34
“HOE SCHONERE BINNENLUCHT KRIJGEN”
Naast het gebruiken van uw Pure Air luchtreiniger vindt u hier enkele tips hoe u de kwaliteit van
uw binnenlucht kunt verbeteren:
• Lucht de kamers elke dag minstens 10 minuten, zowel tijdens de zomer als tijdens de winter.
• Onderhoud uw ventilatiesysteem.
• Beperk het gebruik van huishoudelijke producten.
• Rook niet binnen.
• Gebruik geen geuren, wierookstokjes en geurkaarsen in de woning.
• Lucht de woning wanneer er werkzaamheden in uw woning worden uitgevoerd en dit ge-
durende enkele weken erna.
• Plaats geen groene planten in de woning die allergieën kunnen opwekken of regelmatig
bewaterd moeten worden.
WAAR HET APPARAAT INSTALLEREN
Plaats de luchtreiniger op een vlakke en stabiele ondergrond in de kamer die u wilt behandelen.
Om ervoor te zorgen dat de lucht ongehinderd kan circuleren, plaats het apparaat niet achter een gordijn, onder
een venster, meubelstuk of kast, of in de buurt van een ander obstakel. Laat tevens een vrije ruimte van minstens 50
cm aan weerskanten van het apparaat. Het wordt aangeraden om het apparaat te gebruiken in een omgeving met
een temperatuur lager dan 35°C en een vochtigheidsgraad lager dan 70%.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
Verwijder de plastic verpakking die de filters tijdens het transport beschermt voordat u het apparaat
gebruikt.
Voor ingebruikname van het apparaat, controleer of de spanning, frequentie en stroom overeenstemmen met deze
van uw netvoeding.
Uw apparaat kan worden gebruikt met een niet-geaarde stekker. Het apparaat is van klasse II (dubbele elektrische
isolatie ).
Voordat u uw apparaat inschakelt, zorg dat:
- het apparaat volledig in elkaar is gezet zoals beschreven in de veiligheidsinstructies,
- het apparaat op een stabiele en horizontale ondergrond is geplaatst,
- het apparaat is geplaatst volgens de instructies die in deze handleiding zijn vermeld,
- de luchtinlaten en het luchtuitlaatrooster volledig vrij zijn.
- de filter en het paneel juist zijn geïnstalleerd (Zie de sectie “De filters afhalen / opnieuw aanbrengen”).
BELANGRIJK: Het wordt aanbevolen om het apparaat uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te
halen wanneer niet in gebruik.
BEDIENING
• Aan/Uit-knop (1)
– Druk op deze knop om de luchtreiniger in/ uit te schakelen.
• Modusknop (2)
– Druk op deze knop om een van de vier beschikbare modi te selecteren. Het overeenkomstig controlelampje
brandt om de geselecteerde modus aan te geven.
– Automatische dagmodus: De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op 2 of 3.
– Automatische nachtmodus: De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op 1 of 2.
– Stille modus: De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op minimum. Gebruik deze modus in een stille omge-
ving.
– Turbomodus: De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op maximum. Gebruik deze modus wanneer de
luchtkwaliteit slecht is.
• Timerfunctie (3)
– Druk op deze knop om de timer in/uit te schakelen.
– Druk 3 seconden op deze knop om het kinderslot in/uit te schakelen.