30
31
Zendersensoren voor de buitenmeting registreren
1. Plaats allereerst twee AAA-batterijen in het hoofdtoestel. Zodra de temperatuurweergave
- - . – weergeeft, terwijl het zendmastsymbool twee minuten lang knippert, is de sensor-
zoekfunctie van het hoofdtoestel geactiveerd.
2. Plaats vervolgens twee AAA-batterijen in de buitensensor. Als de LED aan de voorkant
ongeveer iedere twee seconden éénmaal knippert is kanaal 1 actief.
3. Als de LED op de sensor knippert, en u éénmaal op de [Kanaal]-toets drukt, wordt kanaal
2 geactiveerd. Als u verder op de [Kanaal]-toets drukt kunt u tot kanaal 3 wisselen.
De LED knippert zo vaak als het nummer van het geactiveerde kanaal, d.w.z. zij knippert
bijvoorbeeld tweemaal indien kanaal 2 geselecteerd is.
Aanwijzing: Als u tien seconden lang geen toets indrukt, wordt de modus voor de kanaalin-
stelling beëindigd en het radiograsch signaal gezonden. Het hoofdtoestel
registreert nu de temperatuurwaarde van de sensor.
Automatische kanaalwisseling
Het toestel is voorzien van een automatische kanaalwisselfunctie. Indien deze functie is geac-
tiveerd toont het toestel cyclisch steeds zes seconden lang beurtelings de temperaturen van de
afzonderlijke buitensensoren.
1. Als u de temperatuurwaarde en de luchtvochtigheidswaarde van een bepaalde sensor
handmatig wilt oproepen drukt u op de [ ]-toets tot het gewenste kanaal-
nummer wordt weergegeven.
2. Om de automatische kanaalwisseling te activeren drukt u meerdere malen achter elkaar op
de [
]-toets totdat het in animatie weergegeven rolpijlsymbool naast de kanaalweergave
verschijnt.
Klok met DCF77 radiograsche besturing
De tijdbasis voor het radiograsch (tijd-)signaal wordt door de in Braunschweig gestationeerde
cesium-atoomklok (ofciële standaardklok voor Duitsland) geleverd. Het gecodeerde tijdsignaal
wordt vervolgens in Mainingen bij Frankfurt/M. (Duitsland) op de lange golffrequentie 77,5
kHz uitgestraald. Het bereik van dit signaal is ongeveer 1.500 km d.w.z. het signaal bestrijkt het
grootste deel van West- en Midden-Europa. Binnen dit bereik is de ontvangen tijd zeer nauw-
keurig. Zodra de sensorsignalen worden ontvangen knippert het zendmastsymbool. Het toestel
geeft daarmee aan dat het gereed is voor de ontvangst van het DCF77-radiograsch tijdsignaal.
Het zendmastsymbool toont aan de hand van de volgende vier toestanden de sterkte van het
ontvangen DCF77-radiograsch tijdsignaal:
zeer zwak zwak middelmatig sterk
Na de ontvangst van het tijdsignaal wordt het zendmastsymbool continu getoond en de tijd en
datum worden automatisch geactualiseerd.
Aanwijzing: tijdens de tien minuten, gedurende welke het tijdsignaal wordt ontvangen, zijn
alle handmatige instellingen geblokkeerd. Indien u gedurende deze tijd handmatig
instellingen wilt verrichten drukt u éénmaal op de [ + ]-toets om de ontvangst-
functie te deactiveren. Indien u de klok tijdens normaal gebruik handmatig naar
de ontvangstmodus wilt omschakelen dan houdt u dezelfde toets twee seconden
lang ingedrukt.
Tijd en datum instellen
1. Door twee seconden op de [ ]-toets te drukken kunt u de tijd instellen.
Het 24-uur-symbool knippert.
2. Druk op de toets [ + ] of [ - ] om tussen de 24- en 12-uur weergave te wisselen.
Druk vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets.
3. De uren knipperen. Stel het gewenste uur in. Met de [ + ]-toets verhoogt u het aantal uren
en met [ - ] verkleint u het aantal steeds met één uur. Voor een snelle instelling houdt u de
betreffende toets ingedrukt. Druk vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets.
4. De minuutcijfers knipperen. Met de toets [ + ] resp. [ - ] kunt u de minuten instellen.
Voor een snelle instelling houdt u de betreffende toets ingedrukt. Druk vervolgens ter
bevestiging op de [ ]-toets.
Aanwijzing: als u de minuutcijfers wijzigt worden de seconden automatisch op nul gere-
set.
5. De jaarcijfers knipperen en het [Yr]-symbool wordt weergegeven. Stel met de toets [ + ]
resp. [ - ] het jaar in. Druk vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets.
Aanwijzing: het betreffende jaar kan alleen van 2000 tot 2099 ingesteld worden.
6. De symbolen D en M knipperen. Druk op [ + ] of [ - ] om de weergave in D M (dag-maand) of
M D (maand-dag) in te stellen. Druk vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets.
7. De maandcijfers knipperen. Stel met de toets [ + ] resp. [ - ] de gewenste maand in. Druk
vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets. Stel de datum op dezelfde manier in.
Dagelijkse wek-/ alarmtijd instellen
1. Tijdens de tijdweergave drukt u tweemaal op de [ ]-toets om de wek-/ alarmtijd
gedurende tien seconden weer te geven.
2. Als u de [ - ]-toets in de wek-/ alarmtijdmodus indrukt wordt de dagelijkse wek-/
alarmfunctie geactiveerd resp. gedeactiveerd.
3. Door twee seconden op de [ ]-toets te drukken kunt u de wek-/alarmtijd instellen.
4. De uren knipperen. Stel het gewenste uur in. Met de [ + ]-toets verhoogt u het aantal uren
en met [ - ] verkleint u het aantal steeds met één uur. Voor een snelle instelling houdt u de
betreffende toets ingedrukt. Druk vervolgens ter bevestiging op de [ ]-toets.