Dolmar MB-CS de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

50 NEDERLANDS
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: MB-CS
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met borstels) 1.145 mm x 600 mm x 362 mm
Nettogewicht 6,3 kg
Breedte van borstel 600 mm
Buitendiameter van borstel 250 mm
Model: MW-CS
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met veegtrommels) 1.159 mm x 600 mm x 362 mm
Nettogewicht 7,2 kg
Breedte van veegtrommel 590 mm
Buitendiameter van veegtrommel 265 mm
• Inverbandmetononderbrokenresearchenontwikkelingbehoudenwijonshetrechtvoorbovenstaandetech-
nischegegevenstewijzigenzondervoorafgaandekennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Goedgekeurd aandrijfsysteem
Dit hulpstuk is alleen goedgekeurd voor gebruik met de
volgendeaandrijfsystemen:
• MultifunctioneelaandrijfsysteemCS-246.4C
• MultifunctioneelaccuaandrijfsysteemAC3611
WAARSCHUWING: Gebruik het hulpstuk
nooit met een niet-goedgekeurd aandrijfsysteem.
Een niet-goedgekeurde combinatie kan leiden tot
ernstig letsel.
Symbolen
Hieronderstaandesymbolendieophethulpstukenin
dezegebruiksaanwijzingwordengebruikt.Udientde
betekenis ervan te kennen.
Besteedbijzonderezorgenaandacht!
Leesdegebruiksaanwijzing.
Draag een veiligheidshelm, oog- en
gehoorbescherming!
Draag stevige schoenen met antislipzolen.
Veiligheidsschoenen met stalen neuzen
worden aanbevolen!
Houd omstanders op minstens 5 m
afstand.
De borstels en veegtrommels draaien in de
richtingaangegevendoordepijl.
Leterbijhetaanbrengenvandeborstels
of veegtrommels op dat het tandwielhuis
omhoogwijst.
Gebruiksdoeleinden
MB-CS
Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het vegen van de
ondergrond en paden in combinatie met een goedgekeurd
aandrijfsysteem.Gebruikhethulpstuknooitvoorandere
doeleinden. Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig
letsel. Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik.
MW-CS
Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het opruimen
van nat materiaal, zoals bladeren en vuil, en voor het
verwijderenvanwatervanafhardeondergrondenin
combinatiemeteengoedgekeurdaandrijfsysteem.
Gebruik het hulpstuk nooit voor andere doeleinden.
Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig letsel.
Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik.
EU-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
Wijalsdefabrikanten:Makita Europe N.V.,
Bedrijfsadres:Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070
Kortenberg, BELGIË. Stellen Yasushi Fukaya
aan om het technische bestand samen te stellen
enverklarenondereigenverantwoordelijkheiddat
het/deproduct(en);Aanduiding:Borstelhulpstuk /
Vegerhulpstuk.Aanduidingvantype(n):BR400MP,
MB-CS / SW400MP, MW-CS.
Voldoet aan de relevante voorwaarden van 2006/42/EG
en tevens voldoet aan de relevante voorwaarden van de
volgendeEG/EU-richtlijnen:enzijngefabriceerdinovereen-
stemming met de volgende geharmoniseerde normen: EN
60335-1:2012+A11:2014+A12:2017, EN 60335-2-72:2012.
Plaats en datum van verklaring: Kortenberg, België.
26.01.2018
Verantwoordelijkepersoon:Yasushi Fukaya, directeur
- Makita Europe N.V.
51 NEDERLANDS
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Veiligheidswaarschuwingen
voor een aangedreven borstel/
aangedreven veger
WAARSCHUWING: Lees voor gebruik
alle veiligheidswaarschuwingen, instructies,
afbeeldingen en technische gegevens die bij dit
apparaat werden geleverd, en tevens de gebruiks-
aanwijzing van het aandrijfsysteem. Als niet alle
onderstaande instructies worden opgevolgd, kan dat
leiden tot brand en/of ernstig letsel van de gebruiker
en/of omstanders.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De termen “aangedreven borstel/aangedreven veger”
en “apparaat” in de waarschuwingen en voorzorgsmaat-
regelenverwijzennaardecombinatievanhethulpstuk
enhetaandrijfsysteem.
De term “motor” in de waarschuwingen en voorzorgs-
maatregelenverwijstnaardebenzinemotorofelektro-
motorvanhetaandrijfsysteem.
Algemene veiligheid
1. Een beginnende of onervaren gebruiker moet
zich door de dealer laten instrueren in de vol-
ledige bediening van dit apparaat. Laat in geen
geval kinderen, personen met een verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen,
of gebrek aan kennis en ervaring, en personen
die de gebruiksaanwijzing niet gelezen heb-
ben, het apparaat gebruiken. Kinderen dienen
onder toezicht te staan om ervoor te zorgen
dat zij niet met het apparaat spelen.
2. Het verdient aanbeveling het apparaat uit-
sluitend uit te lenen aan mensen die bewezen
hebben ervaren te zijn. Geef altijd de gebruiks-
aanwijzing mee.
3. Let altijd goed op, kijk naar wat u aan het doen
bent, en gebruik uw gezond verstand tijdens
het werken met het apparaat. Gebruik het
apparaat niet wanneer u moe bent, of onder
invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen.
Eenogenblikvanonoplettendheidkantijdenshet
gebruik van het apparaat leiden tot ernstig per-
soonlijkletsel.
4. Vermijd het gebruik van het apparaat onder
slechte weersomstandigheden, met name
wanneer de kans op bliksem bestaat.
5. Houd u aan alle nationale en lokale regelge-
ving omtrent het gebruik van elektrische appa-
raten buitenshuis.
6. Probeer nooit het apparaat te wijzigen.
7. Denk eraan dat de gebruiker verantwoordelijk
is voor ongevallen en gevaren die personen of
hun eigendommen kunnen overkomen.
Veiligheid op de werkplek
WAARSCHUWING: Houd de aangedre-
ven borstel/aangedreven veger uit de buurt van
hoogspanningsleidingen en communicatiekabels.
Als u een hoogspanningsleiding nadert of aanraakt
met de aangedreven borstel/aangedreven veger,
kandatleidentotdedoodofernstigletsel.Kijkofer
hoogspanningsleidingen of schrikdraadafrasteringen
indebuurtvanhetwerkgebiedzijnvoordatumetde
werkzaamheden begint.
1.
Bedien het apparaat alleen bij goed zicht en daglicht.
Bedien het apparaat niet in het donker of in mist.
2. Start en bedien de motor alleen buitenshuis op
een goed geventileerde plaats. Gebruik in een
gesloten ruimte of op een slecht geventileerde
plaats kan leiden tot de dood als gevolg van ver-
stikking of koolmonoxidevergiftiging.
3. Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
gen, stenen en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint.Zij
kunnen de borstels of veegtrommels beschadigen.
4. Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele
of gladde ondergrond of op een steile helling
staan. Let in de winter op ijs en sneeuw, en
zorg er altijd voor dat u stevig staat.
5. Werk niet in de buurt van afrasteringen, stron-
ken of boomwortels.Zijkunnendeborstelsof
veegtrommels beschadigen.
6.
Werk niet in de buurt van gebouwen, auto’s en
andere eigendommen. Deze kunnen worden bescha-
digd door stenen en rommel die door de aangedreven
borstel/aangedreven veger worden geraakt.
7. Het reinigen van een synthetische vloer kan
statische elektriciteit genereren, en er is kans
op een elektrische schok of ongeval.
Persoonlijke-veiligheidsmiddelen
1.
Draag altijd een sterke lange broek, stevige schoe-
nen, handschoenen en een shirt met lange mou-
wen. Draag geen loszittende kleding, sieraden, een
korte broek of sandalen, en werk niet blootsvoets.
Bind uw haar op tot boven schouderhoogte.
2.
Draag altijd een veiligheidsbril om uw ogen tegen
letsel te beschermen tijdens het gebruik van het
apparaat. De veiligheidsbril moet voldoen aan ANSI
Z87.1 in de VS, EN 166 in Europa, of AS/NZS 1336
in Australië/Nieuw-Zeeland. In Australië/Nieuw-
Zeeland is het wettelijk verplicht om ook een spat-
scherm te dragen om uw gezicht te beschermen.
52 NEDERLANDS
Het is de verantwoordelijkheid van de werkge-
ver om ervoor te zorgen dat veiligheidsmidde-
len gebruikt worden door de gebruikers van
het gereedschap en anderen in de onmiddel-
lijke omgeving van de werkplek.
3. Draag gehoorbescherming, zoals oorkappen.
Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot
gehoorbeschadiging.
4. Draag altijd stevige schoenen met een antis-
lipzool. Dit beschermt uw voeten tegen letsel en
garandeert dat u stevig staat.
5. Draag zo nodig een stofmasker.
Brandstof bijvullen
1. Zet de motor uit voordat u brandstof bijvult.
Blijf uit de buurt van open vuur en vonken.
Rook nooit tijdens het bijvullen van de
brandstof. Anders kan brand en/of een explosie
ontstaan.
2. Vul brandstof alleen bij in de open lucht. Als u
brandstofbijvultineenafgeslotenvertrek,kande
brandstofdamp exploderen.
3. Vermijd contact met brandstof en motorolie.
Adem geen brandstofdampen in. Als brandstof
of olie wordt gemorst, veegt u het onmiddellijk
van het apparaat of de grond af. Als brandstof
wordt gemorst op uw kleren, moet u onmiddel-
lijk andere kleren aantrekken om te voorkomen
dat deze vlam vatten.
4. Draai na het bijvullen van brandstof de
brandstoftankdop stevig vast en controleer
op brandstoekkage. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van de brandstof-
bron en bijvulplaats.
5. Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in
goedgekeurde jerrycans. Houd kinderen uit de
buurt van de opgeslagen brandstof.
De aangedreven borstel/aangedreven
veger starten
1. Alvorens het apparaat te monteren of af te stel-
len, zet u de motor uit en trekt u de bougiekap
eraf of verwijdert u de accu.
2. Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u
de borstels of veegtrommels hanteert.
3. Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen
voordat u de motor start.
4. Voordat u de motor start, inspecteert u het
apparaat op beschadigingen, losse schroeven/
moeren en verkeerde montage. Controleer
of alle bedieningshendels en -schakelaars
gemakkelijk kunnen worden bediend. Maak de
handgrepen schoon en droog.
5. Probeer nooit de motor te starten als het
apparaat beschadigd is of nog niet volledig
gemonteerd is met de juiste beschermkappen,
platen of andere veiligheidsmiddelen. Anders
kan ernstig letsel ontstaan.
6. Voordat u de motor start, controleert u zorg-
vuldig of de borstels of veegtrommels niet uw
lichaam of andere voorwerpen raken. Als u de
motorstartterwijldeborstelsofveegtrommelseen
vreemd voorwerp raken, kan dat leiden tot een
ernstig ongeval.
7. Voordat u de motor start, verzekert u zich
ervan dat zich geen personen of dieren binnen
het werkgebied bevinden.
8. Stel het schouderdraagstel en de handgreep af
op de lichaamsgrootte van de gebruiker.
9.
Vervang de borstels of veegtrommels als deze gebar-
sten, verbogen of beschadigd zijn. Beschadigde bor-
stelsofveegtrommelskunnentijdensgebruikinstukken
uiteen vliegen en ernstig letsel veroorzaken.
10. Start en bedien het apparaat alleen buitenshuis
in een goed geventileerde omgeving. Gebruik in
een gesloten ruimte of op een slecht geventileerde
plaats kan leiden tot de dood als gevolg van ver-
stikking of koolmonoxidevergiftiging.
11. Wanneer u de motor start, zet u het apparaat
op een stevige ondergrond, bewaart u goed uw
evenwicht en zorgt u ervoor dat u stevig staat.
12. Wanneer u aan de trekstarthandgreep van de
motor trekt, houdt u het aandrijfsysteem met
uw linkerhand stevig tegen de grond gedrukt.
Ga nooit op de aandrijfschacht van het aan-
drijfsysteem staan.
13. Als de borstels of veegtrommels bij stationair
toerental ronddraaien, zet u de motor uit en
verlaagt u het stationair toerental. Anders kan
onbedoeld aanraken van ronddraaiende borstels
of veegtrommels leiden tot ernstig letsel.
14. Zet de motor onmiddellijk uit als u enige sto-
ring waarneemt.
15. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem om de motor te starten.
Vervoeren
1. Zet de motor uit tijdens het vervoeren. Anders
kan door onbedoeld starten kan letsel ontstaan.
2. Verzeker u ervan dat tijdens vervoer per auto
het apparaat op een veilige plaats ligt om te
voorkomen dat er brandstof uit lekt.
3. Til het hele apparaat op van de grond wanneer
u het apparaat draagt. Als u het apparaat sleept,
wordt de brandstoftank beschadigd en een lekk-
age veroorzaakt waardoor brand ontstaat.
4. Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt
u het horizontaal door de schacht vast te pak-
ken. Houd de hete uitlaatdemper uit de buurt
van uw lichaam.
Bediening
1. Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten
minste 5 meter uit de buurt van de aangedre-
ven borstel/aangedreven veger. Zet de motor
uit zodra iemand dichterbij komt.
2. In geval van nood zet u de motor onmiddellijk
uit.
3. Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u de motor uit. Gebruik het apparaat niet meer
totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen.
4. Terwijl de motor slechts stationair loopt,
maakt u het gereedschap vast aan het
schouderdraagstel.
5. Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het apparaat stevig tegen uw
rechterzij.
53 NEDERLANDS
6.
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en
houd de achterhandgreep met uw rechterhand vast,
ongeacht of u links- of rechtshandig bent. Vouw uw
vingers en duimen om de handgrepen.
7. Probeer nooit het apparaat met één hand te
bedienen. Als u de controle over het apparaat
verliest, kan dat leiden tot ernstig of fataal
letsel. Om de kans op letsel te verkleinen,
houdt u uw handen en voeten uit de buurt van
de borstels of veegtrommels.
8. Breng tijdens gebruik de borstels of veegtrom-
mels nooit hoger dan heuphoogte.
9. De borstels of veegtrommels blijven gedu-
rende een korte tijd doordraaien nadat de
gashendel is losgelaten of de motor is uitge-
zet. Raak de borstels of veegtrommels niet
onmiddellijk aan.
10.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand
en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen
obstakels, zoals boomstronken, boomwortels en
greppels, om te voorkomen dat u valt.
11. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de
draairichting van de borstels of veegtrom-
mels omkeert of het apparaat naar u toe trekt.
Als het aandrijfsysteem de draairichting kan
omkeren, gebruikt u dit alleen wanneer het
noodzakelijk is.Tijdensgebruikmetomgekeerde
draairichting, zal de aangedreven borstel/aange-
dreven veger aan u trekken wanneer de borstels
of veegtrommels de grond raken.
12. Overbelast het apparaat niet door te proberen
te hard of te snel te duwen. Het apparaat zal
onderdejuistebelastingbeterwerkenenerisdan
een lager risico op letsel.
13. Verhoog het toerental van de motor niet terwijl
de borstels of veegtrommels geblokkeerd
worden. Hierdoor neemt de belasting toe en zal
het apparaat beschadigd worden.
14. Nadat tegen het apparaat is gestoten of het
is gevallen, controleert u de staat van het
apparaat voordat u de werkzaamheden hervat.
Controleer het brandstofsysteem op brand-
stoekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op juiste werking.
Als enige beschadiging zichtbaar is of u twij-
felt, vraagt u ons erkende servicecentrum om
inspectie en reparatie.
15. Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwiel-
huis wordt tijdens gebruik erg warm.
16.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door ver-
moeidheid de controle over het gereedschap verliest.
Wijadviserenuiederuur10tot20minutenterusten.
17. Wanneer u het apparaat achterlaat, al is het
maar even, zet u altijd de motor uit of verwij-
dert u de accu. Een onbeheerd apparaat met een
draaiende motor kan door onbevoegden worden
gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
18. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem voor het juiste gebruik van de
gashendel en schakelaar.
19. Leg tijdens of na gebruik het warme apparaat
niet op droog gras of brandbare materialen.
20. Als vreemde voorwerpen verstrikt raken in de
borstels of veegtrommels, zet u de motor uit,
trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de
accu, en verwijdert u de obstakels.
21. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
borstels of veegtrommels. Aanraking van de
borstels of veegtrommels kan leiden tot ern-
stig letsel. Alvorens de borstels of veegtrom-
mels te hanteren, zet u de motor uit en trekt u
de bougiekap eraf of verwijdert u de accu.
22. Controleer de borstels of veegtrommels vaak
tijdens gebruik op barsten of beschadigingen.
23. Zet altijd de motor uit of verwijder de accu
voordat u rommel of vreemde voorwerpen
verwijdert vanaf de borstels of veegtrommels.
24. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aan-
drijfsysteem voor informatie over het starten
en bedienen van het apparaat.
Trillingen
Blootstelling aan buitensporige trillingen bescha-
digt de bloedvaten of het zenuwstelsel van de
gebruiker en veroorzaakt de volgende symptomen
in de vingers, handen of polsen: ‘slapen’ (gevoel-
loosheid), tintelen, pijn, stekend gevoel, veranderen
van huidskleur of van de huid. Als een van deze
symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw dokter.
Om de kans op deze ‘witte-vingerziekte’ te verklei-
nen, houdt u uw handen warm tijdens gebruik en
onderhoudt u het apparaat en de accessoires goed.
Onderhoud uitvoeren
1. Voordat u enige onderhouds-, reparatie- of
schoonmaakwerkzaamheden uitvoert aan het
apparaat, zet u altijd de motor uit en trekt u de
bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Wacht
totdat de motor is afgekoeld.
2. Om de kans op brand te verkleinen, mag u
nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uitvoeren in de buurt van een vuur.
3. Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer
u de borstels of veegtrommels hanteert.
4.
Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereedschap.
Gebruik voor dit doel nooit benzine, wasbenzine,
thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren,
vervormen of barsten van de kunststofdelen.
5. Draai na gebruik alle schroeven en moeren
vast, uitgezonderd de stelschroeven van de
carburateur.
54 NEDERLANDS
6. Vervang de borstels of veegtrommels als deze
beschadigd zijn.
7.
Probeer geen onderhoud of reparatie uit te
voeren die niet in deze gebruiksaanwijzing of
de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem
wordt beschreven. Vraag ons erkend servicecen-
trum om dergelijke werkzaamheden uit te voeren.
8. Volg de instructies voor het smeren en het
vervangen van accessoires.
9. Gebruik altijd uitsluitend originele vervan-
gingsonderdelen en accessoires. Als u onder-
delen of accessoire van derden gebruikt, kan
het gereedschap defect raken, eigendommen
worden beschadigd en/of ernstig letsel worden
veroorzaakt.
10. Verzoek regelmatig ons erkend service-
centrum om het apparaat te inspecteren en
onderhouden.
Opslag
1.
Alvorens het apparaat op te bergen, voert u alle
schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden uit.
Trek de bougiekap eraf of verwijder de accu. Tap
de brandstof af nadat de motor is afgekoeld.
2. Berg het gereedschap op een droge en hoge
of afgesloten plaats op, buiten bereik van
kinderen.
3. Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan
leunen, zoals tegen een muur. Als u dit doet, kan
het plotseling vallen en letsel veroorzaken.
EHBO
1. Zorg dat ervoor dat een EHBO-doos beschik-
baar is in de buurt waar wordt gewerkt om
eerste hulp te bieden bij een eventueel onge-
val. Vul direct na gebruik van de inhoud de
EHBO-doos weer aan.
2. Geef de volgende informatie wanneer u om
hulp vraagt:
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonden
Soort letsels
Uw naam
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit
gereedschap kan stof opwerpen waarin chemi-
sche bestanddelen kunnen zitten die ziekten aan
de luchtwegen of andere ziekten kunnen veroor-
zaken. Enkele voorbeelden van deze chemische
bestanddelen zijn verbindingen die gevonden
worden in pesticiden, insecticiden, meststoffen
en herbiciden. Het risico van deze blootstellingen
varieert en hangt af van hoe vaak u dit soort werk-
zaamheden uitvoert. Om blootstelling aan deze
chemische stoffen te verminderen: moeten de
werkzaamheden uitgevoerd worden in een goed
geventileerde werkomgeving en gebruikmakend
van goedgekeurde beschermingsmiddelen, zoals
stofmaskers die ontworpen zijn om microsco-
pisch kleine deeltjes te kunnen lteren.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
Borstelhulpstuk
2
1
7
6
5
3 4
1. Dop 2.Pijp3. Beschermkap 4. Klem 5. Borstel
6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel
Vegerhulpstuk
2
6
5
3
4
1
7
1. Dop 2.Pijp3. Beschermkap 4. Klem
5. Veegtrommel 6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel
55 NEDERLANDS
MONTAGE
WAARSCHUWING: Alvorens het gereed-
schap te monteren of af te stellen, zet u de (ben-
zine- of elektro)motor uit en trekt u de bougiekap
eraf of verwijdert u de accu. Anders kunnen de
borstels, trommels of andere onderdelen gaan rond-
draaien en ernstig letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Leg het gereedschap
altijd op de grond wanneer u het afstelt of onder-
delen aanbrengt. Als u onderdelen aanbrengt of
hetgereedschapafsteltterwijlhetrechtopstaat,kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
Het hulpstuk aanbrengen
1. Verwijderdeklemvanafdeborstelofveegtrom-
mel aan de linkerkant van de borstel-eenheid of veeg-
trommel-eenheid,enverwijderdaarnadeborstelof
veegtrommel.
1
2
1. Borstel 2. Klem
2. Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis los.
1
2
1. Schroef 2. Tandwielhuis
3.
Verwijderde2doppenvanafbeideuiteindenvandepijp.
1
2
1.Pijp2. Dop
KENNISGEVING: Gooi de doppen niet weg
omdat deze weer nodig zijn voor het opbergen
van het hulpstuk.
4. Bevestigdebeschermkapendebusaandepijp.
2
3
4
1
1. Pen 2.Pijp3. Beschermkap 4. Bus
56 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Steek het uiteinde van de
pijp waar geen pen op zit in de beschermkap en
de bus.
5. Zorg ervoor dat het tandwielhuis en de pen op de
pijpomhoogwijzenensteekvervolgensdepijpinhet
tandwielhuis.
1
2
3
1. Tandwielhuis 2.Pijp3. Pen
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat het tand-
wielhuis en de pen op de pijp omhoog wijzen en
de beschermkap is bevestigd in de richting aan-
gegeven in de afbeelding.
12 3
1. Tandwielhuis 2. Beschermkap 3. Pen
6. Lijnhetschroefgatindepijpuitmethetgatinhet
tandwielhuisdoordepijprondtedraaien.
1
2
1. Gat 2.Pijp
7. Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis vast.
1
2
1. Schroef 2. Tandwielhuis
8. Draai de 2 schroeven op de beschermkap vast.
1
2
3
4
1. Schroef 2. Beschermkap 3. Bus 4. Tandwielhuis
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat er geen
opening zit tussen het tandwielhuis en de bus, en
ook niet tussen de bus en de beschermkap.
57 NEDERLANDS
9. Breng de borstel of veegtrommel aan op de
borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig
daarna de klem aan op de borstel of veegtrommel.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo
naar buiten wijst.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de veegtrommels op dat ze worden aange-
bracht in de richting aangegeven in de afbeelding
zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in
elkaar aangrijpen.
12
1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis
De hulpstukpijp bevestigen
LET OP: Controleer na het aanbrengen altijd
of de hulpstukpijp stevig is bevestigd.Dooronjuist
aanbrengenkanhethulpstukvanhetaandrijfsysteem
afvallenenpersoonlijkletselveroorzaken.
Bevestigdepijpvanhethulpstukaanhet
aandrijfsysteem.
1. Kantel de hendel naar het hulpstuk.
1
1. Hendel
2. Lijndepenuitmetdepijlmarkering.Steekde
hulpstukpijperintotdeontgrendelknopomhoogspringt.
Zorgervoordatdepositielijntegendepuntvande
pijlmarkeringligt.
1
2
3
4
1. Ontgrendelknop 2.Pijlmarkering3. Pen
4.Positielijn
3. Kanteldehendelnaarhetaandrijfsysteem.
1
1. Hendel
Zorg ervoor dat het bovenvlak van de hendel parallel
ligtaandepijp.
KENNISGEVING: Zet de hendel niet vast zon-
der dat de hulpstukpijp erin is gestoken. Als u dit
doet,kandehendeldeingangvoordeaandrijfscha-
chtteverdichtknijpenenbeschadigen.
Omdepijpteverwijderen,kanteltudehendelnaarhet
hulpstukentrektudepijperuitterwijludeontgrendel-
knop ingedrukt houdt.
Fig.12
3
1
2
1. Ontgrendelknop 2. Hendel 3.Pijp
58 NEDERLANDS
BEDIENING
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
WAARSCHUWING: Stel voor gebruik de
positie van het bevestigingsoog en het schouder-
draagstel af op comfortabel gebruik.
WAARSCHUWING: Draag een stofmasker
en zorg voor een goede ventilatie in het werkge-
bied. Sommige materialen bevatten chemische
stoffen die giftig kunnen zijn. Let op dat u geen
stof inademt en zorg dat er niets op uw huid komt.
LET OP: Verwijder voor gebruik harde en/of
lange voorwerpen, zoals stenen, blikjes en tou-
wen, uit het werkgebied. Deze kunnen de borstels
of veegtrommels beschadigen, of het draaien van de
borstels of veegtrommels hinderen.
Als het te reinigen oppervlak droog is, sprenkelt u er
water op om het opwerpen van stof te verminderen.
Houd de aangedreven borstel/aangedreven veger
onder een kleine hoek en duw de aangedreven borstel/
aangedreven veger met loopsnelheid vooruit.
LET OP: Hoe groter de hoek wordt, hoe
moeilijker het is om de aangedreven borstel/aan-
gedreven veger onder controle te houden, en hoe
waarschijnlijker het is dat u naar achteren wordt
geduwd door de aangedreven borstel/aangedre-
ven veger.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Alvorens het gereed-
schap te inspecteren of te onderhouden, zet u de
motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwij-
dert u de accu. Anders kan de borstel, veegtrommel
of andere onderdelen gaan ronddraaien en ernstig
letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Leg het gereedschap
altijd op de grond wanneer u het inspecteert of
onderhoudt. Als u onderdelen aanbrengt of het
gereedschapafsteltterwijlhetrechtopstaat,kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle repara-
ties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd
door een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum of het
fabrieksservicecentrum,enaltijdmetgebruikmaking
van originele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen.
Het hulpstuk reinigen
Het hulpstuk kan met water worden gewassen. Gebruik
eennylonborstelofietssoortgelijksomhetvuilerafte
wassen.
3
2
1
1.Aandrijfsysteem2.Pijpuiteinde3. Tandwielhuis
59 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Giet geen water over het
aandrijfsysteem en het pijpuiteinde. Hierdoor kan
een storing van het hulpstuk ontstaan.
Voorgemakkelijkerreinigenkuntudeborstelof
veegtrommelverwijderenvanafdeborstel-eenheidof
veegtrommel-eenheid. Raadpleeg de instructies voor
het vervangen van de borstels of veegtrommels in deze
gebruiksaanwijzing.
Algehele inspectie
Draai losse bouten, moeren en schroeven vast.
Controleer op beschadigde onderdelen, borstels
of veegtrommels. Vraag ons erkende servicecen-
trum om het zo nodig te vervangen.
De borstels, veegtrommels en
beschermkap inspecteren
Controleer en reinig de borstels, veegtrommels en
beschermkapdagelijks.Alsdezeversleten,verbogenof
gebarstenzijn,vervangtuze.
De borstels of veegtrommels
vervangen
1. Verwijderdeklemmenvanafdeborstelsof
veegtrommels,enverwijderdaarnadeborstelsof
veegtrommels.
1
2
1. Borstel 2. Klem
2. Breng de borstels of veegtrommels aan op de
borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig
daarna de klemmen.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo
naar buiten wijst.
KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen
van de veegtrommels op dat ze worden aange-
bracht in de richting aangegeven in de afbeelding
zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in
elkaar aangrijpen.
12
1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis
Bewegende delen smeren
KENNISGEVING: Houd u aan de frequentie
en de opgegeven hoeveelheid vet. Als u dat niet
doet, kunnen door onvoldoende smering de bewe-
gende delen worden beschadigd.
Tandwielhuis:
LET OP: Breng geen vet aan terwijl het tand-
wielhuis heet is. Het hete tandwielhuis kan brand-
wonden veroorzaken.
Vul ongeveer 30 ml smeervet (Makita-smeervet SG
No.0)gelijkmatigbijviadesmeeropeningelke25
bedrijfsuren.
Verwijdermetbehulpvandebijgeleverdetorxsleutel
de bout naast de smeerpunt-markering op het tand-
wielhuis. Draai de bout aan de andere kant los zodat
de lucht in het tandwielhuis kan ontsnappen wanneer u
smeervetbijvult.
Nadathetsmeervetisbijgevuld,draaitudebouten
weer vast.
60 NEDERLANDS
1
2
1. Bout 2. Tandwielhuis
Aandrijfas:
Vulsmeervet(Makita-smeervetSGNo.0)bijelke25
bedrijfsuren.
OPMERKING: Origineel Makita/Dolmar-smeervet
kanwordenaangeschaftbijuwplaatselijkeMakita/
Dolmar-dealer.
Opslag
WAARSCHUWING: Volg de waarschu-
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
Alshethulpstuklosvanhetaandrijfsysteemwordt
opgeborgen, brengt u de dop aan op het uiteinde van
de schacht.
Interval voor inspectie en onderhoud
Bedrijfsuren Vóór gebruik Dagelijks (10 uur) 25 uur
Hele apparaat Visueel inspecteren op beschadigde
onderdelen
- -
Alle bevestigingsschroeven en
-moeren
Vastdraaien
- -
Borstels, veegtrommels en
beschermkap
Reinigen en visueel inspecteren op
beschadigde onderdelen
-
-
Tandwielhuis Smeervet aanbrengen - -
Aandrijfas Smeervet aanbrengen - -
Aandrijfsysteem Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhetaandrijfsysteem.
61 NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens om reparatie te vragen, voert u eerst uw eigen inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet wordt
beschrevenindezegebruiksaanwijzing,magunietproberenhetgereedschaptedemonteren.Inplaatsdaarvan
vraagtueenerkendDolmar/Makita-servicecentrumdataltijdDolmar/Makita-vervangingsonderdelengebruikt,om
het gereedschap te repareren.
Probleemomschrijving Waarschijnlijke oorzaak (storing) Oplossing
De (benzine- of elektro)motor start
niet.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
De (benzine- of elektro)motor stopt
spoedig.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
Het (benzine- of elektro)motortoeren-
tal neemt niet toe.
- Raadpleegdegebruiksaanwijzingvanhet
aandrijfsysteem.
De borstels of veegtrommels draaien
niet rond.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Depijpenvanhetaandrijfsysteemen
hethulpstukzijnnietgoedmetelkaar
verbonden.
Verbinddepijpenopdejuistemaniermetelkaar.
Vreemde voorwerp zit verstrikt in de
borstels of veegtrommels.
Verwijderhetvreemdevoorwerp.
Probleemmethetaandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum
voor reparatie.
Hetaandrijfsysteemtriltabnormaal.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Deborstelsofveegtrommelszijnverbo-
gen of gebroken.
Vervang de borstels of veegtrommels.
Losgeraakte bevestiging van de bor-
stels of veegtrommels
Bevestig de klemmen van de borstels of veegtrom-
mels stevig.
Verkeerde bevestiging van de borstels
of veegtrommels
Breng de borstels of veegtrommels correct aan.
Probleemmethetaandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum
voor reparatie.
Deborstelsofveegtrommelsblijven
ronddraaien, zelfs als de trekker-
schakelaar/hendel is losgelaten.
Zet de (benzine- of elektro)motor
onmiddellijkuit.
Hetaandrijfsysteemwerktnietgoed. Stel het stationair toerental af in het geval het aan-
drijfsysteemeenmotorheeft.Neemcontactopmet
een erkend servicecentrum voor reparatie.
Makita Europe N.V.
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi 446-8502 Japa
n
Jan-Baptist Vinkstraat 2,
3070 Kortenberg, Belgium
www.dolmar.com
885649A928
EN, FR, DE, IT, NL,
ES, PT, DA, EL, TR
20180224

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) TECHNISCHE GEGEVENS Model: MB-CS Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met borstels) 1.145 mm x 600 mm x 362 mm Nettogewicht 6,3 kg Breedte van borstel 600 mm Buitendiameter van borstel 250 mm Model: MW-CS Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (met veegtrommels) 1.159 mm x 600 mm x 362 mm Nettogewicht • • 7,2 kg Breedte van veegtrommel 590 mm Buitendiameter van veegtrommel 265 mm In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. Goedgekeurd aandrijfsysteem Gebruiksdoeleinden Dit hulpstuk is alleen goedgekeurd voor gebruik met de volgende aandrijfsystemen: • Multifunctioneel aandrijfsysteem CS-246.4C • Multifunctioneel accuaandrijfsysteem AC3611 WAARSCHUWING: Gebruik het hulpstuk nooit met een niet-goedgekeurd aandrijfsysteem. Een niet-goedgekeurde combinatie kan leiden tot ernstig letsel. MB-CS Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het vegen van de ondergrond en paden in combinatie met een goedgekeurd aandrijfsysteem. Gebruik het hulpstuk nooit voor andere doeleinden. Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig letsel. Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik. MW-CS Dit hulpstuk is uitsluitend bedoeld voor het opruimen van nat materiaal, zoals bladeren en vuil, en voor het verwijderen van water vanaf harde ondergronden in combinatie met een goedgekeurd aandrijfsysteem. Gebruik het hulpstuk nooit voor andere doeleinden. Misbruik van het hulpstuk kan leiden tot ernstig letsel. Dit hulpstuk is bedoeld voor commercieel gebruik. Symbolen Hieronder staan de symbolen die op het hulpstuk en in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt. U dient de betekenis ervan te kennen. EU-verklaring van conformiteit Besteed bijzondere zorg en aandacht! Alleen voor Europese landen Wij als de fabrikanten: Makita Europe N.V., Bedrijfsadres: Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070 Kortenberg, BELGIË. Stellen Yasushi Fukaya aan om het technische bestand samen te stellen en verklaren onder eigen verantwoordelijkheid dat het/de product(en); Aanduiding: Borstelhulpstuk / Vegerhulpstuk. Aanduiding van type(n): BR400MP, MB-CS / SW400MP, MW-CS. Voldoet aan de relevante voorwaarden van 2006/42/EG en tevens voldoet aan de relevante voorwaarden van de volgende EG/EU-richtlijnen: en zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende geharmoniseerde normen: EN 60335-1:2012+A11:2014+A12:2017, EN 60335-2-72:2012. Plaats en datum van verklaring: Kortenberg, België. 26.01.2018 Verantwoordelijke persoon: Yasushi Fukaya, directeur - Makita Europe N.V. Lees de gebruiksaanwijzing. Draag een veiligheidshelm, oog- en gehoorbescherming! Draag stevige schoenen met antislipzolen. Veiligheidsschoenen met stalen neuzen worden aanbevolen! Houd omstanders op minstens 5 m afstand. De borstels en veegtrommels draaien in de richting aangegeven door de pijl. Let er bij het aanbrengen van de borstels of veegtrommels op dat het tandwielhuis omhoog wijst. 50 NEDERLANDS Veiligheid op de werkplek VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen voor een aangedreven borstel/ aangedreven veger WAARSCHUWING: Lees voor gebruik alle veiligheidswaarschuwingen, instructies, afbeeldingen en technische gegevens die bij dit apparaat werden geleverd, en tevens de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. Als niet alle onderstaande instructies worden opgevolgd, kan dat leiden tot brand en/of ernstig letsel van de gebruiker en/of omstanders. WAARSCHUWING: Houd de aangedreven borstel/aangedreven veger uit de buurt van hoogspanningsleidingen en communicatiekabels. Als u een hoogspanningsleiding nadert of aanraakt met de aangedreven borstel/aangedreven veger, kan dat leiden tot de dood of ernstig letsel. Kijk of er hoogspanningsleidingen of schrikdraadafrasteringen in de buurt van het werkgebied zijn voordat u met de werkzaamheden begint. 1. 2. 3. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. 4. De termen “aangedreven borstel/aangedreven veger” en “apparaat” in de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen verwijzen naar de combinatie van het hulpstuk en het aandrijfsysteem. De term “motor” in de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen verwijst naar de benzinemotor of elektromotor van het aandrijfsysteem. 5. 6. Algemene veiligheid 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Een beginnende of onervaren gebruiker moet zich door de dealer laten instrueren in de volledige bediening van dit apparaat. Laat in geen geval kinderen, personen met een verminderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring, en personen die de gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben, het apparaat gebruiken. Kinderen dienen onder toezicht te staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen. Het verdient aanbeveling het apparaat uitsluitend uit te lenen aan mensen die bewezen hebben ervaren te zijn. Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee. Let altijd goed op, kijk naar wat u aan het doen bent, en gebruik uw gezond verstand tijdens het werken met het apparaat. Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent, of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een ogenblik van onoplettendheid kan tijdens het gebruik van het apparaat leiden tot ernstig persoonlijk letsel. Vermijd het gebruik van het apparaat onder slechte weersomstandigheden, met name wanneer de kans op bliksem bestaat. Houd u aan alle nationale en lokale regelgeving omtrent het gebruik van elektrische apparaten buitenshuis. Probeer nooit het apparaat te wijzigen. Denk eraan dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen en gevaren die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. 51 7. Bedien het apparaat alleen bij goed zicht en daglicht. Bedien het apparaat niet in het donker of in mist. Start en bedien de motor alleen buitenshuis op een goed geventileerde plaats. Gebruik in een gesloten ruimte of op een slecht geventileerde plaats kan leiden tot de dood als gevolg van verstikking of koolmonoxidevergiftiging. Onderzoek het werkgebied op draadafrasteringen, stenen en andere massieve voorwerpen voordat u met de werkzaamheden begint. Zij kunnen de borstels of veegtrommels beschadigen. Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele of gladde ondergrond of op een steile helling staan. Let in de winter op ijs en sneeuw, en zorg er altijd voor dat u stevig staat. Werk niet in de buurt van afrasteringen, stronken of boomwortels. Zij kunnen de borstels of veegtrommels beschadigen. Werk niet in de buurt van gebouwen, auto’s en andere eigendommen. Deze kunnen worden beschadigd door stenen en rommel die door de aangedreven borstel/aangedreven veger worden geraakt. Het reinigen van een synthetische vloer kan statische elektriciteit genereren, en er is kans op een elektrische schok of ongeval. Persoonlijke-veiligheidsmiddelen 1. 2. Draag altijd een sterke lange broek, stevige schoenen, handschoenen en een shirt met lange mouwen. Draag geen loszittende kleding, sieraden, een korte broek of sandalen, en werk niet blootsvoets. Bind uw haar op tot boven schouderhoogte. Draag altijd een veiligheidsbril om uw ogen tegen letsel te beschermen tijdens het gebruik van het apparaat. De veiligheidsbril moet voldoen aan ANSI Z87.1 in de VS, EN 166 in Europa, of AS/NZS 1336 in Australië/Nieuw-Zeeland. In Australië/NieuwZeeland is het wettelijk verplicht om ook een spatscherm te dragen om uw gezicht te beschermen. NEDERLANDS 3. 4. 5. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om ervoor te zorgen dat veiligheidsmiddelen gebruikt worden door de gebruikers van het gereedschap en anderen in de onmiddellijke omgeving van de werkplek. Draag gehoorbescherming, zoals oorkappen. Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot gehoorbeschadiging. Draag altijd stevige schoenen met een antislipzool. Dit beschermt uw voeten tegen letsel en garandeert dat u stevig staat. Draag zo nodig een stofmasker. 7. 8. 9. 10. Brandstof bijvullen 1. 2. 3. 4. 5. Zet de motor uit voordat u brandstof bijvult. Blijf uit de buurt van open vuur en vonken. Rook nooit tijdens het bijvullen van de brandstof. Anders kan brand en/of een explosie ontstaan. Vul brandstof alleen bij in de open lucht. Als u brandstof bijvult in een afgesloten vertrek, kan de brandstofdamp exploderen. Vermijd contact met brandstof en motorolie. Adem geen brandstofdampen in. Als brandstof of olie wordt gemorst, veegt u het onmiddellijk van het apparaat of de grond af. Als brandstof wordt gemorst op uw kleren, moet u onmiddellijk andere kleren aantrekken om te voorkomen dat deze vlam vatten. Draai na het bijvullen van brandstof de brandstoftankdop stevig vast en controleer op brandstoflekkage. Start de motor op een afstand van minstens 3 m van de brandstofbron en bijvulplaats. Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in goedgekeurde jerrycans. Houd kinderen uit de buurt van de opgeslagen brandstof. De aangedreven borstel/aangedreven veger starten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Alvorens het apparaat te monteren of af te stellen, zet u de motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u de borstels of veegtrommels hanteert. Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen voordat u de motor start. Voordat u de motor start, inspecteert u het apparaat op beschadigingen, losse schroeven/ moeren en verkeerde montage. Controleer of alle bedieningshendels en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden bediend. Maak de handgrepen schoon en droog. Probeer nooit de motor te starten als het apparaat beschadigd is of nog niet volledig gemonteerd is met de juiste beschermkappen, platen of andere veiligheidsmiddelen. Anders kan ernstig letsel ontstaan. Voordat u de motor start, controleert u zorgvuldig of de borstels of veegtrommels niet uw lichaam of andere voorwerpen raken. Als u de motor start terwijl de borstels of veegtrommels een vreemd voorwerp raken, kan dat leiden tot een ernstig ongeval. 52 11. 12. 13. 14. 15. Voordat u de motor start, verzekert u zich ervan dat zich geen personen of dieren binnen het werkgebied bevinden. Stel het schouderdraagstel en de handgreep af op de lichaamsgrootte van de gebruiker. Vervang de borstels of veegtrommels als deze gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Beschadigde borstels of veegtrommels kunnen tijdens gebruik in stukken uiteen vliegen en ernstig letsel veroorzaken. Start en bedien het apparaat alleen buitenshuis in een goed geventileerde omgeving. Gebruik in een gesloten ruimte of op een slecht geventileerde plaats kan leiden tot de dood als gevolg van verstikking of koolmonoxidevergiftiging. Wanneer u de motor start, zet u het apparaat op een stevige ondergrond, bewaart u goed uw evenwicht en zorgt u ervoor dat u stevig staat. Wanneer u aan de trekstarthandgreep van de motor trekt, houdt u het aandrijfsysteem met uw linkerhand stevig tegen de grond gedrukt. Ga nooit op de aandrijfschacht van het aandrijfsysteem staan. Als de borstels of veegtrommels bij stationair toerental ronddraaien, zet u de motor uit en verlaagt u het stationair toerental. Anders kan onbedoeld aanraken van ronddraaiende borstels of veegtrommels leiden tot ernstig letsel. Zet de motor onmiddellijk uit als u enige storing waarneemt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem om de motor te starten. Vervoeren 1. 2. 3. 4. Zet de motor uit tijdens het vervoeren. Anders kan door onbedoeld starten kan letsel ontstaan. Verzeker u ervan dat tijdens vervoer per auto het apparaat op een veilige plaats ligt om te voorkomen dat er brandstof uit lekt. Til het hele apparaat op van de grond wanneer u het apparaat draagt. Als u het apparaat sleept, wordt de brandstoftank beschadigd en een lekkage veroorzaakt waardoor brand ontstaat. Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt u het horizontaal door de schacht vast te pakken. Houd de hete uitlaatdemper uit de buurt van uw lichaam. Bediening 1. 2. 3. 4. 5. Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten minste 5 meter uit de buurt van de aangedreven borstel/aangedreven veger. Zet de motor uit zodra iemand dichterbij komt. In geval van nood zet u de motor onmiddellijk uit. Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situatie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt u de motor uit. Gebruik het apparaat niet meer totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen. Terwijl de motor slechts stationair loopt, maakt u het gereedschap vast aan het schouderdraagstel. Gebruik tijdens het werk het schouderdraagstel. Houd het apparaat stevig tegen uw rechterzij. NEDERLANDS 15. 16. 17. 18. 19. 20. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en houd de achterhandgreep met uw rechterhand vast, ongeacht of u links- of rechtshandig bent. Vouw uw vingers en duimen om de handgrepen. Probeer nooit het apparaat met één hand te bedienen. Als u de controle over het apparaat verliest, kan dat leiden tot ernstig of fataal letsel. Om de kans op letsel te verkleinen, houdt u uw handen en voeten uit de buurt van de borstels of veegtrommels. Breng tijdens gebruik de borstels of veegtrommels nooit hoger dan heuphoogte. De borstels of veegtrommels blijven gedurende een korte tijd doordraaien nadat de gashendel is losgelaten of de motor is uitgezet. Raak de borstels of veegtrommels niet onmiddellijk aan. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen obstakels, zoals boomstronken, boomwortels en greppels, om te voorkomen dat u valt. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de draairichting van de borstels of veegtrommels omkeert of het apparaat naar u toe trekt. Als het aandrijfsysteem de draairichting kan omkeren, gebruikt u dit alleen wanneer het noodzakelijk is. Tijdens gebruik met omgekeerde draairichting, zal de aangedreven borstel/aangedreven veger aan u trekken wanneer de borstels of veegtrommels de grond raken. Overbelast het apparaat niet door te proberen te hard of te snel te duwen. Het apparaat zal onder de juiste belasting beter werken en er is dan een lager risico op letsel. Verhoog het toerental van de motor niet terwijl de borstels of veegtrommels geblokkeerd worden. Hierdoor neemt de belasting toe en zal het apparaat beschadigd worden. Nadat tegen het apparaat is gestoten of het is gevallen, controleert u de staat van het apparaat voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie. 53 21. 22. 23. 24. Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwielhuis wordt tijdens gebruik erg warm. Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten. Wanneer u het apparaat achterlaat, al is het maar even, zet u altijd de motor uit of verwijdert u de accu. Een onbeheerd apparaat met een draaiende motor kan door onbevoegden worden gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor het juiste gebruik van de gashendel en schakelaar. Leg tijdens of na gebruik het warme apparaat niet op droog gras of brandbare materialen. Als vreemde voorwerpen verstrikt raken in de borstels of veegtrommels, zet u de motor uit, trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu, en verwijdert u de obstakels. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de borstels of veegtrommels. Aanraking van de borstels of veegtrommels kan leiden tot ernstig letsel. Alvorens de borstels of veegtrommels te hanteren, zet u de motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Controleer de borstels of veegtrommels vaak tijdens gebruik op barsten of beschadigingen. Zet altijd de motor uit of verwijder de accu voordat u rommel of vreemde voorwerpen verwijdert vanaf de borstels of veegtrommels. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor informatie over het starten en bedienen van het apparaat. Trillingen Blootstelling aan buitensporige trillingen beschadigt de bloedvaten of het zenuwstelsel van de gebruiker en veroorzaakt de volgende symptomen in de vingers, handen of polsen: ‘slapen’ (gevoelloosheid), tintelen, pijn, stekend gevoel, veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw dokter. Om de kans op deze ‘witte-vingerziekte’ te verkleinen, houdt u uw handen warm tijdens gebruik en onderhoudt u het apparaat en de accessoires goed. Onderhoud uitvoeren 1. 2. 3. 4. 5. Voordat u enige onderhouds-, reparatie- of schoonmaakwerkzaamheden uitvoert aan het apparaat, zet u altijd de motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Wacht totdat de motor is afgekoeld. Om de kans op brand te verkleinen, mag u nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren in de buurt van een vuur. Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u de borstels of veegtrommels hanteert. Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereedschap. Gebruik voor dit doel nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten van de kunststofdelen. Draai na gebruik alle schroeven en moeren vast, uitgezonderd de stelschroeven van de carburateur. NEDERLANDS 6. 7. 8. 9. 10. Vervang de borstels of veegtrommels als deze beschadigd zijn. Probeer geen onderhoud of reparatie uit te voeren die niet in deze gebruiksaanwijzing of de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem wordt beschreven. Vraag ons erkend servicecentrum om dergelijke werkzaamheden uit te voeren. Volg de instructies voor het smeren en het vervangen van accessoires. Gebruik altijd uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires. Als u onderdelen of accessoire van derden gebruikt, kan het gereedschap defect raken, eigendommen worden beschadigd en/of ernstig letsel worden veroorzaakt. Verzoek regelmatig ons erkend servicecentrum om het apparaat te inspecteren en onderhouden. BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN Borstelhulpstuk 2 1 7 6 3 4 Opslag 1. 2. 3. Alvorens het apparaat op te bergen, voert u alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden uit. Trek de bougiekap eraf of verwijder de accu. Tap de brandstof af nadat de motor is afgekoeld. Berg het gereedschap op een droge en hoge of afgesloten plaats op, buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan leunen, zoals tegen een muur. Als u dit doet, kan het plotseling vallen en letsel veroorzaken. 5 ► 1. Dop 2. Pijp 3. Beschermkap 4. Klem 5. Borstel 6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel Vegerhulpstuk 2 EHBO 1. 2. 1 7 Zorg dat ervoor dat een EHBO-doos beschikbaar is in de buurt waar wordt gewerkt om eerste hulp te bieden bij een eventueel ongeval. Vul direct na gebruik van de inhoud de EHBO-doos weer aan. Geef de volgende informatie wanneer u om hulp vraagt: — Plaats van het ongeval — Beschrijving van het ongeval — Aantal gewonden — Soort letsels — Uw naam 6 3 BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: Het gebruik van dit gereedschap kan stof opwerpen waarin chemische bestanddelen kunnen zitten die ziekten aan de luchtwegen of andere ziekten kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze chemische bestanddelen zijn verbindingen die gevonden worden in pesticiden, insecticiden, meststoffen en herbiciden. Het risico van deze blootstellingen varieert en hangt af van hoe vaak u dit soort werkzaamheden uitvoert. Om blootstelling aan deze chemische stoffen te verminderen: moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden in een goed geventileerde werkomgeving en gebruikmakend van goedgekeurde beschermingsmiddelen, zoals stofmaskers die ontworpen zijn om microscopisch kleine deeltjes te kunnen filteren. 54 5 ► 1. Dop 2. Pijp 3. Beschermkap 4. Klem 5. Veegtrommel 6. Tandwielhuis 7. Torxsleutel NEDERLANDS 4 2. MONTAGE Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis los. 1 WAARSCHUWING: Alvorens het gereedschap te monteren of af te stellen, zet u de (benzine- of elektro)motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Anders kunnen de borstels, trommels of andere onderdelen gaan ronddraaien en ernstig letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Leg het gereedschap altijd op de grond wanneer u het afstelt of onderdelen aanbrengt. Als u onderdelen aanbrengt of het gereedschap afstelt terwijl het rechtop staat, kan ernstig letsel worden veroorzaakt. 2 ► 1. Schroef 2. Tandwielhuis WAARSCHUWING: Volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. 3. Het hulpstuk aanbrengen Verwijder de 2 doppen vanaf beide uiteinden van de pijp. 1 1. Verwijder de klem vanaf de borstel of veegtrommel aan de linkerkant van de borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en verwijder daarna de borstel of veegtrommel. 2 1 ► 1. Pijp 2. Dop KENNISGEVING: Gooi de doppen niet weg omdat deze weer nodig zijn voor het opbergen van het hulpstuk. 4. Bevestig de beschermkap en de bus aan de pijp. 1 2 2 ► 1. Borstel 2. Klem 3 4 ► 1. Pen 2. Pijp 3. Beschermkap 4. Bus 55 NEDERLANDS 6. Lijn het schroefgat in de pijp uit met het gat in het tandwielhuis door de pijp rond te draaien. KENNISGEVING: Steek het uiteinde van de pijp waar geen pen op zit in de beschermkap en de bus. 1 5. Zorg ervoor dat het tandwielhuis en de pen op de pijp omhoog wijzen en steek vervolgens de pijp in het tandwielhuis. 2 1 3 2 ► 1. Tandwielhuis 2. Pijp 3. Pen ► 1. Gat 2. Pijp KENNISGEVING: Zorg ervoor dat het tandwielhuis en de pen op de pijp omhoog wijzen en de beschermkap is bevestigd in de richting aangegeven in de afbeelding. 1 2 7. Draai de 3 schroeven op het tandwielhuis vast. 3 1 2 ► 1. Schroef 2. Tandwielhuis ► 1. Tandwielhuis 2. Beschermkap 3. Pen 8. Draai de 2 schroeven op de beschermkap vast. 1 2 3 4 ► 1. Schroef 2. Beschermkap 3. Bus 4. Tandwielhuis KENNISGEVING: Zorg ervoor dat er geen opening zit tussen het tandwielhuis en de bus, en ook niet tussen de bus en de beschermkap. 56 NEDERLANDS 2. Lijn de pen uit met de pijlmarkering. Steek de hulpstukpijp erin tot de ontgrendelknop omhoog springt. Zorg ervoor dat de positielijn tegen de punt van de pijlmarkering ligt. 9. Breng de borstel of veegtrommel aan op de borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig daarna de klem aan op de borstel of veegtrommel. KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo naar buiten wijst. 1 2 KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen van de veegtrommels op dat ze worden aangebracht in de richting aangegeven in de afbeelding zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in elkaar aangrijpen. 1 3 4 2 ► 1. Ontgrendelknop 2. Pijlmarkering 3. Pen 4. Positielijn 3. Kantel de hendel naar het aandrijfsysteem. 1 ► 1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis ► 1. Hendel De hulpstukpijp bevestigen Zorg ervoor dat het bovenvlak van de hendel parallel ligt aan de pijp. LET OP: Controleer na het aanbrengen altijd of de hulpstukpijp stevig is bevestigd. Door onjuist aanbrengen kan het hulpstuk van het aandrijfsysteem af vallen en persoonlijk letsel veroorzaken. der dat de hulpstukpijp erin is gestoken. Als u dit doet, kan de hendel de ingang voor de aandrijfschacht te ver dichtknijpen en beschadigen. Om de pijp te verwijderen, kantelt u de hendel naar het hulpstuk en trekt u de pijp eruit terwijl u de ontgrendelknop ingedrukt houdt. Bevestig de pijp van het hulpstuk aan het aandrijfsysteem. 1. KENNISGEVING: Zet de hendel niet vast zon- Kantel de hendel naar het hulpstuk. 1 3 1 2 Fig.12 ► 1. Ontgrendelknop 2. Hendel 3. Pijp ► 1. Hendel 57 NEDERLANDS BEDIENING ONDERHOUD WAARSCHUWING: Volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. WAARSCHUWING: Alvorens het gereedschap te inspecteren of te onderhouden, zet u de motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Anders kan de borstel, veegtrommel of andere onderdelen gaan ronddraaien en ernstig letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Stel voor gebruik de positie van het bevestigingsoog en het schouderdraagstel af op comfortabel gebruik. WAARSCHUWING: Draag een stofmasker en zorg voor een goede ventilatie in het werkgebied. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Let op dat u geen stof inademt en zorg dat er niets op uw huid komt. LET OP: Verwijder voor gebruik harde en/of lange voorwerpen, zoals stenen, blikjes en touwen, uit het werkgebied. Deze kunnen de borstels of veegtrommels beschadigen, of het draaien van de borstels of veegtrommels hinderen. WAARSCHUWING: Leg het gereedschap altijd op de grond wanneer u het inspecteert of onderhoudt. Als u onderdelen aanbrengt of het gereedschap afstelt terwijl het rechtop staat, kan ernstig letsel worden veroorzaakt. WAARSCHUWING: Volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was- Als het te reinigen oppervlak droog is, sprenkelt u er water op om het opwerpen van stof te verminderen. Houd de aangedreven borstel/aangedreven veger onder een kleine hoek en duw de aangedreven borstel/ aangedreven veger met loopsnelheid vooruit. benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen en barsten worden veroorzaakt. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum of het fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen. Het hulpstuk reinigen Het hulpstuk kan met water worden gewassen. Gebruik een nylonborstel of iets soortgelijks om het vuil eraf te wassen. 1 2 LET OP: Hoe groter de hoek wordt, hoe moeilijker het is om de aangedreven borstel/aangedreven veger onder controle te houden, en hoe waarschijnlijker het is dat u naar achteren wordt geduwd door de aangedreven borstel/aangedreven veger. 3 ► 1. Aandrijfsysteem 2. Pijpuiteinde 3. Tandwielhuis 58 NEDERLANDS 2. Breng de borstels of veegtrommels aan op de borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid, en bevestig daarna de klemmen. KENNISGEVING: Giet geen water over het aandrijfsysteem en het pijpuiteinde. Hierdoor kan een storing van het hulpstuk ontstaan. Voor gemakkelijker reinigen kunt u de borstel of veegtrommel verwijderen vanaf de borstel-eenheid of veegtrommel-eenheid. Raadpleeg de instructies voor het vervangen van de borstels of veegtrommels in deze gebruiksaanwijzing. Draai losse bouten, moeren en schroeven vast. Controleer op beschadigde onderdelen, borstels of veegtrommels. Vraag ons erkende servicecentrum om het zo nodig te vervangen. • • Algehele inspectie KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen van de borstels op dat het Makita/Dolmar-logo naar buiten wijst. KENNISGEVING: Let er bij het aanbrengen van de veegtrommels op dat ze worden aangebracht in de richting aangegeven in de afbeelding zodat de veegtrommels en het tandwielhuis in elkaar aangrijpen. 1 2 De borstels, veegtrommels en beschermkap inspecteren Controleer en reinig de borstels, veegtrommels en beschermkap dagelijks. Als deze versleten, verbogen of gebarsten zijn, vervangt u ze. De borstels of veegtrommels vervangen 1. Verwijder de klemmen vanaf de borstels of veegtrommels, en verwijder daarna de borstels of veegtrommels. 1 ► 1. Veegtrommel 2. Tandwielhuis Bewegende delen smeren KENNISGEVING: Houd u aan de frequentie en de opgegeven hoeveelheid vet. Als u dat niet doet, kunnen door onvoldoende smering de bewegende delen worden beschadigd. Tandwielhuis: LET OP: Breng geen vet aan terwijl het tandwielhuis heet is. Het hete tandwielhuis kan brandwonden veroorzaken. 2 Vul ongeveer 30 ml smeervet (Makita-smeervet SG No.0) gelijkmatig bij via de smeeropening elke 25 bedrijfsuren. Verwijder met behulp van de bijgeleverde torxsleutel de bout naast de smeerpunt-markering op het tandwielhuis. Draai de bout aan de andere kant los zodat de lucht in het tandwielhuis kan ontsnappen wanneer u smeervet bijvult. Nadat het smeervet is bijgevuld, draait u de bouten weer vast. ► 1. Borstel 2. Klem 59 NEDERLANDS Opslag 1 WAARSCHUWING: Volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN” op en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. Als het hulpstuk los van het aandrijfsysteem wordt opgeborgen, brengt u de dop aan op het uiteinde van de schacht. 2 ► 1. Bout 2. Tandwielhuis Aandrijfas: Vul smeervet (Makita-smeervet SG No.0) bij elke 25 bedrijfsuren. OPMERKING: Origineel Makita/Dolmar-smeervet kan worden aangeschaft bij uw plaatselijke Makita/ Dolmar-dealer. Interval voor inspectie en onderhoud Dagelijks (10 uur) 25 uur Hele apparaat Bedrijfsuren Visueel inspecteren op beschadigde onderdelen Vóór gebruik - - Alle bevestigingsschroeven en -moeren Vastdraaien - - Borstels, veegtrommels en beschermkap Reinigen en visueel inspecteren op beschadigde onderdelen - Tandwielhuis Smeervet aanbrengen - - Aandrijfas Smeervet aanbrengen - - Aandrijfsysteem Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. 60 NEDERLANDS - PROBLEMEN OPLOSSEN Alvorens om reparatie te vragen, voert u eerst uw eigen inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet wordt beschreven in deze gebruiksaanwijzing, mag u niet proberen het gereedschap te demonteren. In plaats daarvan vraagt u een erkend Dolmar/Makita-servicecentrum dat altijd Dolmar/Makita-vervangingsonderdelen gebruikt, om het gereedschap te repareren. Probleemomschrijving Waarschijnlijke oorzaak (storing) Oplossing De (benzine- of elektro)motor start niet. - Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. De (benzine- of elektro)motor stopt spoedig. - Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. Het (benzine- of elektro)motortoeren- tal neemt niet toe. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. De borstels of veegtrommels draaien niet rond. Zet de (benzine- of elektro)motor onmiddellijk uit. Het aandrijfsysteem trilt abnormaal. Zet de (benzine- of elektro)motor onmiddellijk uit. De borstels of veegtrommels blijven ronddraaien, zelfs als de trekkerschakelaar/hendel is losgelaten. Zet de (benzine- of elektro)motor onmiddellijk uit. De pijpen van het aandrijfsysteem en het hulpstuk zijn niet goed met elkaar verbonden. Verbind de pijpen op de juiste manier met elkaar. Vreemde voorwerp zit verstrikt in de borstels of veegtrommels. Verwijder het vreemde voorwerp. Probleem met het aandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum voor reparatie. De borstels of veegtrommels zijn verbogen of gebroken. Vervang de borstels of veegtrommels. Losgeraakte bevestiging van de borstels of veegtrommels Bevestig de klemmen van de borstels of veegtrommels stevig. Verkeerde bevestiging van de borstels of veegtrommels Breng de borstels of veegtrommels correct aan. Probleem met het aandrijfsysteem Neem contact op met een erkend servicecentrum voor reparatie. Het aandrijfsysteem werkt niet goed. Stel het stationair toerental af in het geval het aandrijfsysteem een motor heeft. Neem contact op met een erkend servicecentrum voor reparatie. 61 NEDERLANDS Makita Europe N.V. Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070 Kortenberg, Belgium Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi 446-8502 Japan www.dolmar.com 885649A928 EN, FR, DE, IT, NL, ES, PT, DA, EL, TR 20180224
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Dolmar MB-CS de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor