HP Elite 7000 Microtower PC Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding Problemen oplossen
HP Elite 7000 MT serie pc's
© Copyright 2009 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De informatie
in deze publicatie kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Problemen oplossen
HP Elite 7000 MT serie pc's
Eerste editie, oktober 2009
Artikelnummer van document: 578994-331
Over deze handleiding
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van
de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWW iii
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Diagnosevoorzieningen voor de computer
Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics ............................................................................................ 1
HP Vision Field Diagnostics openen .................................................................................... 1
Tabblad Survey (Verkenning) .............................................................................................. 2
Tabblad Test ........................................................................................................................ 3
Tabblad Status ..................................................................................................................... 3
Tabblad History (Geschiedenis) .......................................................................................... 4
Tabblad Errors (Fouten) ...................................................................................................... 4
Tabblad Help ....................................................................................................................... 4
Informatie opslaan en afdrukken in HP Vision Field Diagnostics ........................................ 5
Recentste versie van HP Vision Field Diagnostics downloaden .......................................... 5
Software beschermen .......................................................................................................................... 6
2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Veiligheid en comfort ............................................................................................................................ 7
Voordat u belt voor technische ondersteuning ..................................................................................... 7
Tips ....................................................................................................................................................... 8
Algemene problemen oplossen .......................................................................................................... 10
Problemen met de elektrische voeding oplossen ............................................................................... 13
Problemen met de vaste schijf oplossen ............................................................................................ 14
Problemen met mediakaartlezers oplossen ....................................................................................... 15
Problemen met het beeldscherm oplossen ........................................................................................ 17
Problemen met audio oplossen .......................................................................................................... 21
Problemen met printers oplossen ....................................................................................................... 23
Problemen met toetsenbord en muis oplossen .................................................................................. 24
Problemen met de installatie van hardware ....................................................................................... 26
Problemen met netwerken oplossen .................................................................................................. 28
Problemen met het geheugen oplossen ............................................................................................. 31
Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen ...................................................................... 33
Problemen met USB-flashdrive oplossen ........................................................................................... 35
Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen ...................................................................... 36
Problemen met de internettoegang oplossen ..................................................................................... 37
Problemen met de software oplossen ................................................................................................ 39
POST-geluidssignalen interpreteren .................................................................................................. 40
Wachtwoordjumper opnieuw instellen ................................................................................................ 41
CMOS-jumper opnieuw instellen ........................................................................................................ 42
Contact opnemen met een HP Business of Service Partner .............................................................. 43
NLWW v
Index ................................................................................................................................................................... 44
vi NLWW
1 Diagnosevoorzieningen voor de
computer
Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics
OPMERKING: Bij bepaalde computermodellen wordt HP Vision Field Diagnostics meegeleverd op
cd.
Met het hulpprogramma Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics kunt u informatie weergeven over de
hardwareconfiguratie van de computer en hardwarediagnosetests uitvoeren op de subsystemen van
de computer. Met het hulpprogramma kunnen hardwareproblemen eenvoudig en effectief worden
herkend, gediagnosticeerd en geïsoleerd.
Wanneer u HP Vision Field Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit
tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey
(Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer.
Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor
diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan
worden opgeslagen in een HTML-bestand op een USB-flashdrive.
Gebruik HP Vision Field Diagnostics om vast te stellen of alle apparaten die in de computer zijn
geïnstalleerd, worden herkend door het systeem en correct werken. Hoewel het uitvoeren van tests
optioneel is, is het raadzaam tests uit te voeren nadat u een nieuw apparaat heeft geïnstalleerd of
aangesloten.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand
heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: Apparaten van derden worden mogelijk niet gedetecteerd door HP Vision Field
Diagnostics.
HP Vision Field Diagnostics openen
U start HP Vision Field Diagnostics door een set herstelschijven te maken en vervolgens op te starten
vanaf de cd met het hulpprogramma. U kunt het ook downloaden vanaf
http://www.hp.com en branden
naar cd of installeren op een USB-flashdrive. Raadpleeg
Recentste versie van HP Vision Field
Diagnostics downloaden op pagina 5 voor meer informatie.
OPMERKING: Bij sommige modellen wordt HP Vision Field meegeleverd als onderdeel van de
herstelschijven.
Als u HP Vision Field Diagnostics al heeft gedownload naar een cd of USB-flashdrive, begint u de
volgende procedure bij stap 2.
1. Ga in Windows Explorer naar C:\SWSetup\ISOs en brand het bestand Vision Diagnostics.ISO
op een cd of kopieer het naar een USB-flashdrive.
2. Plaats de cd in de optischeschijfeenheid of de USB-flashdrive in een USB-poort van de computer
terwijl deze is ingeschakeld.
NLWW Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics 1
3. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
4. Zet de computer aan. Het systeem start HP Vision Field Diagnostics.
OPMERKING: Als het systeem niet opstart vanaf de cd in de optischeschijfeenheid of vanaf de
USB-flashdrive, moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup (F10)
(Computerinstellingen) wijzigen. Raadpleeg de
Handleiding Computerinstellingen
voor meer
informatie.
5. Selecteer in het opstartmenu het hulpprogramma HP Vision Field Diagnostics om de
verschillende hardwareonderdelen in de computer te testen of het hulpprogramma HP Memory
Test om alleen het geheugen te testen.
OPMERKING: HP Memory Test is een uitgebreid diagnosehulpprogramma voor het geheugen
dat wordt uitgevoerd als standalone applicatie, buiten HP Vision Field Diagnostics om.
6. Als u HP Vision Field Diagnostics uitvoert, selecteert u de gewenste taal en klikt u op
Continue (Doorgaan).
7. Selecteer op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers Agree (Akkoord) om aan
te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Vision Field Diagnostics wordt
gestart en het tabblad Survey (Verkenning) wordt weergegeven.
Tabblad Survey (Verkenning)
Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u de weergave Summary (Samenvatting) selecteren om
beperkte configuratiegegevens weer te geven, of de weergave Advanced (Geavanceerd) selecteren
om alle gegevens in de geselecteerde categorie weer te geven. Het weergaveniveau is standaard
ingesteld op Overview (Overzicht). In dit niveau wordt algemene informatie weergegeven over alle
onderdeelcategorieën.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Activabeheer): productnaam, serienummer van het systeem, inventarisnummer en
unieke identificatiegegevens.
Audio: informatie over de audiocontrollers in het systeem, inclusief PCI-audiokaarten.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële
(COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten
die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de
geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Processors: informatie over de in de computer geïnstalleerde processor(s), inclusief kloksnelheden en
cachegrootten.
Storage (Opslag): informatie over op de computer aangesloten opslagmedia. Deze lijst bevat alle vaste
schijven en optischeschijfeenheden.
System (Systeem): informatie over het computermodel, de interne ventilatoren, de behuizing en het
BIOS.
2 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Tabblad Test
Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien
het type test en de gewenste testmethode instellen.
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een
vooraf gedefinieerd script. U kunt aanpassen welke snelle tests u wilt uitvoeren door individuele
tests in of uit te schakelen in de lijst met hardwareonderdelen.
Complete Test (Volledige test): elk hardwareonderdeel wordt volledig getest volgens een vooraf
gedefinieerd script. U kunt aanpassen welke volledige tests u wilt uitvoeren door individuele tests
in of uit te schakelen in de lijst met hardwareonderdelen.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de
systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten,
diagnostische tests en testparameters selecteren.
De drie testmodi geven geen prompts weer en vereisen geen interactie. Als er fouten worden gevonden,
worden deze weergegeven nadat de test is voltooid.
Voor elk testtype kunt u desgewenst interactieve tests toevoegen door het selectievakje Include
interactive tests (Interactieve tests uitvoeren) in te schakelen onder Test mode (Testmodus). Door
interactieve tests te selecteren, heeft u maximale controle over het testproces. Tijdens de tests wordt
om uw input gevraagd door de diagnosesoftware.
OPMERKING: Geheugen kan niet worden getest vanuit de HP Vision Field Diagnostics applicatie.
Als u het geheugen van de computer wilt testen, sluit u HP Vision Field Diagnostics af, start u op vanaf
de cd of de USB-flashdrive en selecteert u HP Memory Test vanuit het opstartmenu.
U voert als volgt een test uit:
1. Selecteer het tabblad Test.
2. Selecteer het type tests dat u wilt uitvoeren: Quick (Snel), Complete (Volledig) of Custom
(Aangepast).
3. U kunt optionele interactieve tests opnemen door Include interactive tests (Interactieve tests
uitvoeren) te selecteren.
4. Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time
(Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren
wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt
uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
5. Klik op de knop Start Test (Test starten) om de test te starten. Op het tabblad Status kunt u de
voortgang van de tests bekijken. Dit tabblad wordt automatisch weergegeven tijdens het
testproces. Wanneer de tests zijn voltooid, wordt op het tabblad Status aangegeven of de
apparaten de tests hebben doorstaan.
6. Als er fouten zijn gevonden, gaat u naar het tabblad Errors (Fouten) om gedetailleerde informatie
en aanbevolen acties weer te geven.
Tabblad Status
Het tabblad Status geeft de status van de geselecteerde tests weer. De hoofdvoortgangsbalk geeft het
voltooiingspercentage van de huidige reeks tests weer. Tijdens het testen wordt een knop Cancel
Testing (Testen annuleren) weergegeven voor als u de test wilt annuleren.
NLWW Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics 3
Het tabblad Status toont bovendien informatie over:
de apparaten die worden getest;
de teststatus (bezig, wachten, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;
de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;
de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;
de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.
Tabblad History (Geschiedenis)
Het tabblad History (Geschiedenis) bevat informatie over uitgevoerde tests.
Het History Log (Geschiedenislogboek) toont alle tests die zijn uitgevoerd, het aantal keren dat ze zijn
uitgevoerd, het aantal keren dat het resultaat negatief was, de datum van elke test en de tijdsduur van
elke test. Met de knop Clear History (Geschiedenis wissen) kunt u de inhoud van het
geschiedenislogboek wissen.
De inhoud van het geschiedenislogboek kan worden opgeslagen als HTML-bestand op een USB-
flashdrive door op de knop Save (Opslaan) te klikken.
Tabblad Errors (Fouten)
Het tabblad Errors (Fouten) toont gedetailleerde informatie over eventuele fouten en aanbevolen acties.
Het Error Log (Foutenlogboek) toont de tests voor apparaten die de diagnosetests niet hebben
doorstaan en bevat de volgende informatiekolommen.
Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.
Test: het type test dat is uitgevoerd.
Times Failed (Aantal keren mislukt): het aantal keren dat het apparaat een test niet heeft
doorstaan.
Error Code (Foutcode): een numerieke code voor het defect. De foutcodes worden beschreven
op het tabblad Help.
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.
Reason (Reden): de waarschijnlijke oorzaak van de fout.
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de
defecte hardware te herstellen.
Warranty ID (Garantie-id): een unieke foutcode voor de specifieke fout op uw computer. Houd de
garantie-id bij de hand wanneer u contact opneemt met het HP Support Center voor ondersteuning
bij een hardwarefout.
Met de knop Clear Errors (Fouten wissen) kunt u de inhoud van het foutenlogboek wissen.
De inhoud van het foutenlogboek kan worden opgeslagen als HTML-bestand op USB-flashdrive door
op de knop Save (Opslaan) te klikken.
Tabblad Help
Het tabblad Help bevat een gedeelte Vision Help en een gedeelte Test Components
(Testonderdelen). Dit tabblad bevat zoek- en indexvoorzieningen. Op dit tabblad kunt u ook de HP
licentieovereenkomst en de versiegegevens van de HP Vision Field Diagnostic applicatie raadplegen.
4 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Het gedeelte Vision Help bevat informatie over de belangrijkste functies van Hewlett-Packard Vision
Field Diagnostics.
Het gedeelte Test Components (Testonderdelen) biedt een beschrijving van elke test en de parameters
die u kunt aanpassen wanneer u tests uitvoert in de modus Custom (Aangepast).
Het gedeelte Defect codes (Foutcodes) bevat informatie over de numerieke foutcode die in het tabblad
Errors (Fouten) kan worden weergegeven.
Het gedeelte Memory test (Geheugentest) biedt informatie over de applicatie HP Memory Test die u
kunt starten vanuit het opstartmenu.
Het gedeelte HP Support (HP ondersteuning) biedt informatie over het verkrijgen van technische
ondersteuning van HP.
Informatie opslaan en afdrukken in HP Vision Field Diagnostics
U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning), History (Geschiedenis) en Errors (Fouten)
van HP Vision Field Diagnostics opslaan op een USB-flashdrive. De informatie kan niet op de vaste
schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTML-bestand gegenereerd waarin de informatie
op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1. Plaats een USB-flashdrive indien HP Vision Field Diagnostics wordt uitgevoerd vanaf een cd.
2. Klik op Save (Opslaan) onder in de tabbladen Survey (Verkenning), History (Geschiedenis) of
Errors (Fouten). Alle drie de logboekbestanden worden opgeslagen, ongeacht het tabblad waarin
u op de knop Save (Opslaan) klikt.
3. Selecteer de schijfeenheid waarop u de logboekbestanden wilt opslaan en klik op de knop Save
(Opslaan). De informatie wordt opgeslagen in drie HTML-bestanden op de USB-flashdrive.
OPMERKING: Verwijder de USB-flashdrive niet voordat een melding wordt weergegeven dat de
HTML-bestanden naar de media zijn geschreven.
4. Druk de gewenste gegevens af vanaf het opslagapparaat waarop u de gegevens heeft opgeslagen.
OPMERKING: Als u HP Vision Field Diagnostics wilt afsluiten, klikt u op de knop Exit Diagnostics
(Diagnoseprogramma afsluiten) onder in het scherm. Vergeet niet de USB-flashdrive of cd uit de
optischeschijfeenheid te verwijderen.
Recentste versie van HP Vision Field Diagnostics downloaden
1. Ga naar http://www.hp.com.
2. Klik op de koppeling Software & Drivers.
3. Selecteer Download drivers and software (and firmware) (Stuurprogramma's en software (en
firmware) downloaden).
4. Typ de productnaam in het tekstvak en druk op Enter.
5. Selecteer het model van uw computer.
6. Selecteer het besturingssysteem.
7. Klik op de koppeling Diagnostic (Diagnose).
8. Klik op de koppeling Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics.
9. Klik op de knop Download (Downloaden).
OPMERKING: De download bevat instructies voor het maken van de opstartbare cd of USB-
flashdrive.
NLWW Hewlett-Packard Vision Field Diagnostics 5
Software beschermen
Maak backups van alle systeemsoftware, applicaties en bijbehorende bestanden die op de vaste schijf
zijn opgeslagen, zodat u de software en bestanden kunt herstellen als deze verloren zijn gegaan of zijn
beschadigd. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het backup-programma voor
informatie over het maken van backups van de gegevensbestanden.
6 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
2 Problemen oplossen zonder gebruik
van diagnosevoorzieningen
Dit hoofdstuk biedt informatie over het herkennen en verhelpen van kleine problemen met onder meer
de vaste schijf, optischeschijfeenheid, grafische voorzieningen, audio, geheugen en software. Als u
problemen met de computer ondervindt, raadpleegt u de tabellen in dit hoofdstuk voor waarschijnlijke
oorzaken en aanbevolen oplossingen.
Veiligheid en comfort
WAARSCHUWING! Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel ingerichte
werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg de
Handleiding voor
veiligheid en comfort
op http://www.hp.com/ergo voor meer informatie over het kiezen van een werkplek
en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving. Deze apparatuur is getest en voldoet
aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Raadpleeg de handleiding
Informatie over veiligheid en voorschriften
voor meer informatie.
Voordat u belt voor technische ondersteuning
Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Voer het HP diagnoseprogramma uit.
Voer de zelftest van de vaste schijf uit in Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg de
Computer Setup (F10) Handleiding
voor meer informatie.
Luister naar geluidssignalen van de computer. Deze geluidssignalen geven foutcodes aan,
waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
POST-geluidssignalen
interpreteren op pagina 40 voor meer informatie.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). U kunt ook tijdelijk een andere monitor
aansluiten waarvan u weet dat deze goed functioneert.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op
de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de
netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te zien of de computer kan worden
opgestart wanneer niet alle stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het
besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
NLWW Veiligheid en comfort 7
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website
http://www.hp.com/
support.
Raadpleeg
Tips op pagina 8 in deze handleiding.
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf
online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt
u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition via:
http://www.hp.com/go/ispe.
Bezoek het Business Support Center (BSC) op
http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP
gebruikers en HP experts.
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening
met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
Noteer vooraf de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het
productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te
lossen.
Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.
OPMERKING: Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact op
met uw HP Business of Service Partner.
Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst
met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste
voltage voor uw land/regio (115V of 230V).
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje brandt.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het lampje van de monitor brandt.
Luister naar geluidssignalen van de computer. Deze geluidssignalen geven foutcodes aan,
waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
POST-geluidssignalen
interpreteren op pagina 40 voor meer informatie.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de
aan/uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit
door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt
u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer
weer aan. Met deze optie wordt de computer automatisch opnieuw gestart zodra deze weer van
8 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
netvoeding is voorzien, als dit is ingesteld in Computer Setup (Computerinstellingen). Als de
computer niet automatisch opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play. Raadpleeg
Problemen met de installatie
van hardware op pagina 26 voor meer informatie.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle opstartmedia (cd of USB-apparaat) voordat u het systeem start.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
Express-adapter; geïntegreerde video is alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één
monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de
videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige
monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten,
zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup instellen welke bron de standaard VGA-
adapter is.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat
u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
NLWW Tips 9
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf
kunt oplossen. Neem contact op met een Business of Service Partner als het probleem blijft optreden
en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken
of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Oorzaak
Oplossing
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet. 1. Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden
ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2. Neem het netsnoer uit het stopcontact.
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
Oorzaak
Oplossing
De computer staat in de standbystand. Druk op de aan/uit-knop of op een willekeurige toets om de
standbystand te beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
Het systeem is vastgelopen. Start de computer opnieuw op.
De weergave van datum en tijd is niet juist.
Oorzaak
Oplossing
De batterij van de real-timeklok moet wellicht worden
vervangen.
OPMERKING: Als u de computer op een werkend
stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van
de real-timeklok verlengen.
Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup
(Computerinstellingen) gebruiken). Als het probleem blijft
optreden, vervangt u de batterij van de real-timeklok.
Raadpleeg de
Naslaggids voor de hardware
voor informatie
over het vervangen van de batterij of neem contact op met een
geautoriseerde Business of Service Partner om de batterij te
vervangen.
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is Num Lock ingeschakeld. Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
als u de pijltoetsen wilt gebruiken. De Num Lock-toets kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
10 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Er is geen geluid of het volume is te laag.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk staat het volume van het systeemgeluid laag of is het
gedempt.
1. Controleer in de BIOS-instellingen (F10) of de interne
systeemluidspreker niet is gedempt (deze instelling heeft
geen invloed op de externe luidsprekers).
2. Zorg dat de externe luidsprekers goed zijn aangesloten
en ingeschakeld, en dat de volumeregeling van de
luidsprekers goed is ingesteld.
3. Gebruik de volumeregeling van het besturingssysteem
om te controleren of de luidsprekers niet zijn gedempt, of
om het volume te verhogen.
Kap of toegangspaneel van de computer kan niet worden verwijderd.
Oorzaak
Oplossing
Smart Cover Lock, een functie op een aantal modellen, is
vergrendeld.
Ontgrendel Smart Cover Lock met behulp van Computer
Setup.
U kunt bij HP een Smart Cover FailSafe-sleutel aanschaffen,
waarmee u de Smart Cover Lock handmatig kunt uitschakelen.
U heeft deze sleutel nodig als u het wachtwoord bent vergeten,
bij stroomuitval of bij een computerstoring. Bestel een
moersleutel (bestelnummer PN 166527-001) of een
schroevendraaierbitsleutel (bestelnummer PN 166527-002).
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Oplossing
De processor is te heet. 1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle
geventileerde zijden van de computer en boven de
monitor ruim 10,2 cm ruimte vrij.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer
dat nodig is).
3. Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
De vaste schijf is vol. Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander
opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Er is weinig geheugen beschikbaar. Voeg extra geheugen toe.
De vaste schijf is gefragmenteerd. Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen
geheugen niet vrijgegeven.
Start de computer opnieuw op.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf. Voer een antivirusprogramma uit.
Er zijn teveel applicaties geopend. 1. Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
2. Voeg extra geheugen toe. Sommige applicaties werken
op de achtergrond en kunnen worden gesloten door met
de rechtermuisknop op de bijbehorende pictogrammen in
de taakbalk te klikken. Als u niet wilt dat deze applicaties
worden gestart zodra u de computer opstart, gaat u naar
Start > Uitvoeren (Windows XP) of Start > Bureau-
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
NLWW Algemene problemen oplossen 11
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Oplossing
accessoires > Uitvoeren (Windows Vista) en typt u
msconfig. Op het tabblad Opstarten van het
hulpprogramma voor systeemconfiguratie deselecteert u
de applicaties waarvan u niet wilt dat ze automatisch
opstarten.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware
belasting voor het grafische subsysteem.
1. Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie
voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door
bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2. Voeg extra geheugen toe.
3. Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak. Start de computer opnieuw op.
Het systeem wordt niet gestart.
Oorzaak
Oplossing
Het systeem kan niet worden gestart. Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen
gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage
juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2. Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een en
controleer of het systeem wordt gestart.
3. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu
NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2. Open de behuizing en controleer of de eenheid met de
aan/uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4. Vervang de eenheid met de aan/uit-knop.
5. Vervang de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
12 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met de elektrische voeding oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer er problemen zijn met de voeding van de computer.
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen
De voeding wordt af en toe uitgeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer
(op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage
(115V of 230V).
Selecteer de juiste netspanning.
De voeding wordt niet ingeschakeld door probleem met de
interne stroomvoorziening.
Neem contact op met een Business of Service Partner om de
netvoeding te vervangen.
De computer wordt automatisch uitgeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2. Open de behuizing, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Voeding is uitgevallen (voedingseenheid overbelast). 1. Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op de juiste netspanning is ingesteld. Welke
netspanning juist is, hangt af van het land waar u zich
bevindt.
2. Open de behuizing en controleer of de voedingskabel is
aangesloten op de connector op de systeemkaart.
3. Controleer of een apparaat het probleem veroorzaakt
door ALLE aangesloten apparaten (zoals vaste- of
optischeschijfeenheden en uitbreidingskaarten) te
verwijderen. Start het systeem. Als het systeem de POST
start, schakelt u telkens een apparaat uit en vervangt u
dit, totdat het probleem zich voordoet. Vervang het
apparaat dat de fout veroorzaakt. Ga door met het
toevoegen van apparaten om te controleren of alle
apparaten correct functioneren.
4. Vervang de voedingseenheid.
5. Vervang de systeemkaart.
NLWW Problemen met de elektrische voeding oplossen 13
Problemen met de vaste schijf oplossen
Tabel 2-3 Problemen met de vaste schijf oplossen
Er is een fout opgetreden bij gebruik van de vaste schijf.
Oorzaak
Oplossing
De vaste schijf heeft onbruikbare sectoren of is defect. 1. Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.
Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Klik in Microsoft Windows Vista met de rechtermuisknop
op Start, Verkennen en klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een schijfeenheid. Selecteer
Eigenschappen en selecteer vervolgens het tabblad
Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.
2. Gebruik een hulpprogramma om onbruikbare sectoren
op te sporen en te blokkeren. Formatteer indien nodig de
vaste schijf.
Problemen met schijftransacties.
Oorzaak
Oplossing
De mapstructuur is niet goed of er is een probleem met een
bestand.
Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.
Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Klik in Microsoft Windows Vista met de rechtermuisknop op
Start, Verkennen en klik vervolgens met de rechtermuisknop
op een schijfeenheid. Selecteer Eigenschappen en selecteer
vervolgens het tabblad Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu
controleren.
Schijfeenheid niet gevonden.
Oorzaak
Oplossing
De kabel zit los. Controleer de aansluitingen.
Het systeem heeft een zojuist geïnstalleerde
vasteschijfeenheid niet automatisch herkend.
Raadpleeg het gedeelte Problemen met de installatie van
hardware op pagina 26 voor aanwijzingen voor het
configureren. Als de nieuwe schijfeenheid ook daarna niet
wordt herkend, controleert u of de schijfeenheid wordt
genoemd bij Computer Setup (Computerinstellingen). Als de
schijfeenheid hier wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door een stuurprogramma veroorzaakt. Als de
schijfeenheid niet wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door de hardware veroorzaakt.
Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg ervoor
dat SATA1 Controller is Enabled (Ingeschakeld) in het menu
Advanced (Geavanceerd).
14 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
De computer start niet op vanaf de vaste schijf
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg ervoor
dat SATA1 Controller is Enabled (Ingeschakeld) in het menu
Advanced (Geavanceerd).
De opstartvolgorde is onjuist. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig de
opstartvolgorde in Boot (Opstarten) > Boot Device Priority
(Volgorde opstartapparaten).
Vaste schijf is beschadigd. Raadpleeg de wereldwijde Garantieverklaring voor de
voorwaarden.
Computer lijkt te zijn vastgelopen.
Oorzaak
Oplossing
Het actieve programma reageert niet meer. Probeer de computer uit te zetten via de standaard Windows-
methode. Als dit niet lukt, houdt u de aan/uit-knop gedurende
minstens vier seconden ingedrukt om de stroomtoevoer uit te
schakelen. Start de computer opnieuw op door nogmaals op
de aan/uit-knop te drukken.
Problemen met mediakaartlezers oplossen
Tabel 2-4 Problemen met mediakaartlezers oplossen
Mediakaart werkt niet in een digitale camera nadat de kaart in Microsoft Windows XP of Microsoft Windows Vista is
geformatteerd.
Oorzaak
Oplossing
Standaard worden in Windows XP en Windows Vista alle
mediakaarten met een capaciteit van meer dan 32 MB
geformatteerd in de FAT32-indeling. De meeste digitale
camera's gebruiken de indeling FAT (FAT16 & FAT12) en
kunnen niet overweg met een kaart die is geformatteerd in
FAT32.
Formatteer de mediakaart in de digitale camera of selecteer
het FAT-bestandssysteem als u de kaart wilt formatteren in
een computer met Windows XP of Windows Vista.
Er treedt een schrijfbeveiligings- of vergrendelingsfout op bij pogingen om gegevens naar de mediakaart te schrijven.
Oorzaak
Oplossing
Mediakaart is vergrendeld. Het vergrendelen van de
mediakaart is een beveiligingsvoorziening, waarmee wordt
voorkomen dat gegevens naar een SD-/Memory Stick-/PR-
kaart kunnen worden geschreven of ervan kunnen worden
verwijderd.
Als u een SD-kaart gebruikt, zorgt u ervoor dat het
vergrendelingslipje rechts op de kaart zich niet in de
vergrendelde positie bevindt. Als u een Memory Stick/PRO-
kaart gebruikt, zorgt u ervoor dat het vergrendelingslipje
onderop de Memory Stick/PRO-kaart zich niet in de
vergrendelde positie bevindt.
Tabel 2-3 Problemen met de vaste schijf oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met mediakaartlezers oplossen 15
Kan niet naar de mediakaart schrijven.
Oorzaak
Oplossing
De mediakaart is een ROM-kaart (read-only memory). Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd om
te bepalen of de kaart beschrijfbaar is. Raadpleeg het gedeelte
hierboven voor een lijst met compatibele kaarten.
Mediakaart is vergrendeld. Het vergrendelen van de
mediakaart is een beveiligingsvoorziening, waarmee wordt
voorkomen dat gegevens naar een SD-/Memory Stick-/PR-
kaart kunnen worden geschreven of ervan kunnen worden
verwijderd.
Als u een SD-kaart gebruikt, zorgt u ervoor dat het
vergrendelingslipje rechts op de kaart zich niet in de
vergrendelde positie bevindt. Als u een Memory Stick/PRO-
kaart gebruikt, zorgt u ervoor dat het vergrendelingslipje
onderop de Memory Stick/PRO-kaart zich niet in de
vergrendelde positie bevindt.
Geen toegang tot de gegevens op de mediakaart nadat deze in een slot is geplaatst.
Oorzaak
Oplossing
De mediakaart is niet goed geplaatst, is in het verkeerde slot
geplaatst of wordt niet ondersteund.
Zorg dat de kaart goed is geplaatst met de goudkleurige
contactpunten aan de juiste kant. Het groene lampje gaat
branden als de kaart goed is geplaatst.
Weet niet wat de juiste manier is om een mediakaart te verwijderen.
Oorzaak
Oplossing
De software van de computer wordt gebruikt om de kaart veilig
uit te werpen.
Open Deze computer (Windows XP) of Computer (Windows
Vista), klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de
betreffende schijfeenheid en selecteer Uitwerpen. Trek de
kaart vervolgens uit het slot.
OPMERKING: Verwijder de kaart nooit terwijl het groene
lampje knippert.
Nadat de mediakaartlezer is geïnstalleerd en de computer opnieuw is opgestart, worden de lezer en de geplaatste
kaarten niet herkend door de computer.
Oorzaak
Oplossing
Als de kaartlezer net is geïnstalleerd en u de computer voor de
eerste keer inschakelt, heeft het besturingssysteem even tijd
nodig om het apparaat te herkennen.
Wacht een paar seconden zodat het besturingssysteem de
kaartlezer en de beschikbare poorten kan herkennen en
vervolgens kan herkennen welk type media in de kaartlezer is
geplaatst.
Nadat de mediakaart in de lezer is geplaatst, probeert de computer op te starten vanaf de mediakaart.
Oorzaak
Oplossing
De geplaatste mediakaart kan worden gebruikt om de
computer op te starten.
Als u niet wilt opstarten vanaf de mediakaart, verwijdert u deze
tijdens het opstarten of selecteert u tijdens het opstartproces
NIET de optie om op te starten vanaf de geplaatste
mediakaart.
Tabel 2-4 Problemen met mediakaartlezers oplossen (vervolg)
16 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met het beeldscherm oplossen
Als u weergaveproblemen ondervindt, raadpleegt u de documentatie bij de monitor en de lijst met
veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-5 Problemen met het beeldscherm oplossen
Leeg scherm (geen beeld).
Oorzaak
Oplossing
De monitor staat niet aan en het aan/uitlampje van de monitor
brandt niet.
Zet de monitor aan en controleer of het lampje van de monitor
brandt.
De monitor is defect. Probeer een andere monitor.
De kabels zijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de monitor op de computer en
op het stopcontact.
Er is mogelijk een hulpprogramma geïnstalleerd dat het beeld
van het scherm wist, of de functie voor energiebesparing is
ingeschakeld.
Druk op een willekeurige toets of klik met de muis. Typ
vervolgens uw wachtwoord, indien hierom wordt gevraagd.
U gebruikt een monitor met vaste synchronisatie en
synchronisatie werkt niet bij de gekozen resolutie.
Controleer of de monitor de horizontale verversingsfrequentie
van de ingestelde resolutie ondersteunt.
De computer is in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De beeldscherminstellingen op de computer zijn niet
compatibel met de monitor.
1. Dubbelklik in Configuratiescherm in Windows XP op het
pictogram Beeldscherm en selecteer het tabblad
Instellingen.
Selecteer in Configuratiescherm in Windows Vista onder
Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen de
optie Beeldschermresolutie aanpassen.
2. Gebruik de schuifregelaar om de beeldschermresolutie in
te stellen.
Monitor is geconfigureerd voor het gebruik van een inactieve
ingang.
Met behulp van het schermmenu van de monitor kunt u de
ingang selecteren die door het systeem wordt gebruikt.
Raadpleeg de gebruikersdocumentatie bij de monitor voor
meer informatie over het schermmenu en de instellingen.
De geïntegreerde grafische voorzieningen kunnen niet worden ingeschakeld nadat een PCI Express-grafische kaart
is geïnstalleerd.
Oorzaak
Oplossing
Op systemen met Intel Integrated Graphics kunnen de
geïntegreerde grafische voorzieningen niet worden
ingeschakeld nadat een PCI Express x16 is geïnstalleerd.
De geïntegreerde grafische voorzieningen kunnen worden
ingeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen) als
een PCI Express x1 grafische kaart is geïnstalleerd. Als het
PCI Express x16-slot een grafische kaart bevat, kunnen de
geïntegreerde grafische voorzieningen niet worden
ingeschakeld.
NLWW Problemen met het beeldscherm oplossen 17
Het scherm is leeg en de computer laat een kort geluidssignaal en een lang geluidssignaal horen, gevolgd door een
pauze van drie seconden.
Oorzaak
Oplossing
Het geheugen is defect (gedetecteerd voordat video actief
wordt).
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Het scherm is leeg en de computer laat twee korte geluidssignalen en een lang geluidssignaal horen, gevolgd door
een pauze van drie seconden.
Oorzaak
Oplossing
De grafische kaart is defect (gedetecteerd voordat video actief
wordt).
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw. Zet
de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Monitor functioneert niet goed als deze wordt gebruikt met de functies voor energiebesparing.
Oorzaak
Oplossing
U gebruikt een monitor zonder energiebesparings-mogelijkeid
terwijl de voorziening voor energiebesparing wel is
ingeschakeld.
Schakel de energiebesparende voorziening van de monitor uit.
Tekens zijn onduidelijk.
Oorzaak
Oplossing
De instellingen voor helderheid en contrast zijn niet juist. Stel de helderheid en het contrast goed in.
De kabels zijn niet juist aangesloten. Controleer of de kabel juist is aangesloten op de grafische
kaart en de monitor.
Het beeld is onscherp of de gevraagde resolutie kan niet worden ingesteld.
Oorzaak
Oplossing
Als u een andere grafische controller heeft geplaatst, zijn de
juiste beeldschermstuurprogramma's mogelijk niet geladen.
Installeer de beeldschermstuurprogramma's uit het
upgradepakket.
De monitor kan de gevraagde resolutie niet weergeven. Selecteer een andere resolutie.
Grafische kaart is defect. Vervang de grafische kaart.
Tabel 2-5 Problemen met het beeldscherm oplossen (vervolg)
18 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Het beeld is onderbroken of het rolt, trilt of knippert.
Oorzaak
Oplossing
Niet alle kabels van de monitor zijn goed aangesloten of de
monitor is verkeerd ingesteld.
1. Controleer of de signaalkabel van de monitor goed is
aangesloten op de computer.
2. Als het een systeem met twee monitoren betreft of als er
zich een andere monitor in de buurt bevindt, controleert
u of er geen interferentie is van de magnetische velden.
Dit doet u door de monitoren verder uit elkaar te plaatsen.
3. Het is mogelijk dat tl-lampen of ventilatoren zich te dicht
bij de monitor bevinden.
De monitor moet worden gedemagnetiseerd. Demagnetiseer de monitor. Raadpleeg de documentatie bij de
monitor voor meer informatie.
Het beeld is niet gecentreerd.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk moet de positie worden aangepast. Druk op de menuknop van de monitor om het menu met
scherminstellingen te openen. Selecteer ImageControl/
Horizontal Position (Beeldbesturing/Horizontale positie) of
Vertical Position (Verticale positie) om de horizontale of
verticale positie van het beeld aan te passen.
Het bericht "No Connection, Check Signal Cable" (Geen verbinding, controleer signaalkabel) wordt weergegeven op
het scherm.
Oorzaak
Oplossing
De videokabel van de monitor is niet aangesloten. Sluit de videokabel aan op de monitor en de computer.
VOORZICHTIG: Zorg dat de computer is uitgeschakeld
terwijl u de videokabel aansluit.
Het bericht "Out of Range" (Buiten bereik) wordt weergegeven op het scherm.
Oorzaak
Oplossing
De beeldresolutie en vernieuwingsfrequentie zijn hoger
ingesteld dan de monitor ondersteunt.
Start de computer opnieuw op en kies de Veilige modus. Wijzig
de instellingen in een instelling die wordt ondersteund en start
de computer opnieuw op zodat de nieuwe instelling van kracht
wordt.
Er komt een trillend of ratelend geluid uit een CRT-monitor wanneer deze wordt ingeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
De demagnetiseringsspoel van de monitor is geactiveerd. Geen. Het is normaal dat de demagnetiseringsspoel wordt
geactiveerd wanneer de monitor wordt ingeschakeld.
Tabel 2-5 Problemen met het beeldscherm oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met het beeldscherm oplossen 19
Er komt een klikgeluid uit een CRT-monitor.
Oorzaak
Oplossing
Er worden elektronische relais in de monitor geactiveerd. Geen. Het is normaal dat bepaalde monitoren een klikgeluid
maken wanneer ze worden in- of uitgeschakeld, wanneer de
standbystand wordt geactiveerd of beëindigd en wanneer de
resolutie wordt gewijzigd.
Er komt een geluid met een hoge toonhoogte uit een flat panel monitor.
Oorzaak
Oplossing
Helderheid en/of contrast zijn te hoog ingesteld. Stel helderheid en/of contrast lager in.
Onscherp beeld, streep- of schaduweffecten, horizontaal verschuivende lijnen, onduidelijke verticale balken of niet-
gecentreerd beeld (alleen voor flat panel-monitoren met een analoge VGA-ingang).
Oorzaak
Oplossing
De ingebouwde digitale conversieschakelingen in de flat panel
monitor kunnen de uitgangssynchronisatie van de grafische
kaart mogelijk niet goed interpreteren.
1. Selecteer de optie Auto-Adjustment (Automatisch
aanpassen) in het menu met scherminstellingen van de
monitor.
2. Synchroniseer handmatig de opties Clock (Kloksnelheid)
en Clock Phase (Faseverschuiving) van het menu met
scherminstellingen.
De grafische kaart is niet goed geïnstalleerd of defect. 1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw.
2. Vervang de grafische kaart.
Bepaalde ingetypte tekens worden niet correct weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Het gebruikte lettertype ondersteunt de betreffende tekens
niet.
Gebruik het hulpprogramma Speciale tekens om het
betreffende teken te vinden en te selecteren. Klik op Start >
Alle programma's > Bureau-accessoires >
Systeemwerkset > Speciale tekens. U kunt het teken vanuit
de Speciale tekens naar een document kopiëren.
Tabel 2-5 Problemen met het beeldscherm oplossen (vervolg)
20 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met audio oplossen
Als de computer audiofuncties ondersteunt en er problemen zijn met deze functies, raadpleegt u de
mogelijke oorzaken en oplossingen in de onderstaande tabel.
Tabel 2-6 Problemen met audio oplossen
Het geluid valt soms weg.
Oorzaak
Oplossing
Processor is druk bezig met andere actieve applicaties. Sluit alle processorintensieve applicaties.
Vertragingen bij gebruik van Direct Sound, algemeen in veel
mediaspelers.
In Windows XP doet u het volgende:
1. Selecteer Geluiden en audioapparaten in het
Configuratiescherm.
2. Selecteer op het tabblad Audio een apparaat in de lijst
Afspelen van geluid.
3. Klik op de knop Geavanceerd en selecteer het tabblad
Prestaties.
4. Zet de schuifregelaar bij Hardwareversnelling op
Geen en de schuifregelaar bij Conversiekwaliteit van
samplefrequentie op Goed. Test het geluid nu opnieuw.
5. Zet de schuifregelaar bij Hardwareversnelling op
Maximaal en de schuifregelaar bij Conversiekwaliteit
van samplefrequentie op Best. Test het geluid nu
opnieuw.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers of de hoofdtelefoon.
Oorzaak
Oplossing
De softwarematige volumeregeling is te laag gezet of
gedempt.
Dubbelklik op de taakbalk op het pictogram Volumeregeling,
zorg ervoor dat de optie Dempen niet is geselecteerd en
gebruik de schuifregelaar Volume om het volume in te stellen.
De externe luidsprekers zijn niet ingeschakeld. Schakel de externe luidsprekers in.
De audioapparatuur is op de verkeerde connector
aangesloten.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste
connector van de computer. De luidsprekers moeten worden
aangesloten op de connector aan de achterkant en de
hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonconnector aan de voorkant.
De externe luidsprekers zijn op de verkeerde connector
aangesloten op een recentelijk geïnstalleerde geluidskaart.
Raadpleeg de documentatie bij de geluidskaart voor informatie
over het aansluiten van de luidsprekers.
Digitale cd-audio is niet ingeschakeld. Schakel digitale cd-audio in. Klik in Apparaatbeheer met de
rechtermuisknop op het cd/dvd-apparaat en selecteer
Eigenschappen. Zorg ervoor dat de optie Digitale cd-audio
voor deze cd-rom-speler inschakelen is ingeschakeld.
De interne luidspreker wordt uitgeschakeld als een
hoofdtelefoon of externe apparatuur wordt aangesloten op de
audio-uitgang.
Als u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers heeft
aangesloten, schakelt u deze in en gebruikt u ze. Als u ze niet
wilt gebruiken, koppelt u de externe luidsprekers of de
hoofdtelefoon los.
NLWW Problemen met audio oplossen 21
Er komt geen geluid uit de luidsprekers of de hoofdtelefoon.
Oorzaak
Oplossing
De computer is in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De interne luidspreker is uitgeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Schakel de interne luidspreker in in Computer Setup
(Computerinstellingen). Selecteer Advanced
(Geavanceerd) > Internal Speaker (Interne luidspreker).
Het geluid uit de hoofdtelefoon is onduidelijk of gedempt.
Oorzaak
Oplossing
De hoofdtelefoon is aangesloten op de audio-uitgang aan de
achterzijde. De audio-uitgang aan de achterzijde is bedoeld
voor audioapparaten met voeding en is niet geschikt voor
hoofdtelefoons.
Sluit de hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting aan
de voorzijde van de computer.
De computer lijkt vast te lopen tijdens het opnemen van geluid.
Oorzaak
Oplossing
Vaste schijf is mogelijk vol. Controleer of er voldoende ruimte op de vaste schijf is voordat
u met opnemen begint. U kunt ook proberen het
geluidsbestand in een gecomprimeerde bestandsindeling op
te nemen.
Tabel 2-6 Problemen met audio oplossen (vervolg)
22 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met printers oplossen
Als u printerproblemen ondervindt, raadpleegt u de documentatie bij de printer en de lijst met
veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-7 Problemen met printers oplossen
De printer print niet.
Oorzaak
Oplossing
Printer staat niet aan en is offline. Zet de printer aan en controleer of deze online staat.
De juiste stuurprogramma's voor de applicatie zijn niet
geïnstalleerd.
1. Installeer de juiste stuurprogramma's voor de applicatie.
2. Probeer af te drukken met de MS-DOS-opdracht
DIR C:\ > [printerpoort]
waarbij [printerpoort] het adres is van de printer die
wordt gebruikt. Als de printer nu wel werkt, laadt u het
printerstuurprogramma opnieuw.
Als de pc is aangesloten op een netwerk, heeft u mogelijk geen
verbinding met de printer.
Breng de juiste netwerkverbinding voor de printer tot stand.
De printer is defect. Voer de zelftest van de printer uit.
De printer gaat niet aan.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk zijn de kabels niet goed aangesloten. Sluit alle kabels opnieuw aan en controleer het netsnoer en het
stopcontact.
Printer drukt vreemde informatie af.
Oorzaak
Oplossing
Het juiste printerstuurprogramma voor de applicatie is niet
geïnstalleerd.
Installeer de juiste stuurprogramma's voor de applicatie.
Mogelijk zijn de kabels niet goed aangesloten. Sluit alle kabels opnieuw aan.
Mogelijk is er geen printergeheugen meer beschikbaar. Stel de printer opnieuw in door deze een minuut uit te
schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Printer is offline.
Oorzaak
Oplossing
Er zit geen papier meer in de papierlade. Controleer de papierlade en vul zo nodig papier bij. Zet de
printer handmatig online.
NLWW Problemen met printers oplossen 23
Problemen met toetsenbord en muis oplossen
Als u toetsenbord- of muisproblemen krijgt, raadpleegt u de documentatie bij de apparatuur en de lijst
met veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-8 Problemen met het toetsenbord oplossen
Het indrukken van toetsen op het toetsenbord wordt niet herkend door de computer.
Oorzaak
Oplossing
Het toetsenbord is niet goed aangesloten. 1. Op het Bureaublad van Windows XP klikt u op Start >
Uitschakelen.
Op het Bureaublad van Windows Vista klikt u op Start,
vervolgens op de pijl rechtsonder in het menu Start en
selecteert u Afsluiten.
2. Nadat het systeem is uitgeschakeld, sluit u het
toetsenbord opnieuw aan op de achterkant van de
computer en vervolgens start u de computer opnieuw op.
Het actieve programma reageert niet meer. Sluit de computer af met behulp van de muis en start de
computer vervolgens opnieuw op.
Toetsenbord moet gerepareerd worden. Raadpleeg de wereldwijde Garantieverklaring voor de
voorwaarden.
De computer is in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld. Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
als u de pijltoetsen wilt gebruiken. De Num Lock-toets kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
Tabel 2-9 Muisproblemen oplossen
Muis reageert niet of beweegt te traag.
Oorzaak
Oplossing
Muiskabel is niet goed aangesloten op de computer. Sluit de computer af met behulp van het toetsenbord.
1. Houd Ctrl ingedrukt en druk op Esc (of druk op de
Windows logo-toets) om het menu Start weer te geven.
2. Gebruik de pijltoetsen om de optie Afsluiten te
selecteren en druk vervolgens op de Enter-toets.
3. Nadat het systeem is uitgeschakeld, sluit u de
muisconnector aan op de achterkant van de computer (of
het toetsenbord) en start u vervolgens de computer
opnieuw op.
Het actieve programma reageert niet meer. Sluit de computer af met behulp van het toetsenbord en start
de computer vervolgens opnieuw op.
24 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Muis reageert niet of beweegt te traag.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk moet de muis worden gereinigd. Verwijder het klepje van de muisbal en maak de interne
onderdelen schoon.
Mogelijk moet de muis worden gerepareerd. Raadpleeg de wereldwijde Garantieverklaring voor de
voorwaarden.
De computer is in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
Muis beweegt alleen horizontaal of verticaal of muis maakt onregelmatige bewegingen.
Oorzaak
Oplossing
De muisbal of de draaiende asjes die contact maken met de
bal zijn vuil.
Verwijder het klepje van de muisbal aan de onderkant van de
muis en reinig de interne onderdelen met een reinigingsset
(verkrijgbaar bij de meeste computerwinkels).
Tabel 2-9 Muisproblemen oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met toetsenbord en muis oplossen 25
Problemen met de installatie van hardware
Wanneer u een extra schijfeenheid, een uitbreidingskaart of andere hardware toevoegt of verwijdert,
kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Wanneer u een Plug and Play-apparaat
installeert, wordt het apparaat automatisch door Windows herkend en wordt de configuratie van de
computer automatisch aangepast. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met Plug and
Play, moet u de computer opnieuw configureren nadat de installatie van de nieuwe hardware is voltooid.
In Windows gebruikt u hiervoor de Wizard Hardware toevoegen. Volg de instructies van de wizard die
op het scherm worden weergegeven.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken
of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Tabel 2-10 Problemen bij de installatie van hardware oplossen
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
Oorzaak
Oplossing
Een apparaat is niet goed geïnstalleerd of aangesloten. Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de pinnen
van de connector niet verbogen zijn.
Kabels van nieuwe externe apparatuur zitten los of netsnoeren
zijn niet aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de pinnen
van de kabel of de connector niet verbogen zijn.
Het nieuwe apparaat is niet ingeschakeld. Schakel de computer uit, schakel het externe apparaat in en
schakel vervolgens de computer weer in om het apparaat in
het systeem te integreren.
U heeft de wijzigingen in de configuratie niet geaccepteerd
toen het systeem u hierover informeerde.
Start de computer opnieuw op en volg de instructies voor het
accepteren van de wijzigingen.
Een Plug and Play-kaart wordt mogelijk niet automatisch
geconfigureerd als de standaardconfiguratie een conflict met
andere apparaten veroorzaakt.
Gebruik Apparaatbeheer van Windows om de automatische
instellingen voor de kaart uit te schakelen en een
basisconfiguratie te kiezen die geen conflict met
systeembronnen veroorzaakt. U kunt ook Computer Setup
(Computerinstellingen) gebruiken om apparaten opnieuw te
configureren of uit te schakelen en zodoende het conflict op te
lossen.
De USB-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) en
schakel de USB-poorten in via Advanced (Geavanceerd) >
USB Ports (USB-poorten).
De 1394-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) en
schakel de 1394-poorten in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard 1394 (1394 op de systeemkaart).
De computer start niet op.
Oorzaak
Oplossing
Er zijn verkeerde geheugenmodules geïnstalleerd of er zijn
geheugenmodules op de verkeerde locatie geplaatst.
1. Raadpleeg de documentatie bij de computer om te
controleren of u de juiste geheugenmodules gebruikt en
of deze modules op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: DIMM 1 moet altijd zijn geïnstalleerd.
2. Luister naar geluidssignalen van de computer.
Geluidssignalen duiden specifieke problemen aan.
3. Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt
oplossen, neemt u contact op met een HP Business of
Service Partner.
26 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
De computer laat een kort geluidssignaal en een lang geluidssignaal horen, gevolgd door een pauze van drie seconden.
Oorzaak
Oplossing
Het geheugen is verkeerd geïnstalleerd of defect. VOORZICHTIG: Verwijder het netsnoer van de computer
voordat u een DIMM opnieuw plaatst, verwijdert of installeert
om schade aan de DIMM's of de systeemkaart te voorkomen.
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
OPMERKING: DIMM 1 moet altijd zijn geïnstalleerd.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
De computer laat twee korte geluidssignalen en een lang geluidssignaal horen, gevolgd door een pauze van drie
seconden.
Oorzaak
Oplossing
De grafische kaart is niet goed geïnstalleerd of defect, of de
systeemkaart is defect.
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw. Zet
de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Tabel 2-10 Problemen bij de installatie van hardware oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met de installatie van hardware 27
Problemen met netwerken oplossen
In de volgende tabel staan enkele oorzaken van netwerkproblemen en mogelijke oplossingen. Het
debuggen van de netwerkbekabeling wordt hier niet besproken.
Tabel 2-11 Problemen met netwerken oplossen
De functie Wake-on-LAN werkt niet.
Oorzaak
Oplossing
Wake-on-LAN is niet ingeschakeld. U schakelt als volgt Wake on LAN (Activeren bij LAN) in
Windows XP in.
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3. Dubbelklik op LAN-verbinding.
4. Klik op Eigenschappen.
5. Klik op Configureren.
6. Klik op het tabblad Energiebeheer en schakel
vervolgens het selectievakje in bij Dit apparaat mag de
computer uit stand-by halen.
U schakelt als volgt Wake on LAN (Activeren bij LAN) in
Windows Vista in.
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Selecteer bij Netwerk en internet de optie
Netwerkstatus en –taken weergeven.
3. Selecteer in de lijst Taken de optie
Netwerkverbindingen beheren.
4. Dubbelklik op LAN-verbinding.
5. Klik op de knop Eigenschappen.
6. Klik op de knop Configureren.
7. Klik op het tabblad Energiebeheer en schakel
vervolgens het selectievakje in bij Dit apparaat mag de
computer uit slaapstand halen.
OPMERKING: Wake-on-LAN (Activeren bij LAN) wordt
alleen ondersteund in de standen S1, S3 en S4. Het wordt niet
ondersteund in S5.
Het netwerkstuurprogramma heeft de netwerkadapter niet herkend.
Oorzaak
Oplossing
De netwerkadapter is uitgeschakeld. 1. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
de netwerkadapter in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard LAN (LAN op de systeemkaart).
2. Schakel de netwerkcontroller in het besturingssysteem in
via Apparaatbeheer.
Verkeerd netwerkstuurprogramma. Raadpleeg de documentatie bij de netwerkadapter voor
informatie over het juiste stuurprogramma of download het
nieuwste stuurprogramma van de website van de fabrikant.
28 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Het netwerkverbindingslampje knippert nooit.
OPMERKING: Dit lampje behoort te knipperen wanneer er netwerkactiviteit plaatsvindt.
Oorzaak
Oplossing
Er wordt geen actief netwerk herkend. Controleer of de kabels en de netwerkapparatuur goed zijn
aangesloten.
De netwerkadapter is niet goed geïnstalleerd. Controleer voor de verbinding de aparaatstatus in Windows,
bijvoorbeeld via de geladen stuurprogramma's in
Apparaatbeheer en via Netwerkverbindingen.
De netwerkadapter is uitgeschakeld. 1. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
de netwerkadapter in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard LAN (LAN op de systeemkaart).
2. Schakel de netwerkcontroller in het besturingssysteem in
via Apparaatbeheer.
Netwerkstuurprogramma is niet goed geladen. Installeer de netwerkstuurprogramma’s opnieuw.
Het systeem detecteert het netwerk niet automatisch (geen
autosensing).
Schakel de mogelijkheden voor autosensing uit en kies zelf de
juiste werkstand.
Diagnoseprogramma meldt een storing.
Oorzaak
Oplossing
De kabel is niet goed aangesloten. Sluit de kabel goed aan op de netwerkconnector en sluit het
andere eind van de kabel goed aan op de juiste eenheid.
De kabel is aangesloten op de verkeerde connector. Controleer of de kabel op de juiste connector is aangesloten.
Er is een probleem met de kabel of een apparaat aan het
andere uiteinde van de kabel.
Controleer of de kabel en de eenheid aan het andere uiteinde
van de kabel goed werken.
De netwerkadapter is defect. Neem contact op met een Business of Service Partner.
Het diagnoseprogramma is met succes voltooid, maar de computer communiceert niet met het netwerk.
Oorzaak
Oplossing
De netwerkstuurprogramma's zijn niet geladen of de
parameters van het stuurprogramma komen niet overeen met
de huidige configuratie.
Zorg ervoor dat de stuurprogramma's zijn geladen en dat de
parameters van het stuurprogramma overeenkomen met de
configuratie van de netwerkcontroller.
Zorg ervoor dat de juiste netwerkclient en het juiste protocol
zijn geïnstalleerd.
De netwerkcontroller is niet geconfigureerd voor deze
computer.
Dubbelklik in het Configuratiescherm op het pictogram
Netwerk en configureer de netwerkadapter.
De netwerkcontroller werkt niet meer, zonder aanwijsbare oorzaak.
Oorzaak
Oplossing
De bestanden met de netwerkstuurprogramma's zijn
beschadigd.
Installeer de netwerkstuurprogramma's opnieuw.
De kabel is niet goed aangesloten. Sluit de kabel goed aan op de netwerkconnector en sluit het
andere eind van de kabel goed aan op de juiste eenheid.
De netwerkadapter is defect. Neem contact op met een Business of Service Partner.
Tabel 2-11 Problemen met netwerken oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met netwerken oplossen 29
De computer kan niet worden opgestart vanaf een nieuwe netwerkadapter.
Oorzaak
Oplossing
De nieuwe netwerkadapter is mogelijk defect of voldoet niet
aan de industriestandaard specificaties.
Installeer een werkende, industriestandaard netwerkadapter
of wijzig de opstartvolgorde, zodat de computer vanaf een
andere bron wordt opgestart.
Kan geen verbinding maken met een netwerkserver voor Remote System Installation.
Oorzaak
Oplossing
De netwerkadapter is niet goed geconfigureerd. Controleer of de netwerkverbindingen in orde zijn, of er een
DHCP-server aanwezig is en of de benodigde
stuurprogramma's voor uw netwerkadapter aanwezig zijn op
de server van Remote System Installation.
Er wordt een niet-geprogrammeerd EEPROM gemeld.
Oorzaak
Oplossing
Het EEPROM is niet geprogrammeerd. Neem contact op met een Business of Service Partner.
Tabel 2-11 Problemen met netwerken oplossen (vervolg)
30 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met het geheugen oplossen
Wanneer er problemen zijn met het geheugen van de computer, raadpleegt u de onderstaande tabel
met veel voorkomende oorzaken en mogelijke oplossingen.
VOORZICHTIG: De DIMM's blijven voeding krijgen terwijl de computer is uitgeschakeld. Verwijder het
netsnoer van de computer voordat u een DIMM opnieuw plaatst, verwijdert of installeert om schade aan
de DIMM's of de systeemkaart te voorkomen.
Op systemen die ECC-geheugen ondersteunen, kan geen combinatie van ECC- en niet-ECC-geheugen
worden gebruikt. Als u deze geheugensoorten wel combineert, kan het besturingssysteem niet worden
geladen.
Tabel 2-12 Problemen met het geheugen oplossen
Systeem start niet op of werkt niet goed nadat u extra geheugenmodules heeft geïnstalleerd.
Oorzaak
Oplossing
Er is geen geheugenmodule geïnstalleerd in het DIMM1-
voetje.
Zorg dat een geheugenmodule is geïnstalleerd in het zwarte
DIMM1-voetje op de systeemkaart. Dit voetje moet een
geheugenmodule bevatten.
Geheugenmodule is niet van het juiste type of heeft niet de
juiste snelheid of nieuwe geheugenmodule is niet goed
geplaatst.
Vervang de module door een correcte industriestandaard
module voor de computer. Op sommige modellen mag u geen
combinatie van ECC- en niet-ECC-geheugenmodules
gebruiken.
Bericht Onvoldoende geheugen.
Oorzaak
Oplossing
Het geheugen is mogelijk niet goed geconfigureerd. Gebruik Apparaatbeheer om de geheugenconfiguratie te
controleren.
Er is onvoldoende geheugen om de applicatie uit te voeren. Raadpleeg de documentatie bij de applicatie om de
geheugenvereisten te bepalen.
De geheugentelling tijdens POST is onjuist.
Oorzaak
Oplossing
De geheugenmodules zijn mogelijk niet juist geïnstalleerd. Controleer of alle geheugenmodules goed zijn geïnstalleerd en
of u de juiste modules heeft gebruikt.
Mogelijk maken de geïntegreerde grafische voorzieningen
gebruik van het systeemgeheugen.
U hoeft niets te doen.
Onvoldoende geheugen tijdens het werken.
Oorzaak
Oplossing
Er zijn teveel geheugenresidente programma's (TSR's)
geïnstalleerd.
Verwijder alle TSR's die u niet nodig heeft.
Onvoldoende geheugen voor de applicatie. Controleer de geheugenvereisten voor de applicatie of voeg
geheugen aan de pc toe.
NLWW Problemen met het geheugen oplossen 31
De computer laat een kort geluidssignaal en een lang geluidssignaal horen, gevolgd door een pauze van drie seconden.
Oorzaak
Oplossing
Het geheugen is verkeerd geïnstalleerd of defect. 1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Tabel 2-12 Problemen met het geheugen oplossen (vervolg)
32 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen
Wanneer u problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive ondervindt, raadpleegt u de lijst met veel
voorkomende oorzaken en mogelijke oplossingen in de volgende tabel of de documentatie bij het
optionele apparaat.
Tabel 2-13 Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen
Het systeem start niet op vanaf de cd-rom- of dvd-rom-drive.
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is
uitgeschakeld in het hulpprogramma Computer Setup
(Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg ervoor
dat SATA1 Controller is Enabled (Ingeschakeld) in het menu
Advanced (Geavanceerd).
Er is geen opstart-cd in de drive aanwezig. Plaats een opstart-cd in de drive.
De opstartvolgorde is onjuist. 1. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig
de volgorde voor het opstarten vanaf de optische schijf in
Boot (Opstarten) > Boot Device Priority (Volgorde
opstartapparaten) > CD-ROM Group Boot Priority
(Opstartvolgorde cd-rom-groep).
2. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig
de opstartvolgorde van groepen in Boot (Opstarten) >
Boot Device Priority (Volgorde opstartapparaten).
Schijfeenheid niet gevonden.
Oorzaak
Oplossing
De kabel zit los. Controleer de aansluitingen.
Het systeem heeft een zojuist geïnstalleerde schijfeenheid niet
automatisch herkend.
Raadpleeg het gedeelte Problemen met de installatie van
hardware op pagina 26 voor aanwijzingen voor het
configureren. Als de nieuwe schijfeenheid nog steeds niet
wordt herkend, controleert u of de schijfeenheid wordt
genoemd bij Computer Setup (Computerinstellingen). Als de
schijfeeheid station hier wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door een stuurprogramma veroorzaakt. Als de
schijfeenheid niet wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door de hardware veroorzaakt.
Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg ervoor
dat SATA1 Controller is Enabled (Ingeschakeld) in het menu
Advanced (Geavanceerd).
Het systeem herkent cd-rom- of dvd-apparatuur niet, of het stuurprogramma is niet geladen.
Oorzaak
Oplossing
De drive is niet goed aangesloten of niet goed geconfigureerd. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat.
Een film in het dvd-rom-station wordt niet afgespeeld.
Oorzaak
Oplossing
De film kan bedoeld zijn voor gebruik in een ander land. Raadpleeg de documentatie bij de dvd-drive.
Er is geen decodersoftware geïnstalleerd. Installeer decodersoftware.
Medium is beschadigd. Vervang het medium.
NLWW Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen 33
Een film in het dvd-rom-station wordt niet afgespeeld.
Oorzaak
Oplossing
Films met deze classificatie worden geblokkeerd door ouderlijk
toezicht.
Verwijder ouderlijk toezicht met behulp van dvd-software.
Het medium is ondersteboven geplaatst. Plaats het medium opnieuw.
De schijf kan niet worden uitgeworpen (eenheid met cd-lade).
Oorzaak
Oplossing
De schijf ligt niet goed in de lade. Schakel de computer uit en druk met een spits metalen
voorwerp stevig in het uitwerpgaatje. Trek de lade langzaam
uit de drive totdat de lade geheel naar buiten is geschoven en
verwijder de cd.
Cd-rom-, cd-rw-, dvd-rom- of dvd-r/rw-drive kan een cd of dvd niet lezen of heeft veel tijd nodig.
Oorzaak
Oplossing
Het medium is ondersteboven geplaatst. Plaats het medium opnieuw met het label aan de bovenkant.
De dvd-rom-drive heeft meer tijd nodig om te starten, omdat
eerst moet worden vastgesteld welk type media (bijvoorbeeld
audio of video) wordt afgespeeld.
Wacht minimaal 30 seconden om de dvd-rom-drive de kans te
geven het type media te herkennen. Als de weergave dan nog
niet begint, probeert u de andere oplossingen die hier
genoemd worden.
Cd of dvd is vuil. Reinig de cd of dvd met een cd-reinigingskit (in de meeste
computerwinkels verkrijgbaar).
Cd-rom-drive of dvd-rom-drive wordt niet door Windows
herkend.
1. Gebruik Apparaatbeheer om het apparaat te verwijderen
of de installatie ongedaan de maken.
2. Start de computer opnieuw op en laat Windows de drive
herkennen.
Opnemen of kopiëren van cd's is moeilijk of onmogelijk.
Oorzaak
Oplossing
Verkeerd type of slechte kwaliteit media. 1. Probeer op een lagere snelheid op te nemen.
2. Controleer of u de juiste media voor de drive gebruikt.
3. Probeer een ander merk media. Er zijn grote
kwaliteitsverschillen tussen de merken.
Tabel 2-13 Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen (vervolg)
34 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met USB-flashdrive oplossen
Enkele veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor problemen met USB-flashdrives worden
aangegeven in de volgende tabel.
Tabel 2-14 Problemen met USB-flashdrive oplossen
USB-flashdrive wordt in Windows niet als schijfaanduiding herkend.
Oorzaak
Oplossing
De schijfaanduiding na de laatste fysieke schijfeenheid is niet
beschikbaar.
Wijzig de standaard schijfaanduiding voor de flashdrive in
Windows.
USB-flashdrive niet gevonden (geïdentificeerd).
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op een USB-poort die is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg ervoor
dat USB Ports (USB-poorten) is Enabled (Ingeschakeld) in
het menu Advanced (Geavanceerd).
Het apparaat was niet goed geïnstalleerd voordat de computer
werd ingeschakeld.
Zorg dat het apparaat geheel in de USB-poort is geplaatst
voordat u het systeem inschakelt.
Systeem wordt niet opgestart vanaf USB-flashdrive.
Oorzaak
Oplossing
De opstartvolgorde is onjuist. 1. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig
de opstartvolgorde van de verwisselbare media in Boot
(Opstarten) > Boot Device Priority (Volgorde
opstartapparaten).
2. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig
de opstartvolgorde van groepen in Boot (Opstarten) >
Boot Device Priority (Volgorde opstartapparaten).
Het image op het apparaat is niet opstartbaar. Volg de procedures die worden beschreven in het gedeelte
‘Replicating the Setup’ (Configuratie kopiëren) van de
Service
Reference Guide
(Naslaggids voor service).
De computer wordt opgestart in DOS nadat een opstartbare flashdrive is gemaakt.
Oorzaak
Oplossing
Er kan worden opgestart vanaf een flashdrive. Installeer de flashdrive pas nadat het besturingssysteem is
opgestart.
NLWW Problemen met USB-flashdrive oplossen 35
Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen
Wanneer u problemen ondervindt met apparaten die zijn aangesloten op de voorkant, raadpleegt u de
lijst met oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-15 Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen
Een USB-apparaat, 1394-apparaat, hoofdtelefoon of microfoon wordt niet herkend door de computer.
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is niet goed aangesloten. 1. Zet de computer uit.
2. Sluit het apparaat opnieuw aan op de voorkant van de
computer en start de computer opnieuw op.
Het apparaat krijgt geen voeding. Als het USB-apparaat netvoeding nodig heeft, zorgt u dat het
ene uiteinde van het netsnoer is aangesloten op het apparaat
en het andere uiteinde op een werkend stopcontact.
Het juiste stuurprogramma is niet geïnstalleerd. 1. Installeer het juiste stuurprogramma voor het apparaat.
2. Mogelijk moet de computer opnieuw worden opgestart.
De kabel tussen het apparaat en de computer werkt niet. 1. Vervang indien mogelijk de kabel.
2. Start de computer opnieuw op.
Het apparaat werkt niet 1. Vervang het apparaat.
2. Start de computer opnieuw op.
De USB-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) en
schakel de USB-poorten in via Advanced (Geavanceerd) >
USB Ports (USB-poorten).
De 1394-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) en
schakel de 1394-poorten in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard 1394 (1394 op de systeemkaart).
36 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met de internettoegang oplossen
Raadpleeg uw internetserviceprovider (ISP) of kijk in de volgende tabel met mogelijke oorzaken en
oplossingen voor problemen met de internettoegang.
Tabel 2-16 Problemen met de internettoegang oplossen
Kan geen verbinding maken met internet.
Oorzaak
Oplossing
Gebruikersaccount bij de internetserviceprovider (ISP) is niet
goed ingesteld.
Controleer de internetinstellingen of neem contact op met de
internetserviceprovider (ISP).
Modem is niet goed geconfigureerd. Sluit het modem opnieuw aan. Controleer aan de hand van de
documentatie of de aansluiting correct is.
Webbrowser is niet goed geïnstalleerd. Controleer of de webbrowser is geconfigureerd met de juiste
instellingen voor de internetserviceprovider (ISP).
Kabel- of DSL-modem is niet aangesloten. Sluit het betreffende modem aan. Er moet een aan/uitlampje
branden aan de voorkant van het modem.
De kabel- of DSL-service is niet beschikbaar of tijdelijk
onderbroken.
Probeer op een later tijdstip verbinding met internet te maken
of neem contact op met de internetserviceprovider (ISP). (Als
er verbinding is met de kabel- of DSL-service, brandt het
verbindingslampje aan de voorkant van het modem.)
De CAT5 UTP-kabel is niet aangesloten. Sluit de CAT5 UTP-kabel aan tussen het kabelmodem en de
RJ-45-connector op de computer. (Als de verbinding goed is,
brandt het "PC"-lampje aan de voorkant van het kabel/DSL-
modem.)
Het IP-adres is niet goed ingesteld. Informeer bij de internetserviceprovider (ISP) naar het juiste
IP-adres.
Cookies zijn beschadigd. (Een "cookie" is een klein stukje
informatie dat door sommige webservers tijdelijk in de
webbrowser wordt opgeslagen. Op deze manier blijft
specifieke informatie in de browser bewaard, die de webserver
later weer kan opvragen.)
Windows Vista:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Klik op Netwerk en internet.
3. Klik op Internetopties.
4. Klik in het gedeelte Browsegeschiedenis op het tabblad
Algemeen op de knop Verwijderen.
5. Klik op de knop Cookies verwijderen.
Windows XP:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Internet-opties.
3. Klik in het tabblad Algemeen op de knop Cookies
verwijderen.
Internetprogramma's worden niet automatisch gestart.
Oorzaak
Oplossing
Sommige programma's worden pas gestart nadat u zich heeft
aangemeld bij de internetserviceprovider (ISP).
Meld u aan bij de internetserviceprovider (ISP) en start
vervolgens het gewenste programma.
NLWW Problemen met de internettoegang oplossen 37
Downloaden van internet duurt te lang.
Oorzaak
Oplossing
Modem is niet goed geconfigureerd. Controleer of het modem is aangesloten en naar behoren
functioneert.
Windows XP:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Systeem.
3. Klik op het tabblad Hardware.
4. Klik in het vak Apparaatbeheer op de knop
Apparaatbeheer.
5. Dubbelklik op Modems.
6. Dubbelklik op Agere Systems PCI-SV92PP Soft
Modem.
7. Klik op het tabblad Algemeen op Diagnostische
gegevens.
8. Klik op Instellingen opvragen. Het bericht "Geslaagd"
geeft aan dat het modem is aangesloten en correct
functioneert.
Windows Vista:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. Selecteer in de lijst Taken de optie Apparaatbeheer.
5. Dubbelklik op Modems.
6. Dubbelklik op Agere Systems PCI-SV92PP Soft
Modem.
7. Klik op het tabblad Algemeen op Diagnostische
gegevens.
8. Klik op Instellingen opvragen. Het bericht "Geslaagd"
geeft aan dat het modem is aangesloten en correct
functioneert.
Tabel 2-16 Problemen met de internettoegang oplossen (vervolg)
38 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Problemen met de software oplossen
De meeste problemen met de software ontstaan als volgt:
De applicatie is niet goed geïnstalleerd of geconfigureerd.
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om de applicatie uit te voeren.
Er is een conflict tussen applicaties.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Raadpleeg bij problemen met de software de mogelijke oplossingen in de onderstaande tabel.
Tabel 2-17 Problemen met de software oplossen
De computer blijft hangen en het scherm met het HP logo wordt niet weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Er is een POST-fout opgetreden. Raadpleeg de Restore Kit of de wereldwijde
Garantieverklaring voor de voorwaarden.
De computer blijft hangen nadat het scherm met het HP logo wordt weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Systeembestanden kunnen beschadigd zijn. Scan de vaste schijf voor fouten.
Er wordt een foutbericht over een "ongeldige bewerking" weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
De software is niet door Microsoft goedgekeurd voor de
gebruikte Windows-versie.
Controleer of de gebruikte software door Microsoft is
goedgekeurd voor uw versie van Windows. U vindt deze
informatie op de verpakking van het programma.
Configuratiebestanden zijn beschadigd. Probeer alle gegevens op te slaan, alle programma's af te
sluiten en de computer opnieuw op te starten.
NLWW Problemen met de software oplossen 39
POST-geluidssignalen interpreteren
In dit gedeelte worden de geluidssignalen beschreven die mogelijk vóór of tijdens de POST worden
weergegeven en waar niet altijd een foutcode of tekstbericht bij hoort.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen
van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Geluids-signalen Betekenis Aanbevolen actie
1 kort geluidssignaal en 1 lang
geluidssignaal gevolgd door
een pauze van drie seconden
Defect geheugen of fout in
geheugenconfiguratie.
Controleer of alle geheugenmodules goed zijn
geïnstalleerd en of u de juiste modules heeft
gebruikt.
2 korte geluidssignalen en
1 lang geluidssignaal gevolgd
door een pauze van drie
seconden
Geen grafische kaart geïnstalleerd of
initialiseren van grafische kaart mislukt.
Bij een computer met een afzonderlijke grafische
kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze
opnieuw. Zet de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde
grafische controller vervangt u de systeemkaart.
3 korte geluidssignalen en
1 lang geluidssignaal gevolgd
door een pauze van drie
seconden
Fout in processorconfiguratie of
ongeldige processor gedetecteerd voor
het initialiseren van de grafische kaart.
1. Voer een upgrade van het BIOS uit naar de
juiste versie.
2. Vervang de processor.
1 kort geluidssignaal gevolgd
door een pauze van een
seconde
Geen optischeschijfeenheid gevonden. 1. Controleer de aansluitingen.
2. Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en zorg dat de
apparaatpoort is ingeschakeld.
2 korte geluidssignalen gevolgd
door een pauze van drie
seconden
Geen cd gevonden. 1. Controleer welk type drive u gebruikt en kies
het juiste type mediatype.
2. Vervang de cd door een nieuwe cd.
3 korte geluidssignalen gevolgd
door een pauze van drie
seconden
Knipperen niet klaar (ontbrekend
hulpprogramma of BIOS-imagebestand,
enz.)
Voer een upgrade van het BIOS uit naar de juiste
versie.
4 korte geluidssignalen gevolgd
door een pauze van drie
seconden
Flashbewerking mislukt (checksumfout,
beschadigde image, etc.)
1. Verifieer of het ROM juist is.
2. Flash zo nodig het ROM.
3. Als er onlangs een uitbreidingskaart is
toegevoegd, verwijdert u de kaart om te
controleren of het probleem dan is opgelost.
4. Wis de CMOS.
5. Als de melding verdwijnt, is er misschien een
probleem met de uitbreidingskaart.
6. Vervang de systeemkaart.
5 korte geluidssignalen gevolgd
door een pauze van drie
seconden
BIOS-herstel gelukt U hoeft niets te doen.
40 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Wachtwoordjumper opnieuw instellen
Ga als volgt te werk om de opstart- of instelwachtwoordvoorzieningen uit te schakelen of om de opstart-
of instelwachtwoorden te wissen:
1. Schakel het besturingssysteem op de normale manier uit, schakel vervolgens de computer en alle
externe apparaten uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
2. Terwijl het netsnoer niet aangesloten is, drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om alle resterende
elektrische lading uit het systeem te laten wegvloeien.
WAARSCHUWING! Controleer of u het netsnoer uit het stopcontact heeft gehaald en laat interne
onderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, om het risico van lichamelijk letsel door elektrische
schokken of hete oppervlakken te beperken.
VOORZICHTIG: Als de stekker van de computer in het stopcontact zit, staat er altijd spanning
op de systeemkaart, ook als de computer uitgeschakeld is. Als u de stekker van het netsnoer niet
uit het stopcontact haalt, kan er schade aan het systeem worden toegebracht.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg de
Naslaggids voor de hardware
voor meer informatie.
3. Verwijder de kap of het toegangspaneel van de computer.
4. Zoek de header en jumper op met de aanduiding JFP1.
OPMERKING: De wachtwoordjumper is lichtgroen en kan daardoor eenvoudig worden herkend.
Voor informatie over de locatie van de wachtwoordjumper en andere onderdelen van de
systeemkaart raadpleegt u de
installatiekaart
(of IPSM, Illustrated Parts & Service Map) voor uw
systeem. De IPSM kunt u downloaden van
http://www.hp.com/support.
5. Verwijder de jumper van pinnen 1 en 2 en plaats de jumper op pinnen 2 en 3.
6. Plaats het toegangspaneel van de computer weer terug.
7. Sluit de externe apparaten weer aan.
8. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan. Laat het besturingssysteem opstarten.
De huidige wachtwoorden zijn nu gewist en de wachtwoordvoorzieningen zijn uitgeschakeld.
9. Als u nieuwe wachtwoorden wilt instellen, herhaalt u stappen 1 tot en met 4, plaatst u de jumper
op pin 1 en 2 terug en herhaalt u stappen 6 tot en met 8. Stel de nieuwe wachtwoorden in in
Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg de
Handleiding Computerinstellingen (F10)
voor meer informatie over Computer Setup.
NLWW Wachtwoordjumper opnieuw instellen 41
CMOS-jumper opnieuw instellen
1. Schakel de computer en eventuele externe apparaten uit en haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact. Het systeem moet worden losgekoppeld om het CMOS te kunnen wissen.
2. Koppel het toetsenbord, het beeldscherm en eventuele andere externe apparaten die op de
computer zijn aangesloten los.
WAARSCHUWING! Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld. Als u het netsnoer niet
loskoppelt, kan het systeem beschadigd raken.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg de
Naslaggids voor de hardware
voor meer informatie.
3. Verwijder de afdekplaat of het toegangspaneel van de computer.
VOORZICHTIG: Als u het CMOS opnieuw instelt, worden de oorspronkelijke instellingen van de
computer hersteld en worden alle aangepaste gegevens, met inbegrip van wachtwoorden,
inventarisnummers en speciale instellingen, gewist.
4. Zoek de header en jumper op met de aanduiding JBAT1.
OPMERKING: Controleer of u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact heeft verwijderd.
Het CMOS kan niet worden gewist als het netsnoer is aangesloten.
OPMERKING: De CMOS-jumper is lichtgroen en kan daardoor eenvoudig worden herkend. Voor
informatie over de locatie van de CMOS-jumper en andere onderdelen van de systeemkaart
raadpleegt u de
installatiekaart
(of IPSM, Illustrated Parts & Service Map) voor uw systeem. De
IPSM kunt u downloaden van
http://www.hp.com/support.
5. Verwijder de CMOS-jumper van pinnen 1 en 2 en plaats de jumper op pinnen 2 en 3. Hiermee
wordt het CMOS gewist.
6. Plaats de jumper terug op pinnen 1 en 2.
7. Plaats de afdekplaat of het toegangspaneel terug op de computer.
8. Sluit de externe apparaten opnieuw aan.
9. Sluit de computer aan en schakel deze in.
OPMERKING: Gebruik Computer Setup (Computerinstellingen) om behalve de datum en tijd ook
eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in te stellen.
Raadpleeg de
Computer Setup (F10) Handleiding
voor meer informatie over Computer Setup
(Computerinstellingen).
42 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW
Contact opnemen met een HP Business of Service
Partner
Neem voor ondersteuning en service contact op met een geautoriseerde HP Business of Service
Partner. Op de website
http://www.hp.com vindt u informatie over HP Business of Service Partners bij
u in de buurt.
OPMERKING: Vergeet niet de instel- en opstartwachtwoorden door te geven als u de computer ter
reparatie aanbiedt bij een HP Business of Service Partner.
Raadpleeg voor het telefoonnummer de garantieverklaring of de lijst met telefoonnummers in de
handleiding
Support Telephone Numbers
(Telefoonnummers voor ondersteuning) voor technische
ondersteuning.
NLWW Contact opnemen met een HP Business of Service Partner 43
Index
A
Algemene problemen 10
Audioproblemen 21
C
Cd-rom- of dvd-rom-
problemen 33
CMOS
opnieuw instellen, jumper 42
D
Diagnosehulpmiddel 1
F
Flashdrive, problemen 35
Foutcodes 40
G
Geluidssignalen, foutcodes 40
J
Jumper
CMOS 42
wachtwoord 41
K
Klantenondersteuning 7, 43
M
Mediakaartlezer, problemen 15
Monitorproblemen 17
Muisproblemen 24
N
Netwerkproblemen 28
O
Optischeschijfeenheden,
problemen 33
P
POST, foutcodes 40
Printerproblemen 23
Problemen
algemeen 10
audio 21
cd-rom of dvd-rom 33
flashdrive 35
geheugen 31
installatie van hardware 26
internettoegang 37
mediakaartlezer 15
monitor 17
muis 24
netvoeding 13
netwerk 28
printer 23
software 39
toetsenbord 24
vaste schijf 14
voorkant 36
Problemen met de internettoegang
oplossen 37
Problemen met het geheugen 31
Problemen met installatie van
hardware 26
S
Software
backup maken 6
problemen 39
T
Tips 8
Toegangspaneel, vergrendeld 11
Toetsenbordproblemen 24
V
Vaste schijf, problemen 14
Veiligheid en comfort 7
Vision Field Diagnostics 1
Voeding, problemen met 13
Voorkant, problemen 36
W
Wachtwoord
opnieuw instellen, jumper 41
Wake-on-LAN 28
44 Index NLWW
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50

HP Elite 7000 Microtower PC Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor