Nederlands KMR 1550 D 76
VOOR UW VEILIGHEID!
Algemene aanwijzingen
Voor gebruik van het apparaat
absoluut lezen en opvolgen!
♦ Wanneer u bij het uitpakken
transportschade vaststelt, dient u
contact op te nemen met uw
leverancier.
♦ Lees voor de ingebruikneming de
gebruiksaanwijzing van de machine
door en let met name op de
veiligheidsvoorschriften.
♦ Lees voor de ingebruikneming de
veiligheidsaanwijzingen voor
veegmachines en
veegzuigmachines 5.956-250.
♦ De op het apparaat aangebrachte
waarschuwings- en
aanwijzingsbordjes geven
belangrijke aanwijzingen voor een
gebruik zonder gevaren.
♦ Naast de aanwijzingen in de
handleiding moeten de algemene,
wettelijke veiligheidsvoorschriften
en voorschriften ter voorkoming
van ongevallen opgevolgd worden.
Toepassing
♦ Voor gebruik moet worden
gecontroleerd of de machine en de
bijbehorende inrichtingen geen
gebreken vertonen en veilig
werken. Wanneer de machine
gebreken vertoont, mag deze niet
worden gebruikt.
♦ Er mogen geen veranderingen aan
de machine worden uitgevoerd.
♦ Nooit explosieve vloeistoffen,
brandbare gassen, onverdunde
zuren en oplosmiddelen opzuigen!
Hieronder vallen benzine,
verfverdunner of stookolie (die door
vermenging met de aanzuiglucht
explosieve dampen of mengsels
kunnen vormen) en aceton,
onverdunde zuren en
oplosmiddelen (deze tasten
namelijk de in het apparaat
gebruikte materialen aan).
♦ Geen brandende of smeulende
voorwerpen opvegen/opzuigen.
♦ Dit apparaat is alleen bij
uitdrukkelijke aanduiding geschikt
voor het opzuigen van stof dat
gevaarlijk is voor de gezondheid.
Volg de veiligheidstechnische
aanwijzingen uit de
gebruiksaanwijzing op.
♦ Dit apparaat is alleen voor de in de
handleiding aangegeven
oppervlakken geschikt.
♦ Er mag alleen worden gereden op
oppervlakken die door de
ondernemer of zijn
vertegenwoordiger zijn toegestaan.
♦ Verblijven in gevarenzones is
verboden. Het gebruik in ruimten
met explosiegevaar is verboden.
♦ Over het algemeen geldt het
volgende:: Licht ontvlambare
stoffen weghouden van de machine
(explosie-/brandgevaar).
Bediening
♦ Principieel moeten de
voorzorgmaatregelen, regels en
verordeningen in acht worden
genomen die voor auto‘s gelden.
♦ De bediener dient de machine
volgens de voorschriften te
gebruiken. De bediener moet bij het
rijden rekening houden met de
plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met de machine letten
op derden, met name op kinderen.
♦ De machine mag alleen worden
gebruikt door personen die zijn
getraind in het gebruik van de
machine of blijk hebben gegeven
van hun bekwaamheid om de
machine te bedienen en
uitdrukkelijk met het gebruik zijn
belast.
♦ De machine mag niet door kinderen
of jeugdigen worden gebruikt.
♦ Om bij machines die van een
contactslot zijn voorzien onbevoegd
gebruik van de machine te
voorkomen, moet de contactsleutel
uit het slot worden gehaald.
♦ De machine mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten wanneer de
motor draait. De bediener mag de
machine pas verlaten als de motor
is uitgeschakeld, de machine tegen
onopzettelijke bewegingen is
beveiligd en eventueel de
blokkeerrem is ingeschakeld en de
contactsleutel uit het slot is
gehaald.
♦ Op schuine vlakken mag de
zijwaartse hellingshoek en de
hellingshoek in de rijrichting de in
de gebruikaanwijzing opgegeven
waarde niet overschrijden.
Transport
♦ Motor uitzetten.
♦ Vastzetrem vergrendelen.
♦ Machine met spanriemen, touwen
of kettingen vastzetten.
♦ Machine aan de wielen met wiggen
beveiligen.
Onderhoud
♦ Reparaties mogen alleen door
geautoriseerde servicepunten of
door vakkrachten die bekend zijn
met alle relevante
veiligheidsvoorschriften uitgevoerd
worden.
♦ Verplaatsbare machines voor
industriële toepassingen moeten
voldoen aan de veiligheidscontrole
volgens VDE 0701.
♦ Bij werkzaamheden aan de
elektrische installatie de
accustekker van apparaten die op
accu werken aftrekken c.q. de accu
afklemmen, bij apparaten met een
verbrandingsmotor de accu
afklemmen.
♦ Voordat de machine wordt
gereinigd en onderhouden en
voordat onderdelen worden
vervangen of een andere functie
wordt ingeschakeld, moet de
machine worden uitgezet en
eventueel de contactsleutel uit het
slot worden gehaald.
♦ Het schoonmaken van het apparaat
mag niet met een slang- of
hogedrukwaterstraal gebeuren,
tenzij uitdrukkelijk toegestaan.
(Gevaar door kortsluiting of andere
schade).
Accessoires en reserveonderdelen
♦ Er mogen alleen accessoires en
reserveonderdelen worden gebruikt
die door de fabrikant zijn
toegestaan. Wanneer originele
accessoires en originele
onderdelen worden gebruikt, is
verzekerd dat de machine veilig en
storingsvrij kan worden gebruikt.
Machines met stoel
♦ Machines met stoel zijn niet
toegestaan op de openbare weg.
Vraag uw leverancier naar de
ombouwset voor gebruik op de
openbare weg.
♦ Het meenemen van begeleiders is
niet toegestaan.
♦ Machines met stoel mogen alleen
vanuit de stoel in beweging worden
gebracht.
Apparaten met
verbrandingsmotoren
♦ De uitlaat mag niet worden
afgedicht.
♦ Niet over de uitlaat buigen of de
uitlaat aanraken (kans op
brandwonden).
♦ Aandrijfmotor niet aanraken of
vastpakken (kans op
brandwonden).
♦ Wanneer de machine binnen wordt
gebruikt, moet voor voldoende
ventilatie en afvoer van de
uitlaatgassen worden gezorgd.
(vergiftigingsgevaar)
♦ Afgewerkte gassen zijn giftig en
gevaarlijk voor de gezondheid,
deze mogen niet ingeademd
worden.
♦ De motor loopt ca. 3...4 s uit na het
uitschakelen. In deze periode
beslist niet in de buurt van de
aandrijving komen!
Bij apparaten met
verbrandingsmotoren moet bij het
tanken op het volgende gelet worden:
♦ Er mag alleen de in de
gebruiksaanwijzing aangegeven
brandstof worden gebruikt. Bij
gebruik van ongeschikte brandstof
bestaat explosiegevaar.
♦ Motor moet worden uitgeschakeld.
♦ Niet in gesloten ruimtes tanken.
♦ Let erop dat er geen brandstof op
hete oppervlakken terechtkomt.
♦ Tijdens het tanken geen brandende
of smeulende voorwerpen
gebruiken, bij u dragen of in de
buurt van de machine brengen
(explosiegevaar).
♦ Vul de tank maximaal tot 1 cm
onder de onderrand van de
vulopening (de brandstof zet
namelijk uit bij verwarming).
♦ Veeg overgelopen brandstof weg
en sluit de tank goed af.
Kipgevaar bij te grote stijgingen!
♦ Bij het rijden op hellingen (helling
dwars op de rijrichting) kan de
machine kantelen.
♦ Bij het keren op hellingen kan de
machine kantelen.
♦ In de rijrichting alleen op hellingen
tot 25 % rijden.
♦ Dwars op de rijrichting alleen op
hellingen tot 10 % rijden.