HP Engage Flex Pro-C Retail System Referentie gids

Type
Referentie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

Naslaggids voor de hardware
HP Engage Flex Pro retailsysteem
HP Engage Flex Pro-C retailsysteem
© Copyright 2018 HP Development Company,
L.P.
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en diensten
van HP staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze publicatie kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Eerste editie: juli 2018
Artikelnummer van document: L28950-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die op de meeste modellen
beschikbaar zijn. Sommige functies zijn
mogelijk niet beschikbaar op uw product. Voor
toegang tot de meest recente
gebruikershandleiding gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer
daarna Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP Licentieovereenkomst
voor eindgebruikers (EULA). Indien u niet
akkoord gaat met deze licentievoorwaarden,
kunt u uitsluitend aanspraak maken op de
mogelijkheid het gehele, ongebruikte product
(hardware en software) binnen 14 dagen te
retourneren, voor een volledige restitutie op
basis van het restitutiebeleid van de
desbetreende verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van de HP EliteDesk Business-pc.
WAARSCHUWING! Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in overlijden of ernstig letsel
wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
VOORZICHTIG: Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in licht of matig letsel wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
BELANGRIJK: Geeft informatie aan die als belangrijk maar niet mogelijk gevaar-gerelateerd is (bijvoorbeeld
berichten over schade aan eigendommen). Een belangrijke kennisgeving waarschuwt de gebruiker dat het
niet precies zoals beschreven opvolgen van een procedure kan leiden tot verlies van gegevens of schade aan
hardware of software. Bevat ook belangrijke informatie voor de uitleg van een concept of voor het voltooien
van een taak.
OPMERKING: Bevat extra informatie om belangrijke punten uit de hoofdtekst te benadrukken of aan te
vullen.
TIP: Biedt handige tips voor het voltooien van een taak.
iii
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 Voorzieningen van het product ....................................................................................................................... 1
Voorzieningen van de standaardconguratie ....................................................................................................... 1
HP Engage Flex Pro ................................................................................................................................................ 2
Onderdelen aan de voorkant ............................................................................................................... 2
Onderdelen op het achterpaneel ........................................................................................................ 3
Plaats van het serienummer ............................................................................................................... 4
HP Engage Flex Pro-C ............................................................................................................................................ 4
Onderdelen aan de voorkant ............................................................................................................... 4
Onderdelen op het achterpaneel ........................................................................................................ 5
Plaats van het serienummer ............................................................................................................... 6
2 Hardware-upgrades ....................................................................................................................................... 7
Voorzieningen voor onderhoud ............................................................................................................................. 7
Waarschuwingen .................................................................................................................................................... 7
Desktopstand omzetten in towerconguratie ...................................................................................................... 8
Het toegangspaneel van de computer verwijderen .............................................................................................. 8
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen .......................................................................................... 9
Het voorpaneel verwijderen ................................................................................................................................ 10
Het afdekplaatje van een optischeschijfeenheid verwijderen ............................................................................ 11
Het voorpaneel opnieuw bevestigen .................................................................................................................. 11
Verwijderen en installeren van het optionele voorpaneel stoilter ................................................................... 12
Systeemkaart, aansluitingen .............................................................................................................................. 13
Systeemgeheugen upgraden .............................................................................................................................. 14
Geheugenmodule installeren ............................................................................................................ 14
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen ............................................................................................... 19
Een halfhoge uitbreidingskaart installeren ...................................................................................... 19
Een USB-uitbreidingskaart met eigen voeding van 12 volt installeren ......................... 19
Een volle-hoogte uitbreidingskaart installeren ................................................................................ 23
Een uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding installeren ................... 24
Seriële poorten met eigen voeding congureren .......................................................... 28
De riserkaart vervangen ................................................................................................................... 28
Schijfposities ........................................................................................................................................................ 34
Schijfeenheden verwijderen en installeren ......................................................................................................... 34
Een optischeschijfeenheid verwijderen ............................................................................................ 35
Een optischeschijfeenheid installeren .............................................................................................. 37
Een vaste schijf verwijderen .............................................................................................................. 39
v
Het verwijderen van een vaste schijf voorbereiden ....................................................... 39
HP Engage Flex Pro ......................................................................................................... 40
De vaste schijf onder de optischeschijfeenheid verwijderen ...................... 40
De vaste schijf onder de voeding verwijderen ............................................. 41
HP Engage Flex Pro-C ..................................................................................................... 43
Een vaste schijf installeren ............................................................................................................... 45
Het installeren van een vaste schijf voorbereiden ......................................................... 45
HP Engage Flex Pro ......................................................................................................... 47
De vaste schijf onder de optischeschijfeenheid installeren ........................ 47
De vaste schijf onder de voeding installeren ............................................... 49
HP Engage Flex Pro-C ..................................................................................................... 50
Een M.2 SSD-opslagapparaat verwijderen en installeren ................................................................ 52
Een veiligheidsslot installeren ............................................................................................................................. 54
Bevestigingskabelslot ....................................................................................................................... 54
Hangslot ............................................................................................................................................ 54
Bijlage A Batterij vervangen ............................................................................................................................ 55
Bijlage B Elektrostatische ontlading ................................................................................................................ 59
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen .......................................................................................... 59
Aardingsmethoden .............................................................................................................................................. 59
Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport ................................. 60
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ............................................................................................ 60
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid ..................................................................................................... 61
Gebruik .............................................................................................................................................. 61
Schoonmaken .................................................................................................................................... 61
Veiligheid ........................................................................................................................................... 61
Transport voorbereiden ....................................................................................................................................... 61
Bijlage D Toegankelijkheid .............................................................................................................................. 62
Ondersteunende technologie die ondersteund wordt ........................................................................................ 62
Contact opnemen met de ondersteuning ........................................................................................................... 62
Index ............................................................................................................................................................. 63
vi
1 Voorzieningen van het product
Voorzieningen van de standaardconguratie
De voorzieningen kunnen per model verschillen. Open het hulpprogramma HP Support Assistant voor
ondersteuning voor en meer informatie over de op de computer geïnstalleerde hardware en software.
OPMERKING: De HP Engage Flex Pro-C-computer kan worden gebruikt in een torenconguratie met een
optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP.
HP Engage Flex Pro retailsysteem
HP Engage Flex Pro-C retailsysteem
Voorzieningen van de standaardconguratie 1
HP Engage Flex Pro
De conguratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor
de slanke optische schijf afgedekt door een afdekplaatje.
Onderdelen aan de voorkant
Onderdelen aan de voorkant
1 Optischeschijfeenheid (optioneel) 4 Activiteitslampjes van de netwerkinterfacekaart (2)
2 Aan/uit-knop 5 Lampje van de vaste schijf
3 USB SuperSpeed-poorten (2)
OPMERKING: Als de stroom is ingeschakeld, brandt het lampje op de aan/uit-knop normaal gesproken wit. Als het rood
knippert, is er een probleem met de computer en geeft het lampje een diagnostische code weer. Raadpleeg de Onderhouds-
en servicegids voor uitleg over de codes.
2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
Onderdelen op het achterpaneel
Onderdelen op het achterpaneel
1 PCIe x16-uitbreidingsslot (optioneel) 10 Seriële poort (optioneel)
2 PCIe x4-uitbreidingsslot (optioneel) 11 Optionele poort
Seriële poort (afgebeeld)
USB Type-C-poort
DisplayPort-poort
HDMI-poort
2e Ethernet-poort
VGA-poort
3 Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-
in (microfoon)
12 DisplayPort-monitorconnector
4 PCIe x1-expansiesleuven (2) (optioneel) 13 Seriële poort (optioneel)
5 Bevestigingspunt voor beveiligingskabel 14 Optioneel
Seriële poort (afgebeeld)
DisplayPort-poort
HDMI-poort
2e Ethernet-poort
VGA-poort
6 Voedingsconnector 15 USB SuperSpeed-poort met HP opladen in slaapstand
7 Combopoort voor PS/2-toetsenbord/muis 16 USB SuperSpeed-poorten (2)
8 USB-poort, 24 V (optioneel) 17 USB-poorten (2)
9 Poort voor geldlade (optioneel) 18 RJ-45-netwerkconnector
OPMERKING: Het model kan beschikken over extra optionele poorten van HP.
Als een videokaart is geïnstalleerd in een van de slots op de systeemkaart, kunnen de videoconnectoren op de videokaart
en/of de geïntegreerde videokaarten op de systeemkaart worden gebruikt. De geïnstalleerde specieke grasche kaart en
de softwareconguratie bepalen het gedrag.
U kunt de grasche kaart op de systeemkaart uitschakelen door instellingen in het hulpprogramma Computer Setup (F10)
te wijzigen.
HP Engage Flex Pro 3
Onderdelen op het achterpaneel
OPMERKING: Om het hulpprogramma Computer (F10) te openen, start u de computer opnieuw op en drukt u op F10
wanneer het scherm met het HP logo wordt weergegeven (voordat het besturingssysteem wordt gestart).
Plaats van het serienummer
Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidenticatienummer. Deze nummers vindt u op
de buitenkant van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de
klantenondersteuning.
HP Engage Flex Pro-C
De conguratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor
de slanke optische schijf afgedekt door een afdekplaatje.
Onderdelen aan de voorkant
Onderdelen aan de voorkant
1 Aan/uit-knop 3 Activiteitslampjes van de netwerkinterfacekaart (2)
2 USB SuperSpeed-poorten (2) 4 Lampje van de vaste schijf
OPMERKING: Het model kan beschikken over extra optionele poorten van HP.
4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
Onderdelen aan de voorkant
Als een videokaart is geïnstalleerd in een van de slots op de systeemkaart, kunnen de videoconnectoren op de videokaart
en/of de geïntegreerde videokaarten op de systeemkaart worden gebruikt. De geïnstalleerde specieke grasche kaart en
de softwareconguratie bepalen het gedrag.
U kunt de grasche kaart op de systeemkaart uitschakelen door instellingen in het hulpprogramma Computer Setup (F10)
te wijzigen.
OPMERKING: Om het hulpprogramma Computer (F10) te openen, start u de computer opnieuw op en drukt u op F10
wanneer het scherm met het HP logo wordt weergegeven (voordat het besturingssysteem wordt gestart).
Onderdelen op het achterpaneel
Onderdelen op het achterpaneel
1 Seriële poort (optioneel) 9 Optionele poort
Seriële poort (afgebeeld)
USB Type-C-poort
DisplayPort-poort
HDMI-poort
2e Ethernet-poort
VGA-poort
2 Bevestigingspunt voor beveiligingskabel 10 DisplayPort-poort
3 USB-poort, 24 V (optioneel) 11 Optionele poort
Seriële poort (afgebeeld)
DisplayPort-poort
HDMI-poort
2e Ethernet-poort
VGA-poort
4 Poort voor geldlade (optioneel) 12 USB SuperSpeed-poort met HP opladen in slaapstand
5 Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-
in (microfoon)
13 USB SuperSpeed-poorten (2)
6 Combopoort voor PS/2-toetsenbord/muis 14 USB-poorten (2)
HP Engage Flex Pro-C 5
Onderdelen op het achterpaneel
7 Voedingsconnector 15 RJ-45-netwerkconnector
8 PCIe-uitbreidingsslots (4)
OPMERKING: Het model kan beschikken over extra optionele poorten van HP.
Als een videokaart is geïnstalleerd in een van de slots op de systeemkaart, kunnen de videoconnectoren op de videokaart
en/of de geïntegreerde videokaarten op de systeemkaart worden gebruikt. De geïnstalleerde specieke grasche kaart en
de softwareconguratie bepalen het gedrag.
U kunt de grasche kaart op de systeemkaart uitschakelen door de instellingen in BIOS F10 Setup te wijzigen.
OPMERKING: Om het hulpprogramma Computer (F10) te openen, start u de computer opnieuw op en drukt u op F10
wanneer het scherm met het HP logo wordt weergegeven (voordat het besturingssysteem wordt gestart).
Plaats van het serienummer
Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidenticatienummer. Deze nummers vindt u op
de buitenkant van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de
klantenondersteuning.
6 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
2 Hardware-upgrades
Voorzieningen voor onderhoud
De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de
computer vergemakkelijken. Voor veel installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, hebt u
een Torx T15- of platte schroeendraaier nodig.
Waarschuwingen
Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken, warme
oppervlakken of brand:
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat
u ze aanraakt.
Sluit geen telefoon- of telecommunicatie-aansluitingen aan op de aansluitpunten van de netwerkadapter
(NIC).
Gebruik altijd een geaarde netsnoerstekker. De geaarde stekker is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd goed bereikbaar is.
Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico op ernstig letsel te beperken. Deze handleiding
bevat aanwijzingen voor de optimale inrichting van de werkplek, een goede houding en gezonde
werkgewoonten voor computergebruikers. Bovendien bevat de Handleiding voor veiligheid en comfort
belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot elektriciteit en de mechanische werking van de
apparatuur. De Handleiding voor veiligheid en comfort is ook beschikbaar op het web op http://www.hp.com/
ergo.
WAARSCHUWING! Bevat elektrische en bewegende onderdelen.
Schakel de stroomtoevoer tot het apparaat uit voordat u de behuizing verwijdert.
Plaats de behuizing terug voordat u de stroomtoevoer weer aansluit.
BELANGRIJK: Een ontlading van statische elektriciteit kan elektrische onderdelen of uitbreidingskaarten in
de computer beschadigen. Zorg dat u geen statische elektriciteit geleidt en raak daarom even een geaard
metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Zie Elektrostatische ontlading op pagina 59
voor meer informatie.
Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te
voorkomen.
Voorzieningen voor onderhoud 7
Desktopstand omzetten in towerconguratie
De HP Engage Flex Pro-C-computer kan worden gebruikt in een torenconguratie met een optionele
torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP.
OPMERKING: HP beveelt het gebruik van een towerstandaard aan om de computer te stabiliseren wanneer
deze in een towerconguratie wordt gebruikt.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het verplaatsen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Leg de computer met de rechterkant omhoog en plaats de computer in de optionele standaard.
6. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
OPMERKING: Zorg ervoor dat aan alle zijden van de computer een ruimte van tenminste 10,2 cm (4
inch) vrij blijft.
7. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld voordat de computer werd
verplaatst.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen
Voor toegang tot de interne onderdelen moet u het toegangspaneel verwijderen.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
8 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Schuif het toegangspaneel in de richting van de achterzijde van de computer en til het toegangspaneel
van de computer weg.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing
(1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen 9
Het voorpaneel verwijderen
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Til de drie lipjes aan de bovenkant van het paneel op (1) en draai het paneel vervolgens weg van de
behuizing (2).
10 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Het afdekplaatje van een optischeschijfeenheid verwijderen
Op de HP Engage Flex Pro-computer wordt de optischeschijfeenheid door een afdekplaatje bedekt. Verwijder
het afdekplaatje vóór het installeren van een optischeschijfeenheid. Ga als volgt te werk om het afdekplaatje
te verwijderen:
1. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
2. Verwijder het voorpaneel. Raadpleeg Het voorpaneel verwijderen op pagina 10 voor meer informatie.
3. Vervolgens drukt u op de tab op de linkerkant van het plaatje (1) en draait u het plaatje van het
voorpaneel (2).
Het voorpaneel opnieuw bevestigen
Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de HP Engage Flex Pro (1)
en draai vervolgens de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt.
Het afdekplaatje van een optischeschijfeenheid verwijderen 11
Verwijderen en installeren van het optionele voorpaneel
stoilter
Sommige modellen zijn uitgerust met een voorpaneel dat een stoilter bevat. U moet het stoilter
regelmatig schoonmaken, zodat het verzamelde stof op het lter de luchtstroom door de computer niet
verhindert.
OPMERKING: Het optionele stoilter voor het voorpaneel kunt u bij HP verkrijgen.
Het stoilter verwijderen, schoonmaken, en terugplaatsen:
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
2. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
3. Gebruik voor het verwijderen van het stoilter uw vingers om het lter los te maken van het voorpaneel
op de tablocaties zoals hieronder is afgebeeld.
4. Gebruik een zachte borstel of doek om stof van het lter te verwijderen. Als het lter sterk is
verontreinigd, spoelt u het af met water.
5. Om het stoilter te vervangen, drukt u het lter stevig op het voorpaneel op de tablocaties zoals
hieronder is afgebeeld.
6. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
12 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Systeemkaart, aansluitingen
In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de
systeemkaart.
Ond
erde
el
Systeemkaartconnector Systeemkaartlabel Kleur Onderdeel
1 PCI Express x16 X16PCIEXP Zwart Slot voor uitbreidingskaart
2 PCI Express x4 X4PCIEXP_1 Zwart Slot voor uitbreidingskaart
3 PCI Express x2 X4PCIEXP_3 Zwart Slot voor uitbreidingskaart
4 Riser Riser Wit Riserkaartslot
5 PCI Express x2 X4PCIEXP_2 Zwart Geheugenmodule
6 Batterij BAT Zwart Batterij
7 M.2 SSD 2280 SSD2 Zwart Geheugenkaart M.2 SSD
8 M.2 SSD 2280 SSD1 Zwart Geheugenkaart M.2 SSD
9 CPU-socket CPU
10 DIMM DIMM 1
DIMM 2
DIMM 3
DIMM 4
Zwart
Wit
Zwart
Wit
Geheugenmoduleslots
11 Gegevensconnector voor P-
USB/CD-kaart
CASHDWR Zwart USB- en geldladekaart met eigen
voeding
12 SATA 3.0 SATA3 Lichtblauw Elk SATA-apparaat behalve de primaire
vaste schijf
13 SATA 3.0 SATA2 Lichtblauw Elk SATA-apparaat behalve de primaire
vaste schijf
Systeemkaart, aansluitingen 13
Ond
erde
el
Systeemkaartconnector Systeemkaartlabel Kleur Onderdeel
14 Sata 3.0 SATA1 Blauw Elk SATA-apparaat behalve de primaire
vaste schijf
15 Netvoedingsconnector voor
systeemkaart
CASHDWR Zwart USB- en geldladekaart met eigen
voeding
Systeemgeheugen upgraden
De computer wordt geleverd met DDR4-SDRAM (Double Data Rate 4 Synchronous Dynamic Random Access
Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules).
De geheugenvoetjes op de systeemkaart zijn gevuld met ten minste één vooraf geïnstalleerde
geheugenmodule. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 64 GB geheugen op de
systeemkaart installeren en congureren in een tweekanaalmodus met hoge prestaties.
Voor de juiste besturing van het systeem, moet de DIMMs voldoen aan de volgende specicaties:
Industriestandaard 288-pins
Ongebuerd, compatibel met niet-ECC PC4-19200 DDR4-2667 MHz-compliant
1,2 volt DDR4-SDRAM-geheugenmodules
CAS-latentie 17 DDR4 2400 MHz (17-17-17 timing)
Voorgeschreven JEDEC SPD-informatie
De computer ondersteunt het volgende:
512 Mb, 1 Gb, 2 Gb en 4 Gb niet-ECC-geheugentechnologieën
8 (enkelzijdige) en 16 (dubbelzijdige) geheugenmodules
Geheugenmodules samengesteld met x8 en x16 DDR-apparaten; geheugenmodules samengesteld met
x4 SDRAM worden niet ondersteund
OPMERKING: Het systeem functioneert niet goed wanneer niet-ondersteunde geheugenmodules zijn
geïnstalleerd.
Geheugenmodule installeren
De systeemkaart bevat vier geheugensockets: twee sockets per kanaal. De voetjes worden aangeduid met
DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal B. De voetjes
DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal A.
Het systeem werkt automatisch in de eenkanaalmodus, tweekanaalmodus of exmodus, afhankelijk van de
wijze waarop de DIMM's zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Geheugenconguraties met een enkel kanaal en ongebalanceerde dubbele kanalen leiden tot
slechtere videoprestaties.
14 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Het systeem werkt in de eenkanaalmodus als de DIMM-voetjes in slechts één kanaal zijn gevuld.
Het systeem werkt in de snellere tweekanaalmodus als de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in
kanaal A gelijk is aan de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal B. De gebruikte technologie
en de breedte van de DIMM's hoeft niet voor beide kanalen hetzelfde te zijn. Wanneer kanaal A
bijvoorbeeld twee DIMM's van 1 GB bevat en er in kanaal B één DIMM van 2 GB is geplaatst, zal het
systeem in tweekanaalmodus werken.
Het systeem werkt in exmodus als de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal A niet gelijk is
aan de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal B. In de exmodus bepaalt het kanaal met de
kleinste hoeveelheid geheugen hoeveel geheugen wordt toegewezen aan de tweekanaalmodus. De rest
wordt toegewezen aan de enkelkanaalmodus. Voor een optimale snelheid moeten de kanalen zodanig
worden uitgebalanceerd dat de grootste hoeveelheid geheugen evenredig wordt verdeeld over de twee
kanalen. Als één kanaal meer geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid
worden toegewezen aan kanaal A. Als u bijvoorbeeld een DIMM van 2 GB en drie DIMM's van 1 GB in de
voetjes plaatst, moet in kanaal A de DIMM van 2 GB en een DIMM van 1 GB worden geplaatst en in kanaal
B de twee andere DIMM's van 1 GB. In deze conguratie wordt 4 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 1
GB in enkelkanaalmodus.
De maximale bewerkingssnelheid wordt in elke modus bepaald door de traagste DIMM in het systeem.
BELANGRIJK: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te
laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de
geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is
in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem
staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart.
De sockets voor geheugenmodules hebben vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is het
belangrijk dat u geheugenmodules met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/of oxidatie ten
gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de computer
beschadigen. Zorg dat u geen statische elektriciteit geleidt en raak daarom even een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg
Elektrostatische ontlading op pagina 59
voor meer informatie.
Voorkom dat u contactpunten aanraakt terwijl u een geheugenmodule hanteert. Als u dat wel doet, kunt u de
module beschadigen.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd
spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact,
ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules
terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de
geheugenmodules of de systeemkaart.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
Systeemgeheugen upgraden 15
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
WAARSCHUWING! Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, om het risico
op brandwonden te beperken.
7. Als u een Engage Flex Pro hebt, draait u de schijfeenheidcontainer rechtop om toegang te krijgen tot de
geheugenmodulesockets op de systeemkaart.
8. Als u een Engage Flex Pro-C hebt, trekt u het afdekplaatje van de CPU recht omhoog en uit de behuizing
om toegang te krijgen tot de geheugenmodulesockets op de systeemkaart.
16 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
9. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2).
Druk de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de
uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket.
Plaats eerst de zwarte DIMM-sockets. Plaats daarna de witte DIMM-sockets.
Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig
mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
10. Herhaal stap 9 als u extra modules wilt installeren.
11. Als u een Engage Flex Pro hebt, draait u de schijfeenheidcontainer naar zijn normale positie.
Systeemgeheugen upgraden 17
12. Als u een Engage Flex Pro-C hebt, lijnt u de lipjes op de bovenkanten van het afdekplaatje van de CPU (1)
uit met de sleuven aan de binnenkant van het voorpaneel en drukt u de CPU-klep recht naar beneden (2)
op de systeemkaart.
13. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
14. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
15. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
De computer herkent automatisch het extra geheugen.
16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
18 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen
Een halfhoge uitbreidingskaart installeren
De systeemkaart van de computer is voorzien van een PCI Express x16-uitbreidingsslot, een PCI Express x16-
uitbreidingsslot dat is ingesteld als x4-slot een DisplayPort-uitbreidingsslot en een uitbreidingsslot voor
riserkaarten. Het uitbreidingsslot voor de riserkaart is gevuld met een riserkaart die speciaal voor dit product
is ontworpen.
OPMERKING: De PCI Express-uitbreidingsslots ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag
proel.
In het Express x16-slot kunt u een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren.
Nr. Uitbreidingsslot
1 PCI Express x16
2 PCI Express x4
3 PCI Express x2_2
4 Riserkaart
5 PCI Express x2_1
6 Netvoedingsconnector voor systeemkaart
BELANGRIJK: Het uitbreidingsslot voor de riserkaart is speciaal ontworpen voor een van de twee
riserkaarten die voor dit product ontworpen zijn. Probeer NIET om een ander type kaart in dit slot te plaatsen.
OPMERKING: De volgende secties bevatten aanwijzingen voor de installatie van een USB-uitbreidingskaart
met eigen voeding. De procedure is in feite dezelfde voor de installatie van een PCI Express-uitbreidingskaart
in een PCI Express x16-uitbreidingsslot.
Een USB-uitbreidingskaart met eigen voeding van 12 volt installeren
De computer is voorzien van een USB-connector met eigen voeding van 24 V op de riserkaart en kan een of
twee halfhoge USB-uitbreidingskaarten met eigen voeding van 12 V bevatten voor in totaal 6 optionele USB-
poorten met eigen voeding van 12 V. De USB-connector met een eigen voeding van 24 volt en de USB-
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 19
connector met een eigen voeding van 12 volt zijn als voorzorgsmaatregel anders ingesteld om
verbindingsfouten te voorkomen.
OPMERKING: De USB-connector met eigen voeding van 24 V heeft een rode kleur. De USB-connector met
eigen voeding van 12 V heeft een blauwgroene kleur.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
losgekoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: De systeemkaart staat altijd onder spanning wanneer het systeem is aangesloten op
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het
stopcontact voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk
uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort.
OPMERKING: U kunt een USB-uitbreidingskaart met eigen voeding installeren in alle halfhoge slots:
ofwel het PCI Express x16-slot of het PCI Express x16-slot dat is ingesteld als x4-slot, of beide. Er
worden twee USB-uitbreidingskaarten met eigen voeding van 12 volt ondersteund.
8. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de PCI-slots zijn beveiligd door het groene
lipje op de beugel op te tillen en de beugel open te draaien.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de
geïnstalleerde uitbreidingskaart.
OPMERKING: Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van
de kaart.
20 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis
het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek de borgbeugel weg van de zijkant (1)
van de behuizing en vervolgens omhoog en naar buiten (2) uit de behuizing.
b. Als u een PCI Express-kaart verwijdert uit de zwarte PCI Express x16-socket die is ingesteld als x4-
socket, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer
tot deze loskomt uit de socket.
c. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van de
behuizing weg om de kaart los te maken van de behuizing. Pas op dat de kaart niet tegen andere
onderdelen schuurt.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 21
d. Als u een PCI Express-kaart verwijdert uit de zwarte PCI Express x16-socket, beweegt u de
borgbeugel aan de achterkant van de uitbreidingssocket van de kaart af en beweegt u vervolgens
de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit de socket. Trek de uitbreidingskaart
recht omhoog uit de socket en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van de behuizing af
om de kaart los te maken van de behuizing. Pas op dat de kaart niet tegen andere onderdelen
schuurt.
VOORZICHTIG: Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet deze worden vervangen
door een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de
interne onderdelen niet goed functioneert.
OPMERKING: Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking.
10. Om een USB-uitbreidingskaart met eigen voeding van 12 V te installeren, moet u de volgende stappen
uitvoeren:
a. Houd de kaart vlak boven het PCI Express-uitbreidingsslot op de systeemkaart en lijn de onderkant
van de kaart vervolgens uit met het open slot aan de achterkant van de behuizing. Druk de kaart
recht omlaag in het uitbreidingsslot (1) op de systeemkaart. Druk de kaart goed aan zodat de hele
connector juist in het slot voor de uitbreidingskaart zit.
b. De met de kaart meegeleverde kabel bevat aan een einde een eenrijige connector en aan het
andere einde een dubbelrijige connector. Sluit de dubbelrijige connector aan op de achterkant van
de kaart. Sluit de eenrijige connector aan op de rij van de USB-connector van 12 volt op de
systeemkaart (2).
OPMERKING: U kunt de USB-uitbreidingskaart installeren in alle halfhoge slots: ofwel het PCI Express
x16-slot of het PCI Express x16-slot dat is ingesteld als x4-slot, of beide. Er worden twee USB-
uitbreidingskaarten met eigen voeding van 12 volt ondersteund.
22 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
11. Draai de borgbeugel terug naar de normale stand om de uitbreidingskaart vast te zetten.
12. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
13. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
14. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
15. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
16. Congureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Een volle-hoogte uitbreidingskaart installeren
Volle-hoogte uitbreidingskaarten kunnen geplaatst worden in de riserkaartslots van de HP Engage Flex Pro-
computer.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 23
Twee riserkaarten voor dit product zijn verkrijgbaar bij HP. Een heeft twee PCI-slots en de ander heeft twee
PCI Express x1-slots.
Een uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding installeren
Zes seriële poorten met eigen voeding zijn optioneel op de HP Engage Flex Pro-computer. Als de computer
niet is gecongureerd met een uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding, kunt u er een
aanschaen bij HP.
Onderdeel Optionele poorten
+5 V +12 V
A COM 1 Ja Ja
B COM 2 Ja Ja
C COM 3 Ja Ja
D COM 4 Ja Ja
E COM 5 Ja Ja
F COM 6 Ja Ja
OPMERKING: De seriële poorten met eigen voeding zijn op voeding ingesteld in het hulpprogramma Computer Setup. Raadpleeg
Seriële poorten met eigen voeding congureren op pagina 28 voor aanvullende informatie.
OPMERKING: Er zijn geen seriële poorten met eigen voeding op de HP Engage Flex Pro-C beschikbaar.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
losgekoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals optischeschijfeenheden of USB-ashdrives, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
VOORZICHTIG: De systeemkaart staat altijd onder spanning wanneer het systeem is aangesloten op
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
24 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
7. Draai de voeding omhoog (1) en verwijder deze (2) om toegang te krijgen tot de borgbeugel van de
volle-hoogte uitbreidingskaart.
OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet u controleren of ze
ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de
voeding geheel teruggedraaid wordt.
8. Trek het groene lipje op de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart terug om de beugel te
openen.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 25
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot. De
uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding moet in het onderste slot worden
geïnstalleerd.
10. Steek het uiteinde van de uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding in een leeg slot (1).
Druk het andere uiteinde tegen de behuizing (2) en sluit de borgbeugel van het afdekplaatje.
11. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde kabel aan op de kaart en het andere uiteinde op de
systeemkaart.
26 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
12. Sluit de borgbeugel van de uitbreidingskaart.
13. Laat de voeding in de behuizing zakken (1) zodat de twee geleidepennen aan elke kant in de kanalen in
de behuizing kunnen schuiven.
14. Draai de voeding terug (2) naar de normale stand.
15. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
16. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
17. Sluit indien nodig de PS/2-muis en/of het PS/2-toetsenbord opnieuw aan.
18. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
19. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
20. Congureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 27
Seriële poorten met eigen voeding congureren
De seriële poorten kunnen worden gecongureerd als standaard seriële poorten (zonder eigen voeding) of
seriële poorten met eigen voeding. Sommige apparaten maken gebruik van een seriële poort met eigen
voeding. Als de seriële poort wordt gecongureerd als een poort met eigen voeding, hebben apparaten die
een seriële interface met eigen voeding ondersteunen, geen externe voedingsbron nodig.
OPMERKING: Standaard zijn alle seriële poorten gecongureerd voor de standaard seriële modus, tenzij
modellen met seriële poorten met eigen voeding zijn besteld.
De seriële poorten kunnen worden ingesteld met het hulpprogramma Computer F10 Setup. Onder het menu
Onboard Devices vindt u de optie om de volgende drie instellingen te selecteren voor elke individuele seriële
poort (poort A, B en indien beschikbaar C en D):
Standaard
5 V op de pennen 1 en 9
12 V op de pennen 1 en 9
OPMERKING: Om het hulpprogramma Computer (F10) te openen, start u de computer opnieuw op en drukt
u op F10 wanneer het scherm met het HP logo wordt weergegeven (voordat het besturingssysteem wordt
gestart).
De riserkaart vervangen
HP levert twee riserkaarten voor dit product: een heeft twee PCI-slots en de ander twee PCI Express x1-slots.
U kunt deze kaarten als vervanging aanschaen bij HP.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
losgekoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals optischeschijfeenheden of USB-ashdrives, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel vervolgens alle externe apparatuur uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
VOORZICHTIG: De systeemkaart staat altijd onder spanning wanneer het systeem is aangesloten op
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
28 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
7. Als u een Engage Flex Pro hebt, draait u de voeding omhoog (1) en verwijdert u deze (2) om toegang te
krijgen tot de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart.
OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet u controleren of ze
ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de
voeding geheel teruggedraaid wordt.
8. Trek het groene lipje op de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart terug om de beugel te
openen.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 29
9. Als in een van de sleuven voor de riserkaart een of twee uitbreidingskaarten geïnstalleerd zijn, moet u
deze verwijderen.
10. Als over het onderste uitbreidingsslot een afdekplaatje is geplaatst, moet u deze verwijderen.
VOORZICHTIG: U moet het afdekplaatje over het onderste uitbreidingsslot verwijderen om schade aan
de riserkaart te voorkomen bij het installeren of verwijderen van de kaart.
11. Om de riserkaart te verwijderen, tilt u de uitbreidingskaart uit het slot.
30 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
12. Verwijder de twee schroeven waarmee de metalen beugel op de bovenkant van de kaart vast zit en
verwijder de beugel. U hoeft de kapsensor niet van de beugel te verwijderen.
13. Plaats de metalen beugel op de nieuwe riserkaart met de twee schroeven die de beugel bevestigen.
14. Om een nieuwe riserkaart te installeren, moet u de riserkaart stevig in het slot op de systeemkaart
drukken.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 31
15. Als de uitbreidingskaarten uit de oude riserkaart zijn verwijderd, moet u de kaarten in de juiste slots op
de nieuwe riserkaart installeren. Verplaats de kaart naar de achterkant van de behuizing zodat de
beugel op de kaart is uitgelijnd met het open slot aan de achterkant van de behuizing. Druk de kaart
recht in de socket op de riserkaart.
16. Als van het onderste uitbreidingsslot een afdekplaatje is verwijderd, moet u dit terugplaatsen.
32 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
17. Sluit de borgbeugel van de uitbreidingskaart.
18. Als u de Engage Flex Pro hebt, laat u de voeding in de behuizing zakken (1) zodat de twee geleidepennen
aan elke kant in de kanalen in de behuizing kunnen schuiven.
19. Draai de voeding terug (2) naar de normale stand.
20. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
21. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
22. Sluit indien nodig de PS/2-muis en/of het PS/2-toetsenbord opnieuw aan.
23. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
24. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen 33
Schijfposities
Schijfposities
1 Interne 3,5-inch positie voor vaste schijf
2 Interne ruimte voor 2,5 inch vaste schijf
3 Interne 2,5-inch positie voor vaste schijf
OPMERKING: De schijfeenheidconguratie van uw computer verschilt mogelijk van de
hierboven weergegeven schijfeenheidconguratie.
Start Computer Setup om het type en de grootte van de geïnstalleerde schijfeenheden te controleren.
Schijfeenheden verwijderen en installeren
Houd rekening met de volgende richtlijnen als u schijfeenheden installeert:
De computer ondersteunt maximaal drie schijfeenheden in de volgende conguraties:
Twee vaste schijven en een optischeschijfeenheid (alleen Engage Flex Pro)
Twee vaste schijven en een eSATA-schijf
Een vaste schijf, een eSATA-schijf en een optischeschijfeenheid (alleen Engage Flex Pro)
De primaire Seriële ATA (SATA) vaste schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire
SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0.
Sluit secundaire vaste schijven en optischeschijfeenheden aan op een van de lichtblauwe SATA-
connectoren op de systeemkaart met de aanduiding SATA1 en SATA2.
Sluit een optionele eSATA-adapterkabel aan op de zwarte eSATA-connector met de aanduiding ESATA op
de systeemkaart.
De voedingskabel van de SATA-schijfeenheden is een driekoppige kabel die op de systeemkaart wordt
aangesloten met de eerste connector naar de achterkant van de primaire vaste schijf, de tweede
connector naar de achterkant van de secundaire vaste schijf en de derde connector naar de achterkant
van de optischeschijfeenheid.
Gebruik geleideschroeven om ervoor te zorgen dat de schijfeenheid juist in de schijfeenheidcontainer
wordt geplaatst en wordt vastgeklikt. HP levert extra geleideschroeven mee voor de schijfruimtes (vijf
zilverkleurige standaardschroeven van 6-32 en vier zwarte metrische schroeven van M3). Deze bevinden
zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. Vier van de vijf standaardschroeven van
6-32 worden gebruikt als geleideschroeven voor een secundaire vaste schijf. De vijfde wordt gebruikt
om het paneel te bevestigen. De metrische schroeven van M3 zijn vereist bij een optischeschijfeenheid.
Als u de primaire vaste schijf vervangt, verwijdert u de vier blauw-zilverkleurige
isolatiegeleideschroeven van 6-32 van de oude vaste schijf en installeert u deze in de nieuwe vaste
schijf.
34 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Tabel 2-1 Schijfposities
Geleideschroeven
1 Zilverkleurige standaardschroeven van 6-32
2 Zwarte metrische schroeven van M3
BELANGRIJK: Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om gegevensverlies en schade aan de
computer of de schijfeenheid te voorkomen:
Wanneer u een schijfeenheid wilt plaatsen of verwijderen, sluit u het besturingssysteem op de juiste manier
af, schakelt u de computer uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder nooit een
schijfeenheid terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd.
Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen voordat u een schijfeenheid aanraakt. Raak de connector van de
schijfeenheid niet aan. Raadpleeg Elektrostatische ontlading op pagina 59 voor meer informatie over het
voorkomen van schade als gevolg van elektrostatische ontlading.
Ga voorzichtig te werk als u een schijfeenheid hanteert; LAAT DEZE NIET VALLEN.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u een schijfeenheid plaatst.
Stel schijfeenheden niet bloot aan vloeistoen, extreme temperaturen of magnetische velden van apparatuur
zoals monitoren of luidsprekers.
Als u een schijfeenheid wilt verzenden, plaatst u deze in een stevige envelop met luchtkussentjes of een
andere geschikte beschermende verpakking en voorziet u deze van het opschrift 'Voorzichtig: breekbaar'.
Een optischeschijfeenheid verwijderen
Er is mogelijk een optischeschijfeenheid in de HP Engage Flex Pro geïnstalleerd. Ga als volgt te werk om deze
te verwijderen:
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 35
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Draai de schijfeenheidcontainer recht omhoog.
8. Koppel de voedings- en gegevenskabels (1) aan de achterzijde van de optischeschijfeenheid los.
BELANGRIJK: Trek bij het verwijderen van de kabels aan het lipje of de connector van de kabel om
schade aan de kabels te voorkomen.
9. Druk de groene schijfvergrendelingshendel rechtsachter op de schijfeenheid in de richting van het
midden van de schijfeenheid (2) en schuif de schijfeenheid naar voren en uit de schijfruimte (3).
36 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Een optischeschijfeenheid installeren
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Op sommige modellen moet u het schijoze deel van het voorpaneel vervangen door het voorpaneel
van een optischeschijfeenheid. Mogelijk moet u een afdekplaatje van het voorpaneel van een
optischeschijfeenheid verwijderen.
Als u het schijoze deel vervangt door het voorpaneel van de optischeschijfeenheid, verwijdert u
het voorpaneel en installeert u het voorpaneel van de optischeschijfeenheid. Raadpleeg Het
voorpaneel verwijderen op pagina 10 en Het voorpaneel opnieuw bevestigen op pagina 11 voor
meer informatie.
Wanneer u een schijfeenheid installeert in een schijfruimte met een afdekplaatje, verwijdert u het
voorpaneel en daarna het afdekplaatje. Raadpleeg Het afdekplaatje van een optischeschijfeenheid
verwijderen op pagina 11 voor meer informatie.
8. Installeer vier metrische geleideschroeven van M3 in de onderste gaten aan elke kant van de
schijfeenheid. Wanneer u een oude schijfeenheid vervangt, zet u de geleideschroeven van de oude
schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. Als u een nieuwe schijf installeert, hebt u de schroeven
nodig die door HP zijn meegeleverd. Raadpleeg Schijfeenheden verwijderen en installeren op pagina 34
voor een afbeelding van de plaats van de extra metrische geleideschroeven van M3.
VOORZICHTIG: De geleideschroeven zijn slechts 5 mm lang. Het gebruik van langere schroeven kan de
interne onderdelen van de schijfeenheid beschadigen.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 37
9. Als u een platte optischeschijfeenheid installeert in een adapter voor een 5,25 inch schijfeenheid, schuift
u de platte optischeschijfeenheid in de adapter (1) en plaatst u de vier metrische geleideschroeven van
M3 in de onderste gaten aan elke kant van de adapter (2).
10. Plaats de geleideschroeven op de schijfeenheid in de J-slots in de schijfruimte en schuif de schijfeenheid
naar de voorkant van de computer totdat deze vastklikt (1).
11. Sluit de voeding- en de gegevenskabels (2) aan op de achterkant van de schijfeenheid.
12. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op een van de lichtblauwe SATA-connectors met de
aanduiding SATA1 of SATA2 op de systeemkaart.
OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 13 voor een illustratie van de
schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart.
38 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
13. Draai de schijfeenheidcontainer weer naar de normale stand.
14. Plaats het voorpaneel terug als dat verwijderd is. Raadpleeg Het voorpaneel opnieuw bevestigen
op pagina 11 voor meer informatie.
15. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
16. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
17. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Een vaste schijf verwijderen
OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf,
zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen.
Elk model heeft 2 vasteschijfruimtes:
De Engage Flex Pro heeft één vasteschijfruimte onder de optischeschijfruimte en een tweede
vasteschijfruimte onder de voeding.
De Engage Flex Pro-C heeft twee vasteschijfruimtes naast de voeding.
Het verwijderen van een vaste schijf voorbereiden
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
losgekoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: De systeemkaart staat altijd onder spanning wanneer het systeem is aangesloten op
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het
stopcontact voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 39
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Als een optischeschijfeenheid is geïnstalleerd, verwijdert u de optischeschijfeenheid voordat u de
secundaire vaste schijf verwijdert. Raadpleeg Een optischeschijfeenheid verwijderen op pagina 35 voor
meer informatie.
HP Engage Flex Pro
De vaste schijf onder de optischeschijfeenheid verwijderen
1. Volg de procedure in Een optischeschijfeenheid verwijderen op pagina 35 om de optischeschijfeenheid te
verwijderen.
2. Koppel de voedings- en gegevenskabels (1) aan de achterzijde van de vaste schijf los.
3. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf op de rechterzijde van de schijf omlaag om de
schijf uit de schijfeenheidcontainer los te maken (2). Houd de knop van de schijfeenheidcontainer
ingedrukt en schuif de schijfeenheid uit de schijfeenheidcontainer (3).
40 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
4. Verwijder de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) van de oude schijfeenheid. U hebt deze bouten
nodig om een nieuwe schijfeenheid te installeren.
De vaste schijf onder de voeding verwijderen
1. Draai de schijfeenheidcontainer recht omhoog.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 41
2. Draai de voeding omhoog (1) en verwijder deze (2) om toegang te krijgen tot de borgbeugel van de
volle-hoogte uitbreidingskaart.
OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet u controleren of ze
ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de
voeding geheel teruggedraaid wordt.
3. Ontkoppel de voedings- en gegevenskabels (1).
4. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf op de zijde van de schijfeenheid omlaag om de
schijfeenheid uit de schijfeenheidcontainer los te maken (2). Houd de knop van de
schijfeenheidcontainer ingedrukt en schuif de schijfeenheid naar achteren totdat deze niet verder kan en
til de schijfeenheid uit de schijfeenheidcontainer (3).
42 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Verwijder de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) van de oude schijfeenheid. U heeft deze
schroeven nodig om de nieuwe schijfeenheid te installeren.
HP Engage Flex Pro-C
1. Trek het afdekplaatje van de CPU recht omhoog en uit de behuizing.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 43
2. Draai de schijfeenheidcontainer recht omhoog.
3. Koppel de voedings- en gegevenskabels (1) aan de achterzijde van de vaste schijf los.
4. Trek het groene lipje weg van de vaste schijf (2) en trek de vaste schijf uit de schuifruimte (3).
44 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
5. Verwijder de blauw-zilverkleurige geleideschroeven en bewaar ze op de nieuwe schijfeenheid.
Een vaste schijf installeren
Het installeren van een vaste schijf voorbereiden
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
losgekoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: De systeemkaart staat altijd onder spanning wanneer het systeem is aangesloten op
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het
stopcontact voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 45
7. Plaats vier blauw-zilverkleurige geleideschroeven (twee aan elke kant van de schijfeenheid).
OPMERKING: Als u een 3,5 inch vaste schijf vervangt, brengt u de geleideschroeven van de oude vaste
schijf over naar de nieuwe vaste schijf.
Als u een tweede 3,5 inch vaste schijf toevoegt, kunt u extra geleideschroeven van HP aanschaen.
8. U kunt tevens een 2,5-inch harde schijf installeren in een 3,5-inch vaste schijfruimte met een
adapterbeugel zoals hieronder is afgebeeld.
a. Schuif de 2,5 inch-schijfeenheid in de 3,5 inch adapterbeugel.
46 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
b. Zet het station vast in de adapterbeugel voor de schijfruimte door vier zwarte M3-
adapterbeugelbouten door de onderkant van de beugel in het station te draaien.
c. Plaats vier blauw-zilverkleurige geleideschroeven van 6-32 in de adapterbeugel (twee aan elke
kant van de schijfeenheid).
HP Engage Flex Pro
De vaste schijf onder de optischeschijfeenheid installeren
1. Volg de procedure in Een optischeschijfeenheid verwijderen op pagina 35 om de optischeschijfeenheid te
verwijderen.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 47
2. Lijn de geleideschroeven aan de voorkant van de vaste schijf uit met de slots op de
schijfeenheidcontainer en druk de voorkant van de schijfeenheid naar beneden en naar voren in de
schijfruimte (1). Sluit daarna de voedings- en gegevenskabels (2) aan op de achterkant van de vaste
schijf.
3. Plaats de optische-schijfeenheid terug. Raadpleeg Een optischeschijfeenheid installeren op pagina 37
voor meer informatie.
4. Draai de schijfeenheidcontainer weer naar de normale stand.
5. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
terugplaatsen op pagina 9 voor meer informatie.
6. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
7. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
8. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
48 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
De vaste schijf onder de voeding installeren
1. Draai de voeding omhoog (1) en verwijder deze (2) om toegang te krijgen tot de borgbeugel van de
volle-hoogte uitbreidingskaart.
OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet u controleren of ze
ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de
voeding geheel teruggedraaid wordt.
2. Lijn de geleideschroeven aan de voorkant van de vaste schijf uit met de slots op de
schijfeenheidcontainer en druk de voorkant van de schijfeenheid naar beneden en naar voren in de
schijfruimte (1). Sluit daarna de voedings- en gegevenskabels (2) aan op de achterkant van de vaste
schijf.
3. Laat de voeding in de behuizing zakken (1) zodat de twee geleidepennen aan elke kant in de kanalen in
de behuizing kunnen schuiven.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 49
4. Draai de voeding terug (2) naar de normale stand.
5. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
terugplaatsen op pagina 9 voor meer informatie.
6. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
7. Sluit indien nodig de PS/2-muis en/of het PS/2-toetsenbord opnieuw aan.
8. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
9. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
HP Engage Flex Pro-C
1. Trek de afdekking van de CPU recht omhoog en uit de computer.
50 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
2. Draai de schijfeenheidcontainer omhoog.
3. Trek het groene lipje weg van de vaste schijf (1) en schuif de vaste schijf in de schuifruimte (2).
4. Sluit de voedings- en gegevenskabels (3) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
5. Draai de schijfeenheidcontainer weer naar de normale stand.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 51
6. Lijn de lipjes op de bovenkanten van het afdekplaatje van de CPU uit met de sleuven (1) aan de
binnenkant van het voorpaneel en druk het afdekplaatje van de CPU-klep recht naar beneden (2) op de
systeemkaart.
7. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
terugplaatsen op pagina 9 voor meer informatie.
8. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
9. Sluit het netsnoer en alle externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
10. Vergrendel alle beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Een M.2 SSD-opslagapparaat verwijderen en installeren
OPMERKING: De systeemkaart bevat twee M.2 SSD-sockets. De computer ondersteunt M.2 SSD-kaarten
2230 en 2280.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
52 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
7. Voor het verwijderen van een M.2 SSD-opslagapparaat, verwijdert u de bout waarmee het de kaart is
bevestigd (1), til de voorkant van de kaart naar boven (2) en schuif vervolgens de kaart uit de connector
op de systeemkaart (3).
8. Voor het installeren van een M.2 SSD-kaart schuift u de pinnen op de kaart in de connector van de
systeemkaart. Houd hierbij het apparaat onder een hoek van ongeveer dertig graden vast (1). Druk het
andere uiteinde van de kaart omlaag (2), en zet de kaart vervolgens vast met de bout (3).
9. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 53
10. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
11. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
12. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Een veiligheidsslot installeren
Het hieronder en op de volgende pagina's weergegeven veiligheidsslot kan worden gebruikt ter beveiliging
van de computer.
Bevestigingskabelslot
Hangslot
54 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
A Batterij vervangen
De bij de computer geleverde batterij voorziet de realtimeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een
batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-
volt lithium-knoopcelbatterij.
WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier
omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. U beperkt als volgt het risico
van lichamelijk letsel:
Probeer nooit de batterij op te laden.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60°C (140°F).
Probeer niet de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting
veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of vuur.
Vervang de batterij uitsluitend door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen.
BELANGRIJK: Het is belangrijk dat u vóór het vervangen van de batterij een back-up maakt van de CMOS-
instellingen van de computer. Wanneer u de batterij verwijdert of vervangt, worden de CMOS-instellingen
gewist.
Statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen.
Zorg dat u geen statische elektriciteit geleidt en raak daarom even een geaard metalen voorwerp aan voordat
u deze handelingen uitvoert.
OPMERKING: De levensduur van de lithiumaccu kan worden verlengd door de stekker van de computer in
een werkend stopcontact te steken. De lithiumaccu wordt alleen gebruikt wanneer de computer niet is
aangesloten op de netvoeding.
HP adviseert haar klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen in te leveren voor hergebruik. Ga voor meer informatie over recyclingprogramma's naar
http://www.hp.com/recycle.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-ashdrive, uit de computer.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
4. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle externe apparaten.
BELANGRIJK: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een
actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de computer opent, om schade aan interne onderdelen te voorkomen.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en legt u
de computer neer. Raadpleeg Desktopstand omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer
informatie.
6. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 8 voor meer informatie.
7. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
55
OPMERKING: bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te verwijderen om
toegang tot de batterij te krijgen.
8. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van
toepassing is voor het vervangen van de batterij.
Type 1
a. Neem de batterij uit de houder.
b. Schuif de nieuwe batterij in de houder, met de pluspool naar boven. De batterijhouder zet de
batterij automatisch op de juiste manier vast.
Type 2
a. Knijp de metalen klem boven de accu enigszins samen om de accu te ontgrendelen (1). Verwijder
de accu zodra deze loskomt (2).
56 Bijlage A Batterij vervangen
b. Schuif één kant van de nieuwe accu onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven
(1). Duw de andere kant van de accu omlaag totdat de klem over de rand van de accu springt (2).
Type 3
a. Trek de accuklem naar achteren (1) en verwijder de accu (2).
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
OPMERKING: voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te
voltooien.
9. Plaats het toegangspaneel terug. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen
op pagina 9 voor meer informatie.
57
10. Als de computer op een standaard was geplaatst, plaatst u de standaard terug. Raadpleeg Desktopstand
omzetten in towerconguratie op pagina 8 voor meer informatie.
11. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
12. Stel de datum en tijd, uw wachtwoorden en eventuele speciale instellingen opnieuw in met behulp van
Computer Setup (Computerinstellingen).
13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel van de computer.
58 Bijlage A Batterij vervangen
B Elektrostatische ontlading
Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot schade aan de
systeemkaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Dit soort schade kan
de levensduur van de apparatuur bekorten.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen
Neem de volgende maatregelen in acht om schade ten gevolge van elektrostatische ontlading te voorkomen:
Raak onderdelen zo weinig mogelijk met de handen aan door deze in de antistatische verpakking te
vervoeren en te bewaren.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat ze in een omgeving zonder statische
elektriciteit komen.
Leg onderdelen op een geaard oppervlak voordat u ze uit de verpakking haalt.
Raak geen pinnen, voedingsdraden of circuits aan.
Zorg dat u niet statisch geladen bent als u een onderdeel of gedeelte aanraakt dat gevoelig is voor
statische elektriciteit.
Aardingsmethoden
U kunt op verschillende manieren voor een juiste aarding zorgen. Pas één of meer van de volgende
maatregelen toe wanneer u onderdelen hanteert of installeert die gevoelig zijn voor elektrostatische
elektriciteit:
Gebruik een polsbandje dat via een aardedraad is verbonden met een geaard werkstation of het chassis
van de computer. Polsbanden zijn exibele bandjes met een minimumweerstand van 1 MOhm +/- 10
procent in de aardedraden. Draag voor een goede aarding de bandjes strak tegen de huid.
Gebruik hiel-, voet- of teenbandjes wanneer u met staande werkstations werkt. Draag de bandjes om
beide voeten wanneer u op geleidende vloeren of dissiperende vloermatten staat.
Gebruik geleidend gereedschap.
Gebruik een draagbare gereedschapskist met een opvouwbare dissiperende werkmat.
Als u niet beschikt over de genoemde hulpmiddelen voor een juiste aarding, neemt u contact op met een
geautoriseerde HP Business Partner.
OPMERKING: Raadpleeg een HP Business Partner voor meer informatie over het omgaan met statische
elektriciteit.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen 59
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig
onderhoud en voorbereiding voor transport
Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud
Volg deze richtlijnen om de computer en monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden:
Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of
zeer hoge of lage temperaturen.
Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle
geventileerde zijden van de computer en boven de monitor ruim 10,2 cm (4 inch) ruimte vrij.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd worden, om te voorkomen
dat de luchtstroom in de computer wordt belemmerd. Plaats het toetsenbord, met de
toetsenbordvoetjes naar beneden, niet rechtstreeks tegen de voorkant van de desktop omdat dit de
luchtstroom belemmert.
Gebruik de computer niet wanneer het toegangspaneel of een van de afdekplaatjes van de
uitbreidingskaart is verwijderd.
Stapel computers niet boven elkaar of plaats deze niet te dicht naast elkaar, anders kunnen ze
onderhevig zijn aan de luchtventilatie of verwarmde lucht.van andere computers.
Als de computer binnen een afzonderlijke behuizing wordt gebruikt, moet deze behuizing beschikken
over adequate voorzieningen voor luchtaanvoer en -afvoer. Bovendien zijn de bovenvermelde richtlijnen
voor het gebruik onverminderd van toepassing.
Zorg dat de computer en het toetsenbord niet in aanraking komen met vloeistoen.
Dek de ventilatiesleuven van de monitor nooit af (met wat dan ook).
Installeer of gebruik de functies voor energiebeheer van het besturingssysteem of andere software,
inclusief de voorzieningen voor slaap- en standbystanden.
Schakel de computer uit voordat u een van de volgende dingen doet:
De buitenkant van de computer afnemen met een zachte, vochtige doek. Schoonmaakmiddelen
kunnen de afwerking doen verkleuren of beschadigen.
Af en toe alle ventilatieopeningen van de computer reinigen. Stof, vuil en andere materialen
kunnen de ventilatieopeningen blokkeren en de ventilatie belemmeren.
60 Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optisch station gebruikt of reinigt.
Gebruik
Verplaats het station niet terwijl dit in gebruik is. Dit kan een storing tijdens het lezen veroorzaken.
Stel het station niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan
optreden. Als de temperatuur plotseling verandert terwijl het station in bedrijf is, wacht u ten minste
één uur voordat u de computer uitschakelt. Als u het station te snel weer in gebruik neemt, kan er
tijdens het lezen een storing optreden.
Plaats het station niet in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, extreme temperaturen,
mechanische trillingen of direct zonlicht.
Schoonmaken
Reinig het paneel en de knoppen met een zachte, droge doek of met een zachte doek die is bevochtigd
met een verdunde oplossing van een mild schoonmaakmiddel. Spuit nooit schoonmaakmiddelen direct
op de eenheid.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol of benzeen, omdat de afwerkingslaag hierdoor kan
beschadigen.
Veiligheid
Als er een voorwerp of vloeistof in de opening van het station terechtkomt, neemt u onmiddellijk de stekker
van de computer uit het stopcontact en laat u de computer nakijken door een geautoriseerde HP Business
Partner.
Transport voorbereiden
Ga als volgt te werk wanneer u de computer wilt voorbereiden op transport:
1. Maak een back-up van de bestanden op de vaste schijf naar een extern opslagapparaat. Zorg ervoor dat
de back-upmedia niet wordt blootgesteld aan elektrische of magnetische stroomstoten tijdens opslag of
transport.
OPMERKING: De vaste schijf wordt automatisch vergrendeld wanneer u het systeem uitschakelt.
2. Verwijder alle verwisselbare media en sla deze op.
3. Zet de computer en externe apparatuur uit.
4. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel het snoer los van de computer.
5. Koppel de systeemonderdelen en externe apparatuur los van hun voedingsbron en vervolgens van de
computer.
OPMERKING: Zorg ervoor dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots
voordat u de computer vervoert.
6. Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking en
gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid 61
D Toegankelijkheid
HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt,
inclusief door personen met een handicap, zowel op een zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten.
Ondersteunende technologie die ondersteund wordt
HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en
kunnen worden gecongureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën. Gebruik de
zoekfunctie op uw apparaat om meer informatie over ondersteunende functies te vinden.
OPMERKING: Voor meer informatie over een bepaald product voor ondersteunende technologie, neemt u
contact op met de klantenondersteuning voor dat product.
Contact opnemen met de ondersteuning
Wij verbeteren voortdurend de toegankelijkheid van onze producten en services en wij zijn verheugd met
feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt vertellen over
toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen naar +1 (888)
259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 06:00 en 21:00 uur Mountain Time. Als u doof of slechthorend
bent en TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, kunt u contact met ons opnemen als u technische ondersteuning nodig
heeft of vragen heeft over toegankelijkheid door te bellen naar (877) 656-7058, van maandag tot vrijdag
tussen 06:00 en 21:00 Noord-Amerikaanse Mountain Tijd.
OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
62 Bijlage D Toegankelijkheid
Index
B
batterij vervangen 55
beveiliging
hangslot 54
kabelslot 54
bevestigen
batterij 55
geheugen 14
kabels van schijfeenheden 34
M.2 SSD-kaart 52
stoilter 12
toegangspaneel van de
computer 9
uitbreidingskaart 19
voorpaneel 11
E
Elektrostatische ontlading, schade
voorkomen 59
G
geheugen
installatie 14
voetjes vullen 14
I
Installatierichtlijnen 7
installeren
dunne optischeschijfeenheid 37
halfhoge uitbreidingskaart 19
volle-hoogte uitbreidingskaart
23
M
M.2 SSD-kaart
installatie 52
verwijderen 52
O
optischeschijfeenheid
installatie 37
verwijderen 35
optische schijfeenheid
maatregelen 61
Schoonmaken 61
R
richtlijnen voor computergebruik 60
S
sloten
hangslot 54
kabelslot 54
stations
installatie 34
Kabelaansluitingen 34
locaties 34
stoilter 12
systeemkaart, aansluitingen 13
T
toegangspaneel
vervanging 9
verwijderen 8
toegankelijkheid 62
tower-conversie 8
transport voorbereiden 61
U
uitbreidingskaart
halfhoog installeren 19
halfhoog verwijderen 19
installatie 19
verwijderen 19
volle-hoogte installeren 23
volle-hoogte verwijderen 23
V
ventilatierichtlijnen 60
verwijderen
afdekplaatje 11
batterij 55
dunne optischeschijfeenheid 35
halfhoge uitbreidingskaart 19
M.2 SSD-kaart 52
stoilter 12
toegangspaneel van de
computer 8
uitbreidingskaart 19
volle-hoogte uitbreidingskaart
23
voorpaneel 10
voorpaneel
afdekplaatje verwijderen 11
vervanging 11
verwijderen 10
Index 63
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69

HP Engage Flex Pro-C Retail System Referentie gids

Type
Referentie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor