NL
wanneer u de kinderwagen of afzonderlijke delen daarvan open- of
samenvouwt of andere veranderingen uitvoert.
23. Het maximum beladinggewicht voor de korf bedraagt 3 kg.
24. Neem de kinderwagen om deze te dragen niet vast met de duwstang /
omklapbare duwstang.
25. Bij het instappen in de kinderwagen in geen geval op de voetensteunen
stappen.
26. Gebruik geen extra opstapvlak aan de kinderwagen (bijv. Kiddy – Board).
27. WAARSCHUWING: De rechte zitpositie is niet geschikt voor kinderen van
minder dan 6 maanden.
28. WAARSCHUWING: Voor gebruik dient gecontroleerd te worden, dat het
kinderwagenelement of de zitunit correct is vergrendeld.
DEZE KINDERWAGEN STEMT OVEREEN MET DE STANDAARD DIN
EN 1888 2003: 06 + A1 2005-08 + A2 2005-08 + A3 2005-08.
MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING
Stuklijst
Controleer de stuklijst, om te vrijwaren, dat alle delen werden meegeleverd:
Hoofdonderstel van de kinderwagen met zitunit
‧1 duwstang
‧1 kap
‧1 frontbeugel
‧2 achterwielen
‧2 voorste dubbele wielen
‧1 achteras
1. HET OPENVOUWEN (Afb. 1a,1b)
Vouw de kinderwagen open tot beide zijvergrendelingen vergrendelen (1a), breng dan
de duwstang op de kinderwagen aan (1b) en overtuig er u van, dat de stang correct is
vergrendeld.
2. HET MONTEREN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 2a, 2b)
Breng de beide voorwielen aan op de op het onderstel te monteren positie (2a). Zorg ervoor, dat
de voorwielen correct vergrendelen en daardoor niet meer onopzettelijk kunnen loskomen. Om
een wiel te wisselen, legt u de compleet gemonteerde kinderwagen op de vloer en drukt u op de
hendel aan de wielopname, om het dubbele wiel van het onderstel te kunnen aftrekken (2b).
3. HET INSTELLEN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 3)
Beweeg de voorwielblokkering in de bovenste positie om de zwenkbeweging van het wiel te
blokkeren. Om de zwenkbeweging van het wiel toe te laten, dient u de voorwielblokkering in de
onderste positie te brengen.
4. HET MONTEREN VAN DE ACHTERWIELEN (Afb. 4a-4c)
Schuif de wielas door de 2 achterste onderstelbomen (4a).
Schuif het achterwiel op de as, tot het met een klik vergrendelt (4b). Controleer voor het gebruik,
dat de wielen veilig gemonteerd zijn.
Om het wiel te wisselen, drukt u op de knop en trekt u dan het wiel van de as af (4c).
5. REM (Afb. 5)
Trap op de achterwielrem, om de achterwielen te blokkeren en probeer de kinderwagen voort te
duwen, om te vrijwaren, dat de wielen vast geblokkeerd zijn.
Let op: Vergrendel steeds beide remmen wanneer u de kinderwagen parkeert.
6. HET INSTELLEN VAN DE RUGLEUNING (Afb. 6)
Trek de metalen greep aan de achterzijde van de rugleuning naar boven en breng de rugleuning
dan in de gewenste positie. De rugleuning kan in 3 verschillende posities worden gebracht.
7. HET INSTELLEN VAN DE VOETENSTEUN (Afb. 7)
Druk op beide (links en rechts) knoppen, om de voetensteun in de gewenste positie te
brengen.
8. HET AANBRENGEN VAN DE FRONTBEUGEL (Afb. 8a, 8b)
Breng de frontbeugel aan, door de beugel op de 2 vergrendelingen aan beide zijden van de
kinderwagen te schuiven (8a). Voer een trekcontrole uit aan de frontbeugel, om te vrijwaren, dat
de beugel correct is vergrendeld.
Om de frontbeugel af te nemen, drukt u op de knoppen aan beide zijden en neemt u de
frontbeugel af van de kinderwagen (8b).