Foto's afdrukken
• Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen op pagina 10
Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen
Een foto afdrukken op fotopapier
1. Haal al het papier uit de papierlade.
2. Plaats het fotopapier met de bedrukte zijde naar onder aan de rechterkant in de papierlade.
3. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomt.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
5. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
6. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
7. Klik op het tabblad Functies.
8. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte Basisopties. Selecteer vervolgens de
gewenste fotopapiersoort.
9. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte Formaatwijzigingsopties. Selecteer
vervolgens het juiste papierformaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht
weer en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
10. (Optioneel) Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel zijn, geeft de printersoftware
een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
11. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld Optimaal, in de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
Opmerking U kunt de instelling Maximum dpi met ondersteunde soorten fotopapier gebruiken om de
hoogste dpi-resolutie te krijgen. Als Maximum dpi niet in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit is opgenomen,
kunt u de instelling vanuit het tabblad Geavanceerd inschakelen.
12. Klik in het gedeelte HP Real Life-technologieën op de vervolgkeuzelijst Foto verbeteren en kies uit deze
opties:
• Uit: hiermee worden geen HP Real Life-technologieën op de afbeelding toegepast.
• Normaal: optimaliseert afbeeldingen met een lage resolutie; hiermee past u de scherpte van het beeld
enigszins aan.
13. Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
14. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
Opmerking Laat ongebruikt fotopapier niet in de papierlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, wat leidt tot
een mindere kwaliteit van de afdrukken. Laat om de beste resultaten te krijgen, de afgedrukte foto's niet
opstapelen in de papierlade.
Hoofdstuk 4
10 Afdrukken
Afdrukken