AEG B8875-5 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

B8875-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Inhoud2
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het apparaat 4
Totaalaanzicht 4
Bedieningspaneel 5
Uitrusting oven 5
Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen 7
Voor de eerste keer reinigen 8
Bedienen van de oven 9
De elektronische ovenbesturing 9
Snelopwarmen 12
Ovenfuncties 12
Hulpstukken plaatsen 13
Grillset 14
Vetfilter plaatsen/verwijderen 15
Culisensor 16
Extra functies 18
Overige functies 26
Toepassingen, tabellen en tips 28
Bakken 28
Braden 35
Op lage temperatuur bereiden 38
Vlak-grilleren 38
Ontdooien 39
Drogen met hetelucht 40
Wecken 40
Reiniging en onderhoud 41
Buitenkant apparaat 41
Oven-binnenruimte 42
Hulpstukken 42
Vetfilter 42
Pyrolytische reiniging 42
Herinnering 43
Ovenverlichting 43
Ovendeur 44
Ovendeurruit 45
Wat is er aan de hand als … 47
Afvalverwerking 49
Service 50
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti-
male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieu-informatie
3Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge-
voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (inclusief kinderen) die vanwege hun fysieke, zintuiglijke of mentale vermo-
gens of hun onervarenheid of onkundigheid niet in staat zijn het apparaat veilig te
gebruiken, mogen dit apparaat uitsluitend onder toezicht of met aanwijzingen van
een verantwoordelijk persoon gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor het koken, bakken en braden van ge-
rechten worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet ingeklemd raken onder de hete oven-
deur.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de binnenruimte van de
oven heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan eventueel een licht ontvlam-
baar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dit geval voorzichtig. Kom niet
met hitte, vuur of vonken in de buurt van de oven.
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens-
middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge-
lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Zo voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen enz. op de
bodem, omdat daarmee het email van de oven door de optredende hitteconcentratie
wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen veroorzaken vlekken die niet kunnen wor-
den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Beschrijving van het apparaat4
Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan
het glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan beschadigd worden.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te-
recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Ovendeur
Bedieningspaneel
Deurgreep
5Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Uitrusting oven
Oven - indicaties
Functietoetsen
Oven
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Aansluitpunt voor vleesspit
Vetfilter
Ovenverlichting
Verwarmingselement in de
achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Beschrijving van het apparaat6
Inschuifniveaus
Aan de ovendeur bevinden zich 2 houders met
5 openingen voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Binnenzijde deur
Aan de binnenzijde van de ovendeur is de
nummering van de inschuifniveaus aan beide
zijden weergegeven.
Bovendiene vindt u korte informatie over
oven-functies, aanbevolen inschuifniveaus en
temperaturen voor de bereiding van de ge-
bruikelijkste gerechten.
Accessoires oven
Inhangrooster
Voor serviesgoed, keukenvormen, gebraden en
gegrild vlees.
Inhangraam
Voor het inhangen voor bakplaat en braadslede
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
7Voor het in gebruik nemen
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Inlegrooster
Inzetstuk voor de braadslede voor braden en
grillen.
Vleesthermometer
Om precies te bepalen hoe gaar een stuk vlees
is.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
3 De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert Dagtijd automa-
tisch.
Voor het in gebruik nemen8
Met de toets of de actuele dagtijd in-
stellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Voor de eerste keer reinigen
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt, moet u hem reinigen.
1 Let op:Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! Het oppervlak kan dan
worden beschadigd.
3 Gebruik bij metalen fronten gebruikelijke schoonmaakmiddelen.
1. De ovendeur openen
De verlichting in de oven is ingeschakeld.
2. Alle hulpstukken verwijderen en met warm sopje reinigen.
3. Oven eveneens met warm sopje uitnemen en drogen.
4. Front van het apparaat met vochtige doek afnemen.
9Bedienen van de oven
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
3 Algemene aanwijzingen
Schakel het apparaat altijd eerst met de toets Aan/Uit in.
Wanneer de gekozen functie brandt, gaat de oven opwarmen of begint de ingestelde
tijd te lopen.
De indicatie van de bedrijfstijd geeft aan hoe lang de oven reeds ingeschakeld is. De
indicatie is alleen zichtbaar als geen van de klokfuncties Kookwekker , Duur of
Einde is ingesteld.
De ovenverlichting is ingeschakeld, zodra een ovenfunctie is geselecteerd.
Wanneer de gekozen temperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer.
Schakel het apparaat met de toets Aan/Uit uit.
Insteltoetsen
Temperatuur/Dagtijd
Ovenfunctie - selectie
Klokfuncties/bedrijfstijdOvenfuncties
Klokfuncties
Vleesspit
Verwarmings-
indicatie
Aan/uit
S
n
e
l
v
e
r
w
a
r
m
e
n
Bedienen van de oven10
Ovenfunctie selecteren
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets of zo vaak indrukken tot de ge-
wenste ovenfunctie verschijnt.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
Als de voorgestelde temperatuur niet binnen
ca. 5 seconden wordt gewijzigd, begint de
oven op te warmen.
3 De ovenfunctie kan tijdens de werking worden
gewijzigd.
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of de temperatuur naar
boven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats in stappen van 5×C.
Temperatuur opvragen
De toetsen en tegelijk indrukken. De
oventemperatuur van dat moment verschijnt in
de temperatuurindicatie.
3 Het opvragen van de temperatuur werkt niet bij
ovenfuncties waarbij de voorgestelde tempera-
tuur niet gewijzigd kan worden, zoals bijv. Op
lage temperatuur bereiden.
Ovenfunctie uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven toets
of zo vaak indrukken tot er geen
ovenfunctie meer wordt weergegeven.
11Bedienen van de oven
Oven uitschakelen
Apparaat met toets Aan/Uit uitschakelen.
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
3 Graden-indicatie
Indicatie Opwarmen
Na het inschakelen geven de ovenfuncties de
langzaam na elkaar oplichtende balken aan, tot
hoever de oven reeds verwarmd is.
Indicatie Snelverwarmen
Na het inschakelen van de functie Snelop-
warmen geven de na elkaar knipperende bal-
ken aan dat de functie Snelverwarmen in
werking is.
Bedienen van de oven12
Indicatie Restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog
oplichtende balken de resterende restwarme
van de oven aan.
Snelopwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelopwar-
men de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Te garen producten a.u.b. eerst in de ovenplaatsen, als Snelopwarmen beëin-
digd is en de oven in de gewenste functie werkt.
1. Ovenfunctie en temperatuur selecteren (bijv. Boven- en onderwarmte ). Evt. tempera-
tuurvoorstel wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken.
De achtereenvolgend knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen inwerking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balken van de tempera-
tuurindicatie. Er klinkt een zoemer.
De oven verwarmt nu in de vooringestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
de te garen producten nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement , Pizzastufe , Boven- en onderwarmte en Infratherm
tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Pizzastufe Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Op lage
temperatuur
bereiden
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig braadvlees.
Boven- en
onderwarmte
Voor het bakken en braden op één niveau.
13Bedienen van de oven
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar on-
deren drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grote grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Warmhoudstand Voor het warmhouden van gerechten.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Ovenfunctie Toepassing
Bedienen van de oven14
Bakplaat of braadslede in het ophangraam
plaatsen:
Bakplaat of braadslede op borgpennen in het
ophangraam plaatsen.
3 Bakplaat of braadslede alleen met ophangraam
plaatsen.
Rooster en braadslede samen plaatsen:
Bij het gezamenlijk gebruik van ophangraam en
braadslede eerst het ophangraam met de
braadslede en dan het ophangrooster op het
volgende niveau daarboven plaatsen.
Grillset
De grillset omvat het inlegrooster en de braadslede. Het inlegrooster kan aan beide kan-
ten worden gebruikt.
1 Waarschuwing: Bij het verwijderen van de braadslede uit de hete oven is er gevaar voor
verbranding!
15Bedienen van de oven
Inlegrooster diep plaatsen.
Inlegrooster ligt in de braadslede.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3 Voor het braden van grotere stukken vlees of
gevogelte op één niveau.
Inlegrooster hoog plaatsen.
Inlegrooster sluit met rand van de braadslede
af.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3 Voor het grillen van grotere hoeveelheden plat-
te levensmiddelen en om te roosteren.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra-
den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de
beide steuntjes van boven naar beneden
in de opening tegen de achterwand van
de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en
naar boven uit de oven nemen.
Bedienen van de oven16
Culisensor
Voor het op de graad nauwkeurig uitschakelen van de oven bij het bereiken van een in-
gestelde kerntemperatuur.
Let op twee temperaturen:
De oventemperatuur: Zie braadtabel
De kerntemperatuur: Zie tabel Culisensor
1 Let op: Alleen de meegeleverde vleesthermometer mag worden gebruikt ! Bij vervan-
ging alleen het originele onderdeel gebruiken!
3 De vleesthermometer kan niet op inschuifniveau 1 worden gebruikt.
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Punt van de vleesthermometer zo volledig mo-
gelijk in het gerecht doen, zodat de punt zich in
het centrum van het gerecht bevindt.
3. Steek de stekker van de vleesthermometer tot
aan de eindaanslag in de contactdoos in de zij-
wand van de oven.
4. Met de toets of de gewenste tempera-
tuur instellen.
Het display gaat op de actuele kerntemperatuur
staan
Mocht de actuele kerntemperatuur worden
weergegeven voordat de gewenste kerntempe-
ratuur is ingesteld, dan de toets Selectie zo
vaak indrukken, tot de functie Culisensor
knippert en dan het instellen uitvoeren.
3 De kerntemperatuur wordt vanaf 30°C weerge-
geven.
17Bedienen van de oven
5. Ovenfunctie en oventemperatuur kiezen.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur is bereikt,
weerklinkt een geluidssignaal en de oven scha-
kelt automatisch uit.
6. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te schakelen.
3 Binnen enkele minuten wordt een voorlopige eindtijd berekend waarin de ingestelde
kerntemperatuur zal zijn bereikt. Deze tijd wordt constant opnieuw berekend en bijge-
werkt in het display. Voor het systeem is het noodzakelijk dat de vleesthermometer aan
het begin van de bereiding zowel in het gerecht als in het stopcontact wordt gestoken
en tijdens de bereiding niet wordt verwijderd.
Gedurende de berekeningsfase laat het display de dagtijd en de vleeskerntemperatuur
een "knipperende rechthoek" zien.
Berekening van de eindtijd.
1 Waarschuwing: De vleesthermometer is heet!
Bij het eruit trekken van de stekker en de punt
is er gevaar voor verbrandingen.
7. Stekker van de vleesthermometer uit de con-
tactdoos trekken en gerecht uit de oven nemen.
8. Apparaat uitschakelen.
Bedienen van de oven18
Kerntemperatuur opvragen resp. veranderen.
Toets Selectie zo vaak indrukken, tot de functie Culisensor knippert en de inge-
stelde kerntemperatuur in het display verschijnt.
Wijzig de temperatuur eventueel met of .
Oventemperatuur opvragen resp. veranderen.
Wijzig de temperatuur eventueel met of .
Extra functies
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Insteltoetsen
Dagtijd
Duur/Einde/Bedrijfstijd
Klokfuncties
Vleesspit
Klokfuncties
Tijdsindicatie
19Bedienen van de oven
Herinnering
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hier-
op.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het kiezen van een klokfunctie knippert de bijbehorende functie ong. 5 seconden.
Gedurende deze tijd kunt u met de toets of de gewenste tijden instellen of
veranderen.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert de functie opnieuw ong. 5 seconden.
Daarna is de functie verlicht. De ingestelde tijd begint te lopen.
Bij kookwekker moet ook de oven zijn ingeschakeld om de klokfunctie in te stellen.
Door het tegelijk indrukken van en kan de ingestelde tijd
worden teruggezet.
3 Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de
resterende tijd wordt aangegeven.
2 Gebruik van de restwarmte met de klokfunctie Duur en Einde
Bij gebruik van de klokfuncties Duur en Einde schakelt de oven de verwarmingse-
lementen uit als 90% van de ingestelde of berekende tijd is bereikt. De beschikbare rest-
warmte wordt gebruikt om het gaarproces tot het verlopen van de ingestelde tijd voort
te zetten (3 tot 20 min.).
Bedienen van de oven20
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot
Kookwekker knippert.
2. Stel met de toets of de gewenste korte
tijd in.
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie de reste-
rende tijd aan.
Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt
een zoemer.
Na het verstrijken van de tijd klinkt er geduren-
de 1 minuten een zoemer.
“00.00“ en Kookwekker knipperen.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
21Bedienen van de oven
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot
Duur knippert.
3. Met de toets of de gewenste gaartijd
instellen instellen
Duur brandt.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Duur .
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Bedienen van de oven22
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot
Einde knippert.
3. Met de toets of de gewenste uitscha-
keltijd instellen.
Einde brandt en de uitschakeltijd wordt
aangegeven.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Einde .
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
23Bedienen van de oven
Duur en Einde in combinatie
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de oven op een la-
ter tijdstip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur kunt u de benodigde
gaartijd voor het gerecht instellen,
bijvoorbeeld: 1 uur.
3. Met de functie Einde kunt u het tijdstip in-
stellen waarop het gerecht klaar moet zijn,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Duur en Einde branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld op
het berekende tijdstip, bijvoorbeeld: 13:05 uur.
Na het verstrijken van de ingestelde Duur klinkt
er een zoemer gedurende 2 minuten en wordt
de oven automatisch uitgeschakeld,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Bedienen van de oven24
Dagtijd wijzigen
3 U kunt de dagtijd alleen veranderen, wanneer de kinderbeveiliging is uitgeschakeld, geen
klokfuncties Duur of Einde en geen ovenfunctie is ingesteld.
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot
Dagtijd knippert..
2. Met de toets of de actuele dagtijd in-
stellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Dit is bijvoorbeeld handig in het geval uw gasten te laat zijn.
Voorwaarde voor Heat+Hold:
Ingestelde temperatuur is hoger dan 80×C
25Bedienen van de oven
Heat+Hold inschakelen
1. Klokfuncties Duur en/of Einde instellen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken tot het symbool Warmhouden op het display
verschijnt.
3. Toets indrukken. Op het display verschijnt “00:30”,
4. Zodra de functie is beÎindigd klinkt er een signaal en Heat+Hold start.
De ingestelde ovenfunctie loopt 30 minuten bij 80×C .
Zodra de 30 minuten met Heat+Hold zijn beÎindigd, schakelt de oven uit.
3 Onafhankelijk van de ingestelde ovenfunctie blijft Heat+Hold actief. U kunt tus-
sen de ovenfuncties wisselen.
Herinnering voor pyrolytische reiniging
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en geeft dit
als volgt aan:
Na het uitschakelen van de ovenfunctie knippert het symbool Pyrolyse ca.
10 seconden.
Door het tegelijk indrukken van of kan de Herinnering worden teruggezet.
Dit knipperen wordt na het beÎindigen van langere bak-/braadprocessen herhaald tot
een pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd.
Deze functie is bij de levering van het apparaat ingeschakeld.
U kunt de Herinnering uit- en inschakelen:
Herinnering in- of uitschakelen
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets Selectie indrukken tot het symbool
Pyrolyse knippert.
3. Eventueel met de toetsen / de Herinne-
ring inschakelen (ON) resp. uitschakelen (OFF).
4. Toets Selectie kort indrukken.
Bedienen van de oven26
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2 U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk in-
gedrukt, totdat de indicatie donker wordt.
3 De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat
de dagtijdindicatie weer uit.
Wanneer u wilt dat de dagtijd weer blijvend
wordt aangegeven, moet u de tijdindicatie weer
inschakelen.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt, totdat de indicatie weer ver-
schijnt.
Kinderbeveiliging
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het apparaat niet worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit
inschakelen.
Er mag geen ovenfunctie zijn gekozen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk in-
gedrukt totdat ”SAFE“ in de indicatie verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”SAFE“ in de indicatie uit
gaat.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
27Bedienen van de oven
Toetsenvergrendeling
Met deze functie voorkomt u dat ingestelde ovenfuncties per abuis worden gewijzigd.
Toetsenvergrendeling inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets
Aan/Uit in.
2. Kies een ovenfunctie.
3. Houd de toetsen Selectie en tegelijk in-
gedrukt, totdat in de indicatie ”LOC“ verschijnt.
De toetsenvergrendeling is nu ingeschakeld.
Toetsenvergrendeling uitschakelen
Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”LOC“ in de indicatie uit
gaat.
De toetsenvergrendeling wordt automatisch opgeheven als de ovenfunctie wordt uitge-
schakeld.
Automatische uitschakeling van de oven
3 Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3 De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of
Einde ingesteld is.
30 - 120°C na 12,5 uur
120 - 200°C na 8,5 uur
200 - 250°C na 5,5 uur
250 - max°C na 3,0 uur
Toepassingen, tabellen en tips28
Toepassingen, tabellen en tips
Bakken
Ovenfunctie: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement of Boven- en
onderwarmte
Bakvormen
Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en vormen met een
coating geschikt.
Voor Hete lucht met ringvormig verwarmingselement zijn ook lichte metaalvor-
men geschikt.
Inzetniveaus
Bakken met Boven- en onderwarmte is op een niveau mogelijk.
Met Hete lucht met ringvormig verwarmingselement kunt u op max. 3 bakplaten
tegelijk bakken.
1 bakplaat:
bijv. inschuifniveau 3
1 bakvorm:
bijv. inschuifniveau 1
29Toepassingen, tabellen en tips
2 bakplaten:
bijv. inschuifniveaus 1 en 3
3 bakplaten:
Inschuifniveaus 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
Bakplaat en braadslede zijn slechts met inhangraam voor de ovendeur te gebruiken.
U kunt met Boven- en onderwarmte of Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement ook twee vormen tegelijkertijd naast elkaar op het rooster
bakken. De baktijd wordt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep-
gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor-
schriften, bereidingstijden en inschuifniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden, aangezien deze waarden afhankelijk
zijn van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
We adviseren u om bij de eerste keer de lage termperatuurwaarde in te stellen en pas
indien nodig, bijv. wanneer het gebak bruiner moet worden of de baktijd te lang duurt,
een hogere temperatuur te kiezen.
Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, oriënteer u dan op een
soortgelijk gebak.
Toepassingen, tabellen en tips30
Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de bak-
tijd 10-15 minuten langer zijn.
Vochtig gebak (bijv. pizza's, vruchtentaart etc.) worden op een niveau bereid.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak aan het begin van het bakpro-
ces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de
loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag hebben dan de oven die u eerst had.
Pas daarom de instellingen (temperatuur, gaartijden) en de inzetniveaus waaraan u
was gewend aan aan de aanbevelingen in de volgende tabellen.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om gebruik te kunnen maken van de nawarmte.
Tenzij anders aangegeven gelden de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in een
koude oven.
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Gebak in vormen
Tulband Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/koningstaart Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 140-160 1:10-1:30
Biscuittaart Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 140 0:25-0:40
Biscuittaart Boven- en
onderwarmte
1 160 0:25-0:40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 170-180
1)
0:10-0:25
Taartbodem van roerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150-170 0:20-0:25
Dichte appeltaart Boven- en
onderwarmte
1 170-190 0:50-1:00
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal ge-
plaatst)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 160 1:10-1:30
31Toepassingen, tabellen en tips
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal ge-
plaatst)
Boven- en
onderwarmte
1 180 1:10-1:30
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 160-180 0:30-1:10
Kwarktaart Boven- en
onderwarmte
1 170-190 1:00-1:30
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-krans Boven- en
onderwarmte
3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Boven- en
onderwarmte
3 160-180
1)
0:40-1:00
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Boven- en
onderwarmte
1
230
1)
160-180
0:25
0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Boven- en
onderwarmte
3 160-170
1)
0:15-0:30
Biscuitrol Boven- en
onderwarmte
3 180-200
1)
0:10-0:20
Kruimelgebak droog Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Boven- en
onderwarmte
3 190-210
1)
0:15-0:30
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven- en
onderwarmte
3 170 0:35-0:50
Vruchtentaart op
zandtaartdeeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 160-170 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbaar
beleg (bijv. kwark, room,
honing)
Boven- en
onderwarmte
3 160-180
1)
0:40-1:20
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 180-200
1)
0:30-1:00
Pizza (dun) Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 200-220
1)
0:10-0:25
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips32
Turks brood Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 200-220 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
1 180-200 0:35-0:50
Koekjes
Koekjes van zandtaart-
deeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150-160 0:06-0:20
Sprits Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 140 0:20-0:30
Sprits Boven- en
onderwarmte
3 160
1)
0:20-0:30
Koekjes van roerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150-160 0:15-0:20
Schuimgebak, baiser Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 100-120 0:30-0:60
Koekjes van gistdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 150-160 0:20-0:40
Koekjes van bladerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 170-180
1)
0:20-0:30
Broodjes Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 160
1)
0:20-0:35
Broodjes Boven- en
onderwarmte
3 180
1)
0:20-0:35
Kleine cakejes (20stuks/
blik)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
3 140
1)
0:20-0:30
Kleine cakejes (20stuks/
blik)
Boven- en
onderwarmte
3 170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
33Toepassingen, tabellen en tips
Bakken op meerdere niveaus
Baktips
Soort gebak
Hete lucht
met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Tijd
uur: min.
Niveau van onderen
Tempera-
tuur ºC
2 niveaus 3 niveaus
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-180
1))
1) Oven voorverwarmen
0:35-0:60
Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35
Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60
Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40
Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20
Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik) 1/4 --- 140
1)
0:25-0:40
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het ge-
bak is te licht van kleur
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere bak-
temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij-
zonder bij het gebruik van keu-
kenmachines
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Toepassingen, tabellen en tips34
Tabel Pizzastufe
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebak wordt ongelijkma-
tig bruin
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Soort gebak Inzetniveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pizza (dun) 1 180 - 200
1)
1) Oven voorverwarmen
20 - 30
Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30
Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60
Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Turks brood 1 250 - 270
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart 1 160 - 180
1)
40 - 50
Flammekuchen (brood) 1 250 - 270
1)
12 - 20
Piroggen (gevulde broodjes) 1 180 - 200
1)
15 - 25
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pastaschotel
Boven- en
onderwarmte
1 180-200 0:45-1:00
Lasagne
Boven- en
onderwarmte
1 180-200 0:25-0:40
Gegratineerde groente
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Gegratineerd stokbrood
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
35Toepassingen, tabellen en tips
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
Ovenfunctie: Boven- en onderwarmte of Infratherm
Plaats voor het braden het vetfilter!
Braadservies
Voor het braden is elk hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Voor het braden kunt u de grillset gebruiken.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder dek-
sel braden.
3 Aanwijzingen bij de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij adviseren vlees en vis pas vanaf 1 kg in de ovente braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
wat vloeistof in het braadservies te doen.
Zoete ovenschotels
Boven- en
onderwarmte
1 180-200 0:40-0:60
Visschotels
Boven- en
onderwarmte
1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
Diepvriespizza
Boven- en
onderwarmte
3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Patates frites
1)
(300-600 g)
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Infratherm 3 200-220
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Stokbrood
Boven- en
onderwarmte
3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Vruchtentaart
Boven- en
onderwarmte
3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips36
Braadstukken naar behoefte na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de bereidingstijd meerdere keren met
braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om gebruik te
maken van de nawarmte.
Braadtabel
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Boven- en
onderwarmte
1 200-250 2:00-2:30
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood
(rare)
per cm
dikte
Infratherm 1 190-200
1)
0:05-0:06
- van binnen roze
(medium)
per cm
dikte
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
- doorbakken (well
done)
per cm
dikte
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Varkensvlees
Schouderstuk, nek-
stuk, ham
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout,
lamsgebraad
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
Wild
Hazenrug,
hazenbout
tot 1 kg
Boven- en
onderwarmte
3 220-250
1)
0:25-0:40
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Boven- en
onderwarmte
1 210-220 1:15-1:45
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Boven- en
onderwarmte
1 200-210 1:30-2:15
Gevogelte
Stukken gevogelte
per 200-
250g
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
37Toepassingen, tabellen en tips
Tabel Culisensor
Halve kip
per 400-
500g
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
Boven- en
onderwarmte
1 210-220 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen
Soort gerecht Kerntemperatuur van het vlees
Rundvlees
Rosbief of ossenhaas van binnen rood (rare)
van binnen roze (medium)
doorbakken (well-done)
45-50 °C
60-65 °C
70-75 °C
Varkensvlees
Schouderkarbonade, hamlap 80-82 °C
Tussenribstuk, kasselerrib 75-80 °C
Gehakt 75-80 °C
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 75-80 °C
Kalfsgehakt 85-90 °C
Schapenvlees / lamsvlees
Schapenbout 80-85 °C
Schapenrug 80-85 °C
Lamsbout, lamsbraadstuk 70-75 °C
Wild
Hazenrug 70-75 °C
Hazenpoot, hazenbout 70-75 °C
Gehele haas 70-75 °C
Reerug, hertenrug 70-75 °C
Reebout, hertenbout 70-75 °C
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips38
Op lage temperatuur bereiden
Ovenfunctie: Op lage temperatuur bereiden
Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden wordt het braadvlees mooi mals
en blijft het bijzonder sappig.
Op lage temperatuur bereidenadviseren we voor mals, mager vlees en vis.
Op lage temperatuur bereiden is niet geschikt voor bijv. stoofvlees of vet varkensvlees.
De oven verwarmt tot de gekozen resp. van tevoren ingestelde temperatuur op. Zodra
deze temperatuur is bereikt, klinkt een akoestisch signaal. Daarna schakelt de oven auto-
matisch op een lagere doorgaartemperatur om.
120°C adviseren we voor kleinere stukken vlees, b.v. steaks.
150°C
adviseren we voor grotere stukken vlees, b.v. runderfilet.
1 Let op: Gebruik voor het braden het vetfilter!
3 Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden altijd open, zonder deksel berei-
den.
1. De te braden stukken in de pan zeer heet aanbraden.
2. In een vleesschaal of direct op de grillset leggen.
3. In de oven zetten. Ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden selecteren, eventueel
temperatuur wijzigen en garen voltooien (zie tabel).
3 Die ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden is niet samen met de klokfunc-
ties Duur en Einde mogelijk.
Tabel Op lage temperatuur bereiden
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill of Grote grill met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: Grillen altijd bij gesloten ovendeur.
3 Verwarm de lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voor.
Gebruik voor het grillen de grillset.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grillen is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Soort gerecht
Gewicht
g
Instelling Inzetniveau
Totale tijdsduur
min.
Rosbief 1000-1500 150°C 1 90-110
Runderbiefstuk 1000-1500 150°C 3 90-110
Kalfsbraadstuk 1000-1500 150°C 1 100-120
Steaks 200 - 300 120°C 3 20-30
39Toepassingen, tabellen en tips
Grilltabel
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
zienlijk verlengen.
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
Gerecht Inzetniveau
Tijd
1e zijde 2e zijde
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
1)
1) Niet voorverwarmen
3 4-6 min. 3-5 min.
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Kip op een omgekeerd schoteltje in een
groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Slagroom kan ook met nog licht bevroren
deeltjes goed worden geklopt
Gebak, 1400g 60 60 ---
Toepassingen, tabellen en tips40
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het-
zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on-
geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Gerecht
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
41Reiniging en onderhoud
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen het apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet met stoomblazers of hoge-
drukreinigers schoonmaken.
Let op: Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen, scherpe voorwerpen of
vlekkenverwijderaars.
Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen of metalen schrapers die krassen
kunnen veroorzaken op het oppervlak. Hierdoor kan het glas springen.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Product
Temperatuur
in°C
Wecken tot het
parelen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen,
rijpe kruisbessen
160-170 35-45 ---
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
Wortels
1)
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
160-170 50-60 5-10
Paddestoelen
1)
160-170 40-60 10-15
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
Bonen 160-170 50-60 ---
Reiniging en onderhoud42
Oven-binnenruimte
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3 Reinig het apparaat elke keer na gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te verwij-
deren en kunnen niet inbranden. Niet verwijderde resten kunnen door de Pyrolyse ver-
anderingen in het oppervlak veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3 Bij hardnekkig vuil met Pyrolyse reinigen.
1 Let op!Als u een ovenspray gebruikt, dient u beslist de aanwijzingen van de fabrikant in
acht te nemen.
Hulpstukken
Alle hulpstukken na ieder gebruik afwassen en goed afdrogen. Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kort laten inweken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1 Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1 Let op! Alvorens de pyrolyse uit te voeren, moeten alle uitneembare delen uit de oven
worden verwijderd.
3 Indien de tijdindicatie 'C3' verschijnt, dan start de pyrolitische reiniging niet. Ovendeur
juist sluiten;
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse .
Op het temperatuurdisplay verschijnt P2
in de tijdindicatie verschijnt “2:45”,
Det tijdsduur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 Tijdens de opwarmtijd de ovendeur niet openen, omdat het proces anders wordt afge-
broken.
3 De Ovenverlichting is buiten werking.
Bij het bereiken van de opgegeven temperatuur wordt de ovendeur vergrendeld.
43Reiniging en onderhoud
Het symbool is actief en de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op, totdat
de deur weer is ontgrendeld.
3 Indien het proces tijdens het vergrendelen wordt afgebroken, kan als volgende functie
alleen een pyrolitische reiniging worden gekozen. Dit geldt alleen zolang de ovendeur is
vergrendeld.
Tijdsduur veranderen
1. Ga te werk zoals beschreven bij “Pyrolytische Reiniging”.
2. Zolang Duur knippert met of de gewenste tijdsduur kiezen:
2:15 voor geringe vervuiling.
2:45 voor normale vervuiling.
3:15 voor sterke vervuiling.
Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 Indien Duur niet meer knippert, de toets Selectie opnieuw indrukken en dan de
instelling doorvoeren.
3. Na afloop van de pyrolytische reiniging een willekeurige toets indrukken om dit te
beëindigen.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De pyrolyse-uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2
min. na het instellen van de pyrolyse).
Herinnering
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hierop.
3 De Herinnering kan in- en uitgeschakeld worden (zie hoofdstuk “Bedienen van de oven”).
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
oven uitschakelen!
zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3 Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hit-
tebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Reiniging en onderhoud44
Ovenlamp aan de zijkant vervangen/
Afdekglas reinigen
1. Afdekglas met een smal, stomp voorwerp (b. v.
een theelepel) loshalen en reinigen.
2. Indien noodzakelijk: halogeen-ovenlamp ver-
vangen.
Reservelamp bestellen via de klantenservice (zie
het hoofdstuk “Service/klantenservice").
3 Halogeenverlichting altijd met een doek vast-
pakken, om het inbranden van vetresten te
voorkomen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovendeur
Om de ovendeur van uw apparaat gemakkelijker te kunnen schoonmaken kan deze wor-
den uitgehangen.
Ovendeur verwijderen
1. Ovendeur eruit trekken.
2. Ovendeur met beide handen aan de zijkanten
vastpakken.
3. Ovendeur verticaal naar boven uit de gelei-
dingsstangen trekken.
1 Let op: Niet aan de deurgreep van de oven-
deur omhoogtrekken!
3 Ovendeur met de buitenkant naar onderen op
een zachte, vlakke ondergrond leggen, bij-
voorbeeld op een deken, om krassen te voor-
komen.
45Reiniging en onderhoud
Ovendeur plaatsen
1. Ovendeur vanaf de greepzijde met beide han-
den aan de zijkant vastpakken. Ovendeur
loodrecht op de geleidingsstaven zetten en
naar onderen laten glijden.
2. Ovendeur sluiten.
Ovendeurruit
De ovendeur is voorzien van drie achter elkaar aangebrachte ruiten. De ruiten aan de
binnenkant zijn afneembaar om ze te kunnen schoonmaken.
3 Verwijderen van de ovendeurruiten alleen bij een uitgehangen deur
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat,
kan het glas breken.
Ovendeurruit verwijderen
1. Ovendeur uithangen en met handgreep naar onderen op een zachte, vlakke ondergrond
leggen.
2. Deurafdekking(B) aan de bovenkantvan de
deur aan beide kanten vastpakken en naar bin-
nen drukken om de klemsluiting te ontgrende-
len. De deurafdekking er dan aftrekken
3. Bekleding aan de zijkant vastpakken. Met lich-
te druk in de richting van de deurgreep schui-
ven. De bekleding springt uit de geleiding en
kan worden afgenomen. Bekleding aan beide
kanten afnemen.
Reiniging en onderhoud46
4. Ovendeur een beetje optillen. Achtereenvol-
gens bij de bovenrand aanpakken en de gelei-
ding wegtrekken.
Ovendeurruiten reinigen.
De ovendeurruiten grondig met een sopje reinigen. Daarna zorgvuldig afdrogen.
Ovendeurruiten reinigen.
1. Deurruiten schuin van boven in het deurprofiel
aan de onderkant van dedeur invoeren en la-
ten zakken.
3 Eerst de kleinste ruit, dan de grootste ruit
plaatsen.
2. Bekleding aan de zijkant van de deurlijst zo
plaatsen, dat beide ventilatiesleuven naar de
deurgreep wijzen. Bekleding aandrukken en
vanaf de deurgreep erop schuiven. Bekleding
sluit ineen. Opnieuw controleren of deze aan
beide kanten goed vastzit.
3. Deurafdekking(B) links en rechts vastpakken,
tegen de binnenkant van de deurrand plaatsen
en deurafdekking(B) op de bovenkant van de
deur vastdrukken.
47Wat is er aan de hand als …
3 Aan de open zijde van de deurafdekking (B) be-
vindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus-
sen de buitenste deurruit en het
geleidingsprofiel (D) worden geschoven.
De klemsluiting (E) moet vastgeklikt zijn.
4. Ovendeur weer plaatsen.
Wat is er aan de hand als
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld. Oven inschakelen
De dagtijd is niet ingesteld Dagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
Instellingen controleren
Automatische uitschakeling van
de oven is geactiveerd
Zie automatische uitschakeling
De zekering in de huisinstallatie
(stoppenkast) is geactiveerd.
Controleer de zekering Als de ze-
keringen meerdere keren worden
uitgeschakeld, neem dan contact
op met een erkend elektro-in-
stallateur
De ovenlamp valt uit. De ovenlamp is defect. Ovenlamp vervangen.
De pyrolytische reiniging
werkt niet (in de tijdweer-
gave verschijnt “C3")
Deur niet juist gesloten of deur-
vergrendeling defect
Deur juist sluiten
In de tijdindicatie verschijnt
F11
De vleesthermometer heeft kort-
sluiting of de stekker van de
vleesthermometer zit niet stevig
in het stopcontact
De stekker van de vleesthermo-
meter tot aan de eindaanslag in
het stopcontact in de zijwand
van de oven steken
Wat is er aan de hand als 48
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin-
gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden.
3 Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven-
deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de
binnenkant van het deurvenster.
In de tijdindicatie verschijnt
F2
Deur niet juist gesloten of deur-
vergrendeling defect
Deur goed sluiten;
Het apparaat via de
woningzekering of de
beveiligingsschakelaar in de
zekeringskastuit- en weer in-
schakelen;
Bij herhaalde weergave kunt u
contact opnemen met de servi-
cedienst
In de tijdindicatie verschijnt
een hier niet vermelde
foutcode
Elektronisch defect Het apparaat via de
woningzekering of de
beveiligingsschakelaar in de
zekeringkast uit- en weer in-
schakelen.
Bij herhaalde weergave kunt u
contact opnemen met de servi-
cedienst
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
49Afvalverwerking
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst-
stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak-
kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge-
bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijde-
ren.
Service50
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde-
ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol-
gende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het apparaat aan-
geeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num-
mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
S-No: .....................................
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.be
822 720 553-M-020708-01 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

AEG B8875-5 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor