Miele KFN 4374 ED Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie
Lees voor het opstellen – installeren – de ingebruikneming beslist de
gebruiks- en montagehandleiding. Dat is veilig voor u en zo voorkomt
u schade.
nl-NL, BE M.-Nr. 12 084 760
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 17
Installatie............................................................................................................ 18
Plaats van opstelling ........................................................................................... 18
Klimaatklasse ................................................................................................. 19
Ventilatie-eisen .................................................................................................... 20
Plaatsing van meerdere koelapparaten............................................................... 20
Draairichting van deur veranderen ...................................................................... 21
Wandafstandhouders .......................................................................................... 21
Koelapparaat plaatsen ........................................................................................ 22
Het koelapparaat waterpas plaatsen ............................................................. 22
Afmetingen van het apparaat .............................................................................. 23
Elektrische aansluiting......................................................................................... 27
Energie besparen .............................................................................................. 28
Beschrijving van het apparaat.......................................................................... 30
Overzicht ............................................................................................................. 30
De binnenruimte indelen ..................................................................................... 33
Deurvak/flessenvak verplaatsen .................................................................... 33
De flessensteun verschuiven of verwijderen .................................................. 33
De plateaus verplaatsen................................................................................. 33
Anti-geurfilters verplaatsen ............................................................................ 34
Plaats voor een bakplaat................................................................................ 34
Variabel flessenrek verplaatsen...................................................................... 35
Bijgeleverde accessoires..................................................................................... 35
Bij te bestellen accessoires................................................................................. 35
Het apparaat in- en uitschakelen..................................................................... 37
Voor het eerste gebruik ....................................................................................... 37
Het koelapparaat inschakelen ............................................................................. 37
De juiste temperatuur ....................................................................................... 39
Temperatuuraanduiding....................................................................................... 40
Temperatuur instellen .......................................................................................... 40
Mogelijke instelwaarden................................................................................. 40
SuperKoelen en SuperFrost gebruiken ........................................................... 41
Eco-stand gebruiken......................................................................................... 43
Temperatuur- en deuralarm.............................................................................. 44
Deuralarm ............................................................................................................ 45
Inhoud
3
Levensmiddelen in de koelzone bewaren ....................................................... 46
Gedeelten met verschillende temperaturen ........................................................ 46
Niet geschikt voor de koelzone ........................................................................... 47
Tips voor het inkopen van levensmiddelen ......................................................... 47
Levensmiddelen juist bewaren ............................................................................ 48
Levensmiddelen in de DailyFresh-zone bewaren........................................... 49
DailyFresh ExtraCool-lade ................................................................................... 49
Temperatuur in de DailyFreshExtraCool-lade instellen.................................. 49
DailyFresh-lade.................................................................................................... 50
Invriezen en bewaren ........................................................................................ 53
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? .............................. 53
Maximale vriescapaciteit................................................................................ 53
Diepvriesproducten bewaren .............................................................................. 53
Verse levensmiddelen zelf invriezen.................................................................... 54
Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen......................................................... 55
Accessoires gebruiken ........................................................................................ 56
Het bereiden van ijsblokjes ............................................................................ 56
Ontdooien........................................................................................................... 57
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 58
Opmerkingen over het reinigingsmiddel ............................................................. 58
Het koelapparaat voorbereiden voor de reiniging ............................................... 59
De binnenruimte reinigen .................................................................................... 59
Accessoires voor de reiniging verwijderen en demonteren................................. 60
Glasplaten en laden van de diepvrieszone plaatsen...................................... 60
Front en zijkanten reinigen................................................................................... 61
Deurdichting reinigen .......................................................................................... 61
Ventilatieopeningen reinigen ............................................................................... 61
Na het reinigen .................................................................................................... 62
Nuttige tips......................................................................................................... 63
Oorzaken van geluiden ..................................................................................... 69
Service................................................................................................................ 70
Contact bij storingen ........................................................................................... 70
EPREL-databank ................................................................................................. 70
Garantie ............................................................................................................... 71
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Dit koelapparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u het koelapparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het koelapparaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van
het koelapparaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen
te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Het koelapparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en der-
gelijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci-
fieke woonomgevingen.
Dit koelapparaat mag niet buiten worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be-
reiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk
zijn.
Het koelapparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid-
delen vallen. Een onjuist gebruik van het koelapparaat kan tot be-
schadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is
het koelapparaat niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosie-
gevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koelapparaat niet in staat zijn om het koelapparaat veilig te be-
dienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koelapparaat enkel zonder toezicht bedie-
nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koelapparaat gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht
staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste
bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koelappa-
raat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de
geldende EU-richtlijnen.
Het gebruikte koelmiddel (informatie op het typeplaatje) is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel zorgt ervoor dat het
apparaat iets meer geluid maakt. Naast het geluid van de compres-
sor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ont-
staan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen
invloed op de capaciteit van het koelapparaat.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koelapparaat geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra-
ken. Opspattend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken en vrijko-
mend koelmiddel kan ontbranden.
Bij beschadigingen:
- Vermijd open vuur of andere brandhaarden.
- Maak het koelapparaat spanningsvrij.
- Lucht de kamer waarin het koelapparaat staat gedurende enkele
minuten.
- Neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, hoe groter de ruim-
te moet zijn waarin u het apparaat plaatst. Bij een eventuele lekkage
kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont-
staan. Per 8g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koelap-
paraat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa-
raat niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele
veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een autonome of niet-netsyn-
chrone energievoorziening (zoals microgrids, back-upsystemen) is
mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de energievoorziening
voldoet aan de bepalingen van EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen van de huisinstallatie en dit Miele pro-
duct moeten ook werken bij gebruik van een microgrid of een niet-
netsynchrone energievoorziening of de veiligheidsvoorzieningen in
de energievoorziening moeten door gelijkwaardige voorzieningen
worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-
ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet-
terd (bijv. garage, bijkeuken).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Dit koelapparaat mag niet worden gebruikt als inbouwapparaat.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge-
voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande-
ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan de
producten stelt.
Vanwege speciale eisen (bijvoorbeeld voor wat betreft tempera-
tuur, vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en trillin-
gen) heeft dit koelapparaat speciale verlichting. Deze verlichting mag
alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De verlichting is niet
geschikt voor de verlichting van het vertrek. De verlichting mag uit-
sluitend door een vakman/vakvrouw of door Miele worden vervan-
gen. Dit koelapparaat bevat meerdere lichtbronnen met minimaal
energie-efficiëntieklasseG.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Deskundige installatie
Wijzig de draairichting van de deur (indien nodig) volgens de mee-
geleverde montagehandleiding.
Plaats het koelapparaat met behulp van een 2epersoon.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Veilig gebruik
Het koelapparaat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse
(omgevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet bo-
ven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van het koelapparaat. Als de omge-
vingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koel-
apparaat kan de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het
energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor-
den uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend
vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa-
raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan
waardoor deze knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door
elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische apparaten in dit koelap-
paraat (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be-
vriezen in de diepvrieszone. Anders kunnen ze ontploffen.
Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo-
ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo-
ne te halen. Anders kunnen ze ontploffen.
Letselrisico. Raak diepvriesproducten en metalen onderdelen niet
met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Letselrisico. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met name
waterijs, direct nadat u deze uit de diepvrieszone heeft gehaald, in
uw mond. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten
kunnen lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le-
vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-
teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be-
waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid-
delenfabrikanten in acht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Accessoires en onderdelen
Gebruik alleen originele Miele onderdelen. Als andere onderdelen
worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprakelijkheid van Miele
op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de serieproductie van het koelappa-
raat een leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar
voor essentiële onderdelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-
ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor-
zaken.
Waarschuwing. Gebruik voor het bespoedigen van het ontdooi-
proces geen mechanische hulpmiddelen of andere hulpmiddelen die
niet door de fabrikant worden aanbevolen.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen
spitse of scherpe voorwerpen, om
- rijp- en ijslagen te verwijderen
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst-
stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Vervoer het koelapparaat met be-
hulp van een tweede persoon, omdat het koelapparaat erg zwaar is.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Spelende kinderen kunnen in het koelapparaat ingesloten raken
en stikken.
- Demonteer de deur(en) van het apparaat.
- Haal de lades eruit.
- Laat de plateaus in het koelapparaat zitten, zodat kinderen er niet
zomaar in kunnen klimmen.
- Maak het slot van uw oude koelapparaat eventueel kapot. Zo
voorkomt u dat spelende kinderen ingesloten raken, wat levens-
gevaarlijk is.
Gevaar voor een elektrische schok!
- Snijd de stekker van de voedingskabel af.
- Snij de stroomkabel van het af te danken apparaat af.
Voer alles gescheiden van het af te danken apparaat af.
Zorg er tijdens en na de afvoer voor, dat het koelapparaat niet in
de buurt van benzine of andere brandbare gassen en vloeistoffen
wordt geplaatst.
Brandgevaar door uitstromende olie of koelmiddel!
Het koelmiddel en de olie in het apparaat zijn brandbaar. Uitstro-
mend koelmiddel of olie kan bij een hoge concentratie en in aanra-
king met een externe warmtebron ontbranden.
Zorg er tijdens de afvoer voor, dat het koelcircuit niet beschadigd
raakt om ongecontroleerd uitstromen van koelmiddel (specificaties
op het typeplaatje) en van olie te vermijden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- coatings af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing geldt alleen voor het recyclen. Bij normaal gebruik bestaat er
geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
17
Afdanken van de verpakking
De verpakking zorgt ervoor dat u het
apparaat gemakkelijk kunt hanteren en
beschermt het apparaat tegen trans-
portschade. Het verpakkingsmateriaal
is uitgekozen met het oog op een zo
gering mogelijke belasting van het mi-
lieu en is in het algemeen recyclebaar.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard.
Gebruik materiaalspecifieke inzame-
lings- en retouropties voor recyclebaar
materiaal. Uw Miele vakhandelaar
neemt de transportverpakking terug.
Afdanken van het apparaat
Elektrische en elektronische apparaten
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de apparaten goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw af te dan-
ken apparaat bij het gewone huisvuil af-
voert of er niet goed mee omgaat, kun-
nen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Voer het af te
danken apparaat daarom nooit via het
gewone huisvuil af.
Zorg ervoor dat uw koelapparaat niet
wordt beschadigd totdat het op de
juiste, milieuvriendelijke manier is afge-
voerd.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Lever het apparaat in bij een gratis, ge-
meentelijk inzameldepot voor elek-
trische en elektronische apparaten, bij
uw vakhandelaar of bij Miele. U bent
wettelijk zelf verantwoordelijk voor het
wissen van eventuele persoonlijke ge-
gevens op het af te danken apparaat. U
bent wettelijk verplicht om niet com-
pleet ingebouwde gebruikte batterijen
en accu's alsmede lampen die onbe-
schadigd kunnen worden verwijderd, te
verwijderen. Breng deze naar een ge-
schikte inzamellocatie, waar u ze gratis
kunt inleveren. Het af te danken appa-
raat moet totdat u het wegbrengt buiten
het bereik van kinderen worden be-
waard.
Installatie
*INSTALLATION*
18
Plaats van opstelling
Beschadigingsgevaar door hoge
luchtvochtigheid.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan op
de buitenkant van het koelapparaat
condens ontstaan.
Dit condenswater kan corrosie ver-
oorzaken.
Plaats het koelapparaat in een droge
en/of geklimatiseerde ruimte met vol-
doende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de
deur(en) van het apparaat goed
sluit(en) en of de lucht ongehinderd
kan worden toegevoerd en afge-
voerd.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door apparaten die warmte af-
geven.
Apparaten die warmte afgeven, kun-
nen in brand vliegen en brand in het
koelapparaat veroorzaken.
Zet apparaten die warmte afgeven,
zoals mini-ovens, dubbele kookpla-
ten of broodroosters, niet op het
koelapparaat.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vuur.
Door open vuur kan het koelapparaat
vlam vatten.
Houd open vuur, zoals een kaars, uit
de buurt van het koelapparaat.
Kies een droge ruimte uit waar goed
kan worden geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van
opstelling aan dat het energieverbruik
van het koelapparaat stijgt als u het
apparaat dicht bij een verwarming,
een fornuis of een andere warmtebron
plaatst.
Vermijd directe blootstelling aan zon-
licht.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur,
des te langer zal de compressor in
werking zijn en des te hoger is het
energieverbruik.
Let bij het plaatsen van het koelappa-
raat bovendien op het volgende:
- Het stopcontact mag zich niet achter
het apparaat bevinden en dient in ge-
val van nood gemakkelijk toegankelijk
te zijn.
- De stekker en de aansluitkabel mo-
gen niet tegen de achterkant van het
koelapparaat aan komen, omdat deze
door trillingen van het koelapparaat
beschadigd kunnen raken.
- Ook andere apparaten mogen niet op
de stopcontacten aan de achterkant
van het apparaat worden aangeslo-
ten.
- Let er bij het opstellen van het koel-
apparaat op dat de aansluitkabel niet
bekneld of beschadigd raakt.
- Plaats en gebruik verdeelstekkers of
verdeelblokken alsmede andere elek-
tronische apparaten (bijv. trafo's voor
halogeenverlichting) niet aan de ach-
terkant van het apparaat.
Installatie
*INSTALLATION*
19
- De vloer waar het apparaat op wordt
geplaatst, dient horizontaal en vlak te
zijn en moet dezelfde hoogte hebben
als de omringende vloer.
Klimaatklasse
Het koelapparaat is vervaardigd voor
een bepaalde klimaatklasse (omge-
vingstemperatuurbereik) waar de ka-
mertemperatuur niet boven of onder
mag liggen.
Als de omgevingstemperatuur lager is,
staat de compressor langer stil. Dat kan
hogere temperaturen in het koelappa-
raat veroorzaken en dus tot gevolg-
schade leiden.
De klimaatklasse staat aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van
het koelapparaat.
Klimaatklasse Omgevingstem-
peratuur
SN +10tot +32°C
N +16tot +32°C
ST +16tot +38°C
T +16tot +43°C
Als een koelapparaat met klimaatklas-
seSN wordt gebruikt bij lagere omge-
vingstemperaturen (tot +5°C), dan is
een probleemloze werking gegaran-
deerd.
Installatie
*INSTALLATION*
20
Ventilatie-eisen
Pas op voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie.
Als het koelapparaat niet voldoende
wordt geventileerd, schakelt de com-
pressor steeds vaker en steeds lan-
ger in. Daardoor stijgen het energie-
verbruik en de temperatuur van de
compressor. Deze kan hierdoor be-
schadigd raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor
het koelapparaat.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de ventilatie-ope-
ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig van
stof worden ontdaan.
De lucht op de achterwand van het
koelapparaat wordt warm. Daarom
moet een probleemloze luchtstroom
worden gegarandeerd (zie paragraaf
Afmetingen van het apparaat”).
Plaatsing van meerdere koel-
apparaten
Pas op voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van
het koelapparaat.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan
zich condens vormen tussen de bui-
tenwanden van het koelapparaat. Dat
kan corrosie veroorzaken.
Plaats een koelapparaat in principe
nooit direct naast andere koelappa-
raten.
Installatie
*INSTALLATION*
21
Draairichting van deur veran-
deren
Pas op voor letsel en beschadi-
ging bij het veranderen van de draai-
richting van de deur.
Als de draairichting door één per-
soon wordt gewijzigd, is er een ver-
hoogd risico op letsel of beschadi-
ging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het wijzigen van de draairichting.
De deur van het koelapparaat is stan-
daard rechtsscharnierend. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, verander
dan de draairichting (zie meegeleverde
montagehandleiding).
Wandafstandhouders
De wandafstandhouders aan de
achterkant van het koelapparaat zor-
gen ervoor dat vocht kan worden af-
gevoerd.
Als de wandafstandhouders niet wor-
den gebruikt, wordt het koelapparaat
circa22mm minder diep.
Gevaar voor beschadiging door
veel vocht aan de achterkant van het
apparaat.
Het verwijderen van de wandaf-
standhouders kan leiden tot meer
vochtophoping aan de achterkant
van het apparaat.
Verwijder de wandafstandhouders
niet van de achterkant van het appa-
raat.
Het koelapparaat kan met de zijkanten
direct tegen een wand worden ge-
plaatst. Alle lades en plateaus kunnen
toch worden uitgetrokken.
Installatie
*INSTALLATION*
22
Koelapparaat plaatsen
Pas op voor letsel en beschadi-
ging doordat het koelapparaat kan-
telt.
Indien het koelapparaat door één
persoon wordt geplaatst, bestaat er
een verhoogd risico op letsel of be-
schadiging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het plaatsen van het koelapparaat.
Risico op beschadiging doordat
de deur ergens tegenaan slaat.
De deur van het apparaat kan tegen
de muur aan slaan en daardoor be-
schadigd raken.
Bescherm de deur van het apparaat
met viltdoppen op de muur.
Pas op voor beschadiging van
de vloer.
Als u het koelapparaat verplaatst,
kan dit leiden tot beschadiging van
de vloer.
Beweeg het koelapparaat voorzichtig
op kwetsbare vloeren.
Tip: Plaats het koelapparaat alleen als
het leeg is.
Zet het koelapparaat nu al zo dicht
mogelijk bij de plaats van opstelling.
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals wordt beschreven
in het hoofdstuk “Elektrische aanslui-
ting”.
Schuif het koelapparaat voorzichtig
op de daarvoor bestemde plaats.
Het koelapparaat waterpas plaatsen
Plaats het koelapparaat met de
steeksleutel stevig en waterpas via de
voorste stelvoeten.
Installatie
*INSTALLATION*
23
Afmetingen van het apparaat
Afmetingen voor plaatsing/bovenaanzicht
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Een correcte werking van het koelapparaat wordt gegarandeerd wanneer de aan-
gegeven ventilatie-openingen vrij worden gehouden.
A
791
9
11
660*
597
30
1172*
600
1210*
845
90°
115°
*Afmeting met gemonteerde wandafstandhouders. Als de wandafstandhouders niet worden
gebruikt, wordt het koelapparaat circa22mm minder diep.
A
KFN4374EDws/el 1.850
KFN4391 ED el, KFN 4394 ED ws/el 2.020
Installatie
*INSTALLATION*
24
Afmetingen voor plaatsing/bovenaanzicht
KFN4494EDws/el
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Een correcte werking van het koelapparaat wordt gegarandeerd wanneer de aan-
gegeven ventilatie-openingen vrij worden gehouden.
1009
582
791
9
391
2020
597
660*
11
30
1172*
600
1210*
642
871
90°
115°
*Afmeting met gemonteerde wandafstandhouders. Als de wandafstandhouders niet worden
gebruikt, wordt het koelapparaat circa22mm minder diep.
Installatie
*INSTALLATION*
25
Aansluitingen
KFN4374EDws/el, KFN4391EDel, KFN4394EDws/el
Alle maten zijn in mm aangegeven.
248
193
aVooraanzicht
bAansluitkabel, lengte=2.400mm
Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Installatie
*INSTALLATION*
26
Aansluitingen
KFN4494EDws/el
Alle maten zijn in mm aangegeven.
248
193
aVooraanzicht
bAansluitkabel, lengte=2.400mm
Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Installatie
*INSTALLATION*
27
Elektrische aansluiting
Het koelapparaat is standaard voorzien
van een aansluitkabel met stekker voor
aansluiting op een geaard stopcontact.
Plaats het koelapparaat zodanig dat het
stopcontact goed bereikbaar is. Als het
stopcontact niet goed bereikbaar is,
zorg er dan voor dat er voor elke pool
een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het koelapparaat via
verdeelstekkers en verlengkabels
kan tot overbelasting van de kabels
leiden.
Gebruik daarom om veiligheidsrede-
nen geen verdeelstekkers en ver-
lengkabels.
De elektrische installatie moet aan de
geldende norm voldoen.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een aardlekschakelaar (RCD) te gebrui-
ken van het type in de huisinstalla-
tie waarin u het koelapparaat installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag dit alleen door een door
Miele geautoriseerde vakman/-vrouw of
door Miele worden gedaan.
Op het typeplaatje en in deze gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een
autonome of niet-netsynchrone energie-
voorziening (zoals microgrids, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde
voor het gebruik is dat de energievoor-
ziening voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen in de huis-
installatie en in dit Miele product moe-
ten ook werken bij gebruik van een mi-
crogrid of bij een niet-netsynchrone
energievoorziening. Indien nodig moe-
ten ze door gelijkwaardige voorzienin-
gen in de installatie worden vervangen.
Energie besparen
28
Zo bespaart u energie:
Plaats van
opstelling
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker
koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar-
mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan
zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer
20°C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door
stof te verwijderen.
Temperatuur-
instelling
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De
volgende instellingen worden aangeraden:
- Koelzone 4tot 5°C.
- Diepvrieszone -18°C.
Gebruik Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte-
ring van de levensmiddelen helpt bij de oriëntatie.
- Sluit de deur/deuren van het apparaat na het openen volledig.
- Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koel-
apparaat bewaart.
- Bewaar de levensmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Leg diepvriesproducten in de koelzone wanneer ze moeten
ontdooien.
- Leg levensmiddelen zo in het apparaat dat de ventilatieope-
ningen niet worden afgedekt.
Energie besparen
29
- Zorg bij het opstellen van het koelapparaat aan de rechter zij-
kant (vanaf de voorkant gezien) voor een kleine afstand ten
opzichte van de muur om het energieverbruik zo laag mogelijk
te houden.
Beschrijving van het apparaat
30
Overzicht
NoFrost
DailyFresh
DailyFresh
ExtraCool
Deze afbeelding toont een model als voorbeeld.
Beschrijving van het apparaat
31
aBedieningspaneel
bBinnenverlichting
cVentilator met luchtuitblaasopeningen in de achterwand
dDeurvak met eierrek
ePlateau
fVariabel flessenrek
gKouderegelaar voor de DailyFreshExtraCool-lade
hPlaats voor een bakplaat (ComfortSize)
iDeurvak voor flessen met flessensteun
jDailyFresh ExtraCool-lade met lage temperatuur voor bederfelijke levensmidde-
len
kDeksel voor het instellen van de luchtvochtigheid in de DailyFresh-lade
lDailyFresh-lade voor fruit en groenten (met vochtregeling)
mDiepvrieslades
Beschrijving van het apparaat
32
   
aControlelampje temperatuuralarm in de diepvrieszone
bInstellen van de temperatuur in de koelzone,
in-/uitschakelen van de functie SuperKoelen
en in-/uitschakelen van de Eco-stand in de koelzone
cControlelampje SuperKoelen
dTemperatuuraanduiding voor de koelzone
eControlelampje Eco-stand koelzone
fInstellen van de temperatuur in de diepvrieszone,
in-/uitschakelen van de functie SuperFrost en
in-/uitschakelen van de Eco-stand in de diepvrieszone
gControlelampje SuperFrost
hTemperatuuraanduiding van de diepvrieszone
iControlelampje Eco-stand diepvrieszone
Beschrijving van het apparaat
33
De binnenruimte indelen
Deurvak/flessenvak verplaatsen
Verplaats de vakken/flessenvakken
in de deur alleen als er niets in staat.
Schuif de deurvakken/flessenvakken
naar boven en haal ze er naar voren
toe uit.
Zet de deurvakken/flessenvakken er
op de gewenste plaats weer in.
De flessensteun verschuiven of ver-
wijderen
De lamellen van de flessensteun zorgen
ervoor dat flessen stevig staan wanneer
u de deur van het apparaat opent en
sluit.
U kunt de flessensteun naar rechts of
naar links verschuiven. Zo ontstaat er
meer ruimte voor drinkpakken.
U kunt de flessensteun er volledig uit-
halen, bijvoorbeeld om deze goed
schoon te maken:
Trek de flessensteun er naar boven
toe af.
De plateaus verplaatsen
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
als u producten van verschillende hoog-
te wilt bewaren.
Trek de plateaus naar voren en draai
ze er naar boven toe uit.
Plaats het plateau met de rand aan
de achterkant naar boven op de ge-
wenste plaats.
De opstaande rand die aan de be-
schermlijst aan de achterkant van de
plateaus zit, moet naar boven wijzen,
zodat de levensmiddelen niet met de
achterwand in aanraking kunnen ko-
men en eraan vastvriezen.
Beschrijving van het apparaat
34
Anti-geurfilters verplaatsen
De anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean) kunnen als accessoi-
re worden bijbesteld (zie paragraaf “Bij
te bestellen accessoires”.)
Let bij sterk geurende levensmidde-
len (bijv. heel kruidige kaas) op het
volgende:
- Plaats de houder met de anti-geurfil-
ters op het plateau waarop u deze le-
vensmiddelen legt.
- Vervang de anti-geurfilters desge-
wenst eerder.
- Plaats nog meer anti-geurfilters (met
houder) in het koelapparaat.
De houder voor de anti-geurfilters zit op
de beschermlijst aan de achterkant van
het plateau.
Als u de anti-geurfilters wilt verplaat-
sen, trekt u de houder omhoog en
haalt u deze van de beschermlijst af.
Plaats de houder op de beschermlijst
van het gewenste plateau.
Plaats voor een bakplaat
Boven de lades kan een bakplaat wor-
den geplaatst. De maximale afmetingen
van de bakplaat zijn: breedte 448mm/
diepte 386mm/hoogte 22mm.
Open de deur van het apparaat tot u
weerstand voelt.
Zet de bakplaat op een willekeurig
plateau in de koelzone.
Tip: Laat de bakplaat tot op kamertem-
peratuur afkoelen, voordat u deze in de
koelzone schuift.
Beschrijving van het apparaat
35
Variabel flessenrek verplaatsen
U kunt het flessenrek op verschillende
plekken in het koelapparaat plaatsen.
Til het flessenrek aan de achterkant
iets op en verwijder het naar voren
toe.
Plaats het flessenrek weer op een wil-
lekeurige positie.
De beugel aan de achterkant van het
rek moet naar boven wijzen, zodat de
flessen niet tegen de achterwand aan
kunnen komen.
Bijgeleverde accessoires
Eierrek
Variabel flessenrek
Flessensteun
Bakje voor ijsblokjes
Bij te bestellen accessoires
Miele heeft speciaal voor dit apparaat
handige accessoires en reinigings- en
onderhoudsmiddelen in het assorti-
ment.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en an-
der licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth kit bestaat uit een uni-
verseel doekje, een glasreinigingsdoek-
je en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer
fijne microvezels hebben de doekjes
een grote reinigingscapaciteit.
MicroCloth HyClean
De MicroCloth HyClean is een anti-bac-
teriële universele doek die bijzonder
scheur- en slijtvast is. De doek kan
droog of vochtig, met of zonder reini-
gingsmiddel worden gebruikt.
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilters neutraliseren onaan-
gename geurtjes in de koelzone en zor-
gen op die manier voor een betere
luchtkwaliteit.
Beschrijving van het apparaat
36
Anti-geurfilter KKF-RF (Acti-
veAirClean) vervangen
Er zijn vervangende filters verkrijgbaar
die in de houder passen. Wij adviseren
de anti-geurfilters om de 6maanden te
vervangen.
Bij te bestellen accessoires kunt u in
de Miele webshop bestellen. De pro-
ducten zijn ook verkrijgbaar bij Miele
(zie achter in deze gebruiksaanwijzing)
en bij uw Miele vakhandelaar.
Het apparaat in- en uitschakelen
37
Voor het eerste gebruik
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
en de beschermende folie.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires (zie hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”).
Laat het koelapparaat na het trans-
port ca.1uur staan voordat u het
aansluit.
Zo voorkomt u eventuele functiesto-
ringen van het koelapparaat.
Koelapparaat aansluiten
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals beschreven in het
hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
Het koelapparaat inschakelen
Nadat u het koelapparaat elektrisch
heeft aangesloten, klinkt er een zoemer
en knippert het controlelampje voor het
temperatuuralarm in de diepvrieszone.
Druk op de toets voor het instellen
van de temperatuur in de koel- of
diepvrieszone.
Het waarschuwingssignaal houdt op.
Het koelapparaat start met koelen naar
de vooraf ingestelde temperatuur.
Voordat u voor de eerste keer le-
vensmiddelen in het apparaat legt,
kunt u het koelapparaat het beste
een paar uur laten voorkoelen. Leg
pas levensmiddelen in het koelappa-
raat als de vooraf ingestelde tempe-
ratuur bereikt is.
Leg pas levensmiddelen in de diep-
vrieszone als de temperatuur in de
diepvrieszone laag genoeg is (min.
-18°C).
Het koelapparaat uitschakelen
Trek de stekker uit het stopcontact.
De koeling en de binnenverlichting zijn
uitgeschakeld.
Het apparaat in- en uitschakelen
38
Bij langdurige afwezigheid
Als het koelapparaat bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld,
maar niet wordt gereinigd, bestaat er
gevaar voor schimmelvorming als de
deur van het koelapparaat gesloten
blijft.
Het koelapparaat moet in ieder geval
worden gereinigd.
Wanneer u het koelapparaat langere tijd
niet gebruikt, dient u de volgende stap-
pen uit te voeren:
Schakel het koelapparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Reinig het koelapparaat en laat de
deur openstaan om het apparaat vol-
doende te ventileren en te voorkomen
dat er geurtjes ontstaan.
De juiste temperatuur
39
Voor de houdbaarheid van levensmid-
delen is het zeer belangrijk dat u de
juiste temperatuur instelt. Als de tempe-
ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi-
cro-organismen. De levensmiddelen be-
derven niet zo snel.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en
langer open is
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is vervaardigd voor een bepaalde
klimaatklasse (omgevingstempera-
tuurbereik) waar de kamertempera-
tuur niet boven of onder mag liggen.
... in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4°C.
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
De ventilator wordt automatisch inge-
schakeld, als u de koeling voor de koel-
zone inschakelt. Daarmee wordt de
koude in de koelzone gelijkmatig ver-
deeld, zodat de levensmiddelen die in
de koelzone zijn opgeslagen met onge-
veer dezelfde temperatuur worden ge-
koeld.
…in de diepvrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen,
moet de temperatuur -18°C bedragen.
De houdbaarheid van de levensmidde-
len kan zo worden verlengd en de opti-
male kwaliteit blijft daarbij behouden.
De juiste temperatuur
40
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
Temperatuur instellen
Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur in de
koel- of diepvrieszone, totdat de ge-
wenste temperatuur in de tempera-
tuuraanduiding van de koel- of diep-
vrieszone verschijnt.
Mogelijke instelwaarden
- Koelzone: 2tot 6°C
- Diepvrieszone: -18tot -24°C
Als u de temperatuurinstelling heeft
gewijzigd:
Controleer de temperatuur na enkele
uren. Pas dan is de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
- na ca.6uur bij een koelapparaat dat
niet zo vol is
- na ca.24uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
SuperKoelen en SuperFrost gebruiken
41
SuperKoelen
Als de functie SuperKoelen is inge-
schakeld, wordt de koelzone zeer
snel tot de koudste waarde afgekoeld
(afhankelijk van de omgevingstempe-
ratuur). Het koelapparaat werkt met
een maximale capaciteit en de tempe-
ratuur daalt. Kies deze functie als u
grote hoeveelheden verse levensmid-
delen of dranken snel wilt afkoelen.
Als de functie SuperKoelen is inge-
schakeld, kan het zijn dat het apparaat
meer geluid maakt.
U dient de functie SuperKoelen
4uur voordat u de in te vriezen le-
vensmiddelen of dranken in de
diepvrieszone plaatst in te schake-
len.
De functie SuperKoelen wordt auto-
matisch na ca.15uur uitgeschakeld.
Het koelapparaat werkt weer met nor-
male koelcapaciteit.
Tip: Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperKoelen zelf uitschake-
len zodra de levensmiddelen of dranken
koel genoeg zijn.
SuperKoelen in- en uitschakelen
Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur° in de
koelzone, totdat het controlelampje
voor SuperKoelen° gaat branden of
weer dooft.
SuperFrost
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, wordt de diepvrieszone
zeer snel tot de koudste waarde afge-
koeld (afhankelijk van de omgevings-
temperatuur). Het koelapparaat werkt
met een maximale capaciteit en de
temperatuur daalt. Selecteer deze
functie voordat u verse levensmidde-
len gaat invriezen. Op die manier wor-
den de levensmiddelen snel tot in de
kern ingevroren en blijven de voe-
dingswaarde, de vitaminen, het uiter-
lijk en de smaak behouden.
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, kan het zijn dat het apparaat
meer geluid maakt.
De functie SuperFrost moet 4–6uur
van tevoren worden ingeschakeld
als u in te vriezen levensmiddelen wilt
plaatsen.
Als u het maximale vriesvermogen
wilt benutten, moet de functie Super-
Frost 24uur van tevoren worden
ingeschakeld.
De functie SuperFrost wordt na
maximaal 60uur automatisch uitge-
schakeld. Het koelapparaat werkt
weer met normale koelcapaciteit. Hoe-
lang het duurt voordat deze functie
wordt uitgeschakeld, is afhankelijk van
de hoeveelheid verse levensmiddelen
die in de diepvrieszone is gelegd.
SuperKoelen en SuperFrost gebruiken
42
Als u een grotere hoeveelheid warme
diepvriesproducten in het apparaat
legt, wordt de functie SuperFrost auto-
matisch ingeschakeld.
De sensortoets licht ondertussen
geel op.
Tip: Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperFrost zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koud genoeg zijn.
U hoeft de functie SuperFrost niet
in te schakelen:
- als u levensmiddelen in het appa-
raat plaatst die al zijn ingevroren;
- als u dagelijks slechts max. 2kg
levensmiddelen invriest.
SuperFrost in- en uitschakelen
Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur° in de
diepvrieszone, totdat het controle-
lampje voor SuperFrost° gaat bran-
den of weer uit gaat.
Eco-stand gebruiken
43
De Eco-stand is handig wanneer u bij-
voorbeeld tijdens vakantie het koelap-
paraat niet geheel wilt uitschakelen of
geen grote koelcapaciteit nodig heeft.
Het energieverbruik is in de Eco-stand
lager dan bij normaal gebruik.
Eco-stand voor de koelzone in- en
uitschakelen
Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur in de
koelzone, totdat het controlelampje
voor de Eco-stand in de koelzone
gaat branden of weer dooft.
De temperatuur in de koelzone stijgt tot
8°C.
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Wanneer de temperatuur in de koel-
zone lange tijd boven de 4°C blijft,
kunnen de houdbaarheid en kwaliteit
van de levensmiddelen verminderen.
Schakel de Eco-stand altijd alleen
kort in.
Bewaar in die tijd geen kwetsbare en
bederfelijke levensmiddelen zoals
fruit, groente, vis, vlees en zuivelpro-
ducten in het apparaat.
Eco-stand voor de diepvrieszone in-
en uitschakelen
Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur in de
diepvrieszone, totdat het controle-
lampje voor de Eco-stand in de diep-
vrieszone gaat branden of weer
dooft.
De temperatuur in de diepvrieszone
stijgt tot -16°C.
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Levensmiddelen lange tijd bewaren
bij een temperatuur van lager dan
-18°C in de diepvrieszone, kan de
houdbaarheid en kwaliteit van de le-
vensmiddelen aantasten.
Schakel de functie Eco-stand altijd
alleen kort in.
Let erop dat de levensmiddelen in de
diepvrieszone al goed zijn ingevroren
wanneer u de functie Eco-stand in-
schakelt.
Vries geen nieuwe levensmiddelen in
wanneer de Eco-stand is ingescha-
keld.
Temperatuur- en deuralarm
44
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Temperatuuralarm
Het koelapparaat heeft een waarschu-
wingssysteem waarmee wordt voorko-
men dat de temperatuur in de diep-
vrieszone ongemerkt stijgt.
Als de temperatuur in de diepvrieszone
te hoog wordt, knippert het controle-
lampje voor het temperatuuralarm in de
diepvrieszone.
Bovendien klinkt er een zoemer totdat
de alarmsituatie wordt beëindigd of de
zoemer voortijdig wordt uitgeschakeld.
Afhankelijk van de ingestelde tempera-
tuur zal het koelapparaat melden of de
temperatuur te veel gestegen is.
Het waarschuwingssignaal klinkt en
het lampje brandt in de volgende situ-
aties:
- Als u het koelapparaat inschakelt
en de temperatuur te veel verschilt
van de temperatuur die u heeft in-
gesteld.
- Als u diepvriesproducten in het
koelapparaat legt of eruit haalt en
er daarbij te veel warme lucht in
het apparaat komt.
- Als u een vrij grote hoeveelheid le-
vensmiddelen invriest.
- Als u verse levensmiddelen invriest
die nog warm zijn.
- Er was sprake van een stroomsto-
ring.
- Als het koelapparaat defect is.
Voordat u het temperatuuralarm uit-
schakelt, moet de oorzaak voor het
temperatuuralarm worden vastge-
steld en opgelost.
Als het waarschuwingssignaal storend
is, kunt u het voortijdig uitschakelen.
Druk op de toets voor het instellen
van de temperatuur in de koel- of
diepvrieszone.
Het waarschuwingssignaal houdt op.
Temperatuur- en deuralarm
45
Deuralarm
Dit koelapparaat heeft een waarschu-
wingssysteem dat in werking treedt
wanneer de deur te lang openstaat.
Daarmee wordt voorkomen dat er on-
nodig veel energie wordt verbruikt en
dat het voor de opgeslagen levens-
middelen te warm wordt.
Wanneer de deur van het apparaat lan-
ger dan 1minuut openstaat, klinkt er
een zoemer.
Zodra de deur wordt dichtgedaan,
houdt de zoemer op.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Als het waarschuwingssignaal storend
is, kunt u het voortijdig uitschakelen.
Druk op de toets voor het instellen
van de temperatuur.
Het waarschuwingssignaal houdt op.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
46
Explosiegevaar door brandbare
gasmengsels.
Brandbare gasmengsels kunnen ont-
branden door elektrische onderde-
len.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf-
gassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Dergelijke spuitbussen
kunt u herkennen aan de hand van
de opgedrukte inhoudsopgave of
een vlamsymbool. Eventueel ont-
snappende gassen kunnen ontbran-
den door elektrische onderdelen.
Gevaar voor beschadiging door
levensmiddelen die vet of olie bevat-
ten.
Als u vet- of oliehoudende levens-
middelen in het apparaat of de deur
van het apparaat bewaart, kunnen
spanningsscheuren in de kunststof
ontstaan waardoor deze knapt of
scheurt.
Voorkom dat vet of olie in aanraking
komt met kunststof onderdelen van
het koelapparaat.
Als de luchtcirculatie niet voldoende
is, wordt de koelcapaciteit lager en
stijgt het energieverbruik.
Leg de levensmiddelen niet te dicht
op elkaar, zodat de lucht goed kan
circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af.
Dek de luchtuitblaasopeningen in de
achterwand niet af.
Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont-
staan er verschillende temperaturen in
de koelzone.
De koude, zware lucht zakt naar het on-
derste gedeelte van de koelzone. Maak
gebruik van deze verschillende tempe-
raturen als u de levensmiddelen in het
apparaat legt.
Dit is een koelapparaat met automa-
tische dynamische koeling, waarbij er
een gelijkmatige temperatuur wordt
bereikt als de ventilator draait. Het
verschil tussen de verschillende koel-
zones is daardoor minder groot.
Warmste gedeelte
Het minst koele gedeelte in de koel-
kast / koelzone bevindt zich helemaal
bovenin tegen de deur. Gebruik dit ge-
deelte voor het opslaan van boter zodat
deze smeerbaar blijft en voor kaas zo-
dat deze zijn aroma niet verliest.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
47
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte in de koelzone
bevindt zich voor de luchtuitblaasope-
ningen in de achterwand en in de
DailyFreshExtraCool-lade.
Als u de temperatuur instelt op 4°C
en de koelzone goed schoonhoudt,
kunnen bacteriën zich langzamer
vermenigvuldigen, bijv. Salmonella
en Listeria-bacteriën, die kunnen lei-
den tot ernstige voedselvergiftigin-
gen.
Gebruik daarom deze gedeelten voor
alle levensmiddelen die niet lang houd-
baar zijn, zoals:
- vis, vlees, gevogelte
- worst, kant-en-klaargerechten
- levensmiddelen waar eieren of room
in zitten
- vers deeg, taart-/cake-, pizza- of qui-
chedeeg
- producten van rauwe melk
- in folie verpakte voorgesneden
groenten
- in het algemeen alle verse levensmid-
delen (waarvan de minimale houd-
baarheidsdatum alleen geldt bij een
bewaartemperatuur van minstens
4°C)
Wanneer levensmiddelen te dicht bij
de luchtuitlaatopeningen in de ach-
terwand worden gelegd, kunnen de-
ze bevriezen.
Bewaar de levensmiddelen zodanig
dat ze de achterwand van de koelzo-
ne niet raken.
Niet geschikt voor de koelzone
Koudegevoelige levensmiddelen zijn
niet geschikt om bij temperaturen onder
5°C te worden bewaard.
Tot de koudegevoelige levensmiddelen
behoren onder andere:
- ananas, avocado's, bananen,
granaatappels, mango's, meloenen,
papaja's, passievruchten, citrus-
vruchten (zoals citroenen, sinaasap-
pelen, mandarijntjes, grapefruit)
- fruit (dat nog verder moet rijpen)
- aubergines, komkommers, aardap-
pels, paprika's, tomaten, courgettes
- harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas)
Tips voor het inkopen van le-
vensmiddelen
De belangrijkste voorwaarde om le-
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is dat ze vers in het koelapparaat ge-
legd worden.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
Zorg dat de levensmiddelen zo koel
mogelijk blijven, als u ze bijvoorbeeld in
de warme auto transporteert.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
48
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar levensmiddelen in de koelzone
verpakt of goed afgedekt (in de
DailyFresh-lade zijn er uitzonderingen).
Zo nemen ze geen vreemde geuren
over, drogen ze niet uit en worden er
geen bacteriën overgedragen. Dit is
vooral belangrijk als u dierlijke levens-
middelen bewaart. Let vooral op met le-
vensmiddelen zoals rauw vlees en vis.
Deze mogen niet in contact komen met
andere levensmiddelen.
Als u de temperatuur juist instelt en
de koelzone goed schoon houdt, blij-
ven levensmiddelen aanzienlijk lan-
ger houdbaar. Afval van levensmid-
delen wordt voorkomen.
Eiwitrijke levensmiddelen
Houd er rekening mee, dat eiwitrijke le-
vensmiddelen sneller bederven. Zo be-
derven schaal- en schelpdieren bijv.
sneller dan vis, en vis bederft weer snel-
ler dan vlees.
Levensmiddelen in de DailyFresh-zone bewaren
49
DailyFresh ExtraCool-lade
De DailyFresh ExtraCool-lade is bijzon-
der geschikt voor het bewaren van be-
derfelijke levensmiddelen zoals:
- verse vis, schaal- en schelpdieren
- vlees, gevogelte, worst
- rauwkostsalades
- zuivelproducten zoals yoghurt, kaas,
slagroom, kwark etc.
- Bovendien kunt u in de DailyFresh
ExtraCool-lade allerlei andere levens-
middelen bewaren, mits deze verpakt
zijn.
Als in de koelzone een temperatuur
van 2°C is ingesteld, ligt de tempera-
tuur in de DailyFresh ExtraCool-lade
rond ca.0°C.
De luchtvochtigheid in de DailyFresh
ExtraCool-lade is niet verhoogd en
kan niet worden geregeld.
In de DailyFresh ExtraCool-lade be-
draagt de temperatuur ca.0°C.
Bij een lage temperatuur in de koel-
zone kunnen in de DailyFresh Extra-
Cool-lade in bepaalde omstandighe-
den temperaturen onder het vries-
punt voorkomen. Levensmiddelen
kunnen bevriezen.
Pas indien nodig de instelling van de
temperatuur aan.
Houd er rekening mee dat eiwitrijke
levensmiddelen sneller bederven.
Zo bederven schaal- en schelpdieren
bijv. sneller dan vis, en vis bederft
weer sneller dan vlees.
Bewaar deze levensmiddelen om hy-
giënische redenen alleen verpakt of
in een bakje.
Temperatuur in de DailyFreshExtra-
Cool-lade instellen
De temperatuur in de DailyFreshExtra-
Cool-lade kunt u ook met de koudere-
gelaar boven deze lade instellen.
Om de temperatuur in de
DailyFreshExtraCool-lade te verla-
gen, schuift u de kouderegelaar om-
hoog naar de instelling ExtraCool.
Om de temperatuur in de
DailyFreshExtraCool-lade te verho-
gen, schuift u de kouderegelaar om-
laag naar de instelling Cool.
Levensmiddelen in de DailyFresh-zone bewaren
50
DailyFresh-lade
De DailyFresh-lade is uitermate geschikt
voor fruit en groenten.
De luchtvochtigheid in de DailyFresh-la-
de kan zo worden geregeld dat deze
ongeveer overeenkomt met de bewaar-
de levensmiddelen. Een hoge lucht-
vochtigheid zorgt ervoor dat de levens-
middelen hun eigen vocht behouden en
niet zo snel uitdrogen. De temperatuur
komt ongeveer overeen met de tempe-
ratuur in de gewone koelzone.
Om levensmiddelen goed te kunnen
bewaren, is het essentieel dat ze zich
in goede staat bevinden wanneer u ze
in de koelkast legt.
Luchtvochtigheid in de DailyFresh-la-
de wijzigen
De hoogte van de luchtvochtigheid in
de DailyFresh-lade hangt sterk af van
de soort en hoeveelheid opgeslagen
levensmiddelen als deze niet verpakt
zijn.
Als u een kleine hoeveelheid opslaat,
kan de luchtvochtigheid te gering zijn.
Tip: Verpak de levensmiddelen bij klei-
ne hoeveelheden in luchtdichte verpak-
kingen.
Voornamelijk fruit/gemengde produc-
ten bewaren
Schuif de regelaar naar achteren.
Het deksel is geopend en de luchtvoch-
tigheid wordt lager.
Kies deze instelling altijd bij:
- een grote belading
- een gemengde belading
- een belading die voornamelijk uit fruit
bestaat
- een te hoge luchtvochtigheid in de
DailyFresh-lade.
Voornamelijk groente bewaren
Schuif de regelaar naar voren.
Het deksel is gesloten en de luchtvoch-
tigheid blijft in het vak.
Kies deze instelling bij:
- een geringe belading
- een belading die voornamelijk uit
groente bestaat
- een te lage luchtvochtigheid in de
DailyFresh-lade.
Levensmiddelen in de DailyFresh-zone bewaren
51
Bij een verhoogde luchtvochtigheid
in de DailyFresh-lade kan zich con-
denswater vormen.
Als u denkt dat er te veel con-
denswater is gevormd en dit invloed
heeft op de levensmiddelen, ga dan
als volgt te werk:
Verwijder het condenswater met een
schoonmaakdoekje.
Open het deksel van het vak.
Levensmiddelen in de DailyFresh-zone bewaren
52
Bent u niet tevreden met de manier waarop uw levensmiddelen worden ge-
koeld (bijv. wanneer ze al na korte tijd slap worden), neem dan onderstaande
tips in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen. De staat waarin levensmiddelen verkeren
als u ze in de koelkast legt, is essentieel voor het resultaat.
Reinig de DailyFresh-lade voordat u de levensmiddelen erin legt.
Dep zeer vochtige levensmiddelen af voordat u ze in de koelkast bewaart.
Leg geen koudegevoelige levensmiddelen in de DailyFresh-lade (zie hoofdstuk
“Levensmiddelen in de koelzone bewaren”, paragraaf “Niet geschikt voor de
koelzone”).
Kies voor het bewaren van levensmiddelen de juiste positie van het deksel (af-
hankelijk van het soort levensmiddelen dat u bewaart).
Een verhoogde luchtvochtigheid wordt alleen bereikt door het vocht van de le-
vensmiddelen die in dat vak worden bewaard, als ze onverpakt worden be-
waard. Hoe meer levensmiddelen er in het vak worden bewaard, des te hoger de
luchtvochtigheid.
Wanneer er zich te veel vocht in het vak verzamelt en de levensmiddelen worden
aangetast, dient u het condenswater vooral van de bodem te verwijderen en legt
u een rooster of iets dergelijks in het vak, zodat het overtollige vocht eraf kan
druipen. Schuif de regelaar naar achteren, zodat de luchtvochtigheid kan ont-
snappen.
Als de luchtvochtigheid te laag is hoewel het deksel van de DailyFresh-lade is
gesloten (regelaar is naar voren geschoven), kunt u de levensmiddelen het beste
in luchtdichte verpakkingen bewaren.
Invriezen en bewaren
53
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Als het levensmiddel snel tot in de kern
ingevroren is, heeft de vloeistof in de
cellen minder tijd om uit de cellen te lo-
pen. De cellen krimpen dan aanzienlijk
minder. Tijdens het ontdooien kan de
slechts geringe hoeveelheid vloeistof
die naar de tussenruimten was ge-
stroomd, terugkeren naar de cellen zo-
dat het vochtverlies zeer gering is.
Daarom ontstaat er slechts een klein
plasje water.
Maximale vriescapaciteit
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag de
maximale vriescapaciteit niet worden
overschreden. De maximale vriescapa-
citeit binnen 24uur vindt u op het type-
plaatje “Vriescapaciteit…kg/24u”.
Diepvriesproducten bewaren
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al tijdens de aankoop in
de winkel:
- de verpakking op beschadigingen
- de houdbaarheidsdatum
- de temperatuur in de diepvries in de
winkel moet -18°C of lager zijn
Vervoer diepvriesproducten indien
mogelijk in een koeltas of leg ze snel
in het koelapparaat.
Invriezen en bewaren
54
Verse levensmiddelen zelf in-
vriezen
Vóór het inruimen
Als u meer dan 2kg verse levensmid-
delen wilt invriezen, schakelt u 6uur
voor het inruimen van de levensmid-
delen de functie SuperFrost in.
Bij een nog grotere hoeveelheid diep-
vriesproducten schakelt u 24uur voor
het inruimen van de levensmiddelen
de functie SuperFrost in.
De al ingevroren diepvriesproducten
krijgen zo een koudereserve.
Vries uitsluitend verse levensmidde-
len in perfecte staat in.
Houd er rekening mee dat sommige
levensmiddelen niet geschikt zijn om
in te vriezen. Dat geldt bijvoorbeeld
voor soorten groenten die normaal ge-
sproken rauw worden gegeten, zoals
bladsla of radijsjes.
Tip: Om kleur, smaak, aroma en vitami-
neC te behouden, kunt u de groente
blancheren voordat u deze invriest. Leg
daarvoor een portie groente 2–3minu-
ten in kokend water. Neem de groente
dan uit het water en laat deze snel in
koud water afkoelen. Laat de groente
uitlekken.
In te vriezen levensmiddelen verpak-
ken
Vries levensmiddelen per portie in.
Tip: Kies een geschikte verpakking om
vriesbrand te voorkomen (bijv. diep-
vriesbakjes).
Druk de lucht uit de verpakking en
sluit de verpakking goed.
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Diepvriesproducten in het apparaat
leggen
Leg in te vriezen levensmiddelen niet
tegen reeds ingevroren levensmidde-
len, om te voorkomen dat de inge-
vroren levensmiddelen gaan ontdooi-
en.
Om te voorkomen dat levensmidde-
len aan elkaar of aan de bodem vast-
vriezen, dient u ervoor te zorgen dat
de verpakkingen droog zijn.
Leg de diepvriesproducten zo dicht
mogelijk tegen de zijwanden van de
diepvrieslades, zodat ze zo snel mo-
gelijk tot in de kern worden ingevro-
ren.
Stop de diepvriesproducten vervol-
gens in diepvrieszakken of bakjes en
verdeel ze over de andere diepvries-
lades.
Schuif de diepvrieslade er altijd tot
aan de aanslag in, zodat de lucht on-
gehinderd in het koelapparaat kan
circuleren.
Invriezen en bewaren
55
– kleine hoeveelheden
Deze kunt u het beste in de onderste
diepvrieslades leggen.
Leg de diepvriesproducten over de
hele breedte op de bodem van de
onderste diepvrieslade, zodat ze zo
snel mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
–VarioRoom: maximale in te vriezen
hoeveelheid (zie typeplaatje) plaatsen
Als de ventilatie-openingen zijn afge-
dekt, neemt de koelcapaciteit af en
stijgt het energieverbruik.
Leg de diepvriesproducten zo in het
apparaat dat de ventilatie-openingen
niet worden afgedekt.
Leg diepvriesproducten bij voorkeur
in de onderste diepvrieslade. Daar
worden diepvriesproducten bijzonder
snel en voorzichtig ingevroren.
Tip: U kunt de diepvrieszone flexibel
groter maken. Wanneer u grotere diep-
vriesproducten wilt invriezen, bijv. kal-
koen of wildbraad, kunt u de diepvries-
lades en glasplaten eruit halen.
Plaats de diepvriesproducten direct in
het koelapparaat zodat ze in contact
komen met de bodem of de zij-
wanden.
Als de levensmiddelen zijn ingevroren:
Schakel de functie SuperFrost uit.
Leg de ingevroren diepvriesproducten
in de diepvrieslades en schuif deze
weer in het apparaat.
Bewaartijd van ingevroren le-
vensmiddelen
Levensmiddelen-
groep
Bewaartijd
(maanden)
Schepijs 2 tot 6
Brood, bakwaren 2 tot 6
Kaas 2 tot 4
Vis, vet 1 tot 2
Vis, mager 1 tot 5
Worst, ham 1 tot 3
Wild, varkensvlees 1 tot 12
Gevogelte, rund-
vlees
2 tot 10
Groente, fruit 6 tot 18
Kruiden 6 tot 10
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar-
den.
Bij de in de handel verkrijgbare diep-
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda-
tum beslissend.
Bij een constante temperatuur van de
diepvrieszone van -18°C en als u deze
goed schoon houdt, blijven levensmid-
delen zo lang mogelijk goed en hoeft u
minder weg te gooien.
Invriezen en bewaren
56
Dranken snel koelen
Schakel de functie SuperKoelen in om
dranken snel te koelen.
Als u flessen snel in de diepvrieszone
wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één
uur weer uit de diepvrieszone te halen.
Anders kunnen ze ontploffen.
Accessoires gebruiken
Het bereiden van ijsblokjes
Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water. Zet het bakje op
de bodem van een diepvrieslade.
Wanneer een bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te ma-
ken.
Tip: Houd het bakje even onder stro-
mend water, dan laten de ijsblokjes ge-
makkelijk los.
Ontdooien
57
Koelzone en DailyFresh-lade
De koelzone en de DailyFresh-lade wor-
den automatisch ontdooid.
Terwijl de compressor in werking is,
kunnen zich op de achterwand van de
koelzone en op de DailyFresh-lade rijp
en waterdruppels vormen. Die hoeft u
niet te verwijderen, want ze verdampen
automatisch door de warmte van de
compressor.
Diepvrieszone
Het koelapparaat heeft een “NoFrost”-
systeem waarmee het automatisch
wordt ontdooid.
Het geproduceerde vocht zet zich af op
de verdamper, wordt regelmatig auto-
matisch ontdooid en verdampt.
Door dit automatisch ontdooien blijft
het apparaat altijd ijsvrij. De levensmid-
delen gaan door dit bijzondere systeem
niet ontdooien.
Reiniging en onderhoud
58
Het typeplaatje in het koelapparaat
mag niet worden verwijderd. De gege-
vens zijn nodig in geval van storing.
Zorg ervoor dat er geen water komt
in de elektronische besturing, in de
verlichting of in de luchtuitlaatope-
ningen.
Gevaar voor beschadiging door
binnendringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger kan
kunststof en elektrische onderdelen
beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het
koelapparaat te reinigen.
Opmerkingen over het reini-
gingsmiddel
Gebruik in het koelapparaat alleen
reinigings- en onderhoudsmiddelen
die geen risico vormen voor de le-
vensmiddelen.
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei-
niging geen
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schurende reinigingsmiddelen (zoals
schuurpoeder, schuurmiddel, schuur-
sponsjes)
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers
- ovensprays
- glasreinigers
- schurende harde sponsjes en
borstels (bijv.schuursponsjes)
- vlekkensponsjes
- scherpe metalen schrapers
Wij adviseren om een schoon spons-
doekje, lauw water en wat afwasmiddel
te gebruiken.
Reiniging en onderhoud
59
Het koelapparaat voorbereiden
voor de reiniging
Schakel het koelapparaat uit.
Neem de levensmiddelen uit het koel-
apparaat en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal alle onderdelen uit het apparaat
die kunnen worden verwijderd, zodat
u ze kunt reinigen.
De binnenruimte reinigen
Reinig het koelapparaat regelmatig,
minstens een keer in de maand.
Als vervuilingen langer inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde-
ren.
De oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor-
keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met
een schoonmaakdoekje.
Laat de deur van het koelapparaat
nog even openstaan om het koelap-
paraat voldoende te luchten en geur-
tjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
60
Accessoires voor de reiniging
verwijderen en demonteren
Deurvak/flessenvak demonteren
Verwijder de sierlijst in roestvrij staal-
look voordat u het deurvak/flessenvak
reinigt.
Om de sierlijst te verwijderen, gaat u als
volgt te werk:
Plaats het deurvak/flessenvak op het
werkblad.
Pak de sierlijst aan één kant vast en
trek de lijst van het plateau af.
Bevestig de sierlijst na de reiniging
weer op het deurvak/flessenvak.
Een plateau demonteren
Leg het plateau op het werkblad op
een zachte ondergrond (bijv. een
theedoek).
Verwijder eerst de sierlijst en de be-
schermlijst aan de achterkant, voor-
dat u het plateau gaat reinigen.
1. Pak de sierlijst aan één kant vast en
trek de lijst van het plateau af.
2. Trek de beschermlijst aan de achter-
kant eraf.
Zet de sierlijst en de beschermlijst
aan de achterkant na de reiniging
weer op het plateau vast.
Lade verwijderen
Til de lade aan de voorzijde iets op en
trek deze er vervolgens uit.
Deksel DailyFresh-lade verwijderen
Haal de DailyFresh-lade eruit.
Til het deksel aan de voorkant op en
trek het eruit.
Schuif het deksel na de reiniging te-
rug.
Laden en glasplaten uit de diepvries-
zone verwijderen
Trek de lade eruit en til daarbij de
voorkant iets op.
Trek de glasplaat eruit en til daarbij
de voorkant iets op.
Glasplaten en laden van de diepvries-
zone plaatsen
Zet de glasplaat schuin op de gelei-
ders.
Schuif de glasplaat naar binnen en
laat deze daarbij zakken.
Zet de lade schuin op de geleiders.
Schuif de lade naar binnen en laat
deze daarbij zakken.
Reiniging en onderhoud
61
Front en zijkanten reinigen
Als verontreinigingen te lang inwer-
ken, kunt u ze soms niet meer verwij-
deren. De oppervlakken kunnen ver-
kleuren of veranderen.
U kunt vuil op het front en op de zij-
wanden het beste direct verwijderen.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen en kunnen verkleuren of ver-
anderen, wanneer ze in contact ko-
men met ongeschikte reinigingsmid-
delen.
Lees de informatie in de paragraaf
“Opmerkingen over het reinigings-
middel” aan het begin van dit hoofd-
stuk.
Reinig de oppervlakken met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water. U kunt voor het reinigen
ook een schoon, vochtig microvezel-
doekje zonder reinigingsmiddel ge-
bruiken.
Neem de oppervlakken met schoon
water af en droog alles met een zach-
te doek na.
Deurdichting reinigen
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan-
deld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de
deurdichting daarna met een doek
grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof-
zuiger (gebruik daarvoor bijv. de
reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
Reiniging en onderhoud
62
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel het koelapparaat in.
Schakel de functie SuperFrost een
tijdje in, zodat de diepvrieszone snel
weer koud wordt.
Schakel de functie SuperKoelen
een tijdje in, zodat de koelzone snel
weer koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de deur van het koelappa-
raat.
Leg de diepvriesproducten terug in
de diepvriesladen en schuif deze
weer in de diepvrieszone, zodra de
temperatuur in deze zone laag ge-
noeg is.
Schakel de functie SuperFrost
weer uit zodra de diepvries een con-
stante temperatuur van -18°C of la-
ger heeft bereikt.
Nuttige tips
63
De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u
Miele niet hoeft in te schakelen.
Op www.miele.com/service vindt u informatie over hoe u zelf storingen kunt ver-
helpen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en
het probleem te verhelpen.
Open de deuren van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet voordat de
storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koelapparaat koelt
niet en de binnenver-
lichting werkt niet wan-
neer de deur van het
koelapparaat open is.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld. De tempera-
tuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft geen
temperatuur aan.
Schakel het koelapparaat in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Het koelapparaat, de huisspanning of een ander ap-
paraat kan defect zijn.
Neem contact op met een elektricien of met Miele.
De temperatuuraandui-
ding brandt, maar het
koelapparaat koelt niet.
De demo-functie is ingeschakeld. Op die manier kan
de vakhandelaar het koelapparaat presenteren zon-
der de koeling in te schakelen. Voor particulier ge-
bruik is deze instelling niet relevant.
Houd de temperatuurinsteltoets gedurende
10seconden ingedrukt, totdat een akoestisch sig-
naal klinkt.
Controleer na een tijdje of het koelapparaat weer
koelt.
De temperatuur in het
koelapparaat wijkt sterk
af van de geselecteerde
instelling.
Het kan in principe een paar uur duren voordat in het
koelapparaat de van tevoren ingestelde temperatuur
heerst.
In sommige gevallen helpt het om het koelappa-
raat 5minuten uit te schakelen en het daarna op-
nieuw in te schakelen.
Nuttige tips
64
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor scha-
kelt steeds vaker en
steeds langer in, de
temperatuur in het koel-
apparaat is te laag.
De ventilatie-openingen zijn geblokkeerd of er zit veel
stof in.
Dek de ventilatie-openingen niet af.
Reinig de ventilatie-openingen regelmatig door
stof te verwijderen.
De deuren van het apparaat zijn vaak geopend of er
zijn grote hoeveelheden verse levensmiddelen in de
koel- of diepvrieszone gelegd.
Open de deuren van het koelapparaat alleen indien
nodig en altijd zo kort mogelijk.
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
De deuren van het koelapparaat zitten niet goed
dicht. Misschien heeft zich in de diepvrieszone al een
dikke ijslaag gevormd.
Sluit de deuren van het apparaat.
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik.
Ontdooi en reinig het koelapparaat.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur is, des te langer is de com-
pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Er is een te lage temperatuur ingesteld.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Er is een grotere hoeveelheid verse levensmiddelen
tegelijk ingevroren.
Lees de opmerkingen in het hoofdstuk “Invriezen
en bewaren”.
De functie SuperFrost is nog ingeschakeld.
Schakel de functie SuperFrost zelf eerder uit om
energie te besparen.
De functie SuperKoelen is nog ingeschakeld.
Nuttige tips
65
Probleem Oorzaak en oplossing
Schakel de functie SuperKoelen zelf eerder uit
om energie te besparen.
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan; de
temperatuur in het koel-
apparaat stijgt.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te
hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien.
De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur
waarvoor het koelapparaat geschikt is.
De compressor slaat minder vaak aan als de omge-
vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in de
diepvrieszone te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Verhoog de omgevingstemperatuur.
In het koelapparaat
heeft zich een ijslaag
gevormd, of in het bin-
nenste van het koelap-
paraat vormt zich con-
denswater. Het kan zijn
dat de deur van het ap-
paraat niet goed sluit.
De deurdichting is uit de groef gegleden.
Controleer of de deurdichting goed in de groef zit.
De deurdichting is beschadigd.
Controleer of de deurdichting beschadigd is.
Nuttige tips
66
Algemene problemen met het apparaat
Probleem Oorzaak en oplossing
De diepvriesproducten
zijn vastgevroren.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog
toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
De voorkant van het
koelapparaat is warm.
De voorkant van het koelapparaat wordt gedeeltelijk
een beetje verwarmd om de vorming van con-
denswater bij de afdichting van de deur te voorko-
men.
De zijwanden van het
koelapparaat zijn warm.
Dit is geen storing! In de zijwanden van het koelap-
paraat lopen leidingen die tijdens het koelproces
warm worden.
Er klinkt een zoemer. Het deuralarm is geactiveerd.
Sluit de deur van het apparaat. De zoemer houdt
op.
Het controlelampje voor
het temperatuuralarm in
de diepvrieszone knip-
pert. Er klinkt ook een
zoemer.
Het temperatuuralarm is geactiveerd: de diepvries-
zone is, afhankelijk van de ingestelde temperatuur, te
warm of te koud.
Mogelijke oorzaken zijn:
Bij het sorteren of verwijderen van diepvriespro-
ducten is er te veel warme omgevingslucht in
het koelapparaat gekomen.
Er is een grote hoeveelheid levensmiddelen in-
gevroren.
Er was sprake van een stroomstoring.
Druk op de toets voor het instellen van de tempe-
ratuur.
De zoemer stopt.
Controleer, afhankelijk van de temperatuur, of de
levensmiddelen gedeeltelijk of zelfs geheel ont-
dooid zijn. Als dat het geval is, verwerkt u deze le-
vensmiddelen verder (koken of braden), voordat u
ze weer invriest.
Nuttige tips
67
Probleem Oorzaak en oplossing
In de diepvrieszone
heeft zich zoveel ijs ge-
vormd, dat deze niet
meer automatisch ont-
dooit.
De deur van de diepvrieszone stond heel lang open.
Neem de diepvriesproducten uit het koelapparaat
en wikkel ze in verschillende lagen krantenpapier
of dekens.
Bewaar de diepvriesproducten op een koele
plaats, totdat het apparaat weer klaar is voor ge-
bruik.
Schakel het koelapparaat uit en trek het weg van
de wand.
Open de deur van de diepvrieszone.
Na ca.20minuten begint het dooiwater in de ver-
dampingsschaal aan de achterkant van het apparaat
te lopen.
Neem het dooiwater tussendoor met een spons op.
Wanneer er geen dooiwater meer in de verdampings-
schaal loopt, is de procedure beëindigd.
Reinig de diepvrieszone en schakel het koelappa-
raat weer in.
De deur van de diep-
vrieszone kan niet
meerdere keren achter
elkaar worden geopend.
Geen storing. Door de zuigende werking kunt u de
deur pas na ca. 1minuut zonder moeite openen.
Er was een stroomsto-
ring.
Tijdens een stroomstoring stijgt de temperatuur in het
koelapparaat. De bewaartijd wordt korter en de kwa-
liteit van uw levensmiddelen is aangetast.
Houd het koelapparaat tijdens een stroomstoring
indien mogelijk dicht en leg er geen levensmidde-
len bij.
Controleer de kwaliteit van de levensmiddelen na
de stroomstoring.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de
levensmiddelen een beetje of zelfs helemaal ont-
dooid zijn. Als dat het geval is, verwerkt u deze le-
vensmiddelen verder (koken of braden), voordat u
ze weer invriest.
Gooi bij twijfel ontdooide diepvriesproducten weg.
Nuttige tips
68
De binnenverlichting doet het niet
Probleem Oorzaak en oplossing
De binnenverlichting
werkt niet.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld.
Schakel het koelapparaat in.
Wanneer de deur geopend wordt, gaat de verlichting
na ongeveer 10minuten automatisch uit in verband
met gevaar voor oververhitting. Is dit niet het geval,
dan is er sprake van een storing.
Gevaar voor elektrische schok door blootlig-
gende onderdelen, waarop spanning staat.
Wanneer u de afdekplaat voor de verlichting ver-
wijdert, kunt u in aanraking komen met onderdelen
waarop spanning staat.
Verwijder de afdekplaat voor de verlichting niet.
Laat de led-verlichting alleen door Miele repareren
en vervangen.
Pas op voor letsel door led-verlichting.
Deze verlichting komt overeen met risicogroep
RG2. Als de afdekking defect is, kan dat oogletsel
veroorzaken.
Kijk niet direct van dichtbij met optische instru-
menten (een loep of iets dergelijks) in de verlichting
als de afdekplaat voor de verlichting defect is.
Neem contact op met Miele.
Oorzaken van geluiden
69
Het koelapparaat veroorzaakt tijdens het gebruik verschillende geluiden.
Bij een laag koelvermogen werkt het koelapparaat energiebesparend, maar lan-
ger. Het volume ligt lager.
Op een hoog koelvermogen worden levensmiddelen sneller gekoeld.
Het volume ligt hoger.
Normale
geluiden
Waardoor worden ze veroorzaakt?
Brrrrr… Het brommende geluid is afkomstig van de compressor. Het ge-
luid kan kortstondig wat luider zijn, als de compressor wordt in-
geschakeld.
Blub, blub… Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
het koelmiddel dat door de leidingen stroomt.
Klik… Klikken is altijd hoorbaar als de thermostaat de compressor in-
of uitschakelt.
Sssrrrrr… Een zacht geruis kan afkomstig zijn van de luchtstroming in de
binnenruimte.
Knak… Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-
apparaat uitzet.
Houd er rekening mee dat compressor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit
niet te vermijden zijn.
Geluiden Oorzaak en oplossing
Klapperende,
rammelende,
kletterende
geluiden
Het koelapparaat staat niet waterpas. Zet het apparaat recht
met behulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten
onder het koelapparaat.
Het koelapparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan.
Schuif het een stukje op.
Uitneembare onderdelen zoals lades, rekken of plateaus wiebe-
len of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en ver-
vang deze indien nodig.
Flessen, potten etc. komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit el-
kaar.
Service
70
Op www.miele.com/service vindt u in-
formatie over hoe u zelf storingen kunt
verhelpen en over Miele onderdelen.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of Miele.
Een bezoek van een technicus kunt u
online op www.miele.com/service
boeken.
De contactgegevens van de afdeling
klantcontacten van Miele vindt u ach-
teraan in dit document.
Miele heeft de typeaanduiding en het
serienummer nodig (Fabr./SN/Nr.). Bei-
de gegevens vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u aan de binnen-
kant van het koelapparaat.
EPREL-databank
Sinds 1maart2021 kunt u de informatie
over energielabeling en de eisen inzake
ecologisch ontwerp in de Europese pro-
ductendatabank (EPREL) terugvinden.
Via de volgende link https://eprel.ec.eu-
ropa.eu/ vindt u de productendatabank.
Hier wordt u gevraagd om de typeaan-
duiding in te voeren.
De typeaanduiding vindt u op het type-
plaatje in de binnenruimte van het koel-
apparaat of, afhankelijk van het model,
in de instellingsmodus bij informatie .
SN-ST
R600a:
XXXXXX Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg
Service
71
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat be-
draagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor-
waarden in uw land kunt u bij Miele ver-
krijgen.
Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.
Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V.
Postbus 166
4130 ED VIANEN
(0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Experience Center:
De Limiet 2
4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele webshop
voor een compleet overzicht van alle accessoires,
toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten
voor uw Miele apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten,
bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Maak een afspraak in het Miele Experience Center
in Brussel, Mollem, Antwerpen of Hasselt
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
Internet: www.miele.be
M.-Nr. 12 084 760 / 01nl-NL, BE
KFN 4374 ED ws/el, KFN 4391 ED el, KFN 4394 ED ws/el,
KFN 4494 ED ws/el
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Miele KFN 4374 ED Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor