenaan slaat.
De deur van het apparaat kan tegen
de muur aan slaan en daardoor be-
schadigd raken.
Monteer de meegeleverde deurope-
ningsbegrenzers voordat u het koel-
apparaat plaatst.
Bescherm de deur van het apparaat
met viltdoppen op de muur.
Pas op voor beschadiging van
de vloer.
Als u het koelapparaat verplaatst,
kan dit leiden tot beschadiging van
de vloer.
Beweeg het koelapparaat voorzichtig
op kwetsbare vloeren.
De grepen bovenaan en de wieltjes
onderaan op de achterkant van het
apparaat maken de opstelling van het
koelapparaat gemakkelijker.
Tip: Plaats het koelapparaat alleen als
het leeg is.
Zet het koelapparaat nu al zo dicht
mogelijk bij de plaats van opstelling.
Installatie
*INSTALLATION*
21
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals wordt beschreven
in het hoofdstuk “Elektrische aanslui-
ting”.
Schuif het koelapparaat voorzichtig
op de daarvoor bestemde plaats.
Heeft het koelapparaat wandafstand-
houders, zet het dan met de houders
of anders met de achterkant direct te-
gen de muur.
Het koelapparaat waterpas plaatsen
Kans op letsel en bescha-
digingen doordat de deur uit het ap-
paraat valt of het koelapparaat kan-
telt.
Als de extra stelvoet op de onderste
lagersteun niet goed op de vloer rust,
kan de deur van het apparaat eruit
vallen of kan het koelapparaat kan-
telen.
Draai de stelvoet met de meegele-
verde steeksleutel zo ver naar buiten
totdat hij op de vloer staat.
Draai de stelvoet daarna nog een
kwartslag naar buiten.
Lijn het koelapparaat uit met behulp
van een waterpas en de meegele-
verde steeksleutel en ondersteun de
deur van het apparaat.
1. Stel de voorste stelvoeten in.
2. Draai de extra stelvoet zo ver naar
buiten dat hij op de vloer rust. Draai
de stelvoet daarna nog een kwartslag
naar buiten.
Installatie
*INSTALLATION*
22
Het koelapparaat in een keu-
kenblok integreren
Er kunnen keukenkasten om het koel-
apparaat heen worden gebouwd.
Koelapparaat met glazen front
K(S)/FN(S)/KFN4xxxX bb, brws, bs, grgr
Opzetkast
Koelapparaat, dikte deur = 82mm
Keukenkast
Muur
* Zijn de wandafstandhouders gemon-
teerd, dan zijn de koelapparaten ca.
15mm dieper.
K(S)/FN(S)/KFN4xxxX edst/cs, ws, bst, el
Opzetkast
Koelapparaat, dikte deur = 75mm
Keukenkast
Muur
A = 25mm (met handgreep)/60mm (met
greep)
* Zijn de wandafstandhouders gemon-
teerd, dan zijn de koelapparaten ca.
15mm dieper.
Installatie
*INSTALLATION*
23
Pas op voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie.
Als het koelapparaat niet voldoende
wordt geventileerd, schakelt de com-
pressor steeds vaker en steeds lan-
ger in. Daardoor stijgen het energie-
verbruik en de temperatuur van de
compressor. Deze kan hierdoor be-
schadigd raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor
het koelapparaat.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de ventilatie-ope-
ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig van
stof worden ontdaan.
Hoe groter de luchtafvoeropening, hoe
energiezuiniger de compressor werkt.
Plaats het koelapparaat naast de keu-
kenkast.
- Het front moet minstens de dikte van
de deur uitsteken t.o.v. de voorkant
van de keukenkast. Daardoor kunt u
de deur van het koelapparaat pro-
bleemloos openen en sluiten.
- Als het koelapparaat naast een
muur wordt geplaatst, dient u aan
de scharnierkant tussen de muur
en het koelapparaat een afstand
(A) aan te houden.
- Om het koelapparaat aan de hoogte
van het keukenblok aan te passen,
kan boven het koelapparaat een op-
zetkast worden gemonteerd.
Over de gehele breedte van de op-
zetkast dient een luchtafvoerkanaal
met een diepte van 50mm aanwezig
te zijn.
De tussenruimte tussen de kast en
het plafond moet ten minste 300cm2
bedragen, zodat de warme lucht on-
gehinderd kan worden afgevoerd.
Installatie
*INSTALLATION*
24
Afmetingen van het apparaat
Afmetingen voor plaatsing/bovenaanzicht
FN 4748 ..., FN 4778 ...
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Een correcte werking van het koelapparaat wordt gegarandeerd wanneer de aan-
gegeven ventilatie-openingen vrij worden gehouden.
760*
697
1408*
1362*
1022
* Afmeting zonder wandafstandhouders. Als de meegeleverde wandafstandhouders worden
gebruikt, wordt het koelapparaat 15mm dieper.
A B
FN4748Dws 1655 1065
FN4778Dws 1855 1065
Installatie
*INSTALLATION*
25
Aansluitingen
FN 4748 ..., FN 4778 ...
Alle maten zijn in mm aangegeven.
aVooraanzicht
bAansluitkabel, lengte=2.100mm
Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Installatie
*INSTALLATION*
26
Elektrische aansluiting
Het koelapparaat mag uitsluitend met
de meegeleverde aansluitkabel op een
geaard stopcontact worden aangeslo-
ten.
Plaats het koelapparaat zodanig dat het
stopcontact goed bereikbaar is. Als het
stopcontact niet goed bereikbaar is,
zorg er dan voor dat er voor elke pool
een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het koelapparaat via
verdeelstekkers en verlengkabels
kan tot overbelasting van de kabels
leiden.
Gebruik daarom om veiligheidsrede-
nen geen verdeelstekkers en ver-
lengkabels.
De elektrische installatie moet aan de
geldende normen voldoen.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een aardlekschakelaar (RCD) te gebrui-
ken van het type in de huisinstalla-
tie waarin u het koelapparaat installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag dit alleen door een door
Miele geautoriseerde vakman/-vrouw of
door Miele worden gedaan.
Op het typeplaatje en in deze gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse. Raadpleeg bij twijfel een
elektricien.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een
autonome of niet-netsynchrone energie-
voorziening (zoals microgrids, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde
voor het gebruik is dat de energievoor-
ziening voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen in de huis-
installatie en in dit Miele product moe-
ten ook werken bij gebruik van een mi-
crogrid of bij een niet-netsynchrone
energievoorziening. Indien nodig moe-
ten ze door gelijkwaardige voorzienin-
gen in de installatie worden vervangen.
Koelapparaat aansluiten
Achterzijde van het koelapparaat
Stekker van het apparaat
Netstekker
Steek de stekker van het apparaat er-
in.
Zorg dat de stekker goed vastklikt.
Steek de netstekker van het koelap-
paraat in het stopcontact.
Het koelapparaat is nu op het elektrici-
teitsnet aangesloten.
Energie besparen
27
Zo bespaart u energie:
Plaats van
opstelling
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker
koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar-
mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan
zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer
20°C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door
stof te verwijderen.
Temperatuur-
instelling
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De
volgende instellingen worden aangeraden:
- Diepvrieszone -18°C.
Gebruik Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte-
ring van de levensmiddelen helpt bij de oriëntatie.
- Sluit de deur/deuren van het apparaat na het openen volledig.
- Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koel-
apparaat bewaart.
- Bewaar de levensmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Houd u bij de plaatsing van laden en plateaus aan de stan-
daard toestand.
- Leg levensmiddelen zo in het apparaat dat de ventilatieope-
ningen niet worden afgedekt.
- Gebruik de wandafstandhouders. De wandafstandhouders
aan de achterkant van het koelapparaat zorgen ervoor dat het
genoemde energieverbruik wordt bereikt.
Beschrijving van het apparaat
28
Deze afbeelding toont een model als voorbeeld.
Beschrijving van het apparaat
29
aDisplay
bKantelbare diepvrieslade
cDiepvrieslades
dNoFrost-module
eVentilatie-opening
Beschrijving van het apparaat
30
Bedieningspaneel met startscreen
-18 °C OK
<>
1
2
3
4
aTemperatuuraanduiding van de diepvrieszone
bSensortoetsen om een instelling te kiezen
cSensortoetsOK om een keuze te bevestigen
dWeergave Miele@home verbindingsstatus
(alleen zichtbaar wanneer de functie Miele@home is ingesteld)
Instellingsmodus
In de instellingsmodus kunt u de volgende functies kiezen en hun instellingen wij-
zigen:
Symbool Functie Fabrieks-
instelling
De functie Feestmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Uit
/De vergrendelingsfunctie in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
(Uit)
Het koelapparaat uitschakelen ––
De functie sabbatmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Uit
Informatie over de functie sabbatmodus oproepen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
––
Beschrijving van het apparaat
31
Het tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wij-
zigen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
1:00
De functie Miele@home de eerste keer instellen,
wifi activeren en deactiveren
of de netwerkconfiguratie resetten
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
APP
/Het toetssignaal in- of uitschakelen Aan
/Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen
wijzigen of deze signalen volledig uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Aan
/stand5
De helderheid van het display wijzigen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Stand4
°C/°F De temperatuureenheid wijzigen
(°Celsius of °Fahrenheit)
°C
De demo-functie uitschakelen
(alleen zichtbaar wanneer deze is ingeschakeld)
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Uit
De instellingen naar de standaard toestand
resetten (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
––
Informatie (type-aanduiding en serienummer) over uw
koelapparaat oproepen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
––
Beschrijving van het apparaat
32
De gewenste functie in de instellingsmodus kiezen
Raak op het bedieningspaneel de sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt .
Blader met de sensortoets of naar het symbool.
Raak OK aan.
Kies met de sensortoets of de gewenste functie.
Raak OK aan om de gewenste functie te kiezen.
Als de functie ingeschakeld is, verschijnt er een punt in de bovenhoek van het
display.
Raak OK aan om een gekozen functie uit te schakelen.
Als de functie uitgeschakeld is, verdwijnt de punt in de bovenhoek van het dis-
play.
De instellingsmodus verlaten
Blader met de sensortoets of naar het symbool.
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets of naar het symbool en raak OK aan.
Alternatief:
Wacht ca. 15seconden nadat u voor het laatst op een toets hebt gedrukt.
De instellingsmodus wordt dan automatisch verlaten.
Beschrijving van het apparaat
33
De binnenruimte indelen
Bovenste lade kantelen
De lade kan worden gekanteld. Op die
manier kunt u de diepvriesproducten er
makkelijker uit pakken.
Trek de lade naar voren.
De lade is beveiligd door een uittrekbe-
veiliging en kan er niet uit vallen.
Bijgeleverde accessoires
Bakje voor ijsblokjes
Deuropeningsbegrenzers
De deurscharnieren zijn standaard zo
ingesteld, dat de deur van het apparaat
wel 115° open kan. Wanneer de deur
van het apparaat bij opening tegen een
aangrenzende muur slaat, moet de ope-
ningshoek tot 90° worden verkleind.
Beschrijving van het apparaat
34
Bij te bestellen accessoires
Miele heeft speciaal voor dit apparaat
handige accessoires en reinigings- en
onderhoudsmiddelen in het assorti-
ment.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en an-
der licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth kit bestaat uit een uni-
verseel doekje, een glasreinigingsdoek-
je en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer
fijne microvezels hebben de doekjes
een grote reinigingscapaciteit.
MicroCloth HyClean
De MicroCloth HyClean is een anti-bac-
teriële universele doek die bijzonder
scheur- en slijtvast is. De doek kan
droog of vochtig, met of zonder reini-
gingsmiddel worden gebruikt.
Bij te bestellen accessoires kunt u in
de Miele webshop bestellen. De pro-
ducten zijn ook verkrijgbaar bij Miele
(zie achter in deze gebruiksaanwijzing)
en bij uw Miele vakhandelaar.
Het apparaat in- en uitschakelen
35
Voor het eerste gebruik
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
en de beschermende folie.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires (zie hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”).
Koelapparaat aansluiten
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals beschreven in het
hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
In het display verschijnt eerst Miele, ver-
volgens.
Het koelapparaat inschakelen
Open de deur van het apparaat.
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoetsOK aan.
Het koelapparaat begint te koelen.
Zodra de ingestelde vriestemperatuur is
bereikt, dooft het symbool, brandt
de temperatuuraanduiding van de diep-
vrieszone constant en stopt het waar-
schuwingssignaal.
Mocht het waarschuwingssignaal u
storen, raak dan OK aan.
Het waarschuwingssignaal houdt op.
Het koelapparaat koelt naar de vooraf
ingestelde temperatuur.
Leg pas levensmiddelen in de diep-
vrieszone als de temperatuur in de
diepvrieszone laag genoeg is (min.
-18°C).
Het apparaat in- en uitschakelen
36
Het koelapparaat uitschakelen
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt .
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets naar het
symbool.
Raak OK aan.
In het display verschijnt .
De koeling is uitgeschakeld.
Let op: het koelapparaat is niet span-
ningsvrij wanneer het wordt uitge-
schakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als het koelapparaat bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld,
maar niet wordt gereinigd, bestaat er
gevaar voor schimmelvorming als de
deur van het koelapparaat gesloten
blijft.
Het koelapparaat moet in ieder geval
worden gereinigd.
Wanneer u het koelapparaat langere tijd
niet gebruikt, doet u het volgende:
Schakel het koelapparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Reinig het koelapparaat en laat de
deur openstaan om het apparaat vol-
doende te ventileren en te voorkomen
dat er geurtjes ontstaan.
De juiste temperatuur
37
Om levensmiddelen te bewaren, is het
zeer belangrijk, dat u de juiste tempera-
tuur instelt. Levensmiddelen kunnen
door micro-organismen snel bederven.
Als u de juiste temperatuur instelt, voor-
komt of vertraagt u dat proces. De tem-
peratuur heeft invloed op de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, gaan deze
processen langzamer.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en langdurig te bewaren, moet de tem-
peratuur -18°C zijn. Bij deze tempera-
tuur wordt de groei van micro-organis-
men grotendeels gestopt. Zodra de
temperatuur tot boven -10°C stijgt, be-
gint de ontbinding door micro-organis-
men en zijn de levensmiddelen minder
lang houdbaar. Daarom mogen (gedeel-
telijk) ontdooide levensmiddelen pas
weer worden ingevroren, nadat ze zijn
verwerkt (koken of bakken/braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het apparaat opent,
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
- de temperatuur van de levensmidde-
len die in het apparaat gelegd zijn ho-
ger is,
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is vervaardigd voor een bepaalde
klimaatklasse (omgevingstempera-
tuurbereik) waar de kamertempera-
tuur niet boven of onder mag liggen.
Temperatuuraanduiding
Bij normaal gebruik wordt in het dis-
play de hoogste temperatuur in de
diepvrieszone aangegeven die op dat
moment in het koelapparaat heerst.
Het kan zeker een paar uur duren voor-
dat de gewenste temperatuur wordt be-
reikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt o.a. van de omgevingstempera-
tuur en de instelling af.
Temperatuur instellen
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt .
Raak OK aan.
Wijzig de temperatuur met de sensor-
toets en .
Raak OK aan.
De temperatuuraanduiding springt weer
naar de daadwerkelijke temperatuur die
op dat moment in het koelapparaat
heerst.
Mogelijke instelwaarden
- Diepvrieszone: -15tot -28°C
De juiste temperatuur
38
Als u de temperatuurinstelling heeft
gewijzigd:
Controleer de temperatuuraanduiding
na enkele uren nog een keer. Pas dan
is de ingestelde temperatuur bereikt.
- na ca.6uur bij een koelapparaat dat
niet zo vol is
- na ca.24uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
SuperFrost gebruiken
39
SuperFrost
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, wordt de diepvrieszone
zeer snel tot de koudste waarde afge-
koeld (afhankelijk van de omgevings-
temperatuur). Het koelapparaat werkt
met een maximale capaciteit en de
temperatuur daalt. Selecteer deze
functie voordat u verse levensmidde-
len gaat invriezen. Op die manier wor-
den de levensmiddelen snel tot in de
kern ingevroren en blijven de voe-
dingswaarde, de vitaminen, het uiter-
lijk en de smaak behouden.
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, kan het zijn dat het apparaat
meer geluid maakt.
De functie SuperFrost moet ca. 6uur
voordat u de in te vriezen levens-
middelen in de diepvrieszone
plaatst worden ingeschakeld.
Als u het maximale vriesvermogen
wilt benutten, dient u SuperFrost
24uur van tevoren in te schakelen.
De functie SuperFrost wordt na
maximaal 72uur automatisch uitge-
schakeld. Het koelapparaat werkt
weer met normale koelcapaciteit. Hoe
lang het duurt voordat deze functie
wordt uitgeschakeld, is afhankelijk van
de hoeveelheid verse levensmiddelen
die in de diepvrieszone is gelegd.
Tip: Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperFrost zelf uitschakelen zo-
dra de levensmiddelen of dranken koud
genoeg zijn.
U hoeft de functie SuperFrost niet in te
schakelen:
- als u levensmiddelen in het appa-
raat plaatst die al zijn ingevroren;
- als u dagelijks slechts max. 2kg
levensmiddelen invriest.
SuperFrost in- en uitschakelen
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt .
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets naar het
symbool.
Raak OK aan.
Als de functie SuperFrost ingescha-
keld is, verschijnt er een punt in de
rechterbovenhoek van het display .
Blader met de sensortoets naar de
gewenste temperatuurwaarde en raak
OK aan.
Het wijzigen van instellingen
40
Uitleg over de afzonderlijke in-
stellingen
Hierna worden alleen de instellingen be-
schreven die verdere toelichting verei-
sen.
Als u zich in de instellingsmodus
bevindt, wordt het deuralarm of een
andere waarschuwingsmelding auto-
matisch onderdrukt.
Party-stand
De functie Party-stand is aan te be-
velen als u grote hoeveelheden verse
levensmiddelen snel wilt invriezen.
Tip: Schakel de functie Party-stand
ca. 4uur voordat u de levensmiddelen
in het apparaat legt in.
Als de Party-stand is ingeschakeld,
wordt de functie SuperFrost automa-
tisch ingeschakeld.
De functie Party-stand gaat na ca.
24uur automatisch uit. U kunt de
functie Party-stand echter ook op
een eerder moment uitschakelen.
Bij een stroomstoring wordt de functie
Party-stand uitgeschakeld.
Vergrendelingsfunctie/ inscha-
kelen
Als de vergrendelingsfunctie inge-
schakeld is, beschermt deze het koel-
apparaat tegen onbedoeld uitschakelen
en tegen onbedoeld aangebrachte wijzi-
gingen door onbevoegde personen, bij-
voorbeeld kinderen.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Als de vergrendelingsfunctie inge-
schakeld is, verschijnt er een punt in de
bovenhoek van het display.
Sluit de deur van het apparaat. Pas
dan is de vergrendelingsfunctie inge-
schakeld.
Vergrendelingsfunctie/ korte tijd
deactiveren
Als u bijvoorbeeld de temperatuur wilt
wijzigen, kunt u de vergrendelingsfunc-
tie gedurende korte tijd deactiveren:
Raak OK aan.
In het display verschijnt.
Raak gedurende 6seconden sensor-
toetsOK aan.
In het display verschijnt.
RaakOK aan.
Voer nu de gewenste instellingen uit.
RaakOK aan.
Als u de deur van het apparaat sluit,
wordt de vergrendelingsfunctie opnieuw
ingeschakeld.
Het wijzigen van instellingen
41
Vergrendelingsfunctie/ helemaal
uitschakelen
Raak OK aan.
In het display verschijnt.
Raak gedurende 6seconden sensor-
toetsOK aan.
In het display verschijnt.
Blader met de sensortoets of
naar het symbool.
RaakOK aan.
Blader met de sensortoets of
naar het symbool.
Raak OK aan.
Als de vergrendelingsfunctie uitgescha-
keld is, brandt in het display.
Sabbatmodus
Het koelapparaat beschikt over de sab-
batmodus om gebruikers in hun religi-
euze verplichtingen van dienst te zijn.
Als de sabbatmodus is ingeschakeld,
wordt dit eerst in het startscreen weer-
gegeven.
Na ca. 3seconden dooft het display.
Als de sabbatmodus is ingescha-
keld, kunt u voor het koelapparaat
geen instellingen wijzigen.
Let erop dat de deur van het apparaat
goed gesloten is, omdat optische en
akoestische signalen zijn uitgescha-
keld.
De functie Sabbatmodus wordt au-
tomatisch uitgeschakeld na ca.
120uur.
Bij een ingeschakelde sabbatmodus
wordt het volgende gedeactiveerd:
- alle geluidssignalen en optische sig-
nalen
- de temperatuuraanduiding
Alle eerder ingeschakelde functies blij-
ven actief.
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Omdat een mogelijke stroomuitval
tijdens de sabbatmodus niet wordt
aangegeven, zijn de levensmiddelen
mogelijk langere tijd blootgesteld ge-
weest aan hogere temperaturen.
Daardoor zijn de levensmiddelen kor-
ter houdbaar.
Als er tijdens de sabbatmodus een
stroomuitval is geweest, controleer
dan de kwaliteit van de levensmidde-
len.
Sabbatmodus inschakelen
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Als de functie sabbatmodus inge-
schakeld is, verschijnt er een punt in de
bovenhoek van het display.
Na ca. 3seconden dooft het display.
Sluit de deur van het apparaat.
Sabbatmodus uitschakelen
Raak de sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt.
Het wijzigen van instellingen
42
Raak OK aan.
Als de functie sabbatmodus inge-
schakeld is, verschijnt er een punt in de
bovenhoek van het display.
Raak OK aan.
Als de functie sabbatmodus uitge-
schakeld is, dooft de punt in de boven-
hoek van het display.
Informatie over de sabbatmodus
Dit product is door Star-K, een internati-
onaal koosjer certificeringsbureau, ge-
certificeerd.
Hier kunt u de versie van de Star-K cer-
tificering bekijken.
Tijdsbestek tot de activering van het
deuralarm wijzigen
U kunt instellen hoe snel het deuralarm
na het openen van de deur van het ap-
paraat moet klinken.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Kies met de sensortoetsen en
het gewenste tijdsbestek tussen
30seconden en 3minuten: 30secon-
den.
Raak OK aan.
Het wijzigen van instellingen
43
Miele@home
Uw koelapparaat heeft een geïnte-
greerde wifi-module.
De wifi-verbinding is standaard gede-
activeerd.
Voor het gebruik heeft u het volgende
nodig:
- een wifi-netwerk
- de Miele app
- een gebruikersaccount bij Miele. Het
gebruikersaccount kunt u via de
Miele app aanmaken.
De Miele app helpt u bij de verbinding
tussen het koelapparaat en uw eigen
wifi-netwerk.
Nadat u het koelapparaat in uw wifi-net-
werk heeft opgenomen, kunt u met de
app bijvoorbeeld de volgende hande-
lingen uitvoeren:
- Informatie over de status van uw
koelapparaat opvragen
- Instellingen van uw koelapparaat wij-
zigen
Als u het koelapparaat in uw wifi-net-
werk opneemt, wordt het energiever-
bruik hoger, ook als het koelapparaat is
uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat op de plaats van op-
stelling van uw koelapparaat het sig-
naal van uw wifi-netwerk sterk ge-
noeg is.
Beschikbaarheid wifi-verbinding
De wifi-verbinding deelt een frequentie-
bereik met andere apparaten (zoals
magnetrons, op afstand bestuurbaar
speelgoed). Hierdoor kunnen tijdelijke
of volledige storingen in de verbinding
optreden. Een constante beschikbaar-
heid van de aangeboden functies kan
daarom niet worden gegarandeerd.
Beschikbaarheid van Miele@home
Het gebruik van de Miele app is afhan-
kelijk van de beschikbaarheid van de
Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk
land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid
vindt u op de website www.miele.com.
Miele app
De Miele app kunt u gratis downloaden
uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Het wijzigen van instellingen
44
Miele@home voor de 1e keer instel-
len
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
RaakOK aan.
Kies met de sensortoetsen en de
gewenste verbindingsmethode (APP
of WPS).
RaakOK aan.
Na een succesvolle aanmelding ver-
schijnt in het startscreen .
Als er geen verbinding tot stand kon
worden gebracht, verschijnt .
Start het proces opnieuw.
Wifi-verbinding deactiveren of active-
ren
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Als de wifi gedeactiveerd is, verschijnt
het symbool in het display.
Raak OK aan om de wifi-verbinding
weer te activeren.
Als de wifi geactiveerd is, verschijnen
het symbool en een punt in de bo-
venhoek van het display.
Als de wifi-verbinding actief is, ver-
schijnt het symbool in het start-
screen.
Netwerkconfiguratie resetten
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets naar het
symbool.
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets naar het
symbool.
Raak OK aan.
Alle instellingen en ingevoerde waarden
voor Miele@home worden gereset.
De wifi-verbinding is gedeactiveerd,
dooft.
Herstel de netwerkconfiguratie wan-
neer u het koelapparaat afvoert, ver-
koopt of een gebruikt koelapparaat
gaat gebruiken. Alle persoonlijke ge-
gevens worden van het koelapparaat
verwijderd. Bovendien heeft de vori-
ge eigenaar geen toegang meer tot
het koelapparaat.
Het wijzigen van instellingen
45
Het volume van de waarschuwings-
en geluidssignalen / wijzigen
U kunt het volume van de waarschu-
wings- en geluidssignalen wijzigen (bijv.
bij een deuralarm of een foutmelding).
Of u kunt de waarschuwings- en ge-
luidssignalen uitschakelen als deze u
storen.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Kies met de sensortoetsen en
het gewenste volume van de waar-
schuwings- en geluidssignalen.
Raak OK aan.
Als de waarschuwings- en geluidssig-
nalen uitgeschakeld zijn, verschijnt .
De helderheid van het display wij-
zigen
U kunt de helderheid van het display
aan de lichtverhoudingen van de omge-
ving aanpassen.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Kies met de sensortoetsen en de
gewenste helderheid van het display.
Raak OK aan.
Demo-functie uitschakelen
Met de demo-functie kan de vakhan-
del het koelapparaat presenteren zon-
der de koeling in te hoeven schakelen.
Voor particulier gebruik is deze instel-
ling niet relevant.
Als de demo-functie standaard inge-
schakeld is, verschijnt na het inscha-
kelen van het koelapparaat in het
display.
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoetsOK aan.
In het display verschijnt eerstMiele,
daarna het startscreen.
Raak OK aan.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Nadat de demo-functie uitgeschakeld
is, wordt het koelapparaat uitgescha-
keld en moet het opnieuw worden inge-
schakeld.
Het wijzigen van instellingen
46
Instellingen naar de fabrieksinstel-
lingen resetten
Alle instellingen van het koelapparaat
worden teruggezet naar de fabrieksin-
stellingen (instellingen zie hoofdstuk
“Beschrijving van het apparaat”).
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool.
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets naar het
symbool.
Raak OK aan.
Het koelapparaat wordt uitgeschakeld
en moet opnieuw worden ingeschakeld.
Informatie
In het display verschijnen gegevens
van het apparaat (typeaanduiding en
serienummer).
Houd deze gegevens bij de hand:
- voor het opnemen van het koelappa-
raat in uw wifi-netwerk (zie het hoofd-
stuk “Het wijzigen van instellingen”,
paragraaf “Miele@home”).
- voor het melden van een storing bij
Miele (zie het hoofdstuk “Service”).
- voor het opvragen van informatie bij
de EPREL-databank (zie het hoofd-
stuk “Service”).
Temperatuur- en deuralarm
47
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Temperatuuralarm
Het koelapparaat heeft een tempera-
tuuralarm waarmee wordt voorkomen
dat de temperatuur in het apparaat
ongemerkt stijgt.
Als de temperatuur in het apparaat te
hoog wordt, verschijnt in de tempera-
tuuraanduiding.
Bovendien klinkt er een zoemer totdat
de alarmsituatie wordt beëindigd of de
zoemer voortijdig wordt uitgeschakeld.
Afhankelijk van de ingestelde tempera-
tuur zal het koelapparaat melden of de
temperatuur te veel gestegen is.
Een temperatuuralarm verschijnt vóór
een deuralarm.
Het waarschuwingssignaal klinkt en
het lampje brandt in de volgende situ-
aties:
- Als u het koelapparaat inschakelt
en als de temperatuur die op dat
moment in een temperatuurzone
heerst, te veel verschilt van de
temperatuur die u heeft ingesteld.
- Als u diepvriesproducten in het ap-
paraat legt of eruit haalt en daarbij
te veel warme lucht in het apparaat
komt.
- Als u een vrij grote hoeveelheid le-
vensmiddelen invriest.
- Als u verse levensmiddelen invriest
die nog warm zijn.
- Er was sprake van een stroomsto-
ring.
- Als het koelapparaat defect is.
Voordat u het temperatuuralarm uit-
schakelt, moet de oorzaak voor het
temperatuuralarm worden vastge-
steld en opgelost.
Als het waarschuwingssignaal storend
is, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
Raak OK aan.
De waarschuwing is bevestigd: gaat
uit en het waarschuwingssignaal houdt
op.
In het display verschijnt het startscreen:
in de temperatuuraanduiding wordt
knipperend ca. 1minuut de hoogste
temperatuur weergegeven die tot dat
Temperatuur- en deuralarm
48
moment in het koelapparaat heerste.
Daarna verschijnt in de temperatuuraan-
duiding de actuele temperatuur.
Het waarschuwingssignaal houdt op.
Zodra de alarmtoestand is beëindigd,
dooft het symbool.
Deuralarm
Dit koelapparaat heeft een waarschu-
wingssysteem dat in werking treedt
wanneer de deur te lang openstaat.
Daarmee wordt voorkomen dat er on-
nodig veel energie wordt verbruikt en
dat het voor de opgeslagen levens-
middelen te warm wordt.
Als de deur van het apparaat langdurig
openstaat, wordt in de temperatuuraan-
duiding weergegeven. Bovendien
klinkt er een waarschuwingssignaal.
Het tijdsbestek tot de activering van het
deuralarm kan worden gewijzigd. Het
deuralarm kan echter ook worden uitge-
schakeld (zie hoofdstuk “Het wijzigen
van instellingen”).
Zodra de deur van het apparaat wordt
gesloten, stopt het waarschuwingssig-
naal en dooft in het display.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Als het waarschuwingssignaal storend
is, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
Raak OK aan.
Het waarschuwingssignaal stopt en het
symbool dooft.
Als de deur van het apparaat niet ge-
sloten wordt, wordt het waarschu-
wingssignaal na 3minuten herhaald.
Invriezen en bewaren
49
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Als het levensmiddel snel tot in de kern
ingevroren is, heeft de vloeistof in de
cellen minder tijd om uit de cellen te lo-
pen. De cellen krimpen dan aanzienlijk
minder. Tijdens het ontdooien kan de
slechts geringe hoeveelheid vloeistof
die naar de tussenruimten was ge-
stroomd, terugkeren naar de cellen zo-
dat het vochtverlies zeer gering is.
Daarom ontstaat er slechts een klein
plasje water.
Maximale vriescapaciteit
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag de
maximale vriescapaciteit niet worden
overschreden. De maximale vriescapa-
citeit binnen 24uur vindt u op het type-
plaatje “Vriescapaciteit…kg/24u”.
Diepvriesproducten bewaren
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al tijdens de aankoop in
de winkel:
- de verpakking op beschadigingen
- de houdbaarheidsdatum
- de temperatuur in de diepvries in de
winkel moet -18°C of lager zijn
Vervoer diepvriesproducten indien
mogelijk in een koeltas of leg ze snel
in het koelapparaat.
Invriezen en bewaren
50
Verse levensmiddelen zelf in-
vriezen
Vóór het inruimen
Als u meer dan 2kg verse levensmid-
delen wilt invriezen, schakelt u 6uur
voor het inruimen van de levensmid-
delen de functie SuperFrost in.
Bij een nog grotere hoeveelheid diep-
vriesproducten schakelt u 24uur voor
het inruimen van de levensmiddelen
de functie SuperFrost in.
De al ingevroren diepvriesproducten
krijgen zo een koudereserve.
Vries uitsluitend verse levensmidde-
len in perfecte staat in.
Houd er rekening mee dat sommige
levensmiddelen niet geschikt zijn om
in te vriezen. Dat geldt bijvoorbeeld
voor soorten groenten die normaal ge-
sproken rauw worden gegeten, zoals
bladsla of radijsjes.
Tip: Om kleur, smaak, aroma en vitami-
neC te behouden, kunt u de groente
blancheren voordat u deze invriest. Leg
daarvoor een portie groente 2–3minu-
ten in kokend water. Neem de groente
dan uit het water en laat deze snel in
koud water afkoelen. Laat de groente
uitlekken.
In te vriezen levensmiddelen verpak-
ken
Vries levensmiddelen per portie in.
Tip: Kies een geschikte verpakking om
vriesbrand te voorkomen (bijv. diep-
vriesbakjes).
Druk de lucht uit de verpakking en
sluit de verpakking goed.
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Diepvriesproducten in het apparaat
leggen
Pas op voor beschadiging door
een te zware belading.
Door een te zware belading kan de
diepvrieslade beschadigd raken.
Houd rekening met de maximale be-
lading van 19kg.
Leg in te vriezen levensmiddelen niet
tegen reeds ingevroren levensmidde-
len, om te voorkomen dat de inge-
vroren levensmiddelen gaan ontdooi-
en.
Om te voorkomen dat levensmidde-
len aan elkaar of aan de bodem vast-
vriezen, dient u ervoor te zorgen dat
de verpakkingen droog zijn.
Om ervoor te zorgen dat de levens-
middelen snel tot in de kern bevroren
zijn, mogen de verpakkingen niet gro-
ter zijn dan:
- fruit en groente max. 1kg
- vlees max. 2,5kg
Invriezen en bewaren
51
– kleine hoeveelheden
Vries de levensmiddelen in de bovenste
diepvrieslade in.
Plaats de diepvriesproducten indien
mogelijk tegen de achterwand van de
lade, zodat de diepvriesproducten zo
snel mogelijk tot in de kern bevriezen.
–VarioRoom: maximale in te vriezen
hoeveelheid (zie typeplaatje) plaat-
sen.
Als de diepvrieszone niet wordt ge-
ventileerd, neemt de koelcapaciteit af
en het energieverbruik toe.
Haal de onderste diepvrieslade niet
uit het koelapparaat.
Leg de diepvriesproducten zo in het
apparaat dat de ventilatieopeningen
niet worden afgedekt.
Tip: Als u grotere diepvriesproducten
wilt invriezen, zoals kalkoen of wild,
kunt u afzonderlijke diepvrieslades eruit
halen en op die manier de ruimte boven
een lade vergroten.
Verdeel de in te vriezen levensmiddelen
over alle diepvrieslades, maar leg ze
niet in de onderste diepvrieslade.
Plaats de diepvriesproducten indien
mogelijk tegen de achterwand van de
lade, zodat de diepvriesproducten zo
snel mogelijk tot in de kern bevriezen.
Als de levensmiddelen zijn ingevroren:
Schakel de functie SuperFrost uit.
Leg de ingevroren diepvriesproducten
in de diepvriesladen en schuif deze
weer in het apparaat.
Bewaartijd van ingevroren le-
vensmiddelen
Levensmiddelen-
groep
Bewaartijd
(maanden)
Schepijs 2 tot 6
Brood, bakwaren 2 tot 6
Kaas 2 tot 4
Vis, vet 1 tot 2
Vis, mager 1 tot 5
Worst, ham 1 tot 3
Wild, varkensvlees 1 tot 12
Gevogelte, rund-
vlees
2 tot 10
Groente, fruit 6 tot 18
Kruiden 6 tot 10
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar-
den.
Bij de in de handel verkrijgbare diep-
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda-
tum beslissend.
Bij een constante temperatuur van de
diepvrieszone van -18°C en als u deze
goed schoon houdt, blijven levensmid-
delen zo lang mogelijk goed en hoeft u
minder weg te gooien.
Invriezen en bewaren
52
Dranken snel koelen
Als u flessen snel in de diepvrieszone
wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één
uur weer uit de diepvrieszone te halen.
Anders kunnen ze ontploffen.
Accessoires gebruiken
Het bereiden van ijsblokjes
Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water. Zet het bakje op
de bodem van een diepvrieslade.
Wanneer een bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te ma-
ken.
Tip: Houd het bakje even onder stro-
mend water, dan laten de ijsblokjes ge-
makkelijk los.
Ontdooien
53
Het koelapparaat heeft een “NoFrost”-
systeem waarmee het automatisch
wordt ontdooid.
Het geproduceerde vocht zet zich af op
de verdamper, wordt regelmatig auto-
matisch ontdooid en verdampt.
Door dit automatisch ontdooien blijft
het koelapparaat altijd ijsvrij. De levens-
middelen gaan door dit bijzondere
systeem niet ontdooien.
Reiniging en onderhoud
54
Het typeplaatje in het koelapparaat
mag niet worden verwijderd. De gege-
vens zijn nodig in geval van storing.
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing komt.
Gevaar voor beschadiging door
binnendringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger kan
kunststof en elektrische onderdelen
beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het
koelapparaat te reinigen.
Opmerkingen over het reini-
gingsmiddel
Gebruik in het koelapparaat alleen
reinigings- en onderhoudsmiddelen
die geen risico vormen voor de le-
vensmiddelen.
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei-
niging geen
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schurende reinigingsmiddelen (zoals
schuurpoeder, schuurmiddel, schuur-
sponsjes)
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers
- ovensprays
- glasreinigers
- schurende harde sponsjes en
borstels (bijv.schuursponsjes)
- vlekkensponsjes
- scherpe metalen schrapers
Wij adviseren om een schoon spons-
doekje, lauw water en wat afwasmiddel
te gebruiken.
Reiniging en onderhoud
55
Koelapparaat op de reiniging
voorbereiden
Schakel het koelapparaat uit.
verschijnt in het display. De koeling is
uitgeschakeld.
Neem de levensmiddelen uit het koel-
apparaat en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal de accessoires die verwijderd
kunnen worden voor de reiniging uit
het apparaat (zie paragraaf “Acces-
soires voor de reiniging verwijderen
en demonteren”).
De binnenruimte reinigen
Reinig het koelapparaat regelmatig,
minstens een keer in de maand.
Als vervuilingen langer inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde-
ren.
De oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor-
keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met
een doek.
Laat de deur van het koelapparaat
nog even openstaan om het koelap-
paraat voldoende te luchten en geur-
tjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
56
Accessoires met de hand of in
de vaatwasser reinigen
De volgende onderdelen mogen uitslui-
tend handmatig worden gereinigd:
- alle lades
De volgende onderdelen zijn geschikt
voor de vaatwasser:
Kans op beschadigingen door te
hoge temperaturen in de vaatwasser.
Delen van het koelapparaat kunnen
onbruikbaar worden wanneer ze bij
temperaturen van meer dan 55°C in
de vaatwasser worden gereinigd en
bijvoorbeeld vervormen.
Gebruik voor onderdelen die in de
vaatwasser kunnen worden gereinigd
uitsluitend programma's tot maxi-
maal 55°C.
Kunststof onderdelen kunnen in de
vaatwasser verkleuren wanneer ze in
aanraking komen met natuurlijke
kleurstoffen, zoals die van wortels, to-
maten en ketchup. Een dergelijke ver-
kleuring heeft geen effect op de ge-
bruiksmogelijkheden.
- het bakje voor de ijsblokjes
Accessoires voor de reiniging
verwijderen en demonteren
Bovenste lades verwijderen
Trek de lade naar buiten totdat u
weerstand voelt.
Til de lade aan de voorzijde op en
trek haar er vervolgens uit.
Bovenste lades plaatsen
Plaats de lade schuin in het koelap-
paraat.
Laat de lade zakken en schuif de lade
naar binnen.
Reiniging en onderhoud
57
Lades en glasplaten uit het apparaat
verwijderen
Lade op uittrekbare telescopische
rails verwijderen
Trek de lade naar buiten totdat u
weerstand voelt.
Pak de lade achteraan aan de zijkant
vast, til de lade iets op en neem deze
uit het apparaat.
Schuif de telescopische geleiders
daarna weer naar binnen om be-
schadigingen te voorkomen.
De lade plaatsen
Schuif de geleiders helemaal naar
binnen en plaats de lade erop.
Schuif de lade in het apparaat totdat
deze vastklikt.
Onderste lade verwijderen
Trek de lade eruit en til daarbij de
voorkant op.
Glasplaat verwijderen
Trek de glasplaat er met de uittrekba-
re telescopische geleiderails uit.
Geleiders van de glasplaat verwijde-
ren
Verwijder de uittrekbare telesco-
pische geleiderails:
1. Druk de vergrendelhaak omhoog.
2. Schuif de uittrekbare telescopische
geleiderails opzij.
3. Trek de uittrekbare telescopische ge-
leiderails dan naar achteren toe weg.
Trek de beschermlijsten aan de ach-
terkant en de voorkant van de glas-
plaat af.
Reiniging en onderhoud
58
Zet de beschermlijsten na de reini-
ging weer aan de glasplaat vast.
Bevestig de uittrekbare telescopische
rails aan de glasplaat:
1. Zet de uittrekbare telescopische rails
daarvoor achteraan erop en haak ze
vast.
2. Klik daarna de vergrendelhaak aan
de voorkant vast.
Front en zijkanten reinigen
Als verontreinigingen te lang inwer-
ken, kunt u ze soms niet meer verwij-
deren. De oppervlakken kunnen ver-
kleuren of veranderen.
U kunt vuil op het front en op de zij-
wanden het beste direct verwijderen.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen en kunnen verkleuren of ver-
anderen, wanneer ze in contact ko-
men met ongeschikte reinigingsmid-
delen.
Lees de informatie in de paragraaf
“Opmerkingen over het reinigings-
middel” aan het begin van dit hoofd-
stuk.
Reinig de oppervlakken met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water. U kunt voor het reinigen
ook een schoon, vochtig microvezel-
doekje zonder reinigingsmiddel ge-
bruiken.
Neem de oppervlakken met schoon
water af en droog alles met een zach-
te doek na.
Reiniging en onderhoud
59
Deurdichting reinigen
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan-
deld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de
deurdichting daarna met een doek
grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof-
zuiger (gebruik daarvoor bijv. de
reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel, indien nodig, het koelappa-
raat weer in.
Het koelapparaat begint weer te koelen.
Schakel de functie SuperFrost een
tijdje in, zodat de diepvrieszone snel
weer koud wordt.
Leg de diepvriesproducten terug in
de diepvriesladen en schuif deze
weer in de diepvrieszone, zodra de
temperatuur in deze zone laag ge-
noeg is.
Schakel de functie SuperFrost
weer uit zodra de diepvries een con-
stante temperatuur van -18°C of la-
ger heeft bereikt.
Sluit de deur van het apparaat.
Nuttige tips
60
De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u
Miele niet hoeft in te schakelen.
Op www.miele.com/service vindt u informatie over hoe u zelf storingen kunt ver-
helpen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en
het probleem te verhelpen.
Open de deuren van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet voordat de
storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koelapparaat koelt
niet.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld en in het dis-
play brandt.
Schakel het koelapparaat in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact. Als het koel-
apparaat uitgeschakeld is, verschijnt in het dis-
play.
De zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Het koelapparaat, de huisspanning of een ander ap-
paraat kan defect zijn.
Neem contact op met een elektricien of met Miele.
De compressor is voort-
durend in werking.
Geen storing. Om energie te besparen, schakelt de
compressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit
op een laag toerental over. Daardoor moet de com-
pressor langer werken.
De compressor scha-
kelt steeds vaker en
steeds langer in, de
temperatuur in het koel-
apparaat is te laag.
De ventilatie-openingen zijn geblokkeerd of er zit veel
stof in.
Dek de ventilatie-openingen niet af.
Reinig de ventilatie-openingen regelmatig door
stof te verwijderen.
De deur is vaak geopend of er zijn grote hoeveelhe-
den verse levensmiddelen tegelijk in het apparaat ge-
legd.
Open de deur alleen indien nodig en zo kort moge-
lijk.
Nuttige tips
61
Probleem Oorzaak en oplossing
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
De deur is niet goed gesloten. Misschien heeft zich in
de diepvrieszone al een dikke ijslaag gevormd.
Sluit de deur van het apparaat.
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik.
Ontdooi en reinig het koelapparaat.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur is, des te langer is de com-
pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Het koelapparaat is niet goed in de inbouwkast ge-
plaatst.
Monteer het koelapparaat volgens de instructies in
de meegeleverde montagehandleiding op de juiste
manier.
Er is een te lage temperatuur ingesteld.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Er is een grotere hoeveelheid verse levensmiddelen
tegelijk ingevroren.
Lees de opmerkingen in het hoofdstuk: “Invriezen
en bewaren”.
De functie SuperFrost is nog ingeschakeld.
Schakel de functie SuperFrost zelf eerder uit om
energie te besparen.
Nuttige tips
62
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan; de
temperatuur in het koel-
apparaat stijgt.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te
hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien.
De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur
waarvoor het koelapparaat geschikt is.
De compressor slaat minder vaak aan als de omge-
vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in de
diepvrieszone te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Verhoog de omgevingstemperatuur.
In het koelapparaat
heeft zich een ijslaag
gevormd, of in het bin-
nenste van het koelap-
paraat vormt zich con-
denswater. Het kan zijn
dat de deur van het ap-
paraat niet goed sluit.
De deurdichting is uit de groef gegleden.
Controleer of de deurdichting goed in de groef zit.
De deurdichting is beschadigd.
Controleer of de deurdichting beschadigd is.
De deurdichting is be-
schadigd of moet ver-
vangen worden.
De deurdichting kan zonder gereedschap vervangen
worden.
Vervang de deurdichting. Deze is verkrijgbaar bij
Miele Nederland of bij de vakhandel.
Nuttige tips
63
Algemene problemen met het apparaat
Probleem Oorzaak en oplossing
De diepvriesproducten
zijn vastgevroren.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog
toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
Er klinkt geen waar-
schuwingssignaal, hoe-
wel de deur van het ap-
paraat al een tijdje
openstaat.
Dit is geen storing. Het waarschuwingssignaal is in
de instellingsmodus uitgeschakeld. Als u het akoes-
tische alarm weer wilt inschakelen:
Blader in de instellingsmodus met de sensor-
toets of naar het symbool.
Raak OK aan.
Kies met de sensortoetsen en het gewenste
volume van de waarschuwings- en geluidssigna-
len.
Raak OK aan.
Als de waarschuwings- en geluidssignalen ingescha-
keld zijn, verschijnt .
Nuttige tips
64
Meldingen in het display
Melding Oorzaak en oplossing
In het display brandt,
het koelapparaat koelt
niet, maar kan wel ge-
woon worden bediend.
De demo-functie is ingeschakeld.
Raak OK aan.
In het display verschijnt eerstMiele, daarna het start-
screen.
Raak OK aan.
Blader in de instellingsmodus met de sensor-
toets of naar het symbool.
Raak OK aan.
Nadat de demo-functie uitgeschakeld is, wordt het
koelapparaat uitgeschakeld en moet het opnieuw
worden ingeschakeld.
Er verschijnt niets in het
display. Het display is
zwart.
De Sabbatmodus is ingeschakeld.
RaakOK aan.
In het display verschijnt.
Raak OK aan.
Als de functie Sabbatmodus ingeschakeld is, ver-
schijnt er een punt in de bovenhoek van het dis-
play.
Raak OK aan.
Als de functie Sabbatmodus uitgeschakeld is,
dooft de punt in de bovenhoek van het display.
In het display brandt ,
het koelapparaat kan
niet worden bediend.
De vergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
Ontgrendel het koelapparaat kort of schakel de
vergrendelingsfunctie helemaal uit (zie hoofdstuk
“Het wijzigen van instellingen”, paragraaf “Vergren-
delingsfunctie/ kort deactiveren/helemaal uit-
schakelen”).
In het display brandt
, er klinkt ook een
waarschuwingssignaal.
Het deuralarm klinkt.
RaakOK aan.
Het waarschuwingssignaal stopt en het symbool
dooft.
Sluit de deur van het apparaat.
Nuttige tips
65
Melding Oorzaak en oplossing
In de temperatuuraan-
duiding brandt en er
klinkt een waarschu-
wingssignaal.
Het temperatuuralarm is geactiveerd. De diepvries-
zone is, afhankelijk van de ingestelde temperatuur, te
warm of te koud.
Mogelijke oorzaken zijn:
De deur van het apparaat is vaak geopend.
Een grote hoeveelheid levensmiddelen is inge-
vroren, zonder dat de functie SuperFrost inge-
schakeld is.
Er is gedurende langere tijd een stroomstoring
geweest.
Als het koelapparaat defect is.
RaakOK aan.
Het alarm is bevestigd: gaat uit en het waarschu-
wingssignaal houdt op.
In het display verschijnt knipperend gedurende ca.
1minuut de warmste temperatuur die tot dat mo-
ment in het koelapparaat heerste. Daarna verschijnt
in de temperatuuraanduiding de actuele temperatuur.
U kunt de knipperende temperatuuraanduiding al
eerder verlaten:
RaakOK aan.
De aangegeven hoogste temperatuur verdwijnt van
het display. Daarna verschijnt in de temperatuuraan-
duiding weer de werkelijke temperatuur in de diep-
vrieszone op dat moment.
Hef de alarmtoestand op.
Controleer afhankelijk van de temperatuur of de le-
vensmiddelen gedeeltelijk of zelfs geheel ontdooid
zijn. Als dat het geval is, verwerkt u deze levens-
middelen verder (koken of braden), voordat u ze
weer invriest.
Nuttige tips
66
Melding Oorzaak en oplossing
In het display is
rood verlicht. Ook klinkt
er een zoemer.
Er wordt een stroomstoring aangegeven: de tempe-
ratuur in het koelapparaat was in de laatste dagen of
uren door een stroomstoring tussentijds te veel ge-
stegen.
Tik op.
De foutmelding is bevestigd:
dooft en de zoemer houdt op.
In de temperatuuraanduiding verschijnt knipperend
ca. 1minuut de hoogste temperatuur die tot dat mo-
ment in het koelapparaat heerste. Daarna verschijnt
in de temperatuuraanduiding de actuele temperatuur.
U kunt de knipperende temperatuuraanduiding al
eerder verlaten:
Raak de temperatuuraanduiding aan.
De weergegeven hoogste temperatuur wordt gewist.
Daarna verschijnt in de temperatuuraanduiding weer
de actuele temperatuur. Het koelapparaat gaat ver-
volgens verder met de temperatuur die het laatst is
ingesteld.
Hef de alarmtoestand op.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de
levensmiddelen een beetje of zelfs helemaal ont-
dooid zijn. Als dat het geval is, verwerkt u deze le-
vensmiddelen verder (koken of braden), voordat u
ze weer invriest.
Nuttige tips
67
Melding Oorzaak en oplossing
In het display brandt
rood, soms verschijnt
een storingscode F met
cijfers. Bovendien klinkt
er een waarschuwings-
signaal.
Er is een storing opgetreden.
Schakel het waarschuwingssignaal uit door in het
display aan te raken.
Neem contact op met Miele.
Om de storing te melden, moet u naast de storings-
code ook de typeaanduiding van het koelapparaat en
het serienummer weten. Deze informatie kunt u direct
laten weergeven:
Raak daarvoor in het display aan.
De noodzakelijke gegevens verschijnen in het dis-
play.
Als u bevestigt met OK, verlaat u het informatiedis-
play en verschijnt de storingscode opnieuw.
U kunt het apparaat ook direct vanuit de storingsindi-
catie uitschakelen.
Er verschijnt een storing van het apparaat: deze heeft
altijd voorrang en breekt iedere instelling direct af die
u op dat moment uitvoert.
Een storing in het apparaat gaat vóór een deur- en/of
temperatuuralarm.
Oorzaken van geluiden
68
Het koelapparaat veroorzaakt tijdens het gebruik verschillende geluiden.
Bij een laag koelvermogen werkt het koelapparaat energiebesparend, maar lan-
ger. Het volume ligt lager.
Op een hoog koelvermogen worden levensmiddelen sneller gekoeld.
Het volume ligt hoger.
Normale
geluiden
Waardoor worden ze veroorzaakt?
Brrrrr… Het brommende geluid is afkomstig van de compressor. Het ge-
luid kan kortstondig wat luider zijn, als de compressor wordt in-
geschakeld.
Blub, blub… Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
het koelmiddel dat door de leidingen stroomt.
Klik… Klikken is altijd hoorbaar als de thermostaat de compressor in-
of uitschakelt.
Sssrrrrr… Een zacht geruis kan afkomstig zijn van de luchtstroming in de
binnenruimte.
Knak… Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-
apparaat uitzet.
Houd er rekening mee dat compressor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit
niet te vermijden zijn.
Geluiden Oorzaak en oplossing
Klapperende,
rammelende,
kletterende
geluiden
Het koelapparaat staat niet waterpas. Zet het apparaat recht
met behulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten
onder het koelapparaat.
Bij een inbouwkast vanaf 140cm: schuif de meegeleverde stabi-
lisatiestangen aan de onderkant van de bodem erin.
Uitneembare onderdelen zoals laden, rekken of plateaus wiebe-
len of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en ver-
vang deze indien nodig.
Flessen, potten etc. komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit el-
kaar.
Service
69
Op www.miele.com/service vindt u in-
formatie over hoe u zelf storingen kunt
verhelpen en over Miele onderdelen.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of Miele.
Een bezoek van een technicus kunt u
online op www.miele.com/service
boeken.
De contactgegevens van de Miele
Service vindt u achteraan in dit docu-
ment.
Miele heeft de typeaanduiding en het
serienummer nodig (Fabr./SN/Nr.). Bei-
de gegevens vindt u op het typeplaatje
in de binnenruimte van het koelapparaat
of, afhankelijk van het model, in de in-
stellingsmodus bij informatie .
EPREL-databank
Sinds 1maart2021 kunt u de informatie
over energielabeling en de eisen inzake
ecologisch ontwerp in de Europese pro-
ductendatabank (EPREL) terugvinden.
Via de volgende link https://eprel.ec.eu-
ropa.eu/ vindt u de productendatabank.
Hier wordt u gevraagd om de typeaan-
duiding in te voeren.
De typeaanduiding vindt u op het type-
plaatje in de binnenruimte van het koel-
apparaat of, afhankelijk van het model,
in de instellingsmodus bij informatie .
SN-ST
R600a:
XXXXXX Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat be-
draagt 2jaar.
Voor meer informatie zie de bijge-
voegde garantievoorwaarden.
Conformiteitsverklaring
70
Hiermee verklaart Miele, dat deze vries-
kast voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
U kunt de volledige tekst van deze EU-
conformiteitsverklaring op de volgende
internetadressen vinden:
- www.miele.nl Downloads
- https://miele.nl/gebruiksaanwijzingen
Frequentieband 2,4000GHz –
2,4835GHz
Maximale zendca-
paciteit
<100mW
Auteursrechten en licenties
71
Voor de bediening en besturing van de communicatiemodule gebruikt Miele eigen
software of software van derden waarvoor geen open source-licentievoorwaarde
geldt. Deze software/softwarecomponenten zijn auteursrechtelijk beschermd. De
auteursrechten van Miele en derden dienen in acht te worden genomen.
Bovendien bevat de in het apparaat geïntegreerde communicatiemodule software-
componenten die onder open source-licentievoorwaarden worden verspreid. U
kunt de open source-componenten en de bijbehorende verwijzingen naar auteurs-
rechten, kopieën van de geldige licentievoorwaarden en eventueel overige infor-
matie lokaal per IP via een webbrowser (http[s]://<IP-adres>/Licenses) oproepen.
De daar beschreven aansprakelijkheids- en garantieregelingen van de open sour-
ce-licentievoorwaarden gelden alleen voor de betreffende rechthebbenden.
Nederland:
Duitsland: Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.
Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V.
Postbus 166
4130 ED VIANEN
(0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Experience Center:
De Limiet 2
4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele webshop
voor een compleet overzicht van alle accessoires,
toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten
voor uw Miele apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten,
bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
België:
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Maak een afspraak in het Miele Experience Center
in Brussel, Mollem, Antwerpen of Hasselt
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
Internet: www.miele.be
M.-Nr. 12 524 130 / 00nl-NL
FN 4778 ..., FN 4748 ...
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Miele FN 4778 D Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor