NEDERLANDS | ADV-300
15
7. Plaats de buiteneenheid in de inbouwschaal. Om te verhinderen
dat de buiteneenheid eruit valt, kunt u het meegeleverde montage-
hulpmiddel (16) gebruiken. Dit wordt heel eenvoudig met één van
de Torx-schroeven aan de inbouwschaal geschroefd en houdt de
buiteneenheid in positie.
8. Verwijder de afdekking boven de schroefklemmen van de buiten-
eenheid en voer de kabels via de daarvoor bedoelde doorvoer naar
binnen.
9. Sluit nu de kabels op de deurintercom aan. (Zie punt AANSLUITING)
Aanpassen van het naamplaatje en lichtveld
Het naamplaatje bestaat uit twee transparante kunststofdelen die met
2 respectievelijk 4 kleine schroeven met elkaar verbonden zijn.
10. Verwijder de twee schroeven van het naamplaatje en haal de twee
kunststof delen uit elkaar. Tussen deze beide delen ligt de folie
voor de belettering.
11. Beschrijf de folie met een veegvaste viltstift of print een naam-
plaatje* via de PC en printer uit.
12. Leg het beschreven naamplaatje (folie) tussen de beide kunststof
delen en schroef ze weer aan elkaar vast.
* Formaat van het naamplaatje:
ADV 310, ADV 320 en ADV 330: 71 mm x 34 mm
ADV 340 en ADV 360: 71 mm x 15 mm
Het lichtveld bestaat eveneens uit twee kunststofdelen. Het ene is vast
met de buitenunit verbonden, het andere is daar gewoon eroverheen
gestoken en kan er naar voren worden afgetrokken. Beschrijf de folie
met een veegvaste viltstift of print via de PC en printer een naamplaat-
je uit met de afmetingen 72 x 62 mm.
13. Om het frontpaneel weer op het buitenstation aan te kunnen
brengen, plaatst u het lichtveld met opschrift op de juiste plaats in
het buitenstation.
14. Het naambordje in het buitenstation plaatsen en fixeren met de
meegeleverde lijmstrip zodat deze er niet kunnen uitvallen. Als
alternatief kunt u het naambordje ook fixeren met transparante
tape.
15. Verwijder de montagehulp en beveilig het buitenstation manueel
zodat het er niet kan uitvallen. Een tweede persoon kan hierbij
helpen.
16. Plaats de frontcover op het buitenstation.
17. Schroef de frontcover met de 6 daarvoor voorziene torxschroeven
vast. Let erop dat u de schroeven niet overhelt of overdraait. Het
maximale aanhaalmoment bedraagt 1,2 Nm. Deze waarde
mag niet worden overschreden, anders kunnen de schroefdraa-
dinzetten in de IB-schaal onbruikbaar worden of er worden
uitgetrokken.
Tip: voor de afdichting van de frontplaat wordt een zelfklevende schui-
mafdichting meegeleverd. Deze wordt langs de rand aan de achterkant
op de frontplaat geplakt.
AANSLUITING
Klem de verlegde leiding op de audio, +15V, en GND (afb. 2.1, nr. 14)
van het buitenstation en verbind ze met het/de binnenstation/s. Aan
de binnenstations zijn deze ook voorzien en moeten slechts 1:1 met
elkaar worden verbonden.
Opmerking voor versies van meergezinswoningen: Per
wooneenheid is een 4-polige aansluitklem voorzien. De aansluitklem-
men zijn genummerd. Aansluitklem 1 is voor de onderste oproeptoets,
aansluitklem 2 voor de oproeptoets daarboven enz.
Aansluiting van een deuropener
De deuropener wordt direct met twee leidingen met het buitenstation
verbonden (afb. 2.2, nr. 12). Er is geen extra stroomvoorziening nodig
om de deuropener aan te sturen. De deuropener moet voor 12 volt ge-
lijkspanning voorzien zijn en mag niet meer dan 1A stroom gebruiken.
De beide aansluitklemmen vermelden „lock +“ en „lock -“ voor als de
deuropener correct op een elektrische pool moet worden aangesloten.
Aansluiting stroomvoorziening
De stroomvoorziening kan naar keuze op het binnen- en/of buitensta-
tion worden aangesloten. Hiervoor zijn afzonderlijke schroefklemmen
voorzien (afb. 2.2, nr. 13). Het is ook mogelijk om de stroomvoorzie-
ning rechtstreeks op de signaalleiding aan te sluiten, bijv. wanneer alle
signaalleidingen vanuit de zekeringkast naar de buiten- en binnenunits
werden gelegd. De adapter moet dan met massa (GND) en +15V (afb.
2.1, nr. 14) worden verbonden.
Met een adapter kunnen maximaal 8 eenheden van stroom worden
voorzien.
Bij meer dan acht eenheden is een tweede adapter nodig, bijv. wanneer
2 buiten- en 7 binnenstations moeten worden gebruikt.
De tweede adapter kan eenvoudig parallel op de eerste adapter worden
aangesloten.
De tweede adapter moet rechtstreeks op een korte leiding van het
verstebinnen- of buitenstation worden aangesloten zodat een eventueel
spanningsverlies aan de verbindingsleiding kan worden gecompenseerd.
INSTELMOGELIJKHEDEN
Aan het buitenstation is het volgende mogelijk om de installatie aan te
passen aan uw persoonlijke omstandigheden:
Geluidssterkte van het buitenstation
Met de potentiometer (afb. 2.3 nr.9) wordt het spraakvolume van het
buitenstation ingesteld. Voor volle geluidssterkte draait u de potenti-
ometer voorzichtig met de wijzers van de klok mee tot de aanslag en
dan een klein beetje terug. Door het draaien tegen de wijzers van de
klok in wordt de geluidssterkte verminderd.
ID-code
Indien er meerdere buitenstations parallel geschakeld worden ( bijv.
aan een poort en een huis), danwordt de ID-code ingesteld via de
DIP-schakelaar (afb. 2.2, nr. 11) . Daardoor is het mogelijk om de
individuele buitenunits na elkaar door een binnenunit te activeren.
ID1 = Schakelaar 1 „on“, schakelaar 2 „on“
ID2 = Schakelaar 1 “off”, schakelaar 2 “on”
ID3 = Schakelaar 1 “off”, schakelaar 2 “off”
Openingstijd van de deuropener
Via de DIP-schakelaars (afb. 2.3, nr. 10) wordt ingesteld hoelang de
deuropener moet worden geactiveerd. De instelmogelijkheden zijn
1 seconde of 5 seconden. 5 Seconden is standaard ingesteld en
functioneert voor de meest gangbare deuropeners.
1,2 Nm
ADV-300_I-Manual_Fin1.indd 15 29.10.12 11:46