Wacker Neuson RD7H-ES Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

5000185480
21 0315
Gebruikershandleiding
Wals
RD 7
NL
Copyright-mededeling
© Copyright 2014 by Wacker Neuson Production Americas LLC.
Alle rechten, inclusief het recht tot kopiëren en van verspreiding zijn voorbehouden.
Deze publicatie mag gefotokopieerd worden door de oorspronkelijke koper van de
machine. Elke andere soort vermenigvuldiging is verboden zonder de uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson Production Americas LLC.
Elke soort niet door Wacker Neuson Production Americas LLC geautoriseerde
vermenigvuldiging of versp[reiding vormt een schending van geldige auteursrechten.
Tegen overtreders hiervan zal gerechtelijke vervolging worden ingesteld.
Handels-merken
Alle handelsmerken waarnaar in deze handleiding verwezen wordt zijn het eigendom
van de respectieve eigenaren ervan.
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC
N92W15000 Anthony Avenue
Menomonee Falls, WI 53051 VS
Tel. (262) 255-0500 · Fax (262) 255-0550 · Tel. (800) 770-0957
www.wackerneuson.com
Vertaalde instructies
Deze Gebruiksaanwijzing is een vertaling van de originele instructies. De
oorspronkelijke taal van deze Gebruiksaanwijzing is Amerikaans Engels.
RD 7 Voorwoord
wc_tx003240nl_FM10.fm
3
Voorwoord
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES—Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
instructies voor de hieronder vermelde machinemodellen. Deze instructies zijn
speciaal door Wacker Neuson Production Americas LLC gepubliceerd en moeten
tijdens de installatie, bediening en het onderhoud van de machines worden
gevolgd.
Machine-identificatie
Er is een naamplaatje met het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en
serienummer bevestigd op elke machine. De locatie van het naamplaatje wordt
hierboven getoond.
Serienummer (S/N)
Neem het serienummer op in de ruimte hieronder voor verwijzing in de toekomst. U
hebt het serienummer bij het bestellen van onderdelen of service voor deze
machine.
Machine
documentatie
Vanaf dit punt in deze documentatie zal naar Wacker Neuson Production Amer-
icas LLC worden verwezen als Wacker Neuson.
Bewaar te allen tijde een exemplaar van de Gebruikershandleiding bij de
machine.
Gebruik het afzonderlijke Onderdelenboek dat met de machine is meegeleverd
om reserveonderdelen te bestellen.
Zie de afzonderlijke reparatiehandleiding voor gedetailleerde instructies over
o
nderhoud en reparaties aan de machine.
Machine Artikelnummer
RD 7H-ES 0009408, 0620794
RD 7H-S 0009487, 0620795
RD 7-RAW 0620079, 0620478, 0620596
Serienummer:
wc_gr010180
Voorwoord RD 7
wc_tx003240nl_FM10.fm
4
Mocht u een of meer van deze documenten niet in uw bezit hebben, neem dan
cont
act op met Wacker Neuson om een exemplaar te bestellen, of bezoek
www.wackerneuson
.com.
Zorg dat u het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en serienummer
van d
e machine bij de hand hebt wanneer u onderdelen be
stelt of informatie
over o
nderhoud aanvraagt.
Verwachtingen t.a.v. informatie in deze handleiding
Deze handleiding verschaft de informatie en procedures voor de veilige bedien-
ing en het veilig onderhoud van het/de bovenstaand(e) Wacker Neuson-
model(len). Lees voor uw eigen veiligheid en om het risico van letsel te vermin-
deren alle instructies die in deze handleiding staan aandachtig door en zorg
ervoor dat u ze begrijpt en naleeft.
De Wacker Neuson behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om, zelfs zonder
voora
fgaande kennisgeving, technische wijzigingen aan te brengen die de
prestaties of veiligheidsnormen van haar machines verbeteren.
De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines die zijn vervaar-
digd tot op het moment van publicatie. Wacker Neuson behoudt zich het recht
voor om elk willekeurig gedeelte van deze informatie zonder voorafgaande
kennisgeving te wijzigen.
De illustraties, onderdelen, en procedures in deze handleiding refereren aan
Wacker Neuson fabriek-geïnstalleerde componenten. Uw machine kan varië-
ren afhankelijk van de benodigdheden van uw specifieke regio.
Goedkeuring van de fabrikant
Deze handleiding bevat verschillene verwijzingen naar goedgekeurde onderdelen,
hulpstukken en modificaties. De volgende definities zijn van toepassing:
Goedgekeurde onderdelen of hulpstukken zijn die onderdelen die worden
vervaardigd of geleverd door Wacker Neuson.
Goedgekeurde modificaties zijn veranderingen die door een erkend Wacker
Neu
son servicecentrum worden uitgevoerd volgens door Wacker Neuson
gepubliceerde schriftelijke instructies.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties zijn die
onderdelen/veranderingen die niet aan de goedgekeurde criteria voldoen.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties kunnen tot het vol-
gende leiden:
ernstig gevaar van letsel voor de operator en personen in het werkgebied;
permanente machineschade, die niet door de garantie wordt gedekt.
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer als u vragen hebt
over goedgekeurde of niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties.
2015-CE-RD7_nl_FM10.fm
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Avenue,
Menomonee Falls, Wisconsin 53051 USA
Product
Product
Producttype
Productfunctie
Artikelnummer
Geïnstalleerd nuttig vermogen
Gemeten geluidsvermogenniveau
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
RD 7H-ES, RD 7H-S
Trilwalsen met Begeleider
Asfalt samenpakken
0620794, 0620795
6.1 kW
106 dB(A)
108 dB(A)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens 2000/14/EC bijlage VIII
Aangemelde instantie
Lloyds Register Verification Limited (Notified Body No 0038)
71 Fenchurch Street, London EC3M 4BS, United Kingdom
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EC, 2000/14/EC, 2005/88/EC, 2004/108/EC, EN 500-1, EN 500-4
Gevolmachtigde voor technische documenten
Leo Goeschka, Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41,
80809 München
Menomonee Falls, WI, USA, 17.03.2015
Paul Sina
Manager, Product Engineering
For Wacker Neuson
Dan Domanski
Technical Director
For Wacker Neuson
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
Keith Herr
Managing Director
For Wacker Neuson
Inhoudsopgave
RD 7
wc_bo5000185480_21_FM10T
7
Voorwoord 3
EU - conformiteitverklaring 5
1 Informatie inzake veiligheid 9
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding ..................... 9
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik ............................................ 10
1.3 Veiligheid Richtlijnen voor bediening van de machine ....................... 11
1.4 Veiligheidsaspecten onderhoud ......................................................... 13
1.5 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren ..... 15
1.6 Hydraulische vloeistof veiligheid ........................................................ 16
2 Etiketten 18
2.1 Plaats van labels ................................................................................ 18
2.2 Betekenis van de labels ..................................................................... 19
3 Hijsen en transport 25
4 Bedrijf 27
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik .................................................. 27
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen .................................... 28
4.3 Onderdelen ......................................................................................... 29
4.4 De machine bijtanken ......................................................................... 30
4.5 Bekrachtigingdynamo ......................................................................... 31
4.6 Kussenblok dat teruggaande beweging stopt .................................... 31
4.7 Motorkruk ........................................................................................... 32
4.8 Parkeerrem ......................................................................................... 32
4.9 Bewateringssysteem .......................................................................... 33
4.10 Functies van de gashendel van de motor .......................................... 34
4.11 Regeling van richting en toerental ...................................................... 35
4.12 Voordat u begint ................................................................................. 37
4.13 Positie van de operator ...................................................................... 37
4.14 De machine starten (RD 7H, RD 7H-S) .............................................. 38
4.15 De machine starten (RD 7H-ES) ........................................................ 40
4.16 Starten bij koud weer (RD 7H, RD 7H-S) ........................................... 41
4.17 Bedrijfstoerental ................................................................................. 44
4.18 De machine stoppen .......................................................................... 44
4.19 Procedure voor noodstops ................................................................. 45
4.20 Stabiliteit van de machine .................................................................. 45
4.21 Werken op hellingen ........................................................................... 46
4.22 Omrollen ............................................................................................. 46
Inhoudsopgave
RD 7
8
5 Onderhoud 48
5.1 Periodiek onderhoudsschema .............................................................48
5.2 Reserveonderdelen voor veiligheid .....................................................49
5.3 Motoroliepeil controleren .....................................................................51
5.4 Olie verversen .....................................................................................52
5.5 Brandstofsysteem ................................................................................54
5.6 Brandstofsysteem ................................................................................56
5.7 De klepspelingen controleren en aanpassen ......................................57
5.8 Koelsysteem motor ..............................................................................58
5.9 Bewaking van de mechanische oliedruk .............................................59
5.10 Afstrijkbalken .......................................................................................60
5.11 Watersproeibalken ..............................................................................61
5.12 Vereisten voor hydraulische olie .........................................................62
5.13 Peil van hydraulische olie ....................................................................63
5.14 Hydraulische vloeistof en filter vervangen ...........................................64
5.15 Richtingshendel bijstellen ....................................................................65
5.16 De machine afspuiten onder hoge druk ..............................................67
5.17 De machine opslaan ............................................................................67
5.18 Machine Afvalverwijderingl / Ontmanteling .........................................68
6 Storingen 69
7 Technische specificaties 70
7.1 Motor ...................................................................................................70
7.2 Wals ...................................................................................................71
7.3 Smering ...............................................................................................71
7.4 Geluidsmeting .....................................................................................72
7.5 Trillingsmetingen .................................................................................72
8 Schema 74
8.1 Hydraulisch schema ............................................................................74
8.2 Hydraulische schema-onderdelen .......................................................75
8.3 Hydraulisch diagram ............................................................................76
8.4 Hydraulische grafiekonderelen ............................................................77
8.5 RD 7H-ES—Elektrische schema's ......................................................78
8.6 RD 7H-ES—Componenten elektrische schema’s ...............................79
wc_si000744nl_FM10.fm
9
RD 7 Informatie inzake veiligheid
1 Informatie inzake veiligheid
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat vermeldingen voorafgegaan door GEVAAR,
WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP en N.B., die moeten worden
opgevolgd om de kans op lichamelijk letsel, beschadiging van de machine of
verkeerd onderhoud te beperken.
LET OP: Als dit zonder veiligheidssymbool wordt gebruikt, duidt LET OP op een
gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, tot materiële schade kan
leiden.
NB: Duidt op aanvullende informatie die van belang voor een procedure is.
Dit is het symbool dat een gevaar voor de veiligheid aanduidt. Het wordt gebruikt
om u attent te maken op mogelijke gevaren voor lichamelijk letsel.
Leef alle veiligheidsinstructies na die bij dit symbool staan.
GEVAAR
GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal
resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden
wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt,
zal resulteren in licht of matig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
wc_si000744nl_FM10.fm
10
Informatie inzake veiligheid RD 7
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik
Deze machine is een wals met begeleider en dubbele cilindervibratie. De Wacker
Neuson-verdichter bestaat uit een bovenframe waaraan een dieselmotor, een
hydraulische tank, een watertank en een hydrostatisch aandrijfsysteem zijn
gemonteerd, en een onderframe dat twee stalen cilinders, een
bekrachtigingsdynamo en een hendel ondersteunt. De motor drijft het hydraulische
systeem voor de verplaatsing van de machine en cilindervibratie aan. De
vibrerende cilinders effenen en compacteren het werkoppervlak tijdens de
verplaatsing van de machine. De operator regelt de snelheid en richting van de
machine met de hendel.
De machine is bedoeld om zand, gravel, grond en asfalt te compacteren op wegen,
stoepen, bruggen en parkeerterreinen.
Deze machine is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het hierboven beschreven
beoogde gebruik. De machine voor enig ander doel gebruiken kan de machine
blijvend beschadigen of de operator of andere personen in het gebied ernstig letsel
berokkenen. Door misbruik veroorzaakte machineschade wordt niet door de
garantie gedekt.
Een paar voorbeelden van onjuist gebruik:
De machine gebruiken als ladder, ondersteuning of werkoppervlak
De machine gebruiken voor het dragen of vervoeren van passagiers of
apparatuur
De machine gebruiken voor het slepen van andere machines
De machine gebruiken om andere vloeistoffen dan water te sproeien (d.w.z.
dieselbrandstof op asfalt)
De machine buiten de fabrieksspecificaties gebruiken
De machine bedienen op een manier die in strijd is met alle waarschuwingen
die op de machine zijn aangebracht en in de Gebruikershandleiding worden
vermeld.
Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens de laatste wereldwijde
veiligheidsnormen. Hij is zorgvuldig geconstrueerd om gevaren voor zover
praktisch te elimineren en de veiligheid voor de operator te verhogen door middel
van beveiligingsmiddelen en het aanbrengen van labels. Na het nemen van
beschermingsmaatregelen kunnen er echter enige risico's blijven bestaan. Deze
worden residuele risico's genoemd. Op deze machine kan dit blootstelling
omvatten aan:
Hitte, lawaai, uitlaatgassen en koolmonoxide uit de motor
Brandwonden veroorzaakt door hete, hydraulische vloeistof
Brandgevaar door onjuist bijtanken
Brandstof en daaruit vrijkomende dampen
Persoonlijk letsel door onjuiste hef-of bedieningstechnieken
Om uzelf en anderen te beschermen moet u ervoor zorgen dat u de in deze
handleiding geboden veiligheidsinformatie grondig leest en begrijpt, voordat u de
machine gaat gebruiken.
wc_si000744nl_FM10.fm
11
RD 7 Informatie inzake veiligheid
1.3 Veiligheid Richtlijnen voor bediening van de machine
Gebruikerstraining
Vóór gebruik van de machine:
Lees en begrijp de gebruiksinstructies in alle handleidingen die met de machine
worden meegeleverd.
Zorg dat u goed weet waar alle bedieningen en veiligheidsvoorzieningen zitten
en hoe u ze correct moet gebruiken.
Neem voor bijkomende training indien nodig contact op met Wacker Neuson.
Tijdens gebruik van deze machine:
Laat de machine niet bedienen door personen die niet over de juiste training
beschikken. Bedieners moeten de potentiële risico’s en gevaren kennen die
verbonden zijn aan de machine.
Kwalificaties van de operator
Alleen getraind personeel mag de machine starten, gebruiken en afsluiten.
Zij moeten tevens aan de volgende kwalificaties voldoen:
instructies hebben gekregen over het juiste gebruik van de machine;
vertrouwd zijn met de vereiste veiligheidsapparaten
Tot de machine mag geen toegang worden verleend aan, en hij mag niet worden
bediend door:
kinderen;
personen die alcohol of drugs hebben gebruikt
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voor extra opleiding.
Toepassingsgebied
Wees u bewust van het toepassingsgebied.
Houd onbevoegden, kinderen en huisdieren uit de buurt bij de machine.
Blijf opmerkzaam voor wijzigingen in de toestand en beweging van andere
apparatuur en personeel op de werklocatie.
Wees u bewust van het toepassingsgebied.
Gebruik de machine nooit in gebieden die brandgevaarlijke voorwerpen,
brandstoffen of producten bevatten die ontvlambare dampen verspreiden.
Veiligheids apparatuur, bedienings elementen en hulpstukken
Bedien de machine uitsluitend wanneer:
Alle veiligheidsvoorzieningen en beschermingsmiddelen aanwezig zijn
en functioneren.
Alle bedieningselementen naar behoren werken.
De machine behoorlijk opgesteld is volgens de instructies
in de gebruikershandleiding.
De machine schoon is.
De etiketten op de machine leesbaar zijn.
Doe het volgende ter verzekering van veilige bediening van de machine:
wc_si000744nl_FM10.fm
12
Informatie inzake veiligheid RD 7
Bedien de machine niet wanneer een veiligheidsvoorziening of bescherming
ontbreekt of niet bedrijfsklaar is.
De veiligheidsvoorzieningen niet wijzigen of uitschakelen.
Gebruik alleen accessoires of componenten die door Wacker Neuson
Corporation zijn goedgekeurd.
Veilige bedieningsprocedures
Wanneer u deze machine bedient:
Zorg ervoor dat u zich bewust blijft van de bewegende onderdelen van
de machine. Houd handen, voeten en loszittende kleding uit de buurt van
bewegende onderdelen.
De machine ALTIJD met beide voeten op de grond bedienen! NIET op de
machine staan, zitten of rijden terwijl deze in beweging is.
Blijf ALTIJD opmerkzaam voor wijzigingen in de oppervlaktegesteldheid en
wees extra voorzichtig bij het werken op ongelijke bodem, op heuvels of op
zacht of ruw materiaal. De machine zou onverwacht kunnen schuiven of
afglijden.
Wees ALTIJD voorzichtig bij het werken dichtbij de randen van kuilen, greppels
of platformen. Controleer om er zeker van te zijn dat het bodemoppervlak
stabiel genoeg is om het gewicht van de machine te dragen en dat er geen
gevaar voor bestaat dat de wals zou afglijden, omvallen of kantelen.
Zorg dat u zich ALTIJD op een veilige afstand bevindt bij het bedienen van de
machine in achteruit of op heuvels. Laat genoeg ruimte tussen uzelf en de
machine, zodat u niet in een gevaarlijke positie terechtkomt wanneer de
machine zou afglijden of kantelen.
Wanneer u deze machine bedient:
Gebruik geen machines die moeten worden gerepareerd.
Maak geen botsende bewegingen met de cilinder door het van de stoeprand of
van de achterkant van de vrachtwagen of oplegger af te rijden.
Verplaats de machine niet als deze aan staat.
Bedien geen machines die gerepareerd moeten worden.
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting (PPE) tijdens het gebruik
van deze machine:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
wc_si000744nl_FM10.fm
13
RD 7 Informatie inzake veiligheid
1.4 Veiligheidsaspecten onderhoud
Onderhouds-opleiding
Voordat onderhoud aan de machine wordt verricht:
Lees en begrijp de in alle handleidingen opgenomen en bij de machine
geleverde instructies.
Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen.
Uitsluitend daartoe opgeleid personeel mag problemen oplossen of
reparerendie zich aan de machine voordoen.
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voorextra
opleiding.
Bij het verrichten van onderhoud aan deze machine:
Niet toestaan dat niet goed opgeleide werknemers onderhoud aan de machine
uitvoert; verzekeren dat de werknemers die onderhoud aan de de machine
verrichten vertrouwd zijn met de mogelijke risico’s en gevaren die eraan
verbonden zijn.
Voorzorgsmaatregelen
Volg onderstaande voorzorgsmaatregelen bij onderhoud van de machine.
Lees en begrijp de serviceprocedures alvorens onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren aan de machine.
Zorg dat alle afstellingen en reparaties zijn uitgevoerd voordat de machine
wordt gebruikt. Gebruik de machine niet als u weet dat er een probleem of
mankement is.
Alle reparaties en afstellingen moeten door een gekwalificeerde monteur
gebeuren.
Schakel de machine uit alvorens onderhoud of reparaties uit te voeren.
Machinewijzigingen
Bij onderhoud aan deze machine:
Gebruik uitsluitend accessoires/hulpstukken die door Wacker Neuson zijn
goedgekeurd.
Bij onderhoud aan deze machine:
Stel de veiligheidsvoorzieningen niet buiten werking.
Geen wijzigingen op de machine maken zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
goedkeuring van Wacker Neuson.
Onderdelen en etiketten vervangen
Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Vervang alle ontbrekende en moeilijk leesbare labels.
Bij vervanging van elektrische onderdelen moeten nieuwe onderdelen worden
gebruikt die gelijkwaardig aan de oorspronkelijke onderdelen zijn wat betreft
classificatie en prestatie.
Als deze machine vervangingsonderdelen nodig heeft, mogen uitsluitend Wacker
Neuson vervangende onderdelen worden gebruikt of onderdelen die gelijkwaardig
wc_si000744nl_FM10.fm
14
Informatie inzake veiligheid RD 7
aan de originele zijn voor alle types specificaties, zoals fysieke afmetingen,
type, sterkte en materiaal.
Reinigen
Wanneer u de machine reinigt en onderhoudt:
Houd de machine schoon en vrij van vuil, zoals bladeren, papier, karton, etc.
Zorg ervoor dat de labels leesbaar blijven.
Wanneer u de machine reinigt:
Reinig de machine niet als deze in bedrijf is.
Reinig de machine nooit met benzine of ander typen brandstoffen of
ontvlambare oplosmiddelen. De dampen van brandstoffen en oplosmiddelen
kunnen ontploffen.
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting wanneer u de machine
repareert of onderhoudt:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
Doe ook het volgende, voordat de machine wordt gebruikt:
lang haar naar achteren samenbinden;
alle sieraden verwijderen (inclusief ringen).
Veilige onderhoudspraktijken
ALTIJD alle externe sluitingen controleren op regelmatige intervallen.
Bepaalde onderhoudprocedures vereisen dat de accu van de machine wordt
losgekoppeld. Om het gevaar voor persoonlijke verwonding te reduceren, dient
u de onderhoudprocedures te lezen en te hebben begrepen alvorens enig
onderhoud aan de machine uit te voeren.
Schakel de motor ALTIJD uit voordat u onderhoud aan de machine uitvoert.
Koppel de minpool van de accu los als de motor van een elektrisch
startmechanisme is voorzien.
Zorg er vóór het opstarten van de machine voor, dat al het gereedschap werd
verwijderd van de machine en dat vervangonderdelen en regelapparatuur stevig
vastzitten.
Na gebruik
Stop de motor wanneer u de machine niet bedient.
Sluit de brandstofklep op motoren die daarmee uitgerust zijn, wanneer de
machine niet in gebruik is.
Zorg ervoor dat de machine niet zal kantelen, vallen, wegrollen of wegglijden
wanneer hij niet wordt bediend.
De machine, wanneer niet in gebruik, op de juiste wijze opbergen. De machine
moet op een schone, droge plaats en buiten het bereik van kinderen worden
opgeborgen.
wc_si000744nl_FM10.fm
15
RD 7 Informatie inzake veiligheid
1.5 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren
Veilige bediening
Bij draaiende motor:
Houd het gebied rondom de uitlaatpijp vrij van brandbare materialen.
Controleer de brandstofleidingen en de brandstoftank op lekken en scheuren
alvorens de motor te starten. Laat de machine niet draaien als er
brandstoflekken zijn of als de brandstofleidingen los zitten.
Bij draaiende motor:
Niet roken bij het bedienen van de machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of onmiddellijk
nadat deze is uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet als de brandstoftankdop los is of ontbreekt.
Zet de motor niet aan als er brandstof gelekt is of als het naar brandstof ruikt.
Verplaats de machine weg van de vlek en droog de machine af voor het starten.
Veilig bijvullen van brandstof
Bij het bijvullen van de motor:
Ruim alle gemorste brandstof onmiddellijk op.
Vul brandstoftank in een goed geventileerde ruimte.
Zet na het vullen de dop terug op de brandstoftank.
Gebruik geschikt gereedschap voor bijtanken (bijvoorbeeld een brandstofslang
of -trechter).
Bij het bijvullen van de motor:
Niet roken.
Vul nooit de brandstoftank van een hete of draaiende machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
WAARSCHUWING
Voor verbrandingsmotoren gelden speciale risico's tijdens gebruik en bij het vullen
van de brandstoftank. Het niet naleven van waarschuwings- en
veiligheidsrichtlijnen kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Lees de waarschuwingsinstructies in de handleiding van de motor en de onder-
staande veiligheidsrichtlijnen en volg ze op.
GEVAAR
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een levensgevaarlijk vergif.
Blootstelling aan koolmonoxide kan in enkele minuten al fataal zijn.
Bedien de machine NOOIT binnen een afgesloten gebied, zoals een tunnel
bijvoorbeeld, behalve als er voldoende ventilatie aanwezig is door middel van
onderdelen zoals uitlaatventilatoren of -slangen.
wc_si000744nl_FM10.fm
16
Informatie inzake veiligheid RD 7
1.6 Hydraulische vloeistof veiligheid
Veiligheid instructies
Controleer het hydraulische systeem zorgvuldig voor het bedienen van de
machine
Raak niet de hydraulische vloeistof of hydraulische componenten aan terwijl de
machine werkt. Wacht totdat de machine koel is.
Voor het afkoppelen van hydraulische aansluitingen of slangen, verzeker u
ervan dat alle druk is verwijderd van het circuit. Stel alle controles in op neutraal,
zet de motor af, en laat de vloeistoffen afkoelen voor het losmaken van
hydraulische aansluitingen of bevestigen van test meters.
Hydraulische vloeistof ontsnappend onder hoge druk kan de huid doorboren,
brandwonden veroorzaken, verblinden, of andere serieuze verwondingen of
infecties. Neem onmiddellijk contact op met een arts voor behandeling van uw
huid als deze doorboort is door hydraulische vloeistof, zelfs als de wond niet
ernstig lijkt.
Vloeistof lekt vanuit kleine gaten die praktisch onzichtbaar zijn. Gebruik niet uw
blote handen om te controleren op lekkages. Controleer op lekkages door een
stuk karton of hout te gebruiken.
Hydraulische vloeistof is extreem brandbaar. Stop de motor onmiddellijk
wanneer een hydraulische lekkage is ontdekt.
Na het onderhoud van de hydrauliek, overtuig u erven dat alle componenten
weer aangesloten zijn op de juiste verbindingen. Niet opvolgen kan resulteren in
schade aan de machine en/of verwonding aan een persoon op of nabij de
machine.
WAARSCHUWING
Mogelijkheid van ernstige verwonding Hydraulische vloeistof is onder hoge druk en
wordt zeer heet tijdens werking.
Om verwonding te vermijden, volg de veiligheid instructies op hieronder ver-
meldt.
wc_si000744nl_FM10.fm
17
RD 7 Informatie inzake veiligheid
Opmerkingen
wc_si000745nl_FM10.fm
18
Etiketten RD 7
2 Etiketten
2.1 Plaats van labels
wc_gr010241
O
K
P
E
A
R
F
M
L
G
B
C
D
H
J
N
Q
S
V
T
U
W
X
P
R
wc_si000745nl_FM10.fm
19
RD 7 Etiketten
2.2 Betekenis van de labels
A LET OP
Geen hefpunt
B Trillingsbeheer AAN / UIT
C Lees en begrijp de bijgeleverde bedienerhan-
dleiding vooraleer deze machine te bedienen.
Indien u dit niet doet, stijgt het gevaar voor ver-
wonding van uzelf of anderen.
D
AND
wc_si000745nl_FM10.fm
20
Etiketten RD 7
Controleer het oliepeil van de motor.
Gebruik SAE 10W30.
Controleer het brandstofpeil.
Parkeerrem inschakelen.
Trilling uitzetten.
Plaats gashendel in stand “FAST” (SNEL).
Decompressiehendel omhoog trekken.
Slinger aanbrengen.
Slinger 5 x naar links draaien.
Slinger verwijderen.
wc_si000745nl_FM10.fm
21
RD 7 Etiketten
Parkeerrem losmaken.
E Alleen brandstof met laag of ultralaag zwavel-
gehalte
F GEVAAR
Verstikkingsgevaar
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor voldo-
ende ventilatie is gezorgd, zoals bijvoorbeeld
door middel van uitlaatventilators of -slangen.
Lees de Gebruikershandleiding. Geen
vonken, vlammen of brandende voorwerpen
in de buurt van de machine. Vóór het bijtan-
ken de motor stoppen.
G VOORZICHTIG
Uitsluitend schone, gefilterde dieselbrandstof
gebruiken
H WAARSCHUWING
Heet oppervlak
J WAARSCHUWING
Heet oppervlak
0178715
STOP
wc_si000745nl_FM10.fm
22
Etiketten RD 7
K Vastsjorpunt
L Aftappen van motorolie
M Parkeerrem
N Gashendel:
Konijn = Vol of Snel
Schildpad = Stationair of Langzaam
O Contactsleutel, starten motor:
Uit
Aan
Start
P LET OP
Hijspunt
178709
wc_si000745nl_FM10.fm
23
RD 7 Etiketten
Q De bedieningshandleiding moet bij de machine
opgeborgen worden. Een extra bedieningshan-
dleiding kan worden besteld bij de plaatselijke
distributeur van Wacker Neuson.
R WAARSCHUWING
Draag oorbeschermers bij het bedienen van
deze machine, om gehoorverlies te voorkomen.
S Waterregelklep
T Vastsjorpunt
U Deze machine wordt mogelijk beschermd door
een of meer van de volgende octrooien.
V Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
W Afvoer hydraulische olie
E L M A N U A L D E O P E R A C I O N D E B E
S E R R E T E N I D O E N L A M A Q U I N A .
C O N T A C T E A S U D I S T R I B U I D O R
W A C K E R M A S C E R C A N O P A R A
P E D I R U N E J E M P L A R
A D I C I O N A L .
L A N O T I C E D ' E M P L O I D O I T
E T R E M U N I E S U R L A M A C H I N E .
C O N T A C T E R L E D I S T R I B U T E U R
W A C K E R L E P L U S P R O C H E
P O U R C O M M A N D E R U N
E X E M P L A I R E S U P P L E M E N T A I R E .
1 1 5 0 9 6
O P E R A T O R ' S M A N U A L M U S T B E
S T O R E D O N M A C H I N E .
R E P L A C E M E N T O P E R A T O R ' S
M A N U A L C A N B E O R D E R E D
T H R O U G H Y O U R L O C A L W A C K E R
D I S T R I B U T O R .
D I E B E T R I E B S V O R S C H R I F T M U S S
A N D E R M A S C H I N E A U F B E W A H R T
W E R D E N . Z U R B E S T E L L U N G V O N
E R S A T Z B Ü C H E R N W E N D E N S I E
S I C H B I T T E A N I H R E N
Ö R T L I C H E N W A C K E R H Ä N D L E R .
wc_si000745nl_FM10.fm
24
Etiketten RD 7
X Vullen van het hydraulische oliereservoir
wc_tx003241nl_FM10.fm
25
RD 7 Hijsen en transport
3 Hijsen en transport
Vereisten
Hijsapparatuur (draagriem of ketting) die het gewicht van de machine kan
ondersteunen
.
Hijsen
Voer onderstaande procedure uit om de machine op te hijsen.
1. Zet de motor af.
2. Activeer de parkeerrem.
3. Bevestig een draagriem of ketting aan het hijsoog (a) met gebruik van een
geschikte haak of koppeling.
4. Gebruik enkel stalen kabels of kettingen voor het takelen. Gebruik geen
geïmproviseerde kabels of kettingen.
LET OP:Gebruik geen ander onderdeel van de roller om de machine op te hijsen,
aangezien dit kan leiden tot ernstige schade.
5. Takel de machine als noodzakelijk op.
Transporteren
Volg onderstaande procedure om de machine te transporteren.
Voordat de machine getransporteerd wordt:
plaats blokken voor en achter elke trommel.
WAARSCHUWING
Verpletteringgevaar. U kunt verpletterd worden als het hijsapparaat faalt.
Ga nooit onder de machine staan en klim er nooit op wanneer het wordt opge-
hesen of verplaatst.
Gebruik enkel stalen kabels of kettingen voor het takelen. Gebruik geen geïm-
proviseerde kabels of kettingen.
Gebruik uitsluitend de daartoe bestemde hijspunten voor het ophijsen van de
machine.
wc_gr010323
b
c
a
wc_tx003241nl_FM10.fm
26
Hijsen en transport RD 7
gebruik de voor- en achterbevestiging (c) om de machine te bevestigen aan de
trailer.
plaats de hijshendel (b) in de verticale stand.
LET OP:Gebruik de bevestigingen alleen om de machine vast te maken. Gebruik
geen ander deel van de roller om de machine te bevestigen aangezien dit kan
leiden tot ernstige schade aan de machine.
wc_tx003242nl_FM10.fm
27
RD 7 Bedrijf
4 Bedrijf
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik
1. Zorg ervoor dat alle losse verpakkingsmaterialen van de machine zijn
verwijderd.
2. Controleer de machine en de onderdelen ervan op schade. Indien er zichtbare
schade aanwezig is, mag de machine niet worden gebruikt! Neem onmiddellijk
contact op met uw Wacker Neuson dealer voor hulp.
3. Doe een inventaris van alle bij de machine behorende items en verifieer dat alle
losse onderdelen en bevestigingsmiddelen aanwezig zijn.
4. Maak alle samenstellende onderdelen vast die nog niet bevestigd zijn.
5. Voeg zoals benodigd vloeistoffen toe, inclusief brandstof, motorolie en
accuzuur.
6. Plaats de machine op de werklocatie.
wc_tx003242nl_FM10.fm
28
Bedrijf RD 7
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen
wc_gr010228
1
2
11114
3
5
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
28
13
14
3
116
15
9
10
16
7
8
11
12
27
wc_tx003242nl_FM10.fm
29
RD 7 Bedrijf
4.3 Onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Handvatvergrendelpen 15 Slingergeleiderhuls
2 Vastbindpunt 16 Brandstofvuldop
3 Schraapstang (4 in totaal) 17 Bovenkap
4 Waterregelklep 18 Hydraulische tank (onder voorkap)
5
Schokhouder (4 in totaal)
19
Vulpoort hydraulische tank (onder
bovenkap)
6
Parkeerrem
20
Peilglas hydraulische tank (door de
sleuven)
7 Achteruitstopkussen 21 Brandstoftank
8
Vooruit-/achteruitbediening-
shendel
22
Voorkap
9 Bekrachtigerbediening 23 Hefoog
10 Watervuldop 24 Houder voor de handleiding
11 Slingeropslag 25 Watertank
12 Smoorklep 26 Batterij
13 Luchtreinigerverklikker 27 Contactslot
14 Oliepeilstok 28 Alarm
wc_tx003242nl_FM10.fm
30
Bedrijf RD 7
4.4 De machine bijtanken
Vereisten
De machine is uitgeschakeld
De motor is koel
De machine/brandstoftank staat recht
Nieuwe, schone brandstofvoorraad
Procedure
Voer de volgende procedure uit om de machine bij te tanken.
1. Haal de brandstofdop eraf.
2. Vul de brandstoftank totdat de brandstofpeilmeter aangeeft dat de tank vol is.
3. Zet de dop er weer op.
Resultaat
De procedure voor het bijtanken van de machine is nu voltooid.
WAARSCHUWING
Brandgevaar. De brandstof en brandstofdampendampen zijn uiterst ontvlambaar.
Brandende brandstof kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Houd alle ontstekingsbronnen tijdens het bijtanken bij de machine weg.
De brandstoftank nooit bijvullen als de machine op een vrachtwagen met plastic
trailerbekleding staat. Statische elektriciteit kan de brandstof of brand-
stofdampen doen ontbranden.
Alleen bijtanken als de machine zich buiten bevindt.
Gemorste brandstof onmiddellijk verwijderen.
VOORZICHTIG
Brandgevaar en gevaarlijk voor de gezondheid Bij verwarming zet de brandstof uit.
Brandstof die zich uitzet in een te vol gevulde tank kan morsen en lekken tot gevolg
hebben.
De brandstoftank niet te vol bijtanken.
wc_tx003242nl_FM10.fm
31
RD 7 Bedrijf
4.5 Bekrachtigingdynamo
De bekrachtigingdynamo voorziet in de trillingen en kan worden gebruikt bij de
meeste toepassingen voor een bindende bodem met een hoog kleigehalte, alsook
voor losse grond en gravel.
LET OP:Bedien de machine NIET over harde oppervlakken, zoals beton, met de
trillingen aan. Dit kan leiden tot beschadiging van de trommellagers.
4.6 Kussenblok dat teruggaande beweging stopt
Een kussenblok dat de teruggaande beweging stopt (a) is bevestigd op de
machine. Het kussenblok dat de teruggaande beweging stopt, werkt alleen
achteruit.
Als de machine een obstructie tegenkomt of als de operator beklemd raakt tussen
de machine en de obstructie, wordt het kussen ingedrukt en de machine stopt. Als
het stopkussen is geactiveerd, kan de machine alleen vooruit bewegen.
STOP
a
wc_gr001342
wc_tx003242nl_FM10.fm
32
Bedrijf RD 7
4.7 Motorkruk
De slinger is uitgerust met terugslagdemping om de bediener tegen letsel te
beschermen, mocht de motor terugslaan. De kortstondige omgekeerde draaiing
van de handgreepbuis (a) maakt de verbinding tussen de slingerlip (b) en de
aandrijfnok (c) los.
4.8 Parkeerrem
Inleiding
De parkeerrem wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de machine niet gaat rollen
tijdens gebruik. Het activeert de lasstoppen op de trommel, en daarom is beweging
in beide richtingen mogelijk voordat de rem wordt geactiveerd en de machine stopt.
Met de motor aan of uit, is de parkeerrem ontworpen om de machine tegen te
houden op een helling van 22° (gradiënt van 40%) of minder.
Procedure
Voor het ontkoppelen van de parkeerrem:
Draai de hendel (a) 90° met de klok mee totdat deze blijft zitten in de ondiepe arret.
Voor het activeren van de parkeerrem:
Draai de hendel (a) 90° tegen de klok in totdat deze blijft zitten in de diepe arret.
LET OP:Drijf niet aan tegen de geactiveerde parkeerrem. De rem kan buigen en
de machine beschadigen.
wc_gr001343
a
wc_tx003242nl_FM10.fm
33
RD 7 Bedrijf
4.9 Bewateringssysteem
De RD 7 is uitgerust met een waterregelklep waardoor de wals nat of droog
gebruikt kan worden en een sproeisysteem om het water gelijkmatig over de
trommels te verspreiden. Het water wordt door zwaartekracht naar de sproeiers
gevoerd wanneer de regelklep in de Open (horizontale)-stand (a) is.
wc_gr010230
a
wc_tx003242nl_FM10.fm
34
Bedrijf RD 7
4.10 Functies van de gashendel van de motor
De gashendel van de motor heeft drie standen.
Ref. Stand Functie
a Hoog De machine starten en stoppen
b Laag Lange stationaire perioden
c Uit De machine stopzetten
wc_gr010207
a
b
c
wc_tx003242nl_FM10.fm
35
RD 7 Bedrijf
4.11 Regeling van richting en toerental
Inleiding
Bewegingsrichting en toerental wordt geregeld met de vooruit/achteruit-
bedieningshendel (a).
Richting
Vanuit de neutrale stand:
Om vooruit te bewegen, drukt u de bedieningshendel weg van de operator.
Om achteruit te bewegen, trekt u de bedieningshendel richting de operator.
wc_gr010227
b
a
WAARSCHUWING
Mogelijk verlies van controle over de machine. Een losse grip op de hendel kan
ertoe leiden dat het snel draait tijdens de werking.
Houd de hendel met beide handen vast tijdens het bedienen van de machine.
Zie Positie van de operator.
wc_tx003242nl_FM10.fm
36
Bedrijf RD 7
Toerental
Het toerental varieert met de beweging van de bedieningshendel. Hoe verder de
hendel in elke richting wordt gedrukt, des te sneller de roller in die richting
beweegt.
WAARSCHUWING
Mogelijk verlies van controle over de machine. Indien de koppeling wordt
gescheiden van de richtingshendel tijdens de werking van de machine, zou de
roller weg kunnen rollen en letsel veroorzaken.
Indien de koppeling wordt gescheiden, zet u de gashendel (b) in de OFF-stand.
wc_tx003242nl_FM10.fm
37
RD 7 Bedrijf
4.12 Voordat u begint
Alvorens de machine te starten, het volgende controleren:
Motoroliepeil
Onderhoudsverklikker van de luchtreiniger
Brandstofpeil
Peil van de hydraulische vloeistof
Peil in de watertank
4.13 Positie van de operator
Veilig en efficiënt gebruik van deze machine is de verantwoordelijkheid van de
operator. Volledige controle van de machine is niet mogelijk tenzij de operator de
juiste werkpositie te allen tijde handhaaft.
Tijdens het gebruik van deze machine moet de operator:
achter de machine staan of lopen, waarbij hij vooruit kijkt met de hendel direct
voor zich
de hendel met één hand vasthouden en de bedieningshendel met de andere
hand activeren
wc_tx003242nl_FM10.fm
38
Bedrijf RD 7
4.14 De machine starten (RD 7H, RD 7H-S)
Vereisten
Brandstof in de tank.
Procedure
Voer de onderstaande procedure uit om de machine te starten.
1. Controleer dat de bekrachtiger (a) in de OFF-stand staat.
2. Zet de gashendel (b) in de hoge stationaire stand.
3. Zet de decompressiehendel (c) totdat de stop (c1) wordt bereikt. In deze stand
zou het decompressiesysteem gekoppeld moeten worden.
4. Steek de krukas van de motor (d) in de geleidebus (e).
5. Draai de krukas vijf draaien om druk op te bouwen zodat de motor aan kan
slaan.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010210
c1
c0
c
b
a
d
e
wc_tx003242nl_FM10.fm
39
RD 7 Bedrijf
Vervolg van de vorige pagina.
6. Sta naast de machine, kijkend naar de achterkant van de machine (f) en pak de
krukas met beide handen vast. Koud de krukas stevig vast om voortdurend
contact te houden tussen de starthendel en de motor.
7. Draai langzaam aan de krukas van de motor totdat de pal wordt gekoppeld met
de rachet, en verhoog de draaikracht vervolgens om snelheid op te bouwen.
NB: De hoogste snelheid moet worden bereikt wanneer de decompressiehendel
(c) terugkeert naar de (c0) stand.
8. Wanneer de motor is gestart, trekt u de krukas van de motor uit de geleidebus.
NB: In geval van terugslaan bij het starten van de motor omdat niet stevig genoeg
aan de krukhendel werd gedraaid, wordt de koppeling tussen de kabelschoen van
de krukas en de aandrijfklauw gescheiden door de korte omgekeerde rotatie bij de
hendelbuis.
9. Indien de motor achteruit begint te draaien na terugslaan (er komt rook uit de
luchtfilter), laat u de krukhendel onmiddellijk los en stopt u de motor.
10. Om de motor opnieuw te starten, wacht u totdat deze tot stilstand is gekomen,
en vervolgens herhaalt u de startprocedures.
11. Laat de motor een paar minuten opwarmen voordat u de machine begint te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel. Letsel kan optreden indien de motor terugslaat.
Ga naast de motor staan, kijkend naar de achterkant van de machine. Ga niet
ergens ander staan.
Houd de draaikracht aan gedurende de gehele handmatige startbewerking.
wc_gr010214
f
wc_tx003242nl_FM10.fm
40
Bedrijf RD 7
4.15 De machine starten (RD 7H-ES)
Vereisten
Brandstof in de tank.
Procedure
Voer de onderstaande procedure uit om de machine te starten.
1. Controleer dat de bekrachtiger (a) in de OFF-stand staat.
2. Zet de gashendel (b) in de hoge stationaire stand.
3. Draai aan de ontstekingsschakelaar (c) om de motor te starten.
LET OP
Wanneer de sleutel in de ON-stand staat, zal een alarm afgaan. Het alarm
herinnert u om de sleutel naar de OFF-stand te draaien wanneer de machine
niet in gebruik is. Indien dit niet gebeurt, zal dit een lege batterij tot gevolg
hebben.
Houd de startknop voor de motor niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Het
meer dan 15 seconden aanslingeren van de motor zou kunnen leiden tot
schade aan de startmotor. Houd 30 seconden aan tussen verschillende
aanslingerpogingen.
NB: Het alarm zal stoppen wanneer de juiste oliedruk wordt bereikt.
4. Laat de motor enkele minuten opwarmen alvorens de machine te gebruiken.
wc_gr010217
c
b
a
wc_tx003242nl_FM10.fm
41
RD 7 Bedrijf
4.16 Starten bij koud weer (RD 7H, RD 7H-S)
Vereisten
Brandstof in de tank
Vrijstromende smeerolie
Procedure
Voer de onderstaande procedure uit om de motor te starten bij temperaturen onder
ongeveer -5°C (23°F). Draai de motor altijd om ervoor te zorgen dat het vrijelijk
draait.
1. Controleer dat de bekrachtigingschakelaar (a) in de OFF-stand staat.
2. Zet de gashendel (b) in de hoge stationaire stand.
3. Zet de decompressiehendel (c) in een stand ongeveer halverwege tussen (c0)
en (c1).
4. Steek de krukas van de motor (d) in de geleidebus (e).
5. Draai de motor met de krukas totdat men voelt dat deze vrijer draait
(10–20 draaien van de krukas).
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010218
c1
c0
c
f
b
a
d
e
wc_tx003242nl_FM10.fm
42
Bedrijf RD 7
Vervolg van de vorige pagina.
6. Reinig rond de kap van het meetapparaat (f), en vervolgens:
verwijder de kap (g)
vul met vrijstromende smeerolie (h) totdat het peil bij de bovenste rand staat
druk de kap er stevig op
NB: Er zijn twee vullingen achter elkaar nodig.
7. Draai de decompressiehendel tot de limietstop (c1).
8. Ga naast de motor staan, kijkend naar de achterkant van de machine (j) en pak
de krukas met beide handen vast. Houd de krukas stevig vast om contact te
houden tussen de starthendel en de motor.
9. Draai de hendel langzaam totdat de pal wordt gekoppeld met de rachet, en
verhoog vervolgens de draaikracht om snelheid op te bouwen.
NB: De hoogste snelheid moet worden bereikt wanneer de decompressiehendel
(c) terugkeert naar de (c0) stand.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010225
g
f
h
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel. Letsel kan optreden indien de motor terugslaat.
Ga naast de motor staan, kijkend naar de achterkant van de machine. Ga niet
ergens ander staan.
Onderhoud de draaikracht gedurende de gehele handmatige startbewerking.
wc_gr010234
j
wc_tx003242nl_FM10.fm
43
RD 7 Bedrijf
Vervolg van de vorige pagina.
10.Wanneer de motor is gestart, trekt u de starthendel uit de geleidebus.
NB: In geval van terugslaan bij het starten van de motor omdat niet stevig genoeg
aan de krukhendel werd gedraaid, wordt de koppeling tussen de kabelschoen van
de krukas en de aandrijfklauw gescheiden door de korte omgekeerde rotatie bij de
hendelbuis.
11.Indien de motor achteruit begint te draaien na terugslaan (er komt rook uit de
luchtfilter), laat u de krukhendel onmiddellijk los en stopt u de motor.
12.Om de motor opnieuw te starten, wacht u totdat deze tot stilstand is gekomen,
en vervolgens herhaalt u de startprocedures.
13.Laat de motor een paar minuten opwarmen voordat u de machine begint te
gebruiken.
wc_tx003242nl_FM10.fm
44
Bedrijf RD 7
4.17 Bedrijfstoerental
Tijdens gebruik dient u de motor op volle toeren te laten draaien. Dit zorgt voor
maximum- bekrachtigersnelheid en produceert de beste verdichting.
4.18 De machine stoppen
Procedure
Voer de onderstaande procedure uit om de machine te stoppen.
1. Zet de bekrachtigerschakelaar (a) in de OFF-stand.
2. Sluit de waterregelklep (b).
3. Zet de gashendel (c) in de OFF-stand om de motor te stoppen.
4. Bij machines met een elektrische start, draait u de motorschakelaar (d) naar de
OFF-stand.
5. Schakel de parkeerrem in.
6. Reinig de afstrijkbalken voordat u de machine opslaat.
wc_gr010226
d
c
a
b
VOORZICHTIG
Mogelijk verlies van controle over de machine. Als de gashendel het begeeft, kan
de motor blijven steken in hoog stationair.
Trek de decompressiehendel omhoog om de motor te stoppen.
De decompressiehendel kan heet zijn. Draag veiligheidshandschoenen om
letsel te voorkomen.
wc_tx003242nl_FM10.fm
45
RD 7 Bedrijf
4.19 Procedure voor noodstops
In geval van een defect/storing of als er een ongeluk plaatsvindt terwijl de machine
in gebruik is, moet de onderstaande procedure worden gevolgd:
1. Zet de motor af.
2. Sluit de brandstofklep.
3. Laat de machine afkoelen.
4. Neem contact op met het verhuurbedrijf of de eigenaar van de machine voor
nadere instructies.
4.20 Stabiliteit van de machine
Oppervlakteomstandigheden
Let tijdens het gebruik van de machine op veranderingen in het werkoppervlak.
Pas de snelheid en rijrichting zo nodig aan om de veiligheid te handhaven.
De stabiliteit en tractie van de machine kunnen ernstig worden verminderd
wanneer u werkt op ongelijkmatig of ruw terrein, rotsachtige grond of natte of
onsamenhangende oppervlakken.
De machine kan plotseling kantelen, wegzinken of vallen wanneer u een
oppervlak oprijdt dat pas met verse aarde is gevuld.
Rijsnelheid
Een snel rijdende machine loopt meer kans te kantelen of voorover te vallen
wanneer u een bocht maakt of van richting verandert.
Vertraag voordat u een bocht maakt.
Cilinderoverhang
De machine kan plotseling kantelen als meer dan de helft van de cilinderbreedte
uitsteekt over de rand van een verhoogd oppervlak.
Vertraag en houd de cilinderpositie goed in het oog wanneer u langs de rand
van een verhoogd oppervlak werkt.
Probeer zoveel mogelijk van de cilinder op het verhoogde oppervlak te houden.
Vibreren op een gecompacteerd oppervlak
Als u het vibratiesysteem activeert op een volledig gecompacteerd oppervlak,
kunnen de cilinders terugstoten en tijdelijk het contact met de grond verliezen. Als
dit gebeurt terwijl de machine op een helling staat, kan de machine gaan schuiven.
WAARSCHUWING
Pletgevaar. De stabiliteit van de machine kan nadelig worden beïnvloed op
bepaalde soorten werkterrein of door bepaalde bedieningspraktijken.
Volg de onderstaande instructies om de kans op ongelukken door kantelen of
vallen te verminderen.
wc_tx003242nl_FM10.fm
46
Bedrijf RD 7
Als de cilinders terugstoten op het gecompacteerde oppervlak, vertraagt u de
vibratiesnelheid of stopt u het vibratiesysteem.
4.21 Werken op hellingen
Bij het werken op hellingen moet er speciaal voor worden opgepast dat het risico
van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur zo klein mogelijk wordt
gehouden. Ga op heuvels altijd op en neer in plaats van heen en weer. Voor veilige
werking en voor de bescherming van de motor dient voortdurend gebruik beperkt
te worden tot hellingen van 22° (40% gradiënt) of minder.
Bedien de machine NOOIT zijdelings op hellingen. De machine kan omrollen, zelfs
op stabiele ondergrond.
4.22 Omrollen
De machine op de juiste manier gebruiken op hellingen voorkomt omkantelen.
Lees en volg de veiligheidsaanwijzingen in “Bedieningsveiligheid” en “Werking op
hellingen”. Als de machine toch omkantelt, moet ervoor worden opgepast dat de
motor niet beschadigd wordt. In deze stand kan olie van het motorcarter in de
verbrandingskamer stromen, hetgeen de motor ernstig kan beschadigen als de
motor de volgende keer wordt gestart. Als de machine op de zijkant is gerold,
moeten er onmiddellijk stappen worden ondernomen om de machine weer
overeind te zetten.
LET OP:Om schade aan de motor te voorkomen nadat de machine is
omgekanteld, mag de machine NIET gestart worden EN dient er onderhoud aan de
machine te worden uitgevoerd om alle olie die eventueel in de verbrandingskamers
is gekomen, te verwijderen. Neem contact op met de plaatselijke Wacker Neuson
dealer voor onderhoudsaanwijzingen.
WAARSCHUWING
22°
40%
wc_gr010200
wc_tx003242nl_FM10.fm
47
RD 7 Bedrijf
Opmerkingen
wc_tx003243nl_FM10.fm
48
Onderhoud RD 7
5 Onderhoud
5.1 Periodiek onderhoudsschema
In de volgende tabel worden de fundamentele onderhoudstaken voor de machine
vermeld. Taken met een vinkje kunnen door de gebruiker worden uitgevoerd.
Taken met een vierkantje vereisen een speciale training en gespecialiseerd
gereedschap.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de motor voor meer informatie.
Dagelijks
vóór
opstarten
Na
eerste
25 uur
1
Om de
250
uur
Om de
500
uur
Om de
1000
uur
Motoroliepeil controleren.
Onderhoudsindicator van luchtfilter
controleren.
De waterafscheider controleren.
Peil van hydraulische olie controleren.
De afstrijkbalken schoonmaken.
Werking controleren van het kussenblok
dat de teruggaande beweging stopt en de
richting van de bedieningshendel.
Klepstoterspeling controleren.
Schroefverbindingen inspecteren.
Motorolie en filter vervangen.

Klepspelingen controleren en afstellen.
Koelsysteem reinigen.
Het brandstoffilter vervangen.
Luchtfilter reinigen of vervangen.
2
Filter in retourleiding van hydraulisch
systeem vervangen.
Afstrijkbalken controleren en afstellen.
Koppelcomponenten controleren.
3
Accuaansluitingen (RD 7H-ES)
schoonmaken.
Hydraulische olie en filter vervangen.
wc_tx003243nl_FM10.fm
49
RD 7 Onderhoud
5.2 Reserveonderdelen voor veiligheid
Overzicht
De machine is uitgerust met een kussenblok voor teruggaande bewegingen om de
veiligheid van de operator te verbeteren. Voor uw gemak hebben we het volgende
diagram en een lijst met vervangingsonderdelen voor deze veiligheidsfunctie
opgenomen.
Neem contact op met uw Wacker Neuson-dealer of ga naar
www.wackerneuson.com voor een volledige lijst reserveonderdelen voor deze
machine.
Diagram van bovenste handgreep
1
Voor nieuwe of gereviseerde motoren.
VOORZICHTIG: Cilinderkopsluitingen NIET aanspannen.
2
Na eerste 100 uur vervangen.
3
Koppelingen vaker onderhouden in stoffige omgevingen. Smeren van koppelingen wordt niet aanbevo-
len. Indien echter toch noodzakelijk, gebruik dan een droog smeermiddel dat geen stof aantrekt.
28
20
77
141
137
132
15
145
137
132
16
wc_gr007050
wc_tx003243nl_FM10.fm
50
Onderhoud RD 7
Onderdelenlijst voor bovenste handgreep
Ref. Onderdeelnr.
Hoeveel-
heid
Beschrijving
Afmetingen en
torsiemoment
15 0112307 1 Hendel
16 0155442 1 Stang
20 0112351 1 Veer
28 0155441 1 Schijf
77 0112391 2 Lager 20 x 20
132 0010367 4 Borgmoer M8
137 0010622 10 Platte sluitring B8,4
141 0011310 2 Zeskantige kopschroef M8 x 85
25 Nm
145 0011346 2 Zeskantige kopschroef M8 x 65
25 Nm
wc_tx003243nl_FM10.fm
51
RD 7 Onderhoud
5.3 Motoroliepeil controleren
Motoroliepeil
Stop de machine, schakel de motor uit en schakel de parkeerrem in.
Controleer de olie terwijl de machine op een vlakke ondergrond staat.
1. Reinig de omgeving van de peilstok.
2. Controleer het oliepeil op het uiteinde van de peilstok (a). Vul zo nodig olie bij tot
het merkteken 'max'.
De motor kan zo heet zijn dat brandwonden kunnen worden veroorzaakt! Laat de
motor afkoelen alvorens er onderhoud aan uit te voeren.Motoroliepeil
WAARSCHUWING
wc_gr001348
a
wc_tx003243nl_FM10.fm
52
Onderhoud RD 7
5.4 Olie verversen
Voorwaarden
Voordat u de olie ververst:
Laat de motor draaien om de olie op te warmen.
Zet de machine op een horizontaal, plat oppervlak.
Zet de motor uit en activeer de parkeerrem.
NB: Met het oog op de bescherming van het milieu dient een stuk plastic en een
bak onder de machine te worden geplaatst om alle weglopende vloeistof in op te
vangen. Deze vloeistof afvoeren in overeenstemming met de voorschriften ter
bescherming van het milieu.
Procedure
1. Draai de olieaftapplug open en laat de olie in een bak van 1–1,5 liter lopen.
2. Maak de olieaftapplug schoon en breng een nieuwe afdichting aan.
3. Breng de aftapplug weer op zijn plaats aan.
4. Draai de vuldop van het oliefilterhuis open. Controleer de staat van de O-ring (a)
op de vuldop en vervang deze bij eventuele beschadiging.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
WAARSCHUWING
Brandgevaar. de motor en de uitlaatpijp worden extreem warm tijden de bediening.
Schakel de motor uit en laat de machine afkoelen alvorens de motorolie te ver-
vangen.
wc_gr001349
a
wc_tx003243nl_FM10.fm
53
RD 7 Onderhoud
Vervolg van de vorige pagina.
5. Verwijder het gebruikte filterelement. Installeer een nieuw filterelement met het
woord “TOP” omhoog.
6. Voeg motorolie toe tot het woord “MAX” op de pijlstok; ongeveer 1,1–1,2 liter.
7. Smeer de O-ring en draden van de vulplug met vet dat tegen hoge
temperaturen is bestand, verkrijgbaar bij uw Hatz-dealer. Breng de vulplug
vervolgens weer aan.
8. Laat de motor twee minuten draaien. Schakel de motor uit en controleer het peil
van de motorolie opnieuw. Voeg eventueel motorolie toe.
9. Controleer of er geen olie uit de vuldop lekt.
WAARSCHUWING
De meeste verwerkte olie bevat kleine hoeveelheden materiaal die kanker en
andere gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken bij inhalatie, ingestie of indien
lange tijd in contact met de huid gelaten.
Onderneem stappen om inhalatie of ingestie van verwerkte motorolie te
voorkomen.
Na blootstelling aan verwerkte motorolie moet de huid grondig worden
gewassen.
wc_tx003243nl_FM10.fm
54
Onderhoud RD 7
5.5 Brandstofsysteem
Brandstoftankwaterafscheider
Hoe vaak u de waterafscheider moet controleren, hangt af van de hoeveelheid
water in de brandstof. Normaal dient dit eenmaal per week te worden
gecontroleerd.
Stop de machine, schakel de motor uit en schakel de parkeerrem in.
1. Verwijder de kap van de wals om bij de brandstoftank-waterafscheider te
kunnen komen.
2. Draai de zeskante schroef (a) los totdat nog maar 2 schroefdraden hem op zijn
plaats houden.
3. Vang de druppels die verschijnen op in een doorzichtige bak.
NB: Daar water een hogere relatieve dichtheid heeft dan dieselbrandstof, komt het
water het eerst te voorschijn. De twee stoffen worden door een duidelijk zichtbare
lijn gescheiden.
4. Draai de zeskante schroef vast wanneer er alleen dieselbrandstof verschijnt.
LET OP:Dieselbrandstof tast schokhouders aan. Haal gemorste brandstof
onmiddellijk weg.
Het brandstoffilterpatroon vervangen
De tussenpozen waarop onderhoud aan het brandstoffilter moet worden
uitgevoerd, hangen af van de zuiverheid van de gebruikte dieselbrandstof. Als de
brandstof vuil is, voer deze onderhoud dan na 250 uur uit.
Stop de machine, schakel de motor uit en schakel de parkeerrem in.
Ontploffingsgevaar. Dieselbrandstof is ontvlambaar en moet met denodige
voorzichtigheid worden behandeld. Rook niet in de buurt vande machine. Vermijd
vonken en open vuur.
1. Verwijder de kap van de wals om bij het brandstoffilter te kunnen komen.
2. Plaats een geschikte opvangbak onder het filter om ontsnappende brandstof op
te vangen.
3. Sluit de brandstoftoevoerleiding af.
4. Trek de brandstoftoevoerleiding (b) van de brandstoffilterafsluiter (c) aan beide
kanten af en breng een nieuw filter aan.
LET OP:Houd de omgeving schoon om te voorkomen dat er vuil in de
brandstofleidingen komt.
5. Zorg ervoor dat het filter met de pijl in de stroomrichting aangebracht is.
6. Open de brandstoftoevoerleiding totdat er brandstof begint te stromen.
7. Laat de motor kortstondig draaien om te controleren of het brandstoffilter en de
leidingen niet lekken.
WAARSCHUWING
wc_tx003243nl_FM10.fm
55
RD 7 Onderhoud
a
c
b
wc_gr001351
wc_tx003243nl_FM10.fm
56
Onderhoud RD 7
5.6 Brandstofsysteem
De blokkeerverklikker van de luchtreiniger controleren
1. Laat de motor even op volle toeren draaien. Als de rubber blaasbalg
ingetrokken is en de groene zone (a) verbergt, moet het luchtfilter gereinigd of
vervangen worden.
2. Controleer de rubber blaasbalg enkele malen per dag als er onder stoffige
omstandigheden wordt gewerkt.
Het luchtfilter van de motor reinigen of vervangen
De motor kan zo heet zijn dat brandwonden veroorzaakt kunnen worden! Laat de
motor afkoelen alvorens er onderhoud aan uit te voeren.
3. Draai de vleugelmoer (b) los en verwijder deze en de deksel van de
luchtreiniger (c).
NB: De decompressiehendel komt er ook af.
4. Trek het filterpatroon (e) naar buiten.
5. Controleer of de klepplaat (f) voor de luchtblokkeer-verklikker schoon en in
goede staat verkeert.
Droog vuil van het filterpatroon verwijderen
6. Blaas met een persluchtpistool vanuit de binnenkant door het filterpatroon.
7. Ga door totdat alle stof verwijderd is.
LET OP:Gebruik uitsluitend gefilterde, droge perslucht. Ga een luchtdruk van meer
dan 70 psi niet te boven. Houd de blaasmond 6 in. van het element vandaan.
Nat of vet vuil van het filter verwijderen
8. Vervang het filterpatroon.
LET OP:Spoor altijd de oorzaak van natte of vette vervuiling van een filterelement
op en corrigeer deze.
Het filterpatroon controleren
9. Houd het element tegen het licht of haal een lamp door het midden ervan om de
conditie van de plooien van het element (g) te controleren.
10.Controleer of de afdichtingsoppervlakte (d) in goede staat verkeert.
LET OP:Als er zelfs maar een kleine beschadiging in het papieren filterelement of
de afdichtingsoppervlakte is, dient u het filterpatroon te vervangen.
WAARSCHUWING
wc_tx003243nl_FM10.fm
57
RD 7 Onderhoud
5.7 De klepspelingen controleren en aanpassen
Stop de machine, schakel de parkeerrem in en schakel de motor uit.
1. Zorg dat de compressiehendel in de stand '0' staat (zie De machine starten).
2. Verwijder de cilinderkopdeksel en -pakking.
3. Draai de motor een slag in de normale draairichting totdat er compressie wordt
gevoeld.
4. Controleer de speling van de inlaatklep tussen de tuimelaar en de klepsteel met
behulp van een voelmaat (a).
5. Draai de zeskante moer (c) los als de klepspeling incorrect is.
NB: Raadpleeg de Technische gegevens voor de klepspelingen.
6. Draai de stelschroef (b) met een schroevendraaier totdat de voelmaat (a) net
tussen de tuimelaar en de klepsteel door kan worden getrokken met enige
weerstand tegen de beweging ervan nadat de moer (c) weer is vastgedraaid.
7. Herhaal de afstelling voor de uitlaatklep.
8. Plaats een nieuwe pakking onder de cilinderkopdeksel, zet de cilinderkop weer
terug en maak deze gelijkmatig vast.
9. Laat de motor even draaien en zorg dat de deksel niet lekt.
b
wc_gr001353
a
b
c
b
c
d
e
f
g
wc_gr001352
a
b
c
d
e
f
g
wc_tx003243nl_FM10.fm
58
Onderhoud RD 7
5.8 Koelsysteem motor
Stop de machine, schakel de parkeerrem in en schakel de motor uit. U moet de
motor laten afkoelen voordat u met reinigen begint.
Droge vervuiling
1. Reinig alle luchtgeleidingselementen en alle koellucht-zones (a) op de
cilinderkop, de cilinder en de vliegwielschoepen zonder ze nat te maken. Blaas
ze met perslucht droog.
Vochtige of vette vervuiling
2. Reinig de hele omgeving met een oplosmiddel of koud reinigingsmiddel volgens
de aanwijzingen van de fabrikant en spoel vervolgens met een
hogedrukwaterstraal. Met perslucht drogen.
3. Spoor de bron van de olielekken die vet vuil veroorzaken op. Repareer de
lekken en vraag zo nodig om advies van uw Hatz motordealer.
4. Laat de motor na het reinigen draaien om deze te drogen en roestvorming te
voorkomen.
wc_gr001354
a
a
a
wc_tx003243nl_FM10.fm
59
RD 7 Onderhoud
5.9 Bewaking van de mechanische oliedruk
De bewaking van de mechanische oliedruk dient te worden geactiveerd:
bij de eerste vulling of nadat de brandstoftank werd leeg gereden.
indien de motor automatisch werd uitgeschakeld omdat smeerolievoorraad
onvoldoende was.
na ontgrendeling door te draaien aan lage temperaturen.
1. Voeg brandstof bij.
2. Motoroliepeil controleren.
3. Om de oliedrukbewaking te activeren, drukt u op hefboom (a).
4. Alle aangepaste of verwijderde onderdelen weer in elkaar zetten. Controleren
dat capsule-elementen een goede afdichting vormen.
NB: Instructies om de controle van de mechanische oliedruk te activeren worden
vermeld op het label (b) aangebracht op de motor.
LET OP:Zelfs bij bewaking van het oliepeil door de mechanische oliedruk, moet dit
alle 8 - 15 bedrijfsuren worden gecontroleerd.
a
wc_gr002338
wc_tx003243nl_FM10.fm
60
Onderhoud RD 7
5.10 Afstrijkbalken
Controleer de vier schraapstangen (a) op slijtage. Vervang de schraapstangen zo
nodig.
De schraapstangen reinigen
De schraapstangen moeten dagelijks na gebruik worden gereinigd of zo vaak als
nodig is om opgehoopt vuil, modder en teer te verwijderen.
Gebruik zo nodig een hogedrukwaterstraal en een stevige borstel.
wc_gr001355
a
a
a
a
wc_tx003243nl_FM10.fm
61
RD 7 Onderhoud
5.11 Watersproeibalken
Achtergrond
Als een sproeibalk verstopt of vuil is, wordt er mogelijk geen water op de cilinders
gesproeid. Als er merkbaar minder of geen water wordt gesproeid terwijl er wel
water in de tank zit, reinigt u de sproeibalken.
Procedure
Ga als volgt te werk om de sproeibalken te reinigen.
1. De sproeibalken (a) bevinden zich achter de cilinderafstrijkbalken.
2. Start de machine. Activeer het sproeisysteem en controleer of het water vrij door
elke sproeiopening (b) stroomt.
3. Als een van de sproeiopeningen is geblokkeerd, stopt u de machine en
verwijdert u de blokkering met een klein puntig voorwerp (bijv. een rigide stuk
draad).
4. Spoel de sproeibalken af met schoon water en droog ze met een zachte,
schone doek.
LET OP:De dop (c) en de fitting (d) kunnen niet worden verwijderd.
wc_gr007078
a
a
b
a
c
d
wc_tx003243nl_FM10.fm
62
Onderhoud RD 7
5.12 Vereisten voor hydraulische olie
Wacker Neuson beveelt het gebruik van een hydraulische olie van hoge kwaliteit
op petroleumbasis met anti-slijtage en anti-schuimkenmerken aan. Goede anti-
slijtage olie bevat additieven om oxidatie te verminderen, schuimen te voorkomen
en goede waterafscheiding te bevorderen. Een dergelijke olie bevordert een
superieure levensduur van de motor en pomp.
Zorg dat u anti-slijtagekenmerken specificeert wanneer u hydraulische vloeistof
voor uw machine selecteert. Wacker Neuson biedt een hydraulische olie van hoge
kwaliteit aan voor gebruik in deze machine.
Vermijd het mengen van verschillende merken en kwaliteiten hydraulische
vloeistoffen.
Viscositeit van de olie
De meeste hydraulische olie is verkrijgbaar in verschillende viscositeiten. Het SAE-
nummer voor een olie wordt uitsluitend gebruikt om de viscositeit aan te geven. Het
geeft niet het soort olie (motor-, hydraulische, versnellings- enz.) aan. Hoe hoger
het SAE-nummer, des te dikker is de olie.
Voor normale toepassingen gebruikt u een goede, niet-detergente, anti-slijtage
hydraulische olie met een viscositeitclasssificatie van SAE 10W30.
wc_tx003243nl_FM10.fm
63
RD 7 Onderhoud
5.13 Peil van hydraulische olie
Een kijkglas voor het hydraulische oliepeil (a) bevindt zich op de hydraulische tank
en is zichtbaar door de sleuven in de bovenkap.
Controleer het oliepeil terwijl de machine op een vlakke ondergrond staat. Het
oliepeil hoort bij de markering halverwege op het kÿkglas te staan. Als het peil laag
is, verwijdert u de bovenkap en vult u de olie zo nodig bij met hydraulische olie.
Als de hydraulische olie voortdurend bijgevuld dient te worden, inspecteer dan de
slangen en verbindingen op mogelijke lekken. Repareer hydraulische lekken
onmiddellijk om schade aan de hydraulische componenten te voorkomen.
a
wc_gr001356
wc_tx003243nl_FM10.fm
64
Onderhoud RD 7
5.14 Hydraulische vloeistof en filter vervangen
Stop de machine, schakel de motor uit en schakel de parkeerrem in terwijl de
machine op een vlakke ondergrond staat.
NB: In het belang van de bescherming van het milieu een plastic doek en een bak
onder de machine plaatsen om de afgetapte vloeistof op te vangen. Gooi deze
vloeistof op de juiste manier weg.
1. Verwijder de bovenkap van de wals.
2. Verwijder de afvoerplug (c) uit het eind van de afvoerslang die aan de
hydraulische tank bevestigd is.
3. Laat de hydraulische olie in een daarvoor geschikte bak lopen.
4. Zet de plug terug in de slang als alle olie is afgetapt en zet hem op zijn plaats
vast.
5. Plaats een plastic zak om het filter (b) om eventueel gemorste olie op te vangen.
6. Schroef het oude filter los.
7. Installeer het nieuwe filter. Schroef het nieuwe filter met de hand vast en zorg
dat het niet scheef gedraaid wordt.
LET OP:Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen.
8. Draai het filter met beide handen vast.
9. Vul de hydraulische tank met hydraulische olie totdat het peil tot halverwege in
het kijkglas zichtbaar is.
10.Laat de motor even draaien, stop de motor vervolgens en controleer of er
lekken zijn.
11.Controleer het peil in het kijkglas en vul de tank zo nodig bij.
a
b
wc_tx003243nl_FM10.fm
65
RD 7 Onderhoud
5.15 Richtingshendel bijstellen
De vooruit-achteruit-hendel moet ver naar voren bewogen kunnen worden en niet
zo ver achteruit. Als de hendel niet goed lijkt afgesteld, kan deze als volgt weer
worden afgesteld:
1. Start de motor. Zet de vooruit-achteruit-hendel in de NEUTRALE stand (N).
Controleer of de machine niet kruipt. Als de machine kruipt, draait u de grote
afstelmoer (4) op het veerbelaste kabelcentreermechanisme (5) zodanig dat de
machine niet kruipt.
2. Zet de motor af.
3. Zet de vooruit-achteruit-hendel in de VOORUIT-stand (F). Controleer de rotatie
van de aandrijfpompregelstang (9). In de stand VOORUIT moet de
aandrijfpompregelstang zover mogelijk in de aangegeven richting draaien.
Als de aandrijfpompregelstang zover als mogelijk draait, is verdere afstelling
niet nodig.
Als de aandrijfpompregelstang niet zover als mogelijk draait, ga dan verder.
4. Maak de splitpen (1) los van de spil (2).
5. Draai de spil zo dat de aandrijfpompregelstang zover mogelijk draait. Zorg dat
de vooruit-achteruit-hendel in de VOORUIT-stand staat en stel de splitpen en
borgmoer (8) zodanig af dat deze de aandrijfpompregelstang in de volledig
gedraaide stand kunnen houden. Bevestig de splitpen weer aan de spil.
NB: Als afstelling met de splitpen niet mogelijk is, stel dan de koppeling anders af
(10).
6. Start de motor en controleer de NEUTRALE stand van de bedieningshendel.
Als de machine stil staat, is er geen verdere afstelling vereist.
Als de machine vooruit of achteruit kruipt, gaat u verder.
7. Schakel de motor uit.
8. Stel de moer (4) op het veerbelaste kabelcentreermechanisme zo nodig af,
zodat de machine stil blijft staan wanneer de bedieningshendel in de
NEUTRALE stand staat. Start de motor en controleer nogmaals op kruipen/
bewegen van de machine. Er kunnen meerdere pogingen nodig zijn om de
juiste stand te vinden. Draai de moeren (6) los waarmee de kabel (3) aan de
beugel (7) bevestigd is en verplaats de kabel zonodig.
De maximaal toegestane achteruitrijsnelheid is 2 km/uur. Stel de richting van de
bedieningshendel niet zodanig af dat de achteruitrijsnelheid hoger is dan 2 km/uur .
WAARSCHUWING
wc_tx003243nl_FM10.fm
66
Onderhoud RD 7
2
10
9
r
n
f
1
2
3
4
5
7
8
6
wc_tx003243nl_FM10.fm
67
RD 7 Onderhoud
5.16 De machine afspuiten onder hoge druk
Wanneer u de machine met een hogedrukslang reinigt, moet u scherpe chemische
middelen vermijden en uitsluitend gematigde waterdruk (35–70 MPa) gebruiken.
Vermijd rechtstreekse druk op de volgende onderdelen:
Motor
Hydraulica
Watertank/kunststoffen onderdelen
Slangen
Labels
5.17 De machine opslaan
Als de machine langer dan 30 dagen wordt opgeslagen:
De brandstoftank en de watertank aftappen.
De waterklep openen en het water uit het sproeisysteem aftappen.
De olie verversen.
De hele wals en het motorcompartiment reinigen.
Het vuil uit de koelvinnen van de motor verwijderen.
De wals afdekken en op een droge, beschermde plaats zetten.
De dieselinjectoren verwijderen en een beetje olie in de motorcilinders doen.
Accu uit machine verwijderen en periodiek laden (RD 7H-ES).
wc_tx003243nl_FM10.fm
68
Onderhoud RD 7
5.18 Machine Afvalverwijderingl / Ontmanteling
Inleiding
Nadat de machine aan het einde van de nuttige gebruiksduur is gekomen, moet
deze op geschikte wijze worden ontmanteld. Een verantwoordelijke behandeling
van recycleerbare onderdelen, zoals plastic en metaal zorgt ervoor dat deze
materialen kunnen worden hergebruikt, waardoor strotplaats wordt behouden en
waardevolle natuurlijke hulpbronnen.
Verantwoordelijke afvalverwijdering voorkomt ook dat giftige chemicaliën en
materialen het milieu beschadigen. De operationele vloeistoffen in deze machine,
waaronder brandstof, motorolie, hydraulische olie en vet, kunnen op vele plaatsen
worden beschouwd als gevaarlijk afval. Lees en volg de plaatselijke veiligheids- en
mileiureglementen voor de afvalverwijdering van contrustiemateriaal voordat u
deze machine ontmantelt.
Voorbereiding
Voer de volgende taken uit om de machine voor te bereiden voor afvalverwijdering.
Verplaats de machine naar een beschermde omgeving waar hij geen gevaar
loopt en er geen toegang tot is voor niet geautoriseerde individuen.
Zorg ervoor dat de machine niet kan worden bediend tussen de tijd van de
laatste bediening en e de afvalverwijdering.
Tap alle vloeistoffen af, inclusief brandstof, motorolie en de hydraulische olie.
Afdichtings- en vloeistoflekken
Afvalverwijdering
Voer de hierna beschreven taken uit om de machine te verwijderen.
Haal de machine uit elkaar en orden de onderdelen per materiaaltype.
Verwijder de recycleerbare onderdelen volgens de plaatselijke wetgeving.
Verwijder alle niet-gevaarlijke onderdelen die niet gerecycleerd kunnen worden.
Verwijder de afgetapte brandstof, olie en vet volgens de huidige wettelijke
milieubeschermingsvoorschriften.
wc_tx003244nl_FM10.fm
69
RD 7 Storingen
6 Storingen
.
Probleem / Symptoom Oorzaak / Oplossing
Motor start niet
Brandsfoftank leeg.
Verkeerde soort brandstof.
Oude brandstof. Tank aftappen, brandstoffilter
vervangen en met verse brandstof vullen.
Brandstofsysteem niet geïnjecteerd.
Brandstoffilter belemmerd of verstoft. Filter vervangen.
Klepspeling controleren/afstellen.
Geen oliedruk. Motoroliepeil controleren./Mechanische
oliedrukmonitor activeren.
Luchtreinigerelement verstopt.
Decompressie-apparaat controleren/afstellen.
Accuaansluitingen los of verroest. Accu leeg (RD 7H-ES).
Startmotor defect (RD 7H-ES).
Elektrische aansluitingen los of verbroken (RD 7H-ES).
Contactsleutel defect (RD 7H-ES).
Motor stopt vanzelf
Brandsfoftank leeg.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofleidingen gebroken of los.
Geen trilling
Klep beschadigd.
Bekrachtiger beschadigd.
Motorkoppeling van de bekrachtiger beschadigd of stuk.
Bekrachtigermotor beschadigd.
Pomp beschadigd.
Geen beweging of
bewaging in maar één
richting
Regelkabel los of stuk.
Aandrijfmotor beschadigd.
Aandrijfpomp beschadigd.
Defecte ontluchtklep of -kleppen
wc_td000547nl_FM10.fm
70
Technische specificaties RD 7
7 Technische specificaties
7.1 Motor
Motorvermogenclassificaties
Nettovermogen volgens ISO 3046/1-IFN. Het feitelijke vermogensrendement kan
vanwege de specifieke gebruikscondities variëren.
Artikelnummer: RD 7H RD 7H-ES RD 7H-S
Motor
Type motor Eén cilinder, 4-slag, luchtgekoelde,
dieselmotor
Merk motor Hatz
Model motor 1D42S
Max. vermogen op nominale
snelheid
kW 6,1 @ 2600 t/min.
Bedrijfssnelheid t.p.m. 2600
Klepspeling (koud)
inlaat:
uitlaat:
mm
0,10
0,20–0,25
Batterij Volt/Amp-
uur.
12 / 35
Luchtreiniger typ Element van droog geplooid papier
Motorschmierung Ölsorter
Güteklasse
10W30 SG, SF/CC, CD
Motorölinhalt liter 1,2
Brandstof typ Nr. 2 Diesel
Alleen brandstof met laag of ultralaag
zwavelgehalte
Brandstofverbruik liter 5,0
Inhoud brandstoftank liter/u 1,63
wc_td000547nl_FM10.fm
71
RD 7 Technische specificaties
7.2 Wals
7.3 Smering
Artikelnummer: RD 7H-ES RD 7H-S RD 7-RAW
Wals
Algehele afmetingen - Handvat
omhoog (l x b x h)
mm 1225 x 700 x 2215
Algehele afmetingen - Handvat
omlaag (l x b x h)
mm 2630 x 700 x 1165
Bedrijfsgewicht kg 830 810
Oppervlaktevermogen m
2
/hr 2613
Snelheid achteruit (max) km/h 0–4,0
Snelheid achteruit (max) km/h 0–2,0
Trillingsfrequentie Hz 55
Hydraulisch systeem smeer type SAE 10W30 Hydraulische vloeistof*
Hydraulisch systeem
Hoeveelheid
liter 30
Nivelleringsvermogen met trilling % 25
Nivelleringsvermogen zonder
trilling
%40
*Zie “Hydraulische olievereisten”
Artikelnr. RD 7
Smering
Hydraulisch systeem type
l
Super anti-slijtage hydraulische vloeistof
10W30
21,6
Bekrachtigingsdynamo type Mobil XHP222
Aandrijflager
achtertrommel
type
hoeveelhei
Mobil XHP222
2-3 keer pompen met een handbediend
Aandrijflager voortrommel type Gesloten lagers—geen smering nodig
wc_td000547nl_FM10.fm
72
Technische specificaties RD 7
7.4 Geluidsmeting
Producten zijn getest op geluidsdrukniveau in overeenstemming met EN 500-
4:2011.
Geluidvermogenniveau is getest in overeenstemming met Europese richtlijn 2000/
14/EC - Geluidsemissie in de omgeving door installatie voor gebruik buiten.
7.5 Trillingsmetingen
Producten worden getest op hand-/armvibratie (HAV)-niveau in overeenstemming
met ISO 5349, EN1033 en EN500-4, waar van toepassing.
HAV-foutmarges
De vibratie die via de hand wordt doorgevoerd naar de rest van het lichaam werd
gemeten volgens ISO 5349-1. Deze meting bevat een foutmarge van 1,5 m/sec
2
.
Machine
Geluidsdruk op locatie van de
operator dB(A)
Gegarandeerd
geluidsvermogen dB(A)
RD 7H 92 108
Machine
HAV m/sec
2
RD 7H
9,66
wc_tx003245nl_FM10.fm
73
Opmerkingen
wc_tx003245nl_FM10.fm
74
Schema RD 7
8 Schema
8.1 Hydraulisch schema
7
16
6
8
10
11
13
200 bar
2900 psi
12
100 bar
1450 psi
5
4
1
206 bar
3000 psi
2
15
14
3
P
10 micron
wc_gr003636
wc_tx003245nl_FM10.fm
75
RD 7 Schema
8.2 Hydraulische schema-onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Ontlastklep bekrachtiger 9 Aanvoerpomp
2 Regelklep bekrachtiger 10 Pomp bekrachtiger
3 Motor bekrachtiger 11 Aandrijfpomp
4 Aandrijfmotor achter 12 Ontlastklep vuldruk
5 Aandrijfmotor voor 13 Ontlastkleppen interne
aandrijfpomp
6 Retourfilter 14 Overdrachtsblok
7 Zuigfilter 15 Spruitstuk
8 Pompsamenstel 16 Tank
wc_tx003245nl_FM10.fm
76
Schema RD 7
8.3 Hydraulisch diagram
wc_gr003637
15
2
8
11
(9)
(12)
1
10
6
7
16
3
14
4
5
13
wc_tx003245nl_FM10.fm
77
RD 7 Schema
8.4 Hydraulische grafiekonderelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Ontlastklep bekrachtiger 9 Aanvoerpomp
2 Regelklep bekrachtiger 10 Pomp bekrachtiger
3 Motor bekrachtiger 11 Aandrijfpomp
4 Aandrijfmotor achter 12 Ontlastklep vuldruk
5 Aandrijfmotor voor 13 Ontlastkleppen interne
aandrijfpomp
6 Retourfilter 14 Overdrachtsblok
7 Zuigfilter 15 Spruitstuk
8 Pompsamenstel 16 Tank
wc_tx003245nl_FM10.fm
78
Schema RD 7
8.5 RD 7H-ES—Elektrische schema's
wc_gr003663
123456
213456
4
1
3
Br
P
B
R
0
8
wc_tx003245nl_FM10.fm
79
RD 7 Schema
8.6 RD 7H-ES—Componenten elektrische schema’s
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Sleutelschakelaar 5 Startmotor
2 15 Amp zekering 6 Regelaar
3 Wisselstroomdynamo 7 Alarm
4 Accu 8 Oliedrukschakelaar
Farvetabel
B Zwart R Rood Y Geel Or Oranje
G Groen T Beige Br Bruin Pr Paars
L Blauw V Violet Cl Transparan
t
Sh Schild
P Roze W Wit Gr Grijs LL Lichtblauw
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, D-80809 München, Tel.: +49-(0)89-3 54 02-0 Fax: +49 - (0)89-3 54 02-390
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Ave., Menomonee Falls, WI 53051
Tel. : (262) 255-0500 Fax: (262) 255-0550 Tel.: (800) 770-0957
Wacker Neuson Limited - Room 1701–03 & 1717–20, 17/F. Tower 1, Grand Century Place, 193 Prince Edward Road West, Mongkok, Kowloon, Hongkong.
Tel: (852) 3605 5360, Fax: (852) 2758 0032
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82

Wacker Neuson RD7H-ES Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor