Aeg-Electrolux E8871-5-M Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
E8871-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Inhoud2
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het apparaat 4
Totaalaanzicht 4
Bedieningspaneel 5
Uitrusting oven 5
Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen 7
Eerste reiniging 7
Bedienen van de kookzones 8
Kookstand instellen 9
Bereiden met het automatische
kooksysteem 9
Automatische uitschakeling van de
kookzones 10
Bedienen van de oven 11
De elektronische ovenbesturing 11
Snelopwarmen 14
Ovenfuncties 14
Rooster, baakplaat en vetopvangbak
plaatsen 15
Vetfilter plaatsen/verwijderen 16
Culisensor 17
Extra functies 19
Overige functies 26
Toepassingen, tabellen en tips 28
Kooktabel 28
Bakken 29
Braden 35
Op lage temperatuur bereiden 38
Vlak-grilleren 38
Ontdooien 39
Drogen met hetelucht 40
Wecken 40
Reiniging en onderhoud 41
Buitenkant apparaat 41
Ovenruimte 42
Accessoires 42
Vetfilter 42
Pyrolytische reiniging 42
Herinnering 43
Inschuifroosters 44
Ovenverlichting 45
Bakovendeur 46
Het glas van deur van de bakoven 48
Wat is er aan de hand als … 51
Afvalverwerking 53
Service 54
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti-
male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieu-informatie
3Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge-
voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of
verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in
staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toe-
zicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmid-
delen worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in aanraking komen of onder de hete
ovendeur ingeklemd raken.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de ovenruimte heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar al-
cohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met
vuur of vonken in de buurt van de oven.
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens-
middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge-
lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzo-
voort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hittecon-
centratie wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen wor-
den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Beschrijving van het apparaat4
Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het
glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd
raken.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te-
recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Glazen deur
Bedieningspaneel
Deurgreep
5Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Uitrusting oven
Oven - indicaties
Functietoetsen
Oven
KookzoneschakelaarKookzoneschakelaar
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Aansluitpunt voor vleesspit
Vetfilter
Ovenverlichting
Verwarmingselement in de
achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Inzetniveaus
Uitneembaar inschuifrooster
Beschrijving van het apparaat6
Binnenkant deur
Aan de binnenkant van de ovendeur is de num-
mering van de inzetniveaus van de oven-
weergegeven.
Bovendien treft u beknopte informatie aan over
de ovenfuncties, aanbevolen inzetniveaus en
temperaturen voor de bereiding van de meest
gebruikelijke gerechten.
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de
kookplaat liggende kanaal direct naar boven
geleid.
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en
grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Vleesthermometer
Om precies te bepalen hoe gaar een stuk vlees
is.
7Voor het in gebruik nemen
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
3 De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert Dagtijd automatisch.
Met de toets of de actuele dagtijd instel-
len.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Eerste reiniging
Alvorens de oven in gebruik te nemen, moet u hem reinigen.
1 Let op: Gebruik geen scherpe schuurmiddelen! U zou de oppervlakken kunnen bescha-
digen.
3 Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel verkrijgbare on-
derhoudsmiddelen.
Bedienen van de kookzones8
1. Open de ovendeur.
De verlichting in de oven is nu ingeschakeld.
2. Neem alle accessoires en geleiderails uit de oven en reinig deze met een warm sopje.
3. Maak de oven ook schoon met een warm sopje en droog hem daarna.
4. Veeg de voorzijde van de oven af met een vochtige doek.
Bedienen van de kookzones
3 Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke in-
formatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
De volgende beschrijving is niet van toepassing voor inductiekookzones.
Kookstanden
In de bereiken 1-9 kunt u de kookstanden instellen
Tussenstanden zijn mogelijk in de bereiken 2 t/m 7.
Bovendien is iedere kookzoneschakelaar nog uitgerust met een automatisch
kooksysteem.
u = Warmhoudstand
1 = Laagste vermogen
9 = Hoogste vermogen
A= Automatisch kooksysteem
2 Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te
maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3 Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
Kookzoneschakelaar
links voor links achter rechts achter rechts voor
Kookzone-indicatie
9Bedienen van de kookzones
Kookstand instellen
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Voor het aan de kook brengen of aanbraden
kookstand kiezen.
3. Als u het bereidingsproces wilt beëindigen dient
u de schakelaar op de stand “Uit” te zetten.
3 Zolang de kookzone in werking is, blijft het
controlelampje van de desbetreffende kookzo-
neschakelaar branden.
Bereiden met het automatische kooksysteem
Bij het bereiden met het automatische kooksysteem werkt de kookzone voor een bepaal-
de tijd op vol vermogen en schakelt vervolgens weer terug naar de ingestelde kookstand.
1. Draai de kookzoneschakelaar naar rechts tot de eindaanslag, om de kookactivering in te
schakelen.
2. Zet aansluitend de kookzoneschakelaar terug op de gewenste kookstand.
3. Als u het bereidingsproces wilt beëindigen dient u de schakelaar op de stand "0" te zet-
ten.
3 Als u tijdens de opwarmtijd een hogere kookstand kiest, bijv. van "3" naar "6", wordt er
rekening gehouden met de reeds verstreken tijd voor de kookactivering. Kiest u een lage-
re kookstand dan wordt de kookactivering onmiddellijk beëindigd.
3 U kunt het automatische kooksysteem ook beëindigen door de kookzoneschakelaar eerst
op de stand "0" te zetten en vervolgens weer op de gewenste kookstand.
Bedienen van de kookzones10
Opwarmtijden bij het bereiden met het automatisch kooksysteem
3 Houd de eerste bereidingsprocessen in de gaten. Daarbij kunt u bepalen welke kookstand
bij “uw servies” voor “uw gerechten en hoeveelheden” optimaal is.
Automatische uitschakeling van de kookzones
Wordt een kookzone na een bepaalde tijd niet uitgeschakeld of verandert de kookzone
niet, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld.
De verlichting van de kookzoneschakelaar wordt uitgeschakeld.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
Kookstand
.
1 -
.
2 tot 6 uur
Kookstand
.
3 -
.
4 tot 5 uur
Kookstand
.
4 -
.
5 tot 4 uur
Kookstand
.
6 -
.
9 tot 1,5 uur
Ingebuikname na de automatische uitschakeling
Voor het opnieuw in gebruik nemen na een automatische uitschakeling, dient u de inge-
schakelde kookzoneschakelaar in de stand “uit” te zetten.
Daarna is de kookzone weer gereed voor gebruik.
Schakelaarstand: Opwarmtijd van het automatisch kooksysteem
A en 9 zonder Automatisch kooksysteem
A en 8 4,5 minuten
A en 7 3,5 minuten
A en 6
.
3 minuten
A en 6 2 minuten
A en 5
.
12,5 minuten
A en 5 10 minuten
A en 4
.
8 minuten
A en 4 6,5 minuten
A en 3
.
5,5 minuten
A en 3 5 minuten
A en 2
.
3 minuten
A en 2 2 minuten
A en 1 1 minuten
A en u 0,5 minuten
11Bedienen van de oven
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
3 Algemene aanwijzingen
Schakel het apparaat altijd eerst met de toets Aan/Uit in.
Wanneer de gekozen functie brandt, gaat de oven opwarmen of begint de ingestelde
tijd te lopen.
De indicatie van de bedrijfstijd geeft aan hoe lang de oven reeds ingeschakeld is. De
indicatie is alleen zichtbaar als geen van de klokfuncties Kookwekker, Duur of Einde is
ingesteld.
De ovenverlichting is ingeschakeld, zodra een ovenfunctie is geselecteerd.
Wanneer de gekozen temperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer.
Schakel het apparaat met de toets Aan/Uit uit.
Insteltoetsen
Temperatuur/Dagtijd
Ovenfunctie - selectie
Klokfuncties/bedrijfstijdOvenfuncties
Klokfuncties
Vleesspit
Verwarmings-i
ndicatie
Aan/uit
S
n
e
l
v
e
r
w
a
r
m
e
n
Bedienen van de oven12
Ovenfunctie selecteren
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets of zo vaak indrukken tot de ge-
wenste ovenfunctie verschijnt.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
Als de voorgestelde temperatuur niet binnen
ca. 5 seconden wordt gewijzigd, begint de
oven op te warmen.
3 De ovenfunctie kan tijdens de werking worden
gewijzigd.
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of de temperatuur naar bo-
ven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats in stappen van 5×C.
Temperatuur opvragen
De toetsen en tegelijk indrukken. De
oventemperatuur van dat moment verschijnt in
de temperatuurindicatie.
3 Het opvragen van de temperatuur werkt niet bij
ovenfuncties waarbij de voorgestelde tempera-
tuur niet gewijzigd kan worden, zoals bijv. Op
lage temperatuur bereiden.
Ovenfunctie uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven toets
of zo vaak indrukken tot er geen ovenfunctie
meer wordt weergegeven.
13Bedienen van de oven
Oven uitschakelen
Apparaat met toets Aan/Uit uitschakelen.
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
3 Graden-indicatie
Indicatie Opwarmen
Na het inschakelen geven de ovenfuncties de
langzaam na elkaar oplichtende balken aan, tot
hoever de oven reeds verwarmd is.
Indicatie Snelverwarmen
Na het inschakelen van de functie Snelop-
warmen geven de na elkaar knipperende bal-
ken aan dat de functie Snelverwarmen in
werking is.
Bedienen van de oven14
Indicatie Restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog
oplichtende balken de resterende restwarme
van de oven aan.
Snelopwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie
Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Te garen producten a.u.b. eerst in de ovenplaatsen, als Snelopwarmen beëin-
digd is en de oven in de gewenste functie werkt.
1. Ovenfunctie en temperatuur selecteren (bijv. Conventioneel ). Evt. temperatuurvoor-
stel wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken. Het symbool brandt.
De achtereenvolgend knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen inwerking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balken van de tempera-
tuurindicatie. Er klinkt een zoemer. Het symbool gaat uit.
De oven verwarmt nu in de vooringestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
de te garen producten nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring , Pizza
hetelucht , Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Op lage
temperatuur
bereiden
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig braadvlees.
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
15Bedienen van de oven
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3 Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een
kleine bolling naar onderen.
Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt.
Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tus-
sen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Warmhouden Voor het warmhouden van gerechten.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Ovenfunctie Toepassing
Bedienen van de oven16
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes
naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen
van het gekozen niveau.
3 Door de verhoogde lijst die om het rooster
loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd te-
gen afglijden.
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak.
Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestan-
gen van het gekozen niveau.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra-
den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de
beide steuntjes van boven naar beneden
in de opening tegen de achterwand van
de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en
naar boven uit de oven nemen.
17Bedienen van de oven
Culisensor
Voor het exact uitschakelen van de oven bij het bereiken van een ingestelde kerntempe-
ratuur.
Er dient met twee temperaturen rekening te worden gehouden:
De oventemperatuur: Zie braadtabel
De kerntemperatuur: Zie tabel Culisensor
1 Let op: Alleen de meegeleverde vleesthermometer mag worden gebruikt! Bij vervanging
alleen het originele vervangingsonderdeel gebruiken!
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Uiteinde van de vleesthermometer zo in het ge-
recht steken dat het zich in het midden van het
gerecht bevindt..
3. Stekker van de vleesthermometer zo ver moge-
lijk in de contactdoos in de zijwand van de oven
steken.
4. Met de toets of de gewenste kerntempe-
ratuur instellen.
De indicatie schakelt over naar de actuele kern-
temperatuur.
Wordt de actuele kerntemperatuur al aangege-
ven, voordat de gewenste kerntemperatuur is
ingesteld, dient de toets Selectie zo vaak te
worden ingedrukt tot de functie Culisensor be-
gint te knipperen en moet vervolgens de instel-
ling worden uitgevoerd..
3 De kerntemperatuur wordt vanaf 30×C aange-
geven.
5. Ovenfunctie en -temperatuur instellen.
Bedienen van de oven18
Zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is,
klinkt er een signaal en de oven schakelt auto-
matisch uit.
6. Op een willekeurige toets drukken om het geluidssignaal uit te schakelen.
3 Binnen enkele minuten wordt een voorlopige eindtijd berekend waarin de ingestelde
kerntemperatuur zal zijn bereikt. Deze tijd wordt constant opnieuw berekend en bijge-
werkt in het display. Voor het systeem is het noodzakelijk dat de vleesthermometer aan
het begin van het bereidingsproces zowel in het gerecht als in het stopcontact wordt ge-
stoken en tijdens de bereiding niet wordt verwijderd.
Tijdens de berekeningsfase toont de indicatie voor Dagtijd en Vleeskerntemperatuur een
"knipperende rechthoek".
Berekenen van de eindtijd.
1 Waarschuwing: De vleesthermometer is heet!
Bij het uittrekken van de stekker en het uiteinde
van de thermometer bestaat er verbrandings-
gevaar!
7. Stekker van de vleesthermometer uit het stop-
contact trekken en het gerecht uit de oven ne-
men.
8. Apparaat uitschakelen.
19Bedienen van de oven
Kerntemperatuur opvragen of wijzigen
Toets Selectie zo vaak indrukken tot de functie Culisensor begint te knipperen en de
ingestelde kerntemperatuur op het display verschijnt.
Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Oventemperatuur opvragen of wijzigen
Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Extra functies
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Insteltoetsen
Dagtijd
Duur/Einde/Bedrijfstijd
Klokfuncties
Vleesspit
Klokfuncties
Tijdsindicatie
Bedienen van de oven20
Herinnering
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hier-
op.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het kiezen van een klokfunctie knippert de bijbehorende functie ong. 5 seconden.
Gedurende deze tijd kunt u met de toets of de gewenste tijden instellen of ver-
anderen.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert de functie opnieuw ong. 5 seconden.
Daarna is de functie verlicht. De ingestelde tijd begint te lopen.
Bij kookwekker moet ook de oven zijn ingeschakeld om de klokfunctie in te stellen.
Door het tegelijk indrukken van en kan de ingestelde tijd
worden teruggezet.
3 Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de reste-
rende tijd wordt aangegeven.
2 Gebruik van de restwarmte met de klokfunctie Duur en Einde
Bij gebruik van de klokfuncties Duur en Einde schakelt de oven de verwarmingselemen-
ten uit als 90% van de ingestelde of berekende tijd is bereikt. De beschikbare restwarmte
wordt gebruikt om het gaarproces tot het verlopen van de ingestelde tijd voort te zetten
(3 tot 20 min.).
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Kookwek-
ker knippert.
2. Stel met de toets of de gewenste korte
tijd in.
21Bedienen van de oven
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie de reste-
rende tijd aan.
Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt
een zoemer.
Na het verstrijken van de tijd klinkt er geduren-
de 1 minuten een zoemer.
“00.00“ en Kookwekker knipperen.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Duur knip-
pert.
3. Met de toets of de gewenste gaartijd in-
stellen instellen
Bedienen van de oven22
Duur brandt.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Duur.
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Einde knip-
pert.
3. Met de toets of de gewenste uitschakel-
tijd instellen.
23Bedienen van de oven
Einde brandt en de uitschakeltijd wordt
aangegeven.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Einde.
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Duur en Einde in combinatie
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de oven op een later tijd-
stip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur kunt u de benodigde gaar-
tijd voor het gerecht instellen,
bijvoorbeeld: 1 uur.
Bedienen van de oven24
3. Met de functie Einde kunt u het tijdstip instel-
len waarop het gerecht klaar moet zijn,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Duur en Einde branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld op
het berekende tijdstip, bijvoorbeeld: 13:05 uur.
Na het verstrijken van de ingestelde Duur klinkt
er een zoemer gedurende 2 minuten en wordt
de oven automatisch uitgeschakeld,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Dagtijd wijzigen
3 U kunt de dagtijd alleen veranderen, wanneer de kinderbeveiliging is uitgeschakeld, geen
klokfuncties Duur of Einde en geen ovenfunctie is ingesteld.
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Dagtijd
knippert..
2. Met de toets of de actuele dagtijd instel-
len.
25Bedienen van de oven
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Dit is bijvoorbeeld handig in het geval uw gasten te laat zijn.
Voorwaarde voor Heat+Hold:
Ingestelde temperatuur is hoger dan 80×C
Heat+Hold inschakelen
1. Klokfuncties Duur en/of Einde instellen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken tot het symbool Warmhouden op het display ver-
schijnt.
3. Toets indrukken. Op het display verschijnt “00:30”,
4. Zodra de functie is beÎindigd klinkt er een signaal en Heat+Hold start.
De ingestelde ovenfunctie loopt 30 minuten bij 80×C .
Zodra de 30 minuten met Heat+Hold zijn beÎindigd, schakelt de oven uit.
3 Onafhankelijk van de ingestelde ovenfunctie blijft Heat+Hold actief. U kunt tus-
sen de ovenfuncties wisselen.
Herinnering voor pyrolytische reiniging
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en geeft dit
als volgt aan:
Na het uitschakelen van de ovenfunctie knippert het symbool Pyrolyse ca.
10 seconden.
Door het tegelijk indrukken van of kan de Herinnering worden teruggezet.
Dit knipperen wordt na het beÎindigen van langere bak-/braadprocessen herhaald tot
een pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd.
Deze functie is bij de levering van het apparaat ingeschakeld.
U kunt de Herinnering uit- en inschakelen:
Bedienen van de oven26
Herinnering in- of uitschakelen
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets Selectie indrukken tot het symbool
Pyrolyse knippert.
3. Eventueel met de toetsen / de Herinne-
ring inschakelen (ON) resp. uitschakelen (OFF).
4. Toets Selectie kort indrukken.
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2 U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt, totdat de indicatie donker wordt.
3 De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat
de dagtijdindicatie weer uit.
Wanneer u wilt dat de dagtijd weer blijvend
wordt aangegeven, moet u de tijdindicatie weer
inschakelen.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt, totdat de indicatie weer verschijnt.
27Bedienen van de oven
Kinderbeveiliging
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het apparaat niet worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit in-
schakelen.
Er mag geen ovenfunctie zijn gekozen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt totdat ”SAFE“ in de indicatie verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”SAFE“ in de indicatie uit gaat.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
Toetsenvergrendeling
Met deze functie voorkomt u dat ingestelde ovenfuncties per abuis worden gewijzigd.
Toetsenvergrendeling inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets
Aan/Uit in.
2. Kies een ovenfunctie.
3. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt, totdat in de indicatie ”LOC“ verschijnt.
De toetsenvergrendeling is nu ingeschakeld.
Toetsenvergrendeling uitschakelen
Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”LOC“ in de indicatie uit gaat.
De toetsenvergrendeling wordt automatisch opgeheven als de ovenfunctie wordt uitge-
schakeld.
Toepassingen, tabellen en tips28
Automatische uitschakeling van de oven
3 Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3 De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of Einde inge-
steld is.
Toepassingen, tabellen en tips
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
30 - 120°C na 12,5 uur
120 - 200°C na 8,5 uur
200 - 250°C na 5,5 uur
250 - max°C na 3,0 uur
Kook-
stand
Kookproces Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips
0 Nawarmte, uit-stand
u
Warm
houden
Warm houden van gare ge-
rechten
Naar behoef-
te
Afdekken
1-2
Smelten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
5-25 min. Tussendoor omroeren
Stollen
Schuimomelet, bouillon met
ei
10-40 min. Met deksel bereiden
2-3 Wellen
Wellen van rijst en melkge-
rechten
Verhitten van kant-en-klaar-
gerechten
25-50 min.
Minimaal dubbele hoe-
veelheid vloeistof aan de
rijst toevoegen, melkge-
rechten tussendoor roe-
ren
3-4
Stomen
Stoven
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
20-45 min.
Bij groente weinig vocht
toevoegen (een paar eet-
lepels)
29Toepassingen, tabellen en tips
3 Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de hoogste kookstand in
te stellen en vervolgens gerechten met een
langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1 Oververhitte vetten en oliën vatten zeer snel vlam. Let op! Brandgevaar!
Bakken
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring of Conventioneel
Bakvormen
Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en gecoate vormen geschikt.
Voor Hete luchtmet ring zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inbrengsleuven
Bakken met Conventioneel is altijd slechts op één niveau mogelijk.
Met Hete luchtmet ring kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bakken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
4-5 Koken
Koken van aardappels 20-60 min.
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoorbeeld:
max.
¼ l water per
750 g aardappels
Koken van grotere hoeveel-
heden, eenpansgerechten en
soep
60-150 min.
Tot 3 l vloeistof plus in-
grediënten
6-7
Zacht
braden
Schnitzel, cordon bleu, kar-
bonade, gehaktballen, braad-
worst, lever, roux, eieren,
omelets, oliebollen
Voortdurend
bakken
Tussendoor keren
7-8
Sterk
braden
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannenkoe-
ken
5-15 min.
per pan
Tussendoor keren
9
Aan de
kook bren-
gen Aan-
bra den
Frituren
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
Kook-
stand
Kookproces Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips
Toepassingen, tabellen en tips30
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
3 bakplaten:
inzetniveau 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
U kunt met Conventioneel of Hete luchtmet ring ook twee vormen tegelijk
naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep-
gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor-
schriften, tijden en inzetniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk
van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
Wij adviseren om de eerste keer de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas in-
dien gewenst, bijv. als een sterkere bruining is gewenst of als de baktijd te lang duurt,
een hogere temperatuur te kiezen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk gebak.
Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de bak-
tijd 10-15 minuten langer zijn.
Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de
loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
31Toepassingen, tabellen en tips
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag vertonen als uw oude apparaat. Pas
daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en inzetniveaus zoals u die gewend
bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabel aan.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om de nawarmte te gebruiken.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een
gerecht in de koude oven.
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Gebak in vormen
Tulband Hete luchtmet ring 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/koningstaart Hete luchtmet ring 1 140-160 1:10-1:30
Biscuittaart Hete luchtmet ring 1 140 0:25-0:40
Biscuittaart Conventioneel 1 160 0:25-0:40
Taartbodem van zandtaart-
deeg
Hete luchtmet ring 3 170-180
1)
0:10-0:25
Taartbodem van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-170 0:20-0:25
Dichte appeltaart Conventioneel 1 170-190 0:50-1:00
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hete luchtmet ring 1 160 1:10-1:30
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Conventioneel 1 180 1:10-1:30
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
Hete luchtmet ring 1 160-180 0:30-1:10
Kwarktaart Conventioneel 1 170-190 1:00-1:30
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-krans Conventioneel 3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:00
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Conventioneel 1
230
1)
160-180
0:25
0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Conventioneel 3 160-170
1)
0:15-0:30
Biscuitrol Conventioneel 3 180-200
1)
0:10-0:20
Kruimelgebak droog Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Conventioneel 3 190-210
1)
0:15-0:30
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hete luchtmet ring 3 150 0:35-0:50
Toepassingen, tabellen en tips32
Bakken op meerdere niveaus
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Conventioneel 3 170 0:35-0:50
Vruchtentaart op zandtaart-
deeg
Hete luchtmet ring 3 160-170 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbaar be-
leg (bijv. kwark, room, ho-
ning)
Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:20
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete luchtmet ring 1 180-200
1)
0:30-1:00
Pizza (dun) Hete luchtmet ring 1 200-220
1)
0:10-0:25
Turks brood Hete luchtmet ring 1 200-220 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Hete luchtmet ring 1 180-200 0:35-0:50
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:06-0:20
Sprits Hete luchtmet ring 3 140 0:20-0:30
Sprits Conventioneel 3 160
1)
0:20-0:30
Koekjes van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:15-0:20
Schuimgebak, baiser Hete luchtmet ring 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Hete luchtmet ring 3 100-120 0:30-0:60
Koekjes van gistdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Koekjes van bladerdeeg Hete luchtmet ring 3 170-180
1)
0:20-0:30
Broodjes Hete luchtmet ring 3 160
1)
0:20-0:35
Broodjes Conventioneel 3 180
1)
0:20-0:35
Kleine cakejes (20stuks/blik) Hete luchtmet ring 3 140
1)
0:20-0:30
Kleine cakejes (20stuks/blik) Conventioneel 3 170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Soort gebak
Hetelucht met
ring
Hete luchtmet
ring
Tijd
uur: min.
Niveau van onderen
Tempera-
tuur ºC
2 niveaus 3 niveaus
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-180
1))
0:35-0:60
Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60
Koekjes
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
33Toepassingen, tabellen en tips
Baktips
Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35
Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60
Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40
Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20
Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik) 1/4 --- 140
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het ge-
bak is te licht van kleur
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere bak-
temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij-
zonder bij het gebruik van keu-
kenmachines
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Gebak wordt ongelijkma-
tig bruin
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Soort gebak
Hetelucht met
ring
Hete luchtmet
ring
Tijd
uur: min.
Niveau van onderen
Tempera-
tuur ºC
2 niveaus 3 niveaus
Toepassingen, tabellen en tips34
Tabel Pizza hetelucht
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Soort gebak Inzetniveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pizza (dun) 1 180 - 200
1)
1) Oven voorverwarmen
20 - 30
Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30
Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60
Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Turks brood 1 250 - 270
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart 1 160 - 180
1)
40 - 50
Flammekuchen (brood) 1 250 - 270
1)
12 - 20
Piroggen (gevulde broodjes) 1 180 - 200
1)
15 - 25
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pastaschotel Conventioneel 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne Conventioneel 1 180-200 0:25-0:40
Gegratineerde groente
1)
1) Oven voorverwarmen
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Gegratineerd stokbrood
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels Conventioneel 1 180-200 0:40-0:60
Visschotels Conventioneel 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
35Toepassingen, tabellen en tips
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
Ovenfunctie: Conventioneel of Infratherm
Plaats voor het braden het vetfilter!
Braadservies
Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met
hieronder de braadslede.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder
deksel braden.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braad-
vocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren
van de restwarmte.
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
Diepvriespizza Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Patates frites
1)
(300-600 g)
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Infratherm 3 200-220
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Stokbrood Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Vruchtentaart Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Toepassingen, tabellen en tips36
Braadtabel
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 200-250 2:00-2:30
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood
(rare)
per cm
dikte
Infratherm 1 190-200
1)
0:05-0:06
- van binnen roze
(medium)
per cm
dikte
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
- doorbakken
(well done)
per cm
dikte
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Varkensvlees
Schouderstuk,
nekstuk, ham
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout,
lamsgebraad
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
Wild
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Conventio-
neel
3 220-250
1)
0:25-0:40
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 210-220 1:15-1:45
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 200-210 1:30-2:15
Gevogelte
Stukken gevogelte
per 200-
250g
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
Halve kip
per 400-
500g
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
37Toepassingen, tabellen en tips
Tabel Culisensor
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 210-220 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen
Soort gerecht Kerntemperatuur van het vlees
Rundvlees
Rosbief of ossenhaas van binnen rood (rare)
van binnen roze (medium)
doorbakken (well-done)
45-50 °C
60-65 °C
70-75 °C
Varkensvlees
Schouderkarbonade, hamlap 80-82 °C
Tussenribstuk, kasselerrib 75-80 °C
Gehakt 75-80 °C
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 75-80 °C
Kalfsgehakt 85-90 °C
Schapenvlees / lamsvlees
Schapenbout 80-85 °C
Schapenrug 80-85 °C
Lamsbout, lamsbraadstuk 70-75 °C
Wild
Hazenrug 70-75 °C
Hazenpoot, hazenbout 70-75 °C
Gehele haas 70-75 °C
Reerug, hertenrug 70-75 °C
Reebout, hertenbout 70-75 °C
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips38
Op lage temperatuur bereiden
Ovenfunctie: Op lage temperatuur bereiden
Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden blijft het braadstuk lekker mals en
bijzonder sappig.
Op lage temperatuur bereiden adviseren wij zachte, magere stukken vlees en vis.
Op lage temperatuur bereiden is niet geschikt voor suddervlees of varkensbraadstuk.
De oven verwarmt tot de gewenste of ingestelde temperatuur. Er klinkt een zoemer zo-
dra deze temperatuur is bereikt. Daarna schakelt de oven automatisch naar een lagere
temperatuur om.
Normaal adviseren wij voor kleinere stukken vlees, bijv. steak.
Profi
adviseren wij voor grotere stukken vlees, bijv. runderbiefstuk.
1 Let op: Plaats bij het braden het vetfilter in de oven!
3 Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden altijd open, zonder deksel bra-
den.
1. Het braadvlees in de pan zeer heet aanbraden.
2. In een braadslede of direct op het rooster met een daaronder geplaatst opvangblik
plaatsen.
3. In de ovenplaatsen. Ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden kiezen, event. de te-
peratuur wijzigen en verder braden (zie tabel).
3 De ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden kan niet tegelijkertijd met de
klokfunctie Duur en Einde worden gebruikt.
Tabel Op lage temperatuur bereiden
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
3 De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen.
De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Soort gerecht
Gewicht
g
Instelling Inzetniveau
Totale tijdsduur
min.
Rosbief 1000-1500 Profi 1 90-110
Runderbiefstuk 1000-1500 Profi 3 90-110
Kalfsbraadstuk 1000-1500 Profi 1 100-120
Steaks 200 - 300 Normaal 3 20-30
39Toepassingen, tabellen en tips
Grilltabel
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
zienlijk verlengen.
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
Gerecht Inzetniveau
Tijd
1e zijde 2e zijde
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
1)
1) Niet voorverwarmen
3 4-6 min. 3-5 min.
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Kip op een omgekeerd schoteltje in een
groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Slagroom kan ook met nog licht bevroren
deeltjes goed worden geklopt
Gebak, 1400g 60 60 ---
Toepassingen, tabellen en tips40
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het-
zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on-
geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Gerecht
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
41Reiniging en onderhoud
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afge-
koeld.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of
hogedrukreiniger.
Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes
gebruiken.
Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het
glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en
kan het glas uiteindelijk breken.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Product
Temperatuur
in°C
Wecken tot het
parelen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen,
rijpe kruisbessen
160-170 35-45 ---
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
Wortels
1)
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
160-170 50-60 5-10
Paddestoelen
1)
160-170 40-60 10-15
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
Bonen 160-170 50-60 ---
Reiniging en onderhoud42
Ovenruimte
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3 Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te
verwijderen en kunnen niet inbranden. Door de Pyrolyse kan niet verwijderde aanslag
verkleuring van de oppervlakte van het materiaal veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na het gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3 Bij hardnekkige verontreiniging met Pyrolyse reinigen.
1 Attentie! Als u ovenspray gebruikt, beslist de aanwijzingen van de fabrikant opvolgen.
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik af-
wassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1 Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1 Let op! Alvorens de pyrolytische reiniging uit te voeren moeten alle uitneembare delen,
inclusief de inschuifroosters uit de oven worden verwijderd.
3 Als u gebruik maakt van de als extra accessoires leverbare bakwagens, moeten deze
voorafgaand aan de pyrolytische reiniging worden verwijderd.
Als niet alle inschuifroosters of bakwagens zijn verwijderd, verschijnt in de tijdindicatie
íC1í.
De pyrolyse kan in dat geval door een veiligheidsuitschakeling ter bescherming van de
inschuifroosters/bakwagens niet worden gestart.
Verschijnt in de tijdindicatie "C3", start de pyrolytische reiniging niet. Ovendeur correct
sluiten.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Ovenfunctie Pyrolyse kiezen.
Op het temperatuurdisplay verschijnt P2
In de tijdindicatie verschijnt "2:45",
Het symbool Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna start de pyrolytische reiniging.
43Reiniging en onderhoud
3 Tijdens de opwarmtijd de ovendeur niet openen, omdat het proces anders wordt afge-
broken.
3 De Licht is buiten werking.
Bij het bereiken van een vastgelegde temperatuur wordt de ovendeur vergrendeld.
Het symbool is actief en de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de
deur weer is ontgrendeld.
3 Wordt het proces tijdens de vergrendeling afgebroken, kan als volgende functie alleen
een pyrolytische reiniging worden gekozen. Dit geldt alleen zolang de oven vergrendeld
is.
Duur wijzigen
1. Te werk gaan zoals beschreven bij "Pyrolytische reiniging".
2. Zolang Duur knippert, met of de gewenste duur selecteren:
2:15 voor licht vervuilde oven,
2:45 voor normaal vervuilde oven,
3:15 voor sterk vervuilde oven.
Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna start de pyrolytische reiniging.
3 Indien Duur niet meer knippert, wederom de toets Selectie indrukken en vervolgens de
instelling uitvoeren.
3. Na afloop van de pyrolytische reiniging voor het beÎindigen een willekeurige toets in-
drukken.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2 min. na het
starten van de pyrolytische reiniging).
Herinnering
De Herinnering herkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hier-
op.
3 De Herinnering kan in- en uitgeschakeld worden (zie hoofdstuk “Bedienen van de oven”).
Reiniging en onderhoud44
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en rechts in de oven
worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrek-
ken (1) en dan achter losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
3 Belangrijk! De afgeronde einden van de gelei-
dingsstangetjes moeten naar voren wijzen!
Bij het inzetten de roosters eerst achter weer
inhangen (1) en dan voor inzetten en aandruk-
ken (2).
45Reiniging en onderhoud
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
oven uitschakelen!
zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3 Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hit-
tebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovenlamp aan de zijkant vervangen/
glas reinigen.
1. Linker inschuifrooster losnemen.
2. Afdekglas met behulp van een smal, stomp
voorwerp (bijv. theelepeltje) losnemen en reini-
gen.
3. Indien nodig: ovenlamp (halogeen) vervangen.
Reservelamp via serviceafdeling bestellen (zie
onder service/serviceafdeling).
3 Halogeenverlichting altijd met een doek aan-
pakken, om te voorkomen dat vetresten inbran-
den.
4. Afdekglas weer aanbrengen.
5. Inschuifrooster inzetten.
Reiniging en onderhoud46
Bakovendeur
Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de bakovendeur van
uw apparaat eruit halen.
Bakovendeur eruit halen
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak met beide handen de zijkanten van de ba-
kovendeur vast en trek de deur van de bakoven
schuin naar boven er uit (Let op : Zwaar!).
3 Leg de bakovendeur met de buitenkant naar
boven op een zacht, vlak oppervlak neer, bij-
voorbeeld op een deken, om krassen te vermij-
den.
47Reiniging en onderhoud
Bakovendeur erin schuiven
1. Pak met beide handen de bakovendeur aan de
kant van de greep vast en houd deze in een
hoek van circa 45°.
Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de
bakovendeur op de scharnieren van de bakoven.
Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden.
2. Bakovendeur volledig openen.
3. Zet de klemhendel (A) aan de beide deur-
scharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
4. Bakovendeur sluiten.
Reiniging en onderhoud48
Het glas van deur van de bakoven
De bakovendeur is uitgerust met vier achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnen-
ste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens het reinigen.
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de voorruit, kan het
glas breken.
De glasplaten van de deur demonteren
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak de deurafschermer (B) aan de bovenkant
van de deuraan beide kanten vast en druk deze
naar binnen om de klemvergrendeling los te
maken. Trek vervolgens de deurafschermer van
boven eraf.
5. Pak de glasplaten een voor een aan de rand vast
en trek ze uit de geleiding vanaf boven eruit.
49Reiniging en onderhoud
Reinig de glasplaten
Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaat goed af.
Glasplaten weer terug in de deur zetten
1. Schuif aan de onderkant van deur de glasplaten
een voor een schuin vanaf boven in het profiel
van de deur en laat ze zakken.
3 De beide kleine glasplaten eerst en daarna de
grote glasplaat.
2. Pak de deurafschermer (B) aan de zijkanten
vast, breng deze aan de binnenkant van de rand
van de deur aan en steek vervolgens de deuraf-
schermer (B) op de bovenkant van de deur.
3 Aan de openzijde van de deurafschermer (B)
bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus-
sen de buitenste deurruit en de geleidehoek (D)
erin worden geschoven.
De klemvergrendeling (E) moet vast gezet zijn.
Reiniging en onderhoud50
3. Bakovendeur volledig openen.
4. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurschar-
nieren terug in de oorspronkelijke positie.
5. Bakovendeur sluiten.
51Wat is er aan de hand als …
Wat is er aan de hand als
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functione-
ren niet.
Gebruiksaanwijzing inbouwkookveld in acht nemen
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld Oven inschakelen
De dagtijd is niet ingesteld Dagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
Instellingen controleren
De automatische uitschakeling
heeft de oven uitgeschakeld
Zie Automatische uitschake-
ling
De zekering in de huisinstalla-
tie (stoppenkast) is doorge-
brand
Zekering controleren Als de
zekeringen meerdere malen
worden uitgeschakeld, neem
dan contact op met een er-
kend elektro-installateur
De ovenverlichting valt uit De ovenlamp is kapot Ovenlamp vervangen
De pyrolyse functioneert
niet (in de tijdindicatie ver-
schijnt „C1”)
Inschuifroosters/braadsleden
zijn niet uit de oven verwij-
derd
Verwijder de inschuifroosters/
braadsleden
De pyrolyse functioneert
niet (in de tijdindicatie ver-
schijnt „C3“)
De deur is niet goed gesloten
of de deurvergrendeling is de-
fect
Sluit de deur goed
In de tijdindicatie ver-
schijnt F11
De vleesthermometer heeft
kortsluiting of de stekker van
de vleesthermometer zit niet
vast in het contact
Steek de stekker van de vlees-
thermometer tot de eindaan-
slag in het contact in de
zijwand van de oven.
In de tijdindicatie ver-
schijnt F2
Deur niet juist gesloten of
deurvergrendeling defect
Deur goed sluiten;
Het apparaat via de huis-
installatie of de veiligheids-
schakelaar van de stoppenkast
uit- en weer inschakelen.
Neem bij herhaalde indicatie
a.u.b. contact op met de klan-
tenservice
Wat is er aan de hand als 52
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin-
gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden.
3 Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven-
deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de
binnenkant van het deurvenster.
In de tijdindicatie ver-
schijnt een niet bovenge-
noemde foutcode
Elektronisch defect Het apparaat via de huisinstal-
latie of de veiligheidsschake-
laar van de zekeringkast
uitschakelen en vervolgens
weer inschakelen.
Neem bij herhaalde indicatie
a.u.b. contact op met de klan-
tenservice
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
53Afvalverwerking
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst-
stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak-
kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge-
bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijde-
ren.
Service54
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde-
ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol-
gende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het apparaat aan-
geeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num-
mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
S-No: .....................................
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.be
822 721 232-A-160608-01 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Aeg-Electrolux E8871-5-M Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding