REFERENTIEHANDLEIDING
VOORVERSTERKERS
NEDERLANDS
Inhoud
Sectie Pagina
Inhoud
1 Aansluitingen Nl1
1.1 Analoge audio verbindingskabels Nl1
2 Netvoeding Nl1
2.1 Bedrading van netstekker Nl1
2.2 Zekeringen in de apparatuur Nl1
2.3 Vaste netstekkers Nl1
2.4 Voedingscircuits en -kabels Nl1
3 Algemene installatie Nl2
3.1 Een plaats voor de apparatuur kiezen Nl2
3.2 Inschakelen Nl2
3.3 Inlopen Nl2
3.4 Radiostoring Nl2
3.5 Voorzorgsmaatregelen bij bliksem Nl2
3.6 Problemen? Nl2
3.7 Onderhoud en updates Nl2
4 NAC 552 Kennismaking en installatie Nl3
4.1 Broningangen en opname-uitgangen Nl3
4.2 Toewijzing van ingangen Nl3
4.3 Ingangen en standaardtoewijzingen Nl4
4.4 Opname-uitgang dempen Nl4
4.5 NAC 552 Signaaluitgangen Nl4
4.6 Auxiliary uitgang Nl4
5 NAC 552 Aansluitingen en
bedieningselementen Nl4
5.1 NAC 552 Aansluitingen
op het achterpaneel Nl4
5.2 NAC 552 aangesloten op NAC 552PS Nl5
5.3 NAC 552 Bedieningselementen
op het voorpaneel Nl5
6 Specificaties Nl5
7 NAC 252 Kennismaking en installatie Nl6
7.1 Broningangen en opname-uitgangen Nl6
7.2 Toewijzing van ingangen Nl6
7.3 Opname-uitgang dempen Nl6
7.4 NAC 252 Signaaluitgangen Nl6
7.5 Auxiliary uitgang Nl7
8 NAC 252 Aansluitingen
en bedieningselementen Nl7
8.1 NAC 252 Aansluitingen
op het achterpaneel Nl7
8.2 NAC 252 aangesloten op SuperCap Nl7
8.3 NAC 252 Bedieningselementen
op het voorpaneel Nl8
9 Specificaties Nl8
10 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
Kennismaking en installatie Nl9
10.1 NAC 282 Broningangen en
opname-uitgangen Nl9
10.2 NAC 282 en NAC 202 Toewijzing
van ingangen Nl9
10.3 NAC 282 en NAC 202
Opname-uitgang dempen Nl10
10.4 NAC 152 XS Broningangen Nl10
10.5 Signaaluitgangen Nl10
10.6 Auxiliary uitgangen Nl10
10.7 Opgewaardeerde voedingseenheid Nl10
11 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
Aansluitingen op het achterpaneel Nl11
11.1 NAC 282 Aansluitingen
op het achterpaneel Nl11
11.2 NAC 202 Aansluitingen
op het achterpaneel Nl12
11.3 NAC 152 XS Aansluitingen
op het achterpaneel Nl12
12 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
Voedingsaansluitingen Nl13
12.1 NAC 282 aangesloten
op Hi-Cap en NAPSC Nl13
12.2 NAC 282 aangesloten
op SuperCap en NAPSC Nl13
12.3 NAC 202 aangesloten
op Hi-Cap en NAPSC Nl14
12.4 NAC 152 XS aangesloten
op FlatCap (beide uitgangen) Nl14
12.5 NAC 152 XS aangesloten
op FlatCap en Hi-Cap Nl15
12.6 NAC 282 Bedieningselementen
op het voorpaneel Nl15
12.7 NAC 202 Bedieningselementen
op het voorpaneel Nl16
12.8 NAC 152 XS Bedieningselementen
op het voorpaneel Nl16
13 Specificaties Nl16
14 Werking van de voorversterker Nl17
14.1 Automatisch schakelen tussen ingangen Nl17
14.2 AV Bypass Nl17
14.3 Volume- en balansregeling via de
afstandsbediening Nl18
14.4 Mute, Mono en Mon Nl18
14.5 Display Nl18
14.6 Inschakelen Nl18
14.7 Standaardwaarden Nl18
14.8 Fouten Nl19
14.9 Functieknoppen en toetsen Nl19
15 R-com Afstandsbediening Nl20
15.1 Gebruik van de R-com Nl20
15.2 Toetsen op de R-com Nl20
16 NARCOM 4 Afstandsbediening Nl21
16.1 Gebruik van de NARCOM 4 Nl21
16.2 Toetsen van de NARCOM 4 Nl21
17 CE-conformiteitsverklaring Nl22
18 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Nl22
NL1
Bij het ontwerp van de producten van Naim Audio heeft prestatie de hoogste prioriteit.
Door ze zorgvuldig te installeren, helpt u verzekeren dat ze optimaal presteren. Deze
handleiding is van toepassing op alle analoge voorversterkers.
Ze begint met algemene instructies voor het installeren. Productspecifieke
informatie begint in hoofdstuk 4.
Inleiding
1 Aansluitingen
Voor de veiligheid en goede prestaties is het belangrijk
dat de meegeleverde standaardkabels niet gewijzigd
worden.
1.1 Analoge audio verbindingskabels
Als er opties voor de apparatuur en installatie bestaan, dienen
in plaats van de Phono-ingangen bij voorkeur de DIN-ingangen
gebruikt te worden. Om het aansluiten te vereenvoudigen, is
één uiteinde van de audio verbindingskabel van Naim voorzien
van een bandje. Het uiteinde met dit bandje moet op de
signaalbron worden aangesloten. De Hi-Line verbindingskabel
van Naim levert de beste resultaten.
Audio verbindingsstekkers en ingangen moeten altijd schoon en
roestvrij zijn. De eenvoudigste manier om ze te reinigen, is om de
apparatuur uit te schakelen, de stekkers uit de ingangen te halen
en ze er weer in te steken. Nooit contactreinigers en ‘enhancers’
gebruiken, daar het laagje dat deze achterlaten afbreuk doet aan
de geluidskwaliteit.
2 Netvoeding
Wanneer stekkers met een zekering worden gebruikt,
moeten zekeringen van 13 ampère worden aangebracht.
Zwakkere zekeringen zullen na verloop van tijd
doorslaan. Nooit spanningsafhankelijke weerstandjes
of ruisonderdrukkers op de netstekker aansluiten. Deze
hebben een negatieve invloed op de netvoeding en de
geluidskwaliteit..
2.1 Bedrading van netstekker
In sommige regio’s dient de netstekker te worden voorzien van
de meegeleverde netvoedingskabel. Aangezien de kleuren in de
netvoedingskabel mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde
markeringen die de aansluitingen in de stekker aanduiden, gaat u
als volgt te werk:
De GROEN-EN-GELE draad moet worden aangesloten
op de aansluiting in de stekker die met de letter E of het
aardingssymbool wordt aangeduid of GROEN of GROEN en
GEEL is.
De BLAUWE draad moet worden aangesloten op de aansluiting
in de stekker die met de letter N wordt aangeduid of die
ZWART is.
De BRUINE draad moet worden aangesloten op de aansluiting
in de stekker die met de letter L wordt aangeduid of die ROOD
is.
2.2 Zekeringen in de apparatuur
Op het achterpaneel van Naim-audioapparatuur die op
netvoeding werkt, is naast de voedingsingang een zekering
aangebracht. Wanneer deze vervangen moet worden, mag u
uitsluitend de meegeleverde reservezekering of een identieke
zekering gebruiken. Herhaald doorslaan van de zekering duidt op
een fout die door uw leverancier of Naim Audio onderzocht moet
worden.
2.3 Vaste netstekkers
Als een vaste netstekker van het netsnoer wordt afgeknipt
(om wat voor reden dan ook), MOET deze stekker onbruikbaar
gemaakt en weggeworpen worden. Er ontstaat een groot risico
van elektrische schok wanneer de afgeknipte stekker in een
stopcontact wordt gestoken.
2.4 Voedingscircuits en -kabels
Een hifisysteem deelt een voedingscircuit doorgaans met
andere huishoudelijke apparaten en sommige daarvan kunnen
de golfvorm van de netvoeding vervormen. Deze vervorming
kan dan leiden tot mechanisch gezoem van nettransformatoren.
Sommige transformatoren van Naim zijn vrij groot, waardoor
ze relatief gevoelig zijn voor dergelijke vervorming. Het
kan daarom raadzaam zijn om bij het kiezen van een plaats
voor uw installatie rekening te houden met gezoem van de
transformator.
Gezoem van de transformator wordt niet via de luidsprekers
uitgezonden en heeft geen effect op de prestatie van het
systeem; het gebruik van een apart voedingscircuit kan
het gezoem echter verminderen. Een dergelijk circuit (bij
voorkeur van 30 of 45 ampère) verbetert doorgaans ook de
systeemprestaties. Vraag een gediplomeerd elektricien om
advies over het installeren van een apart voedingscircuit.
Gebruik alleen de meegeleverde voedingskabels en stekkers of
de PowerLine-voedingskabel van Naim.
Opmerking: Lees de
wettelijk verplichte
veiligheidswaarschuwingen
aan het einde van deze
handleiding”
NL2
3 Algemene installatie
Apparatuur van Naim is ontworpen om de best
mogelijke prestaties te leveren en waar mogelijk
compromissen te vermijden. Hierdoor kunnen
ongebruikelijke omstandigheden ontstaan. De volgende
punten bevatten advies dat specifiek van toepassing
is op apparatuur van Naim evenals algemene
waarschuwingen m.b.t. het gebruik van huishoudelijke
audioproducten. U dient deze informatie aandachtig te
lezen.
3.1 Een plaats voor de apparatuur kiezen
Om het risico van gezoem via de luidsprekers tot een minimum
te beperken, moeten voedingseenheden en versterkers op
redelijke afstand van andere apparatuur worden geplaatst. De
maximale afstand tussen op elkaar aangesloten apparaten is de
afstand die met de standaard verbindingskabel mogelijk is.
Sommige apparatuur van Naim is bijzonder zwaar. Altijd het
gewicht van de apparatuur controleren alvorens deze op te
tillen en deze indien nodig met meerdere personen optillen,
zodat de apparatuur veilig verplaatst kan worden. Controleren
dat het rek of de tafel waarop de apparatuur geplaatst wordt,
het gewicht makkelijk kan dragen en stabiel is.
3.2 Inschakelen
Broncomponenten en voedingseenheden moeten eerst worden
ingeschakeld, pas dan mogen de versterkers worden ingeschakeld.
De versterkers altijd uitschakelen en een minuut wachten alvorens
kabels aan te sluiten of los te koppelen. Altijd de voedingsscha-
kelaar van het product gebruiken in plaats van de stekker uit het
stopcontact te halen.
Wanneer versterkers worden ingeschakeld, is soms een ‘bons’
via de luidspreker te horen. Dit is normaal, beschadigt de
luidspreker niet en wijst niet op een fout of probleem. Ook
kan kort nadat apparatuur is uitgeschakeld een zacht ‘plofje’ te
horen zijn.
3.3 Inlopen
Het duurt een aanzienlijke tijd voordat apparatuur van Naim
is ingelopen en optimaal presteert. Hoe lang dit duurt, kan
variëren maar onder bepaalde omstandigheden zal het geluid
zelfs in de loop van een maand of langer steeds beter worden.
De apparatuur presteert beter en consequenter als het
systeem langere tijd achtereen ingeschakeld blijft. Houd er
echter rekening mee dat apparatuur die op de netvoeding is
aangesloten door bliksem beschadigd kan worden.
3.4 Radiostoring
Onder bepaalde omstandigheden, afhankelijk van waar u
woont en de aarding in uw huis, kunt u radiostoring ervaren,
Regelgeving met betrekking tot radio- en tv-uitzendingen staat
in sommige regio’s zeer hoge niveaus van radiogolven toe en
de keuze en exacte locatie van de apparatuur kan van kritiek
belang zijn. Ontvankelijkheid voor storing door radiogolven
is gerelateerd aan de grote interne bandbreedte die nodig
is voor hoge geluidskwaliteit. Voor bepaalde apparatuur van
Naim is een filterpakket voor radiogolven verkrijgbaar, maar de
geluidskwaliteit neemt af naarmate er meer elementen van dit
pakket gebruikt worden.
3.5 Voorzorgsmaatregelen bij bliksem
Het hifisysteem van Naim kan door bliksem beschadigd
worden en moet worden uitgeschakeld en van de netvoeding
worden afgesloten wanneer er risico van bliksem bestaat.
Voor complete bescherming moeten ook alle stekkers en
antennekabels worden losgekoppeld wanneer deze niet in
gebruik zijn.
3.6 Problemen?
De bescherming van de consument varieert van land tot land.
In de meeste regio’s moet een leverancier bereid zijn om
apparatuur die hij verkocht heeft terug te nemen als deze niet
bevredigend werkt. Problemen kunnen het gevolg zijn van een
fout in het systeem of de installatie en het is derhalve essentieel
dat u de diagnostische vaardigheden van uw leverancier
optimaal benut. Als een probleem niet verholpen kan worden,
kunt contact opnemen met uw plaatselijke leverancier of Naim
rechtstreeks benaderen.
Sommige apparatuur van Naim wordt voor verschillende regio’s
in speciale versies geproduceerd en dit maakt het onpraktisch
om internationale garanties te bieden. U kunt plaatselijke
garantieregelingen met uw leverancier treffen. U kunt Naim
Audio zo nodig rechtstreeks om advies of hulp vragen.
3.7 Onderhoud en updates
Het is van essentieel belang dat reparaties en updates door een
bevoegd Naim-leverancier of in de fabriek van Naim worden
uitgevoerd. Veel componenten zijn op maat gemaakt, getest of
op elkaar afgestemd en het is vaak niet mogelijk om geschikte
vervangingen bij andere bronnen te kopen.
Wanneer u Naim rechtstreeks benadert voor informatie over
onderhoud of updates, dient u in eerste instantie contact op te
neme met de klantendienst:
Tel: +44 (0)1722 426600
E-mail: info@naimaudio.com
U dient in alle correspondentie het serienummer van het
product te vermelden (te vinden op het achterpaneel).
Inleiding
NL3
NAC 552
4 NAC 552 Kennismaking en installatie
De NAC 552 voorversterker heeft geen interne voedingseenheid en kan alleen worden
gebruikt in combinatie met de NAC 552PS voedingseenheid. Diagram 5.2 illustreert hoe de
NAC 552 op de voedingseenheid wordt aangesloten.
De vier tijdelijke schroeven aan de onderkant van de behuizing van de NAC 552 moeten
worden verwijderd alvorens het apparaat in gebruik te nemen en moeten weer worden
aangebracht wanneer het opnieuw ingepakt en vervoerd moet worden. Deze tijdelijke
schroeven mogen niet in andere producten van Naim worden gebruikt. De NAC 552 niet
ondersteboven zetten wanneer de tijdelijke schroeven zijn verwijderd.
De voorversterker en voedingseenheid moeten worden geïnstalleerd op een standaard die
speciaal hiervoor is bedoeld. Plaats deze apparaten niet direct boven op een ander apparaat.
Zorg ervoor dat de voorversterker op een vlak, plat oppervlak staat. De apparaten zijn zwaar,
dus wees voorzichtig wanneer u ze optilt of verplaatst. Controleer dat het oppervlak waarop
u ze neerzet stevig genoeg is om het gewicht te dragen.
Voordat u kabels aansluit of de apparatuur inschakelt, moet u de voorversterker en
voedingseenheid op de definitieve locatie installeren. Controleer dat voorversterkers uitstaan
en het volume van voorversterkers op een laag niveau staat alvorens de voedingseenheid in te
schakelen. De aan/uit-schakelaar zit op het voorpaneel van de voedingseenheid.
De volgende alinea’s beschrijven de installatie-instructies en functies die specifiek voor de
NAC 552 bedoeld zijn. Bedieningsfuncties die voor alle voorversterkers hetzelfde zijn, worden
beschreven in hoofdstuk 14.
De NAC 552 wordt geleverd met zowel de R-com als de NARCOM 4 afstandbediening. De
R-com is bedoeld voor dagelijks gebruik, en de NARCOM 4 kan worden gebruikt om het
apparaat via de afstandsbediening in te stellen en te programmeren.
4.1 Broningangen en
opname-uitgangen
De ingangskeuzetoetsen op de bovenste rij selecteren het
bronsignaal dat naar de eindversterker en de luidsprekers moet
worden omgeleid. Daaronder, op de onderste rij, zitten toetsen
die het signaal selecteren dat moet worden omgeleid naar de
opname-uitgangen van de voorversterker.
Deze aparte delen voor geluidsbronsignalen en
opnamebronsignalen maken het mogelijk om naar een bron
(bijvoorbeeld een cd-speler) te luisteren terwijl een andere bron
(bijvoorbeeld de tuner) gelijktijdig is geselecteerd om van op te
nemen.
Opmerking: U kunt de opnamebrontoetsen vergrendelen om
te voorkomen dat het opnemen onbedoeld wordt geannuleerd.
Opnamebronvergrendeling wordt in- en uitgeschakeld door de
toets mono in de brontoetsenrij binnen zes seconden vier keer in
te drukken.
Boven iedere ingang op het achterpaneel van de NAC 552 zit
een indicator. Deze indicatoren branden om aan te geven welke
ingang is geselecteerd en om informatie te geven tijdens het
instellen en programmeren van de ingangen.
4.2 Toewijzing van ingangen
De broningangen van de NAC 552 kunnen met alle toetsen
worden geselecteerd. De NAC 552 is bijvoorbeeld standaard
ingesteld zodat de ingangskeuzetoets cd ingang nummer 2
selecteert, maar u kunt deze toets programmeren om een andere
ingang te selecteren. De toewijzing van de opnamebrontoetsen
volgt de bijbehorende geluidsbrontoetsen.
U kunt de ingangskeuzetoetsen programmeren via de
programmeermodus van de NAC 552. U activeert (en
deactiveert) de programmeermodus door de toets prog op
de NARCOM 4 afstandsbediening ingedrukt te houden (in
voorversterkermodus). Als de programmeermodus is geactiveerd,
knippert het indicatorlampje op de volumeregelaar op het
voorpaneel en zijn de indicatorlampjes van de opnametoetsen uit.
Opmerking: Als er binnen vijf minuten na het activeren van de
programmeermodus geen functie wordt geselecteerd, schakelt
de NAC 552 automatisch weer over naar de normale werking.
De zes brontoetsen op het voorpaneel kunnen worden
toegewezen aan de negen stereo-ingangen (zeven DIN-
aansluitingen en twee paar RCA Phono-aansluitingen) op het
achterpaneel. Als in de programmeermodus een broningang
wordt geselecteerd, gaat op het achterpaneel een indicator
branden om aan te geven welke aansluiting daaraan is
toegewezen.
Als u een andere aansluiting aan een brontoets wilt toewijzen,
selecteert u de betreffende brontoets en gebruikt u de toetsen
mute en mono op het voorpaneel om door de aansluitingen
Bedieningsfuncties die
voor alle voorversterkers
hetzelfde zijn, worden
beschreven in hoofdstuk
14.
NL4
NAC 552
NAC 552PS
4.3 Ingangen en standaardtoewijzingen
Ingangnummer Kenmerk van ingang Standaardtoewijzing van brontoets
1 DIN-ingang Niet toegewezen
2 DIN-ingang cd
3 DIN-ingang tuner
4 DIN-ingang/uitgang, AV Bypass mogelijk tape
5 DIN-ingang/uitgang, AV Bypass mogelijk av
6 DIN-ingang/uitgang aux 1
7 DIN-ingang, voedingsuitgang voor phono-trap aux 2
8 RCA phono paar Niet toegewezen
9 RCA phono paar Niet toegewezen
5 NAC 552 Aansluitingen en
bedieningselementen
5.1 NAC 552 Aansluitingen op het
achterpaneel
in 1 in 2 in 3
in 4
in 5 in 6
in 8
kan 1(L)
kan 2(R)
signaalaarding
in 9
kan 1(L)
kan 2(R)
NAC 552PS
in 7 RC5 in
kan1
-ve
niet
aange-
sloten
kan2
Ingangen 1,
2 en 3
kan1
-ve
kan1
(uit)
kan2
(uit)
kan2
Ingangen 4,
5 en 6
+
-ve
+
kan1
kan2
Ingang 7
4.4 Opname-uitgang dempen
Wanneer de opname-uitgangen van de NAC 552 niet worden
gebruikt, is het raadzaam om ze te dempen; dit beperkt het
stroomverbruik tot het minimum en zorgt voor maximale
geluidskwaliteit.
U dempt de opname-uitgangen van de NAC 552 door de toets
mute op de onderste toetsenrij (opnamebronnen) van het
voorpaneel in te drukken.
4.5 NAC 552 Signaaluitgangen
Voor correcte continuïteit van de aardverbinding van het
systeem moet de signaaluitgang van de NAC 552 worden
omgeleid via de NAC 552PS voedingseenheid. De NAC 552PS
is voorzien van meerdere DIN-signaaluitgangen die het mogelijk
maken om verderop in het systeem een stereo-eindversterker,
een dubbele mono-eindversterker of twee aparte mono-
eindversterkers aan te sluiten.
4.6 Auxiliary uitgang
Ingang nummer 7 van de NAC 552 is bedoeld voor gebruik met
een Naim Audio StageLine of SuperLine phono-trap en heeft
een geschikte DC voedingseenheid.
te bladeren. Als de geselecteerde aansluiting reeds aan een
brontoets is toegewezen, dan knippert het indicatorlampje
boven de aansluiting enkele malen. Het is mogelijk om één
aansluiting aan meerdere brontoetsen toe te wijzen, maar het
is NIET mogelijk om meerdere aansluitingen aan één brontoets
toe te wijzen. Ook de toetsen rec mute en mon van de
afstandsbediening kunnen worden gebruikt om ingangen toe
te wijzen.
U sluit de programmeermodus af door de toets prog op de
afstandsbediening ingedrukt te houden totdat de indicatoren
van de opnametoetsen weer branden en de indicator van de
volumeregelaar stopt met knipperen.
Tabel 4.3 illustreert de standaardtoewijzing van de ingangen
van de NAC 552.
NL5
NAC 552
rij met
geluidsbrontoetsen
volume
balans
dempen
mono
rij met
opnamebrontoetsen
broningang en
opname-uitgang
selecteren
5.3 NAC 552 Bedieningselementen
op het voorpaneel
5.2 NAC 552 aangesloten op NAC 552PS
netvoedingsingang en
zekering
Opmerking: Voor de beste prestatie moeten de Burndy en
5-pins DIN-kabel zo dicht mogelijk bij elkaar zitten.
naar stereo-eind-
versterkers
naar mono- of dubbele mono-
eindversterkers
extra signaaluitgang
aanduiding
kabel-
richting
NAC 552 Burndy
240° 5 naar 5-pins DIN
Verbindingskabels
6 Specificaties
Ingangsgevoeligheid: 75 mV, 47 k
Overbelastingsmarge: 40 dB
(alle ingangen, alle
geluidsfrequenties).
Hoofduitgangsniveau: 0.775 V, <50
Uitgangsniveau tape: 75 mV, 600
Auxiliary uitgangen: voor Naim phono-trap
Voedingseenheid: NAC 552PS
Afmetingen (h x b x d): Beide 87 × 432 × 314 mm
Gewicht: NAC 552 - 12,9 kg
NAC 552PS - 13,9 kg
Netvoeding (NAC 552PS): 100 V, 115 V of 230 V, 50/60 Hz
NL6
NAC 252
7 NAC 252 Kennismaking en installatie
De NAC 252 voorversterker heeft geen interne voedingseenheid en kan alleen worden
gebruikt in combinatie met een SuperCap voedingseenheid. Diagram 8.2 illustreert hoe de
NAC 252 op de SuperCap voedingseenheid wordt aangesloten.
De voorversterker en voedingseenheid moeten worden geïnstalleerd op een standaard die
speciaal hiervoor is bedoeld. Plaats deze apparaten niet direct boven op een ander apparaat.
Zorg ervoor dat de voorversterker op een vlak, plat oppervlak staat.
Voordat u kabels aansluit of de apparatuur inschakelt, moet u de voorversterker en
voedingseenheid op de definitieve locatie installeren. Controleer dat voorversterkers uitstaan
en het volume van voorversterkers op een laag niveau staat alvorens de voedingseenheid in te
schakelen. De aan/uit-schakelaar zit op het voorpaneel van de voedingseenheid.
De voedingseenheid is zwaar, dus wees voorzichtig wanneer u hem optilt of verplaatst.
Controleer dat het oppervlak waarop u hem neerzet stevig genoeg is om het gewicht
te dragen.
De volgende alinea’s beschrijven de installatie-instructies en functies die specifiek voor de
NAC 252 bedoeld zijn. Bedieningsfuncties die voor alle voorversterkers hetzelfde zijn, worden
beschreven in hoofdstuk 14.
7.1 Broningangen en opname-uitgangen
De ingangskeuzetoetsen op de bovenste rij selecteren het
bronsignaal dat naar de eindversterker en de luidsprekers moet
worden omgeleid. Daaronder, op de onderste rij, zitten toetsen
die het signaal selecteren dat moet worden omgeleid naar de
opname-uitgangen van de voorversterker.
Deze aparte delen voor geluidsbronsignalen en
opnamebronsignalen maken het mogelijk om naar een bron
(bijvoorbeeld een cd-speler) te luisteren terwijl een andere bron
(bijvoorbeeld de tuner) gelijktijdig is geselecteerd om van op te
nemen.
Opmerking: U kunt de opnamebrontoetsen vergrendelen om
te voorkomen dat het opnemen onbedoeld wordt geannuleerd.
Opnamebronvergrendeling wordt in- en uitgeschakeld door de
toets mon in de brontoetsenrij binnen zes seconden vier keer in
te drukken.
7.2 Toewijzing van ingangen
De NAC 252 heeft zes DIN-aansluitingen en twee
alternatieve paren RCA Phono-aansluitingen. De RCA Phono-
aansluitingen kunnen afzonderlijk worden toegewezen aan
de ingangskeuzetoetsen cd en aux 2 in plaats van de DIN-
aansluitingen.
U kunt de ingangskeuzetoetsen programmeren via de
programmeermodus van de NAC 252. U activeert (en
deactiveert) de programmeermodus door de toets
prog op de afstandsbediening ingedrukt te houden (in
voorversterkermodus). Als de programmeermodus is
geactiveerd, knippert het indicatorlampje op de volumeregelaar
op het voorpaneel en zijn de indicatorlampjes van de
opnametoetsen uit.
Opmerking: Als er binnen vijf minuten na het activeren van de
programmeermodus geen functie wordt geselecteerd, schakelt
de NAC 252 automatisch weer over naar de normale werking.
Houd in de programmeermodus de toets 1 op de
afstandsbediening ingedrukt om de RCA Phono-aansluiting
te selecteren of deselecteren voor cd, en houd toets 6 op de
afstandsbediening ingedrukt om de RCA Phono-aansluiting
te selecteren of deselecteren voor aux 2. U kunt ook de
betreffende ingangskeuzetoetsen op het voorpaneel gebruiken
om de RCA Phono-aansluitingen te selecteren of deselecteren.
Het indicatorlampje van de relevante ingangskeuzetoets
knippert drie keer wanneer de RCA Phono-optie wordt
geselecteerd en één keer wanneer de DIN-optie wordt
geselecteerd.
U sluit de programmeermodus af door de toets prog op de
afstandsbediening ingedrukt te houden totdat de indicatoren
van de opnametoetsen weer branden en de indicator van de
volumeregelaar stopt met knipperen.
7.3 Opname-uitgang dempen
Wanneer de opname-uitgangen van de NAC 252 niet worden
gebruikt, is het raadzaam om ze te dempen; dit beperkt het
stroomverbruik tot het minimum en zorgt voor maximale
geluidskwaliteit.
U dempt de opname-uitgangen van de NAC 252 door de toets
mute op de onderste toetsenrij (opnamebronnen) van het
voorpaneel in te drukken.
7.4 NAC 252 Signaaluitgangen
Voor correcte continuïteit van de aardverbinding van het
systeem moet de signaaluitgang van de NAC 252 worden
omgeleid via de SuperCap voedingseenheid. De SuperCap is
voorzien van meerdere DIN-signaaluitgangen die het mogelijk
maken om verderop in het systeem een stereo-eindversterker,
een dubbele mono-eindversterker of twee aparte mono-
eindversterkers aan te sluiten.
Bedieningsfuncties die
voor alle voorversterkers
hetzelfde zijn, worden
beschreven in hoofdstuk
14.
NL7
aux 1 in/uit aux 2 in
cd
in
tuner
in
tape
in/uit
av
in/uit
aux 2 in (alternatief)
signaalaarding
NAC 252
8 NAC 252 Aansluitingen en bedieningselementen
8.1 NAC 252 Aansluitingen op het achterpaneel
cd/RCA Phono
kan1(L)
kan2(R)
aux 2/RCA Phono
kan1(L)
kan2(R)
RS232
interface
RC5 in
supercap
Opmerking: De RS232 interface is een optionele upgrade. Deze
kan bij de bestelling worden gespecificeerd of later worden
aangebracht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke leverancier, of Naim Audio rechtstreeks
benaderen.
8.2 NAC 252 aangesloten op SuperCap
netvoedingsingang en
zekering
Opmerking: Voor de beste prestatie moeten de Burndy en 5-pins
DIN-kabel zo dicht mogelijk bij elkaar zitten.
naar stereo-eind-
versterkers
naar mono- of dubbele
mono-eindversterkers
extra signaaluitgang
kan1
–
kan2
de ingangen cd,
tuner en aux 2
kan1
–
kan1
(uit)
kan2
(uit)
kan2
de ingangen tape,
av en aux 1
+
–
+
kan1
kan2
aux 2
(alt.) ingang
niet
aange-
sloten
aanduiding
kabel-
richting
NAC 252 Burndy
240° 5 naar 5-pins DIN
Verbindingskabels
7.5 Auxiliary uitgang
De ingang Aux 2 (In 6) van de NAC 252 heeft primaire en
alternatieve DIN-aansluitingen. De onderste, alternatieve
aansluiting is door de fabrikant afgedekt met een verwijderbaar
kapje. Deze aansluiting is bedoeld voor gebruik met een
Naim Audio StageLine of SuperLine phono-trap en heeft een
geschikte DC voedingseenheid. De primaire en alternatieve
aansluitingen mogen niet gelijktijdig worden gebruikt.
NL8
NAC 252
9 Specificaties
Ingangsgevoeligheid: 75 mV, 47 k
Overbelastingsmarge: 40 dB
(alle ingangen, alle
geluidsfrequenties)
Hoofduitgangsniveau: 0,775 V, <50
Uitgangsniveau tape: 75 mV, 600
Auxiliary uitgangen: voor Naim phono-trap
Voedingseenheid: SuperCap
Afmetingen (h x b x d): Beide 87 × 432 × 314 mm
Gewicht: NAC 252 - 7,0 kg
SuperCap - 11,6 kg
Netvoeding (SuperCap): 100 V, 115 V of 230 V, 50/60 Hz
volume
balans
dempen
mono
rij met
geluidsbrontoetsen
rij met
opnamebrontoetsen
broningang en
opname-uitgang
selecteren
8.3 NAC 252 Bedieningselementen
op het voorpaneel
NL9
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
10 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS Kennismaking
en installatie
De NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS voorversterkers hebben geen interne voedingseenheid
en moeten worden gebruikt in combinatie met ofwel een Naim eindversterker met een
voorversterkeruitgang, of met een geschikte voedingseenheid van Naim. De NAC 282 wordt
echter geleverd met een NAPSC voedingseenheid die het display en de regelcircuits van
voeding voorziet. Diagrammen 12.1 t/m 12.5 illustreren diverse aansluitingen en opties voor de
voedingseenheden.
De voorversterker en voedingseenheid, die een eindversterker van Naim kan zijn, moeten
worden geïnstalleerd op een standaard die speciaal hiervoor is bedoeld. Plaats deze
apparaten niet direct boven op een ander apparaat. Zorg ervoor dat de apparatuur op een
vlak, plat oppervlak staat.
Voordat u kabels aansluit of de apparatuur inschakelt, moet u de voorversterker en
voedingseenheid op de definitieve locatie installeren. Zet het volume van de voorversterker
op een laag niveau alvorens het apparaat in te schakelen.
De volgende alinea’s beschrijven de installatie-instructies en functies die specifiek voor
de NAC 282, NAC 202 en de NAC 152 XS bedoeld zijn. Bedieningsfuncties die voor alle
voorversterkers hetzelfde zijn, worden beschreven in hoofdstuk 14.
10.1 NAC 282 Broningangen en opname-
uitgangen
Op het voorpaneel van de NAC 282 zitten twee rijen toetsen
waarmee ingangen en opname-uitgangen geselecteerd worden.
De ingangskeuzetoetsen op de bovenste rij selecteren het
bronsignaal dat naar de eindversterker en de luidsprekers moet
worden omgeleid. Daaronder, op de onderste rij, zitten toetsen
die het signaal selecteren dat moet worden omgeleid naar de
opname-uitgangen van de NAC 282.
Deze aparte delen voor geluidsbronsignalen en
opnamebronsignalen maken het mogelijk om naar een bron
(bijvoorbeeld een cd-speler) te luisteren terwijl een andere bron
(bijvoorbeeld de tuner) gelijktijdig is geselecteerd om van op te
nemen.
Opmerking: U kunt de opnamebrontoetsen vergrendelen om
te voorkomen dat het opnemen onbedoeld wordt geannuleerd.
Opnamebronvergrendeling wordt in- en uitgeschakeld door de
toets mon in de brontoetsenrij binnen zes seconden vier keer in
te drukken.
10.2 NAC 282 en NAC 202 Toewijzing van
ingangen
De ingangskeuzetoetsen selecteren het ingangssignaal van de
geluidsbron dat wordt omgeleid naar de eindversterker en de
luidsprekers.
De NAC 282 en C 202 hebben zes DIN-aansluitingen en twee
alternatieve paren RCA Phono-aansluitingen. De RCA Phono-
aansluitingen kunnen afzonderlijk worden toegewezen aan
de ingangskeuzetoetsen cd en aux 2 in plaats van de DIN-
aansluitingen.
U kunt de ingangskeuzetoetsen programmeren via de
programmeermodus van de voorversterker. U activeert
(en deactiveert) de programmeermodus door de toets
prog op de afstandsbediening ingedrukt te houden
(met de afstandsbediening in voorversterkermodus).
Als de programmeermodus is geactiveerd, knippert het
indicatorlampje op de volumeregelaar op het voorpaneel en op
de NAC 282 zijn de indicatorlampjes van de opnametoetsen
dan uit.
Opmerking: Als er binnen vijf minuten na het activeren van de
programmeermodus geen functie wordt geselecteerd, schakelt
de voorversterker automatisch weer over naar de normale
werking.
Houd in de programmeermodus de toets 1 op de
afstandsbediening ingedrukt om de RCA Phono-aansluiting
te selecteren of deselecteren voor cd, en houd toets 6 op de
afstandsbediening ingedrukt om de RCA Phono-aansluiting
te selecteren of deselecteren voor aux 2. U kunt ook de
betreffende ingangskeuzetoetsen op het voorpaneel gebruiken
om de RCA Phono-aansluitingen te selecteren of deselecteren.
Het indicatorlampje van de relevante ingangskeuzetoets
knippert drie keer wanneer de RCA Phono-optie wordt
geselecteerd en één keer wanneer de DIN-optie wordt
geselecteerd.
U sluit de programmeermodus af door de toets prog op de
afstandsbediening ingedrukt te houden totdat de indicatoren
van de opnametoetsen weer branden en de indicator van de
volumeregelaar stopt met knipperen.
Bedieningsfuncties die
voor alle voorversterkers
hetzelfde zijn, worden
beschreven in hoofdstuk
14.
NL10
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
correcte continuïteit van de aardverbinding van het
systeem te waarborgen. Afhankelijk van het specifieke
voedingseenheidmodel dat wordt gebruikt, moeten
in dat geval één of beide link-plugs en blindplugs
van de voorversterker worden verwijderd en moet
de voedingseenheid worden aangesloten op de DIN-
aansluitingen Link en Upgrade.
De voedingseenheid is voorzien van meerdere DIN-
signaaluitgangen die het mogelijk maken om verderop in
het systeem een stereo-eindversterker, een dubbele mono-
eindversterker of twee aparte mono-eindversterkers aan te
sluiten.
Diagrammen 12.1 t/m 12.5 illustreren diverse aansluitingen voor
externe voedingseenheden.
10.5.2 NAC 152 XS Lijn- en subwooferuitgangen
Naast de DIN-voorversterkeruitgangen heeft de NAC 152 XS
tevens subwoofer- en line-level-uitgangen, elk via een paar RCA
Phono-aansluitingen.
De lijn-level-uitgang geeft het geselecteerde ingangssignaal
weer, terwijl de subwoofer-uitgang een duplicaat is van de
uitgang van de hoofdvoorversterker (m.a.w. hij reageert op de
volumeregeling van de voorversterker).
10.6 Auxiliary uitgangen
De ingang Aux 2 van de NAC 282, NAC 202 en de NAC 152
XS heeft primaire en alternatieve DIN-aansluitingen. De
alternatieve aansluiting is door de fabrikant afgedekt met
een verwijderbaar kapje. Deze aansluiting is bedoeld voor
gebruik met een Naim Audio StageLine of SuperLine phono-
trap en heeft een geschikte DC voedingseenheid. De primaire
en alternatieve aansluitingen mogen niet gelijktijdig worden
gebruikt.
10.7 Opgewaardeerde voedingseenheid
De NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS kunnen elk worden
gevoed door een eindversterker van Naim met voeding voor
een voorversterker. Het gebruik van een of meerdere externe
voedingseenheden kan de prestatie van deze apparaten echter
aanzienlijk verhogen. Voedingseenheden kunnen in fases
worden opgewaardeerd. Tabel 10.7.1 hieronder beschrijft enkele
mogelijkheden voor het opwaarderen van de voedingseenheden
voor iedere voorversterker. Naast de mogelijkheden die in de
tabel worden beschreven, zijn er ook andere opties om de
voedingseenheden op te waarderen. Uw plaatselijke Naim-
vertegenwoordiger kan u adviseren over de beste opties voor
uw systeem.
10.3 NAC 282 en NAC 202
Opname-uitgang dempen
Wanneer de opname-uitgangen van de NAC 282 of NAC 202
niet worden gebruikt, is het raadzaam om ze te dempen; dit
beperkt het stroomverbruik tot het minimum en zorgt voor
maximale geluidskwaliteit.
10.3.1 NAC 282 Opname-uitgang dempen
U dempt de opname-uitgangen van de NAC 282 door de toets
mute op de onderste toetsenrij (opnamebronnen) van het
voorpaneel in te drukken.
10.3.2 NAC 202 Opname-uitgang dempen
Om de opname-uitgang van de NAC 202 te dempen, drukt u
op het voorpaneel de toets mon en dan op de toets mute. Het
indicatorlampje van de toets mute licht op om aan te geven dat
de opname-uitgang is gedempt en dooft wanneer de demping
wordt opgeheven. U kunt het dempen van opname-uitgangen
ook activeren en deactiveren met de toetsen mon en mute van
de afstandsbediening.
10.4 NAC 152 XS Broningangen
De ingangskeuzetoetsen van de NAC 152 XS selecteren het
ingangssignaal van de geluidsbron dat wordt omgeleid naar de
uitgangen van de voorversterker en de eindversterker.
De NAC 152 XS heeft zes DIN-aansluitingen en vijf paar
RCA Phono-aansluitingen. De RCA Phono-aansluitingen zijn
permanent aangesloten in parallel met hun respectieve DIN-
aansluitingen. RCA Phono- en DIN-aansluitingen voor dezelfde
ingang mogen nooit gelijktijdig zijn aangesloten.
Op het voorpaneel van de NAC 152 XS zit ook een 3,5 mm
stereo-ingang die geschikt is voor uiteenlopende draagbare
muziekspelers. Deze ingang is in parallel aangesloten met
de aansluitingen aux 1 DIN en RCA Phono. Wanneer u een
stekker in deze ingang op het voorpaneel steekt, schakelt de
voorversterker automatisch over op deze ingang. Wanneer u de
stekker verwijdert, schakelt de voorversterker weer over naar
de eerder geselecteerde ingang. Als een andere ingang wordt
geselecteerd wanneer er een stekker in deze ingang zit en u
de stekker daarna verwijdert, kiest de voorversterker niet deze
andere ingang maar de ingang die geselecteerd was toen u de
stekker in deze ingang stak.
10.5 Signaaluitgangen
10.5.1 Voorversterkeruitgangen
De NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS bieden elk twee primaire
opties voor voorversterkeruitgangen:
• Alsdevoorversterkerzalwordengebruiktmeteen
eindversterker van Naim die een voorversterker voedt, moet
de standaard DIN-uitgang worden gebruikt.
• Alsdevoorversterkermeteenaparte,externe
voedingseenheid wordt gebruikt, moet de signaaluitgang
via de voedingseenheid worden omgeleid; dit om
NL11
cd
in
tuner
in
tape
n/uit
av
n/uit
signaalaarding
aux 2 in (alternatief)
aux 1
n/uit
aux 2
in
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
10.7.1 Opgewaardeerde voedingseenheden
Voorversterker Trap 1 Upgrade Trap 2 Upgrade Trap 3 Upgrade
NAC 282 Gebruik: Hi-Cap Gebruik: 2 x Hi-Cap Gebruik: SuperCap
Aansluiten op: Upgrade 1-aansluiting Aansluiten op: Upgrade 1- en Aansluiten op: Upgrade 1- en
2-aansluiting 2-aansluiting
Manier van aansluiten: Manier van aansluiten: Eindversterker Manier van aansluiten:
Eindversterker naar Hi-Cap naar Hi-Cap 1 Eindversterker naar SuperCap
NAC 202 Gebruik: NAPSC Gebruik: Hi-Cap Gebruik: SuperCap
Aansluiten op: NAPSC-aansluiting Aansluiten op: Upgrade 2-aansluiting Aansluiten op: Upgrade 2-aansluiting
Manier van aansluiten: Manier van aansluiten: Manier van aansluiten:
Eindversterker naar voorversterker Eindversterker naar Hi-Cap Eindversterker naar SuperCap
NAC 152 XS Gebruik: FlatCap XS (beide uitgangen) Gebruik: FlatCap XS en Hi-Cap Gebruik: 2 x Hi-Cap
(zie Opmerking) Aansluiten op: Upgrade 1- en Aansluiten op: Upgrade 1- en Aansluiten op: Upgrade 1- en
2-aansluiting 2-aansluiting 2-aansluiting
Manier van aansluiten: Manier van aansluiten: Manier van aansluiten:
Eindversterker naar FlatCap XS Eindversterker naar Hi-Cap Eindversterker naar Hi-Cap 2
11.1 NAC 282 Aansluitingen op het achterpaneel
cd/RCA Phono
kan1(L)
kan2(R)
aux 2/RCA
Phono
kan1(L)
kan2(R)
RS232
interface
RC5 in
Opmerking: De ingang Aux 2 van de NAC 282 heeft twee
aansluitingen. De onderste aansluiting, in de fabriek van
een blindplug voorzien, is bedoeld voor gebruik met een
StageLine of SuperLine phono-trap en heeft een geschikte DC
voedingseenheid. De twee aansluitingen mogen niet gelijktijdig
worden gebruikt.
Opmerking: De RS232 interface is een optionele upgrade. Deze
kan bij de bestelling worden gespecificeerd of later worden
aangebracht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke leverancier, of Naim Audio rechtstreeks
benaderen.
naar NAPSC
voedingseenheid/uitgangaansluitingen met link-
plug en blindplugs aangebracht
11 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS Aansluitingen op het
achterpaneel
Opmerking: Een NAC 152 XS kan tevens worden gevoed door één enkele FlatCap, zelfs als één
FlatCap-uitgang al wordt gebruikt om een CD5 XS cd-speler te voeden. De FlatCap moet worden
aangesloten op de voorversterkeraansluiting Upgrade 1 en de eindversterker moet rechtstreeks op de
voorversterker worden aangesloten.
Opmerking: Hoofdstuk 12 bevat diagrammen die enkele van deze voedingsmogelijkheden illustreren.
naar eindversterker
met interne
voedingseenheid
kan1
–
kan2
de ingangen cd,
tuner en aux 2
kan1
–
kan1
(uit)
kan2
(uit)
kan2
de ingangen tape,
av en aux 1
+
–
+
kan1
kan2
aux 2
(alt.) ingang
niet
aange-
sloten
NL12
cd
in
tuner
in
tape
in/uit
av
in/uit
aux 1
in/uit
aux 2 in
signaalaarding aux 2 in
(alternatief)
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
naar eindversterker
met interne
voedingseenheid
11.2 NAC 202 Aansluitingen op het
achterpaneel
11.3 NAC 152 XS Aansluitingen op het
achterpaneel
cd/RCA Phono
kan1(L)
kan2(R)
aux 2/RCA
Phono
kan1(L)
kan2(R)
RS232
interface
RC5 in
Opmerking: De ingang Aux 2 van de NAC 202 heeft twee
aansluitingen. De bovenste aansluiting, in de fabriek van
een blindplug voorzien, is bedoeld voor gebruik met een
StageLine of SuperLine phono-trap en heeft een geschikte DC
voedingseenheid. De twee aansluitingen mogen niet gelijktijdig
worden gebruikt.
Opmerking: De RS232 interface is een optionele upgrade. Deze
kan bij de bestelling worden gespecificeerd of later worden
aangebracht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke leverancier, of Naim Audio rechtstreeks
benaderen.
naar NAPSC
voedingseenheid/uitgangaansluitingen met
link-plug en blindplugs aangebracht
to power amplier with internal power supply
kan1
–
kan2
de ingangen cd,
tun, hdd, av, en aux
+
–
+
kan1
kan2
aux 2 (alt.) ingang
Opmerking: De ingang Aux 2 van de NAC 152 XS heeft
twee aansluitingen. De rechteraansluiting (in de fabriek van
een blindplug voorzien), is bedoeld voor gebruik met een
StageLine of SuperLine phono-trap en heeft een geschikte DC
voedingseenheid. De twee aansluitingen mogen niet gelijktijdig
worden gebruikt.
Opmerking: De RS232 interface is een optionele upgrade. Deze
kan bij de bestelling worden gespecificeerd of later worden
aangebracht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke leverancier, of Naim Audio rechtstreeks
benaderen.
signaalaarding
cd
in
tuner
in
hdd
in
aux 1
in
av
in
aux 2 in
(alternatief)
opgewaardeerde voedingseenheid
link-plugs aangebracht
afstandsbediening in
RS232
interface
naar eindversterker met interne
voedingseenheid
aux 2
in
cd in
phono
tuner in
phono
hdd in
phono
av in
phono
aux 1 in
phono
lijnuit-
gang
subwoofer-uitgang
Opmerking: De NAC 152 XS gebruikt diverse technologieën
om microfonie te reduceren. Het is daarom normaal dat de
aansluitingen een beetje bewegen wanneer kabels worden
aangesloten en losgekoppeld.
Opmerking: De NAC 202 gebruikt diverse technologieën
om microfonie te reduceren. Het is daarom normaal dat de
aansluitingen een beetje bewegen wanneer kabels worden
aangesloten en losgekoppeld.
kan1
–
kan2
de ingangen cd,
tuner en aux 2
kan1
–
kan1
(uit)
kan2
(uit)
kan2
de ingangen tape,
av en aux 1
+
–
+
kan1
kan2
niet
aange-
sloten
niet
aange-
sloten
NL13
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
Opmerking: Link-plugs mogen alleen worden aangebracht
op de aansluitingen waaruit ze waren verwijderd en
ongebruikte voedingsaansluitingen mogen niet voor andere
doeleinden worden gebruikt. Incorrect gebruik van link-plugs
en voedingsaansluitingen kan de voedingseenheid of de
voorversterker ernstig beschadigen.
12 NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS Voedingsaansluitingen
12.1 NAC 282 aangesloten op Hi-Cap en NAPSC
netvoedingsingang
en zekering
naar stereo-eindversterker naar mono- of dubbele
mono-eindversterkers
extra
signaaluitgang
aanduiding
kabelrichting
Verbindingskabels
240° 5 naar 5-pins DIN
12.2 NAC 282 aangesloten op SuperCap en NAPSC
netvoedingsingang en
zekering
naar mono- of
dubbele mono-
eindversterkers
extra
signaaluitgang
naar stereo-eindversterker
NL14
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
12.3 NAC 202 aangesloten op Hi-Cap en NAPSC
12.4 NAC 152 XS aangesloten op FlatCap (beide uitgangen)
netvoedingsingang en
zekering
naar stereo-eindversterker
naar mono- of
dubbele mono-
eindversterkers
extra sig-
naaluitgang
netvoedingsingang en
zekering
aan/uit-schakelaar
naar stereo-eindversterker
naar mono- of dubbele
mono-eindversterkers
extra signaaluitgang
aanduiding
kabelrichting
Verbindingskabels
240° 5 naar 5-pins DIN
NL15
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
12.5 NAC 152 XS aangesloten op FlatCap en Hi-Cap
netvoedingsingang en
zekering
naar stereo-eindversterker
naar mono- of dubbele
mono-eindversterkers
extra
signaaluitgang
netvoedingsingang en
zekering
aan/uit-
schakelaar
Opmerking: Link-plugs mogen alleen
worden aangebracht op de aansluitingen
waaruit ze waren verwijderd en
ongebruikte voedingsaansluitingen mogen
niet voor andere doeleinden worden
gebruikt. Incorrect gebruik van link-
plugs en voedingsaansluitingen kan de
voedingseenheid of de voorversterker ernstig
beschadigen.
12.6 NAC 282 Bedieningselementen op het
voorpaneel
volume
balans
dempen
mono
rij met
geluidsbrontoetsen
rij met
opnamebrontoetsen
broningang en
opname-uitgang
selecteren
aanduiding
kabelrichting
Verbindingskabels
240° 5 naar 5-pins DIN
NL16
13 Specificaties
NAC 282 NAC 202 NAC 152 XS
Ingangsgevoeligheid: 75 mV, 47 k 75 mV, 47 k 130 mV, 47 k
Overbelastingsmarge: 40 dB 40 dB 35 dB
(alle ingangen, alle geluidsfrequenties)
Hoofduitgangsniveau: 0,775 V, <50 0,775 V, <50 0,775 V, <50
Uitgangsniveau tape: 75 mV, 600 75 mV, 600 130 mV, 600
Auxiliary uitgangen: voor Naim phono-trap voor Naim phono-trap voor Naim phono-trap
Opties voor voedingseenheid: SuperCap, Hi-Cap, FlatCap, Power amp
Afmetingen (h x b x d): 87 × 432 × 314 mm 87 × 432 × 314 mm 70 × 432 × 301 mm
Gewicht: 7,0 kg 7,0 kg 3,9 kg
Netvoeding: 100 V, 115 V of 230 V, 50/60 Hz
(Voedingseenheid)
NAC 282, NAC 202 en NAC 152 XS
12.7 NAC 202 Bedieningselementen op het
voorpaneel
12.8 NAC 152 XS Bedieningselementen op
het voorpaneel
volume
dempen
mon
bronkeuze
volume
ingang op
voorpaneel
dempen
bronkeuze
NL17
Werking van de voorversterker
14 Werking van de voorversterker
Een groot aantal van de bedienings- en regelfuncties zijn bij alle voorversterkers van Naim
hetzelfde en gebaseerd op een gelijkaardige gebruikersinterface. Dit hoofdstuk van de
handleiding beschrijft deze functies en de gebruikersinterface, en vestigt tevens de aandacht
op eventuele verschillen tussen de producten. Tabel 14.9 biedt een overzicht van verschillen
in de gebruikersinterface van de producten.
De bedieningselementen op het voorpaneel worden gedupliceerd op de afstandsbediening, die
tevens extra functies kan bieden. Zie hoofdstuk 15 en 16 voor meer informatie.
14.1 Automatisch schakelen tussen
ingangen
Als Automatisch schakelen tussen ingangen is geactiveerd,
wordt de juiste broningang geselecteerd zodra op de
afstandsbediening de toets voor deze (Naim) broncomponent
wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: als de tuneringang is geselecteerd
en op de afstandsbediening de toets voor het afspelen van een
cd wordt ingedrukt, schakelt de voorversterker automatisch over
naar de cd-ingang. Automatisch schakelen tussen ingangen kan
worden geprogrammeerd om te werken met een willekeurige
combinatie van de ingangskeuzetoetsen cd, tuner, av en
hdd (alleen NAC 152 XS) (en aansluitingen waaraan deze zijn
toegewezen).
Als u ‘Automatisch schakelen tussen ingangen’ wilt activeren, moet
u de voorversterker eerst in de programmeermodus zetten door
de toets prog op de afstandsbediening ingedrukt te houden (met
de afstandsbediening in voorversterkermodus). De toets mono/
mon in de brontoetsenrij op het voorpaneel (op de NAC 552 is dit
de toets mono en op de NAC 152 XS de toets mute) licht op als
automatisch schakelen al is ingeschakeld. Als deze functie nog
niet is geactiveerd, kunt u hem activeren door dezelfde toets in te
drukken.
Als ‘Automatisch schakelen tussen ingangen’ is geactiveerd en
u nogmaals op de toets drukt, lichten de indicatoren van de
ingangen die voor automatisch schakelen zijn geselecteerd
even op. Druk herhaaldelijk op de toets om op volgorde door de
ingangen cd, tuner, av en hdd (alleen NAC 152 XS) te bladeren en
de gewenste ingangen voor automatisch schakelen te selecteren,
of om het automatisch schakelen tussen ingangen te deactiveren
(alle indicatoren uit). Wanneer de indicator van iedere ingang
waartussen u automatisch wilt laten schakelen brandt, stopt u met
het indrukken van deze toets.
‘Automatisch schakelen tussen ingangen’ wordt pas geactiveerd
wanneer u de programmeermodus afsluit door op de
afstandbediening de toets prog ingedrukt te houden.
Opmerking: De voorversterker sluit de programmeermodus
automatisch af als het systeem vijf minuten lang geen opdracht
ontvangt.
Opmerking: Soms moet de apparatuur verder worden
geconfigureerd om de functie ‘Automatisch schakelen tussen
ingangen’ correct te laten werken. Neem contact op met uw
leverancier of plaatselijke distributeur voor advies hierover.
14.2 AV Bypass
AV Bypass maakt het mogelijk om een audiovisuele processor
te integreren, zodat zijn volumeregeling de regeling overneemt
van signalen die op geselecteerde voorversterkeringangen zijn
aangesloten. Op de NAC 552 kan AV Bypass worden geselecteerd
op DIN-aansluitingen 4 en 5. Op alle andere voorversterkers kan
dit alleen worden geselecteerd op de av-ingang.
Als u AV Bypass wilt selecteren, moet u de voorversterker
eerst in de programmeermodus zetten door de toets prog
op de afstandsbediening ingedrukt te houden (met de
afstandsbediening in voorversterkermodus). De brontoets
mute op het voorpaneel (op de NAC 202 is dit de toets mute
en op de NAC 152 XS de toets av) licht op als AV Bypass is
geselecteerd. Als deze functie nog niet is geactiveerd, kunt u
hem activeren door dezelfde toets tweemaal in te drukken.
Als AV Bypass op de NAC 552 is ingeschakeld en u nogmaals
op de brontoets mute drukt, lichten de indicatoren van de
geselecteerde ingangen even op. Druk herhaaldelijk op de toets
om op volgorde door de beschikbare ingangen te bladeren en
deze te selecteren, of om AV Bypass uit te schakelen. Wanneer
de indicator van de gewenste ingangen brandt, stopt u met het
indrukken van deze toets. AV Bypass is dan op de geselecteerde
ingangen geactiveerd. U kunt ook de afstandsbediening
gebruiken om AV Bypass te selecteren. Zie tabel 14.9.
AV Bypass wordt pas geactiveerd wanneer u de
programmeermodus afsluit door op de afstandbediening de
toets prog ingedrukt te houden.
Opmerking: De voorversterker sluit de programmeermodus
automatisch af als het systeem vijf minuten lang geen opdracht
ontvangt.
Opmerking: Wees voorzichtig met het gebruik van de
AV Bypass-functie. Deze functie omzeilt de volume- en
balansregeling van de voorversterker, zodat signalen die op
de ingang AV Bypass zijn aangesloten op vol volume aan
de eindversterker en luidsprekers worden doorgegeven.
Om het risico van vergissingen te beperken, worden
ingangen die voor AV Bypass zijn geselecteerd automatisch
gedeselecteerd wanneer u ingangstoewijzingen verandert.
Als u een ingang selecteert waarop AV Bypass is geactiveerd,
worden de voorversterkervolume- en balansregeling van de
afstandsbediening gedeactiveerd en gaan hun indicatoren
uit. Dit wordt aangeduid met een knipperend indicatorlampje
als u de volume- en balansregeling van de afstandsbediening
probeert te gebruiken.
NL18
Werking van de voorversterker
14.3 Volume- en balansregeling via de
afstandsbediening
De volume- en balanstoetsen op de afstandsbediening bieden
een paar aanvullende regelmogelijkheden.
Als u een van deze toetsen kort indrukt, wordt de volume- of
balansinstelling op de NAC 552, NAC 252, NAC 282 en NAC
202 met een vooringesteld ‘zetje’ aangepast;. Als u de toets
kort indrukt en dan ingedrukt houdt, wordt de instelling continu
langzaam aangepast. Als u de toets gewoon ingedrukt houdt,
wordt de instelling continu snel aangepast.
Wanneer u een van deze toetsen kort indrukt, wordt de volume-
of balansinstelling op de NAC 152 XS met een vooringesteld
‘zetje’ aangepast; wanneer u de toets ingedrukt houdt, wordt
de instelling drie seconden langzaam aangepast en vervolgens
continu snel aangepast.
Opmerking: De NAC 152 XS heeft geen voorziening voor het
afstellen van kanaalbalans.
14.4 Mute, Mono en Mon
De toets mute dempt het uitgangssignaal. U kunt de
dempfunctie activeren en deactiveren met de toets mute op het
voorpaneel. Op voorversterkers met aparte toetsenrijen voor
geluidsbronnen en opnamebronnen kan de dempingsfunctie
apart voor zowel de geluidsbron als de opnamebron worden
geselecteerd. U kunt de dempingsfunctie tevens via de
afstandsbediening selecteren.
Sommige voorversterkers hebben een monofunctie (mon
of mono) die de linker- en rechterkanalen samenvoegt. U
selecteert de monofunctie door op het voorpaneel op de toets
mon (NAC 552 mono) te drukken. Op voorversterkers met
aparte toetsenrijen voor geluidsbronnen en opnamebronnen
kan de monofunctie apart voor zowel de geluidsbron als de
opnamebron worden geselecteerd. U kunt de monofunctie
tevens via de afstandsbediening selecteren.
Opmerking: De NAC 202 en NAC 152 XS hebben geen
monofunctie.
De NAC 202 heeft een monofunctie (tape-monitor). Wanneer
u de toets mon indrukt, wordt het signaal van de ingang tape,
av of aux 1 omgeleid naar de voorversterkeruitgang, terwijl de
ingangskeuze wordt omgeleid naar de uitgangen tape, av en
aux 1. U kunt de monofunctie tevens via de afstandsbediening
selecteren.
Opmerking: Wanneer de monofunctie is geactiveerd, kunnen
alleen de ingangen tape, av en aux 1 (die een uitgang hebben)
worden geselecteerd. Als een van deze ingangen echter het
bronsignaal voert, kan die ingang niet gemonitord worden.
Opmerking: Het dempen van de opnamebron is op de NAC 552,
NAC 252, NAC 282 en NAC 202 standaard geactiveerd. U kunt
dit op de NAC 202 deactiveren door de toets mute ingedrukt
te houden terwijl de monofunctie is geactiveerd. Zie hoofdstuk
10.3.
Opmerking: De NAC 152 XS heeft geen tapemonitorfunctie op
het voorpaneel.
14.5 Display
De verlichting van de toetsen op het voorpaneel van de
voorversterker kan worden uitgeschakeld door op de
afstandsbediening (in voorversterkermodus) op de toets disp
te drukken. Als u daarna een toets op de afstandsbediening
of het voorpaneel gebruikt, wordt het display tijdelijk weer
verlicht. Druk nogmaals op disp om de displayverlichting weer
te activeren.
14.6 Inschakelen
Nadat de voorversterker via de aan/uit-schakelaar van de
eindversterker of de voedingseenheid is ingeschakeld, blijft het
geluid 30 seconden lang gedempt terwijl de regelsystemen en
circuits stabiliseren.
14.7 Standaardwaarden
Als u voor alle programmeerbare instellingen weer de
fabrieksinstellingen wilt herstellen, houdt u de toets disp
op de afstandsbediening ingedrukt terwijl de voorversterker
in de programmeermodus staat. De voorversterker zal de
programmeermodus hierna vanzelf afsluiten.
NL19
Werking van de voorversterker
14.9 Functieknoppen en toetsen
Versterker Programmeer-modus Autom. ingang
schakelen
AV Bypass Herstellen
defaults
NAC 552 houd pre ingedrukt n.v.t. n.v.t. n.v.t. afstandsbedieningstoets (R-com)
houd prog ingedrukt pre 4 mon
mono in de
brontoetsenrij
pre 4 mute
mute in de
brontoetsenrij
houd disp
ingedrukt
afstandsbedieningstoets(en) (NARCOM 4)
voorpaneel
NAC 252 houd prog ingedrukt pre 4 mon
mon in de
brontoetsenrij
pre 4 mute
mute in de
brontoetsenrij
houd disp
ingedrukt
afstandsbedieningstoets(en) (NARCOM 4)
toets op het voorpaneel
NAC 282 houd prog ingedrukt pre 4 mon
mon in de
brontoetsenrij
pre 4 mute
mute in de
brontoetsenrij
houd disp
ingedrukt
afstandsbedieningstoets(en) (NARCOM 4)
toets op het voorpaneel
NAC 202 houd prog ingedrukt pre 4 mon
mon
pre 4 mute
mute
houd disp
ingedrukt
afstandsbedieningstoets(en) (NARCOM 4)
toets op het voorpaneel
NAC 152 XS houd prog ingedrukt pre 4 mute
mute
pre 4 av
av
houd disp
ingedrukt
afstandsbedieningstoets(en) (NARCOM 4)
toets op het voorpaneel
Opmerking: De afstandsbediening moet in voorversterkermodus
staan om de programmeermodus te selecteren of de
standaardwaarden te herstellen.
Opmerking: Het symbool4geeft opeenvolgende toetsdrukken
aan.
14.8 Fouten
Bepaalde voorversterkermodellen geven fouten met de
voedingseenheid of de link-plug aan met een knipperend
indicatorlampje op een van de toetsen van het voorpaneel.
Deze foutindicaties zijn als volgt:
Voorversterker Fout met voedingseenheid of link-plug
NAC 252 mute in de brontoetsenrij knippert
NAC 282 mute in de brontoetsenrij knippert
NAC 202 mute knippert
NAC 152 XS mute knippert
NL20
R-com Afstandsbediening
15 R-com Afstandsbediening
De R-com afstandsbediening wordt met de NAC 552 geleverd en is tevens los verkrijgbaar als
een accessoire. Hij biedt snelle en intuïtieve bediening van de meestgebruikte functies van
cd-spelers, voorversterkers, geïntegreerde versterkers en tuners.
Gebruik het meegeleverde gereedschap om het deksel van de onderkant te verwijderen en
plaats de batterijen op juiste wijze tegen de polen in de houder. Zet het deksel weer op zijn
plaats. Verwijder de batterijen als de R-com ingepakt en verzonden moet worden.
15.2 Toetsen op de R-com
play
stop
prev
next
vol +
pause
vol -
mute
open
tun
disp
pre
15.1 Gebruik van de R-com
De toetsen op de R-com zijn hoofdzakelijk bedoeld voor de
meestgebruikte functies van cd-spelers, voorversterkers,
geïntegreerde versterkers en tuners. Om de batterij te sparen,
schakelt de R-com naar de slaapstand als hij niet wordt
gebruikt. Hij ‘ontwaakt’ wanneer u hem aanraakt.
De R-com heeft drie modi: cd-speler, voorversterker/
geïntegreerde versterker en tuner. De standaardmodus is
cd-speler. Wanneer de R-com in cd-spelermodus geactiveerd is,
lichten alle toetsen groen op. Druk op pre of tun om de R-com
respectievelijk in de modus voorversterker/geïntegreerde
versterker en tuner te zetten. De toets pre of tun licht dan
wit op. Druk nogmaals op pre of tun om de R-com weer in de
cd-spelermodus te zetten. In de standaardmodus hebben de
toetsen van de R-com de volgende functie:
disp: Bladert door de weergaveopties track, tijd en display
uit.
open: Opent de cd-klep van de CD555.
stop: Stopt het afspelen van de cd.
play: Begint CD replay.
prev: Selecteer de vorige track of het vorige indexpunt.
next: Selecteer de volgende track of het volgende
indexpunt.
vol +: Verhoogt het volume van de voorversterker/
geïntegreerde versterker.
vol –: Verlaagt het volume van de voorversterker/
geïntegreerde versterker.
mute: Verlaagt het volume tot nul. Druk nogmaals op deze
toets om het volume te herstellen.
pause: Onderbreekt het afspelen van de cd. Druk nogmaals
op deze toets om het afspelen te hervatten.
In de modus voorversterker/geïntegreerde versterker (druk op
pre) hebben de volgende toetsen een andere functie:
disp: Activeert en deactiveert de toets- en knopindicatoren
op het voorpaneel van de voorversterker/geïntegreerde
versterker.
prev: Selecteert de vorige broningang.
next: Selecteert de volgende broningang.
Opmerking: U selecteert de programmeermodus van de
voorversterker/geïntegreerde versterker door de toets
pre op de R-com ingedrukt te houden. U hebt dan via het
voorpaneel van de apparatuur toegang tot de functies van de
programmeermodus.
In de tunermodus (druk op tun) hebben de volgende toetsen
een andere functie:
disp: Activeert en deactiveert de tunerweergave en de
toetsindicatoren op het voorpaneel.
prev: Selecteert de functie tuner ‘neer’.
next: Selecteert de functie tuner ‘op’.
Opmerking: U selecteert de tunermodi door de toets tun op de
R-com lang in te drukken.
NL21
NARCOM 4 Afstandsbediening
16 NARCOM 4 Afstandsbediening
De Narcom 4 afstandsbediening wordt met alle voorversterkers geleverd. Het is een
multifunctionele afstandsbediening voor gebruik met cd-spelers, geïntegreerde versterkers,
voorversterkers en preset tuners van Naim Audio.
Om de batterijen te plaatsen, verwijdert u het batterijdeksel door het knopje aan de
achterkant van de afstandsbediening in te drukken. Verwijder het deksel en plaats de
batterijen op juiste wijze tegen de polen. Zet het batterijdeksel weer op zijn plaats.
Systeemcomponenttoetsen
Cijfertoetsen (softkey)
Algemene toetsen (CD)
Geluid dempen en volume
Programmeertoets (softkey)
Algemene toetsen (productspecifiek)
Balanstoetsen
Display (softkey)
16.1 Gebruik van de NARCOM 4
De Narcom 4 afstandsbediening heeft drie soorten toetsen:
toetsen voor systeemcomponenten, algemene toetsen en
softkeys.
Systeemcomponenttoetsen zetten de softkeys in de
modus voor het betreffende systeemcomponent (cd-speler,
voorversterker enz.).
Algemene toetsen zijn voor specifieke componentfuncties,
ongeacht de instelling van de systeemcomponenttoetsen, en
zijn altijd beschikbaar.
De algemene toetsen van de voorversterker en de
geïntegreerde versterker werken als volgt:
vol (5 & 6) Regelen het volume en de positie van de
volumeregeling van de voorversterker.
mute Verlaagt het volume tot nul. Druk nogmaals op
deze toets om het volume te herstellen.
bal (3 & 4) Stellen de kanaalbalans af. Bij sommige
versterkers van Naim kan de kanaalbalans
alleen via de afstandsbediening worden
geregeld. Op deze producten wordt de
balans automatisch gecentreerd wanneer het
middelpunt wordt bereikt. Centrering wordt
aangegeven door een knipperende indicator
op de volumeregelaar. Als u het afstellen wilt
hervatten nadat de balans is gecentreerd, moet
u de toets bal loslaten en nogmaals indrukken.
mon Activeert de uitgang van een opnameapparaat,
zodat het geluid tijdens het opnemen te horen
is. De bron waarvan moet worden opgenomen,
wordt op de gebruikelijke wijze geselecteerd
met de ingangskeuzetoetsen. Druk nogmaals op
mon om terug te keren naar de normale werking.
mon kan op bepaalde voorversterkers ook de
monofunctie activeren.
De softkeys van de voorversterker werken als volgt:
disp Activeert en deactiveert de toetsindicatoren op
het voorpaneel.
prog Houd deze toets ingedrukt om de
voorversterker in de programmeermodus
te zetten.
cijfertoetsen Hiermee kunnen broningangen rechtstreeks
worden geselecteerd.
16.2 Toetsen van de NARCOM 4
NL22
Conformiteitsverklaring
Producten waarop het logo van een kliko met een
kruis erdoorheen staat afgebeeld, kunnen niet worden
weggeworpen als huishoudelijk afval. Deze producten moeten
worden ingeleverd op locaties waar ze kunnen worden
gerecycled en waar eventuele bijkomstige afvalproducten
correct kunnen worden verwerkt. Neem contact op
met uw lokale afvalverwerkingsbedrijf voor meer
informatie over een dergelijke locatie bij u in de
buurt. Door afval op geschikte wijze te recyclen
en weg te werpen, helpt u natuurlijke bronnen te
behouden en milieuvervuiling te voorkomen.
17 CE-conformiteitsverklaring
Naim Audio verklaart dat Naim Audio-producten voldoen aan:
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG
Richtlijn 2011/65/EG betreffende beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen
Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Richtlijn 2005/32/EG betreffende energieverbruikende producten
Naim Audio-producten voldoen aan de volgende normen:
EN60065 - Audio, video and similar electronic apparatus - Safety requirements [Veiligheidseisen -
audio-, video- en vergelijkbare apparatuur]
EN55013 – Sound and television broadcast receivers and associated equipment - Radio disturbance
characteristics [Ruiseigenschappen – Geluids- en TV-ontvangers en verwante apparatuur]
EN55020 - Sound and television broadcast receivers and associated equipment - Immunity
characteristics [Immuniteitseigenschappen - Geluids- en TV-ontvangers en verwante apparatuur]
EN61000-3-2 - Mains harmonics current emissions [Emissie harmonischen netspanning]
EN61000-3-3 - Main flicker emissions [Emissie flikkering netspanning]
18 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Om te voldoen aan de huidige Europese veiligheidsvoorschriften is het
van essentieel belang dat de met versterkers en luidsprekers geleverde
luidsprekeraansluitingen van Naim worden gebruikt.
De apparatuur van Naim mag onder geen beding gewijzigd worden
zonder eerst de fabriek, leverancier of distributeur te raadplegen. Bij
onbevoegde wijzigingen komt de garantie te vervallen.
De apparatuur mag niet worden blootgesteld aan druppels of spetters
en er mogen geen voorwerpen waar water in zit, zoals vazen, op de
apparatuur worden gezet.
Voor uw eigen veiligheid mag u de apparatuur van Naim onder geen
beding openmaken zonder deze eerst van de netvoeding te hebben
afgesloten.
Waarschuwing: een apparaat van KLASSE I dient met een
beschermende aardaansluiting op de netvoeding te worden
aangesloten.
Waarschuwing: geïnstalleerde batterijen mogen niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte, zoals zonneschijn, brand
enzovoort.
Wanneer de stekker of een koppelkabel wordt gebruikt om de
elektrische voeding van het apparaat af te sluiten, dient deze makkelijk
bereikbaar te zijn. Haal de stekker uit het stopcontact om het apparaat
van de netvoeding af te sluiten.
Het volgende etiket is aangebracht op alle apparatuur die op
netvoeding werkt.
De apparatuur is getest en voldoet aan de relevante richtlijnen inzake
WARNING
THIS APPARATUS
MUST BE EARTHED
EMC en veiligheid en waar van toepassing voldoet deze tevens aan de
limieten voor digitale apparaten van klasse B, conform deel 15 van de
voorschriften van de FCC.
Deze limieten zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke radiostoring in een huishoudelijke installatie. Deze
apparatuur genereert en gebruikt elektromagnetische energie in de
vorm van radiogolven en kan deze uitstralen. Indien de apparatuur niet
geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies,
kan dit schadelijke storing met radiocommunicatie veroorzaken. Het kan
echter niet gegarandeerd worden dat er in een bepaalde installatie geen
storing zal optreden. Als deze apparatuur de ontvangst van radio- of
tv-programma’s verstoort, wat bepaald kan worden door de apparatuur
uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden om te
proberen de storing als volgt te verhelpen:
• deantenneineenandererichtingzettenofverplaatsen;
• deafstandtussendeapparatuurendeontvangervergroten;
• deapparatuuraansluitenopeenstopcontactdatzichop
een ander circuit bevindt dan dat waarop de ontvanger is
aangesloten;
• uwNaim-leverancierofeenervarenradio/tv-monteuromadvies
vragen.
Opmerking
Voor zover dit onder de toepasselijke wet is toegestaan, wijst
Naim Audio Ltd. alle aansprakelijkheid voor verlies of schade
voortvloeiend uit het gebruik van dit product, zij het reële,
incidentele of gevolgschade, uitdrukkelijk van de hand. Naim
Audio Limited, haar agenten en vertegenwoordigers kunnen
niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies van gegevens of
inhoud van een Naim-/NaimNet-server, ongeacht waardoor dit
veroorzaakt werd.
Naim Audio Ltd, Southampton Road, Salisbury, England SP1 2LN
Tel: +44 (0) 1722 426600 Fax: +44 (0)871 230 1012
W: www.naimaudio.com
Part No. 12-001-0241 Iss. 1C
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
Gerelateerde artikelen
-
Naim Audio HiCap DR de handleiding
-
Naim NAC 252 de handleiding
-
Naim Audio NAC-N 272 de handleiding
-
Naim Audio NAIT 5SI de handleiding
-
-
Naim CDS3 de handleiding
-
-
Naim NDX Snelstartgids
-
Naim ND5 XS Snelstartgids
-