Dolmar MWCS, MB-CS, MBCS, MW-CS de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dolmar MWCS de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
50 NEDERLANDS
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: MB-CS
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met borstels) 1.145 mm x 600 mm x 362 mm
Nettogewicht 6,3 kg
Breedte van borstel 600 mm
Buitendiameter van borstel 250 mm
Model: MW-CS
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met veegtrommels) 1.159 mm x 600 mm x 362 mm
Nettogewicht 7,2 kg
Breedte van veegtrommel 590 mm
Buitendiameter van veegtrommel 265 mm
• Inverbandmetononderbrokenresearchenontwikkelingbehoudenwijonshetrechtvoorbovenstaandetech-
nischegegevenstewijzigenzondervoorafgaandekennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Goedgekeurd aandrijfsysteem
Dit hulpstuk is alleen goedgekeurd voor gebruik met de
volgendeaandrijfsystemen:
• MultifunctioneelaandrijfsysteemCS-246.4C
• MultifunctioneelaccuaandrijfsysteemAC3611
WAARSCHUWING: Gebruik het hulpstuk
nooit met een niet-goedgekeurd aandrijfsysteem.
Een niet-goedgekeurde combinatie kan leiden tot
ernstig letsel.
Symbolen
Hieronderstaandesymbolendieophethulpstukenin
dezegebruiksaanwijzingwordengebruikt.Udientde
betekenis ervan te kennen.
Besteedbijzonderezorgenaandacht!
Leesdegebruiksaanwijzing.
Draag een veiligheidshelm, oog- en
gehoorbescherming!
Draag stevige schoenen met antislipzolen.
Veiligheidsschoenen met stalen neuzen
worden aanbevolen!
Houd omstanders op minstens 5 m
afstand.
De borstels en veegtrommels draaien in de
richtingaangegevendoordepijl.
Leterbijhetaanbrengenvandeborstels
of veegtrommels op dat het tandwielhuis
omhoogwijst.
Gebruiksdoeleinden
MB-CS
Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het vegen van de
ondergrond en paden in combinatie met een goedgekeurd
aandrijfsysteem.Gebruikhethulpstuknooitvoorandere
doeleinden. Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig
letsel. Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik.
MW-CS
Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het opruimen
van nat materiaal, zoals bladeren en vuil, en voor het
verwijderenvanwatervanafhardeondergrondenin
combinatiemeteengoedgekeurdaandrijfsysteem.
Gebruik het hulpstuk nooit voor andere doeleinden.
Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig letsel.
Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik.
EU-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
Wijalsdefabrikanten:Makita Europe N.V.,
Bedrijfsadres:Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070
Kortenberg, BELGIË. Stellen Yasushi Fukaya
aan om het technische bestand samen te stellen
enverklarenondereigenverantwoordelijkheiddat
het/deproduct(en);Aanduiding:Borstelhulpstuk /
Vegerhulpstuk.Aanduidingvantype(n):BR400MP,
MB-CS / SW400MP, MW-CS.
Voldoet aan de relevante voorwaarden van 2006/42/EG
en tevens voldoet aan de relevante voorwaarden van de
volgendeEG/EU-richtlijnen:enzijngefabriceerdinovereen-
stemming met de volgende geharmoniseerde normen: EN
60335-1:2012+A11:2014+A12:2017, EN 60335-2-72:2012.
Plaats en datum van verklaring: Kortenberg, België.
26.01.2018
Verantwoordelijkepersoon:Yasushi Fukaya, directeur
- Makita Europe N.V.
51 NEDERLANDS
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Veiligheidswaarschuwingen
voor een aangedreven borstel/
aangedreven veger
WAARSCHUWING: Lees voor gebruik
alle veiligheidswaarschuwingen, instructies,
afbeeldingen en technische gegevens die bij dit
apparaat werden geleverd, en tevens de gebruiks-
aanwijzing van het aandrijfsysteem. Als niet alle
onderstaande instructies worden opgevolgd, kan dat
leiden tot brand en/of ernstig letsel van de gebruiker
en/of omstanders.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De termen “aangedreven borstel/aangedreven veger”
en “apparaat” in de waarschuwingen en voorzorgsmaat-
regelenverwijzennaardecombinatievanhethulpstuk
enhetaandrijfsysteem.
De term “motor” in de waarschuwingen en voorzorgs-
maatregelenverwijstnaardebenzinemotorofelektro-
motorvanhetaandrijfsysteem.
Algemene veiligheid
1. Een beginnende of onervaren gebruiker moet
zich door de dealer laten instrueren in de vol-
ledige bediening van dit apparaat. Laat in geen
geval kinderen, personen met een verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen,
of gebrek aan kennis en ervaring, en personen
die de gebruiksaanwijzing niet gelezen heb-
ben, het apparaat gebruiken. Kinderen dienen
onder toezicht te staan om ervoor te zorgen
dat zij niet met het apparaat spelen.
2. Het verdient aanbeveling het apparaat uit-
sluitend uit te lenen aan mensen die bewezen
hebben ervaren te zijn. Geef altijd de gebruiks-
aanwijzing mee.
3. Let altijd goed op, kijk naar wat u aan het doen
bent, en gebruik uw gezond verstand tijdens
het werken met het apparaat. Gebruik het
apparaat niet wanneer u moe bent, of onder
invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen.
Eenogenblikvanonoplettendheidkantijdenshet
gebruik van het apparaat leiden tot ernstig per-
soonlijkletsel.
4. Vermijd het gebruik van het apparaat onder
slechte weersomstandigheden, met name
wanneer de kans op bliksem bestaat.
5. Houd u aan alle nationale en lokale regelge-
ving omtrent het gebruik van elektrische appa-
raten buitenshuis.
6. Probeer nooit het apparaat te wijzigen.
7. Denk eraan dat de gebruiker verantwoordelijk
is voor ongevallen en gevaren die personen of
hun eigendommen kunnen overkomen.
Veiligheid op de werkplek
WAARSCHUWING: Houd de aangedre-
ven borstel/aangedreven veger uit de buurt van
hoogspanningsleidingen en communicatiekabels.
Als u een hoogspanningsleiding nadert of aanraakt
met de aangedreven borstel/aangedreven veger,
kandatleidentotdedoodofernstigletsel.Kijkofer
hoogspanningsleidingen of schrikdraadafrasteringen
indebuurtvanhetwerkgebiedzijnvoordatumetde
werkzaamheden begint.
1.
Bedien het apparaat alleen bij goed zicht en daglicht.
Bedien het apparaat niet in het donker of in mist.
2. Start en bedien de motor alleen buitenshuis op
een goed geventileerde plaats. Gebruik in een
gesloten ruimte of op een slecht geventileerde
plaats kan leiden tot de dood als gevolg van ver-
stikking of koolmonoxidevergiftiging.
3. Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
gen, stenen en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint.Zij
kunnen de borstels of veegtrommels beschadigen.
4. Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele
of gladde ondergrond of op een steile helling
staan. Let in de winter op ijs en sneeuw, en
zorg er altijd voor dat u stevig staat.
5. Werk niet in de buurt van afrasteringen, stron-
ken of boomwortels.Zijkunnendeborstelsof
veegtrommels beschadigen.
6.
Werk niet in de buurt van gebouwen, auto’s en
andere eigendommen. Deze kunnen worden bescha-
digd door stenen en rommel die door de aangedreven
borstel/aangedreven veger worden geraakt.
7. Het reinigen van een synthetische vloer kan
statische elektriciteit genereren, en er is kans
op een elektrische schok of ongeval.
Persoonlijke-veiligheidsmiddelen
1.
Draag altijd een sterke lange broek, stevige schoe-
nen, handschoenen en een shirt met lange mou-
wen. Draag geen loszittende kleding, sieraden, een
korte broek of sandalen, en werk niet blootsvoets.
Bind uw haar op tot boven schouderhoogte.
2.
Draag altijd een veiligheidsbril om uw ogen tegen
letsel te beschermen tijdens het gebruik van het
apparaat. De veiligheidsbril moet voldoen aan ANSI
Z87.1 in de VS, EN 166 in Europa, of AS/NZS 1336
in Australië/Nieuw-Zeeland. In Australië/Nieuw-
Zeeland is het wettelijk verplicht om ook een spat-
scherm te dragen om uw gezicht te beschermen.
52 NEDERLANDS
Het is de verantwoordelijkheid van de werkge-
ver om ervoor te zorgen dat veiligheidsmidde-
len gebruikt worden door de gebruikers van
het gereedschap en anderen in de onmiddel-
lijke omgeving van de werkplek.
3. Draag gehoorbescherming, zoals oorkappen.
Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot
gehoorbeschadiging.
4. Draag altijd stevige schoenen met een antis-
lipzool. Dit beschermt uw voeten tegen letsel en
garandeert dat u stevig staat.
5. Draag zo nodig een stofmasker.
Brandstof bijvullen
1. Zet de motor uit voordat u brandstof bijvult.
Blijf uit de buurt van open vuur en vonken.
Rook nooit tijdens het bijvullen van de
brandstof. Anders kan brand en/of een explosie
ontstaan.
2. Vul brandstof alleen bij in de open lucht. Als u
brandstofbijvultineenafgeslotenvertrek,kande
brandstofdamp exploderen.
3. Vermijd contact met brandstof en motorolie.
Adem geen brandstofdampen in. Als brandstof
of olie wordt gemorst, veegt u het onmiddellijk
van het apparaat of de grond af. Als brandstof
wordt gemorst op uw kleren, moet u onmiddel-
lijk andere kleren aantrekken om te voorkomen
dat deze vlam vatten.
4. Draai na het bijvullen van brandstof de
brandstoftankdop stevig vast en controleer
op brandstoekkage. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van de brandstof-
bron en bijvulplaats.
5. Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in
goedgekeurde jerrycans. Houd kinderen uit de
buurt van de opgeslagen brandstof.
De aangedreven borstel/aangedreven
veger starten
1. Alvorens het apparaat te monteren of af te stel-
len, zet u de motor uit en trekt u de bougiekap
eraf of verwijdert u de accu.
2. Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u
de borstels of veegtrommels hanteert.
3. Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen
voordat u de motor start.
4. Voordat u de motor start, inspecteert u het
apparaat op beschadigingen, losse schroeven/
moeren en verkeerde montage. Controleer
of alle bedieningshendels en -schakelaars
gemakkelijk kunnen worden bediend. Maak de
handgrepen schoon en droog.
5. Probeer nooit de motor te starten als het
apparaat beschadigd is of nog niet volledig
gemonteerd is met de juiste beschermkappen,
platen of andere veiligheidsmiddelen. Anders
kan ernstig letsel ontstaan.
6. Voordat u de motor start, controleert u zorg-
vuldig of de borstels of veegtrommels niet uw
lichaam of andere voorwerpen raken. Als u de
motorstartterwijldeborstelsofveegtrommelseen
vreemd voorwerp raken, kan dat leiden tot een
ernstig ongeval.
7. Voordat u de motor start, verzekert u zich
ervan dat zich geen personen of dieren binnen
het werkgebied bevinden.
8. Stel het schouderdraagstel en de handgreep af
op de lichaamsgrootte van de gebruiker.
9.
Vervang de borstels of veegtrommels als deze gebar-
sten, verbogen of beschadigd zijn. Beschadigde bor-
stelsofveegtrommelskunnentijdensgebruikinstukken
uiteen vliegen en ernstig letsel veroorzaken.
10. Start en bedien het apparaat alleen buitenshuis
in een goed geventileerde omgeving. Gebruik in
een gesloten ruimte of op een slecht geventileerde
plaats kan leiden tot de dood als gevolg van ver-
stikking of koolmonoxidevergiftiging.
11. Wanneer u de motor start, zet u het apparaat
op een stevige ondergrond, bewaart u goed uw
evenwicht en zorgt u ervoor dat u stevig staat.
12. Wanneer u aan de trekstarthandgreep van de
motor trekt, houdt u het aandrijfsysteem met
uw linkerhand stevig tegen de grond gedrukt.
Ga nooit op de aandrijfschacht van het aan-
drijfsysteem staan.
13. Als de borstels of veegtrommels bij stationair
toerental ronddraaien, zet u de motor uit en
verlaagt u het stationair toerental. Anders kan
onbedoeld aanraken van ronddraaiende borstels
of veegtrommels leiden tot ernstig letsel.
14. Zet de motor onmiddellijk uit als u enige sto-
ring waarneemt.
15. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem om de motor te starten.
Vervoeren
1. Zet de motor uit tijdens het vervoeren. Anders
kan door onbedoeld starten kan letsel ontstaan.
2. Verzeker u ervan dat tijdens vervoer per auto
het apparaat op een veilige plaats ligt om te
voorkomen dat er brandstof uit lekt.
3. Til het hele apparaat op van de grond wanneer
u het apparaat draagt. Als u het apparaat sleept,
wordt de brandstoftank beschadigd en een lekk-
age veroorzaakt waardoor brand ontstaat.
4. Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt
u het horizontaal door de schacht vast te pak-
ken. Houd de hete uitlaatdemper uit de buurt
van uw lichaam.
Bediening
1. Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten
minste 5 meter uit de buurt van de aangedre-
ven borstel/aangedreven veger. Zet de motor
uit zodra iemand dichterbij komt.
2. In geval van nood zet u de motor onmiddellijk
uit.
3. Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u de motor uit. Gebruik het apparaat niet meer
totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen.
4. Terwijl de motor slechts stationair loopt,
maakt u het gereedschap vast aan het
schouderdraagstel.
5. Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het apparaat stevig tegen uw
rechterzij.
53 NEDERLANDS
6.
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en
houd de achterhandgreep met uw rechterhand vast,
ongeacht of u links- of rechtshandig bent. Vouw uw
vingers en duimen om de handgrepen.
7. Probeer nooit het apparaat met één hand te
bedienen. Als u de controle over het apparaat
verliest, kan dat leiden tot ernstig of fataal
letsel. Om de kans op letsel te verkleinen,
houdt u uw handen en voeten uit de buurt van
de borstels of veegtrommels.
8. Breng tijdens gebruik de borstels of veegtrom-
mels nooit hoger dan heuphoogte.
9. De borstels of veegtrommels blijven gedu-
rende een korte tijd doordraaien nadat de
gashendel is losgelaten of de motor is uitge-
zet. Raak de borstels of veegtrommels niet
onmiddellijk aan.
10.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand
en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen
obstakels, zoals boomstronken, boomwortels en
greppels, om te voorkomen dat u valt.
11. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de
draairichting van de borstels of veegtrom-
mels omkeert of het apparaat naar u toe trekt.
Als het aandrijfsysteem de draairichting kan
omkeren, gebruikt u dit alleen wanneer het
noodzakelijk is.Tijdensgebruikmetomgekeerde
draairichting, zal de aangedreven borstel/aange-
dreven veger aan u trekken wanneer de borstels
of veegtrommels de grond raken.
12. Overbelast het apparaat niet door te proberen
te hard of te snel te duwen. Het apparaat zal
onderdejuistebelastingbeterwerkenenerisdan
een lager risico op letsel.
13. Verhoog het toerental van de motor niet terwijl
de borstels of veegtrommels geblokkeerd
worden. Hierdoor neemt de belasting toe en zal
het apparaat beschadigd worden.
14. Nadat tegen het apparaat is gestoten of het
is gevallen, controleert u de staat van het
apparaat voordat u de werkzaamheden hervat.
Controleer het brandstofsysteem op brand-
stoekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op juiste werking.
Als enige beschadiging zichtbaar is of u twij-
felt, vraagt u ons erkende servicecentrum om
inspectie en reparatie.
15. Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwiel-
huis wordt tijdens gebruik erg warm.
16.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door ver-
moeidheid de controle over het gereedschap verliest.
Wijadviserenuiederuur10tot20minutenterusten.
17. Wanneer u het apparaat achterlaat, al is het
maar even, zet u altijd de motor uit of verwij-
dert u de accu. Een onbeheerd apparaat met een
draaiende motor kan door onbevoegden worden
gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
18. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem voor het juiste gebruik van de
gashendel en schakelaar.
19. Leg tijdens of na gebruik het warme apparaat
niet op droog gras of brandbare materialen.
20. Als vreemde voorwerpen verstrikt raken in de
borstels of veegtrommels, zet u de motor uit,
trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de
accu, en verwijdert u de obstakels.
21. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
borstels of veegtrommels. Aanraking van de
borstels of veegtrommels kan leiden tot ern-
stig letsel. Alvorens de borstels of veegtrom-
mels te hanteren, zet u de motor uit en trekt u
de bougiekap eraf of verwijdert u de accu.
22. Controleer de borstels of veegtrommels vaak
tijdens gebruik op barsten of beschadigingen.
23. Zet altijd de motor uit of verwijder de accu
voordat u rommel of vreemde voorwerpen
verwijdert vanaf de borstels of veegtrommels.
24. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aan-
drijfsysteem voor informatie over het starten
en bedienen van het apparaat.
Trillingen
Blootstelling aan buitensporige trillingen bescha-
digt de bloedvaten of het zenuwstelsel van de
gebruiker en veroorzaakt de volgende symptomen
in de vingers, handen of polsen: ‘slapen’ (gevoel-
loosheid), tintelen, pijn, stekend gevoel, veranderen
van huidskleur of van de huid. Als een van deze
symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw dokter.
Om de kans op deze ‘witte-vingerziekte’ te verklei-
nen, houdt u uw handen warm tijdens gebruik en
onderhoudt u het apparaat en de accessoires goed.
Onderhoud uitvoeren
1. Voordat u enige onderhouds-, reparatie- of
schoonmaakwerkzaamheden uitvoert aan het
apparaat, zet u altijd de motor uit en trekt u de
bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Wacht
totdat de motor is afgekoeld.
2. Om de kans op brand te verkleinen, mag u
nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uitvoeren in de buurt van een vuur.
3. Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer
u de borstels of veegtrommels hanteert.
4.
Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereedschap.
Gebruik voor dit doel nooit benzine, wasbenzine,
thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren,
vervormen of barsten van de kunststofdelen.
5. Draai na gebruik alle schroeven en moeren
vast, uitgezonderd de stelschroeven van de
carburateur.
54 NEDERLANDS
6. Vervang de borstels of veegtrommels als deze
beschadigd zijn.
7.
Probeer geen onderhoud of reparatie uit te
voeren die niet in deze gebruiksaanwijzing of
de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem
wordt beschreven. Vraag ons erkend servicecen-
trum om dergelijke werkzaamheden uit te voeren.
8. Volg de instructies voor het smeren en het
vervangen van accessoires.
9. Gebruik altijd uitsluitend originele vervan-
gingsonderdelen en accessoires. Als u onder-
delen of accessoire van derden gebruikt, kan
het gereedschap defect raken, eigendommen
worden beschadigd en/of ernstig letsel worden
veroorzaakt.
10. Verzoek regelmatig ons erkend service-
centrum om het apparaat te inspecteren en
onderhouden.
Opslag
1.
Alvorens het apparaat op te bergen, voert u alle
schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden uit.
Trek de bougiekap eraf of verwijder de accu. Tap
de brandstof af nadat de motor is afgekoeld.
2. Berg het gereedschap op een droge en hoge
of afgesloten plaats op, buiten bereik van
kinderen.
3. Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan
leunen, zoals tegen een muur. Als u dit doet, kan
het plotseling vallen en letsel veroorzaken.
EHBO
1. Zorg dat ervoor dat een EHBO-doos beschik-
baar is in de buurt waar wordt gewerkt om
eerste hulp te bieden bij een eventueel onge-
val. Vul direct na gebruik van de inhoud de
EHBO-doos weer aan.
2. Geef de volgende informatie wanneer u om
hulp vraagt:
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonden
Soort letsels
Uw naam
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit
gereedschap kan stof opwerpen waarin chemi-
sche bestanddelen kunnen zitten die ziekten aan
de luchtwegen of andere ziekten kunnen veroor-
zaken. Enkele voorbeelden van deze chemische
bestanddelen zijn verbindingen die gevonden
worden in pesticiden, insecticiden, meststoffen
en herbiciden. Het risico van deze blootstellingen
varieert en hangt af van hoe vaak u dit soort werk-
zaamheden uitvoert. Om blootstelling aan deze
chemische stoffen te verminderen: moeten de
werkzaamheden uitgevoerd worden in een goed
geventileerde werkomgeving en gebruikmakend
van goedgekeurde beschermingsmiddelen, zoals
stofmaskers die ontworpen zijn om microsco-
pisch kleine deeltjes te kunnen lteren.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
Borstelhulpstuk
2
1
7
6
5
3 4
1. Dop 2.Pijp3. Beschermkap 4. Klem 5. Borstel
6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel
Vegerhulpstuk
2
6
5
3
4
1
7
1. Dop 2.Pijp3. Beschermkap 4. Klem
5. Veegtrommel 6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel
55 NEDERLANDS
MONTAGE
WAARSCHUWING: Alvorens het gereed-
schap te monteren of af te stellen, zet u de (ben-
zine- of elektro)motor uit en trekt u de bougiekap
eraf of verwijdert u de accu. Anders kunnen de
borstels, trommels of andere onderdelen gaan rond-
draaien en ernstig letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Leg het gereedschap
altijd op de grond wanneer u het afstelt of onder-
delen aanbrengt. Als u onderdelen aanbrengt of
hetgereedschapafsteltterwijlhetrechtopstaat,kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
Het hulpstuk aanbrengen
1. Verwijderdeklemvanafdeborstelofveegtrom-
mel aan de linkerkant van de borstel-eenheid of veeg-
trommel-eenheid,enverwijderdaarnadeborstelof
veegtrommel.
1
2
1. Borstel 2. Klem
2. Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis los.
1
2
1. Schroef 2. Tandwielhuis
3.
Verwijderde2doppenvanafbeideuiteindenvandepijp.
1
2
1.Pijp2. Dop
KENNISGEVING: Gooi de doppen niet weg
omdat deze weer nodig zijn voor het opbergen
van het hulpstuk.
4. Bevestigdebeschermkapendebusaandepijp.
2
3
4
1
1. Pen 2.Pijp3. Beschermkap 4. Bus
56 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Steek het uiteinde van de
pijp waar geen pen op zit in de beschermkap en
de bus.
5. Zorg ervoor dat het tandwielhuis en de pen op de
pijpomhoogwijzenensteekvervolgensdepijpinhet
tandwielhuis.
1
2
3
1. Tandwielhuis 2.Pijp3. Pen
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat het tand-
wielhuis en de pen op de pijp omhoog wijzen en
de beschermkap is bevestigd in de richting aan-
gegeven in de afbeelding.
12 3
1. Tandwielhuis 2. Beschermkap 3. Pen
6. Lijnhetschroefgatindepijpuitmethetgatinhet
tandwielhuisdoordepijprondtedraaien.
1
2
1. Gat 2.Pijp
7. Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis vast.
1
2
1. Schroef 2. Tandwielhuis
8. Draai de 2 schroeven op de beschermkap vast.
1
2
3
4
1. Schroef 2. Beschermkap 3. Bus 4. Tandwielhuis
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat er geen
opening zit tussen het tandwielhuis en de bus, en
ook niet tussen de bus en de beschermkap.
57 NEDERLANDS
9. Breng de borstel of veegtrommel aan op de
borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig
daarna de klem aan op de borstel of veegtrommel.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo
naar buiten wijst.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de veegtrommels op dat ze worden aange-
bracht in de richting aangegeven in de afbeelding
zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in
elkaar aangrijpen.
12
1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis
De hulpstukpijp bevestigen
LET OP: Controleer na het aanbrengen altijd
of de hulpstukpijp stevig is bevestigd.Dooronjuist
aanbrengenkanhethulpstukvanhetaandrijfsysteem
afvallenenpersoonlijkletselveroorzaken.
Bevestigdepijpvanhethulpstukaanhet
aandrijfsysteem.
1. Kantel de hendel naar het hulpstuk.
1
1. Hendel
2. Lijndepenuitmetdepijlmarkering.Steekde
hulpstukpijperintotdeontgrendelknopomhoogspringt.
Zorgervoordatdepositielijntegendepuntvande
pijlmarkeringligt.
1
2
3
4
1. Ontgrendelknop 2.Pijlmarkering3. Pen
4.Positielijn
3. Kanteldehendelnaarhetaandrijfsysteem.
1
1. Hendel
Zorg ervoor dat het bovenvlak van de hendel parallel
ligtaandepijp.
KENNISGEVING: Zet de hendel niet vast zon-
der dat de hulpstukpijp erin is gestoken. Als u dit
doet,kandehendeldeingangvoordeaandrijfscha-
chtteverdichtknijpenenbeschadigen.
Omdepijpteverwijderen,kanteltudehendelnaarhet
hulpstukentrektudepijperuitterwijludeontgrendel-
knop ingedrukt houdt.
Fig.12
3
1
2
1. Ontgrendelknop 2. Hendel 3.Pijp
58 NEDERLANDS
BEDIENING
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
WAARSCHUWING: Stel voor gebruik de
positie van het bevestigingsoog en het schouder-
draagstel af op comfortabel gebruik.
WAARSCHUWING: Draag een stofmasker
en zorg voor een goede ventilatie in het werkge-
bied. Sommige materialen bevatten chemische
stoffen die giftig kunnen zijn. Let op dat u geen
stof inademt en zorg dat er niets op uw huid komt.
LET OP: Verwijder voor gebruik harde en/of
lange voorwerpen, zoals stenen, blikjes en tou-
wen, uit het werkgebied. Deze kunnen de borstels
of veegtrommels beschadigen, of het draaien van de
borstels of veegtrommels hinderen.
Als het te reinigen oppervlak droog is, sprenkelt u er
water op om het opwerpen van stof te verminderen.
Houd de aangedreven borstel/aangedreven veger
onder een kleine hoek en duw de aangedreven borstel/
aangedreven veger met loopsnelheid vooruit.
LET OP: Hoe groter de hoek wordt, hoe
moeilijker het is om de aangedreven borstel/aan-
gedreven veger onder controle te houden, en hoe
waarschijnlijker het is dat u naar achteren wordt
geduwd door de aangedreven borstel/aangedre-
ven veger.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Alvorens het gereed-
schap te inspecteren of te onderhouden, zet u de
motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwij-
dert u de accu. Anders kan de borstel, veegtrommel
of andere onderdelen gaan ronddraaien en ernstig
letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Leg het gereedschap
altijd op de grond wanneer u het inspecteert of
onderhoudt. Als u onderdelen aanbrengt of het
gereedschapafsteltterwijlhetrechtopstaat,kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle repara-
ties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd
door een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum of het
fabrieksservicecentrum,enaltijdmetgebruikmaking
van originele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen.
Het hulpstuk reinigen
Het hulpstuk kan met water worden gewassen. Gebruik
eennylonborstelofietssoortgelijksomhetvuilerafte
wassen.
3
2
1
1.Aandrijfsysteem2.Pijpuiteinde3. Tandwielhuis
59 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Giet geen water over het
aandrijfsysteem en het pijpuiteinde. Hierdoor kan
een storing van het hulpstuk ontstaan.
Voorgemakkelijkerreinigenkuntudeborstelof
veegtrommelverwijderenvanafdeborstel-eenheidof
veegtrommel-eenheid. Raadpleeg de instructies voor
het vervangen van de borstels of veegtrommels in deze
gebruiksaanwijzing.
Algehele inspectie
Draai losse bouten, moeren en schroeven vast.
Controleer op beschadigde onderdelen, borstels
of veegtrommels. Vraag ons erkende servicecen-
trum om het zo nodig te vervangen.
De borstels, veegtrommels en
beschermkap inspecteren
Controleer en reinig de borstels, veegtrommels en
beschermkapdagelijks.Alsdezeversleten,verbogenof
gebarstenzijn,vervangtuze.
De borstels of veegtrommels
vervangen
1. Verwijderdeklemmenvanafdeborstelsof
veegtrommels,enverwijderdaarnadeborstelsof
veegtrommels.
1
2
1. Borstel 2. Klem
2. Breng de borstels of veegtrommels aan op de
borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig
daarna de klemmen.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo
naar buiten wijst.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de veegtrommels op dat ze worden aange-
bracht in de richting aangegeven in de afbeelding
zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in
elkaar aangrijpen.
12
1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis
Bewegende delen smeren
KENNISGEVING: Houd u aan de frequentie
en de opgegeven hoeveelheid vet. Als u dat niet
doet, kunnen door onvoldoende smering de bewe-
gende delen worden beschadigd.
Tandwielhuis:
LET OP: Breng geen vet aan terwijl het tand-
wielhuis heet is. Het hete tandwielhuis kan brand-
wonden veroorzaken.
Vul ongeveer 30 ml smeervet (Makita-smeervet SG
No.0)gelijkmatigbijviadesmeeropeningelke25
bedrijfsuren.
Verwijdermetbehulpvandebijgeleverdetorxsleutel
de bout naast de smeerpunt-markering op het tand-
wielhuis. Draai de bout aan de andere kant los zodat
de lucht in het tandwielhuis kan ontsnappen wanneer u
smeervetbijvult.
Nadathetsmeervetisbijgevuld,draaitudebouten
weer vast.
60 NEDERLANDS
1
2
1. Bout 2. Tandwielhuis
Aandrijfas:
Vulsmeervet(Makita-smeervetSGNo.0)bijelke25
bedrijfsuren.
OPMERKING: Origineel Makita/Dolmar-smeervet
kanwordenaangeschaftbijuwplaatselijkeMakita/
Dolmar-dealer.
Opslag
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
Alshethulpstuklosvanhetaandrijfsysteemwordt
opgeborgen, brengt u de dop aan op het uiteinde van
de schacht.
Interval voor inspectie en onderhoud
Bedrijfsuren Vóór gebruik Dagelijks (10 uur) 25 uur
Hele apparaat Visueel inspecteren op beschadigde
onderdelen
- -
Alle bevestigingsschroeven en
-moeren
Vastdraaien
- -
Borstels, veegtrommels en
beschermkap
Reinigen en visueel inspecteren op
beschadigde onderdelen
-
-
Tandwielhuis Smeervet aanbrengen - -
Aandrijfas Smeervet aanbrengen - -
Aandrijfsysteem Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhetaandrijfsysteem.
61 NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens om reparatie te vragen, voert u eerst uw eigen inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet wordt
beschrevenindezegebruiksaanwijzing,magunietproberenhetgereedschaptedemonteren.Inplaatsdaarvan
vraagtueenerkendDolmar/Makita-servicecentrumdataltijdDolmar/Makita-vervangingsonderdelengebruikt,om
het gereedschap te repareren.
Probleemomschrijving Waarschijnlijke oorzaak (storing) Oplossing
De (benzine- of elektro)motor start
niet.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
De (benzine- of elektro)motor stopt
spoedig.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
Het (benzine- of elektro)motortoeren-
tal neemt niet toe.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
De borstels of veegtrommels draaien
niet rond.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Depijpenvanhetaandrijfsysteemen
hethulpstukzijnnietgoedmetelkaar
verbonden.
Verbinddepijpenopdejuistemaniermetelkaar.
Vreemde voorwerp zit verstrikt in de
borstels of veegtrommels.
Verwijderhetvreemdevoorwerp.
Probleemmethetaandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum
voor reparatie.
Hetaandrijfsysteemtriltabnormaal.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Deborstelsofveegtrommelszijnverbo-
gen of gebroken.
Vervang de borstels of veegtrommels.
Losgeraakte bevestiging van de bor-
stels of veegtrommels
Bevestig de klemmen van de borstels of veegtrom-
mels stevig.
Verkeerde bevestiging van de borstels
of veegtrommels
Breng de borstels of veegtrommels correct aan.
Probleemmethetaandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum
voor reparatie.
Deborstelsofveegtrommelsblijven
ronddraaien, zelfs als de trekker-
schakelaar/hendel is losgelaten.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Hetaandrijfsysteemwerktnietgoed. Stel het stationair toerental af in het geval het aan-
drijfsysteemeenmotorheeft.Neemcontactopmet
een erkend servicecentrum voor reparatie.
Makita Europe N.V.
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi 446-8502 Japa
n
Jan-Baptist Vinkstraat 2,
3070 Kortenberg, Belgium
www.dolmar.com
885649A928
EN, FR, DE, IT, NL,
ES, PT, DA, EL, TR
20180224
1/124