Pottinger VITASEM 302 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

8612.nl.80V.0
Vertaling van de oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
Mechanische zaaimachine
VITASEM 302 /CLASSIC
8612
Chassisnr.: +..04090 / Mach.nr.: +..05090
PÖTTINGER - Vertrouwen creëert nabijheid sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstan-
daarden voor onze producten. Deze worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door
ons management voortdurend gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos werking, hoog-
ste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze
kerncompetenties, waarvoor wij staan.
Technische wijzigingen
Omdat wij voortdurend werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze gebruiks-
aanwijzing afwijken van het product. Er kunnen daarom geen rechten worden ontleend aan
de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde eigen-
schappen van de machine dient bij de servicedealer te worden opgevraagd.
Wettelijke vermeldingen
Wij wijzen u erop dat alleen de Duitstalige gebruiksaanwijzing de originele gebruiksaanwij-
zing is in de zin van Richtlijn 2006/42/EG (machinerichtlijn). Gebruiksaanwijzingen in andere
talen dan Duits zijn vertalingen van de oorspronkelijke Duitse gebruiksaanwijzing.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de
vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toege-
staan met schriftelijke toestemming van PÖTTINGER Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven PÖTTINGER Landtechnik GmbH uitdrukkelijk voorbehouden.
© PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Fabrieks- en wettelijke garantie
Houd er rekening mee dat de wettelijke en vrijwillige garanties verleend door PÖTTINGER
Landtechnik GmbH alleen kunnen worden geclaimd voor schade veroorzaakt door ontwerp-,
productie- of materiaalfouten.
Voor schade die tijdens het gebruik optreedt aan SLIJTDELEN zoals riemen, kettingen, as-
sen, transmissies, banden, messen, tanden, en aan dekzeilen en afdekkingen van textielma-
terialen of schade die rechtstreeks of ook onrechtstreeks ontstaat door contact met vreemde
voorwerpen (stenen, metaalfragmenten enz.), aanvaardt PÖTTINGER Landtechnik GmbH
geen enkele aansprakelijkheid.
Vind aanvullende informatie over uw machine op MyPöttinger.
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen pro-
bleem, hier vindt u alle benodigde informatie. En als u niet vindt wat u zoekt, staat uw servi-
cedealer altijd klaar om u te helpen met woorden en daden.
Scan de QR-code op het typeplaatje van de machine of op http://www.mypoettinger.com
2 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Geachte klant!
Met behulp van deze gebruiksaanwijzing kunt u de machine leren kennen. De gebruiksaan-
wijzing informeert u bovendien op een overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik,
verzorging en onderhoud. Het verdient daarom aanbeveling om de gebruiksaanwijzing te le-
zen.
De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de machine. De gebruiksaanwijzing moet tijdens
de levensduur van de machine op een geschikte plaats worden bewaard en op elk moment
voor het personeel toegankelijk zijn. Instructies over nationale voorschriften met betrekking
tot het voorkomen van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming moeten worden
aangevuld.
Alle mensen die de machine gebruiken, onderhouden of transporteren, moeten deze ge-
bruiksaanwijzing, met name de veiligheidsinstructies, hebben gelezen en begrepen, voordat
met de werkzaamheden wordt begonnen. Als de gebruiksaanwijzing niet wordt nageleefd,
komen, indien nodig, garantieclaims te vervallen.
Neem bij vragen over de inhoud van deze gebruiksaanwijzing of andere vragen over deze
machine contact op met uw PÖTTINGER servicepartner.
Door tijdige en zorgvuldige verzorging en onderhoud volgens de gespecificeerde onder-
houdsintervallen zijn de bedrijfs- en verkeersveiligheid en de betrouwbaarheid van uw machi-
ne gewaarborgd.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen of reserveonderdelen en accessoires die zijn
vrijgegeven door PÖTTINGER Landtechnik GmbH. Alleen de door ons vrijgegeven originele
reserveonderdelen zijn door ons gecontroleerd en beschikken over de vereisten die nodig
zijn voor het gebruik van uw machine. Bij gebruik van onderdelen die niet vrijgegeven zijn,
vervalt de garantie. Ook na afloop van de garantieperiode adviseren wij het gebruik van origi-
nele reserveonderdelen, om ervoor te zorgen dat de machine goed blijft presteren.
De wet op de productaansprakelijkheid verplicht zowel de fabrikant als de dealer om bij de
verkoop van machines een gebruiksaanwijzing te overhandigen en de klant bij de machine te
instrueren over de veiligheids-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Ter controle van de
goede overdracht van de machine en de gebruiksaanwijzing is een bevestiging in de vorm
van een overdrachtsverklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring bevindt zich bij de ma-
chine op het moment van aflevering.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke zelfstandige en landbouwer ondernemer.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder de aanspra-
kelijkheid van PÖTTINGER. Als materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheid
geldt schade die door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de machine; daarom moet deze worden doorgege-
ven aan een, indien nodig, volgende eigenaar van de machine. De volgende eigenaar moet
worden geïnstrueerd en op genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw PÖTTINGER-serviceteam wenst u veel succes.
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
3
U vindt in deze gebruiksaanwijzing de volgende markeringen
GEVAAR
Als de instructies in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat er gevaar
voor dodelijk of een levensbedreigend letsel.
Alle instructies in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
Als de instructies in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat er gevaar
voor ernstig letsel.
Alle instructies in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Als de instructies in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat er gevaar
voor letsel.
Alle instructies in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de instructies in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat er gevaar
voor materiële schade.
Alle instructies in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Tekstdelen die op deze manier gemarkeerd zijn, bevatten aanbevelingen en adviezen over
het gebruik van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten bevatten opmerkingen met betrekking tot het thema milieubescherming.
4 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Instructies voor de overdracht van machines
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te contro-
leren.
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle bijgeleverde onderdelen
verwijderd, alle veiligheidsinrichtingen, cardanazs en bedieningselementen aanwe-
zig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig
aan de hand van de gebruiksaanwijzing met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental en draairichting gewezen.
Aanpassing aan de tractor doorgevoerd; driepunts-instelling, disselhoogte, hand-
remhendelinstallatie in de tractorcabine, aansturing van de gedwongen besturing
ingesteld, compabiliteit van alle benodigde elektrische, hydraulische en pneumati-
sche stekkerverbindingen met de tractor gecontroleerd en gelegd.
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de cardanas.
Testloop van alle machinefuncties en de handrem en bedrijfsrem uitgevoerd en
geen onvolkomenheden vastgesteld.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over optionele en extra uitrusting.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de gebruiksaanwijzing.
Een bevestiging is vereist om aan te tonen dat de machine en de gebruiksaanwijzing (met
afhankelijk van het land van bestemming een aanvulling op de gebruiksaanwijzing voor
Noord-Amerika) naar behoren zijn overhandigd. Hiervoor hebt u van PÖTTINGER een be-
vestigingsmail ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen
met uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Oostenrijk
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
4710 Grieskirchen
Telefoon+43 7248 600-0
Fax+43 7248 600-2513
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
5
Wijzigingsindex
Datum Index Reden voor wijziging Gewijzigd hoofdstuk
6 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Vrachtwagen transport
Machine met een kraan verplaatsen................................................................................. 14
Corrosiebescherming af fabriek
Corrosiebescherming verwijderen..................................................................................... 17
Fabrieksnorm aandraaimomenten voor bouten
Schroefaandraaimomenten............................................................................................... 19
Opbouw en functie
Functie-elementen............................................................................................................ 20
Sensoren en inbouwpositie............................................................................................... 22
Meegeleverde accessoires............................................................................................... 22
Uitbreidingsprogramma..................................................................................................... 23
Overzicht
Kenmerk............................................................................................................................ 24
Typeplaatje met CE-markering.................................................................................... 24
Beschrijving
EU-verklaring van overeenstemming................................................................................ 26
Beoogd gebruik................................................................................................................. 27
Gebruik niet in overeenstemming met de specificaties..................................................... 27
Technische gegevens
Afmetingen........................................................................................................................ 28
Aankoppeling / hefarm...................................................................................................... 28
Gewicht............................................................................................................................. 28
Bandenmaat...................................................................................................................... 29
Benodigd vermogen.......................................................................................................... 29
Toepassingsgrenzen van de machine.............................................................................. 29
Belastingsgrenzen............................................................................................................. 29
Zaaien............................................................................................................................... 29
Zaadplaatsing.................................................................................................................... 30
Hydrauliek......................................................................................................................... 30
Inhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
7
Elektrische installatie......................................................................................................... 30
COMPASS Terminal CC90............................................................................................... 31
Geluidsemissie.................................................................................................................. 32
Veiligheid en milieu
Veiligheidsinstructies......................................................................................................... 33
Kwalificatie van het personeel........................................................................................... 33
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden...................................................................... 33
Organisatorische maatregelen.......................................................................................... 33
Handhaving van de bedrijfsveiligheid................................................................................ 34
Bijzondere gevaren........................................................................................................... 35
Veiligheidsvoorzieningen.................................................................................................. 36
Waarschuwingssymbool................................................................................................... 37
Verkeerstechnische uitrusting........................................................................................... 40
Omgang met gevaarlijke stoffen....................................................................................... 43
Brandstofefficiëntie en bodembescherming...................................................................... 43
Afvoer van de machine..................................................................................................... 43
COMPASS Terminal Bediening
COMPASS terminal overzicht........................................................................................... 45
Invoertoetsen............................................................................................................... 45
Basisfuncties
Terminal in- en uitschakelen............................................................................................. 47
COMPASS bedrijfsmodus
Snelheid weergeven.......................................................................................................... 48
Zaaihoeveelheid weergeven............................................................................................. 48
Zaaihoeveelheid instelling................................................................................................. 49
Doseerwieltoerental weergeven........................................................................................ 50
Rijpadenteller in- en uitschakelen..................................................................................... 51
Compass bedrijfsgegevens
Bedrijfsgegevens............................................................................................................... 53
Deel-hectareteller weergeven........................................................................................... 53
Totaal-hectareteller weergeven......................................................................................... 53
Inhoud
8 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Basisinstelling
Basisinstellingen............................................................................................................... 55
Taal instellen............................................................................................................... 55
Beeldschermhelderheid aanpassen............................................................................ 57
Beeldschermcontrast instellen..................................................................................... 58
Machinetype instellen.................................................................................................. 59
Sensorstatus weergeven............................................................................................. 60
Controle van machinefuncties instellen....................................................................... 62
Doseerwielkalibratie elektrische / handmatige instelling zaaihoeveelheid.................. 65
100-meter-kalibratie..................................................................................................... 69
Rijpadenschakeling trigger instellen............................................................................ 71
Rijpadenritme instellen................................................................................................ 73
Bediening functie-elementen
Machinefuncties................................................................................................................ 80
Machine / machinecombinatie heffen of neerlaten...................................................... 80
Spoortrekker (optie) / rijpadenspoortrekker (optie) neerlaten of heffen....................... 80
Spoorwiel (optie) hydraulisch neerlaten of heffen....................................................... 80
Spoorwiel (optie) manueel neerlaten / heffen (optie)................................................... 81
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
Deksel en kleppen............................................................................................................. 85
Zaadtank scharnierdeksel openen / sluiten................................................................. 85
Zaadla.......................................................................................................................... 86
Doseerwielbehuizing bodemkleppen........................................................................... 88
Afdekking zijaandrijving............................................................................................... 90
Hulp- en speciale functies................................................................................................. 91
Toegangstrapje............................................................................................................ 91
Zaadla voor doseerwielkalibratie / zaadtank legen...................................................... 92
Scharnierdeksel van de zaadtank............................................................................... 93
Scharnierdeksel van de zaadtank opnieuw monteren...................................................... 94
Transportvergrendeling
Na-eg (optie) transportvergrendeling................................................................................ 96
Tandenbeschermer verwijderen / aanbrengen................................................................. 98
Spoortrekker transportvergrendeling verwijderen / aanbrengen....................................... 101
Inhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
9
Rijpadmarkeurs losmaken / activeren............................................................................... 102
Gebruik
Inbedrijfstelling.................................................................................................................. 104
Zaaimachine koppelen................................................................................................ 104
Tractorballast bepalen................................................................................................. 106
Tractorballast bepalen door weegmethode....................................................................... 107
Tractorballast berekenen.................................................................................................. 109
Instelling en ombouwwerkzaamheden.............................................................................. 110
zaaddosering aanpassen............................................................................................ 111
Afdekkingen en reduceerstukken...................................................................................... 113
Zaaihoeveelheid instellingen............................................................................................. 115
Doseerwielaandrijving handmatig instellen....................................................................... 116
Elektrische instelling zaaihoeveelheid (optie)................................................................... 116
Elektrische doseerwielaandrijving instelling...................................................................... 116
Instelling van de doseerwielaandrijving bepalen zonder zaaitabel................................... 119
Afdekkingen en reduceerstukken...................................................................................... 119
Afsluitschuif-kalibratie voor bovenzaaien.......................................................................... 122
Roerassen (optie).............................................................................................................. 123
Pendelroeras (optie) instellen........................................................................................... 124
Draaiende roeras (optie) instellen..................................................................................... 128
Zaaitabellen mechanische dosering.................................................................................. 130
Zaaitabellen elektrische dosering...................................................................................... 136
Draairichting van de zaaias en reductie............................................................................ 149
Vertragingsoverbrenging activeren aan de zijaandrijving zonder bovenzaaien................ 149
Vertragingsoverbrenging activeren aan de zijaandrijving met bovenzaaien..................... 151
Draairichting van de zaaias van onderzaaien omschakelen naar bovenzaaien............... 152
Doseerwielkalibratie.......................................................................................................... 154
Doseerwiel kalibreren (1).................................................................................................. 155
Koutersysteem aanpassingen..................................................................................... 158
Kouterdruk instelling.......................................................................................................... 158
Kouterdrukrollen (optie) instellen...................................................................................... 161
Na-eg (optie) instellingen............................................................................................. 164
Tandhouderverlenging (optie) instellen............................................................................. 167
Spoortrekker (optie) instellen....................................................................................... 169
Spoorbreedte omschakelen......................................................................................... 172
Spoorbreedte-fabrieksinstelling instellen.......................................................................... 173
Tractor-wielspoorwisser (optie)................................................................................... 174
Inhoud
10 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractor-wielspoorwisser werkdiepte instellen.................................................................... 175
Wielspoorwisser van de machinewielen (optie)........................................................... 176
Wielspoorwisser in werkpositie / transportpositie brengen............................................... 177
Wielspoorwisser werkdiepte instellen............................................................................... 178
Rijpaden...................................................................................................................... 178
Rijpadenschakeling deactiveren....................................................................................... 178
Juiste spoorbreedte op de tractor per rijpadencyclus....................................................... 179
Spoorbreedte en wielspoorbreedte instelling.................................................................... 180
Mogelijke rijpadenritmes................................................................................................... 185
Gedeeltelijke uitschakeling links of rechts......................................................................... 185
Inzaaien van enkele wielsporen bij asymmetrisch rijpad.................................................. 186
Rijpaden: voorbeelden voor de aanleg............................................................................. 188
Aankoppeling.................................................................................................................... 190
Hydraulische slangen aansluiten................................................................................. 191
Kabel aansluiten.......................................................................................................... 192
COMPASS terminal monteren..................................................................................... 192
Werkzaamheden............................................................................................................... 193
Transportrit.................................................................................................................. 194
Zaadtank vullen........................................................................................................... 195
Hectareteller................................................................................................................ 198
Zaaiwerkzaamheden uitvoeren met COMPASS terminal............................................ 199
Zaadtank legen............................................................................................................ 201
Loskoppelen...................................................................................................................... 202
Transportvergrendelingen aanbrengen....................................................................... 202
Tractor-wielspoorwisser werkdiepte instellen.............................................................. 204
Koutersysteem ontlasten............................................................................................. 205
Hydraulische slangen loskoppelen.............................................................................. 207
COMPASS terminal demonteren................................................................................. 208
Kabel loskoppelen....................................................................................................... 208
Uitschakelen...................................................................................................................... 209
Doseerwielen en bodemkleppen................................................................................. 209
Zaaimachine loskoppelen............................................................................................ 209
Service en onderhoud
Bedrijfsgereed maken....................................................................................................... 211
Algemene opmerkingen.................................................................................................... 211
Dagelijks onderhoud......................................................................................................... 212
Hydraulische installatie controleren............................................................................. 212
Inhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
11
Bandenspanning controleren....................................................................................... 213
Verlichting en lampen controleren / vervangen........................................................... 213
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers controleren / vervan-
gen............................................................................................................................... 215
Voor elk seizoen................................................................................................................ 216
Oliepeil controleren...................................................................................................... 216
Sensoren controleren.................................................................................................. 218
Zijaandrijving kettingen................................................................................................ 222
Bodemkleppen basisinstelling..................................................................................... 222
Na elk seizoen (winterstalling).......................................................................................... 225
Zaadtank-reiniging....................................................................................................... 225
Buitenkant machine reinigen....................................................................................... 226
Indien nodig....................................................................................................................... 227
Terminal reinigen......................................................................................................... 227
Zaadtank-reiniging....................................................................................................... 227
Drukrol wisselen.......................................................................................................... 229
Spoortrekker botsingsbeveiliging................................................................................. 230
Wielspoorwisser.......................................................................................................... 231
Tractor-wielspoorwisser (optie)................................................................................... 232
Slijtagegrens van tanden van de na-eg....................................................................... 233
Eenschijfskouter afstrijker............................................................................................ 235
Afstrijker instellen.............................................................................................................. 237
Na bedrijfsduur.................................................................................................................. 238
Na 8 bedrijfsuren......................................................................................................... 238
Wielmoeren aandraaien.................................................................................................... 238
Iedere 100 bedrijfsuren................................................................................................ 238
Smeerpunten smeren........................................................................................................ 238
Elke 3000 hectare of elke 10 jaar................................................................................ 239
Transmissieolie verversen................................................................................................ 239
Smeermiddelen
Specificatie bedrijfsvloeistof.............................................................................................. 241
Bedrijfsvloeistoffen en vulhoeveelheden........................................................................... 241
Raad en daad
Wat te doen als ................................................................................................................ 242
Alarmmeldingen COMPASS Terminal......................................................................... 242
Terminal niet actief...................................................................................................... 243
Inhoud
12 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Andere fouten en oplossingen..................................................................................... 244
Verlichting.................................................................................................................... 244
Noodbediening.................................................................................................................. 245
Elektrische instelling zaaihoeveelheid omschakelen naar handmatig......................... 245
Sensoren
Sensoren probleemoplossing............................................................................................ 249
Plannen
Aansluitschema"s.............................................................................................................. 250
Elektrische installatie................................................................................................... 250
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
Waarschuwingssymbool Engels VS / CANADA................................................................ 261
Veilig slepen van lasten.................................................................................................... 262
Inhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
13
Machine met een kraan verplaatsen
Aanslagpunten voor hijsmiddelen
Aanslagpunt in zaadtank
Werkwijze
Toegangstrapje helemaal neerklappen.
Vasthouden aan handleuning en laadplatform betreden.
Vasthouden aan handleuning en zaadtankdeksel openen.
Vrachtwagen transport
14 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Geschikt hijsmiddel selecteren en zorgvuldig bevestigen aan het aanslagpunt in de
zaadtank.
Vasthouden aan handleuning en laadplatform verlaten.
Verzeker u ervan dat alle aanwezige parkeersteunen uitgeschoven en beveiligd zijn.
Er kunnen aan beide zijden van de machine parkeersteunen zijn.
Bevestigingen op laadruimte verwijderen.
Machine van de laadruimte heffen en op een vlakke en stabiele ondergrond parkeren.
Vasthouden aan handleuning en laadplatform betreden.
Hijsmiddelen verwijderen.
Vasthouden aan handleuning en zaadtankdeksel sluiten.
Vrachtwagen transport
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
15
Vasthouden aan handleuning en laadplatform verlaten.
Toegangstrapje (voor verdere transportactiviteiten) helemaal opklappen.
Vrachtwagen transport
16 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Corrosiebescherming verwijderen
TIP
Machines die met conserveringsmiddel zijn behandeld, zijn te herkennen aan de geelachti-
ge, wasachtige laag op het oppervlak. Bij machines zonder conserveringsmiddel dit hoofd-
stuk overslaan!
Om onze machines te beschermen tegen corrosieschade door zout wordt een conserve-
ringsmiddel (Multicor LH3 Plus, fabrikant Fa. Zeller+Gmelin) aangebracht over het hele bui-
tenoppervlak.
Veiligheidsinformatieblad op aanvraag verkrijgbaar bij de PÖTTINGER klantenservice en bij
de fabrikant van het conserveringsmiddel.
MILIEU
Conserveringsmiddel en reinigingsmiddel mogen niet in het milieu of in de leidingen terecht
komen.
Conserveringsmiddel alleen aan een wasplaats met hiervoor voorziene olieafscheider af-
wassen!
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Uitglijgevaar bij het betreden van de machine.
Gevaar voor de gezondheid door contact met de sproeinevel bij het afwassen van het con-
serveringsmiddel.
Gevaar voor de gezondheid door contact met de meegeleverde wax-verwijderaar.
Gevaar voor brand door ontvlambare vloeistoffen.
Machine (en machineonderdelen bij gedemonteerde machines) niet betreden.
Bij het afwassen van het conserveringsmiddel persoonlijke beschermingsmiddelen dra-
gen (beschermende kleding, veiligheidsbril, nitrilhandschoenen, rubberlaarzen, adem-
masker met deeltjesfilter). Zie ook het veiligheidsinformatieblad van het conserverings-
middel en het veiligheidsinformatieblad van de meegeleverde wax-verwijderaar.
Bij werkzaamheden met de wax-verwijderaar en het conserveringsmiddel niet werken
bij open vuur, niet eten, drinken, snuiven of roken.
Corrosiebescherming af fabriek
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
17
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade
Heetwater-hogedrukreiniging kan schade veroorzaken aan lak, elektrische en hydraulische
systemen.
Gevaar voor brand door ontvlambare vloeistoffen.
Watertemperatuur maximal 80°C / 176°F
Bij het wassen met de hogedrukreiniger de veiligheidssticker op de machine in acht ne-
men en niet onmiddellijk op de verdeler, jobcomputer, kettingen en lagers richten. Vei-
ligheidsstickers die door het wassen eventueel losgekomen zijn vervangen alvorens de
machine weer bij gebruik te nemen.
Een minimumafstand van 30 cm aanhouden van de lanspunt van de hogedrukreiniger
tot gelakte oppervlakken, hydraulische slangen, kabels en banden.
Bij werkzaamheden met de wax-verwijderaar en het conserveringsmiddel niet werken
bij open vuur en niet roken.
Werkwijze
Voor de montage van de machine het conserveringsmiddel volledig verwijderen. Voor de
verwijdering van het conserveringsmiddel alleen de meegeleverde wax-verwijderaar gebrui-
ken. Meegeleverd veiligheidsinformatieblad van de wax-verwijderaar en de veiligheidsin-
structies op de machine in acht nemen.
De wax verwijderen zoals beschreven op het veiligheidsbord op de machine.
TIP
De garantie vervalt
wanneer het conserveringsmiddel niet goed, onvolledig is of niet wordt verwijderd.
bij gebruik van een andere wax-verwijderaar dan die voorgeschreven is.
Corrosiebescherming af fabriek
18 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Schroefaandraaimomenten
Deze bedrijfsnorm geldt voor alle metrische schroeven waarbij geen specifiek aandraaimo-
ment is aangegeven in de tekening/gebruiksaanwijzing. De respectievelijke weerstandscate-
gorie is aangegeven op de schroefkop.
De aangegeven waarden zijn nominale waarden en gelden voor een kopwrijvingscoëffi-
ciënt van IJ=0,14 en een schroefdraadwrijvingskoppel van IJ=0,125. Er kunnen kleine
afwijkingen van spankracht voorkomen door verschillende wrijvingsfactoren. De vermel-
de waarden moeten worden aangehouden met een tolerantie van ± 10%.
Bij gebruik van de aangegeven aandraaimomenten en bij de gebruikte wrijvingsfactoren
wordt het schroefmateriaal voor 90% van de minimumtreksterkte volgens DIN ISO 898
belast.
Wanneer bij een schroefkoppeling een specifiek aandraaimoment wordt aangegeven,
dan dienen al deze schroefkoppelingen te worden aangetrokken met een draaimo-
mentsleutel en het aangegeven aandraaimoment.
Schroefdraad Weerstandscategorie 8.8 Weerstandscategorie 10.9
Aandraaimoment
in Nm Spankracht in N Aandraaimoment
in Nm Spankracht in N
M 4 3,1 4000 4,4 5700
M 5 6,2 6600 8,7 9300
M 6 10,5 9300 15 13000
M 8 25 17000 36 24000
M 10 50 27000 70 38000
M 12 86 39500 121 56000
M 14 135 54000 195 76000
M 16 215 75000 300 105000
M 20 410 117000 580 164000
M24 710 168000 1000 237000
M 30 1400 270000 2000 380000
M 8 x 1 27 18700 38 26500
M 10 x 1,25 53 29000 74 41000
M 12 x 1,25 95 44500 130 63000
M 14 x 1,5 150 60000 210 85000
M 16 x 1,5 230 81000 320 115000
M 20 x 1,5 460 134000 650 189000
M 24 x 2 780 188000 1090 265000
Fabrieksnorm aandraaimomenten voor bouten
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
19
Functie-elementen
Benaming en functie
Pos. Element Functie
1 Achterste par-
keersteunen
Voor het parkeren van de machine wanneer ze niet op een
grondbewerkingsmachine is opgebouwd.
Er kunnen, afhankelijk van de uitrusting, aan beide zijden van
de machine parkeersteunen zijn.
2 Toegangstrapje Via het klapbare toegangstrapje kan men op het platform klim-
men.
3 Wielen van
chassis
Het linkerwiel dient als aandrijving voor de sterwielaandrijving /
zaaias.
De wielen worden bij solobedrijf ook chassis gebruikt.
4 Instelling zaai-
hoeveelheid /
zijaandrijving
Instelling zaaihoeveelheid via een instelhendel die de doseer-
wielaandrijving regelt.
Zijaandrijving; ombouwmogelijkheid van onderzaaien naar bo-
venzaaien (= eenkorrelig zaad) (optie)
5 Verlichting voor-
zijde
Markeringslichten en waarschuwingsborden volgens land van
bestemming
6 Spoortrekker
(optie)
De spoortrekkers geven het te berijden spoor aan. Aandrijving
hydraulisch, besturing automatisch of halfautomatisch.
7 Zaadtank Tank voor zaad. Een stof- en regendicht scharnierdeksel dient
ter afdekking. Het vulpeil wordt elektronisch gecontroleerd.
8 Zaadbakken De zaadbakken worden bij het legen van de zaadtank en de
doseerwielkalibratie onder de zaaduitgangen gehangen.
9 Platform Platform met uitklapbaar toegangstrapje voor het vullen van de
zaadtank en voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden.
10 Rijpadmarkeur
(optie)
Rijpadmarkeur markeren de rijpaden die worden vrijgehouden
van zaad voor machines die later worden ingezet. Aandrijving
hydraulisch, besturing automatisch of halfautomatisch.
11 Verlichting ach-
terzijde
Achterlichten en waarschuwingsborden volgens land van be-
stemming.
12 Na-eg en wisser Na-eg en wisser strijken de zaailijnen dicht en bedekken het
zaad gelijkmatig met aarde.
13 Koutersysteem Het koutersysteem legt het zaad in de zaaivoor.
14 Kouterdrukrollen Kouterdrukrollen zorgen voor goede grondafdekking met ver-
dichting van de zaaivoor.
15 Doseerwielbe-
huizing
Bevat doseerwielen onderzaaien en bovenzaaien, apart ver-
stelbare afsluitschuiven en de door de zaaias aangedreven do-
seerwielen (zaaiwielen).
16 Koppeldriehoek Voor de koppeling aan grondbewerkingsmachines, of aan een
tractor bij solobedrijf.
17 Sterwielaandrij-
ving (optie)
Afstellen van de zaaihoeveelheid
Aandrijving mechanisch via ketting door het linkerchassiswiel.
Opbouw en functie
20 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Opbouw en functie
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
21
Benaming en functie
Pos. Element Functie
18 Wijzer De wijzer duidt de helling van de zaaimachine aan.
19 Vulpeilweergave De wijzer duidt het vulpeil van de zaadtank aan.
20 Mechanische instelling
zaaihoeveelheid
Elektrische instelling
zaaihoeveelheid (optie)
Met de hendel wordt de zaaihoeveelheid handmatig
versteld via de zijaandrijving aan de doseerwielaandrij-
ving.
Instelling zaaihoeveelheid door elektromotor die ge-
monteerd is aan de doseerwielaandrijving (optie).
21 Handslinger Handslinger voor doseerwielkalibratie, afsluitschuifkali-
bratie en het legen van de zaadtank.
22 Mechanische kouter-
drukverstelling
Hydraulische kouter-
drukverstelling (optie)
Instellen van de kouterdruk door het verstellen van de
hellingshoek van de spanbuis en de daaruit resulteren-
de verhoging van de trekveervoorspanning, de zaaiele-
menten.
Sensoren en inbouwpositie
Op dit moment geen informatie beschikbaar.
Meegeleverde accessoires
Gebruiksaanwijzing, reserveonderdelenlijst en overdrachtsverklaring.
‘Zaaischijf’; hulpmiddel voor het bepalen van de instelling van de doseerwielaandrijving
bij doseerwielkalibratie.
Opbouw en functie
22 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Uitbreidingsprogramma
Het uitbreidingsprogramma van PÖTTINGER Landtechnik GmbH biedt talloze uitbreidings-
mogelijkheden. Uw dealer kan u hierover informeren.
Opbouw en functie
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
23
Kenmerk
Typeplaatje met CE-markering
1 = positie van het typeplaatje
Typeplaatje
Voor algemene of technische vragen over de machine, informatie over het model en type af-
lezen van het typeplaatje en klaar houden. Het onderstelnr. en/of het serienr. is absoluut
noodzakelijk bij de bestelling van reserveonderdelen.
CE-markering
De CE-markering op het typeplaatje bevestigt de overeenstemming van de machine op het
moment van in de handel brengen, met de bepalingen van de versie van de Machinerichtlijn
die geldig is op het moment van in de handel brengen van de machine.
Vermelde gegevens
De volgende gegevens kunnen worden afgelezen op het typeplaatje, afhankelijk van het ma-
chinetype en de uitvoering.
Gegevens
Chassisnummer
Model
Identificatienummer van het voertuig
Type
Serienummer
Basisgewicht
Toelaatbaar totaal gewicht
Overzicht
24 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Gegevens
Belasting
Asbelasting per as
Modeljaar
Bouwjaar
Overzicht
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
25
EU-verklaring van overeenstemming
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Zaaimachine VITASEM 302
Type 8612
Serienummer
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Het hierboven beschreven voorwerp is in overeenstemming met de desbetreffende
harmonisatiewetgeving van de Unie:
Machines 2006/42/EG
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100:2010 EN ISO 4254-1:2015
EN ISO 14982:2009 EN ISO 4254-9:2018
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Franz Stadlbauer
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
EU-conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
10.11.2021
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
Beschrijving
26 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Beoogd gebruik
De machine is ontworpen voor de opbouw op grondbewerkingsmachines en voor ge-
bruik als solo-machine.
Met de machine mogen alleen zaadsoorten worden uitgezaaid die normaal gesproken
worden gezaaid in landbouwbedrijven (bijv. koolzaad, maanzaad, enz.).
Het beoogde gebruik houdt ook in dat alle inhoud van deze gebruiksaanwijzing wordt
opgevolgd en dat de waarschuwingssymbolen (pictogrammen) op de machine in acht
worden genomen.
Gebruik niet in overeenstemming met de
specificaties
Bij volgend gebruik van de machine vervalt de garantie van de fabrikant
Opslag van zaad/meststof in of op de machine.
Transport van zaad/meststof en andere materialen/stoffen in of op de machine, bij ritten
op de openbare weg.
Transport en verspreiding van andere materialen/stoffen dan zaad tijdens het zaaien.
Transporteren van mensen/dieren in of op de machine.
Houden van dieren in of op de machine.
Beschrijving
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
27
Afmetingen
VITASEM 302
Lengte A 2365 mm
Vulhoogte B 1360 / 1550 mm
Totale breedte C 3000 mm
Totale hoogte D Afhankelijk van de instelling van de spoortrekkers
Spoorbreedte 2800 mm
Spoorbreedte met omgedraaide
banden
3000 mm
Vulhoeveelheid 600 / 1000 l
Vulopening 2500 mm x 620 mm
Aankoppeling / hefarm
Cat. II
Gewicht
Werkwijze Gewicht
Met trekkouters 750 kg
Met eenschijfskouters 780 kg
TIP
Indien uw machine is uitgerust met accessoirecomponenten, dan kan het aangegeven ge-
wicht afwijken!
Technische gegevens
28 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Bandenmaat
Aanduiding Aantal Bandenmaat Bandenspanning
Banden chassis 2 6,00-16 1,2 bar
10.0/75-15.3 0,8
Benodigd vermogen
90 kW > In combinatie met een rotorkopeg en onafhankelijk van een rotorkopeg.
Toepassingsgrenzen van de machine
Niveauverschil omlaag A max. 15 %
Niveauverschil omhoog B max. 15 %
Helling C max. 25 %
Belastingsgrenzen
Componenten Maximale belasting
Laadplatform 350 kg
Toegangstrapje laadplatform 150 kg
Treeplank laadplatform 150 kg
Zaaien
Rijenzaaien onderzaai-
en
Mechanisch via doseerwielen, zaaipijpen, trekkouters of eens-
chijfskouters
Eenkorrelig zaad bo-
venzaaien
Mechanisch via doseerwielen, zaaipijpen, trekkouters of eens-
chijfskouters (omkeren van de draairichting van het doseerwiel)
Technische gegevens
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
29
Zaadplaatsing
Werkbreedte max. 3000 mm
Rijafstand 120 mm / 125 mm / 144 mm / 180 mm
Kouteraantal 17 / 21 / 25
Kouterdruk per kouter max. 25 kg
Werksnelheid max. 12 km/h
Hydrauliek
AANWIJZING
Schade aan de hydrauliek door niet-compatibele hydraulische oliën!
Minerale oliën niet mengen met bio-oliën!
Compatibiliteit van de hydraulische olie controleren voor het aankoppelen van de ma-
chine aan de tractor.
Hydraulische olie-specificatie DIN 51524 deel 1 en 2
Olietemperatuur max. 80°C
Werkdruk 140 tot max. 200 bar
Aansluitingen enkelwerkende regelklep-
pen
1x stekker maat 3 - spoortrekker (optie) evenals
rijpadmarkeur (optie)
Aansluitingen dubbelwerkende regel-
kleppen
1x stekker maat 3 - hydraulische kouterdrukver-
stelling (optie)
Elektrische installatie
Spanning 12 VDC
Aansluitingen 1x stekker 7-polig – volgens DIN ISO 1724
1x stekker 3-polig - volgens DINISO 9680 (Com-
pass-besturing)
Lampen van verlichting
Positie Type
Momenteel is er geen informatie beschikbaar
Technische gegevens
30 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
COMPASS Terminal CC90
spanning 10 tot 15 VDC
Bescherming IP65
Bedrijfstempera-
tuur
20 tot +60°C
Opslagtempera-
tuur
30 tot +70°C
Weergave Achtergrondverlichting met hel-
derheidsregeling
Toetsenbord Achtergrondverlichting
Aansluitkabel 1x stekker 20-polig (signaalover-
dracht)
1x stekker 3-polig volgens
DINISO 9680 (stroomtoevoer)
CC90 interfaces stroomtoevoer/gegevensoverdracht
Stekker Contact Functie LP-punt Kleur
31 GND
30 Power+
15 Power+ contactslot
Technische gegevens
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
31
Stekker Contact Functie LP-punt Kleur
1 Sensor GND P27 grijs
2 Ingang 7 Rijpad links OP34… violet/wit
3 Power GND P4 blauw
4 Blinde afsluitplug
5 Blinde afsluitplug
6 Power GND P12 zwart
7 Uitgang 2 Zaaim_ P8 rood/wit
8 Sensor Ub P31 wit
9 Ingang 8 Zaaias P35 bruin
10 Ingang 6 Ventilator P21 rood
11 Ingang 5 Spoorwiel P20 grijs/wit
12 Ingang 1 Werkstand P15 bruin/wit
13 Ingang 3 Positie P32 blauw/wit
14 ingang 4 Rijpad rechts P33 zwart/wit
15 ingang 2 Vulniveau P17 beige
16 LIN P40 transparant
17 Uitgang 5 Spoortrekker P14 oranje
18 Uitgang 1 Zaaim_+ P9 roze
19 Uitgang 3 Rijp_+ P6 violet
20 Uitgang 4 Rijp_- P7 groen/geel
CC90 bedrading van printplaat (aanzicht soldeerkant)
Geluidsemissie
Continu geluidsniveau minder dan 70 dB(A)
Technische gegevens
32 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Veiligheidsinstructies
De veiligheidsinstructies waarschuwen voor gevaren voor lichaam en leven en voor onjuist
gebruik van de machine. Lees voor ingebruikname en werkzaamheden met of aan de machi-
ne deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem de veiligheidsinstructies in deze ge-
bruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de machine in acht. Als de waarschuwingen in
deze gebruiksaanwijzing of op de machine niet in acht worden genomen, is de bediener van
de machine verantwoordelijk voor verwondingen en schade!
Kwalificatie van het personeel
Alleen mensen die de wettelijke minimale leeftijd hebben bereikt, die psychisch en fysiek
gezond zijn en die goed zijn geïnstrueerd of geschoold, mogen met de machine werken.
Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet worden, of dat momenteel een oplei-
ding volgt, mag de machine alleen bedienen onder voortdurend toezicht van een erva-
ren persoon.
Controle- en afstelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd en
gekwalificeerd personeel. Onder bevoegd en gekwalificeerd personeel worden personen
verstaan die geschoold zijn door PÖTTINGER Landtechnik GmbH of een PÖTTINGER
servicedealer.
Montage-, reparatie- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd. Onder een gekwalificeerd persoon wordt een persoon ver-
staan die op grond van zijn of haar beroepsopleiding, kennis en ervaring in staat is de
hem of haar opgedragen taken te beoordelen en naar behoren uit te voeren. Daarbij
heeft de gekwalificeerde persoon kennis van alle relevante normen en gevaren in ver-
band met zijn of haar activiteit.
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
In deze gebruiksaanwijzing zijn alleen die onderhouds- en reparatiewerkzaamheden be-
schreven, die de gebruiker zelfstandig mag uitvoeren. Alle werkzaamheden die niet zijn
beschreven, mogen alleen in een gespecialiseerde werkplaats door deskundig perso-
neel worden uitgevoerd.
Reparaties aan het elektrische of hydraulische systeem, aan voorgespannen veren, aan
druktanks enz. vereisen voldoende kennis en het gebruik van het juiste gereedschap, en
mogen daarom alleen worden uitgevoerd in een gespecialiseerde werkplaats door des-
kundig personeel.
Organisatorische maatregelen
Gebruiksaanwijzing altijd bij de hand houden.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moeten de functies van alle bedie-
ningsinrichtingen duidelijk zijn.
Naast de instructies in deze gebruiksaanwijzing moeten ook de nationale voorschriften
met betrekking tot arbeidsveiligheid en de algemeen geldende, wettelijke of andere bin-
dende voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht worden genomen. Dergelijke
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
33
verplichtingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het dragen van persoonlijke bescher-
mingsmiddelen of het naleven van voorschriften uit de wegenverkeerswet.
Voor het uitvoeren van controle-, afstel- en reparatiewerkzaamheden is een passende
werkplaatsuitrusting absoluut noodzakelijk.
Handhaving van de bedrijfsveiligheid
De machine alleen gebruiken als deze zich in technisch perfecte staat bevindt, in over-
eenstemming met het beoogde gebruik en op een veiligheidsbewuste en gevaarbewus-
te manier.
Alle gebreken die de veiligheid negatief beïnvloeden, dienen onmiddellijk te worden ver-
holpen, indien nodig, in een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Let op de waarschuwingssymbolen op de machine.
De exploitant moet ervoor zorgen dat alle waarschuwingssymbolen tijdens de gehele le-
vensduur van de machine aanwezig en leesbaar zijn.
Aan- en ombouwwerkzaamheden en wijzigingen aan de machine mogen niet eigenhan-
dig worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor het installeren en afstellen van veiligheids-
voorzieningen en voor lassen of boren aan dragende delen.
Reserveonderdelen en accessoires moeten ofwel originele reserveonderdelen van PÖT-
TINGER Landtechnik GmbH of uitdrukkelijk door PÖTTINGER goedgekeurde onderde-
len zijn. Van deze onderdelen is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van PÖTTINGER vastgesteld. Voor andere producten kunnen wij dit niet be-
oordelen en we kunnen daarvoor ook niet instaan.
Onderhoudswerkzaamheden zoals in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moe-
ten volledig en in de voorgeschreven tijdsintervallen worden uitgevoerd, dan wel in een
gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel worden uitgevoerd.
De software bij programmeerbare regelsystemen mag niet worden gewijzigd.
Veiligheid en milieu
34 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Bijzondere gevaren
GEVAAR
Bekneld raken en intrekken van het gehele lichaam door aangedreven delen van de
machine!
Lang haar moet worden samengebonden, draag geen loszittende kleding. Voor zover
noodzakelijk of voor zover door regelingen voorgeschreven, dienen persoonlijke veilig-
heidsuitrustingen te worden gebruikt.
Neem de machine alleen in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht,
niet beschadigd zijn en zich in veiligheidspositie bevinden.
Tijdens de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen het bereik van bewe-
gende machineonderdelen bevinden.
Ga niet vlakbij de uitgeschakelde machine staan voordat alle bewegende delen tot stil-
stand zijn gekomen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen principieel alleen bij stilstaande aan-
drijving worden uitgevoerd. De machine moet altijd worden beveiligd tegen inschakelen,
wegrollen en/of kantelen.
WAARSCHUWING
Brand of explosie!
Voordat las- of slijpwerkzaamheden worden uitgevoerd, moeten de machine en de om-
geving stofvrij worden gemaakt en worden gereinigd van brandbare stoffen. Bovendien
moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie.
WAARSCHUWING
Huid-, oog- of luchtwegirritatie door oliën, vetten, oplosmiddelen en reinigingsmidde-
len!
Let op de veiligheidsvoorschriften die gelden voor het betreffende product.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschermende kleding, bescher-
mende handschoenen / veiligheidsbril.
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
35
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken!
Voordat reparatiewerkzaamheden worden verricht aan het hydraulische systeem, moet
deze altijd drukloos worden gemaakt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Voor elke inbedrijfstelling moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en scha-
de.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten onmiddellijk worden her-
steld in een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages mogen nooit met de hand of met andere ledematen worden afgedicht.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Veiligheidsvoorzieningen
Machine niet gebruiken met defecte, ontbrekende, overbrugde of stilgelegde beveiligingen.
Wijzigingen aan beveiligingen, van welke aard ook, leiden tot de intrekking van de goedkeu-
ring.
De machine is standaard uitgerust met volgende veiligheidsvoorzieningen.
Veiligheid en milieu
36 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
WAARSCHUWING
Val van de machine!
Machine niet betreden op andere punten dan de toegangsladder.
Klapbare toegangsladders neerklappen en bij het betreden handgrepen en steungre-
pen gebruiken.
WAARSCHUWING
Verontreinigde veiligheidsvoorzieningen!
Alle veiligheidsvoorzieningen moeten voor gebruik worden ontdaan van alle mogelijke
verontreiniging en afzettingen.
Uitrusting en betreden van de machine
Toegangstrapje alleen met gelijktijdig gebruik van de handleuning betreden.
Handleuning biedt bescherming tegen vallen bij het werken op het laadplatform .
Het laadplatform biedt stabiliteit bij het laden en bij onderhoudswerkzaamheden. Toe-
gangstrapje en laadplatform alleen betreden met gelijktijdig gebruik van de handleuning.
Waarschuwingssymbool
Vervolgens worden posities en betekenissen van alle gebruikte waarschuwingssymbolen
weergegeven.
TIP
Waarschuwingssymbool (pictogrammen) geven resterende gevaren aan en hoe deze te
vermijden.
Beschadigde of verloren gegane waarschuwingssymbolen moeten worden vervangen.
Worden machineonderdelen met opgeplakte waarschuwingssymbolen vervangen, moeten
op de nieuwe delen de juiste waarschuwingssymbolen worden geplakt.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ombouwset met waarschu-
wingssymbolen (voor het aanpassen aan lokaal geldende voorschriften) naar keuze in het
Engels of Frans bij PÖTTINGER verkrijgbaar! Zie ook ‘Aanvulling op de gebruiksaanwijzing
voor VS / CANADA’.
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
37
Waarschuwingssymbool achterzijde en onderzijde zaadtankdeksel
Beschrijving
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
1 Gebruiksaanwijzing le-
zen
2 Schroeven vastdraaien
3Meerijden verboden
Veiligheid en milieu
38 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
4 Levensgevaar door last
van boven.
Alleen textielriemen
(geen kettingen) gebrui-
ken.
5 Levensgevaar door last
van boven.
Buiten het zwenkbereik
blijven.
6 Niet in de risicozone
voor letsel reiken.
Waarschuwingssymbool voor
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
39
Beschrijving
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
7 Levensgevaar door last van boven.
Buiten het zwenkbereik blijven.
8 Niet in de risicozone voor letsel reiken.
9Nooit in het werktuig reiken, zolang zich
daar nog delen kunnen bewegen.
Bij het koppelen van een zaaimachine aan
een grondbewerkingsmachine bestaat het
risico op letsel door beknelling of vastge-
klemd worden.
Verkeerstechnische uitrusting
De verkeerstechnische uitrusting is verplicht bij ritten over de openbare wegen. Dit kan per
land van bestemming verschillend zijn.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ‘Flasher Control-module’
(voor het aanpassen van de knipperfrequentie van de richtingaanwijzers aan de momenteel
geldende voorschriften) bij PÖTTINGER verkrijgbaar!
Veiligheid en milieu
40 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Achterzijde
Pos. Uitrusting
1 Achterlichten
2 Waarschuwingsborden
3 Extra waarschuwingsborden (naargelang land van bestemming)
4 Kentekenplaathouder met verlichting
Voor- en zijkant
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
41
Pos. Uitrusting
1 Oranje reflectoren aan beide zijden van de machine (naargelang land van be-
stemming)
2 Markeringslichten
3 Waarschuwingsborden
Uitrusting VS CANADA
Pos. Uitrusting Pos. Uitrusting
1 Oranje reflector aan beide zijden van de ma-
chine
4 Waarschuwingsfolie rood aan
beide zijden van de machine
2 Geel knipperlicht aan beide zijden van de
machine
5 LRV-bord
3 Achterlicht / remlicht rood aan beide zijden
van de machine
6 Toegestane maximumsnel-
heid
Uitrusting VS CANADA
Veiligheid en milieu
42 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Pos. Uitrusting Pos. Uitrusting
7 Geel knipperlicht aan beide zijden
van de machine
8 Waarschuwingsfolie geel aan beide zij-
den van de machine
Omgang met gevaarlijke stoffen
Naast de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing dienen ook de algemeen geldende, wette-
lijke en andere bindende voorschriften met betrekking tot de milieubescherming te worden
nageleefd.
Brandstofefficiëntie en bodembescherming
Bij het losmaken van de grond veroorzaakt een 1 cm diepere grondbewerking ca. 150t/ha
meer grondbeweging.
Een zorgvuldige instelling van de machine beschermt de machine/grond en spaart brandstof.
Afvoer van de machine
MILIEU
Principieel moet de machine aan het einde van zijn levensduur volgens de nationale wette-
lijke voorschriften met betrekking tot afvalverwerking worden afgevoerd.
Drukreservoirs, schokdempers, gasdrukveren enz.
Afhankelijk van het type machine zijn hydraulische drukreservoirs ingebouwd. Deze
staan onder hoge gasdruk (stikstof) en moeten voor de vernietiging met behulp van een
geschikte voorziening worden geleegd.
Persluchtreservoirs van persluchtremmen voor de verwerking via de condensuitlaat le-
gen.
Gasdrukveren, gasdrukdempers of oliedrukdempers staan onder hoge druk en moeten
voor de vernietiging van de machine worden uitgebouwd en evt. gescheiden van het
metaalschroot aan de afvalverwerking worden aangeleverd.
Smeer- en bedrijfsstoffen afvoeren
Smeermiddelen en hydraulische oliën weg laten lopen, opvangen en op correcte wijze
afvoeren.
Smeermiddelreservoirs van centrale smeerinstallaties legen en smeermiddelen op cor-
recte wijze afvoeren.
Elektrische en elektronische onderdelen afvoeren
Verlichtingsinrichting, boordcomputer, sensoren en kabels verwijderen en apart aan de
afvalverwerking aanleveren
Veiligheid en milieu
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
43
Kunststof onderdelen afvoeren
Kunststof onderdelen zijn voorzien van een kenmerk met informatie over de materiaal-
samenstelling. Daarmee kunnen kunststof onderdelen gesorteerd aan de recycling wor-
den aangeleverd.
Metalen onderdelen afvoeren
Alle metalen onderdelen moeten zoveel mogelijk gesorteerd aan het betreffende recy-
clingproces worden aangeleverd.
Onderdelen voor de sloop ontdoen van smeermiddelen als transmissie-olie, hydrauli-
sche olie enz.
Rubberen onderdelen / banden afvoeren
Banden met en zonder velg en andere onderdelen van rubber moeten aan het betreffen-
de recyclingstation worden aangeleverd.
Veiligheid en milieu
44 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
COMPASS terminal overzicht
Terminal voor de besturing en bewaking van machinefuncties.
Componenten
Pos. Omschrijving
1 Behuizing (Spatwaterdicht IP44)
2 Display
3 Invoertoetsen
Invoertoetsen
Knoppen-functies
Pos. Knop
1 Menu selecteren / invoer bevestigen
Zie "Basisinstellingen" pagina 55.
2 Zaaihoeveelheid
Zie "Zaaihoeveelheid weergeven" pagina 48.
3 Rijpadenteller
Zie "Rijpadenteller in- en uitschakelen" pagina 51.
4 Doseerwielkalibratie
Zie "Doseerwielkalibratie elektrische / handmatige instelling zaaihoeveelheid" pa-
gina 65.
COMPASS Terminal Bediening
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
45
Pos. Knop
5 Rijsnelheid
Zie "Snelheid weergeven" pagina 48.
6 Hectareteller
Zie "Bedrijfsgegevens" pagina 53.
7-8 Waarden wijzigen, menu's openen, invoervelden selecteren
9 Terminal aan- /uitschakelen
Doseerwieltoerental weergeven
COMPASS Terminal Bediening
46 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Terminal in- en uitschakelen
Werkwijze
Terminal inschakelen: Op toets drukken. Gedurende 3 seconden wordt het
machinetype en de softwareversie weergegeven.
vervolgens wordt automatisch omgeschakeld op de weergave van de huidige rijsnelheid.
Verklaring van de symbolen
0 km/u Rijsnelheid in kilometer per uur
Terminal uitschakelen: Toets 3 seconden ingedrukt houden.
Basisfuncties
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
47
Snelheid weergeven
Werkwijze
Snelheid weergeven: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
4.5 km/u Rijsnelheid in kilometer per uur
Zaaihoeveelheid weergeven
De zaaihoeveelheid kan alleen worden getoond bij correct gekalibreerd doseerwiel.
Werkwijze
Zaaihoeveelheid weergeven: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
176 kg/ha Zaaihoeveelheid in kilogram per hectare.
100 % Per stap van de zaaihoeveelheid in procent. Standaardwaarde is
100 procent.
G:50 Aandrijfinstelling in procenten overbrengingsverhouding.
COMPASS bedrijfsmodus
48 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaaihoeveelheid instelling
De zaaihoeveelheid kan bij de elektrische instelling zaaihoeveelheid onmiddellijk aan de ter-
minal in vooraf bepaalde procentuele stappen worden versteld. Hoe groter de procentuele
stappen, hoe groter de instelling zaaihoeveelheid per stap.
Werkwijze
Menu ‘basisinstelling’ weergeven: Op toets drukken.
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Geselecteerde menuoptie weergeven: Op toets drukken.
Menu ‘Zaad’ weergeven: Op knop of drukken totdat het menu ‘Zaad’ wordt
weergegeven.
Menu instelling zaaihoeveelheid weergeven: Op knop drukken.
Geselecteerde menuoptie weergeven: op knop drukken.
Instelling zaaihoeveelheid activeren (= Ja) of deactiveren (= Nee) selecteren: op
knop of knop drukken.
COMPASS bedrijfsmodus
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
49
Selectie opslaan: minstens 2 seconden onafgebroken op knop drukken.
Geselecteerde menuoptie weergeven: op knop drukken.
Geselecteerde menuoptie weergeven: op knop drukken.
Instelling naar wens corrigeren. op knop of knop drukken.
Selectie opslaan: minstens 2 seconden onafgebroken op knop drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Doseerwieltoerental weergeven
Werkwijze
Doseerwieltoerental weergeven: op knop drukken.
COMPASS bedrijfsmodus
50 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Uitleg van de symbolen
48/min Doseerwieltoerental in omwentelingen per minuut
Rijpadenteller in- en uitschakelen
De rijpadenteller is pas actief vanaf een rijsnelheid van meer dan 1 km/h.
Werkwijze
Rijpadenteller inschakelen: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
asym- li. 4 Rijpadenritme
Zaaiweergave. Het symbool knippert als de machine rijdt.
act. 1 Huidige aantal aangelegde rijpaden
Rijpadenteller uitschakelen: Op toets drukken.
TIP
Het uitschakelen van de rijpadenteller kan bijvoorbeeld nodig zijn bij het uitwijken voor hin-
dernissen.
De huidige tellerstand wordt opgeslagen.
Verklaring van de symbolen
STOP Rijpadenteller is uitgeschakeld.
COMPASS bedrijfsmodus
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
51
Rijpadenteller instellen
Werkwijze
Rijpadenteller inschakelen: Op toets drukken.
Waarde met 1 verhogen: Toets 1x indrukken, of voor snelloop ingedrukt houden.
Waarde met 1 verkleinen: Toets 1x indrukken, of voor snelloop ingedrukt houden.
Rijpadenteller op nul zetten: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
Rijpadenteller uitschakelen: Op toets drukken.
COMPASS bedrijfsmodus
52 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Bedrijfsgegevens
Tijdens de werkzaamheden worden gegevens permanent geregistreerd. De gegevens kun-
nen op de terminal worden weergegeven of aan het einde van de werkzaamheden op een
opslagmedium worden opgeslagen.
Deel-hectareteller weergeven
De Deel-hectareteller maakt de telling mogelijk van een bepaald te bebouwen oppervlak
(veldoppervlak).
Werkwijze
Deel-hectareteller weergeven: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
16 ha Te bebouwen oppervlak in hectare, die met machine is afgereden
sinds de laatste op nul zetting.
Deel-hectareteller op nul zetten: Toets gedurende 3 seconden indrukken of
toets ingedrukt houden tot een pieptoon klinkt.
Totaal-hectareteller weergeven
De Totaal-hectareteller meet het te bebouwen oppervlak (veldoppervlak), die met machine is
afgereden.
Werkwijze
Totaal-hectareteller weergeven: Toets 2x indrukken.
TIP
De waarde aangegeven in de totaal-hectareteller kan niet op nul worden gezet.
Compass bedrijfsgegevens
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
53
Verklaring van de symbolen
142 Σha Totale te bebouwen oppervlak in hectare, die met machine is afge-
reden.
Compass bedrijfsgegevens
54 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Basisinstellingen
Machinefuncties bewaken en terminalfuncties instellen.
Menuopties
Taal Zie "Taal instellen" pagina 55.
Helderheid Zie "Beeldschermhelderheid aanpassen" pagina 57.
Contrast Zie "Beeldschermcontrast instellen" pagina 58.
Machinetype Zie "Machinetype instellen" pagina 59.
Sensortest Zie "Sensorstatus weergeven" pagina 60.
Bewaking Zie "Controle van machinefuncties instellen" pagina 62.
Ritme Zie "Rijpadenritme instellen" pagina 73.
Instelling Zie "Rijpadenschakeling trigger instellen" pagina 71.
100m kalibratie Zie "100-meter-kalibratie" pagina 69.
Werkwijze
1Menu ‘basisinstelling’ weergeven: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Geselecteerde menuoptie weergeven: Op toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Zie "Terminal in- en uitschakelen" pagina 47.
Taal instellen
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
55
Menu ‘Taal’ weergeven: toets indrukken tot het menu ‘Taal’ wordt weergegeven.
Instelmodus voor talen weergeven: Op toets drukken.
Menuopties
Fabrieksinstelling Duits
Mogelijke instelling Bulgaars, Tsjechisch, Deens, Duits, Engels, Spaans, Frans, Hon-
gaars, Italiaans, Pools, Roemeens, Turks
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Basisinstelling
56 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Beeldschermhelderheid aanpassen
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Menu ‘Helderheid’ oproepen: Op toets of drukken tot het menu ‘Helderheid’
wordt weergegeven.
De toets indrukken om naar de instelmodus voor de helderheid te wisselen.
Verklaring van de symbolen
Helderheid in procent. Mogelijke instelwaarde van 0 tot 100 procent. Bij een helderheid van
onder de 40% schakelt de toetsenbordverlichting in.
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
57
Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Beeldschermcontrast instellen
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Menu ‘Contrast’ selecteren: Op toets of drukken tot het menu ‘Contrast’ wordt
weergegeven.
Instelmodus contrast selecteren: Op toets drukken.
Basisinstelling
58 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Verklaring van de symbolen
Contrast in procent. Mogelijke instelwaarde 0 tot 100 procent.
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Machinetype instellen
Het machinetype is reeds af fabriek ingesteld.
AANWIJZING
Gevaar voor zware schade!
Als het verkeerde type machine wordt ingesteld, kan dit tot foute bediening en zo tot scha-
de aan de aangebouwde / aangekoppelde machine leiden.
De instelling van het type machine mag alleen door bevoegde vakmensen worden ge-
wijzigd.
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
59
Menu ‘machinetype’ weergeven: Op toets of drukken tot het menu ‘Machinety-
pe’ wordt weergegeven.
Instelmodus machinetype selecteren: Op toets drukken.
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Sensorstatus weergeven
Status van de sensors voor de bewaking van machinefuncties.
Basisinstelling
60 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Menu ‘sensortest’ weergeven: Op toets of drukken tot het menu ‘Sensortest’
wordt weergegeven.
Menu ‘Sensortest’ oproepen: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
Sensor is geactiveerd.
Sensor is gedeactiveerd.
1Overige sensoren weergeven: Op toets of toets drukken.
2Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
61
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Controle van machinefuncties instellen
Voorwaarde
Menu Basisinstelling geopend.
Werkwijze
Mogelijke controles
Machinefunctie Controlemodus
Doseerwieltoe-
rental (zaaias-
toerental)
De besturing controleert na verloop van een instelbare schakeltijd of het
doseerwiel het gewenste toerental heeft bereikt. Indien het doseerwiel
het gewenste toerental niet binnen de schakeltijd heeft bereikt verschijnt
een alarmmelding . De schakeltijd begint te lopen zodra de machine in
werkpositie is en de rijsnelheid hoger is dan 1 km/h.
Zaadtank (vul-
peil)
De besturing controleert het vulpeil. Zodra het minimumpeil is bereikt
verschijnt een alarmmelding.
Zaaiastoerental bewaking instellen
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Menu ‘Bewaking’ weergeven: Toets of indrukken tot het menu ‘Bewaking’ wordt
weergegeven.
Basisinstelling
62 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Menu ‘Bewaking zaaias’ weergeven: Op toets drukken.
De toets indrukken om naar de instelmodus Bewaking zaaias te wisselen.
Menuopties
8,0 s Schakeltijd in seconden. Mogelijke instelwaarde 3,0 tot 20,0 secon-
den.
Uit Bewaking uitgeschakeld.
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Zaadtank bewaking instellen
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
63
Menu ‘Bewaking’ weergeven: Toets of indrukken tot het menu ‘Bewaking’ wordt
weergegeven.
Menu ‘vulniveau’ weergeven: Toets 1x indrukken.
Instelmodus voor het vulniveau weergeven: Op toets drukken.
Menuopties
Aan Bewaking ingeschakeld
Uit Bewaking uitgeschakeld
Basisinstelling
64 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Doseerwielkalibratie elektrische / handmatige instelling zaaihoe-
veelheid
Doseerwiel altijd voor gebruik kalibreren op het gewenste zaad en de gewenste zaaihoeveel-
heid per hectare.
Werkwijze
1 Doseerwielselectie controleren en, indien nodig, omschakelen Zie "zaaddosering aan-
passen" pagina 111. en Zie "Zaaitabellen mechanische dosering" pagina 130.
2 Bodemklep aan doseerwielbehuizing op de geschikte zaadgrootte instellen. Zie "Zaaita-
bellen mechanische dosering" pagina 130.Zie "zaaddosering aanpassen" pagina 111.
3 zaadla onder de doseerwielbehuizing plaatsen. Zie "Zaadla voor doseerwielkalibratie /
zaadtank legen" pagina 92.
4Menu ‘Hoeveelheid’ weergeven: Op toets drukken.
Verklaring van de symbolen
3,1 kg/ha Ingestelde zaaihoeveelheid in kilogram per hectare.
5 Hoeveelheid aangeven die per hectare moet worden uitgezaaid. Zie "Zaaitabellen me-
chanische dosering" pagina 130. Voor de berekening van de zaaihoeveelheid is het
aantal zaadkorrels per m² alsook het duizendkorrelgewicht (DKG) en de kiemkracht van
het zaad (in %) vereist.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
65
TIP
Berekeningsformule voor zaaihoeveelheid per hectare: zaaihoeveelheid in kg = (zaad-
korrels per m² x DKG) / kiemkracht in %
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
Menu ‘Oppervlakte’ weergeven: gedurende 2 seconden onafgebroken op
knop drukken.
Verklaring van de symbolen
1/10 ha Ingestelde referentieoppervlak in hectare.
6 Referentieoppervlak opgeven voor kalibratie. Gewoonlijk volstaat het een klein referen-
tieoppervlak in te voeren, bv. 1/10 hectare.
TIP
Hoe groter het referentieoppervlak wordt geselecteerde, hoe preciezer de waarde voor
de zaaihoeveelheid per hectare.
Hoe groter het referentieoppervlak hoe meer omwentelingen met de handslinger er no-
dig zijn.
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
7Menu ‘Aandrijving’ weergeven: gedurende 2 seconden onafgebroken op knop
drukken.
Uitleg van de symbolen
act. 50 % Aandrijfinstelling in procenten (mogelijke waarden 0-100)
Basisinstelling
66 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
8Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
9(Elektrische instelling zaaihoeveelheid)In de zaaitabel de van het zaad afhankelijke in-
stelling bepalen voor de doseerwielaandrijving en instellen op de vereiste aandrijfinstel-
ling op de terminal (mogelijke waarde 0-100).
10 (Handmatige instelling zaaihoeveelheid)In de zaaitabel de van het zaad afhankelijke in-
stelling bepalen voor de doseerwielaandrijving. De vereiste aandrijfinstelling op de termi-
nal instellen (mogelijke waarde 0-100), evenals handmatig aan de transmissiehendel.
11 Menu Doseerwielkalibratie (afdraaien) weergeven: gedurende 2 seconden onafgebro-
ken op knop drukken.
Uitleg van de symbolen
Voordraaien a.u.b. Aanwijzing de handslinger met de klok mee draaien.
12 Doseerwiel vullen. Met de handslinger draaien tot het doseerwiel minstens een volle
omwenteling (360°) gedraaid is.
13 zaadla verwijderen, legen en weer onder de doseerwielbehuizing plaatsen.
14 gedurende 2 seconden onafgebroken op knop drukken.
Verklaring van de symbolen
Slinger omw. 108 Nodige aantal omwentelingen van de handslinger.
15 De handslinger draaien tot signaaltonen aangeven dat de laatste 5 omwentelingen zijn
bereikt. Display aan terminal in het oog houden en iets langzamer doordraaien tot ‘Slin-
ger omw. 0’ weergegeven wordt. Draaien stoppen zodra de waarde ‘0’ bereikt is – er
klinkt een aanhoudende signaaltoon ter bevestiging.
16 gedurende 2 seconden onafgebroken op knop drukken.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
67
Verklaring van de symbolen
0,31 kg Berekende zaadhoeveelheid in kilogram.
17 zaadla verwijderen en zaadhoeveelheid afwegen.
18 Geleegde zaadla weer onder de doseerwielbehuizing plaatsen.
19 Zaad controleren op breuken van de omhulling. Bij een hoog breukaandeel de bodem-
klep aan de doseerwielbehuizing een instelpositie laten zakken.
20 Menu ‘Werkelijke hoeveelheid’ weergeven: gedurende 2 seconden onafgebroken op
knop drukken.
Verklaring van de symbolen
0,29 kg Feitelijke zaadhoeveelheid in kilogram.
21 Gewicht van de gezaaide en gewogen zaadhoeveelheid corrigeren.
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
22 De knop gedurende 2 seconden onafgebroken drukken.
Basisinstelling
68 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Verklaring van de symbolen
nieuw 53% Nieuw berekende aandrijfinstelling in procent.
23 Bij handmatige instelling zaaihoeveelheid de nieuw berekende instelling aan de stelhen-
del van de doseerwielaandrijving instellen.
24 Kalibratie afsluiten en waarde opslaan.
gedurende 2 seconden op knop drukken of knop ingedrukt houden totdat er
een pieptoon klinkt.
Bij de elektrische instelling zaaihoeveelheid wordt de ingevoerd instelling van de
doseerwielaandrijving automatisch ingesteld.
25 De zaadladen verwijderen, legen en weer inhaken. Zie "Zaadla" pagina 86.
26 Doseerwielkalibratie, indien nodig, herhalen.
gedurende 2 seconden onafgebroken drukken op knop en kalibratieprocedure
herhalen.
100-meter-kalibratie
Voer voor aanvang van het eerste werk met uw nieuwe machine een 100m kalibratie uit om
de zaainauwkeurigheid te optimaliseren. Ingeval de aangegeven rijsnelheid of de door de
hectareteller aangegeven waarde niet nauwkeurig is, moet de machine opnieuw afgesteld
worden.
TIP
Precieze afstemming = precieze zaadopbrenging.
Voorwaarde
Menu Basisinstelling geopend.
Voorbereiding
Op het veld een afstand van 100 meter afmeten en de afstand markeren met paaltjes.
Tractor met de voorbanden bij het startpaaltje plaatsen en stoppen.
Werkwijze
Menu ‘100m-kalibratie’ weergeven: Toets of indrukken tot het menu ‘100m-kali-
bratie’ wordt weergegeven.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
69
Menu ‘Wielpulsen’ selecteren: op knop drukken.
Uitleg van de symbolen
Waarde Beschrijving Banden-
maat
805 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 252)
720 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 252 A)
805 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 302)
6,00-16
762 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 302)
10,00-15,3
720 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 302 A)
762 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 402)
720 Aantal pulsen op 100 meter rijafstand (standaard-
waarde VITASEM 402 A)
Kalibratieprocedure starten: Op toets drukken.
Met de tractor vertrekken en snel optrekken (op een aan de bodemomstandigheden
aangepaste snelheid). Aan een zo gelijkmatig mogelijke snelheid rijden.
Zodra het eindpaaltje met de voorste banden is bereikt, op de toets drukken. De ka-
libratieprocedure stopt.
Basisinstelling
70 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractor stoppen.
1Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
2Menu sluiten: Op toets drukken.
3Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
4Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Rijpadenschakeling trigger instellen
Met de rijpadenschakeling worden die rijstroken (tractor bandensporen) vrijgehouden van
zaad die tijdens het groeien van de planten voor onderhoud en bemesting moeten worden
bereden. In de betreffende rijstroken wordt niet gezaaid, om zaad te sparen.
De triggeren sturen (op de kopakker) een signaal aan de besturing om het rijpad na de voor-
af ingestelde schakeltijd (= wachttijd) een stap verder te schakelen.
Instellingsopties
• Trigger
De trigger is af fabriek ingesteld. Bij een verkeerde rijpadentelling kan omschakeling
naar een andere trigger nodig zijn.
• Schakeltijd
De besturing verhoogt de rijpadenteller na afloop van de instelbare schakeltijd met de
waarde 1 zodra een schakelactivering plaatsvindt. Bij een verkeerde rijpadentelling kan
een correctie van de schakeltijd nodig zijn.
TIP
Hierna wordt de schakeltijdinstelling aan de trigger hectareteller beschreven. De instelling
van de schakeltijd bij de andere mogelijke triggeren op dezelfde wijze uitvoeren.
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
Menu ‘Instellingen’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Instellingen’
wordt weergegeven.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
71
Menu ‘rijpadenschakeling’ weergeven: Toets of indrukken tot het menu ‘Rijpa-
denschakeling’ wordt weergegeven.
Instelmodus voor de rijpadenschakeling weergeven: Op toets drukken.
Menu ‘trigger hectareteller’ weergeven: Toets of indrukken tot het menu ‘Trigger
hectareteller’ wordt weergegeven.
Instelmodus voor de trigger hectareteller weergeven: Op toets drukken.
Menuopties
Trigger Geschakeld wordt...
Hectareteller wanneer de transmissiesensor geen omwentelingsimpulsen door-
geeft.
Spoortrekker wanneer de spoortrekker wordt geheven.
Spoorwiel bij heffen van de zaairail
Signaalcontactdoos wanneer de achterhef wordt geheven.
Menu ‘Schakeltijd’ weergeven: toets of indrukken tot het menu ‘Schakeltijd’
wordt weergegeven.
Basisinstelling
72 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Instelmodus ‘schakeltijd’ weergeven: Op toets drukken.
Menuopties
3,5 s
Schakeltijd in seconden. Mogelijke instelwaarde van 3,0 tot 20,0 se-
conden.
Bij een schakelactivering door ‘hectareteller’ of ‘spoorwiel’ wordt als
schakeltijd 3,5 seconden aanbevolen.
Bij een schakelactivering door ‘spoortrekker’ of ‘signaalcontactdoos’
wordt als schakeltijd 1,5 seconden aanbevolen.
1Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt houden.
2Instelling opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
3Menu sluiten: Op toets drukken.
Menuopties doorbladeren: Op toets of toets drukken.
Menu basisinstellingen sluiten
Werkwijze
Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Rijpadenritme instellen
De instelling van het rijpadenritme maakt het mogelijk automatisch symmetrische en asym-
metrische paden aan te maken.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
73
Instellingsopties
Rijpadenritme in- of uitschakelen. Wanneer u geen rijpaden wenst, optie deactiveren.
Rijpadenritme uitgeschakeld Rijpadenritme ingeschakeld (de ingestelde waarden
worden weergegeven)
Werkbreedte veldspuit/meststrooier weergeven, het rijpadenritme wordt door de regeling
berekend.
15m werkbreedte = symmetrische rijpa-
den met rijpadenritme 5
18m werkbreedte = asymmetrische rijpa-
den met rijpadenritme 6
‘Halve breedte’ instellen (gedeeltelijke uitschakeling).
Wanneer de regeling het aanmaken van asymmetrische rijpaden voor het rijpadenritme
voorstelt, dan kan door Deactiveren van deze optie toch symmetrisch gezaaid worden.
TIP
Indien de functie ‘halve breedte’ wordt gedeactiveerd, dan wordt de halve machine-
breedte van het volgende rijpad dubbel ingezaaid!
Halve breedte gedeactiveerd Halve breedte geactiveerd
Sluiten van de halve machinebreedte aan de handmatig te bedienen verdelerkop-uitla-
ten verhindert het dubbele inzaaien.
Veldbegin instellen.
Startpositie voor het begin van de zaaiwerkzaamheden opgeven.
Veldbegin links Veldbegin rechts
Basisinstelling
74 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Stotter-rijpaden instellen.
Rijsporen van een rijpad strooksgewijze inzaaien.
Stotter RP uitgeschakeld Stotter RP ingeschakeld
TIP
Hieronder wordt als voorbeeld de instelling van de rijpaden weergegeven, met volgende
mogelijke voorinstellingen:
Gedeactiveerde ‘halve breedte’
Veldbegin links
Gedeactiveerd stotter-rijpad
Rijpadenritme instellen
Voorwaarde
Menu Basisinstelling opgeroepen.
Werkwijze
1Instelmodus voor de veldspuit selecteren: Op toets drukken.
Menuopties
Symbool Verklaring
16,0 m Breedte van veldspuit of de meststrooier aangeven. Mogelijke
instelwaarde 5 tot 50 meter in stappen van een halve meter
asym. 4 Door terminal berekende rijpadenritme
Uit Rijpadenschakeling uitgeschakeld
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
75
2Instelmodus voor de ‘Halve breedte’ selecteren: Op toets drukken. Wordt al-
leen weergegeven wanneer de regeling asymmetrische rijpaden voorstelt!
Menuoptie
Instelling Verklaring
Ja Halve breedte geactiveerd
Nee Halve breedte gedeactiveerd
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
3Instelmodus voor veldbegin selecteren: Op toets drukken. (Wordt alleen
weergegeven wanneer de regeling asymmetrische rijpaden voorstelt en de optie ‘halve
breedte’ uitgeschakeld is.)
Menuopties
links Veldbegin links
rechts Veldbegin rechts
Instelling wijzigen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop ingedrukt hou-
den.
4Instelmodus stotter RP selecteren: Op toets drukken.
Basisinstelling
76 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Menuopties
‘xy’m Lengte zaaistroken aangeven. Mogelijke instelwaarde 5 tot
20 meter.
Uit Stotter RP uitgeschakeld.
Op de toets of de toets drukken om de instelling te wijzigen.
5Insteloverzicht weergeven: Op toets drukken.
Insteloverzicht verklaring van de symbolen
Symbool Verklaring
16,0 m Breedte van veldspuit/meststrooier in meter
symm 7 Berekend rijpadenritme.
Symmetrisch
Asymmetrisch
Asymmetrisch
Veldbegin niet geselecteerd
Veldbegin links
Veldbegin rechts
Stotter RP actief (rijpaden worden ingezaaid)
Stotter RP niet actief (rijpaden worden niet ingezaaid)
Instellingen opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
Insteloverzicht sluiten: Op toets drukken.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
77
6Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Rijpadenritme uitschakelen
Er moeten geen rijpaden worden aangelegd.
1Menu ‘basisinstelling’ weergeven: Op toets drukken.
2Instelmodus voor de veldspuit selecteren: Op toets drukken.
3Veldspuitbreedte op nul instellen: Op toets of toets drukken. Voor snelloop inge-
drukt houden.
4Instelling overnemen: Op toets drukken.
Basisinstelling
78 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
5Insteloverzicht weergeven: Op toets drukken.
6Instellingen opslaan: Toets 2 seconden ingedrukt houden.
7Menu basisinstelling sluiten: Op een van de toetsen , , , , ,
drukken.
Basisinstelling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
79
Machinefuncties
WAARSCHUWING
Gelijktijdige bediening van machine en tractor door meerdere personen!
Bevoegdheden van aanwezige helpers duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures af-
spreken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor licht of matig letsel door negeren van de persoonlijke veiligheid.
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen (werkkleding, werkschoenen, hand-
schoenen) tijdens het omgaan met de machine.
Machine / machinecombinatie heffen of neerlaten
Functies worden uitgevoerd via de regelklep van het hijswerktuig.
Werkwijze
Machine / machinecombinatie in transportpositie heffen: Regelklep achterhef op Heffen
instellen.
Machine / machinecombinatie in de werkstand laten zakken: Regelklep achterhef op
Zakken zetten en de machinecombinatie voorzichtig op de grond zetten.
Spoortrekker (optie) / rijpadenspoortrekker (optie) neerlaten of hef-
fen
Functies worden uitgevoerd via de tractorregelklep.
Werkwijze
Spoortrekker-rijpadenspoortrekker laten zakken
Spoortrekker-rijpadenspoortrekker in de werkstand laten zakken.
1 Lunspennen aan spoortrekker-rijpadenspoortrekker losdraaien.
2 Zet daartoe de spoortrekker-rijpadenspoortrekker regelklep op neutraal.
Spoortrekker-rijpadenspoortrekker heffen
Spoortrekker-rijpadenspoortrekker in transportpositie heffen.
1 Regelklep spoortrekker-rijpadenspoortrekker op Heffen instellen.
2 De spoortrekker-rijpadenspoortrekker in transportstand met de lunspen borgen.
Spoorwiel (optie) hydraulisch neerlaten of heffen
Functies worden uitgevoerd via de regelklep.
Bediening functie-elementen
80 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
AANWIJZING
Gevaar van schade aan de achterste verlichtingshouder.
Bij zwenken van het spoorwiel is het mogelijk dat de achterste verlichtingsdrager wordt ge-
raakt.
Voordat het spoorwiel in de werkstand wordt gezwenkt, de verlichtingshouder ontgren-
delen, 90° in de lengte van de rijrichting verdraaien en weer vastzetten.
Werkwijze
Spoorwiel neerlaten – regelklep spoorwiel op Neutraal instellen.
Spoorwiel heffen – regelklep spoorwiel op Heffen instellen.
Spoorwiel (optie) manueel neerlaten / heffen (optie)
AANWIJZING
Gevaar van schade aan de achterste verlichtingshouder.
Bij zwenken van het spoorwiel is het mogelijk dat de achterste verlichtingsdrager wordt ge-
raakt.
Voordat het spoorwiel in de werkstand wordt gezwenkt, de verlichtingshouder ontgren-
delen, 90° in de lengte van de rijrichting verdraaien en weer vastzetten.
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Machine in arbeidspositie neergelaten.
Tractormotor stilgelegd, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Bediening functie-elementen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
81
Werkwijze
Spoorwiel manueel laten zakken
Transportstand
Werkwijze
Spoorwiel met één hand vasthouden.
Veerbelaste hendel opzij drukken en spoorwiel ontgrendelen. Spoorwiel zo ver laten
zakken tot de hendel niet meer kan vastklikken.
Veerbelaste hendel loslaten. Spoorwiel langzaam en volledig naar beneden zwenken.
Spoorwiel pas loslaten als het op de bodem rust.
Bediening functie-elementen
82 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Spoorwiel manueel heffen
Werkstand
Werkwijze
Spoorwiel opheffen en niet loslaten.
Zover omhoog heffen tot de hefarm aan de veerbelaste hendel vastklikt.
Bediening functie-elementen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
83
Controleren of de veerbelaste hendel correct gesloten is.
Spoorwiel loslaten.
Bediening functie-elementen
84 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Deksel en kleppen
Zaadtank scharnierdeksel openen / sluiten
1 = scharnierdeksel van de zaadtank
Voorwaarde
Machine geparkeerd in de werkpositie en beveiligd tegen wegrollen.
Treeplank helemaal neergeklapt.
Laadplatform betreden.
Werkwijze
Scharnierdeksel openen: Met één hand de handleuning vasthouden en scharnierdeksel
aan handgreep omhoogzwenken.
Vanaf ongeveer het midden van het zwenkbereik wordt het gewicht van het deksel
merkbaar gedragen door de geïntegreerde, veerbelaste kaplift. Het deksel zwenkt dan
uit zichzelf tot de eindaanslag.
Scharnierdeksel sluiten: Met één hand de handleuning vasthouden en scharnierdeksel
omlaagzwenken.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
85
Vanaf ongeveer tweederde van het zwenkbereik wordt het gewicht van het deksel merk-
baar gedragen door de geïntegreerde, veerbelaste kaplift. Het deksel voorbij dit punt
omlaag duwen. Het gewicht van het deksel rust nu weer merkbaar op de handgreep.
Handgreep niet loslaten en deksel langzaam sluiten.
Zaadla
Achter de zaadla bevinden zich de doseereenheden (doseerwielbehuizing) met doseerwie-
len, bodemkleppen, afsluitschuiven, rijpadenschakeling en zaaias.
De zaadladen worden gebruikt bij het legen en reinigen van de zaadtank en bij de doseer-
wielkalibratie.
Bij gebruik van de zaadla de maximale vulhoeveelheid van de la in acht nemen!
1 = zaadla rechts en links.
Zaadla openen / sluiten
Voorwaarde
Treeplank helemaal neergeklapt.
Laadplatform betreden.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
86 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Werkwijze
Zaadla openen: Met één hand de handleuning vasthouden en zaadla aan handgreep
iets naar boven en vervolgens naar achter zwenken.
Let erop dat de haken van de zaadla in de bevestigingsogen vastklikken zoals afge-
beeld.
H = haak
Zaadla sluiten: Procedure uitvoeren in omgekeerde volgorde.
Zaadla loshaken / inhaken
Om de zaadla te kunnen legen of om onderhoudswerk uit te voeren, moet de zaadla uit de
houder worden genomen.
Werkwijze
Zaadla loshaken: Met één hand de handleuning vasthouden en de geopende zaadla
aan de handgreep licht omhoogzwenken. Vervolgens horizontaal naar boven drukken.
Hierdoor worden de haken uit de bevestigingsogen genomen.
Vervolgens de la langs achter heffen.
Zaadla inhaken: Procedure uitvoeren in omgekeerde volgorde.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
87
Zaadla leegklep gebruiken
Aan de zijkant van de zaadla bevindt zich een veerbelaste leegklep, waarmee de zaadla vol-
ledig kan worden geleegd, zonder de lade 180° te moeten draaien.
Werkwijze
Leegklep openen: Zaadla zijdelings schuin houden tot de klep opengaat. Indien de klep
bij een te gering gewicht van het zaad niet vanzelf opengaat, de klep met de hand van
binnenin de zaadla iets naar buiten drukken.
Procedure aan beide zaadladen uitvoeren op dezelfde manier.
Doseerwielbehuizing bodemkleppen
De doseerwielbehuizing bodemkleppen worden volledig geopend wanneer de zaadtank / do-
seerwielbehuizing moeten worden geleegd of gereinigd.
De doseerwielbehuizing bodemkleppen moeten bij doseerwielkalibratie en tijdens het zaaien
op de gewenste zaadsoort worden ingesteld, volgens de gegevens in de zaaitabel of volgens
de gegevens van de doseerwielkalibratie.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
88 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Doseerwielbehuizing bodemkleppen openen / sluiten
Voorwaarde
Machine is geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Bij het legen van de zaadtank en de doseerwielkalibratie zaadla onder de doseerwielbe-
huizingen geplaatst.
Werkwijze
Treeplank neerklappen en laadplatform betreden.
Met één hand de handleuning vasthouden en de instelhendel van de klep eerst naar
links en dan helemaal naar onder zwenken.
TIP
Capaciteit van de zaadla in acht nemen!
Schaalwaarde voor geopende bodemklep = OPEN
Het overblijvende zaad in de zaadtank valt door de naar onder geopende kleppen in de
doseerwielbehuizingen in de zaadla.
Bodemklep sluiten: Instelhendel licht naar links drukken en op de waarde = (0) zetten.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
89
Schaalwaarde voor gesloten bodemklep, bij bovenzaaien en bij gereduceerd onderzaai-
en = (0)
Afdekking zijaandrijving
Bij onderhoudswerk aan kettingen en spanners, de omschakeling van onderzaaien naar bo-
venzaaien en bij wijzigingen aan roerassen moet de afdekking worden geopend.
1 = afdekking zijaandrijving
Afdekking openen / sluiten
Voorwaarde
Machine is geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Werkwijze
Afdekking openen: Kartelschroef met de hand of met een gleufschroevendraaier onge-
veer 90° verdraaien en de klep openen.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
90 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Afdekking sluiten: Afdekking dichtdrukken tot de sluiting vanzelf vastklikt.
Hulp- en speciale functies
Toegangstrapje
Via het klapbare toegangstrapje kan men op het platform klimmen.
Toegangstrapje neerklappen / opklappen
WAARSCHUWING
Beknelling van handen en vingers!
Als het toegangstrapje aan de trapbomen wordt vastgehouden, kunnen handen en vingers
bekneld raken tussen toegangstrapje en laadplatform.
Toegangstrapje tijdens het zwenken alleen aan de traptreden vasthouden.
Niet in het gevarengebied tussen toegangstrapje en laadplatform reiken.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
91
Werkwijze
Toegangstrapje neerklappen: Toegangstrapje aan het midden van de bovenste tree
naar achter trekken en volledig omlaagzwenken.
Toegangstrapje opklappen (werkpositie): Toegangstrapje aan het midden van de onder-
ste tree omhoogzwenken tot het toegangstrapje op het laadplatform ligt.
Zaadla voor doseerwielkalibratie / zaadtank legen
Zaadla voorbereiden
WAARSCHUWING
Zaad-beits is giftig en kan de ogen, luchtwegen en huid irriteren!
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsbril, mondmasker en vei-
ligheidshandschoenen.
Voorwaarde
Zaadla geopend.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
92 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Werkwijze
(1.) Hendel van de zaadleidinghouder iets omhoogtrekken, (2.) Ontgrendelingshendel
omhoogtrekken en ontgrendelen. Hendel van de zaadleidinghouder vervolgens volledig
naar onder zwenken.
R = L = Procedure herhalen bij beide hendels van de zaadleidinghouder.
Zaadla loshaken en onder de zaaibehuizingen schuiven.
TIP
Bij het erin schuiven van de zaadla erop letten dat de rubberen lippen van de zaaibuis-
trechter niet onder de zaadla komen te liggen. De zaadla zou anders uit de geleiding
kunnen glijden.
1 = aanbrenging voor de zaadla
Procedure aan beide zaadladen uitvoeren op dezelfde manier.
Scharnierdeksel van de zaadtank
Het zaadtankdeksel kan op een grotere openingshoek (>100°) worden ingesteld, om de be-
lading met bigbag of laadschop te vergemakkelijken.
Daarvoor moeten scharnier en gasveer aan het zaadtankdeksel worden aangepast.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
93
1 = zaadtankdeksel
Scharnierdeksel van de zaadtank opnieuw monteren
Mogelijke openingshoek <100°
Voorwaarde
Machine is geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Treeplank neergeklapt en zaadtankdeksel geopend.
Voorbereiding
Tweede persoon om het zaadtankdeksel in geopende toestand vast te houden.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
94 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Of spanriem / koord bevestigen om het zaadtankdeksel in geopende toestand te hou-
den.
Werkwijze
Gasveer op de tweede bevestigingspositie opnieuw monteren zoals afgebeeld.
Dekselsteun en afsluitdoppen verwijderen.
Dekselsteun en afsluitdoppen zoals afgebeeld monteren en moeren vastdraaien.
Het zaadtankdeksel kan nut op >100° geopend worden.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
95
Na-eg (optie) transportvergrendeling
De na-eg moet bij ritten op de openbare weg zo worden bevestigd dat er geen zwaaibewe-
gingen mogelijk zijn en de punten van de tanden van de na-eg niet naar achter staan.
Egbalk-hefarm fixeren
Werkwijze
De borgpennen fixeren in de houder aan het frame van het laadplatform in opening 2 en
met lunspennen borgen. De hefarm van de na-eg kan zo niet heen en weer zwaaien.
Procedure aan beide zijden uitvoeren op dezelfde manier.
Egbalk fixeren
Egbalk aan de hefarmhouder zo instellen dat de tandpunten niet naar achter wijzen.
Werkwijze
Borgpennen verwijderen. Egbalk zo ver mogelijk naar onder zwenken en zoals afge-
beeld fixeren en borgen.
Transportvergrendeling
96 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Wisser (optie)
Werkwijze
Wisser links in de transportpositie brengen.
Procedure aan beide zijden van de na-eg uitvoeren op dezelfde manier!
Transportvergrendeling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
97
Tandenbeschermer verwijderen / aanbrengen
Werkwijze
Borgpennen aan beide kanten van de machine verwijderen en tandenbescherming ver-
wijderen. Borgpennen in gereedschapskoffer bewaren.
Borgpennen aan de wisser verwijderen, wisser uittrekken en draaien.
Wisser inschuiven en borgpennen weer aanbrengen.
Transportvergrendeling
98 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Procedure aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Tandenbescherming aanbrengen
Tandenbescherming voor het rijden op de openbare weg aanbrengen.
Voorwaarde
Machine volledig aangebouwd aan een geschikte tractor.
Machine op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Machine licht geheven
Werkwijze
Borgpennen verwijderen, wisser uittrekken en tanden naar boven draaien.
Wisser helemaal inschuiven en borgpennen weer aanbrengen.
Transportvergrendeling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
99
Procedure aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Tandenbescherming zo over de tanden schuiven dat alle tandpunten afgedekt zijn.
Tandenbescherming aan beide kanten van de machine beveiligen met borgpennen
Transportvergrendeling
100 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Spoortrekker transportvergrendeling verwijderen /
aanbrengen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
Indien de transportvergrendelingen voor het rijden op de openbare weg niet worden aange-
bracht is het mogelijk dat de spoortrekker per ongeluk zwenkbewegingen maakt.
De spoortrekker voor het rijden op de openbare weg altijd beveiligen zoals voorge-
schreven.
Werkwijze
Transportvergrendeling van de spoortrekker voor gebruik verwijderen: Lunspennen ver-
wijderen en steun aan zaadtank loshaken.
Steun omhoogzwenken, aan spoortrekker-hefarm inhaken en borgen met lunspen.
Transportvergrendeling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
101
Procedure herhalen bij beide spoortrekkers.
Spoortrekker transportvergrendeling aanbrengen: Procedure uitvoeren in omgekeerde
volgorde.
Rijpadmarkeurs losmaken / activeren
Voorwaarde
Machine in goed gekoppeld aan een geschikte tractor, uitgeschakeld en beveiligd tegen
wegrollen.
Werkwijze
Regelklep tractor instellen op zweefpositie.
Transportvergrendeling rijpadmarkeur aan beide hefarmen losmaken: Veerbelaste borg-
pennen heffen en hefarm handmatig naar achter zwenken.
De hefarm wordt drukloos, alleen door zijn gewicht naar onder gezwenkt.
Transportvergrendeling
102 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Transportvergrendeling rijpadmarkeur activeren: Stuurventiel tractor op heffen instellen.
De transportvergrendeling klikt uit zichzelf vast wanneer de hefarmen volledig opgehe-
ven zijn.
Transportvergrendeling
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
103
Inbedrijfstelling
Voor inbedrijfstelling controleren of de tractor voor de werkzaamheden met de machine
geschikt is. De specificaties vergelijken met de overeenkomstige specificaties in de ge-
bruiksaanwijzing voor de tractor.
Veiligstellen dat de eventueel aanwezige transportvergrendelingen verwijderd zijn.
Bandenspanning controleren en, indien nodig, aanpassen.
Controleer of de rijenzaaimachine (met ingeklapte spoortrekkers) bij het heffen de trac-
tor niet raakt. – bijv. aan een geopende achterruit!
Zaaimachine koppelen
De zaaimachine kan onmiddellijk aan een tractor worden gemonteerd als solo-machine, of
aan de hydrolift van een grondbewerkingsmachine (machinecombinatie).
Aankoppeling van de zaaimachine bij alle varianten dezelfde wijze uitvoeren!
Aankoppeling aan de tractor als solo-machine.
Koppeling aan de hydrolift van een grondbewerkingsmachine.
Een eventueel reeds gemonteerde pendelstabilisatie (optie) moet, vóór koppeling aan een
grondbewerkingsmachine worden gedemonteerd.
Gebruik
104 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorwaarde
Driepuntsophanging cat. II.
Parkeersteunen uitgeschoven en beveiligd.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Bij solobedrijf pendelstabilisatie (optie) gemonteerd.
Hydrolift neergelaten.
Tractorballast volledig.
Werkwijze
Hefarmen (1) aan beide zijden koppelen en beveiligen zoals voorgeschreven.
Topstang (2) koppelen en borgen met borgpennen en lunspennen zoals afgebeeld.
Parkeersteunen (aan beide zijden van de machine (optie)) in werkpositie heffen en met
lunspennen beveiligen.
Machine horizontaal instellen met topstangspindel. Indicator aan de rechter machinezij-
de in acht nemen!
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
105
Is de indicator, zoals in de afbeelding links weergegeven, licht voor het druppelpunt, dan
is de zaaimachine licht naar voor hellend ingesteld.
Wijst de indicator precies op het ‘druppelpunt', dan is de machine horizontaal ingesteld.
TIP
Wij adviseren de zaaimachine zo in te stellen dat ze licht naar achter helt of evenwijdig
aan de grond staat.
De ideale instelling is tijdens gebruik te berekenen.
Tractorballast bepalen
VOORZICHTIG
Gevaar voor ernstig letsel!
Door een slechte ballast kan de tractor onbestuurbaar worden en omkiepen!
Door een slechte ballast kan de remweg aanzienlijk langer worden!
Altijd letten op een correcte ballast.
20% van het leeggewicht van de tractor moet beschikbaar zijn als vooraslast, zodat stuur- en
remvermogen gegarandeerd blijven. De asbelasting, het totaalgewicht en het draagvermo-
gen van de banden mogen in geen geval worden overschreden.
Voor de correcte ballast van uw tractor zie de gebruiksaanwijzing voor de tractor.
Voor het bepalen van de geschikte ballast kunnen twee verschillende methodes worden ge-
bruikt.
Methodes voor het bepalen van de ballast van de tractor
Weegmethode
Met de weegmethode wordt het nauwkeurigste resultaat bereikt. Er wordt rekening ge-
houden met mogelijke afwijkingen van aangegeven gewichten.
Berekeningsmethode
De berekeningsmethode levert alleen de rekenkundige resultaten, op basis van de ge-
wichten in de technische gegevens van machine en tractor op het moment van levering.
Deze cijfers kunnen afwijken van het feitelijke gewicht, wegens latere technische wijzi-
gingen.
Gebruik
106 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
TIP
Indien mogelijk altijd kiezen voor de weegmethode!
Ballast per tractor berekenen.
In te vullen cijfertabel
daadwerkelijke waar-
de toegelaten waarde toegelaten draagver-
mogen van de banden
Minimale frontballast kg (GV min)- -
Totaalgewicht kg (Gwrk) </= kg (Gtlb)-
Voorasbelasting kg (TV wrk) kg (TV tlb)</= kg
Achterasbelasting kg (TH wrk) </= kg (TH tlb)</= kg
Tractorballast bepalen door weegmethode
Deze (voorkeurs-)methode kan worden gebruikt voor het controleren van de rekenkundig be-
paalde tractorballast. Zie "Tractorballast berekenen" pagina 109.
Werkwijze
Tractor wegen
Eventueel werktuigen en ballastgewichten van de tractor verwijderen.
Tractor met voor- en achteras op de weegbrug rijden.
Gewicht als tractor-leeggewicht (TL) noteren en in de tabel invoeren.
Voorasbelasting wegen
Machine aan de tractor koppelen en in de transportpositie brengen.
De tractor met de vooras op de weegbrug rijden.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
107
Gewicht als daadwerkelijke vooraslas (TV wrk) noteren en in de tabel invoeren.
Berekenen of de daadwerkelijke voorasbelasting (TV wrk) nog minstens 20% van het leeg
gewicht van de tractor (TL) bedraagt. Ingeval de voorasbelasting te klein is, ballastge-
wichten aanbrengen tot de daadwerkelijke voorasbelasting (TV wrk) minstens 20% van
het leeg gewicht van de tractor (TL) bedraagt.
Controleren of de maximaal toelaatbare voorasbelasting (TV tlb), rekening houdend met
het draagvermogen van de banden, niet wordt overschreden. Zie de gebruiksaanwijzing
voor de tractor.
Totaalgewicht wegen
Tractor met machine in de transportpositie en met ballastgewichten met voor- en achter-
as op de weegbrug rijden.
Gewicht als totaalgewicht (Gwrk) noteren en in de tabel invoeren.
Controleren of de meetwaarde het maximaal toegelaten totaalgewicht (Gzul) van de trac-
tor overschrijdt. Zie de gebruiksaanwijzing voor de tractor.
Achterasbelasting wegen
Tractor met machine en met ballastgewichten met achteras op de weegbrug rijden.
Gewicht als daadwerkelijke achteraslas TH in de tabel invoeren.
Controleren of de meetwaarde de maximaal toelaatbare achterasbelasting (TV tlb), reke-
ning houdend met het draagvermogen van de banden, niet overschrijdt. Zie de gebruiks-
aanwijzing voor de tractor.
Controleren of de technische gegevens van de banden en velgen overeenstemmen met
de voorschriften van de tractorfabrikant. Zie de gebruiksaanwijzing voor de tractor.
Gebruik
108 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractorballast berekenen
Werkwijze
Afstand (a) zwaartepunt voorballast (GV) tot midden vooras:
a = ......................... mm (zie de gebruiksaanwijzing tractor of meten)
Asafstand (b) tractor:
b = ......................... mm (zie de gebruiksaanwijzing tractor of meten)
Afstand (c) midden achteras tot koppelpunt:
c = ......................... mm (zie de gebruiksaanwijzing tractor of meten)
Afstand (d) achterste koppelpunt tot zwaartepunt (GH) machinecombinatie:
d = ......................... mm (meten)
Voorasbelasting onbelaste tractor (TV):
TV = ......................... kg (zie de gebruiksaanwijzing tractor)
Achterasbelasting onbelaste tractor (TH):
TH = ......................... kg (zie de gebruiksaanwijzing tractor)
Leeg gewicht tractor (TL):
TL = ......................... kg (zie de gebruiksaanwijzing tractor)
Minimale voorballast (GV min) berekenen en in de tabel invoeren:
GV min = (GH * (c + d) - TV * b + 0,2 * TL * b) / (a + b)
............................................................................................................................................
........
Werkelijke voorasbelasting (TV wrk) berekenen en in de tabel invoeren:
TV wrk = GV * (a + b) + TV * b - GH * (c + d) / b
............................................................................................................................................
........
De waarde voor de toelaatbare voorasbelasting (TV tlb) volgens de gebruiksaanwijzing
voor de tractor in de tabel invoeren.
Werkelijk totaal gewicht (Gwrk) berekenen en in de tabel invoeren:
Gwrk = GV + TL + GH
............................................................................................................................................
........
De waarde voor het toelaatbare totale gewicht (Gtlb) volgens de gebruiksaanwijzing voor
de tractor in de tabel invoeren.
Werkelijke achterasbelasting (TH wrk) berekenen en in de tabel invoeren:
TH wrk = Gwrk - TV wrk
............................................................................................................................................
........
De waarde voor de toelaatbare achterasbelasting (TH tlb) volgens de gebruiksaanwijzing
voor de tractor in de tabel invoeren.
Toegelaten draagvermogen van de banden volgens de gebruiksaanwijzing voor de trac-
tor of uit de gegevens van de bandenproducent verdubbelen (twee banden per as) en in
de tabel invoeren.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
109
Instelling en ombouwwerkzaamheden
De onderstaande instel- en ombouwwerkzaamheden uitvoeren en de machine op correcte
instelling en uitrusting controleren, voordat er met het werk wordt begonnen.
TIP
Een zorgvuldige afstelling van de machine beschermt de machine/grond en bespaart
brandstof!
GEVAAR
Levensgevaar
Naar binnen trekken van kleding of lang haar door roterende cirkelharken.
Schakel de aandrijving uit en verwijder de sleutel!
Wachten tot de cirkelharken tot stilstand zijn gekomen!
WAARSCHUWING
Gevaar voor licht letsel
Bij alle afstelwerkzaamheden bestaan gevaren voor bekneld raken, snijden, inklemmen en
stoten van handen, voeten en de romp bij zware en deels onder veerdruk staande delen en
delen met scherpe randen.
Afstelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door hiervoor gekwalificeerd
personeel!
Draag altijd de juiste beschermingsmiddelen!
Neem altijd de geldende voorschriften voor bedrijfsveiligheid en ongevallenpreventie in
acht!
Gebruik
110 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
zaaddosering aanpassen
Bij een verandering van zaad of omschakeling van rijenzaaien naar eenkorrelig zaad en om-
gekeerd kunnen aanpassingen nodig zijn.
De geschikte instelling van de doseerwielaandrijving, stand van de bodemklep en stand van
de afsluitschuif, afhankelijk van het zaad, bepalen aan de hand van de zaaitabellen.
Werking van de zaaibehuizingen
Elke zaaibehuizing bestaat uit een grofdoseerwiel (3) en een fijndoseerwiel (4), telkens met
afsluitschuif (1) voor het grofdoseerwiel en (2) voor het fijndoseerwiel. De in de zaaieenheid
geïntegreerde bodemklep wordt samen via de as (5) afhankelijk van de korrelgrootte van het
zaad met de handhendel ingesteld.
1 = afsluitschuif multi-doseerwiel
2 = afsluitschuif fijndoseerwiel
3 = multi-doseerwiel
4 = fijndoseerwiel
5 = verstelas voor de bodemklep
Alle doseerwielen worden via de traploze doseerwielaandrijving en de zaaias aangedreven.
De snelheid en de draairichting van de zaaias en de reduceerstukken beïnvloeden de zaai-
hoeveelheid. De zaaieenheid maakt, zonder gecompliceerd ombouwen, de omschakeling
van rijenzaaien (onderzaaien) op eenkorrelig zaad (bovenzaaien (optie)) mogelijk.
De bodemkleppen worden via de centrale instelhendel op de in de zaaitabel aangegeven in-
stellingen volgens zaadsoort ingesteld.
Werking van de doseerwielen
De doseerwielen transporteren het zaad door de zaaibehuizing naar de zaaibuistrechters.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
111
Afhankelijk van de gewenste zaaimethode moeten de afsluitschuiven van de betreffende do-
seerwielen, de zaaiasdraairichting (1) of (2) en ook de bodemklep afhankelijk de korrelgroot-
te van het zaad worden ingesteld.
1 = draairichting bij bovenzaaien
2 = draairichting bij onderzaaien
Gebruik fijndoseerwiel
Het fijndoseerwiel is alleen geschikt voor onderzaaien.
Instellingen voor ‘fijn’ zaad met korrelgrootte <2mm zoals koolzaad
Stand van de bodemklep Afdekking Afsluitschuiven Draairichting doseerwiel
zie zaaitabel - (1) gesloten
(2) volledig geopend
Onderzaaien
Gebruik multi-doseerwiel
Het multi-doseerwiel is geschikt voor onderzaaien en bovenzaaien.
Instellingen voor ‘normaal’ zaad zoals graan
Stand van de bodemklep Afdekking Afsluitschuiven Draairichting doseerwiel
zie zaaitabel - (1) volledig geopend
(2) gesloten
Onderzaaien
Instellingen voor ‘normaal’ zaad met kleine zaaihoeveelheid zoals hybride rogge
Stand van de bo-
demklep
Afdekking Afsluitschuiven Draairichting do-
seerwiel
zie zaaitabel Reduceerstuk voor gere-
duceerd onderzaaien
(1) volledig geopend
(2) gesloten
Onderzaaien
Gebruik
112 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Instellingen voor ‘fijn’ zaad met korrelgrootte <2mm zoals koolzaad
Stand van de bo-
demklep
Afdekking Afsluitschuiven Draairichting do-
seerwiel
zie zaaitabel Afdekking voor
bovenzaaien
(1) circa 50% geopend (afhanke-
lijk van de korrelproef)
(2) gesloten
Bovenzaaien
Afdekkingen en reduceerstukken
Bij bovenzaaien en onderzaaien is het afhankelijk van de zaaimethode noodzakelijk een af-
dekking of een reduceerstuk te monteren voor de multi-doseerwielen. Anders zouden schok-
ken tijdens gebruik kunnen leiden tot een ongelijkmatige zaadverdeling.
Afdekking voor bovenzaaien monteren
Voorwaarde
Zaad zonder schaafsel van behandelingen en toevoegingen zoals behandelingsadditie-
ven of slakkenpellets.
Zaaiwielcellen vrij van verontreinigingen.
Rijsnelheid tot 6km/h.
Hellingshoek maximaal 15%.
Hybride koolzaad alleen met zeer gelijkmatige korrelgrootte.
TIP
Wanneer aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, dan is onderzaaien met fijnzaai-
wiel aan te raden.
Werkwijze
Standaard-kap verwijderen en opbergen in de gereedschapskist.
Bodemklep volledig openen. Zie "Doseerwielbehuizing bodemkleppen" pagina 88.
Afsluitschuif voor het multi-doseerwiel geheel openen.
Afdekking op het multi-doseerwiel klikken en dan iets naar boven verdraaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
113
De afdekking van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-
zaaiwiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De afdekking moet volledig op
het zaaiwiel liggen.
Kap met vergrendelingsnok inbouwen. Let op de juiste vergrendelingsstand van de af-
dekking zoals afgebeeld!
Procedure aan alle zaaibehuizingen (uitgezonderd van rijpaden) uitvoeren op dezelfde
manier.
Bodemklep instellen: Zie zaaitabel.
Reductie voor onderzaaien monteren
De reductie is alleen bij de zaaimethode ‘gereduceerd onderzaaien’ vereist.
Werkwijze
Standaard-kap tijdelijk verwijderen.
Bodemklep volledig openen. Zie "Doseerwielbehuizing bodemkleppen" pagina 88.
Beide afsluitschuiven volledig openen en bevestigingsklemmen (6) zo ver mogelijk naar
boven schuiven.
Gebruik
114 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Reduceerstuk op het multi-doseerwiel klikken.
Reduceerstuk van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-
zaaiwiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De reduceerstuk moet volle-
dig op het zaaiwiel liggen.
Reduceerstuk naar achter onder verdraaien, vervolgens de bevestigingsklemmen naar
onder schuiven en afsluitschuif (2) sluiten. Afsluitschuif (1) tot de helft sluiten.
De reductie van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-zaai-
wiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De reductie moet volledig op het
zaaiwiel liggen.
Bodemklep instellen: Zie zaaitabel.
Zaaihoeveelheid instellingen
De vereiste zaaihoeveelheid kan men aflezen uit de zaaitabellen of kan men bepalen door
de doseerwielkalibratie.
Afstelinrichtingen voor de zaaihoeveelheid
Instelling van de doseerwielaandrijving van 0 - 100 traploos verstelbaar.
Bodemklep aan de zaaibehuizingen
Reduceerstuk bij gereduceerd onderzaaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
115
Zaaiwielafdekking bij bovenzaaien.
Doseerwielaandrijving handmatig instellen
Werkwijze
Stergreep (1) losdraaien en de gewenste instelling volgens de zaaitabel, of volgens de
gegevens van de doseerwielkalibratie, aan de hendel (2) instellen. De wijzer links van
de hendel geeft de daarbij in te stellen waarde aan.
Stergreep (1) vastdraaien.
Elektrische instelling zaaihoeveelheid (optie)
De elektrische instelling zaaihoeveelheid wordt bediend via de terminal Zie "Zaaihoeveelheid
instelling" pagina 49.. De instelling van de doseerwielaandrijving gebeurt door een aan de
aandrijving geflensde servomotor. De weergave van de instelling gebeurt door de schaal op
de servomotorhouder en het terminalscherm.
Elektrische doseerwielaandrijving instelling
Om het gehele zaaibereik te kunnen dekken, moeten verschillende overbrengingen worden
ingesteld door omschakelen van de tandwielen.
Gebruik
116 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
TIP
Wanneer de doseermotor langdurig in de grensbereiken < 500 tpm of > 3200 tpm beweegt,
moet men de transmissieoverbrenging overeenkomstig wijzigen. In langdurig ononderbro-
ken bedrijf moet de doseermotor altijd tussen 500 en 3200 tpm lopen, zo niet kan er scha-
de ontstaan aan de doseermotor.
Tandwielen omschakelen
Voorwaarde
Machine geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld.
Terminal en voeding uitgeschakeld
Deksel zijaandrijving geopend.
Werkwijze
Lunspennen verwijderen, tandwielen verwijderen.
Afbeelding toont instelling voor de snelste overbrengingsverhouding.
Montagepositie van de tandwielen vervangen zoals beschreven in de volgende tabel.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
117
Tandwielen en lunspennen weer aanbrengen.
De afbeelding toont de instelling voor de langzaamste transmissie.
TIP
De instelling van de tandwielen wordt op de terminal aangeduid met symbool en
.
Mogelijke montageposities
Stand van de tandwielen Symboolaandui-
ding in het me-
nu ‘Work’
Uitleg van de symbolen
Snelle overbrengings-
verhouding
Zeer snelle overbren-
gingsverhouding
Gebruik
118 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Stand van de tandwielen Symboolaandui-
ding in het me-
nu ‘Work’
Uitleg van de symbolen
Langzame transmissie
Zeer langzame trans-
missie
Na het omschakelen van de tandwielen moet de zaaias voor ongeveer 12 seconden onon-
derbroken geactiveerd worden, zodat de besturing de stand van de tandwielen detecteert.
Indien de stand van de tandwielen in het menu ‘WORK’ niet goed wordt aangeduid, de sen-
sorinstelling controleren en de sensortest uitvoeren.
Instelling van de doseerwielaandrijving bepalen zonder zaaitabel
De instelling van het instelling van de doseerwielaandrijving voor de doseerwielkalibratie, kan
ook zonder de waarde in de zaaitabel gebeuren. Daarvoor moet minstens een bruikbare
zaaischijf beschikbaar zijn.
Voor de doseerwielkalibratie gewoon een willekeurige waarde instellen aan de doseer-
wielaandrijving en kalibratie uitvoeren zoals voorgeschreven met ondersteuning van de
zaaischijf. Zie "Doseerwielkalibratie" pagina 154.
Afdekkingen en reduceerstukken
Bij bovenzaaien en onderzaaien is het afhankelijk van de zaaimethode noodzakelijk een af-
dekking of een reduceerstuk te monteren voor de multi-doseerwielen. Anders zouden schok-
ken tijdens gebruik kunnen leiden tot een ongelijkmatige zaadverdeling.
Afdekking voor bovenzaaien monteren
Voorwaarde
Zaad zonder schaafsel van behandelingen en toevoegingen zoals behandelingsadditie-
ven of slakkenpellets.
Zaaiwielcellen vrij van verontreinigingen.
Rijsnelheid tot 6km/h.
Hellingshoek maximaal 15%.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
119
Hybride koolzaad alleen met zeer gelijkmatige korrelgrootte.
TIP
Wanneer aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, dan is onderzaaien met fijnzaai-
wiel aan te raden.
Werkwijze
Standaard-kap verwijderen en opbergen in de gereedschapskist.
Bodemklep volledig openen. Zie "Doseerwielbehuizing bodemkleppen" pagina 88.
Afsluitschuif voor het multi-doseerwiel geheel openen.
Afdekking op het multi-doseerwiel klikken en dan iets naar boven verdraaien.
De afdekking van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-
zaaiwiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De afdekking moet volledig op
het zaaiwiel liggen.
Kap met vergrendelingsnok inbouwen. Let op de juiste vergrendelingsstand van de af-
dekking zoals afgebeeld!
Procedure aan alle zaaibehuizingen (uitgezonderd van rijpaden) uitvoeren op dezelfde
manier.
Bodemklep instellen: Zie zaaitabel.
Gebruik
120 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Reductie voor onderzaaien monteren
De reductie is alleen bij de zaaimethode ‘gereduceerd onderzaaien’ vereist.
Werkwijze
Standaard-kap tijdelijk verwijderen.
Bodemklep volledig openen. Zie "Doseerwielbehuizing bodemkleppen" pagina 88.
Beide afsluitschuiven volledig openen en bevestigingsklemmen (6) zo ver mogelijk naar
boven schuiven.
Reduceerstuk op het multi-doseerwiel klikken.
Reduceerstuk van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-
zaaiwiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De reduceerstuk moet volle-
dig op het zaaiwiel liggen.
Reduceerstuk naar achter onder verdraaien, vervolgens de bevestigingsklemmen naar
onder schuiven en afsluitschuif (2) sluiten. Afsluitschuif (1) tot de helft sluiten.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
121
De reductie van binnen de trechter zaaibehuizing (in de zaadtank) tegen het multi-zaai-
wiel drukken, om te zorgen dat de afdekking goed zit. De reductie moet volledig op het
zaaiwiel liggen.
Bodemklep instellen: Zie zaaitabel.
Afsluitschuif-kalibratie voor bovenzaaien
Afhankelijk van de stromingscapaciteit van de zaadkorrels moeten de door de afsluitschuiven
open gelaten bereiken in de doseerwielbehuizing worden ingesteld. Wanneer de afsluitschui-
ven niet goed worden ingesteld kan dit leiden tot verlies van zaad / gebreken.
Voor de kalibratie volstaat het als slechts een van de doseerwielbehuizingen volledig met po-
tentieel geschikt zaad wordt gevuld en gekalibreerd. De berekende instelling wordt vervol-
gens overgebracht naar andere afsluitschuiven.
1 = afsluitschuif multi-doseerwiel
Voorwaarde
Kap en afdekking voor bovenzaaien gemonteerd. Zie "Afdekkingen en reduceerstukken"
pagina 113.
Beide afsluitschuiven aan de doseerwielbehuizing volledig gesloten.
Bodemklep in positie ‘0’ geklikt. Zie "Doseerwielbehuizing bodemkleppen" pagina 88.
Een van de doseerwielbehuizingen volledig gevuld met zaad.
Gebruik
122 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaadbak geleegd en onder de gevulde doseerwielbehuizing geplaatst. Zie "Zaadla voor
doseerwielkalibratie / zaadtank legen" pagina 92.
Werkwijze
1 Alleen de afsluitschuif van het multi-doseerwiel tot de pal eerste openen.
2 Met de handslinger 10 volle omwentelingen van het doseerwiel uitvoeren.
3 Zaadla legen en weer onder de gevulde doseerwielbehuizing plaatsen.
4 Met de handslinger 1 volle omwenteling van het doseerwiel uitvoeren.
5 Zaadla verwijderen en zaadkorrels natellen.
Worden meer dan 40 korrels geteld, dan is het zaad niet geschikt voor bovenzaai-
en. Kalibratie beëindigen en op onderzaaien (eventueel met fijnzaaiwiel) omschake-
len.
Worden minder dan 32 korrels geteld, afsluitschuif op een stap grotere opening
(pal) instellen en kalibratie vanaf punt 2 herhalen.
Worden 32 - 40 korrels geteld dan is de juiste schuifinstelling bereikt.
Verder naar het volgende punt.
6 De berekende schuifinstelling naar de overige doseerwielbehuizingen overgebracht.
7 Zaadla legen
Roerassen (optie)
Roerassen hebben de taak de zaadtoevoer naar de doseerwielen bij zaad dat moeilijk
stroomt te verbeteren. Damvorming in de zaadtank en daarmee gepaard gaand zaadverlies /
gebreken kunnen zo worden vermeden.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de roerassen hetzij een instelbare pendelbeweging
(pendelroeras), hetzij een gelijkvormige draaibeweging (roeras) uitvoeren.
TIP
Roerassen bij zaad met goede stromingscapaciteit altijd deactiveren.
Roervingers van de pendelroeras
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
123
Roervingers van de roeras
Pendelroeras (optie) instellen
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade
Als de instelling niet wordt gedaan zoals beschreven dan kunnen de roervingers in botsing
komen met de zaadtank.
Instelling uitvoeren zoals beschreven.
Handslinger voor de doseerwielkalibratie gebruiken en instelling testen.
Zijaandrijving pendelroeras
Gebruik
124 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
A = aandrijfslinger
B = koppel
C = Tensilock-bouten
D = lunspen
E = roersegment
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Deksel zijaandrijving geopend.
Werkwijze
Pendelroeras uitschakelen
TIP
Instelling bij zaad met goede stromingscapaciteit en in het algemeen bij zaaimethode bo-
venzaaien gebruiken.
Werkwijze
Tensilock-bouten losdraaien. Lunspen verwijderen. Slinger en koppel in de volgende af-
gebeelde positie brengen. Roeras draaien en de langere roersegmentvinger op de voor-
ste zaadtankplaat laten liggen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
125
De lunspen in opening ‘UIT’ (= opening aan asuiteinde) plaatsen zoals afgebeeld.
Vervolgens Tensilock-bouten weer vastdraaien.
Handslinger voor de doseerwielkalibratie aanbrengen en instelling testen. De roeras
mag niet bewegen.
Pendelroeras op 35° pendelbereik instellen
TIP
Instelling gebruiken bij zaad met damvorming.
Werkwijze
Tensilock-bouten losdraaien. Lunspen verwijderen. Slinger en koppel in de volgende af-
gebeelde positie brengen. .
Roeras met de klok mee draaien tot de lunspen in het gat past zoals hieronder afge-
beeld.
Gebruik
126 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Vervolgens Tensilock-bouten weer vastdraaien.
Handslinger voor de doseerwielkalibratie aanbrengen en instelling testen. De roerasvin-
gers mogen in geen enkele stand in aanraking komen met de zaadtank.
Pendelroeras op 85° pendelbereik instellen
TIP
Instelling gebruiken bij zaadsoorten met een slechte stromingscapaciteit zoals gras en
mengsels.
Werkwijze
Tensilock-bouten losdraaien. Lunspen verwijderen. Slinger en koppel in de volgende af-
gebeelde positie brengen.
Het kunststofblokje aan het einde van de koppel moet zich zonder speling in de uitspa-
ring van de hendel bevinden.
De afmeting 6-9mm moet bij gestrekte maximale lengte van slinger en koppel bereikt
worden.
De roeras tegen de klok in draaien tot de veerpen in het gat past zoals afgebeeld.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
127
Vervolgens Tensilock-bouten weer vastdraaien.
Handslinger voor de doseerwielkalibratie aanbrengen en instelling testen. De roerasvin-
gers mogen in geen enkele stand in aanraking komen met de zaadtank.
Draaiende roeras (optie) instellen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Deksel zijaandrijving geopend.
Werkwijze
Zijaandrijving roeras
Roeras activeren: Lunspen in opening (1) plaatsen zoals afgebeeld.
Gebruik
128 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Roeras deactiveren: Lunspen in opening (2) plaatsen zoals afgebeeld.
Roeras draaien en roervingers verticaal positioneren.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
129
Zaaitabellen mechanische dosering
Zaad Gerst Tarwe, rogge, triticale
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien Onderzaaien
Zijaandrijving overbren-
gingsverhouding
Standaardoverbrenging Standaardoverbrenging
Rijafstand in centimeter 12 12,5 15 12 12,5 15 Instelling
van de
doseer-
wielaan-
drijving
kg/ha 91 87 25
93 89 110 106 88 30
109 105 128 123 102 35
124 119 99 164 140 117 40
140 134 112 164 157 131 45
158 152 126 183 176 146 50
171 164 137 201 193 161 55
187 180 150 219 210 175 60
202 162 237 228 190 65
174 201 70
186 219 75
199 233 80
Roeras indien nodig indien nodig
Pendelroeras UIT UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend Volledig geopend
Gebruik
130 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Haver erwten
Bodemklep
Positie
0 4-5
Doseringsmethode Onderzaaien Onderzaaien
Zijaandrijving overbren-
gingsverhouding
Standaardoverbrenging Standaardoverbrenging
Rijafstand in centimeter 12 12,5 15 12 12,5 15 Instelling
van de
doseer-
wielaan-
drijving
kg/ha 102 98 10
153 147 122 15
204 196 163 20
255 245 205 25
306 294 245 30
78 75 357 343 386 35
89 85 408 392 326 40
100 96 460 442 367 45
111 107 89 510 490 408 50
122 117 98 55
134 129 107 60
145 139 116 65
156 150 125 70
167 160 134 75
143 80
152 85
Roeras indien nodig indien nodig
Pendelroeras UIT UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
131
Zaad Gras Phacelia
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien Onderzaaien
Fijn zaad
Zijaandrijving overbren-
gingsverhouding
Standaardoverbrenging Standaardoverbrenging
Rijafstand in centimeter 12 12,5 15 12 12,5 15 Instelling
van de
doseer-
wielaan-
drijving
kg/ha 10 10 8 5
20 19 16 10
30 29 24 15
40 38 32 20
50 48 40 25
60 58 48 30
71 68 57 35
81 78 65 40
9,6 9,2 45
10,7 10,3 50
12 11,5 9,4 55
12,9 12,4 10,3 60
13,9 13,3 11,1 65
15 14,4 12 70
16,1 15,5 12,9 75
17,1 16,4 13,7 80
18,2 17,5 14,6 85
19,3 18,5 15,4 90
20,4 19,5 16,3 95
Roeras UIT UIT
Pendelroeras indien nodig UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend Volledig geopend
Gebruik
132 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Koolzaad Koolzaad
Duizendkorrelgewicht 5 gram
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Fijn zaad
Bovenzaaien
Fijn zaad
Zijaandrijving over-
brengingsverhou-
ding
Vertragingsoverbren-
ging
Standaardoverbrenging
Rijafstand in centi-
meter
12 12,5 15 12 12,5 15 Instel-
ling
van de
doseer-
wie-
laan-
drijving
kg/ha 1 1 10
1,5 1,4 1,2 15
2 1,9 1,6 1,2 1,1 0,9 20
2,5 2,4 2 1,5 1,4 1,1 25
3 2,9 2,4 1,8 1,7 1,4 30
3,5 3,4 2,8 2,0 1,9 1,6 35
4 3,8 3,2 2,3 2,2 1,8 40
4,5 4,3 3,6 2,6 2,5 2,0 45
5 4,8 4 2,9 2,8 2,3 50
5,5 5,3 4,4 3,2 3 2,5 55
6 5,8 4,8 3,5 3,3 2,7 60
5,2 3,8 3,6 2,9 65
5,6 4,1 3,9 3,2 70
6 4,4 4,1 3,4 75
4,7 4,4 3,6 80
3,8 85
Roeras UIT UIT
Pendelroeras UIT UIT
Stand van de af-
sluitschuif
Volledig geopend Afsluitschuif kalibrerenZie "Af-
sluitschuif-kalibratie voor boven-
zaaien" pagina 122.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
133
Zaad Koolzaad
Duizendkor-
relgewicht 4
gram
Instelling van
de doseerwie-
laandrijving
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Bovenzaaien
Fijn zaad
Zijaandrijving over-
brengingsverhouding
Standaard-
overbrenging
Roeras Uit
Pendelroeras Uit
Stand van de afsluit-
schuif
Afsluitschuif
kalibreren Zie
"Afsluitschuif-
kalibratie voor
bovenzaaien"
pagina 122.
Rijsnelheid Theoretische
korrelafstand
Hoe-
veel-
heid in
kg/ha
rijaf-
stand
12 cm
Aantal
kor-
rels
per
vier-
kante
meter
Hoe-
veel-
heid in
kg/ha
rijaf-
stand
12,5
cm
Aantal
kor-
rels
per
vier-
kante
meter
*8,7 km/h 35,5 cm 0,94 23 0,9 23 20
*8,7 km/h 23,5 cm 1,42 35 1,36 34 30
*8,7 km/h 17,8 cm 1,87 47 1,8 45 40
*8,7 km/h 14,1 cm 2,36 59 2,27 57 50
*7,3 km/h 11,8 cm 2,82 71 2,71 68 60
6,2 km/h 10 cm 3,33 83 3,2 80 70
5,5 km/h 8,8 cm 3,79 95 3,64 91 80
* Wij raden aan niet
sneller te rijden dan
6 km/h!
Gebruik
134 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Mosterd Spelt
Bodemklep
Positie
0 2
Doseringsmethode Onderzaaien
Fijn zaad
Onderzaaien
Zijaandrijving overbren-
gingsverhouding
Standaardoverbrenging Standaardoverbrenging
Rijafstand in centimeter 12 12,5 15 12 12,5 15 Instelling
van de
doseer-
wielaan-
drijving
kg/ha 6,8 6,5 30
7,9 7,6 6,3 35
9,1 8,7 7,3 40
10,2 9,8 8,2 45
11,3 10,8 9,1 50
12,5 12 10 55
13,6 13,1 10,9 142 60
14,7 14,1 11,8 154 148 65
15,9 15,3 12,7 166 159 70
17 16,3 13,6 178 170 142 75
18,1 17,4 14,5 189 182 152 80
19,3 18,5 15,4 201 193 161 85
20,4 19,6 16,3 205 170 90
17,2 180 95
Roeras UIT indien nodig
Pendelroeras UIT UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
135
Zaaitabellen elektrische dosering
Zaad Tarwe
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
43-92 36-77 16-57 14-47
107-230 90-192 40-142 34-118
239-513 199-427 90-315 75-263
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
136 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Tarwe
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
43-92 36-77 16-57 14-47
107-230 90-192 40-142 34-118
239-513 199-427 90-315 75-263
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
137
Zaad Gerst
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
44-93 36-77 16-57 14-47
108-232 90-193 41-142 34-119
241-516 201-430 90-317 75-264
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
138 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Rogge
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
44-93 37-78 17-57 14-48
109-233 91-194 41-144 34-120
243-520 202-433 91-320 76-267
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
139
Zaad Triticale
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
48-101 40-84 18-62 15-52
118-253 98-211 44-156 37-130
263-563 219-469 99-346 82-289
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
140 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Haver
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
36-76 30-63 13-47 11-39
88-189 74-158 33-117 28-97
197-422 164-352 74-260 62-216
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
141
Zaad erwten
Bodemklep
Positie
4-5
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de do-
seerwielaandrijving
kg/ha - - - -
134-284 112-237 50-175 42-146
331-710 276-592 124-437 104-364
- 615- 277- 231-
Roeras indien nodig
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluit-
schuif
Volledig geopend
Gebruik
142 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Gras
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in
km/h
3-8 8-13
Rijafstand in centime-
ter
12,5 15 12,5 15 Instelling van de do-
seerwielaandrijving
kg/ha 12,1-25,9 10,1-21,6 4,5-15,9 3,8-13,3
27-57 22-47 10-35 8-29
66-142 55-119 25-88 21-73
148-317 123-265 55-195 46-163
Roeras UIT
Pendelroeras indien nodig
Stand van de afsluit-
schuif
Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
143
Zaad soja
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha - - - -
96-202 80-168 36-124 30-104
236-506 197-421 88-311 74-259
- -438- 197- 164-
Roeras UIT
Pendelroeras indien nodig
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
144 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Paardenbonen
Bodemklep
Positie
4-5
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in
km/h
3-8 8-13
Rijafstand in centime-
ter
12,5 15 12,5 15 Instelling van de do-
seerwielaandrijving
kg/ha 57,6-123,5 48-102,9 21,6-76 18-63,3
128-271 107-226 48-167 40-139
317-679 264-566 119-418 99-348
- 588- 265- 221-
Roeras UIT
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluit-
schuif
Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
145
Zaad Koolzaad
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Fijn zaad
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha 1,5-3,2 1,2-2,6 0,6-1,9 0,5-1,6
3,3-6,9 2,7-5,8 1,2-4,3 1-3,6
8,1-17,4 6,8-14,5 3-10,7 2,5-8,9
- - - -
Roeras UIT
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
146 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Mosterd
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Fijn zaad
Arbeidssnelheid in
km/h
3-8 8-13
Rijafstand in centime-
ter
12,5 15 12,5 15 Instelling van de do-
seerwielaandrijving
kg/ha 1,7-3,7 1,4-3,1 0,6-2,3 0,5-1,9
3,8-8,1 3,2-6,8 1,4-5 1,2-4,2
9,5-20,3 7,9-16,9 3,6-12,5 3-10,4
21,1-45,3 17,6-37,7 7,9-27,9 6,6-23,2
Roeras UIT
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluit-
schuif
Volledig geopend
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
147
Zaad Papaver
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Fijn zaad
Arbeidssnelheid in km/h 3-8 8-13
Rijafstand in centimeter 12,5 15 12,5 15 Instelling van de doseer-
wielaandrijving
kg/ha 1,4-2,9 1,1-2,5 0,5-1,8 0,4-1,5
3,1-6,5 2,6-5,4 1,1-4 1-3,3
7,6-16,2 6,3-13,5 2,8-10 2,4-8,3
- - - -
Roeras UIT
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluitschuif Volledig geopend
Gebruik
148 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaad Phacelia
Bodemklep
Positie
0
Doseringsmethode Onderzaaien
Arbeidssnelheid in
km/h
3-8 8-13
Rijafstand in centime-
ter
12,5 15 12,5 15 Instelling van de do-
seerwielaandrijving
kg/ha 1,5-3,3 1,3-2,8 0,6-2 0,5-1,7
3,4-7,3 2,9-6,1 1,3-4,5 1,1-3,7
8,5-18,2 7,1-15,2 3,2-11,2 2,7-9,3
18,9-40,6 15,8-33,8 7,1-25 5,9-20,8
Roeras UIT
Pendelroeras UIT
Stand van de afsluit-
schuif
Volledig geopend
Draairichting van de zaaias en reductie
De instellingen gebeuren aan de zijaandrijving.
De draairichting van de zaaias wordt afhankelijk van de geselecteerde zaaimethode (boven-
zaaien (optie) of onderzaaien) ingesteld.
De vertragingsoverbrenging (optie) halveert het zaaiastoerental wanneer zeer kleine zaad-
hoeveelheden via onderzaaien moeten worden uitgestrooid.
TIP
De draairichting van de zaaias kan alleen worden gewijzigd wanneer de ‘aandrijving boven-
zaaien (optie)’ gemonteerd is!
Vertragingsoverbrenging activeren aan de zijaandrijving zonder bovenzaaien
De vertragingsoverbrenging is alleen bedoeld voor zeer kleine zaadhoeveelheden, die moei-
lijk kunnen worden ingesteld op de schaal van de doseerwielaandrijving.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
149
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Deksel aan de zijaandrijving geopend.
Werkwijze
TIP
Af fabriek is de rode meenemers (R) aangebracht aan de rechteras = standaard-transmis-
sie onderzaaien.
Vertragingsoverbrenging activeren: Rood gemarkeerde meenemers (R) en zwart gemar-
keerde meenemer verwijderen.
Rood gemarkeerde meenemers (R) en zwart gemarkeerde meenemer opnieuw monte-
ren in spiegelbeeld.
Gebruik
150 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
R = rood gemarkeerde meenemers
Wanneer de meenemers worden aangepast zoals afgebeeld, dan wordt het toerental in-
gesteld op de schaal van de doseerwielaandrijving gehalveerd.
Voorbeeld: Wanneer de waarde ‘10’ nu wordt ingesteld aan de doseerwielaandrijving,
dan wordt de zaaias in feite slechts met waarde ‘5’ aangedreven.
Vertragingsoverbrenging activeren aan de zijaandrijving met bovenzaaien
De vertragingsoverbrenging is alleen bedoeld voor zeer kleine zaadhoeveelheden, die moei-
lijk kunnen worden ingesteld op de schaal.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Deksel aan de zijaandrijving geopend.
Werkwijze
TIP
Af fabriek is de rode meenemer (R) gewoonlijk aangebracht aan de rechteras in positie on-
derzaaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
151
Vertragingsoverbrenging activeren: Rood gemarkeerde meenemers (R) en zwart gemar-
keerde meenemer verwijderen.
Rood gemarkeerde meenemers (R) en zwart gemarkeerde meenemer opnieuw monte-
ren in spiegelbeeld.
R = rood gemarkeerde meenemers
Wanneer de meenemers worden aangepast zoals afgebeeld, dan wordt het toerental in-
gesteld op de schaal van de doseerwielaandrijving gehalveerd.
Voorbeeld: Wanneer de waarde ‘10’ nu wordt ingesteld aan de doseerwielaandrijving,
dan wordt de zaaias in feite slechts met waarde ‘5’ aangedreven.
Draairichting van de zaaias van onderzaaien omschakelen naar bovenzaaien
Omschakeling van de draairichting van de zaaias is noodzakelijk bij omschakeling van de
zaaimethode van onderzaaien op bovenzaaien of omgekeerd.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Deksel aan de zijaandrijving geopend.
Werkwijze
Meenemers en lunspennen verwijderen.
Gebruik
152 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tandwiel, rondsel, dubbele meenemer (B) en afstandsbus (G) verwijderen. Posities van
dubbele meenemer (B) en afstandsbus (G) verwisselen.
G = groen
B = blauw
Aandrijving in omgekeerde volgorde opnieuw monteren. Posities van dubbele meene-
mer (B) en afstandsbus (G) in acht nemen!
G = groen
B = blauw
Deksel aan de zijaandrijving sluiten.
Vertragingsoverbrenging activeren aan de zijaandrijving met bovenzaaien
De vertragingsoverbrenging (optie) halveert het zaaiastoerental wanneer uiterst kleine zaad-
hoeveelheden via bovenzaaien moeten worden uitgestrooid.
TIP
Normaal is het bij de courante zaadsoorten niet nodig het zaaiastoerental bij bovenzaaien
te halveren.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
153
Indien nodig, de buitenste meenemer op de posities voor de halvering van het zaaias-
toerental brengen.
Afbeelding links = meenemerposities voor normaal zaaiastoerental
Afbeelding rechts = meenemerposities voor het halve zaaiastoerental
R = rode meenemer
TIP
Bij zaadhoeveelheden groter dan schaalwaarde doseerwielaandrijving ‘10', moeten de
meenemers weer op de standaardoverbrenging voor normaal zaaiastoerental worden
gezet.
Deksel aan de zijaandrijving sluiten.
Doseerwielkalibratie
De doseerwielkalibratie dient voor de vaststelling van afwijkingen tussen de zaadhoeveelheid
ingesteld op de schaal van de doseerwielaandrijving en de feitelijke zaadhoeveelheid per
zaadsoort en hectare.
Na wijzigingen van zaadsoort, zaaimethode, bodemklepinstelling doseerwielbehuizing en af-
sluitschuifinstelling doseerwielbehuizing is altijd een doseerwielkalibratie nodig. Zo niet kan
dit leiden tot verlies van zaad / gebreken.
Gebruik
154 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorwaarde
Machine goed en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Machine horizontaal uitgelijnd.
Zaadtank gevuld met het uit te strooien zaad. Zie "Zaadtank vullen" pagina 195.
Zaaimethode voor het zaad geselecteerd en zaaddosering aangepast.Zie "zaaddosering
aanpassen" pagina 111.
Zaadla onder de doseerwielbehuizingen geplaatst. Zie "Zaadla voor doseerwielkalibra-
tie / zaadtank legen" pagina 92.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (stofmasker, veiligheidsbril, handschoenen) voor-
zien
Compass-terminal (optie) ingeschakeld.
Doseerwiel kalibreren (1)
Voorwaarde
Machine goed en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Machine horizontaal uitgelijnd.
Zaadtank gevuld met het uit te strooien zaad. Zie "Zaadtank vullen" pagina 195.
Zaaimethode voor het zaad geselecteerd en zaaddosering aangepast.Zie "zaaddosering
aanpassen" pagina 111.
Zaadla onder de doseerwielbehuizingen geplaatst. Zie "Zaadla voor doseerwielkalibra-
tie / zaadtank legen" pagina 92.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (stofmasker, veiligheidsbril, handschoenen) voor-
zien
Compass-terminal (optie) ingeschakeld.
Werkwijze
TIP
Het aantal omwentelingen van de handslinger bij de doseerwielkalibratie wordt op de Com-
pass-terminal meegeteld.
1 Controle van de stand van de bodemklep van de instelling van de doseerwielaandrijving
en de stand van de afsluitschuif volgens de zaaitabel.
2 De handslinger uit de gereedschapskist nemen en op de gewenste overbrenging plaat-
sen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
155
3 Met de handslinger in de richting van de pijl draaien tot het zaad gelijkmatig uit alle do-
seerwielbehuizingen stroomt.
Wanneer het zaad gaat ‘spuiten’ of als het wordt gebroken tijdens de kalibratie, zet de
bodemklep dan een stand verder open dan voorgesteld in de zaaitabel en noteer de in-
stelling.
4 Zaadla vervolgens legen en weer onder de doseerwielbehuizingen schuiven.
5 De doseerwielkalibratie uitvoeren met circa 1 omwenteling van de handslinger per se-
conde voor het theoretische referentieoppervlak.
TIP
Bij zeer kleine zaadhoeveelheden per hectare (koolzaad, maanzaad of dergelijke) ad-
viseren wij het gebruik van 0,1 hectare als theoretisch referentieoppervlak, vanwege
de grotere nauwkeurigheid bij de doseerwielkalibratie.
Theoretisch referentieoppervlak in hectare Overbrenging Omwentelingen van de
handslinger
0,025 (1 / 40) 1:1 100
0,025 (1 / 40) 2:1 50
0,1 (1 / 10) 1:1 402
0,1 (1 / 10) 2:1 201
6 Worden de vereiste omwentelingen volgens de tabel (of volgens Compass-terminal) be-
reikt, moeten de zaadladen worden verwijderd, geleegd en de zaadhoeveelheid afgewo-
gen.
TIP
Bij het afwegen van de zaadhoeveelheid het gewicht van de tank aftrekken!
Zaaihoeveelheid berekenen (2)
Het zaadgewicht van de doseerwielkalibratie vermenigvuldigen met de oppervlaktefac-
tor.
Berekeningsvoorbeeld
Voor-
beeld
Afgewogen zaad-
hoeveelheid in ki-
logram
ingesteld theoretisch
referentieoppervlak in
hectare
Formule Zaaihoeveelheid in
kilogram per hecta-
re
1 3,2 1 / 40 3,2 x 40 = 128
Gebruik
156 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voor-
beeld
Afgewogen zaad-
hoeveelheid in ki-
logram
ingesteld theoretisch
referentieoppervlak in
hectare
Formule Zaaihoeveelheid in
kilogram per hecta-
re
2 5 1 / 10 5 x 10 = 50
Zaaischijf gebruiken (3)
Als de gewenste zaaihoeveelheid per hectare na de eerste kalibratie nog te klein of te
groot is, dan de instelling van de doseerwielaandrijving wijzigen overeenkomstig de ge-
gevens op de zaaischijf en de kalibratie herhalen.
Zaaischijf bediening
1. Stel de bij de laatste kalibratie gebruikte aandrijfstand (kleine schijf) onder de ver-
kregen gewogen zaadhoeveelheid (grote schijf).
Schijven vanaf nu niet meer tegen elkaar verdraaien!
2. Zoek de gewenste (zaad-) hoeveelheid (grote schijf), daaronder (kleine schijf) staat
de juiste aandrijfstand.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
157
Doseerwiel kalibreren voortzetten (4)
Doseerwielkalibratie herhalen tot gewenste zaaihoeveelheid is bereikt.
Is de gewenste zaaihoeveelheid bereikt, de zaadla onder de doseerwielbehuizingen
wegtrekken, zaadleidinghouder en vervolgens zaadla aan beide zijden van de machine
sluiten.
Koutersysteem aanpassingen
Bij een verandering van zaad of omschakeling van rijenzaaien naar bovenzaaien of omge-
keerd, kunnen aanpassingen nodig zijn.
De huidige bodemomstandigheden kunnen een aanpassing vereisen.
TIP
Kouterdruk = zaaidiepte, afhankelijk van de bodemgesteldheid.
1 = koutersysteem
Zaaidiepte na begin van het zaaien controleren en volgens zaad instellen.
Wanneer zaad te diep of ondiep wordt gezaaid, kouterdruk verkleinen of vergroten naar
wens.
Kouterdruk instelling
De kouterdruk kan handmatig of hydraulisch (optie) worden ingesteld.
Kouterdruk hydraulisch instellen
Afhankelijk van in welke opening borgpennen zijn geplaatst, is er een vrij instelbaar bereik
per hydrauliek.
De bouten kunnen worden gebruikt om het instelbereik zeer eng te begrenzen.
De kleinste te selecteren waarde (A) op de schaal komt overeen met de kleinste kouterdruk.
Gebruik
158 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
De grootste te selecteren waarde (N) op de schaal komt overeen met de grootste kouterdruk.
AANWIJZING
Zaadverliezen door verkeerd zaaien!
Als het instelbereik van de zaaidieptehydrauliek niet wordt beperkt of het hydraulische sys-
teem onvoldoende wordt onderhouden, kan het zaad ongemerkt te diep of te ondiep wor-
den gezaaid.
Instelbereik van de zaaidieptehydrauliek correct instellen
Geen water of lucht in het hydraulische systeem laten komen.
Werkwijze
Hieronder vindt u enkele voorbeelden voor mogelijke instelbereiken.
Als er al bouten zouden zijn aangebracht, de regelklep tractor bedienen en de bouten
ontlasten. Kouterdruk zo corrigeren dat de bouten kunnen worden verwijderd. Kouter-
druk vervolgens instellen.
Door het plaatsen van bouten in verschillende gaten wordt het hydraulisch vrij instelbare
bereik begrensd.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
159
Op de rechterafbeelding is het instelbereik begrensd op het bereik (A) - (B). Een bout is
buiten de schaal geplaatst.
Door het plaatsen van bouten in verschillende gaten wordt het hydraulisch vrij instelbare
bereik begrensd.
Op de linkerafbeelding is het instelbereik niet begrensd (niet aanbevolen). De bouten is
buiten de schaal geplaatst.
Op de rechterafbeelding is het instelbereik begrensd op het bereik (C) - (J).
Kouterdruk handmatig instellen
Werkwijze
Ratelsleutel uit de gereedschapskist nemen en instelspindel verdraaien tot de gewenste
instelpositie volgens de schaal bereikt is.
Gebruik
160 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Ratelsleutel in gereedschapskist plaatsen.
Kouterdrukrollen (optie) instellen
Afhankelijk van de bodemomstandigheden kan een aanpassing nodig zijn. Een aanpassing
van de instelling heeft invloed op de zaaidiepte. Naargelang de uitvoering van de kouter is de
machine met verschillende drukrollen uitgerust.
Trekkouter drukrol instellen
Drukrollen dienen voor dieptebegrenzing, aandrukken van voren en goede afsluiting van de
bodem boven het zaad.
Drukrollen-montagepositie naargelang de gewenste zaaidiepte selecteren. Zie tabel.
Dieptebegrenzing Positie
ca. 15 mm 1
ca. 22,5 mm 2
ca. 30 mm 3
ca. 37,5 mm 4
ca. 45 mm 5
ca. 52,5 mm 6
ca. 60 mm 7
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
161
TIP
Weergave van de instelling, bijv. van de linker drukrol. Instelling van de rechter drukrol op
dezelfde wijze uitvoeren.
Werkwijze
Borgpennen en bouten verwijderen.
Drukrol op de gewenste positie (1-7) verstellen.
Bouten en borgpennen aanbrengen.
Instellingen op alle zaai-elementen op dezelfde wijze uitvoeren.
Eenschijfskouter drukrol instellen
Drukrollen dienen voor dieptebegrenzing, aandrukken van voren en goede afsluiting van de
bodem boven het zaad.
Drukrollen-montagepositie naargelang de gewenste zaaidiepte selecteren. Zie tabel.
Dieptebegrenzing Positie
ca. 15 mm 1
ca. 22,5 mm 2
ca. 30 mm 3
Gebruik
162 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Dieptebegrenzing Positie
ca. 37,5 mm 4
ca. 45 mm 5
ca. 52,5 mm 6
ca. 60 mm 7
TIP
Weergave van de instelling, bijv. van de rechter drukrol. Instelling van de linker drukrol op
dezelfde wijze uitvoeren.
Werkwijze
Borgpennen en bouten verwijderen.
Drukrol op de gewenste positie (1-7) verstellen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
163
Bouten en borgpennen aanbrengen.
Instellingen op alle zaai-elementen op dezelfde wijze uitvoeren.
Na-eg (optie) instellingen
De huidige bodemgesteldheid kan een aanpassing noodzakelijk maken.
Na-eggen egaliseren de eventueel door de zaaimodus ontstane grondrichels en bedekken
het zaad gelijkmatig met aarde.
Wijziging van de instelling wijzigt de oplegdruk en daardoor het nivelleringseffect.
Gebruik
164 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Na-eg horizontaal instellen
Door horizontaal aanpassen wordt de afstand tot de drukrollen en zaaikouters geregeld.
Werkwijze
1 Borgpennen uittrekken, borgbouten verwijderen en eghouder in de gewenste positie
schuiven.
2 Borgbouten aanbrengen en met borgpennen beveiligen.
3 Instelling aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Na-eg verticaal instellen
Door verticaal verstellen wordt de werkdiepte ingesteld.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
165
Werkwijze
Borgbouten en borgpennen verwijderen. Eghouder in de gewenste positie schuiven.
Borgpennen en borgbouten weer aanbrengen.
Instelling aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Hoek na-eg instellen
Door de hoekinstelling van de na-eg wordt de werking van de na-eg bepaald, hoe steiler de
afstelling hoe agressiever de na-eg werkt.
Op lichte grond en bij zaad met kleine korrel, de na-eg vlakker instellen.
Op zware grond en bij zaad met grote korrel, de na-eg steiler instellen.
Gebruik
166 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Werkwijze
Borgbouten en borgpennen verwijderen. Eghouder in de gewenste positie zwenken.
Borgpennen en borgbouten weer aanbrengen.
Tandhouderverlenging (optie) instellen
De huidige bodemgesteldheid kan een aanpassing noodzakelijk maken.
Na-eggen egaliseren de eventueel door de zaaimodus ontstane grondrichels en bedekken
het zaad gelijkmatig met aarde.
Wijziging van de instelling wijzigt de oplegdruk en daardoor het nivelleringseffect.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
167
TIP
Bij machines met spoorwiel of sensorwiel is de tandhouderverlenging alleen op de tegen-
overliggende kant van de machine te gebruiken.
Werkwijze
Tandhouderverlenging werkbreedte verstellen
Borgpennen verwijderen en tandhouderverlenging indien nodig horizontaal ver-
schuiven.
Borgpennen weer aanbrengen.
Procedure aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Gebruik
168 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tandhouderverlenging werkdiepte verstellen
Zorgen dat de borgpen correct is aangebracht voor de horizontale verstelling. Vervol-
gens schroeven losdraaien, hoek indien nodig verstellen en schroeven weer vast-
draaien.
Procedure aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Spoortrekker (optie) instellen
Bij een wissel van zaad of omschakeling van rijenzaaien naar eenkorrelig zaad en omge-
keerd kunnen aanpassingen nodig zijn.
Met de spoortrekker (optie) wordt tijdens het zaaien afwisselend het volgende rijspoor ge-
markeerd.
TIP
Een nauwkeurige instelling en gecontroleerd rijpatroon garanderen strak aaneengesloten
zaairijen.
Bij beperkt zicht op het bereik voor de voorbanden, markeerafstand op tractormidden instel-
len.
Spoortrekker-markeerafstand bepalen zonder PCS
Hiervoor instelafstand A berekenen. De instelafstand wordt gemeten bij neergelaten
spoortrekker van de buitenste kouter tot bodemopleggingspunt van de markeerschijf.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
169
Werkwijze
Spoortrekker-markeerafstand berekening
Markeerafstand op ‘Tractormidden’ Markeerafstand op ‘Tractorspoor’
Berekeningsvoorbeeld:
Instelafstand A = (B + R) / 2
Werkbreedte B = 300 cm
Rijafstand R = 12,5 cm
A = (300 + 12,5) / 2 = 156,25
De instelafstand A is ongeveer 156 cm
Berekeningsvoorbeeld:
Instelafstand A = (B + R - S) / 2
Werkbreedte B = 300 cm
Rijafstand R = 12,5 cm
Spoorbreedte S = 180 cm
A = (300 + 12,5 180) / 2A = 66,25
De instelafstand A is ongeveer 66 cm
Spoortrekker-markeerafstand bepalen met PCS
Instelafstand A1 en A2 bepalen. De instelafstand wordt gemeten bij neergelaten spoor-
trekker van de kouterrail tot bodemopleggingspunt van de markeerschijf.
Werkwijze
Spoortrekker markeerafstand
Markeerafstand op ‘Tractormidden’
Gebruik
170 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Markeerafstand op ‘Tractormidden’
Instelling bij rijafstand ‘R’ = 37,5cm (8 rij
en PCS)
A1 = 150cm
A2 = 150cm
Instelling bij rijafstand ‘R’ = 75cm (4 rijen
PCS)
A1 = 137,5cm
A2 = 162,5cm
Spoortrekker markeerafstand instellen
Werkwijze
1 Machinecombinatie aan de tractor aanbouwen.
2 Machinecombinatie op een vlakke ondergrond in de werkstand laten zakken.
3 Lunspennen aan beide spoortrekkers losdraaien.
4 Beide spoortrekkers laten zakken: Bedieningselement voor de regelklep spoortrekker-rij-
padenspoortrekker op neutraal zetten.
5 Aan een van de twee spoortrekkers de zeskantbouten losdraaien.
Symboolafbeelding
6 Markeerschijf op de berekende markeerafstand verstellen.
7 Zeskantbouten vastdraaien.
8 Instelling aan andere spoortrekker uitvoeren.
9 Beide spoortrekkers heffen. Daarvoor het bedieningselement voor de regelklep van
spoortrekker-rijpadenspoortrekker op Omhoogheffen zetten.
10 Beide spoortrekkers met splitpennen borgen.
Spoortrekker markeerschijf instellen
Indien het gemarkeerde spoor slecht zichtbaar is, de markeerschijf dieper instellen.
Door het verstellen van de markeerschijf wordt ook de te markeren spoorbreedte versteld.
Markeerafstand nameten en indien nodig corrigeren. Zie "Spoortrekker (optie) instellen" pagi-
na 169.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
171
AANWIJZING
Gevaar voor schade
Bij machines met zaadtankopbouw kunnen de markeerschijf en de zaadtank met elkaar
botsen.
Bij opklappen van de spoortrekker letten op mogelijke botsingen. Markeerschijf indien
nodig zo verdraaien dat de markeerschijf de zaadtankopbouw niet meer kan raken.
De spoortrekker-hefarm moet ondanks de verstelde markeerschijf nog kunnen worden
beveiligd met de borgpen.
Werkwijze
1 Aan een van de twee spoortrekkers de zeskantbouten losdraaien.
2 Markeerschijf verstellen.
3 Zeskantbouten vastdraaien.
4 Instelling aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Spoorbreedte omschakelen
Om bij zeer kleverige bodem te voorkomen dat er aarde aankoekt tussen het frame en de
banden kan de spoorbreedte worden vergroot.
De wielschraper (optie) kan bij aangepaste wielen niet worden gebruikt en moet, indien aan-
wezig, worden gedemonteerd.
TIP
Door het wijzigen van de banden kan de in uw land maximaal toegestane machinebreedte
voor het rijden op de openbare weg worden overschreden 28
Indien dit het geval is voor het rijden op de openbare weg, de banden in zeker weer her-
monteren op fabrieksinstelling!
Werkwijze
Machine licht heffen tot de wielen vrij kunnen draaien.
Machine beveiligen tegen onbedoeld zakken.
Wielschrapers (optie) demonteren.
Gebruik
172 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Wielbouten aan beide banden losdraaien.
De afbeelding toont de linkerband.
Band 180° gedraaid opnieuw monteren, onderleghulzen aanbrengen en wielbouten
vastdraaien.
Spoorbreedte-fabrieksinstelling instellen
Machine licht heffen tot de wielen vrij kunnen draaien.
Machine beveiligen tegen onbedoeld zakken.
Wielbouten aan beide banden losdraaien.
De afbeelding toont de linkerband.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
173
Band 180° gedraaid opnieuw monteren, onderleghulzen aanbrengen en wielbouten
vastdraaien.
Wielschraper (optie) monteren.
Schraper met ongeveer 5mm afstand tot de band instellen en bouten vastdraaien.
Tractor-wielspoorwisser (optie)
De tractor-wielspoorwisser wordt zodanig ingesteld dat de door de tractor veroorzaakte wiel-
sporen verwijderd / toegedekt worden om een gelijkmatig en vlak zaaibed te verkrijgen.
Rechter wielspoorwissers
Gebruik
174 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractor-wielspoorwisser instellen voor het wielspoor van de tractor
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
De bevestigingsbouten (1) van de klemplaten losdraaien.
Tractor-wielspoorwisser, indien nodig, zijdelings verschuiven en bouten (1) weer vast-
draaien.
Procedure herhalen bij alle tractor-wielspoorwissers.
Tractor-wielspoorwisser werkdiepte instellen
De kleinst mogelijke diepte-instelling wordt gebruikt als parkeerpositie.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
Bevestigingsbout (2) losdraaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
175
Tractor-wielspoorwisser naar behoefte verstellen in de werkdiepte, vervolgens bevesti-
gingsbout (2) weer vastdraaien.
TIP
De kleinst mogelijke diepte-instelling wordt gebruikt als parkeerpositie!
Procedure herhalen bij alle tractor-wielspoorwissers.
Wielspoorwisser van de machinewielen (optie)
De wielspoorwisser wordt zodanig ingesteld dat de door de machine veroorzaakte wielspo-
ren verwijderd worden om een gelijkmatig en vlak zaaibed te verkrijgen.
Gebruik
176 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Wielspoorwisser in werkpositie / transportpositie brengen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
Lunspennen (1.) verwijderen en spoorwisser (2.) naar onder zwenken.
Vervolgens lunspennen weer aanbrengen (3.).
Wielspoorwisser in de transportpositie brengen: Procedure uitvoeren in omgekeerde
volgorde.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
177
Procedure aan beide zijden uitvoeren op dezelfde manier.
Wielspoorwisser werkdiepte instellen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
Borgmoer en bout losdraaien, spoorwisser, indien nodig, instellen.
Bout en borgmoer weer vastdraaien.
Instellingen aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Rijpaden
Met de rijpadenschakeling worden de rijpaden (tractor bandensporen) vrijgehouden van zaad
die tijdens het groeien van de planten voor onderhoud en bemesting moeten worden bere-
den. In de betreffende rijpaden wordt niet gezaaid, om zaad te sparen.
Via rijpadenritme, gedeeltelijke uitschakeling en schakeling van afzonderlijke bandensporen
wordt het uitzaaien per rijpad / bandenspoor gestuurd.
Rijpadenschakeling deactiveren
Wanneer u geen rijpaden wilt aanmaken, moet de rijpadenschakeling worden gedeactiveerd.
Werkwijze
Terminal menu ‘Rijpadenritme’ openen.
Breedte van de volgende veldspuit op een waarde kleiner dan 5 meter instellen.
Op het display wordt de melding ‘rijpaden UIT’ weergegeven.
Op knop drukken.
TIP
Ook wanneer de rijpadensturing uitgeschakeld wordt, blijven huidige bedrijfsgegevens
opgeslagen. Zo kan na een werkonderbreking in het juiste ritme verder worden ge-
werkt.
De status van de rijpadenschakeling kan ook aan de machine worden afgelezen.
Gebruik
178 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Linkerafbeelding stand ‘OFF’ = rijpadenschakeling gedeactiveerd
Rechterafbeelding stand ‘ON’ = rijpadenschakeling geactiveerd
Juiste spoorbreedte op de tractor per rijpadencyclus
Per rijpadencyclus moet de spoorbreedte van de volgende portaaltractor, in verhouding tot
de werkbreedte van de zaaimachine, anders worden berekend.
De spoorbreedte en de wielspoorbreedte moeten voor de rijpadenschakeling op de zaaias
en de tussenas worden overgebracht
Spoorbreedte voor symmetrische rijpadencyclus berekenen
Werkwijze
Halve spoorbreedte van de volgende portaaltractor, vanaf het midden van de zaaimachi-
ne naar buiten toe meten.
A = Maximale tractor-spoorbreedte
B = Halve tractor-spoorbreedte
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
179
Spoorbreedte voor asymmetrische rijpadencyclus berekenen
Werkwijze
Halve spoorbreedte van de volgende portaaltractor, vanaf de buitenzijde van de zaaima-
chine naar binnen toe meten.
B = Halve tractor-spoorbreedte
Spoorbreedte en wielspoorbreedte instelling
Bij wijzigingen van de spoorbreedte / wielspoorbreedte van de volgende tractoren / verzor-
gingsmachines moeten de instellingen worden gewijzigd. Daarvoor moet de zaaias worden
verwijderd en moet de gewenste spoorbreedte van wielspoorbreedte worden ingesteld door
verzetten van de torsieveerkoppelingen en de uitschakelhaken aan de tussenas.
TIP
Voor de instelling de spoorbreedte van de volgende tractoren / verzorgingsmachines bere-
kenen.
Indien bij de volgende tractoren / verzorgingsmachines verschillende spoorbreedtes gebruikt,
dan kan een rijpadenuitbreiding worden gemonteerd. Uw servicedealer kan u hierover meer
informatie geven.
Zaaias verwijderen
Werkwijze
Zaadla onder de doseerwielbehuizingen plaatsen. Zie "Zaadla voor doseerwielkalibra-
tie / zaadtank legen" pagina 92.
Zaadtank volledig legen. Zie "Zaadtank legen" pagina 201.
Afsluitschuif en klemmen van de doseerwielbehuizing volledig naar boven schuiven.
Afdekking aan de doseerwielbehuizing verwijderen.
Gebruik
180 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Kap aan de multi-doseerwiel verwijderen.
Bodemklep volledig openen.
Zaaiassen loskoppelen: Veerkoppeling van de zaaiassen opzij schuiven en draaien om
in geopende toestand te vergrendelen.
Spanbout aan de rechter machinezijde losdraaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
181
Stiftschroef aan de stelring aan de linker machinezijde losdraaien en stelring naar bin-
nen schuiven.
‘Schroefverbinding’ van de zaaias met de doseerwielbehuizingen losmaken: De zwarte
vleugelmoeren openen en uit de doseerwielbehuizing zijdelings eruit trekken.
Gebruik
182 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Delen van de zaaiassen verwijderen.
Zaaias uit elkaar nemen en ombouwen
Voordat de zaaias uit elkaar wordt gehaald, de spoorbreedte en de wielspoorbreedte van de
volgende verzorgingsmachine bepalen.
Bij uit elkaar nemen van de zaaias goed onthouden hoe de samengebouwde toestand eruit-
ziet! De onderdelen van de zaaias moeten in volgorde, afhankelijk van spoorbreedte en wiel-
spoorbreedte wijzigt, weer worden ingebouwd. Doseerwielen die naast de torsieveerkoppe-
ling konden worden losgekoppeld, moeten na de aanpassing ook weer naast de torsieveer-
koppeling worden ingebouwd.
Werkwijze
Doseerwielen en torsieveerkoppelingen van de zaaias trekken en in de bestaande volg-
orde plaatsen zoals afgebeeld.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
183
De afbeelding toont een zaaias met 3 los te koppelen rijen naast de torsieveerkoppeling.
Er kunnen 2 torsieveerkoppelingen per zaaiashelft aanwezig zijn.
TIP
Voor een uitbreiding van de los te koppelen doseerwielbehuizingen per machinezijde
van 2 (af fabriek) naar 3, zijn verbindingshulzen voor zaaiwielen en geschikte (grijze)
multi-zaaiwielen zonder aandrijfneus voor de zaaias verkrijgbaar. Uw servicedealer
kan u hierover meer informatie geven.
Afbeelding links = zaaiwiel zonder aandrijfneus voor de zaaias
Afbeelding rechts = zaaiwiel met aandrijfneus voor de zaaias (niet los te koppelen)
Doseerwielsets en torsieveerkoppeling, volgens spoorbreedte en wielspoorbreedte aan-
passen. Zie "Juiste spoorbreedte op de tractor per rijpadencyclus" pagina 179.
Let erop dat de los te koppelen doseerwielen, die voorheen naast de torsieveerkoppe-
ling waren ingebouwd, weer naast de torsieveerkoppeling worden ingebouwd.
Procedure herhalen aan beide helften van de zaaias.
Haken aan de tussenas losdraaien, naar de nieuwe posities van de torsieveerkoppelin-
gen verschuiven en weer vastdraaien.
Beide helften van de zaaias in omgekeerde volgorde weer in de zaaimachine inbouwen.
Gebruik
184 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Spanbouten van de zaaias aan de rechter machinezijde niet te stevig vastdraaien, de
zaaias moet ongeveer 0,5 mm speling hebben.
Werking van de haken controleren en haken eventueel bijstellen.
Mogelijke rijpadenritmes
Rijpadenritme met oneven cyclus
Symmetrisch rijpad bij start met volledige werkbreedte - beide haken actief - 2 rijsporen
per rit.
Rijpadenritme met even cyclus
Asymmetrisch rijpad bij start met volledige werkbreedte - slechts één haak actief - één
rijspoor per rit.
Symmetrisch rijpad bij start met halve werkbreedte - beide haken actief - 2 rijsporen per
rit.
TIP
Wanneer de meststrooier een grensstrooi-inrichting heeft, kan aan de veldrand ook met
volledige werkbreedte en rijpaden worden begonnen.
Gedeeltelijke uitschakeling links of rechts
De gedeeltelijke uitschakeling wordt gebruikt om van asymmetrische rijpaden symmetrische
rijpaden te maken. Alleen de rechter machinezijde kan voor de eerste rit worden uitgescha-
keld.
Rechter machinezijde uitschakelen
Werkwijze
Veerkoppeling opzij schuiven en draaien, om in geopende toestand te vergrendelen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
185
De zaaias aan de rechter machinezijde wordt niet aangedreven zolang de koppeling in
geopende positie vergrendeld is.
Geopend en vergrendeld
Na de eerste rit de koppeling weer ontgrendelen om de volledige zaaibreedte te verkrij-
gen.
Inzaaien van enkele wielsporen bij asymmetrisch rijpad
Uitschakelen van het inzaaien van het wielspoor gebeurt met de haken links en rechts op de
tussenas, die ingrijpen op de torsieveerkoppeling op de zaaias. De zaaiwielen, die verbon-
den zijn met de torsieveerkoppeling, worden daardoor gestopt. Zo komt er vanuit deze zaai-
behuizingen geen zaadverspreiding.
Omgekeerd is het mogelijk om door het losdraaien van de haken, de uitschakeling van een
wielspoor te onderdrukken. Zo wordt het betreffende wielspoor ondanks actieve rijpaden-
schakeling ingezaaid.
Gebruik
186 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
1 = haken op de tussenas
2 = torsieveerkoppeling op de zaaias
Werkwijze
Het inzaaien van een asymmetrisch rijpad gebeurt in 2 op elkaar volgende veldritten,
bijv. ‘1’ en ‘2’.
In het volgende geval moet het buitenbocht-wielspoor worden gedeactiveerd.
VG = gebied waarover in de kopakkerpositie wordt gereden
1 en 2 = asymmetrisch rijpad
Uitschakeling van buitenbocht-wielspoor deactiveren: Meenemerbout van de betreffen-
de haak op de tussenas losdraaien.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
187
3 = bevestigingsbout
Veiligstellen dat de haak zich vrij kan bewegen. Indien nodig, zorgen dat hij kan bewe-
gen. De haak mag niet worden bewogen door de tussenas.
Welke haak bij welk rijpad actief is en welke haak gedeactiveerd moet worden, kan
men ook zien op de terminal in het menu ‘Ritme-overzicht’.
Menu ‘Ritme-overzicht’ uitleg van de symbolen
Symbool Beschrijving
Linkerhaak actief / rechterhaak losmaken
Beide haken actief
Rechterhaak actief / linkerhaak losmaken
Rijpaden: voorbeelden voor de aanleg
Symmetrische en asymmetrische rijpaden, in de verhouding zaaimachinebreedte tot veld-
spuitbreedte.
Voorbeelden voor het aanmaken van symmetrische rijpaden
Werk-
breedte
van de
zaaima-
chine
Werk-
breedte
van de
veldspuit
Scha-
kelrit-
me
Rij-
spoor
met
veld-
spuit
Tractor = rijspoor veldspuit
Pijl = rijspoor zaaimachine.
2,50m
3,00m
4,00m
5,00m
6,00m
7,50m
9,00m
12,00m
15,00m
18,00m
3 2
Gebruik
188 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Werk-
breedte
van de
zaaima-
chine
Werk-
breedte
van de
veldspuit
Scha-
kelrit-
me
Rij-
spoor
met
veld-
spuit
Tractor = rijspoor veldspuit
Pijl = rijspoor zaaimachine.
2,50m
3,00m
4,00m
4,50m
5,00m
6,00m
10,00m
12,00m
16,00m
18,00m
20,00m
24,00m
4 3
2,50m
3,00m
4,00m
5,00m
6,00m
12,50m
15,00m
20,00m
25,00m
30,00m
5 3
2,50m
3,00m
3,50m
4,00m
4,50m
5,00m
15,00m
18,00m
21,00m
24,00m
27,00m
30,00m
6 4
2,50m
3,00m
4,00m
17,50m
21,00m
28,00m
7 4
2,50m
3,00m
4,00m
20,00m
24,00m
32,00m
8 5
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
189
Voorbeelden voor het aanmaken van asymmetrische rijpaden
Werk-
breedte
van de
zaaima-
chine in
meter
Werk-
breedte
van de
veldspuit
in meter
Scha-
kelrit-
me
Rij-
spoor
met
veld-
spuit
Tractor = rijspoor veldspuit
Pijl = rijspoor zaaimachine.
2,50m
3,00m
4,00m
4,50m
5,00m
6,00m
10,00m
12,00m
16,00m
18,00m
20,00m
24,00m
4A 2+3
2,50m
3,00m
3,50m
4,00m
4,50m
5,00m
15,00m
18,00m
21,00m
24,00m
27,00m
30,00m
6A 3+4
2,50m
3,00m
4,00m
20,00m
24,00m
32,00m
8A 4+5
Aankoppeling
AANWIJZING
Botsingen met andere weggebruikers!
Bij het rijden in verkeersgebieden waar andere weggebruikers aanwezig zijn, terwijl klep-
pen, afdekkingen, deuren van het werktuig geopend zijn of in een andere positie staan dan
de wegtransportpositie, kunnen er botsingen ontstaan met deze andere weggebruikers.
Vóór het rijden in verkeersgebieden waar andere weggebruikers aanwezig zijn, alle be-
schermingen, afdekkingen en deuren in de wegtransportpositie brengen.
Vóór het rijden in verkeersgebieden waar andere weggebruikers aanwezig zijn, de ma-
chine in de wegtransportpositie brengen.
GEVAAR
Intrekken en afrukken van ledematen!
Aftakasaandrijving beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
Gebruik
190 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknellen en overrijden!
Het verblijf in het gevarengebied van tractor en machine is verboden, zolang de combinatie
niet is beveiligd tegen wegrollen en onbedoelde inbedrijfstelling.
Omstanders wegsturen uit het gevarengebied rondom de tractor en machine.
Contactsleutel verwijderen en opbergen.
Parkeerrem inschakelen.
Wielblokken plaatsen.
WAARSCHUWING
Bekneld raken van ledematen bij bediening van de hefinrichting!
Personen wegsturen uit het gevarengebied rondom de hefinrichting.
Bij bediening van de hefinrichting via externe knoppen niet tussen de tractor en machi-
ne komen.
Bedieningselement voor de tractorregelklep van de hefinrichting instellen op neutraal,
voordat u de hefinrichting nadert.
Hydraulische slangen aansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten komt, kan de huid binnendringen
en ernstige infecties veroorzaken!
Het hydraulische systeem moet zowel aan trekker- als machinezijde drukloos zijn.
Aan de machine gekoppelde remslangen moeten gemakkelijk kunnen meegeven aan
alle bewegingen tussen de machine en tractor en mogen niet worden gespannen, ge-
knikt of schuren.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
WAARSCHUWING
Bekneld raken en afsnijden van delen van het lichaam wanneer de hydraulische
functie wordt omgekeerd!
Hydraulische aansluitingen zijn kleurgecodeerd en moeten bij het aansluiten correct
worden toegewezen.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
Werkwijze
1 Een enkelwerkende regelklep voor elke functie selecteren en regelklep instellen op Neu-
traal.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
191
Gebruik van de spoortrekkers (optie) en de rijpadmarkeurs (optie).
Hydraulische kouterdrukverstelling (optie).
2 Een dubbelwerkende regelklep selecteren en regelklep instellen op zweefpositie.
Hydraulische topstang (optie)
3 Hydraulische slang voor elke functie aansluiten.
1 Stekker van de drukleiding (aanduiding ‘P’, beschermkap ‘rood’) uit de slangenhou-
der nemen.
2 Beschermkappen op stekker en aansluiting van de geselecteerde regelklep ope-
nen.
3 Stekker en aansluiting reinigen met een niet-pluizende doek.
4 Stekker in de aansluiting drukken totdat hij merkbaar vastklikt.
Kabel aansluiten
Werkwijze
1 Kabel voor elke functie uit de gereedschapskist nemen.
Verlichting (optie)
2 Beschermkappen verwijderen.
3 Kabel voor elke functie aansluiten.
COMPASS terminal monteren
Positie Aanduiding
1 Jobcomputer machine
2 Datakabel
Gebruik
192 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Positie Aanduiding
3 Stroomkabel
Werkwijze
Plaats de terminal in de cabine binnen het zicht en het handbereik van de bestuurder.
Het uitzicht naar buiten en op de bedieningselementen van de tractor mag niet worden
beperkt. Zie de gebruiksaanwijzing voor de terminal voor montage-instructies. Voor de
bevestiging bevinden zich magneten aan de achterkant van de terminal.
Leid de signaaloverdrachtkabel uit de cabine. Let op een juiste kabelgeleiding. Kabels
mogen niet uitgerekt, geknikt of platgedrukt worden.
Steek de signaaloverdrachtkabel in de contactdoos op de machine.
Stop de stekker van de voedingskabel in het stopcontact.
Werkzaamheden
WAARSCHUWING
Kans op lichamelijk letsel!
Controleer de machine voor gebruik op geschiktheid voor gebruik in het verkeer en vei-
lige werking. Neem de machine alleen in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen cor-
rect zijn aangebracht en werken.
Machine voor gebruik correct en volledig aan de tractor koppelen.
Er mogen zich geen personen binnen het gevarengebied bevinden.
Het rijgedrag wordt door ballastgewichten en door de grootte van aangekoppelde/
aangebouwde machines aanzienlijk beïnvloed. Vooral bij het rijden in bergachtig terrein
en bij dwars rijden op hellingen moeten snelle of plotselinge bochten wegens kantelge-
vaar worden vermeden.
Voordat de tractor wordt verlaten de handrem aantrekken, de motor afzetten en de con-
tactsleutel opbergen. Eventueel wielblokken gebruiken.
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door lawaai!
Bij een geluidsniveau vanaf 85 dB(A) wordt dringend gehoorbescherming aanbevolen.
Bij geluidsniveau vanaf 90 dB(A) is het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
Om het geluidsniveau verder te verlagen, kunt u de tractorcabine sluiten.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
193
WAARSCHUWING
Weggeslingerd materiaal (bijv. stenen, klompen aarde...) kan personen raken en ver-
wonden!
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op steenachtige velden en in de buurt van stra-
ten en wegen.
Beschermingsafdekkingen in transportpositie brengen.
Wanneer de motor loopt, afstand houden!
Tijdens het werk mogen er zich geen personen in het gevarengebied bevinden. Ieder-
een wegsturen uit het gevarengebied.
Tijdens het werk mogen zich geen personen bij het werktuig bevinden.
Aftakas uitschakelen en wachten op stilstand van de aandrijving, voordat u de machine
optilt.
AANWIJZING
Schade bij het rijden over obstakels!
Vooruitziend rijden.
Bekende obstakels indien mogelijk verwijderen voor het begin van het werk.
MILIEU
Vermijd onnodig keren. Bedenk voordat u begint te werken hoe u het oppervlak het best
kunt bewerken.
Transportrit
Transportritten zijn ritten van en naar de plaats van werkzaamheden over de openbare weg.
Hoogte, breedte en gewicht mogen de wettelijk toegestane waarden van het land waarin de
machine wordt gebruikt, niet overschrijden. De verlichting moet tijdens de transportrit in goe-
de staat en schoon zijn en verticaal ten opzichte van de rijbaan staan.
VOORZICHTIG
Zwenken van onbeveiligde machineonderdelen!
Als machineonderdelen voor aanvang van de transportrit niet op de voorgeschreven wijze
worden vastgezet, kunnen deze onverwachts uitzwenken.
Alle zwenkbare onderdelen van de machine beveiligen zoals voorgeschreven.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Indien machineonderdelen vóór de transportrit niet zijn beveiligd zoals voorgeschreven,
kunnen zij plotseling en onverwacht naar achter, opzij of naar onder naar buiten zwenken.
Alle zwenkbare onderdelen van de machine beveiligen zoals voorgeschreven.
Gebruik
194 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorwaarde
Spoortrekker/rijpadmarkeur (optie) opgeklapt en zoals voorgeschreven beveiligd.
Sensorwiel (optie) in de bovenste opening gestoken en beveiligd.
Na-eg in de verticale positie gefixeerd, zoals voorgeschreven beveiligd en met aange-
brachte tandenbeschermer.
Beide wissers (optie) volledig ingeklapt, zoals voorgeschreven vastgezet en geborgd.
Zaadtank geleegd en gesloten en roldekzeil zoals voorgeschreven beveiligd.
zaadla zoals voorgeschreven ingehaakt in de transportpositie.
Handslinger van de mechanische doseerwielkalibratie (optie) zoals voorgeschreven
vastgezet.
Grof vuil aan de machine en alle aanbouwdelen is verwijderd.
Alle hydraulische slangen zijn aangesloten op de tractor.
Alle kabels zijn aangesloten op de tractor.
Werkwijze
1 Spoortrekker/rijpadmarkeur in de transportpositie zwenken en zoals voorgeschreven be-
veiligen.
2 Sterwiel (optie) of sensorwiel omhoogzwenken en zoals voorgeschreven beveiligen.
3 Zaadtank legen.
4 Machinecombinatie slechts zover omhoog heffen tot de na-eg (optie) vrij kan bewegen.
5 Na-eg (optie) in verticale positie brengen (tandpunten naar onder), zoals voorgeschre-
ven fixeren, beveiligen en tandenbeschermer aanbrengen.
6 Zijdelings pendelbereik van de hefarm controleren. Indien nodig, zo corrigeren dat de
machine niet pendelen.
7 Verlichting inschakelen
8 Transportrit uitvoeren.
Zaadtank vullen
TIP
De zaadtank mag pas worden gevuld met zaad op de plaats van de werkzaamheden.
Ritten op de openbare weg met gevulde zaadtank zijn verboden.
WAARSCHUWING
Zaad-beits is giftig en kan de ogen, luchtwegen en huid irriteren!
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsbril, mondmasker en vei-
ligheidshandschoenen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
195
WAARSCHUWING
Val van de machine!
Niet op andere plaatsen als het platform gaan staan wanneer u op de machine komt.
Uitklapbare trappen/ladders uit/inklappen en bij betreden altijd de handgrepen en beu-
gels gebruiken.
Voorwaarde
Machine aan een geschikte tractor gemonteerd en beveiligd tegen wegrollen.
De plaats van gebruik van de machine is reeds bereikt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsbril /stofmasker/handschoenen) voor-
zien.
Werkwijze
1 Toegangstrapje neerklappen.
Met één hand de handleuning vasthouden en platform betreden.
2 Met één hand de handleuning vasthouden en zaadtankdeksel openen.
Gebruik
196 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
3 Met één hand de handleuning vasthouden en de mechanische vulpeilweergave (indien
aanwezig) opklappen.
4 Eventuele verontreinigingen verwijderen uit de zaadtank.
5 Doseerwielbehuizing bodemklep sluiten.
Bij belading met zaadzakken, de zakken op de rand van de zaadtank en handleu-
ning plaatsen, openen en zaad gelijkmatig verdelen in de zaadtank.
Bij belading met bigbags of laadschop, het zaadtankdeksel, indien nodig, aanpas-
sen voor een grotere openingshoek. Zie "Scharnierdeksel van de zaadtank" pagi-
na 93.
Bij beschikbare rijpadmarkeurs kan het nodig zijn de rijpadmarkeur eerst in werkpo-
sitie te zwenken. Zie "Spoortrekker (optie) / rijpadenspoortrekker (optie) neerlaten
of heffen" pagina 80.
6 Zaadtank, indien nodig, vullen.
7 Met één hand de handleuning vasthouden en de mechanische vulpeilweergave (indien
aanwezig) naar onder zwenken.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
197
8 Met één hand de handleuning vasthouden en zaadtankdeksel sluiten.
9 Met één hand de handleuning vasthouden en laadplatform verlaten via het toegang-
strapje.
10 Indien nodig, toegangstrapje opklappen.
Hectareteller
Alleen in gebruik bij machines zonder terminal!
De teller wordt door het sterwiel of het linkerchassiswiel via de doseerwielaandrijving aange-
dreven, en meet de ingezaaide oppervlakte in are (a) en hectare (ha).
Gebruik
198 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
1 = hectareteller
2 = reset (stelt de teller op 0)
3 = aandrijfwiel
4 = doseerwielaandrijving
Hectareteller op 0 instellen
Reset-hendel (2) bedienen tot de weergave op alle plaatsen op 0 staat.
Zaaiwerkzaamheden uitvoeren met COMPASS terminal
Voorwaarde
Machine / machinecombinatie gekoppeld aan een geschikte tractor.
Zaaimachine gekoppeld met grondbewerkingsmachine (optie).
Transportvergrendelingen verwijderd. 96
Tandenbeschermer (optie) verwijderd en wisser (optie) in werkpositie.
Zaadtank gevuld. Zie "Zaadtank vullen" pagina 195.
Toegangstrapje in werkpositie opgeklapt Zie "Toegangstrapje" pagina 91.
Spoortrekker/rijpadmarkeur (optie) ontgrendeld. Zie "Spoortrekker (optie) / rijpaden-
spoortrekker (optie) neerlaten of heffen" pagina 80.
COMPASS-terminal (optie) ingeschakeld: Zie "Terminal in- en uitschakelen" pagina 47.
Spoorwisser (optie) in werkpositie gebracht. Zie "Wielspoorwisser in werkpositie / trans-
portpositie brengen" pagina 177.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
199
Werkwijze
Zaaiwerkzaamheden beginnen
Indien nodig rijpadenschakeling activeren.
Indien nodig start van het zaaien met de ‘halve machinebreedte’ activeren.
Grondbewerkingsmachine inschakelen: Regeleenheid aftakas op "aan" instellen. Zie
ook de gebruiksaanwijzing van de grondbewerkingsmachine.
Machinecombinatie neerlaten: Regeleenheid "Achterhef" op "Zakken (-)" instellen.
Markering van rijspoor (optie) en markering van rijpaden (optie) activeren: Regeleenheid
spoortrekker/rijpadenspoortrekker op ‘Neutraal (zweefstand)’ zetten.
Zaaien starten: Doseerwielaandrijving start zodra de machine in werkstand is neergela-
ten en weggereden wordt.
Snel optrekken tot de volgens de zaaitabel vereiste snelheid. Snelheid aanhouden.
Na ca. 50 m stoppen. De zaadopbrenging stopt.
Grondbewerkingsmachine uitschakelen: Regelklep aftakas op "uit" zetten
Zaaidiepte, indien nodig, corrigeren.
Zaadbedekking controleren, indien nodig, corrigeren.
Zaaihoeveelheid controleren, indien nodig, corrigeren.
Zaaien voortzetten.
Grondbewerkingsmachine inschakelen.
Zaaien starten: Doseerwielaandrijving start zodra de machine in werkstand is neergela-
ten en weggereden wordt.
Snel optrekken tot de volgens de zaaitabel vereiste snelheid. Snelheid aanhouden.
Keren
Machine / machinecombinatie heffen. Regelklep ‘achterhef’ op ‘Heffen (+)’ instellen. Het
zaaien stopt.
Draaiprocedure doorvoeren.
Machine / machinecombinatie laten zakken. Regelklep ‘Achterhef’ op ‘Zakken (-)’ instel-
len. Het zaaien start.
Zaaiwerkzaamheden beëindigen
Spoortrekker/rijpadenspoortrekker (optie).
Regelklep spoortrekker/rijpadenspoortrekker op ‘Heffen (+)’ zetten.
Machine / machinecombinatie heffen. Regelklep ‘achterhef’ op ‘Heffen (+)’ instellen. Het
zaaien stopt.
Grondbewerkingsmachine uitschakelen: Regelklep aftakas op "uit" zetten
Spoortrekker/rijpadenspoortrekker (optie).
Rijpadenspoortrekker met veerbout borgen.
Spoortrekker met splitpennen borgen.
Wisser in transportpositie brengen: Lunspen losmaken, wisser inschuiven en met de
lunspen borgen.
Gebruik
200 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Terminal uitschakelen: Toets 3 seconden ingedrukt houden.
Zaadtank legen
De zaadtank moet voor ritten op de openbare weg, bij verandering van zaad en vóór het los-
koppelen van de machinecombinatie van de tractor, worden geleegd.
1 = zaadtank
WAARSCHUWING
Zaad-beits is giftig en kan de ogen, luchtwegen en huid irriteren!
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsbril, mondmasker en vei-
ligheidshandschoenen.
Voorwaarde
Machine is geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Zaadtankdeksel geopend.
Zaadla onder de doseerwielbehuizingen geplaatst.
Voorbereiding
Zakken zaad/mest
• Emmers
Afzuiginstallatie (indien aanwezig)
Werkwijze
Zaad met emmer wegscheppen of met afzuiginstallatie wegzuigen.
Doseerwielbehuizing bodemklep openen en resten in de zaadla laten leeglopen (inhoud
van de zaadla in acht nemen).
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
201
Indien voordien met bovenzaaien werd gezaaid, de zaaias met de handslinger een om-
wenteling doordraaien. Zo worden ook de zaadkorrels die zich nog in de uitsparingen
van het doseerwiel bevinden verwijderd.
Indien nodig, doseerwielbehuizing bodemklep tussendoor sluiten, zaadla legen en pro-
cedure herhalen.
Loskoppelen
GEVAAR
Gevaar voor ernstig letsel met de dood tot gevolg door kantelende machine
Parkeer de machine alleen op een stabiele, vlakke ondergrond.
Plaats de machine stabiel.
Gebruik de steunpoten bij het parkeren van het werktuig en borg de steunpoten correct
met de veiligheidsbouten.
GEVAAR
Intrekken en afrukken van ledematen!
Aftakasaandrijving beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
WAARSCHUWING
Bekneld raken van ledematen bij bediening van de hefinrichting!
Personen wegsturen uit het gevarengebied rondom de hefinrichting.
Bij bediening van de hefinrichting via externe knoppen niet tussen de tractor en machi-
ne komen.
Bedieningselement voor de tractorregelklep van de hefinrichting instellen op neutraal,
voordat u de hefinrichting nadert.
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknellen en overrijden!
Het verblijf in het gevarengebied van tractor en machine is verboden, zolang de combinatie
niet is beveiligd tegen wegrollen en onbedoelde inbedrijfstelling.
Omstanders wegsturen uit het gevarengebied rondom de tractor en machine.
Contactsleutel verwijderen en opbergen.
Parkeerrem inschakelen.
Wielblokken plaatsen.
Transportvergrendelingen aanbrengen
Transportvergrendelingen moeten aangebracht worden vóór het transport van de machine
over de openbare weg.
Gebruik
202 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond, in de transportpositie, goed geparkeerd
en beveiligd tegen wegrollen
Werkwijze
Transportvergrendelingen aanbrengen aan spoortrekkers en rijpadmarkeurs.
Parkeersteunen (aan beide zijden van de machine (optie)) heffen en met lunspennen
borgen.
Tandenbescherming aanbrengen
Tandenbescherming voor het rijden op de openbare weg aanbrengen.
Voorwaarde
Machine volledig aangebouwd aan een geschikte tractor.
Machine op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Machine licht geheven
Werkwijze
Borgpennen verwijderen, wisser uittrekken en tanden naar boven draaien.
Wisser helemaal inschuiven en borgpennen weer aanbrengen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
203
Procedure aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze uitvoeren.
Tandenbescherming zo over de tanden schuiven dat alle tandpunten afgedekt zijn.
Tandenbescherming aan beide kanten van de machine beveiligen met borgpennen
Tractor-wielspoorwisser werkdiepte instellen
De kleinst mogelijke diepte-instelling wordt gebruikt als parkeerpositie.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
Bevestigingsbout (2) losdraaien.
Gebruik
204 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractor-wielspoorwisser naar behoefte verstellen in de werkdiepte, vervolgens bevesti-
gingsbout (2) weer vastdraaien.
TIP
De kleinst mogelijke diepte-instelling wordt gebruikt als parkeerpositie!
Procedure herhalen bij alle tractor-wielspoorwissers.
Koutersysteem ontlasten
AANWIJZING
Schade door buigmoment!
Het koutersysteem kan bij lang aanhoudende, eenzijdige belasting door stilstand, bescha-
digd raken.
Als de machine langere tijd stilstaat (> 24 uur), koutersysteem altijd ontlasten.
Voorwaarde
Machine goed en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Kouterdrukverstelling mechanisch ontlasten
Werkwijze
Ratelsleutel uit gereedschapskoffer nemen.
Ratelsleutel op de spindel voor de instelling van de zaaidiepte (= kouterdruk) plaatsen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
205
Spindel verstellen tot de kleinste schaalwaarde bereikt is.
Ratelsleutel in gereedschapskoffer leggen.
Kouterdrukverstelling hydraulisch ontlasten
Schaalwaarde (A) = kleinste kouterdruk
Schaalwaarde (N) = grootste kouterdruk
Werkwijze
Als er al bouten zouden zijn aangebracht, de regelklep tractor bedienen en de bouten
ontlasten. Kouterdruk zo corrigeren dat de bouten kunnen worden verwijderd.
Borgpennen verwijderen, boven de schaal aanbrengen en borgen met lunspennen.
Gebruik
206 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Afbeelding rechts = borgpennen boven de schaal geplaatst
Regelklep tractor bedienen en kouterdruk verlagen tot de kleinste schaalwaarde (A).
Hydraulische slangen loskoppelen
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken.
Vóór het aansluiten of loskoppelen van de hydraulische slangen het hydraulisch sys-
teem drukloos maken.
Vóór onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de hydrauliek, hydraulisch systeem
drukloos maken.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
Werkwijze
Het bedieningselement van de regelklep voor de volgende functies op ‘Neutraal (zweef-
positie)’ instellen.
Gebruik van de spoortrekker (optie) en de rijpadmarkeur (optie)
Hydraulische kouterdrukverstelling (optie).
Hydraulische slang van de functie losmaken.
1 Ontgrendel de stekker van de drukleiding (aanduiding "P") en trek deze uit de bus
van de regelklep.
2 Beschermkappen aanbrengen op de stekker en de contactdoos.
3 Stekker in slangenhouder leggen.
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
207
COMPASS terminal demonteren
Werkwijze
1 Stekker van de ISOBUS-kabel uit de contactdoos op de tractor trekken.
2 Afdekkappen aanbrengen.
3 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
4 Terminal verwijderen.
5 ISOBUS-kabel uit de cabine verwijderen en bewaren.
Kabel loskoppelen
Werkwijze
Kabel op tractor en machine / machinecombinatie (= grondbewerkingsmachine en ge-
monteerde extra machine) voor elke functie loskoppelen.
Verlichtingsstekker van de grondbewerkingsmachine.
Verlichtingsstekker op de grondbewerkingsmachine voor de gemonteerde extra
machine.
Afdekkappen aanbrengen.
Kabel oprollen en indien mogelijk opbergen in de gereedschapskoffer, anders in de
slanghouder plaatsen.
Gebruik
208 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Uitschakelen
AANWIJZING
Corrosie door ongunstige opslagomstandigheden!
De machine beschermd tegen weersinvloeden, droog en uit de buurt van mest en stal-
gebouwen parkeren.
Blanke machinedelen zoals zuigerstangen van hydraulische cilinders en dergelijke
voorzien van roestbescherming.
Doseerwielen en bodemkleppen
Om schade door knaagdieren te vermijden moeten de doseerwielen worden geleegd en de
bodemkleppen volledig worden geopend. Kleine knaagdieren kunnen de zaadtank zo inspec-
teren zonder zich een weg te knagen door de kunststof onderdelen van de zaaibehuizing.
Doseerwielen legen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Zaadla onder de doseerwielbehuizingen schuiven.Zie "Zaadla voor doseerwielkalibratie /
zaadtank legen" pagina 92.
Bodemkleppen zaaibehuizing volledig openen. Zie "Doseerwielbehuizing bodemklep-
pen" pagina 88.
Handslinger voor de doseerwielkalibratie plaatsen op de zijaandrijving en 2 omwentelin-
gen van de zaaias doordraaien.
Daardoor valt de restinhoud van de doseerwielcellen in de zaadla.
Handslinger verwijderen en opbergen in de gereedschapskist.
Zaadladen verwijderen, legen en weer sluiten. Zie "Zaadla" pagina 86.
Zaaibehuizing bodemkleppen geopend laten om schade door knaagdieren te voorko-
men.
Zaaimachine loskoppelen
De zaaimachine kan onmiddellijk aan een tractor zijn gemonteerd als solo-machine, of aan
de hydrolift van een grondbewerkingsmachine (machinecombinatie).
Demontage van de zaaimachine bij alle varianten dezelfde wijze uitvoeren!
Gebruik
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
209
Voorwaarde
Zaaimachine / machinecombinatie geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Parkeersteunen in de parkeerpositie neergelaten en met lunspennen beveiligd.
Machine beveiligd tegen wegrollen.
Koutersysteem ontlast. Zie "Koutersysteem ontlasten" pagina 205.
Werkwijze
Veiligstellen dat alle hydraulische slangen en kabels verwijderd zijn.
Topstangspindel verdraaien tot de topstangbout ontlast is.
Topstang met één hand vasthouden, lunspennen verwijderen en lagerbouten eruit trek-
ken.
Topstang naar onder zwenken en de verwijderde lagerbouten opbergen in de gereed-
schapskist.
Achterhef zo instellen dat de beide hefarmkoppelingen ontlast worden.
Hefarmkoppelingen openen.
Achterhef laten zakken.
Langzaam met de tractor verwijderen van de machine.
Gebruik
210 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Bedrijfsgereed maken
Regelmatige reiniging en onderhoud is een basisvoorwaarde voor de goede en veilige werk-
ing van de machine.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar bij werkzaamheden aan de machine!
Schakel de tractormotor uit, verwijder de contactsleutel en berg hem op.
Elektrische verbinding tussen machine en tractor loskoppelen. Kabel verwijderen.
Voer de werkzaamheden alleen uit terwijl de aandrijving stilstaat en de machine volle-
dig is neergelaten.
Beveilig machineonderdelen tegen onopzettelijk inschakelen.
Bescherm de machine tegen kantelen en wegrollen.
Baken het werkgebied af.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals: werkkleding, handschoenen of werkschoe-
nen) gebruiken.
Controleer na alle werkzaamheden de werking van de veiligheids- en beschermings-
voorzieningen en controleer alle geloste schroefverbindingen op stevig vastzitten.
Algemene opmerkingen
Na de eerste bedrijfsuren alle bouten aantrekken!
Reserveonderdelen
Originele PÖTTINGER onderdelen en accessoires zijn speciaal ontworpen voor de betref-
fende machines of werktuigen.
Wij wijzen erop dat reserveonderdelen en accessoires die niet door ons worden geleverd,
niet door ons worden getest en niet voor gebruik op PÖTTINGER machines zijn vrijgegeven.
De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten kan de vermelde eigenschappen van
uw werktuig beïnvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en accessoires.
Zelfstandig wijzigingen aan de machine aanbrengen zoals het gebruiken van aanbouwdelen
die af fabriek niet tot de machine behoren, sluiten elke aansprakelijkheid van de fabrikant uit.
Besturingsterminals
Besturingsterminals voor het overwinteren van de machine verwijderen en tegen vorst be-
schermd, droog en tegen onmiddellijk zonlicht beschermd opslaan. Accugevoede terminals
vóór de winter volladen en accutoestand regelmatig controleren om te voorkomen dat de ac-
cu defect raakt door volledige ontlading.
Cardanassen
Voor het onderhoud gelden in principe de instructies die in deze gebruiksaanwijzing worden
gegeven.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
211
Als in deze gebruiksaanwijzing geen speciale instructies worden gegeven, gelden de instruc-
ties in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de betreffende cardanasfabrikant.
Reparatielaswerk
Vóór alle laswerkzaamheden aan de tractor, als de machine is aangekoppeld, moeten de
connectoren worden losgekoppeld van de jobcomputer van de machine. Vóór laswerkzaam-
heden aan de machine zelf moeten de connectoren van de jobcomputer ook worden losge-
koppeld.
Procedures voor het opladen van accu's en voor starthulp
Wanneer de tractoraccu met een laadapparaat wordt geladen, als de machine gekoppeld is,
moeten alle connectoren naar de machine worden losgekoppeld.
Wanneer de tractoraccu met starthulp moet worden gestart, als de machine gekoppeld is,
moeten alle connectoren naar de machine worden losgekoppeld.
Dagelijks onderhoud
Het onderhoud moet aan het begin van elke werkdag worden uitgevoerd, voordat de machi-
ne wordt gebruikt.
Hydraulische installatie controleren
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken!
Voordat reparatiewerkzaamheden worden verricht aan het hydraulische systeem, moet
deze altijd drukloos worden gemaakt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Voor elke inbedrijfstelling moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en scha-
de.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten onmiddellijk worden her-
steld in een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages mogen nooit met de hand of met andere ledematen worden afgedicht.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Controle op schade en lekken
TIP
Hydraulische slangen die ouder zijn dan 5 tot -6 jaar moeten worden vervangen. Alleen
vervangslangen met dezelfde specificatie gebruiken. Zie reserveonderdelenlijst.
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Service en onderhoud
212 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Tractormotor afgezet, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Hydraulisch systeem (bijv. hydraulische slangen, drukaccumulator...) controleren op be-
schadigingen en lekkages en indien nodig onderdelen vervangen (zie de reserveonder-
delenlijst).
TIP
Mogelijk schadebeeld aan hydraulische slangen
• Knikken
• Bellenvorming
Poreus of scheuren in slangoppervlak
Barsten en openliggend weefsel aan de ommanteling
Bij lekkages aan de schroefverbinding deze schroefverbinding eventueel aantrek-
ken.
Bandenspanning controleren
De bandenspanning moet voor de eerste inbedrijfstelling en daarna dagelijks, voor elk ge-
bruik worden gecontroleerd
TIP
Alle machines met luchtbanden worden met verhoogde bandenspanning geleverd om
schade tijdens stilstand te vermijden!
Verlichting en lampen controleren / vervangen
TIP
Defecte lampen of verlichting moeten voor het rijden over de openbare weg altijd worden
vervangen (uitgezonderd werklampen).
TIP
Onderhoud van ledverlichting
Bij ledverlichting kunnen de lampen niet worden vervangen!
Ledlampen in geval van een defect vervangen.
Verlichting van kentekenverlichting vervangen
Werkwijze
Schroeven 1 en 2 losdraaien en deksel verwijderen – letten op dichting binnenin.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
213
Vervang defecte verlichting.
Montage in omgekeerde volgorde.
Lampen van achterverlichting vervangen
Werkwijze
Schroeven 1 en 2 losdraaien en deksel verwijderen – letten op dichting binnenin.
Vervang defecte verlichting.
Montage in omgekeerde volgorde.
Lampen van breedteverlichting vervangen
Werkwijze
Schroeven 1 en 2 losdraaien en deksel verwijderen – letten op dichting binnenin.
Vervang defecte verlichting.
Montage in omgekeerde volgorde.
Service en onderhoud
214 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers con-
troleren / vervangen
Symboolafbeelding
1 = Waarschuwingsborden
2 = Stickers (rood en geel)
3 = Waarschuwingsdriehoek (LRV-bord)
TIP
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers bestaan uit een ondergrond
(verschillende materialen) en een daarop aangebrachte laag van lichtreflecterend materi-
aal.
Procedure en montagepositie afhankelijk van de machine en het land van bestemming ver-
schillend.
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen door slecht zichtbare waarschuwingsborden, waarschu-
wingsdriehoeken, stickers vooral bij duisternis en slecht zicht.
Vervuilde waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers reinigen voordat
met de machine op de openbare weg wordt gereden.
Beschadigde waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers vervangen
voordat met de machine op de openbare weg wordt gereden.
Werkwijze
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers controleren op vervuiling.
Eventuele vuil helemaal verwijderen met een zuur- en alcoholvrije reiniger, een
zachte doek of spons en indien mogelijk met een beetje warm water.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
215
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, stickers controleren op schade.
Door weersinvloeden of door mechanische invloeden beschadigde waarschuwings-
borden, waarschuwingsdriehoeken, stickers onmiddellijk vervangen (zie reserveon-
derdelenlijst).
TIP
Let bij het vervangen van de waarschuwingsborden op de montagerichting van de
strepen!
Voor elk seizoen
Oliepeil controleren
Doseerwielaandrijving controleren op dichtheid en oliepeil voor elk seizoen controleren.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
= doseerwielaandrijving
= Olievulplug /oliepeilstok
= olieaflaatschroef met afdichting
Oliepeil controleren
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond.
Machine horizontaal geparkeerd.
Service en onderhoud
216 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Voorbereiding
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
Peilstok/vulplug eruit schroeven en afvegen.
Oliepeilstok weer inschroeven.
Oliepeilstok weer eruit schroeven en aan de markering het oliepeil aflezen.
1 = onderste markering
2 = bovenste markering
Oliepeil corrigeren wanneer het in de buurt komt van de onderste markering op de olie-
peilstok. Aandrijving in dat geval controleren op olieverlies.
Is het oliepeil ongeveer in het midden tussen de beide markeringen, dan is geen correc-
tie van het oliepeil nodig.
Olie stapsgewijs bijvullen. Oliepeil blijven controleren. Aandrijving niet overmatig
vullen. Zie "Bedrijfsvloeistoffen en vulhoeveelheden" pagina 241.
Peilstok/vulschroef vervolgens weer inschroeven.
Met smeermiddel vervuild poetspapier op correcte wijze afvoeren.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
217
Sensoren controleren
Rijpadenschakeling
De sensor moet op een schakelafstand van 1-3mm ingesteld zijn.
Service en onderhoud
218 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Vulpeilsensor
De sensor moet op een schakelafstand van 1-3mm tot de gewenste schakelhoogte in-
gesteld zijn.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
219
Sensorwiel
De sensor moet op een schakelafstand van 1-3mm ingesteld zijn.
Bij ombouw van het sensorwiel op een andere werkdiepte moet de sensor opnieuw wor-
den ingesteld.
Service en onderhoud
220 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaaiasbewaking
De sensor moet op een schakelafstand van 1-3mm ingesteld zijn.
Snelheidssensor
De sensor moet op een schakelafstand van 1-3mm ingesteld zijn.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
221
Zijaandrijving kettingen
Kettingen opnieuw spannen
Symboolafbeelding zijaandrijving
Voorwaarde
Machine aan een geschikte tractor gemonteerd en beveiligd tegen wegrollen.
Werkwijze
Alle aanwezige kettingen over de kettingspanner met circa 3 - 5 mm speling opnieuw
spannen.
Kettingen oliën
Voorwaarde
Machine aan een geschikte tractor gemonteerd en beveiligd tegen wegrollen.
Machine opgeheven tot het linkerchassiswiel vrij kan draaien.
Werkwijze
Voor het oliën, indien nodig, de kettingen reinigen.
Alle aanwezige kettingen oliën met kettingolie.
Bodemkleppen basisinstelling
Bodemkleppen basisinstelling voor elk seizoen en na reparaties controleren aan zaadtoe-
voersysteem.
Service en onderhoud
222 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
TIP
Is de basisinstelling niet aan alle bodemkleppen van de doseerwielbehuizing gelijk, dan kan
dit leiden tot verlies van zaad en gebreken.
1 = bodemkleppen; aantal afhankelijk van het aantal doseerwielbehuizingen.
Bodemkleppen basisinstelling controleren
Die controle van de basisinstelling moet altijd aan alle bodemkleppen worden uitgevoerd.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Zaadla geopend en onder de doseerwielbehuizingen geschoven. Zie "Zaadla voor do-
seerwielkalibratie / zaadtank legen" pagina 92.
Zaadtank geleegd.
Doseerwielafdekkingen, kappen en reduceerstukken verwijderd. Zie "Afdekkingen en re-
duceerstukken" pagina 113.
Werkwijze
Instelhendel bodemkleppen instellen op stand 1.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
223
Instelkaliber van boven naar onder in de doseerwielbehuizing schuiven.
Let erop dat het instelkaliber tussen het middelste zaaiwiel en de bodemklep wordt ge-
schoven.
Instelkaliber naar onder zwenken tot hij met de uitsparing op de doseerwielbehuizing ligt
Bout (1) slechts zo ver verstellen dat het instelkaliber zonder speling tussen doseerwiel
en bodemklep past.
TIP
De bodemklep niet zo instellen dat deze tegen het instelkaliber wordt gedrukt!
Procedure aan alle bodemkleppen uitvoeren op dezelfde manier.
Service en onderhoud
224 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Doseerwielafdekkingen, kappen en reduceerstukken vervolgens, indien nodig, weer
aanbrengen.
Na elk seizoen (winterstalling)
Bij machines die zonder geschikte roestbescherming worden geparkeerd, kan bij de herinbe-
drijfstelling aan het begin van het seizoen schade aan de machine ontstaan. Machine ten be-
hoeve van een lange levensduur beschermd tegen stofafzettingen door kunstmest en zaad-
behandelingsmiddel, en niet in de buurt van stallen tegen weersinvloeden beschermd parke-
ren.
AANWIJZING
Roestschade aan blanke machinedelen zonder roestbescherming!
Als blanke machinedelen niet worden geconserveerd, kan bij de herinbedrijfstelling schade
door roestvorming ontstaan.
Blanke zuigerstangen van hydraulische cilinders vóór de winterstalling van de machine
reinigen en conserveren met universeel vet.
Asstompen op transmissies en profielen van cardanassen vóór de winterstalling van de
machine reinigen en conserveren met universeel vet.
Alle smeerpunten volgens de onderhoudsinstructies smeren vóór de winterstalling. Zie
ook het hoofdstuk Verzorging en onderhoud.
Zaadtank-reiniging
Indien nodig
na elk seizoen
1 = zaadtank
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
225
WAARSCHUWING
Zaad-beits is giftig en kan de ogen, luchtwegen en huid irriteren!
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsbril, mondmasker en vei-
ligheidshandschoenen.
AANWIJZING
Corrosie onder invloed van water en reinigingsmiddelen!
Machineonderdelen binnen de behuizingen en tanks alleen droog reinigen.
Indien water moet worden gebruikt voor de reiniging dan moet men tank of behuizing
goed laten drogen voordat deze weer gesloten worden.
Voorwaarde
Machine op een vaste, stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Zaadtank volledig geleegd Zie "Zaadtank legen" pagina 201.
Voorbereiding
• Borstel
Industriële stofzuiger
Eventueel warm water met zacht, normaal gesproken reinigingsmiddel.
Werkwijze
Toegangstrapje neerklappen, laadplatform betreden en scharnierdeksel openen Zie
"Zaadtank scharnierdeksel openen / sluiten" pagina 85.
Zaadtank reinigen met borstel en stofzuiger.
Scharnierdeksel van de zaadtank sluiten.
Buitenkant machine reinigen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
• Hogedrukreiniger
• Conserveringsolie
Werkwijze
1 Met hogedrukreiniger grondig reinigen.
Service en onderhoud
226 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
AANWIJZING
Machineonderdelen kunnen beschadigd raken door hogedrukreinigers.
Watertemperatuur maximal 80°C / 176°F
Geen rondstraal-sproeiers, vuilfrezen of powerspuiters gebruiken.
Bewaar minimaal ca. 30 cm afstand tussen de hogedrukspuit en het oppervlak.
Tijdens de reinigingsprocedure waterstraal altijd in beweging houden.
Waterstraal niet rechtstreeks op elektrische of hydraulische componenten, lagers,
aanzuigopeningen, cardanassen, stickers en banden richten.
2 Machine goed laten drogen na vochtig reinigen.
3 Repareer eventueel aanwezige lakschade.
4 Blanke machinedelen met conserveringsolie insmeren/inspuiten.
5 Waarschuwingspictogram controleren op volledigheid en eventueel vervangen.
Indien nodig
Terminal reinigen
AANWIJZING
Schade aan de terminal!
Terminals van de besturing zijn niet waterdicht, daarom terminal nooit onderdompelen
in vloeistoffen voor reiniging.
AANWIJZING
Materiële schade aan de terminal!
Voor het reinigen geen oplosmiddelen zoals aceton, nitroverdunner, benzine of iets der-
gelijks gebruiken.
Voorbereiding
Mild schoonmaakmiddel
Zachte reinigingsdoek
Werkwijze
Terminal reinigen met een vochtige poetsdoek en wat schoonmaakmiddel.
Zaadtank-reiniging
Indien nodig
na elk seizoen
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
227
1 = zaadtank
WAARSCHUWING
Zaad-beits is giftig en kan de ogen, luchtwegen en huid irriteren!
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen zoals veiligheidsbril, mondmasker en vei-
ligheidshandschoenen.
AANWIJZING
Corrosie onder invloed van water en reinigingsmiddelen!
Machineonderdelen binnen de behuizingen en tanks alleen droog reinigen.
Indien water moet worden gebruikt voor de reiniging dan moet men tank of behuizing
goed laten drogen voordat deze weer gesloten worden.
Voorwaarde
Machine op een vaste, stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Zaadtank volledig geleegd Zie "Zaadtank legen" pagina 201.
Voorbereiding
• Borstel
Industriële stofzuiger
Eventueel warm water met zacht, normaal gesproken reinigingsmiddel.
Werkwijze
Toegangstrapje neerklappen, laadplatform betreden en scharnierdeksel openen Zie
"Zaadtank scharnierdeksel openen / sluiten" pagina 85.
Zaadtank reinigen met borstel en stofzuiger.
Service en onderhoud
228 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Scharnierdeksel van de zaadtank sluiten.
Drukrol wisselen
De drukrol is een essentieel onderdeel van de zaadverdeling en moet bij beschadiging on-
middellijk worden vervangen.
Als defecte drukrollen niet worden vervangen, kan dit leiden tot zaadverlies door gebrekkige
zaadverdeling.
Mogelijke schade
Drukrollager loopt te zwaar
Drukrollager loopt niet rond
Poreuze, ingescheurde loopvlakken
Gebroken velgen
Drukrollen vervangen
Voorwaarde
Machine geparkeerd in de werkpositie en beveiligd tegen wegrollen
Zaairail licht geheven
Werkwijze
Montage-instelling van de drukrol invoeren.
Moer en schijf verwijderen en drukrol verwijderen.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
229
Nieuwe drukrol (zie reserveonderdelenlijst) in omgekeerde volgorde monteren. Moer
met draaimomentsleutel en 50 Nm vastdraaien.
Spoortrekker botsingsbeveiliging
De spoortrekkers zijn ter bescherming tegen schade uitgerust met een breekbout. De bout
moet bij losmaken van de botsingsbeveiliging worden vervangen.
Symboolafbeelding rechterspoortrekker
Breekbout vervangen
Werkwijze
Eventuele schroevenresten verwijderen.
Service en onderhoud
230 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Spoortrekker naar voren drukken.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade
Door inbouw van niet geschikte schroeven zonder gedefinieerd breekpunt kan schade
ontstaan aan de spoortrekkers wanneer de botsingsbeveiliging opnieuw wordt aange-
sproken.
Alleen originele reserveonderdelen van PÖTTINGER gebruiken.
Symboolafbeelding
Nieuwe bout, moer aanbrengen en vastdraaien. Zie reserveonderdelenlijst.
Wielspoorwisser
De slijtpunten aan de wielspoorwissers moeten uiterlijk worden vervangen als door slijtage
geen bevredigend resultaat meer kan worden bereikt.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
231
Slijtpunt vervangen
TIP
De slijtpunt kan ook worden vervangen als de spoorwisser in de transportpositie staat.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en licht opgeheven.
Machine beveiligd tegen onverwacht zakken.
Werkwijze
Moeren losdraaien, schroeven en slijtpunt verwijderen.
Nieuwe slijtpunt (en, indien nodig, nieuwe schroeven en moeren - zie reserveonderde-
lenlijst) in omgekeerde volgorde monteren en schroeven vastdraaien.
Tractor-wielspoorwisser (optie)
De slijtpunten aan de wielspoorwissers moeten uiterlijk worden vervangen als door slijtage
geen bevredigend resultaat meer kan worden bereikt.
Afbeelding toont de rechter wielspoorwisser.
Service en onderhoud
232 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Slijtpunten vervangen
Voorwaarden
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Spoorwisser in de transportpositie geheven.
Werkwijze
Schroeven losdraaien en slijtpunt verwijderen.
Nieuwe slijtpunt (en, indien nodig, nieuwe schroeven en moeren - zie reserveonderde-
lenlijst) in omgekeerde volgorde monteren en schroeven vastdraaien.
Procedure herhalen bij alle spoorwissertanden.
Slijtagegrens van tanden van de na-eg
De slijtagegrens van de tanden van de na-eg is bereikt wanneer in de diepste en steilste in-
stelling geen bevredigend resultaat meer wordt bereikt. De tanden van de na-eg moeten dan
worden vervangen.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
233
Tanden van de na-eg vervangen
1 = zeskantschroeven
2 = schijf
3 = klemplaat
4 = beugelschroef hoekig
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Na-eg ontlast.
Tandbeveiliging verwijderd.
Werkwijze
Beugelschroef afschroeven en aparte onderdelen verwijderen. Versleten tanden van de
na-eg afvoeren.
TIP
Wij adviseren de montagepositie van de tanden van de na-eg voor demontage te note-
ren, dat vergemakkelijkt de montage van de nieuwe tanden van de na-eg.
Service en onderhoud
234 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Nieuwe tanden van de na-eg (zie lijst reserveonderdelen) in omgekeerde volgorde op
dezelfde positie monteren en beugelschroef vastzetten.
Procedure aan alle tanden van de na-eg op dezelfde wijze uitvoeren.
Eenschijfskouter afstrijker
De afstrijkers hebben hun slijtagegrens bereikt als het reinigingsresultaat aan de ruimschijf
ondanks bijstellen nog te wensen over laat. In dit geval moeten de afstrijkers worden vervan-
gen.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
235
Afstrijkers vervangen
1 = ruimschijf
2 = afstrijker
3 = contramoer
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Werkwijze
As van de ruimschijf met inbussleutel vasthouden en de contramoer (3) losdraaien.
Bevestigingsschroeven (4) verwijderen en ruimschijf afnemen.
Service en onderhoud
236 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Afstrijker verwijderen.
Nieuwe afstrijker (zie reserveonderdelenlijst) in omgekeerde volgorde monteren.
Nieuwe afstrijker instellen. Zie "Afstrijker instellen" pagina 237.
Afstrijker instellen
Om een optimale werking te garanderen, moet de afstrijker als volgt worden ingesteld.
Afstrijker instellen
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Zaaionderdelen gereinigd.
Contramoer (3) losdraaien indien reeds vastgezet.
Afstrijker zo instellen dat de afstrijkerkop op circa 30mm van de buitenkant van de ruim-
schijf ligt. De van kogellagers voorziene afstrijkerkop moet op betrouwbare wijze worden
aangedreven door de ruimschijf.
TIP
Draait de afstrijker niet mee met de ruimschijf, dan zal de afstrijker sterk slijten aan één
zijde en daardoor in korte tijd onbruikbaar worden. In dit geval moet de afstrijker on-
middellijk worden vervangen.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
237
Contramoer weer aanhalen.
Ruimschijf draaien, de instelling controleren en eventueel herhalen.
Procedure aan alle afstrijkers op dezelfde wijze uitvoeren.
Na bedrijfsduur
Na 8 bedrijfsuren
Wielmoeren aandraaien
Na de eerste 8 bedrijfsuren de wielmoeren vastdraaien.
Iedere 100 bedrijfsuren
Smeerpunten smeren
Te gebruiken smeermiddel, zie lijst met bedrijfsvloeistoffen Zie "Bedrijfsvloeistoffen en vul-
hoeveelheden" pagina 241.
Werkwijze
Smeerpunten met smeernippels
Tandschijfnaven van de rijpaden- en spoortrekker (optie) aan beide zijden van de ma-
chine.
Hefarmen van de rijpadmarkeur (optie) aan beide zijden van de machine.
Service en onderhoud
238 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Mechanische kouterdrukverstelling.
Elke 3000 hectare of elke 10 jaar
Transmissieolie verversen
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
Service en onderhoud
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
239
= doseerwielaandrijving
= Olievulplug /oliepeilstok
= olieaflaatschroef met afdichting
Voorbereiding
Transmissieolie en hoeveelheid Zie "Bedrijfsvloeistoffen en vulhoeveelheden" pagi-
na 241.
Nieuwe afdichting voor de olieaflaatschroef (zie reserveonderdelenlijst).
Opvangbak afgewerkte olie
• Vultrechter
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
Machine horizontaal neerzetten.
Peilstok/vulschroef eruit schroeven en schoonvegen.
Plaats de opvangbak onder de aftapschroef.
Aftapplug verwijderen en smeermiddel volledig weg laten lopen.
Smeermiddel helemaal laten uitlopen. Bij koud smeermiddel langer wachten.
Aftapplug reinigen, met nieuwe dichting inschroeven en aanhalen.
Smeermiddel stapsgewijs bijvullen. Vulniveau blijven controleren. Niet overmatig vullen.
Peilstok/vulschroef vervolgens weer inschroeven.
Controleer dichtheid.
Met smeermiddel vervuild poetspapier op correcte wijze afvoeren.
Service en onderhoud
240 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Specificatie bedrijfsvloeistof
TIP
Door PÖTTINGER Landtechnik G.m.b.H. voorgeschreven minimumkwaliteitsnormen voor
bedrijfsvloeistoffen die op PÖTTINGER machines wordt gebruikt.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Als bedrijfsvloeistoffen worden gebruikt met lagere kwaliteitsnormen dan voorgeschre-
ven, kan dit leiden tot schade aan de machine.
Bedrijfsvloeistof-
kengetal
Volgens smeer-
schema
Omschrijving Specificatie
I Hydraulische olie HLP DIN 51524 deel 2
II Motorolie SAE 30 conform API CD/SF
III Transmissieolie SAE 90 of SAE 85W – 140 conform API-
GL 4 of API-GL 5
IV Lithiumvet DIN 51 502, KP 2K
V Vloeibare transmissieolie DIN 51 502:GOH
VI Complex vet DIN 51 502:KP 1R
VII Transmissieolie SAE 90 of SAE 85W – 140 volgens API-GL
5
Bedrijfsvloeistoffen en vulhoeveelheden
Waar Wat Specificatie Hoeveelheid
Doseerwielaandrijving Transmissieolie HLP-32… 2,5 liter
Sterwielketting Kettingvet Zoals gebruikelijk op de
markt
Indien nodig
Smeerpunten (ook met
smeernippels)
Universeel lithium-
vet
NLGI 12 Indien nodig
Zijaandrijving kettingen Kettingolie Zoals gebruikelijk op de
markt
Indien nodig
Smeermiddelen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
241
Wat te doen als ...
Deze sectie bevat een beschrijving van mogelijke storingen en aanbevelingen om deze te
corrigeren. Als de machine niet kan worden hersteld met de aanbevolen maatregelen, moet
u contact opnemen met uw dealer.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij werkzaamheden aan de machine!
De machine moet worden geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond.
Tractormotor uitschakelen, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Machine beveiligen tegen kantelen en wegrollen.
Voer de werkzaamheden alleen uit terwijl de aandrijving stilstaat en de machine volle-
dig is neergelaten.
Bij werkzaamheden aan de geheven machine geschikte steunelementen gebruiken te-
gen onbedoeld zakken/zwenken.
Werkgebied zo beveiligen dat dit gebied niet door derden / onbevoegde mensen kan
worden betreden.
Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsbril en handschoenen gebruiken.
Na alle werkzaamheden de werking van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen
controleren en alle losgedraaide schroefverbindingen controleren op stevig vastzitten.
Alarmmeldingen COMPASS Terminal
Alarmmeldingen duiden op de overschrijding of onderschrijding van instelpunten en worden
automatisch uitgeschakeld zodra de oorzaak weggenomen is.
Alarmmeldingen kunnen tijdelijk handmatig uitgeschakeld worden.
TIP
De softwareversie en de alarmcode worden bij elk alarmmelding of berichtmelding weerge-
geven in de bovenrand van het beeldscherm!
Alarmmeldingen tijdelijk handmatig uitschakelen
Alarmmelding kort uitschakelen.
Knop aanraken.
Geselecteerde alarmmelding tot de volgende nieuwe terminal-start uitschakelen.
Knop 5 seconden aanraken.
Zaadtank: Vulpeil te laag
De melding wordt als tekst weergegeven
Oorzaken en oplossing
Zaadtank is leeg.
Raad en daad
242 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Zaadtank vullen. Daarbij rekening houden met de capaciteit van de tank en het toe-
gelaten totaalgewicht.
Er is een signaalfout.
Stekkeraansluitingen van de sensorkabel controleren op correcte aansluiting.
Controleren of sensor vastzit.
Sensor defect. Laten vervangen door service-werkplaats.
Doseerwiel: Toerental zaaias te laag of staat stil
De melding wordt als tekst weergegeven
Oorzaken en oplossing
Ideale toerental langer dan vooringesteld te laag.
Mogelijke blokkade van zaaias / doseerwiel.
Hele aandrijfketting naar zaaias controleren op blokkeringen.
Ingestelde schakeltijd te kort.
Hoofdstuk ‘Controle van machinefuncties’ deel ‘doseerwieltoerental (zaaiastoeren-
tal) controle instellen’ ingestelde schakeltijd verhogen - Of (niet aanbevolen!) Con-
trole tijdelijk uitschakelen.
De fout doet zich alleen voor bij zeer kleine zaadhoeveelheden per hectare (bijv. bij
koolzaad) en de schakeltijd is reeds verhoogd.
Update op softwareversie 3.36 uitvoeren.
Er is een signaalfout.
Stekkeraansluitingen van de sensorkabel controleren op correcte aansluiting.
Controleren of sensor vastzit.
Sensor defect. Laten vervangen door service-werkplaats.
Terminal niet actief
Beeldscherm blijft na het inschakelen donker
Oorzaken en oplossing
Zekering defect.
Door zekering zelfde specificatie vervangen.
Er is een contactfout.
Terminal uit- en weer inschakelen.
Kabelstekker controleren op correcte aansluiting.
Accu leeg of defect (draadloze terminals).
Accu opladen of vervangen.
Terminal in laadstation zetten en inschakelen.
Terminal defect. Laten vervangen of repareren door service-werkplaats.
Raad en daad
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
243
Andere fouten en oplossingen
Doseerwielkalibratie
Bij de doseerwielkalibratie komt het weergegeven aantal omwentelingen aan de Compass-
terminal niet overeen met het ingevoerde aantal slingeromwentelingen.
Oorzaken en oplossing
100m kalibratie niet uitgevoerd.
100m kalibratie uitvoeren. Zie hoofdstuk ‘100m kalibratie uitvoeren’.
Oude software geïnstalleerd.
Compass-terminal update op softwareversie 3.36 uitvoeren
Er is een signaalfout.
Stekkeraansluitingen van de sensorkabel controleren op correcte aansluiting.
Controleren of sensor vastzit.
Sensor defect. Laten vervangen door service-werkplaats.
Rijpadenschakeling
Bij stoppen op het veld wordt het rijpad doorgeschakeld, hoewel de machine niet in kopak-
kerpositie geheven werd.
Oorzaken en oplossing
De rijpadenschakeling is ingesteld op de trigger hectareteller. In dit geval wordt het rij-
pad doorgeschakeld, omdat de transmissiesensor geen omwentelingspulsen zendt naar
de besturing.
Van trigger hectareteller omschakelen op trigger sterwiel, spoortrekker of signaal-
contactdoos. Zie hoofdstuk ‘Rijpadenschakeling trigger instellen’.
Verlichting
Verlichting werkt niet
Oorzaken en oplossing
Zekering defect.
Door zekering zelfde specificatie vervangen.
Er is een contactfout van de kabel.
De verlichting uit- en weer inschakelen.
Kabelstekker controleren op correcte aansluiting.
Kabel defect. Laten vervangen of repareren door service-werkplaats.
Verlichting werkt gedeeltelijk niet
Verlichting defect.
Door verlichting zelfde specificatie vervangen.
Raad en daad
244 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Bij ledverlichting kunnen lampen misschien niet vervangen worden (bijv. contour-
verlichting). In dit geval verlichting laten vervangen door de servicedealer.
Er is een contactfout van de kabel.
De verlichting uit- en weer inschakelen.
Kabelstekker controleren op correcte aansluiting.
Kabel defect. Laten vervangen of repareren door service-werkplaats.
Zekering defect.
Door zekering zelfde specificatie vervangen.
Relais defect. Laten vervangen door service-werkplaats
Noodbediening
In geval van een defect aan de elektronica, kan de machine toch nog worden gebruikt via
noodbediening. In dit geval zijn alle elektrische comfortfuncties buiten bedrijf.
Het defect zo snel mogelijk laten repareren.
Elektrische instelling zaaihoeveelheid omschakelen naar handmatig
Bij uitval van de elektronica instelling zaaihoeveelheid kan de zaaihoeveelheid handmatig
worden ingesteld.
Daarvoor moet de servomotor worden losgekoppeld van de transmissie en de bedienings-
hendel voor de handmatige instelling worden gemonteerd.
Voorwaarde
Zaaimachine geparkeerd in de werkpositie en beveiligd tegen wegrollen.
Raad en daad
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
245
Werkwijze
Servomotor en transmissie loskoppelen
1 Verbinding tussen servomotor en instelhendel losmaken door de bout (1) te verwijderen.
2 Verbinding tussen servomotor en instelhendel losmaken door de bout (2) te verwijderen.
3 Instelhendel (3) en flensbus (4) verwijderen.
Raad en daad
246 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
4 Wijzerhouder volledig naar onder schuiven.
TIP
De ingestelde zaaihoeveelheid kan in dit geval alleen op de schaal aan de behuizing van
de zijaandrijving of aan de terminal worden afgelezen.
Hefboom monteren
1. Poortscharnierbout M10x30
2. Schijf 13/24x2,5
3. Schijf 10,5/21x2
4. Koordgreep M10
Raad en daad
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
247
5. Tensilock-bout M8x20
6. Zeskantmoer met bus M8
Deksel aan de zijaandrijving openen.
Hendel monteren.
Instellingen uitvoeren zoals bij handmatige instelling zaaihoeveelheid. Zie "Doseerwie-
laandrijving handmatig instellen" pagina 116.
Raad en daad
248 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Sensoren probleemoplossing
Naderingsschakelaar, toerentalgeversensoren, toerentalopnemersensoren, optische senso-
ren
Defecte sensoren moeten worden vervangen door een service-werkplaats voordat de machi-
ne opnieuw wordt gebruikt.
Mogelijke fouten
Sensor Fout Maatregel
Naderingsschakelaar
(detectie van klap-
en verschuifbewegin-
gen)
Sensor reageert
niet
1. Controleren of de sensor goed vastzit
2. Afstand van de sensorkop tot de signaaltrig-
ger controleren. De afstand moet 1-3 mm be-
dragen.
3. Sensorkabel stekker en bijbehorende kabel-
streng controleren op schade.
Toerentalgever- en
toerentalopnemers-
ensoren (detectie
van beweging en
snelheid)
Ongelijkmatige
toerentallen of
stilstand van het
betreffende on-
derdeel
1. Controleren of de sensor goed vastzit
2. Mechanische fouten uitsluiten
3. Afstand van de sensorkop tot de signaaltrig-
ger controleren. De afstand moet 1-3 mm be-
dragen.
Optische sensoren
(detectie van slagvo-
lumes)
Sensorstatusled
gaat voortdu-
rend rood bran-
den
1. Veiligstellen dat er geen verstopping is.
2. Binnenzijde sensorbuis reinigen.
3. Sensorkabel stekker en bijbehorende kabel-
streng controleren op schade.
Sensoren
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
249
Aansluitschema"s
Elektrische installatie
Kleurcodelijst
Kleurcode Kleur
br bruin
bl blauw
zw zwart
ws wit
rd rood
EL grijs
ge geel
vi violet
rz roze
or oranje
gn groen
Plannen
250 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Aansluitsituatie verdeelkast (met 2 vulpeilsensoren voor de zaadtank)
Plannen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
251
Toewijzing van de aansluitingen
Aansluiting Functie
S1 Zaaias
S2 Rijpadensensor links
S3 Hectareteller
S4 Werkpositie
S5 Mechanische instelling zaaihoeveelheid
S6 -
S7 Vulpeilsensor links
S8 Vulpeilsensor rechts
Y1 Rijpadmarkeur
Y2 Servomotor zaadhoeveelheid
Y3 Servomotor rijpaden
Y4 Servomotor rijpaden
Plannen
252 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Kabelboom (2 zaadtank vulpeilsensoren)
Plannen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
253
Toewijzing van de aansluitingen kabelboom (2 zaadtank vulpeilsensoren)
Plannen
254 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Toewijzing van de aansluitingen
Aansluiting Functie
S1 Kopakkersensor
S5 Radarsensor
S6.1 Vulpeilsensor
S6.2 Vulpeilsensor
S8 Zaaias toerental
S9 Motor toerental
S12 Zaaiasbewaking
S15 Externe kalibratieschakelaar
S17 Schakelaar M5
ST1 42 pol. stekker
M5 Motor PBM
PX1 Verlichting
Y15 Rijpadmarkeur
Plannen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
255
Aansluitsituatie verdeelkast met 2 vulpeilsensoren voor de zaadtank (detail)
Plannen
256 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Schakelschema speciale rijpaden
Toewijzing van de aansluitingen
Aansluiting Functie
S1 Zaaias
S2 Rijpadensensor links
Plannen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
257
Aansluiting Functie
S3 Hectareteller
S4 Werkpositie
S5 Servomotor
S6 Instelling zaaihoeveelheid
S7 Vulpeilsensor links
S8 Vulpeilsensor rechts
Y1 Rijpadmarkeur
Y2 Servomotor zaadhoeveelheid
Y3 Servomotor rijpaden
Y4 Servomotor rijpaden
Plannen
258 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Toewijzing van de aansluitingen COMPASS terminal
Toewijzing van de aansluitingen
Aansluiting Functie
1 Sensor GND
2 Ingang 7
3 Power GND
4 -
Plannen
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
259
Aansluiting Functie
5 -
6 Power GND
7 Uitgang 2
8 Sensor UB
9 Ingang 8
10 Ingang 6
11 Ingang 5
12 Ingang 1
13 Ingang 3
14 Ingang 4
15 Ingang 2
16 LIN
17 Uitgang 5
18 Uitgang 1
19 Uitgang 3
20 Uitgang 4
Sensor bedrading
Sensor bedrading kleurcode
Kleurcode Kleur
blauw GND
zwart Signaal
bruin +12V
Plannen
260 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Waarschuwingssymbool Engels VS / CANADA
Vervolgens worden posities en betekenissen van alle gebruikte waarschuwingssymbolen
weergegeven.
TIP
Waarschuwingssymbool (pictogrammen) geven resterende gevaren aan en hoe deze te
vermijden.
Beschadigde of verloren gegane waarschuwingssymbolen moeten worden vervangen.
Worden machineonderdelen met opgeplakte waarschuwingssymbolen vervangen, moeten
op de nieuwe delen de juiste waarschuwingssymbolen worden geplakt.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ombouwset met waarschu-
wingssymbolen (voor het aanpassen aan lokaal geldende voorschriften) naar keuze in het
Engels of Frans bij PÖTTINGER verkrijgbaar! Zie ook ‘Aanvulling op de gebruiksaanwijzing
voor VS / CANADA’.
Waarschuwingssymbolen VS CANADA
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
261
Pos. Waarschuwingssymbool Pos. Waarschuwingssymbool
1 3
2 4
Veilig slepen van lasten
De remweg neemt toe met de snelheid en het gewicht van de getrokken lasten en op dalin-
gen. Getrokken, geremde of ongeremde lasten die voor de tractor te zwaar zijn of te snel
worden getrokken, kunnen leiden tot verlies van controle. Houd rekening met het totale ge-
wicht van het werktuig en de lading. Houd u aan deze aanbevolen maximumsnelheden op de
weg of aan de plaatselijke snelheidsbeperkingen, die lager kunnen zijn. Verlaag de snelheid
ook bij slechte wegomstandigheden of slecht weer.
Als het getrokken werktuig niet over remmen beschikt, rijd u niet sneller dan 32 km/h (20
mph) en sleept u geen lasten die zwaarder zijn dan het 1,5-voudige van het tractorge-
wicht.
Als het getrokken werktuig over een remsysteem met een bedieningsleiding en een
hulpleiding beschikt, rijd u niet sneller dan 40 km/h (25 mph) en sleept u geen lasten die
zwaarder zijn dan het 4,5-voudige van het tractorgewicht.
Als het getrokken werktuig alleen over een remsysteem met een bedieningsleiding be-
schikt, rijd u niet sneller dan 40 km/h (25 mph) en sleept u geen lasten die zwaarder zijn
dan het 1,5-voudige van het tractorgewicht.
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
262 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
Als u niet weet over welk remsysteem het werktuig beschikt, raadpleeg dan de gebruiksaan-
wijzing of vraag het de eigenaar of uw dealer. Zolang u niet zeker bent van het type remsys-
teem, mag de getrokken last niet zwaarder zijn dan het 1,5-voudige van het tractorgewicht.
Zorg ervoor dat de lading de aanbevolen gewichtsverhouding niet overschrijdt. Voeg ballast
toe tot het voor de tractor aanbevolen maximum, verminder de lading of neem een zwaarder
trekkend voertuig. De tractor moet zwaar en krachtig genoeg zijn en over voldoende remver-
mogen voor de getrokken last beschikken. Wees bij het slepen van lasten in ongunstige bo-
demomstandigheden, bij het keren en over hellingen extra voorzichtig.
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
8612.nl.80V.0 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /CLASSIC |
263
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
264 | Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing VITASEM 302 /
CLASSIC
8612.nl.80V.0
PÖTTINGER servicesteunpunten
Oostenrijk
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Telefoon+43 7248 600-0
Fax+43 7248 600-2513
Duitsland Zuid
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Deutschland Süd
Justus-von-Liebig-Str. 6
D-86899 Landsberg am Lech
Telefoon+49 8191 9299-0
Fax+49 8191 59656
Duitsland Noord
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Deutschland Nord
Steinbecker Str. 15
D-49509 Recke
Telefoon+49 5453 9114-0
Fax+49 5453 9114-14
France
PÖTTINGER France S.a.r.l.
La Chapelle 129b
68650 Le Bonhomme
Telefoon+33 389 472830
Fax+33 389 472839
Italia
POETTINGER Italia s.r.l.
Via E. Fermi, 6 - Loc. Polignano
29010 San Pietro in Cerro/PC
8612.nl.80V.0
Telefoon+39 0523 838012
Fax+39 0523 838253
Polska
PÖTTINGER Polska sp.z.o.o
ul. Skawinska 22
61333 Poznan
Telefoon+48 618700555
United Kingdom
Alois POTTINGER UK Ltd.
St. Marks Road 15
NN18AN Corby
Telefoon+44 1536 272220
Fax+44 1536 206220
Ireland
POETTINGER Ireland Ltd.
Glenaleamy, Powerstown Road
E91 D326 Clonmel/Co. Tipperary
Telefoon+353 52 6125766
Україна
PÖTTINGER Ukraine LLC
Prywokzalna vulitsa 50, Office 215
08300 Boryspil/Kyyivsʹka obl.
Telefoon+38 04595 710 42
Fax+38 04595 710 42
Россия
OOO ‘POETTINGER’
Bachruschin Str. 32/1
115054 Moskau
Telefoon+7 495 646 89 15
8612.nl.80V.0
Fax+7 495 646 89 16
Canada
POETTINGER Canada Inc.
460 Rue Robinson Sud
J2G 7N6 Granby/QC
Telefoon+1 450 372 5595
Fax+1 866 417 1683
United States
POETTINGER US, Inc.
393 Pilot drive
46383 Valparaiso/IN
Telefoon+1 219 510 5534
Fax+1 219 707 5412
Australië
POETTINGER Australia Pty Ltd.
11 Efficient Drive
3029 TRUGANINA VIC
Telefoon+61 3 8353 2770
Fax+61 3 8353 2773
België
PÖTTINGER Belgium BV / SRL
Avenue Adolphe Lacomblé 69-71 (boite 5)
1030 Bruxelles
Telefoon+32 2 894 41 61
Denemarken
PÖTTINGER Scandinavia ApS
c/o LEAD Advokatpartnerselskab
Store Kongensgade 40H, 2.
1264 København K
8612.nl.80V.0
Telefoon+46 7063 83133
Zwitserland
Mellingerstrasse 11
5413 Birmenstorf
Telefoon+41 56 201 41 60
Slowakije
A.PÖTTINGER Slovakia s.r.o.
Hollého 46
909 01 Skalica
8612.nl.80V.0
PÖTTINGER Servicepartner
Ons fijnmazige, wereldwijde net van service-vakhandelaren staat volledig tot uw beschikking.
Doordat er altijd een PÖTTINGER-dealer in de buurt is, bent u verzekerd van een snelle le-
vering van vervangende onderdelen. Bovendien wordt uw machine afgeleverd en ingesteld
door vakkundige medewerkers.
Onze service:
Regelmatige bijscholing zorgt voor vakkundig personeel.
24 uur per dag "ORIGINAL INSIDE" onderdelen online bestellen.
Langdurige beschikbaarheid van reserveonderdelen.
en nog veel meer ...
Informeer bij uw servicedealer of ga naar www.poettinger.at
8612.nl.80V.0
8612.nl.80V.0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270

Pottinger VITASEM 302 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor