Mitsubishi Heavy Industries RC-EXZ3A Installatie gids

Type
Installatie gids
AFSTANDSBEDIENING
INSTALLATIEHANDLEIDING
RC-EXZ3A
PJZ012D130F
201907
−3−
Inhoud
1. Veiligheidsinstructies …………………………………………………………… 4
2. Toebehoren & voorbereiding op locatie ……………………………………… 5
3. Installatieplaats
…………………………………………………………………… 6
4. Installatieprocedure
……………………………………………………………… 6
5. Hoofd/Sub-instelling bij gebruik van meerdere afstandsbedieningen
…… 8
6. Functies en menuopties van de afstandsbediening
………………………… 9
7. Hoofditem
……………………………………………………………………… 12
8. Inschakelen en initialiseren
…………………………………………………… 14
9. Installatie-instellingen en testrun
…………………………………………… 16
10. RC functie instellingen
……………………………………………………… 20
11. Instellingen binnenunit ……………………………………………………… 23
12. Service en onderhoud ……………………………………………………… 31
13. Selecteer de taal ……………………………………………………………… 35
−4−
WAARSCHUWING
Neem contact op met uw dealer of een erkend bedrijf voor de installatie van de unit.
Een onjuiste installatie door uzelf kan resulteren in een elektrische schok, brand of valschade.
Installatiewerkzaamheden dienen correct overeenkomstig deze installatiehandleiding te worden
uitgevoerd.
Een onjuiste uitgevoerde installatie kan resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Gebruik de accessoires en gespeciceerde onderdelen voor de installatiewerkzaamheden.
Het gebruik van niet gespeciceerde onderdelen kan resulteren in uitval, brand of een elektrische schok.
Installeer de unit correct op een plaats met voldoende kracht om het gewicht te dragen.
Als de plaats niet sterk genoeg is, kan de unit vallen en lichamelijk letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat de werkzaamheden voor de elektrische bedrading worden uitgevoerd door een
gekwaliceerde elektricien en gebruik het exclusieve circuit.
De voedingsbron met onvoldoende en onjuiste werkzaamheden, kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Schakel de hoofdvoeding UIT voordat u begint aan elektrotechnische werkzaamheden.
Anders loopt u het risico van een elektrische schok, brand of defect.
Pas de unit niet aan.
Dit kan resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Schakel de stroomonderbreker UIT voordat u de unit repareert of controleert.
De unit repareren of controleren met de stroomonderbreker ingeschakeld, kan tot elektrische schokken of lichamelijk letsel
leiden.
Installeer de unit niet in een ongeschikte omgeving of ergens waar brandbare gassen (zich)
kunnen ontstaan, instromen, lekken of ophopen.
Als de unit wordt gebruikt op plaatsen waar zich in de lucht oliedamp, stoom, dampen van organische oplosmiddelen,
corrosief gas (ammoniak, zwavel(zuur), etc.) bevindt of waar een zuur- of basische oplossing, speciale spray, etc. wordt
gebruikt, kan dit leiden tot een elektrische schok, defecten, rook of brand ten gevolge van verhoogde slijtage of corrosie.
Installeer de unit niet op een plaats waar relatief veel waterdamp of condensatie voorkomt.
Dit kan resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Gebruik de unit niet op een plaats waar deze nat kan worden, zoals een wasruimte.
Dit kan resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Bedien de unit niet met natte handen.
Dit kan elektrische schokken veroorzaken.
Reinig de unit niet met water.
Dit kan resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Gebruik de gespeciceerde kabels voor de bedrading en sluit deze met de nodige
voorzichtigheid aan om elektronische onderdelen te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Onjuiste aansluiting of bevestiging kan leiden tot overmatige verhitting, brand, etc.
Dicht de inlaatopening voor de afstandsbedieningskabel af met kit.
Als dauw, water, insecten, etc. door de opening binnendringen, kan dit resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
Als dauw of water in de unit terechtkomt , kan dit tot afwijkingen van het schermdisplay leiden.
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de unit install
eert.
Het is van groot belang dat u zich strikt houdt aan alle onderstaande aanwijzingen.
WAARSCHUWING Als u zich niet aan deze instructies houdt, kan dit ernstige ongelukken, zoals zwaar lichamelijk letsel of zelfs
de dood, tot gevolg hebben.
LET OP Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
Afhankelijk van de omstandigheden, kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn.
●In de tekst worden de volgende pictogrammen gebruikt.
Nooit doen.
Volg altijd de gegeven instructies nauwkeurig op.
●Bewaar deze handleiding op een veilige plaats en zorg dat u deze zo nodig kunt raadplegen. Toon deze handleiding aan installateurs bij
verplaatsing of reparatie van de unit. Als de unit van eigenaar wisselt, moet deze handleiding aan de nieuwe eigenaar worden gegeven.
1. Veiligheidsinstructies
−5−
WAARSCHUWING
Wanneer u de unit installeert in een ziekenhuis, telecommunicatiefaciliteit, etc. moet u
maatregelen nemen om de kans op elektrische storingen te verminderen.
Deze kunnen een onjuiste werking of defect tot gevolg hebben door gevaarlijke effecten op de omvormer, de eigen
stroomgenerator, hoogfrequente medische apparatuur, radiocommunicatieapparatuur, etc.
De signalen die door de afstandsbediening worden uitgezonden, kunnen medische apparatuur of communicatie-apparatuur
beïnvloeden en medische activiteiten, videouitzendingen verstoren en/of elektrische interferentie veroorzaken.
Plaats altijd het bovenste deel van de behuizing weer (terug) op de afstandsbediening..
Als dauw, water, insecten, etc. door de opening binnendringen, kan dit resulteren in een elektrische schok, brand of defect.
LET OP
Installeer de afstandsbediening niet op de volgende plaatsen.
(1)
Dit kan leiden tot een defect of vervorming van de afstandsbediening.
W
aar deze is blootgesteld aan direct zonlicht
Als de omgevingstemperatuur 0 °C wordt of lager of 40 °C of hoger
Op oneffen (niet-platte) oppervlakken
Waar de sterkte van het installatiegebied onvoldoende is
(2)
Er kan vocht aanwezig zijn op interne onderdelen van de afstandsbediening, wat tot een schermfout kan leiden.
Plaats met hoge vochtigheid waar condensatie optreedt in de afstandsbediening
W
aar de afstandsbediening nat wordt
(3)
Er kan geen nauwkeurige kamertemperatuur worden gedetecteerd met de temperatuursensor van de afstandsbediening.
W
aar de gemiddelde kamertemperatuur niet kan worden gedetecteerd
In de buurt van een apparaat dat warmte genereert
Plaats beïnvloed door buitenlucht door het openen en sluiten van de deur
Plaats blootgesteld aan direct zonlicht of wind van de airconditioning
Plaats waar het verschil tussen de muur- en kamertemperatuur groot is
Gebruik de desbetreffende software om via USB op een pc aan te sluiten.
Sluit geen andere USB-apparaten en de afstandsbediening tegelijkertijd aan.
Dit kan een defect of uitval van de afstandsbediening of pc leiden.
De volgende onderdelen worden ter plaatse geregeld. Bereid ze voor overeenkomstig de desbetreffende installatieprocedures.
Itemnaam Aantal Opmerking
Voor 1 of 2 stuks (JIS C8340 of equivalent) 1
Deze zijn niet nodig bij installatie
direct op een muur.
Stalen pijp met dunne wand voor elektriciteit
"Installatie direct op een muur"
(JIS C8305 of equivalent)
Als nodig
Borgmoer, doorvoer (JIS C8330 of equiva-
lent)
Als nodig
V
erdeelwapening (JIS C8425 of equivalent) Als nodig
Nodig om afstandsbedieningska-
bel over de muur te leiden.
Kit Passend V
oor het afdichten van openingen
Molly-anker Als nodig
Afstandsbedieningskabel (0.3 mm
2
, 2 stuks) Als nodig
Zie juiste tabel indien langer dan
100 m
De volgende onderdelen worden geleverd.
Toebehoren Afstandsbediening hoofdunit, houtschroef (ø3.5 x 16) 2 stuks, beknopt overzicht
Als de kabel langer is dan 100 m, is
de maximale grootte voor kabels in de
behuizing van de afstandsbediening
0.5 mm
2
. Verbind deze met grotere
draden nabij de buitenkant van de
afstandsbediening. Als u de draden
hebt verbonden, moet u ervoor
zorgen dat er geen water, etc. kan
binnendringen.
200 m 0.5 mm
2
x 2-core
300m 0,75 mm
2
x 2-core
400m 1,25 mm
2
x 2-core
600m 2,0 mm
2
x 2-core
2. Toebehoren & voorbereiding op locatie
−6−
Printplaatzijde (achteraanzicht)
Om het bovenstuk en onderstuk van de behuizing van de afstandsbediening te
demonteren nadat ze één keer zijn gemonteerd
· Steek een platkopschroevendraaier (of iets vergelijkbaars) in de uitsparing
van het onderste deel van de afstandsbediening en draai het voorzichtig los.
Het wordt aanbevolen om het uiteinde van de schroevendraaier met tape in te
wikkelen, om het beschadigen van de behuizing te voorkomen.
Bescherm het verwijderde bovenste deel van de behuizing tegen vocht en stof.
Bij weggewerkte bedrading
(als de bedrading van “Achter” wordt aangesloten)
W
erk de schakelkast en de bedrading van de afstandsbediening van tevoren
weg.
Dicht de inlaatopening voor de bedrading van de afstandsbediening af met kit.
8
50
200
電線管
ット
イッ
ック
でシ
こと
リモコン
配線穴
ッシ
セン
USB
端子
37 23 23
固定穴
18.383.5
120
19
120
Beveilig de installatieplaats zoals weergegeven in de afbeelding.
Voor de installatiemethode kan "weggewerkte bedrading" of
"openliggende bedrading" worden geselecteerd.
Voor de richting van de bedrading kan "achter", "middenboven" of
"linksboven" worden geselecteerd.
Bepaal de installatieplaats met inachtneming van de
installatiemethode en de richting van de bedrading.
Installatieruimte
30mm
30mm
30mm
120mm
配線
Voer de installatiewerkzaamheden en de bedrading voor de afstandsbediening uit
overeenkomstig de volgende procedure.
Afmetingen (vooraanzicht)
30 mm
30 mm
30 mm
120mm
Bedrading
37 23 23
19
120
Bevestigingsopeningen
83,5
120
18,3
Wand
Leiding
Sensor USB-poort Aansluitblok
Borgmoer
Bus
Schakel-
kast
Afdichting met
kit
RC-bedieningsfunctie
3. Installatieplaats
4. Installatieprocedure
RC sensor
Zorg voor een minimale ruimte voor het demonteren
van de behuizing.
Linksboven en rechtsboven ……30 mm of meer
Onderkant…120 mm of meer
Als u een L-vormige schroevendraaier gebruikt, wordt
50 mm of meer geadviseerd.
−7−
8
50
200
電線管
ット
イッ
ック
でシ
こと
リモ
配線穴
ッシ
Als u de bedrading van middenboven uitleidt, moet u een gat maken voordat u het bovenste deel scheidt van het onderste deel van de
behuizing. Dit vermindert u het risico dat de printplaat beschadigd raakt en vergemakkelijkt volgende werkzaamheden.
Wanneer u de bedrading van linksboven uitleidt, moet u oppassen dat u de printplaat niet beschadigt en dat er binnenin geen schilfers
van het uitgesneden wandgedeelte achterblijven.
Als u draden door het onderste deel van de behuizing voert, bevestigt u het onderste deel op 2 plaatsen op de schakelkast.
Schakelkast voor
1 stuks
配線取出口
ース
ース
配線取出口
取付部の
薄肉部分
フ等で、
りと
じを
てくだ
さい
Bedradingsopening in
onderste deel behuizing
Onderste deel behuizing
Onderkant
Bovenkant
Schakelkast voor
2 stuks
配線取出口
ース
ース
配線取出口
取付部の
薄肉部分
フ等で、
りと
じを
てくだ
さい
Onderste deel behuizing
Snij het dunne deel
van de wand bij het
schroefbevestigingsdeel
eruit met een mes of iets
vergelijkbaars, voordat u
de schroef aandraait.
Draaduitvoer
Onderkant
Bovenkant
Draaduitvoer
Verbind de draden van de aansluitingspunten X en Y van de afstandsbediening met de
aansluitingspunten X en Y van de binnenunit. De draden van de afstandsbediening (X,
Y) hebben geen polariteit. Als u het onderste deel van de behuizing diagonaal bevestigt
op 2 plaatsen, snijdt u het dunne wanddeel op de behuizing uit.
Bevestig de draden zo, dat de draden om de terminalschroeven op het bovenste deel
van de afstandsbediening heen lopen.
Waarschuwingen voor het verbinden van de bedrading
Gebruik geen draden van meer dan 0.5 mm
2
voor
bedrading die door de behuizing van de afstandsbediening
loopt. Zorg ervoor dat u niet de kabelmantel bekneld.
Draai de draadverbinding met de hand vast (0,7 Nm of minder).
Als u de draad met een elektrische schroefmachine
vastdraait, kan deze storing veroorzaken of vervormen.
Bij openliggende bedrading
(als de bedrading van “middenboven”or “linksboven” uit de afstandsbediening wordt
aangesloten)
Snijd de dunne wandgedeelten van de behuizingen uit voor de grootte van de draad.
Bevestig het onderste deel van de afstandsbediening op
een plat oppervlak met houtschroeven.
Als de bedrading van middenboven uitleidt, leidt u deze
achter het onderste deel van de behuizing langs (gedeelte
met uitsparing). (gedeelte met uitsparing)
Verbind de draden van de aansluitingspunten X en Y van
de afstandsbediening met de aansluitingspunten X en Y
van de binnenunit. De draden van de afstandsbediening
(X, Y) hebben geen polariteit. Als u het onderste deel van
de behuizing diagonaal bevestigt op 2 plaatsen, snijdt u het
dunne wanddeel op de behuizing uit.
Plaats het bovenste deel van de behuizing.
Dicht het gebied af
met kit.
上面中央の場合
上面左の場合
ース
ース
120mm
左側の場
190mm
中央の場
8
上面中央の場合
上面左の場合
ース
ース
Bovenmidden
Linksboven
Onderste deel behuizing
Bovenste deel behuizing
120 mm
(voor het terugha-
len van de draad
linksboven)
190 mm
(voor het
terughalen van
de draad uit het
bovenmidden)
−8−
Advies: Opmerking: verbinding met personal computer
Dit kan worden ingesteld vanaf een pc via de USB poort (mini-B).
Voor het maken van een verbinding moet u de afdekking voor de USB-poort van het
bovenste deel van de behuizing verwijderen.
Plaats de afdekking terug na gebruik.
Voor de verbinding is speciale software vereist.
Zie de website of de technische gegevens voor meer informatie.
USB端子
カバー
Advies: Initialisatie van wachtwoord
Administratorwachtwoord (voor dagelijkse instellingen) en
servicewachtwoord (voor installatie, testrun en onderhoud) worden gebruikt.
Het administrator wachtwoord is standaard “0000” (fabrieksinste
lling). U kunt deze instelling
desgewenst wijzigen. Raadpleeg hiervoor de gebruikershandleiding.
Als het administratorwachtwoord is vergeten, kan het wachtwoord geïnitialiseerd worden
door de schakelaars [F1] en [F2] tegelijkertijd vijf seconden op het invoerscherm van het
administratorwachtwoord in te drukken.
○Het service wachtwoord is “9999”. Dit wachtwoord kan niet word
en gewijzigd.
Wanneer u het administrator wachtwoord moet invoeren, wordt ook het service wachtwoord
geaccepteerd.
U kunt maximaal twee
afstandsbedieningen gebruiken voor 1
binnenunit of 1 groep.
De een is de hoofd-RC (master) en de
ander is de sub-RC (slave).
Het bedieningsfunctiebereik van de
hoofd- en sub-RC is verschillend.
室内ユニット
リモコン線
無極性)
リモコン
「親」
リモコン
「子」
Stel “Hoofd” en “Sub” in zoals
beschreven in sectie 8.
RC-bedieningsfunctie Hoofd Sub
Start/Stop, Wijzig temperatuurinstelling,
Wijzig uitblaasrichting, Auto swing, Wijzig bediening ventila-
torsnelheid
Functies voor high power modus en energiebesparingsmo-
dus
Regeling stille modus ×
Handige
functies
Individuele uitblaaslouvres instelling ×
Anti-tochtinstelling ×
T
ijdklok
Pre-set
Wekelijkse timer ×
Afwezigheidsinstelling ×
Externe ventilatie
Selecteer de taal
Bediening stille modus ×
Energiebesparingsinstellingen ×
Filter Filter signaal herstellen
Gebruikersin-
stellingen
Initialisatie instellingen
Administrator
instellingen
T
oestemming/ Verbod-in-
stelling
×
Buitenunit timer stille
modus
×
Instelling temperatuurbe-
reik
×
Oplopende temperatuur
instellingen
×
Temp. instelscherm
RC display instellingen
Wijzig administrator
wachtwoord
F1/F2 functie instelling
Binnenunit
RC
Hoofd
RC
Sub
RC-bedieningsfunctie
(Geen polariteit)
Afdekking
USB-poort
[F1] [F2] schakelaar
Wissen
Instellen (set)
Terug
Voer 4 cijferige code in, [Set]
Wachtwoord?
Voer het administrator wachtwoord in
5.
Hoofd/Sub-instelling bij gebruik van meerdere afstandsbedieningen
Wanneer u twee of meer FDT’s/FDTC’s toevoegt aan één afstandsbediening, gebruik dan alleen een paneel met anti-tochtfunctie of een
standaardpaneel.
Advies
○: operationeel ×: niet-operationeel
RC-bedieningsfunctie Hoofd Sub
Onderhoud
sinstelling
Installatie-
instellingen
Installatiedatum ×
Onderhoudscontract
Testrun ×
Instellingen van luchtkanaal ×
Wijzig auto-adressering ×
Adresinstelling van hoofd binnenunit ×
Binnenunit back-up ×
Instellingen bewegingssensor ×
RC functie
instellingen
Master/slave RC
Retourluchttemp. ×
RC sensor ×
RC sensor aanpassen ×
Bedrijfsmodus ×
ºC / ºF ×
Ventilator snelheid ×
Externe invoer ×
Louvrecontrole boven/onder ×
Louvrecontrole links/rechts ×
Ventilator instellingen ×
Automatische herstart ×
Automatische temperatuur instelling ×
Automatische ventilatorsnelheid ×
Instellingen binnenunit ×
Service &
Onderhoud
Adres binnenunit
Inspectiedatum volgend onderhoud ×
Data bedrijfsgegevens ×
Inspec display Fouthistorie
Weergave afwijkende data ×
Reset periodieke check
Instellingen binnenunit opslaan ×
Speciale
instellingen
Adres binnenunit wissen ×
CPU reset
Initialiseren ×
Touchpanel kalibratie
Capaciteitsweergave binnenunit ×
−9−
Start/Stop
schakelaar
 
Als u eenmaal op deze knop drukt, start het
apparaat.
Als u nogmaals op deze knop drukt stopt
het apparaat.
F1
schakelaar
F2
schakelaar
 
Deze schakelaar start de werking die ingesteld is in
de F1/F2 functie instelling.
Bedrijfslampje
 
Dit lampje licht groen (geelgroen) op als het
apparaat in bedrijf is. Bij een fout wordt het lampje
rood (oranje).
De helderheid van het bedrijfslampje kan worden
gewijzigd.
LCD (met achtergrondverlichting)
 
Als u op het LCD-scherm drukt, gaat de
achtergrondverlichting aan.
 
De achtergrondverlichting gaat na een bepaalde tijd
van inactiviteit automatisch weer uit.
 
De tijdsduur van de achtergrondverlichting kan
worden gewijzigd.
 
Als de achtergrondverlichting is ingesteld op "AAN"
en op het scherm wordt gedrukt terwijl de
achtergrondverlichting is uitgeschakeld, wordt alleen
de achtergrondverlichting ingeschakeld. (Dit gebeurt
niet bij de bediening met de schakelaars
,
en
.)
USB-poort
 
V
ia de USB-aansluiting (mini-B) kunt u het apparaat
aansluiten op een pc (personal computer).
 
Raadpleeg de bedieningshandleiding bij de software
voor uw pc (utility-software afstandsbediening) voor
informatie over bedieningsmogelijkheden.
T
ouchscreensysteem, dat wordt bediend door met een vinger op het LCD-scherm te drukken. dit scherm wordt
gebruikt voor alle bedieningsfuncties, behalve de schakelaars
Start/Stop,
F1
F2.
LCD-scherm (met achtergrondverlichting)
6. Functies en menuopties van de afstandsbediening
Namen en functies van gedeelten op de afstandsbediening
(bedieningsgedeelte)
F2
schakelaar
Bedrijfslampje
USB-poort (mini-B)
Start/Stop
schakelaar
F1 schakelaar
Opmerking
Als u het apparaat aansluit op een pc, sluit deze dan niet
tegelijkertijd aan op andere USB-apparaten.
Verbind het apparaat rechtstreeks met de computer, niet eerst
via een hub of iets dergelijks.
−10−
 
Namen en functies van gedeelten op de afstandsbediening
(display)
Alle pictogrammen worden weergegeven ter informatie.
F1
F2
Scherm
voor wisselen
functie
Weergave klok,
naam ruimte
Knop voor
wijzigen
bedrijfsmodus
Hoofdscherm
Knop
tijdschakelaar
Weergave pictogrammen
Menutoets
Knop voor wijzigen
ingestelde
temperatuur
Knop voor wijzigen
kleprichting
Knop voor
wijzigen
ventilatorsnelheid
Knop Selecteer
taal
Berichtenscherm
Bedieningsknop
zone
−11−
Weergave klok, naam ruimte
  Weergave van de huidige tijd en de naam van de kamer.
Weergave pictogrammen
  Elk afzonderlijk pictogram wordt weergegeven bij een van
de volgende instellingen.
Wanneer de
opdrachtbesturing in
werking is.
Wanneer een
instelling plaatsvindt vanaf
de sub-RC.
Wanneer de
centrale besturing
(optioneel) in bedrijf is.
Wanneer de periodieke
inspectie nodig is.
Tijdens het ventileren.
Wanneer het
"ltersignaal" actief is.
Wanneer Toestemming/
Verbod is ingesteld.
Wanneer de laagtarief
tijdklok is ingesteld.
Wanneer de Wekelijkse
timer is ingesteld.
Menutoets
  Wanneer u andere instellingen dan -, wilt instellen of
wijzigen, drukt u op de menuknop. Wanneer menuopties
worden weergegeven, selecteert u er een en stelt u deze in.
Knop voor wijzigen bedrijfsmodus
  Weergave van de bedrijfsmodus die momenteel is
geselecteerd. Druk op deze knop als u de bedrijfsmodus
wilt wijzigen.
Knop voor wijzigen ingestelde temperatuur
  Weergave van de temperatuur die momenteel is ingesteld.
Druk op deze knop als u de temperatuurinstelling wilt
wijzigen.
Knop voor wijzigen kleprichting
  Weergave van de uitblaasrichting die momenteel is
geselecteerd. Als de 3D auto stromingsmodus is
ingeschakeld, wordt het scherm 3D auto weergegeven.
Druk op deze knop als u de uitblaasrichting wilt wijzigen.
Knop voor wijzigen ventilatorsnelheid
  Weergave van de ventilatorsnelheid die momenteel is
geselecteerd. Druk op deze knop als u de ventilatorsnelheid
wilt wijzigen.
Knop tijdschakelaar
  Vereenvoudigde inhoudsweergave van de timer/tijdklok die
momenteel is ingesteld.
  (Wanneer er twee of meer timers zijn ingesteld, wordt de
inhoud van de eerstvolgende timer weergegeven.)
  Druk op deze knop als u de timer wilt instellen.
Knop Selecteer taal
  Selecteer een weergavetaal voor de afstandsbediening.
Bedieningsknop zone
  Tik op deze knop als u naar het bedieningsscherm van de
zone wilt gaan.
Berichtenscherm
  Weergave van de status van de airconditioning en
berichten omtrent de werking van de afstandsbediening,
etc.
F1
F2
Scherm voor wisselen functie
 Geeft de functie weer die voor iedere
F1 F2
schakelaar is ingesteld.
  De functie voor deze schakelaars kan in F1/F2 functie
instelling worden gewijzigd.
−12−
7. Hoofditem
Hoofdmenu
                 
Start …………………………………………………………………………………… <?>
S
top
……………………………………………………………………………………… <
?>
Wi
jzig bedrijfsmodus
…………………………………………………………………… <
?>
W
ijzig temperatuur instelling…………………………………………………………… <?>
W
ijzig uitblaasrichting
………………………………………………………………… <
?>
W
ijzig de ventilatorsnelheid
…………………………………………………………… <
?>
Z
onebediening AAN/UIT
……………………………………………………………………
Instelling zonenaam …………………………………………………………………………
W
erking schakelaar [F1] [F2]
………………………………………………………………
B
ediening anti-tocht AAN/UIT
………………………………………………………… <
?>
H
igh power modus
…………………………………………………………………… <
?>
E
nergiebesparingsmodus
……………………………………………………………… <
?>
      
Individuele uitblaaslouvres instelling ………………………………………………… <?>
A
nti-tochtinstelling
……………………………………………………………………… <
?>
T
ijdklok
………………………………………………………………………………………
A
ctiveer tijdklok bij uur
……………………………………………… <
?>
D
eactiveer tijdklok bij uur
…………………………………………… <
?>
A
ctiveer tijdklok bij klok
……………………………………………… <
?>
D
eactiveer tijdklok bij klok
…………………………………………… <
?>
Bevestig ……………………………………………………………… <?>
P
re-set
………………………………………………………………………………… <
?>
W
ekelijkse tijdklok
……………………………………………………………………… <
?>
H
ome leave-modus
…………………………………………………………………… <
?>
E
xterne ventilatie
……………………………………………………………………… <
?>
S
electeer de taal
……………………………………………………………………………
R
egeling stille modus
………………………………………………………………………
Sleeptimer ……………………………………………………………………………… <?>
L
aagtarief tijdklok
……………………………………………………………………… <
?>
A
utom. temperatuur daling
…………………………………………………………… <
?>
B
ediening bewegingssensor
………………………………………………………… <
?>
Filtersignaal herstellen …………………………………………………………………… 30
Initialisatie instellingen ………………………………………………………………… <?>
T
ijdsinstellingen
……………………………………………………… <
?>
D
atum en tijd weergeven
…………………………………………… <
?>
Z
omertijd
……………………………………………………………… <
?>
Co
ntrast
……………………………………………………………… <
?>
A
chtergrondverlichting
……………………………………………… <
?>
B
edieningsgeluid
……………………………………………………… <
?>
Helderheid werkamp ………………………………………………… <?>
A
dministrator instellingen
……………………………………………………………… <
?>
T
oestemming/ Verbod-instelling
……………………………………… <
?>
B
uitenunit timer stille modus
………………………………………… <
?>
I
nstelling temperatuurbereik
………………………………………… <
?>
Oplop
ende temperatuurinstellingen
………………………………… <
?>
T
emp. instelscherm
…………………………………………………… <
?>
RC display instellingen ……………………………………………… <?>
Wi
jzig administrator wachtwoord
…………………………………… <
?>
F
1/F2 functie instelling
……………………………………………… <
?>
Standaardbediening
Handige functies
Energiebesparingsinstellingen
Filter
Gebruikersinstellingen
Raadpleeg
Gebruikershandleiding.
−13−
Hoofdmenu

                   
Installatie-instellingen
I
nstallatiedatum
………………………………………………………… 16
Ond
erhoudscontract
…………………………………………………… 16
Te
strun
…………………………………………………………………… 16
I
nstellingen van luchtkanaal
…………………………………………… 17
Wi
jzig auto-adressering
………………………………………………… 18
A
dresinstelling van hoofdbinnenunit
…………………………………… 18
Binnenunit back-up ……………………………………………………… 18
I
nstellingen bewegingssensor
………………………………………… 19
R
C functie instellingen
M
aster/slave RC
………………………………………………………… 20
R
etourluchttemp.
………………………………………………………… 20
R
C sensor
……………………………………………………………… 20
R
C sensor aanpassen
………………………………………………… 21
Bedrijfsmodus …………………………………………………………… 21
º
C / ºF
…………………………………………………………………… 21
V
entilatorsnelheid
……………………………………………………… 21
E
xterne invoer
…………………………………………………………… 21
L
ouvrecontrole boven/onder
…………………………………………… 22
L
ouvrecontrole links/rechts
……………………………………………… 22
V
entilator instellingen
…………………………………………………… 22
Automatische herstart …………………………………………………… 22
A
utomatische temperatuur instelling
…………………………………… 22
A
utomatische ventilatorsnelheid
……………………………………… 22
I
nstellingen binnenunit
I
nstelling ventilatorsnelheid
……………………………………………… 23
F
iltersignaal
……………………………………………………………… 24
E
xterne invoer 1
………………………………………………………… 24
Externe invoer 1 signaal ………………………………………………… 24
E
xterne invoer 2
………………………………………………………… 24
E
xterne invoer 2 signaal
………………………………………………… 24
V
erwarmen thermisch-UIT temp instelling
…………………………… 25
W
ijziging retourtemperatuur
…………………………………………… 25
V
entilator tijdens thermo-UIT
…………………………………………… 25
V
entilator tijdens thermo-UIT
…………………………………………… 25
Invries beveiliging temperatuur ………………………………………… 25
I
nvries beveiliging instelling
…………………………………………… 25
C
ondenspomp in werking
……………………………………………… 26
H
andhaaf ventilatorwerking na het koelen
…………………………… 26
H
andhaaf ventilatorwerk. na verwarm.
………………………………… 26
I
ntermittent ventilatorsturing verwarming
……………………………… 26
I
ntermittent ventilatorsturing verwarming
……………………………… 26
Drukverschil instellingen ………………………………………………… 26
A
utomatische bedrijfsmodus
…………………………………………… 27
I
nstelling thermisch bereik
……………………………………………… 29
A
utomatische ventilatorsnelheid bediening
…………………………… 29
A
larm voor overbelasting van binnenunit
……………………………… 30
I
nstell. externe uitgang
………………………………………………… 30
S
ervice en onderhoud
Adres binnenunit ………………………………………………………… 31
I
nspectiedatum volgend onderhoud
…………………………………… 31
D
ata bedrijfsgegevens
………………………………………………… 31
I
nspec display
…………………………………………………………… 32
Op
slaan binnendeelgegevens
………………………………………… 33
G
egevens speciaal
……………………………………………………… 34
C
apaciteitsweergave binnenunit
……………………………………… 34

                   
Vraag uw installateur ……………………………………………………………………… 16
Onderhoudsinstelling
Vraag uw installateur
Raadpleeg
Gebruikershandleiding.
−14−
8. Inschakelen en initialiseren
Schakel het systeem in en stel de hoofd- en sub-RC-eenheden in volgens de aanwijzingen op het scherm.
Instelling Master/Slave niet uitgevoerd
=> (1)
Instelling Master/Slave uitgevoerd
=> (2)
Als de master en slave nog zijn ingesteld,
①⇒②
Master/slave-scherm wordt weergegeven.
Als u op de knop
Hoofd
of
Sub
drukt, worden de initialisatie-instellingen gecongureerd.
Als u per ongeluk op een verkeerde knop drukt, kunt u de instelling aan het einde van het initialisatieproces wijzigen. 10. RC-functie
instellingen
)
Als u de twee afstandsbedieningen voor een binnenunit of een groep gebruikt, als de eerste is ingesteld voor de
Hoofd
, wordt de
tweede automatisch ingesteld voor de
Sub
.
Let op
Als u slechts 1 afstandsbediening
gebruikt, moet u op de knop
Hoofd
drukken.
Als u tijdens het initialisatieproces
niet op een van beide knoppen (/)
drukt, blijft het scherm ongewij
-
zigd.
Start scherm
Hoofd/Sub weergegeven
Hoofd
Het scherm verandert in
③⇒④⇒⑤
.
Sub
Het scherm verandert in
①⇒⑧⇒⑤
.
Versie :
Programma-ID :
Zoeken binnenunit (I/U)
Info binnenunit
Hoofdscherm
De rode LED knippert als de communi-
catie niet binnen tien minuten tot stand is
gekomen.
Instellingen binnenunit ladenZoeken binnendelen (I/U)
Eindigt 1230 seconden later.
−15−
(2) Als de master en slave zijn ingesteld
Initialiseren
Stel doorgaan erkennen
Ja
Het scherm verandert in
⑧⇒⑤
.
Nee
Het scherm verandert in
.
Als u het scherm gedurende 15 seconden
niet aanraakt, wordt automatisch Ja
(Doorgaan) geselecteerd en gaat u naar
het scherm
.
Initialiseren
Ja
Het scherm verandert in
①⇒②
.
Nee
Het scherm verandert in
.
Na het initialisatieproces keert het sys
-
teem terug naar de standaardmodus.
Wenst u de vorige instellingen te
behouden voordat de power ON gaat?
Wenst u alle instellingen
van de RC te initialiseren?
RC is aan het initialiseren
Ja JaNee Nee
−16−
9. Installatie-instellingen en testrun
Selecteer de datum met de knoppen
en druk vervolgens op de knop
Instellen (set)
.
Het geselecteerde scherm wordt
weergegeven.
Het geselecteerde scherm wordt
weergegeven.
menu #2 Installatie-instellingen
Testrun koeling
Dit kan worden bediend als de koeling is
gestopt. Als de kamertemperatuur te laag
is om de koelingstestrun te starten, werkt
deze 30 minuten lang door de ingestelde
temperatuur te verlagen tot 5°C.
Testrun condenspomp
De condenspomp kan afzonderlijk in
werking worden gesteld.
Testrun koeling
Terug
Start
Druk op [Start] voor een test run
voor 30 min. bij 5°C koeling.
Testrun zal stoppen na 30 min of bij
Doorvoer van 30 min./Stop binnenunit/Wijzig "Ingestelde
temp.", "Bedrijfsmodus" in het hoofdscherm.
Testrun condenspomp
Terug
Start Stop
Selecteer het item
Installatie-instellingen
Adresinstelling van hoofd binnenunit
Binnenunit back-up
Instellingen bewegingssensor
Vorige Terug
Selecteer het item
Installatiedatum
Installatiedatum
yy
mmdd
Terug
Instellen (set)
Stel de datum in
21
20
24
Voer het telefoonnummer in
Voer tot 13 tekens het telefoonnummer
van het bedrijf in en druk op de knop
Instellen (set)
.
Telefoonnummer
Terug
Instellen (set)
Wissen
Voer telefoonnummer in en druk op [Set].
Bedrijfsgegevens
Voer de bedrijfsgegevens in.
5
6
Onderhoudscontract
Bedrijf
Telefoonnummer
Terug
Selecteer het item
Voer het bedrijf in
Voer de bedrijfsnaam in met de 26 one-
byte-tekens in en druk op de knop
Instellen (set)
.
U kunt alfanumerieke,
Japanse Kana, Kanji, Cyrillische of
Chinese tekens invoeren.
Bedrijf
Terug
Instellen (set)
漢字
Nummer Alfabet
カナ
VolgendeWissen
Voer kamernummer in en druk op [Set].
汉字
Hoofdscherm
Menu
Onderhoudsinstelling
Installatie-instellingen
Servicewachtwoord
Het geselecteerde scherm wordt
weergegeven.
Testrun
Testr un
Testrun koeling
Testrun condenspomp
Compressor Hz vaste waarde
Terug
Selecteer het item
8
9
menu #1 Installatie-instellingen
4
3
7
10
18
−17−
U kunt deze optie gebruiken als
het binnendeel is voorzien van een
leidingtype met de externe statische-
drukverstellingsfunctie. Selecteer de
externe statische druk en druk op de knop
Instellen (set)
.
Statische druk verstelling
Statische druk verstelling
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. nr, [Set].
AUTO
Pa
Statische druk verstelling :
Voert externe statische druk verstelling uit
voor het luchtkanaal.
Zone-instellingen
:
Instellen wanneer u zonebediening uitvoert.
De zone-instellingen resetten
:
Hiermee worden alle zone-instellingen
hersteld.
Instellingen van luchtkanaal
12
11
17
Instellen wanneer u zonebediening uitvoert.
Instellen of er al dan niet een
gemeenschappelijke zone is.
(Geldig: Aanwezig, Ongel: Niet aanwezig)
Een gemeenschappelijke zone is een zone
waarin geen demper is geïnstalleerd.
Zone-instellingen
Ontwerp het kanaal zo dat de gem. zone
50% of meer is van de totale luchtstroom.
Als dit aanvaardbaar is, tik dan op de OK
-knop.
Zone-instellingen
Het bestaan van zones 1 tot en met 4
instellen.
(Geldig: Aanwezig, Ongel: Niet aanwezig)
Zones 1 tot en met 3 kunnen worden
ingesteld wanneer u de gemeenschappelijke
zones instelt.
Zone-instellingen
Selecteer een Overloopzone.
Zones die als overloopzones zijn ingesteld,
openen automatisch als de overloopzone
gesloten is en een of meer andere zones
gesloten zijn.
Een overloopzone moet worden
geselecteerd wanneer er geen
gemeenschappelijke zone is.
Dit scherm wordt niet weergegeven als er
een gemeenschappelijke zone is.
Zone-instellingen
−18−
Bij de Multi Series (KX) modellen kunnen de automatisch ingestelde adressen van de
binnendelen met deze functie worden gewijzigd.
Deze functie wijzigt het buitenunitadres voor iedere binnenunit Selecteer een I/U adres
Als u een binnenunit hebt geselecteerd en op de knop
V
erander
drukt, schakelt het
scherm naar Wijzig auto adressering
.
Druk op de knop
Instellen (set)
om terug te keren naar het scherm
en geef het
nieuwe adres weer.
Druk op de knop
Bevestig
om het nieuwe adres vast te leggen.
Bij de Multi Series (KX) modellen kunt
u (sub-)binnenunits de bedrijfsmodus
(verwarmen, koelen) van een (hoofd-)
binnendeel laten volgen. Stel het adres van
de hoofdbinnenunit in op de subbinnenunit.
De subbinnenunit waarop het adres van
de hoofdbinnenunit is ingesteld, volgt de
instellingen van de hoofdbinnenunit.
Adresinstelling van hoofd binnendeel
Adresinstelling van hoofd binnenunit
Terug
Instellen (set)
Annuleren
Druk ▲▼ t.b.v. adres, [Set].
Wijzig auto adressering
Wijzig auto-adressering
Terug
Bevestig
Adres binnenunit Buitenunitadres
VolgendeVerander
Selecteer ander binnendeel om te wijzigen
Wijzig auto-adressering
Wijzig auto-adressering
Terug
Instellen (set)
Adres binnenunit
No.2
Buitenunitadres
No.0
Druk ▲▼ t.b.v. adres, [Set].
Als er twee binnenunits (2 groepen) aangesloten zijn op één R/C, kunt u deze laten
fungeren als back-up.
1.
B/U rotatie Laat twee binnenunits afwisselend werken, waarbij t
elkens wordt gewisseld
na het ingestelde tijdsinterval.
2.
Capaciteit back-up
Als het temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en de
werkelijke kamertemperatuur groter is dan het ingestelde temperatuurverschil, worden
er twee binnenunits in werking gesteld.
3.
B/U fout back-up
Als een van beide binnenunits stopt vanwege een fout of storing,
wordt de andere unit gestart.
Selecteer Geldig
/ Ongeldig (door op Ongeldig te drukken, wordt er gewijzigd naar
Geldig
) en druk op de knop Bevestig om de instellingen te bevestigen.
󰚜
Back-upfunctie binnendeel
Binnenunit back-up
Terug
Details
Details
Bevestig
Ongeldig
B/U fout back-up
Ongeldig
Capaciteit back-up
Ongeldig
B/U rotatie
Selecteer het item
22
23
Ontwerp het kanaal zo dat de overloopzone
50% of meer is van de totale luchtstroom.
Als dit aanvaardbaar is, tik dan op de OK
-knop.
Zone-instellingen
Hiermee worden alle zone-instellingen
hersteld.
Als dit aanvaardbaar is, tik dan op de Ja
-knop.
De zone-instellingen resetten
−19−
Klanten die een bewegingssensor aanpassen, moeten verdergaan met de instel
-
ling die aan de linkerkant wordt weergegeven en de binnenunit inschakelen om de
mate van activiteit van personen te detecteren.
W
anneer de bewegingssensor is uitgeschakeld, wordt de activiteit van personen
niet gedetecteerd en wordt de bediening van de bewegingssensor (energiebespa
-
ring en automatisch uitschakelen) niet uitgevoerd.
Als u op binnenunits zonder bewegingssensor op Instellingen bew
egingssensor
tikt, wordt “Ongeldige invoer” weergegeven.
Bij de functie "B/U rotatie" wordt de tijdklok voor de afwisselende
werking van twee binnenunits ingesteld.
De timer kan worden ingesteld binnen het bereik van 1 tot en
met 999 uur, in stappen van één uur.
Druk op Instellen (set)
voor een tijdelijke instelling, nadat de tijd
is gewijzigd.
Keer na de tijdelijke instelling terug naar het scherm Back-up
binnendeel en druk op Bevestig
.
Het verschil tussen de ingestelde temperatuur voor een wijziging
tussen een unit en twee units voor capaciteitsback-up en
kamertemperatuur is ingesteld.
De temperatuur kan ingesteld worden binnen 2°C tot 5 °C, in
stappen van 1 °C.
Druk op Instellen (set)
voor een tijdelijke instelling, nadat de
temperatuur is gewijzigd.
Keer na de tijdelijke instelling terug naar het scherm Back-up
binnendeel en druk op Bevestig
.
Beperkingen back-upregeling
1. De back-upregeling is niet beschikbaar als de bedrijfsmodus "Auto" is. Als de back-upregeling is ingesteld voor de airconditioning die
"Auto" speciceert voor de bedrijfsmodus, verandert de bedrijfsmodus automatisch in "Koelen".
2.
Als de rotatieregeling is ingesteld, wordt automatisch de foutb
ack-upregeling ingeschakeld. In dit geval kan de foutback-upregeling
niet alleen worden uitgeschakeld. Als de rotatiemodus wordt uitgeschakeld, wordt ook de foutback-upregeling uitgeschakeld.
3. Als de capaciteitsregeling is ingesteld, wordt automatisch de foutback-upregeling ingeschakeld. In dit geval kan de foutback-
upregeling niet alleen worden uitgeschakeld. Als de capaciteitsregeling wordt uitgeschakeld, wordt ook de foutback-upregeling
uitgeschakeld.
4.
Het is ook mogelijk om de foutback-upregeling alleen in te scha
kelen.
5. De afwezigheidsinstelling, de optie opwarmen en externe invoer kunnen niet in combinatie met de back-upregeling worden ingesteld.
6.
Als de rotatie- of foutback-upregeling is ingesteld, zal een va
n de twee doelbinnenunits (twee groepen) werken. Beide units werken
niet tegelijkertijd.
7.
Een binnenunit die een nieuwer adres heeft, zal bij iedere regeling als eerste starten.
󰚨
Details capaciteitsback-up
Stel temp verschil in voor back-up
Terug
Instellen (set)
Druk
▲▼
en bevestig met [Set].
󰚧
Details rotatie
Stel omschakeltijd in
Terug
Instellen (set)
Stel de tijd in
uur
Selecteer Geldig / Ongeldig voor de
bewegingssensor van de binnenunit die is
aangesloten op de afstandsbediening.
󰚩
Instellingen bewegingssensor
Selecteer het item
Instellingen bewegingssensor
Ongeldig
Geldig
Terug
−20−
10. RC functie instellingen
Advies: Geldig indien unit stopt
Retourluchttemperatuur
menu #1 RC functie-instellingen
4
5
9
12
6
Het geselecteerde scherm wordt weergege-
ven.
Master/slave RC
Hiermee kunt u de instelling Master/Slave
RC (Hoofd/Sub) wijzigen.
menu #3 RC functie-instellingen
menu #2 RC functie-instellingen
Thermisch bereik* wordt toegepast op basis van de temperatuur die door de
retourluchttemperatuursensor van het binnendeel wordt gedetecteerd.
Als er meerdere binnenunits zijn aangesloten op één RC, kunt u selecteren welke
retourluchttemperatuur wordt toegepast op het thermisch bereik*.
1.
Individueel
Thermisch bereik* wordt toegepast op basis van de retourluchttemperatuur
van elke binnenunit. Als er meerdere binnenunits zijn aangesloten op één RC, gebeurt dit op
basis van de retourluchttemperatuur van de hoofdunit.
2.
Master binnendeel
Thermisch bereik wordt toegepast op basis van de
retourluchttemperatuur van de binnenunit met het meest recente adres van alle aangesloten
binnenunits.
Als er meerdere verschillende units zijn aangesloten op één RC, gebeurt dit op basis van de
binnenunit met het meest recente adres van alle hoofdunits.
3.
Gemiddelde temp.
Thermisch bereik wordt toegepast op basis van de gemiddelde
retourluchttemperatuur van alle aangesloten binnendelen.
RC functie instellingen
Master/slave RC
Retourluchttemp.
RC sensor
RC sensor aanpassen
Bedrijfsmodus
Volgende Terug
Selecteer het item
RC functie instellingen
ºC / ºF
Ventilator snelheid
Externe invoer
Louvrecontrole boven/onder
Louvrecontrole links/rechts
Volgende Terug
Selecteer het item
Vorige
Master/slave RC
Hoofd
Sub
Terug
Selecteer het item
13
14
15
16
17
Retourluchttemp.
Individueel
Master binnendeel
Terug
Selecteer het item
Gemiddelde temp.
RC functie instellingen
Ventilator instellingen
Automatische herstart
Automatische temperatuur instelling
Terug
Selecteer het item
Vorige
Automatische ventilatorsnelheid
Hoofdscherm
Menu
Onderhoudsinstelling
RC functie instellingen
Servicewachtwoord
18
20
21
19
RC-sensor
U kunt de retourluchttemperatuursensor van de hoofdbinnenunit op RC zetten.
Ongeldig
De binnentemperatuurweergave wijzigt in de temperatuur die door de
sensor bij de hoofdunit wordt gemeten.
Geldig
De binnentemperatuurweergave wijzigt in de temperatuur gemeten bij de
RC-sensor.
Inschakelen(Alleen verwarmen)
De binnentemperatuurweergave wijzigt in de
temperatuur gemeten bij de RC-sensor, alleen
tijdens verwarmen.
Inschakelen(Alleen koelen)
De binnentemperatuurweergave wijzigt in de
temperatuur gemeten bij de RC-sensor, alleen
tijdens koelen.
RC sensor
Ongeldig
Geldig
Terug
Selecteer het item
Inschakelen (Alleen verwarmen)
Inschakelen (Alleen koelen)
−21−
Bedrijfsmodus
Geldig of Ongeldig instellen voor elke
bedrijfsmodus.
Als u "Koelen" of "Verwarmen" uitschakelt,
wordt "Auto" ook uitgeschakeld.
Bedrijfsmodus
Auto Ongeldig Geldig
Koeling Ongeldig Geldig
Verwarming Ongeldig Geldig
Drogen Ongeldig Geldig
Terug
Instellen (set)
Selecteer het item
Als de RC-sensor is uitgeschakeld, geeft
het hoofdscherm "Kamer
°C" weer.
Hoofdscherm (sensor bij hoofdunit)
Menu
Uitblaas
Auto
16
00 (Ma)
F1: Hoog vermogen F2: Energiebesparing
Tijdklok
Start
Temp. instellen
MEETING1
Kamer
Hoofdscherm (sensor bij RC)
Als de RC-sensor is ingeschakeld, geeft
het hoofdscherm "Kamer (RC)
°C"
weer.
Menu
Uitblaas
Auto
16
00
(Ma)
F1: Hoog vermogen F2: Energiebesparing
Tijdklok
Start
Temp. instellen
MEETING1
Ruimte (RC)
U kunt de RC-sensor voor het detecteren
van de temperatuur instellen.
Aanpassing in koelen
Aanpassing in verwarmen
RC-sensor aanpassen
RC sensor aanpassen
Aanpassing in koelen
Aanpassing in verwarmen
Terug
Selecteer het item
10
11
Aanpassing in koelen
De RC-sensor voor de detectie van de
temperatuur kan tijdens de koelmodus
worden gecorrigeerd.
Stel de waarde in binnen het bereik van -3
tot +3.
Aanpassing in koelen
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Aanpassing in verwarmen
De RC-sensor voor de detectie
van de temperatuur kan tijdens de
verwarmingsmodus worden gecorrigeerd.
Stel de waarde in binnen het bereik van
-3 tot +3.
Aanpassing in verwarmen
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
°C/°F
Selecteer de unit waarin de temperatuur
moet worden weergegeven op de RC.
ºC / ºF
Terug
Selecteer het item
Ventilatorsnelheid
U kunt de ventilatorsnelheid wijzigen in de
geselecteerde snelheid.
Mogelijk kunt u sommige
ventilatorsnelheden bij bepaalde
binnenunitmodellen niet selecteren.
Ventilator snelheid
Terug
Selecteer het item
4-snelheid
3-snelheid
2-speed
Hi
-
Lo
2-speed
Hi
-
Me
1-snelheid
Externe invoer
Stel het bereik in voor toepassing van de
externe invoer die wordt ontvangen via
CNT of via een van de binnenunits die zijn
verbonden in één systeem.
Individueel
Dit is alleen van toepassing
op het binnendeel dat CNT-invoer
ontvangt.
Alle units
Dit is van toepassing op alle
verbonden binnenunits (indoor units).
Externe invoer
Terug
Selecteer het item
Individueel
Alle units
−22−
Stoppen op vaste positie
De louvre kan
worden ingesteld om te stoppen op een
van 4 posities.
Stoppen op willekeurige positie
De
louvre kan worden ingesteld om direct
na bediening van de RC-schakelaar te
stoppen op een willekeurige positie.
Louvrecontrole boven/onder
Terug
Selecteer het item
Louvrecontrole boven/onder
Stoppen op vaste positie
Stoppen op willekeurige positie
Vaste-positiestop
De linker en
rechter louvre kan in acht verschillende
patronen worden ingesteld.
Stoppen op willekeurige positie
De
louvre kan worden ingesteld om direct
na bediening van de RC-schakelaar te
stoppen op een willekeurige positie.
Louvrecontrole links/rechts
Louvrecontrole links/rechts
Terug
Selecteer het item
Vaste-positiestop
Stoppen op willekeurige positie
Ventilatorinstellingen
Ventilator instellingen
Terug
Selecteer het item
Ongeldig
Overlapping
Als de unit stopt tijdens de werking,
Geldig
De bedrijfsmodus voor de
stroomuitval wordt hersteld zodra er weer
stroom is (aan het einde van de primaire
besturing bij het inschakelen).
Ongeldig
De unit stopt na het herstel
van de voeding.
Automatische herstart
Automatische herstart
Terug
Selecteer het item
Geldig
Ongeldig
󰚜
Automatische ventilatorsnelheid
Geldig Auto kan geselecteerd
worden op het instelscherm van de
ventilatorsnelheid.
Ongeldig
De automatische
keuzeschakelaar wordt niet
weergegeven in het instelscherm van de
ventilatorsnelheid.
Automatische temperatuur instelling
Geldig Auto kan geselecteerd
worden op het instelscherm van de
kamertemperatuur.
Ongeldig
De automatische
keuzeschakelaar wordt niet
weergegeven in het instelscherm van de
kamertemperatuur.
Automatische temperatuur instelling
Terug
Selecteer het item
Geldig
Ongeldig
Automatische ventilatorsnelheid
Terug
Selecteer het item
Geldig
Ongeldig
Onafhankelijk
Stel deze instellingen in als er een
ventilator is aangesloten.
Ongeldig
Er is geen ventilator
aangesloten.
Overlapping
De ventilator wordt
vergrendeld met de Start/Stop of
airconditioning en regelt de uitvoer van de
ventilator.
Onafhankelijk
Als in het menu
"Ventilatie" wordt gekozen, wordt alleen de
ventilator gestart of gestopt, onafhankelijk
van andere apparaten.
−23−
11. Instellingen binnenunit
Advies: Geldig indien unit stopt
Laden
De weergave wijzigt in
na het ontvan-
gen van de data van de binnenunit.
Selecteer #2 binnenunit
Selecteer #1 binnenunit
Als meerdere binnenunits zijn aangesloten, worden deze op het scherm weergegeven.
000
tot 015 Afzonderlijke instellingen worden uitgevoerd voor binnenunits.
Alle units Dezelfde instelling is op alle units van toepassing.
I/U selectie
Menu
Volgende Terug
Selecteer een I/U adres
Alle units
I/U selectie
Menu
Terug
Selecteer een I/U adres
Alle units
Laden. Geduld a.u.b.
Opslaan binnendeelgegevens menu #2
Opslaan binnendeelgegevens menu #3
Opslaan binnendeelgegevens menu #1
Het geselecteerde scherm wordt weerge-
geven.
Instellingen binnenunit
Instelling ventilatorsnelheid
Filtersignaal
Externe invoer 1
Signaal externe invoer 1
Externe invoer 2
Volgende Terug
Selecteer het item
10
9
11
13
14
Instellingen binnenunit
Signaal externe invoer 2
Verwarmen thermisch-UIT temp instelling
Wijziging retourtemperatuur
Ventilator tijdens :thermo-UIT
Ventilator tijdens verwarmingsbedrijf UIT
Volgende Terug
Selecteer het item
Vorige
Instellingen binnenunit
Antivriestemperatuur
Antivriesregeling
Werking condenspomp
Laat de ventilator draaien nadat het koelen is gestopt
Laat de ventilator draaien nadat het verwarmen is gestopt
Volgende Terug
Selecteer het item
Vorige
16
17
20
19
18
21
22
25
24
23
Opslaan binnendeelgegevens menu #4
Instelling ventilatorsnelheid
Stel de bediening van de ventilatorsnel-
heid voor het binnendeel in. Raadpleeg de
technische gegevens voor meer details.
Opslaan binnendeelgegevens menu 5
Instellingen binnenunit
Intermitterende ventilatorregeling bij verwarming
Werking circulatie ventilator
Instellingen regeldruk
Automatische bedrijfsmodus
Instelling thermisch bereik
Volgende Terug
Selecteer het item
Vorige
Instellingen binnenunit
Automatische regeling ventilatorsnelheid
Alarm voor overbelasting van binnenunit
Instell. externe uitgang
Terug
Selecteer het item
Vorige
Instelling ventilatorsnelheid
Standaard
Instelling 1
Instelling 2
Terug
Selecteer het item
26
27
40
29
28
Hoofdscherm
Menu
Onderhoudsinstelling
Instellingen binnenunit
Servicewachtwoord
44
45
46
Vorige
−24−
Standaard
Geen display Geen
Instelling 1 180 uur
Instelling 2 600 uur
Instelling 3 1.000 uur
Instelling 4 1.000 uur bedrijfsstop
Filtersignaal
Stel in wanneer het ltersignaal moet
worden weergegeven.
Filtersignaal
Geen display
Instelling 1
Instelling 2
Instelling 3
Instelling 4
Terug
Selecteer het item
Externe invoer 1 #1
Stel in wanneer het signaal wordt doorgegeven aan externe invoer 1 (CNT) van het
binnendeel.
Raadpleeg de technische gegevens voor meer details.
Externe invoer 1 #2
Externe invoer 1 signaal
Stel het soort signaal in dat wordt
doorgegeven aan externe invoer 1 (CNT)
van het binnendeel.
Raadpleeg de technische gegevens voor
meer details.
Externe invoer 1
Start/Stop
Toestemming/Verbod
Koelen/Verwarmen
Noodstop
Temperatuurwijziging instell
Terug
Selecteer het item
Volgende
Signaal externe invoer 1
Level invoer
Puls invoer
Terug
Selecteer het item
Externe invoer 1
Geforceerde thermo-UIT
Tijdelijke stop
Stille modus
Terug
Selecteer het item
Vorige
Externe invoer 2#1 signaal
Externe invoer 2#2
Signaal externe invoer 2
Deze instelling is mogelijk wanneer het binnendeel dat is voorzien van de externe invoer 2 is aangesloten. Raadpleeg de technische gegevens voor meer details.
Externe invoer 2
Start/Stop
Toestemming/Verbod
Koelen/Verwarmen
Noodstop
Temperatuurwijziging instell
Terug
Selecteer het item
Volgende
Signaal externe invoer 2
Level invoer
Puls invoer
Terug
Selecteer het item
Externe invoer 2
Geforceerde thermo-UIT
Tijdelijke stop
Stille modus
Terug
Selecteer het item
Vorige
−25−
Wijziging retourtemperatuur
Stel de
hoofdretourluchttemperatuursensor voor
de detectietemperatuur in.
Het instelbare bereik is -2°C / -1.5°C /
-1°C / 0°C / +1°C / +1.5°C / +2°C.
Ventilatorregeling tijdens koeling, thermo-UIT
Stel de gewenste ventilatorsnelheid
tijdens thermo-UIT in.
Laag
De ventilator draait op lage
snelheid.
Stel ventilatorsnelheid in
De ventilator
draait op dezelfde snelheid als wanneer
thermo-AAN is.
Intermittent
De ventilator draait 2
minuten op lage snelheid en stopt dan
5 minuten. Deze cyclus wordt steeds
herhaald.
Stop
De ventilator wordt gestopt.
Verwarmen thermisch-UIT temp instelling
Corrigeer de temperatuur voor de
beoordeling of de thermostaat AAN of UIT
moet zijn bij verwarming.
Het instelbare bereik is 0°C / +1°C / +2°C
/ +3°C.
Ventilator tijdens :thermo-UIT
Laag
Stel ventilatorsnelheid in
Intermittent
Stop
Terug
Selecteer het item
Verwarmen thermisch-UIT temp instelling
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Wijziging retourtemperatuur
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
󰚜
Antivriestemperatuur
Selecteer de
invriesbeveiligingstemperatuur.
󰚧
Antivriesregeling
Stel de werking van de ventilator tijdens
de werking van de invriesbeveiliging in.
Geldig
De ventilatorsnelheid wordt
verhoogd tijdens de werking van de
invriesbeveiliging in.
Ongeldig
De ventilatorsnelheid
verandert niet tijdens de werking van de
invriesbeveiliging in.
Ventilatorregeling tijdens verwarming, thermo UIT
Stel de gewenste ventilatorsnelheid
tijdens verwarmingsbedrijf UIT in.
Laag
De ventilator draait op lage
snelheid.
Stel ventilatorsnelheid in
De ventilator
draait op dezelfde snelheid als wanneer
thermo-AAN is.
Intermittent
De ventilator draait 2
minuten op lage snelheid en stopt dan
5 minuten. Deze cyclus wordt steeds
herhaald.
Stop
De ventilator wordt gestopt.
Ventilator tijdens verwarmingsbedrijf UIT
Laag
Stel ventilatorsnelheid in
Intermittent
Stop
Terug
Selecteer het item
Antivriestemperatuur
Temperatuur laag
Temperatuur hoog
Terug
Selecteer het item
Antivriesregeling
Geldig
Ongeldig
Terug
Selecteer het item
−26−
Nadraaitijd ventilator na koeling Selecteer
de nadraaitijd van de ventilator na het
stoppen en koelen.
Verkeerd
Werking nadraaitijd
ventilator niet uitgevoerd.
Instelling 1
0,5 uur
Instelling 2
2 uur
Instelling 3 6 uur
* Resttijd kan variëren.
󰚩
Laat de ventilator draaien nadat het koelen is gestopt
󰚪
Laat de ventilator draaien nadat het verwarmen is gestopt
Selecteer de nadraaitijd van de ventilator
na het stoppen en verwarmen.
Verkeerd
Werking nadraaitijd
ventilator niet uitgevoerd.
Instelling 1
0,5 uur
Instelling 2
2 uur
Instelling 3 6 uur
󰚨
Werking condenspomp
Standaard (koelen/drogen) De
condenspomp werkt zowel tijdens koelen
als drogen.
Bedrijf tijdens standaard verwarming
De condenspomp werkt tijdens koelen,
drogen en verwarmen.
Bedrijf tijdens verwarmen/ventileren
Werkt in alle modi.
Bedrijf tijdens standaard ventileren
De condenspomp werkt tijdens koelen,
drogen en ventileren.
Werking condenspomp
Standaard (koelen/drogen)
Bedrijf tijdens standaard verwarming
Bedrijf tijdens verwarmen/ventileren
Bedrijf tijdens standaard ventileren
Terug
Selecteer het item
Laat de ventilator draaien nadat het koelen is gestopt
Verkeerd
Instelling 1
Instelling 2
Instelling 3
Terug
Selecteer het item
Laat de ventilator draaien nadat het verwarmen is gestopt
Verkeerd
Instelling 1
Instelling 2
Instelling 3
Terug
Selecteer het item
󰚫
I
ntermitterende ventilatorregeling bij verwarming
Selecteer de ventilatorsturing na de nadraaitijd van de ventilator
na het stoppen en verwarmen.
Stop
Intermitterende ventilatorregeling is niet uitgevoerd.
Stoppen bij 20 min en starten bij 5 min
Controleer de bedrijfscondities elke 25 minuten en laat de
ventilator 5 minuten draaien.
Stoppen bij 5 min en starten bij 5 min
Controleer de bedrijfscondities elke 10 minuten en laat de
ventilator 5 minuten draaien.
󰚬
Werking circulatie ventilator
Stel deze optie in als de ventilator wordt
gebruikt voor luchtcirculatie.
Ongeldig
Tijdens de ventilatorsturing draait
de ventilator continu.
Geldig
Tijdens de ventilatorsturing draait
en stopt de ventilator op basis van het verschil
tussen de temperatuur die is gedetecteerd
door de RC-sensor en de temperatuur die is
gedetecteerd door de retourluchtsensor.
󰚭
Instellingen regeldruk
Corrigeer het drukverschil wanneer de
buitenunit van de airconditioning is aangesloten
in het Multi (KX)-systeem.
Standaard
Normaal
Type1
Als alle binnendelen in
deze bedrijfsmodus werken, wordt de
drukverschilwaarde gewijzigd.
Intermitterende ventilatorregeling bij verwarming
Stop
Stoppen bij 20 min en starten bij 5 min
Stoppen bij 5 min en starten bij 5 min
Terug
Selecteer het item
Werking circulatie ventilator
Ongeldig
Geldig
Terug
Selecteer het item
Instellingen regeldruk
Standaard
Type1
Terug
Selecteer het item
−27−
󰚯
Auto selectie
󰚮
Automatische bedrijfsmodus
De methode van het schakelen tussen koelen en verwarmen in de automatische
bedrijfsmodus. kan uit drie opties worden geselecteerd.
Stel de voorwaarde voor iedere methode in.
Auto 1
Het temperatuurverschil
tussen de ingestelde
temperatuur en de actuele
kamertemperatuurschakelaar
koelen en verwarmen.
Auto 2
Het temperatuurverschil tussen
de ingestelde temperatuur en
de actuele kamertemperatuur-/
buitentemperatuurschakelaar
koelen en verwarmen.
Auto 3
De actuele kamertemperatuur- en
de buitentemperatuurschakelaar
koelen en verwarmen.
“[Ingestelde temperatuur -
Temperatuuromschakeling
naar koelen] <
[Binnenretourluchttemperatuur]”
en
Bedrijfsmodus: Koeling
“[Ingestelde temperatuur +
Temperatuuromschakeling
naar verwarmen] <
[Binnenretourluchttemperatuur]”
en
Bedrijfsmodus: Verwarming
Automatische bedrijfsmodus
Auto selectie
Auto 1 details
Auto 2 details
Auto 3 details
Terug
Selecteer het item
Auto selectie
Auto 1
Auto 2
Auto 3
Terug
Selecteer het item
Schakelen tussen koelen en verwarmen kan worden ingesteld na minimaal thermo UIT voor 5
minuten.
Als de temperatuuromschakeling naar koelen en de temperatuuromschakeling naar verwar-
men op 3 °C zijn ingesteld.
Kamer
Instelling
(Voorbeeld)
Binnentemp
Koelmodus
Verwarmmodus
Verwarmmodus
Koelmodus
Thermo-UIT
Thermo-UIT
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
Temperatuuromschakeling naar koelen
30
31
32
33
󰚰
Auto 1 details
Stel de temperaturen in voor omschakeling
naar koeling en verwarming.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 1°C tot 4°C.
Auto 1 details
Temperatuuromschakeling naar koelen
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
Terug
Selecteer het item
34
35
󰼅
Auto 2 details
Stel de temperaturen voor omschakeling
naar koeling en verwarming en de
buitentemperatuurinstellingen voor
weersafhankelijke regeling voor koeling en
verwarming in.
Auto 2 details
Temperatuuromschakeling naar koelen
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
Terug
Selecteer het item
Instelling buitentemperatuur op koelbegrenzing
Instelling buitentemperatuur op warmtebegrenzing
34
35
36
37
"[Temp. instellen -
Temperatuuromschakeling
naar koelen] <
[Retourluchttemperatuur
buiten]" en
"[Buitentemperatuur, koelen] <
[Buitenluchttemperatuur]"
Bedrijfsmodus: Koeling
"[Temp. instellen -
Temperatuuromschakeling
naar koelen] >
[Retourluchttemperatuur
buiten]" en
"[Buitentemperatuur, koelen] >
[Buitenluchttemperatuur]"
Bedrijfsmodus: Verwarming
De temperatuuromschakeling naar koelen/verwarmen is 4 °C,
De buitentemperatuurinstelling voor koelen is begrensd tot 19 °C en de buiten-
temperatuurinstelling voor verwarmen is begrensd tot 18 °C
Instelling
Temp
Naar koelen
omschakelen
Temp
Naar verwarmen
omschakelen
Temp
Buitentemperatuur ingesteld voor verwarmingsbereik
Buitentemperatuur ingesteld voor koelbereik
Verwarmmodus
Koelmodus
Geforceerde thermo-UIT
Geforceerde thermo-UIT
Thermo-UIT
Buitentemp
Thermo-UIT
(Voorbeeld)
Opnametemperatuur kamer
−28−
󰼇
Temperatuuromschakeling naar koelen
󰼈
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
󰼉
Begrenzing buitentemp koeling
Stel de temperatuuromschakeling in op
koelen met Auto 1 en Auto 2.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 1°C tot 4 °C.
Stel de temperatuuromschakeling in op
verwarmen met Auto 1 en Auto 2.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 1°C tot 4 °C.
Stel de buitentemperatuur in op koelen
met Auto 2 en Auto 3.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 10°C tot 30
°C.
Temperatuuromschakeling naar koelen
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Begrenzing buitentemp koeling
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
"[Binnentemperatuur, koelen] <
[Binnenretourluchttemperatuur]"
en "[Buitentemperatuur, koelen] <
[Buitenluchttemperatuur]"
Bedrijfsmodus: Koeling
"[Binnentemperatuur, verwarmen]
> [Binnenretourluchttemperatuur]"
en "[Buitentemperatuur,
verwarmen] >
[Buitenluchttemperatuur]"
Bedrijfsmodus: Verwarming
Binnentemperatuur ingesteld voor verwarmingsbereik
Binnentemperatuur ingesteld voor koelbereik
Buitentemperatuur ingesteld voor koelbereik
Buitentemperatuur ingesteld voor verwarmbereik
Koelmodus
Verwarmmodus
Geforceerde thermo-UIT
Geforceerde thermo-UIT
Geforceerde thermo-UIT
Buitentemp
Opnametemperatuur kamer
(Voorbeeld)
󰼆
Auto 3 details
Stel de buiten- en binnentemperaturen
voor weersafhankelijke regeling voor
koeling en verwarming in.
Auto 3 details
Instelling buitentemperatuur op koelbegrenzing
Instelling buitentemperatuur op warmtebegrenzing
Terug
Selecteer het item
Binnentemperatuuromschakeling naar koelen
Binnentemperatuuromschakeling naar verwarmen
36
37
38
39
De buitentemperatuurinstelling voor koelen is begrensd tot 19 °C en de buiten-
temperatuurinstelling voor verwarmen is begrensd tot 20 °C,
de binnentemperatuuromschakeling naar koelen is 18 °C en de bin
nentempera-
tuuromschakeling naar koelen is 25 °C.
󰼊
Begrenzing buitentemp verwarm
󰼋
Begrenzing ruimtetemp koeling
󰼌
Begrenzing ruimtetemp verwarm.
Stel de buitentemperatuur in op verwar-
men met Auto 2 en Auto 3.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 10°C tot 22
°C.
Stel de binnentemperatuur in op koelen
met
Auto 3.
Binnentemperatuur, koeling: U kunt deze
temperatuur instellen op een waarde van
18°C tot 30°C.
Stel de binnentemperatuur in op verwar-
men met Auto 3.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 10°C tot 30
°C.
Begrenzing buitentemp verwarm
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Begrenzing ruimtetemp koeling
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
Begrenzing ruimtetemp verwarm.
Terug
Instellen (set)
Druk ▲▼ t.b.v. diff waarde, [Set].
−29−
󰼑
Automatische regeling ventilatorsnelheid
Stel het omschakelingsbereik van de
ventilatorbediening in bij automatische
ventilatorsnelheid.
Auto 1
De ventilatorbediening wordt
omgeschakeld van Hoog
Medium
Laag.
Auto 2
De ventilatorbediening wordt
omgeschakeld van High power modus
Hoog
Medium
Laag.
󰼏
Offset koeling
󰼐
Offset verwarming
De thermostaat wordt geregeld op basis van de buitentemperatuur en de waarden van
"Offset koeling" en "Offset verwarming".
(a)
Of
fset koeling: De thermostaat wordt geregeld op basis van [Buitentemperatuur -
Offset koeling] bij koeling.
De thermostaat wordt ingeschakeld als [Binnentemperatuur] > [Buitentemperatuur -
Offset koeling].
U kunt een waarde instellen van 0°C tot 10°C.
(b)
Of
fset verwarming: De thermostaat wordt geregeld op basis van [Buitentemperatuur
+ Offset koeling] bij verwarming.
De thermostaat wordt ingeschakeld als [Binnentemperatuur] < [Buitentemperatuur +
Offset koeling].
U kunt een waarde instellen van 0°C tot 5°C.
󰼍
Instelling thermisch bereik
󰼎
Buitentemperatuur basis
Stel de kamertemperatuurregeling in, thermostaat t AAN/UIT schakelmethode en condi-
tie.
Standaard
De thermostaat wordt geregeld op basis van de binnentemperatuur en de
ingestelde temperatuur.
Buitentemperatuur basis
De thermostaat wordt geregeld op basis van de buitentem-
peratuur en de waarden van "Offset koeling" en "Offset verwarming".
De instelling van de kamertemperatuur wordt uitgeschakeld.
Instelling thermisch bereik
Buitentemperatuur basis
Offset koeling
Terug
Selecteer het item
Offset verwarming
Buitentemperatuur basis
Standaard
Buitentemperatuur basis
Terug
Selecteer het item
Automatische regeling ventilatorsnelheid
Auto 1
Auto 2
Terug
Selecteer het item
Offset koeling
Terug
Instellen (set)
Dit geldt alleen als de "buitentemp
basis" is geselecteerd voor de thermostaatregeling.
Offset verwarming
Terug
Instellen (set)
Dit geldt alleen als de "buitentemp
basis" is geselecteerd voor de thermostaatregeling.
41
42
43
−30−
󰼓
Ext. uit. set. select uitg bestem
Selecteer de uitgangsbestemming die gewijzigd moet worden en selecteer de functie die
toegewezen moet worden aan de geselecteerde uitgang.
Het volgende toont de uitgangaansluitingen en de standaardinstellingen.
Externe uitgang 1
NT
-2 Bedrijfsuitgang
Externe uitgang 2
NT
-3 Verwarmingsuitgang
Externe uitgang 3
NT
-4 Uitgang compressor AAN
Externe uitgang 4
NT
-5 Inspectie (fout) uitgang
Raadpleeg de technische gegevens voor meer details.
󰼔
Externe uitgang functie #1
Terug
キャン
Externe uitgang functie
Externe uitgang 1
Externe uitgang 2
Terug
Selecteer het item
Externe uitgang 3
Externe uitgang 4
Externe uitgang functie
Bedrijfsuitgang
Verwarmingsuitgang
Uitgang compressor AAN
Inspectie (fout) uitgang
Koelings-uitgang
ージ
TerugVolgende
󰼒
Alarm voor overbelasting van binnenunit
Als de kamertemperatuur in behoorlijke
mate verschilt van de ingestelde
temperatuur nadat het systeem is gestart
en 30 minuten in bedrijf is geweest,
wordt een overbelastings-alarmsignaal
verzonden via de externe uitvoer (CNT-5).
Druk ▲▼ & bevestig met [Set]
Annuleren
Instellen (set)
Alarm voor overbelasting van binnenunit
Terug
󰼕
Externe uitgang functie #2
󰼖
Externe uitgang functie #3
Externe uitgang functie
Ventilator in bedrijf uitgang 1
Ventilator in bedrijf uitgang 2
Ventilator in bedrijf uitgang 3
Ontdooien/olie retourleiding uitgang
Ventilatie-uitgang
ージ
Terug
ージ
Vorige Volgende
−31−
12. Service en onderhoud
Binnenunitadres
Als er 8 of meer zijn aangesloten, kunt
u die weergeven door te drukken op
de knop Volgende. Als u op de knop
Controleer
drukt na selectie van
een binnendeeladres(nummer), kunt
u de ventilator van het geselecteerde
binnendeel bedienen.
⇒④
Service en onderhoud #2
Het geselecteerde scherm wordt weerge-
geven.
Service en onderhoud #1
Het geselecteerde scherm wordt weerge-
geven.
Service en onderhoud
Adres binnenunit
Inspectiedatum volgend onderhoud
Data bedrijfsgegevens
Inspec display
Instellingen binnenunit opslaan
ージ
Terug
Selecteer het item
Adres binnenunit
Adres binnenunit
Terug
Service en onderhoud
Speciale instellingen
Capaciteitsweergave binnenunit
Terug
Selecteer het item
ージ
3
5
15
26
7
Buitenunitadres
Controleer
Naam binnendeel
Controleer
29
34
Controleer bedrijfsmodus
Start
Druk op deze knop als u de
ventilatorsnelheid wilt wijzigen.
Stop
Druk op deze knop als u de
ventilatorsnelheid wilt wijzigen.
Als de inspectiedatum voor het volgende onderhoud is ingevoerd, worden berichten
weergegeven bij het starten/stoppen van de werking in de maand van onderhoud.
De inhoud wordt gereset als het veld "Inspectiedatum volgend onderhoud" wordt
bijgewerkt.
Als u op de knop Verkeerd
drukt, worden er geen berichten weergegeven.
Servicebericht
Bedrijfsgegevens #1
Bedrijfsgegevens #2
Bedrijfsgegevens #3
Na het lezen van de gegevens van het binnenunit, worden de bedrijfsgegevens ten tijde van het lezen weergegeven. Druk op de knop
Bijwerken
als u de gegevens wilt bijwerken (vernieuwen).
Om de data en weergave automatisch te updaten, er kunnen max. zes items worden geselecteerd. Het indrukken van de knop
Scherm
na het selecteren van zes items verandert de weergave in
.
Controleer bedrijfsmodus
Terug
動作選択い。
StartVenti werking Stop
Volgende servicedatum
Inspectiedatum volgend onderhoud
Terug
Stel de datum in
Instellen (set)
Verkeerd
yy
mmdd
Binnenunit
Item Data Sche.
Bedrijfsmodus Koeling
Temp. instellen
Retourluchttemp.
RC temperatuur
I/U verdampersensor1
OU
Bijwerken
ージ
Scherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
Binnenunit
Item Data Sche.
I/U verdampersensor2
I/U verdampersensor3
I/U fansnelheid
5-snelheid
Gevraagd vermogen Hz
Beantw. vermogen Hz
OU
Bijwerken
ージ
Scherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
ージ
Binnenunit
Item Data Sche.
Beantw. vermogen Hz
I/U expansieventiel
Toevoerlucht temp.
I/U draaiuren
Warmtewisselaar buitenunit Temp 1
OU
Bijwerken
VolgendeScherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
ージ
Gebruiksduur 1 jaar en 9 maanden
Volgende controle
10 / 2020
Bedrijf
T
elefoonnummer
Hoofdscherm
Menu
Onderhoudsinstelling
Service en onderhoud
Servicewachtwoord
Volgende
Volgende
Vorige
Druk [Run] voor controle
VolgendeVolgende VorigeVorige
−32−
Bedrijfsgegevens #4
Bedrijfsgegevens #5
bedrijfsgegevens #6
Binnenunit
Item
Data
Sche.
Warmtewisselaar buitenunit Temp 2
Compressor Hz
Hoge druk
Lage druk
Persgastemp.
OU
Bijwerken
VolgendeScherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
Vorige
Binnenunit
Item Data Sche.
Comp. cartertemp.
Stroomafname
SH controle
SH
TDSH
OU
Bijwerken
VolgendeScherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
Vorige
Binnenunit
Item Data Sche.
Protectie control
O/U ventisnelheid 5-snelheid
63H1
Ontdooi-cyclus
Compressor draaiuren
OU
Bijwerken
VolgendeScherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
Vorige
Bedrijfsgegevens #7
Inspec display
Update automatisch de weergave en geeft
de zes geselecteerde items weer.
Bedrijfsmodus Koeling
Temp. instellen
Retourluchttemp.
RC temperatuur
I/U verdampersensor1
I/U verdampersensor2
Terug
Data bedrijfsgegevens
Binnenunit
Item Data Sche.
O/U expansieventiel
O/U 2 expansieventiel
OU
Bijwerken
Scherm Terug
Data bedrijfsgegevens
Selecteer 6 items en druk op [Display]
Vorige
Foutweergave
Terug
Fouthistorie
Weergave afwijkende data
Verwijder afwijkende data
Reset periodieke check
Inspec display
Selecteer het item
Weergave afwijkende data #1
De bedrijfsgegevens die vlak voor de fout zich voordeed zijn vastgelegd, worden
weergegeven
Weergave afwijkende data #2
Fouthistorie (voorbeeld)
De datum en tijd waarop de fout is
opgetreden, het adres van het binnendeel
en de foutcode worden weergegeven.
Druk op de knop Wissen
om de
fouthistorie te wissen.
Tijd Binnenunit
Storing
Terug
Wissen
Fouthistorie
Bedrijfsmodus Koeling
Item
Binnenunit OU
Data
Retourluchttemp.
Temp. instellen
I/U verdampersensor1
I/U verdampersensor2
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
I/U verdampersensor3
5-snelheid
Item
Binnenunit OU
Data
Gevraagd vermogen Hz
I/U fansnelheid
Beantw. vermogen Hz
Beantw. vermogen Hz
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
Vorige
16
17
24
25
6:57 PM
6:57 PM
6:57 PM
−33−
Weergave afwijkende data #4
󰚜
Weergave afwijkende data #5
Weergave afwijkende data #3
De bedrijfsgegevens die vlak voor de fout zich voordeed zijn vastgelegd, worden weergegeven
I/U expansieventiel
Item
Binnenunit
OU
Data
I/U draaiuren
Toevoerlucht temp.
Warmtewisselaar buitenunit Temp 1
Warmtewisselaar buitenunit Temp 2
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
Vorige
Compressor Hz
Item
Binnenunit OU
Data
Lage druk
Hoge druk
Persgastemp.
Comp. cartertemp.
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
Vorige
Stroomafname
Item
Binnenunit OU
Data
SH
SH controle
TDSH
Protectie control
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
Vorige
󰚧
Weergave afwijkende data #6
󰚨
Weergave afwijkende data #7
󰚩
Verwijder afwijkende data
De afwijkende data is gewist.
O/U ventisnelheid
Item
Binnenunit OU
Data
Ontdooi-cyclus
63H1
Compressor draaiuren
O/U expansieventiel
Weergave afwijkende data
TerugVolgende
Storing
Vorige
5-snelheid
O/U 2 expansieventiel
Item
Binnenunit OU
Data
Weergave afwijkende data
Terug
Storing
Vorige
Verwijder afwijkende data
Terug
Ja
Selecteer het item
Advies
Hebt u ooit de inhoud van de instellingen verloren na het
vervangen van het binnenunitbord?
Als de instellingen van de binnenunit zijn opgeslagen in de
RC, kan de opgeslagen data naar de binnenunit worden
weggeschreven met "De opslagen data overbrengen".
󰚭
Opgeslagen data verzenden
Als u een binnendeel selecteert waarnaar
u opgeslagen gegevens wilt overbrengen,
wordt het bevestigingsscherm voor het
overbrengen van de opgeslagen gegevens
weergegeven. Druk op om de gegevens
over te brengen.
I/U selectie
Volgende Terug
Selecteer een I/U adres
󰚪
Reset periodieke check
De tijdklok wordt gereset door het resetten
van de periodieke controle.
󰚫
Instellingen binnenunit opslaan
Instellingen binnenunit opslaan
Alle instellingen van binnendelen die
zijn aangesloten op de RC, worden
opgeslagen op de RC.
Automatisch opslaan
Stel de tijd in
waarop de instellingen automatisch elke
dag worden opgeslagen.
Opgeslagen data verzenden
De
binnendeelinstellingen die zijn opgeslagen
op de RC, worden overgebracht naar de
binnenunit.
27
Reset periodieke check
Terug
Ja
Indien Ja, druk [Ja]
Wenst u de periodieke check te resetten?
Terug
Instellingen binnenunit opslaan
Automatisch opslaan
Opgeslagen data verzenden
Instellingen binnenunit opslaan
Selecteer het item
󰚬
Automatisch opslaan
Stel de tijd in waarop de instellingen
automatisch elke dag worden opgeslagen.
Als u op de knop Verkeerd
drukt,
wordt "Automatisch opslaan" niet
uitgevoerd.
TerugVerkeerd
Instellen (set)
Druk op
▲▼
t.b.v. kloktijd instelling
Automatisch opslaan
Automatisch opslaan op ingestelde tijd
28
AM
−34−
Hiermee kunt u het touchscreen corrigeren als niet wordt weergegeven wat u aanraakt.
Druk op het midden van [+] en controleer de afwijking van het display.
Bevestig
Kalibratie is voltooid.
󰚰
Touchpanel kalibratie
1
󰼅
Touchpanel kalibratie
2
󰼆
Touchpanel kalibratie
3
BevestigOpnieuwAnnuleren
Druk [+] in de linker onderhoek Druk [+] in de linker bovenhoek
Druk [+] en controleer schermpositie
Adres binnenunit wissen
Het
binnenunitadres van de Multi Series (KX)-unit
wordt uit het geheugen gewist.
CPU reset
De microcomputers van het
binnen- en buitendeel worden gereset (modus
van herstel na stroomstoring).
Initialiseren
De instellingen op
de RC en het aangesloten binnendeel
worden geïnitialiseerd (modus van
fabrieksinstellingen).
Touchpanel kalibratie
Hiermee kunt u
het touchscreen corrigeren als niet wordt
weergegeven wat u aanraakt.
󰚮
Speciale instellingen
Het geselecteerde scherm wordt weer-
gegeven.
Terug
Adres binnenunit wissen
CPU reset
Initialiseren
Touchpanel kalibratie
Speciale instellingen
Selecteer het item
󰚯
Touchpanel kalibratie
Terug
Start
Touchpanel kalibratie
Indien Ja, druk (Ja)
30
󰼇
Capaciteitsweergave binnenunit
De capaciteiten van de binnenunits
aangesloten op de RC worden
weergegeven.
Als er meer dan zeven units zijn
aangesloten, dient u op de knop
Volgende
te drukken om ze allemaal
weer te geven.
Deze items kunnen afhankelijk van
de combinatie van de binnenunits en
buitenunits niet worden weergegeven.
Adres binnenunit Capaciteit
Capaciteitsweergave binnenunit
Volgende Terug
−35−
13. Selecteer de taal
Hoofdscherm
Menu
Handige functies
Selecteer de taal
Selecteer de taal
Het menu voor de geselecteerde taal
wordt weergegeven.
Selecteer de taal die weergegeven moet
worden op de RC en druk op de knop
Set
.
U kunt uit de volgende talen kiezen:
Engels/Duits/Frans/Spaans/Italiaans/
Nederlands/T
urks/Portugees/Russisch/
Pools/Japans/Chinees
Selecteer de taal #2
Het menu Selecteer taal wordt
weergegeven.
Selecteer de taal die moet worden
weergegeven op de afstandsbediening en
tik op de knop Set
.
U kunt de volgende talen selecteren:
Engels/Duits/Frans/Spaans/Italiaans/
Nederlands/Turks/Portugees/Russisch/
Pools/Japans/Chinees
Selecteer de taal #1
Tik op het BOVENSTE scherm op de
knop
wanneer de airconditioner is
gestopt.
Afhankelijk van toe de Toestemming/
Verbod-instelling is ingesteld (Raadpleeg
hiervoor de gebruikershandleiding), wordt
mogelijk het invoerscherm voor het
beheerderswachtwoord weergegeven.
De taal selecteren met de knop
De taal selecteren met de knop
Menu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Mitsubishi Heavy Industries RC-EXZ3A Installatie gids

Type
Installatie gids