Alpha innotec Fan Coil de handleiding

Type
de handleiding
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Installatie- en gebruikershandleiding
VENTILATORCONVECTOREN
NL
voor verwarmen en koelen
2
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
A.u.b. eerst lezen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor
het gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het
product en dient in de directe omgeving van het appa-
raat te worden bewaard. Ze moet beschikbaar blijven
zolang het apparaat wordt gebruikt. Geef de installatie-
en gebruikershandleiding aan eventuele volgende ge-
bruikers van het apparaat door.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvo-
rens met de werkzaamheden aan en met het apparaat
te beginnen. Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid. Volg alle
aanwijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen
bevat die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen
of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de
servicepartner van de fabrikant raadplegen.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor
meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten
dat u de parameters van het juiste model volgt.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen
die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrouwelijk
mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd.
Deze mag geheel noch gedeeltelijk en in geen enkele
vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopi-
eerd, in elektronische systemen worden opgeslagen of
in een andere taal worden vertaald, zonder schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Pictogrammen
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van picto-
grammen. De betekenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd
vakpersoneel.
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar let-
sel of zelfs de dood kan leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
LET OP!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middel-
zwaar of lichter letsel kan leiden.
LET OP!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële
schade kan veroorzaken.
AANWIJZING.
Gemarkeerde informatie.
Verwijzing naar andere passages van de instal-
latie- en gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fa-
brikant.
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN
GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN .................................................................2
PICTOGRAMMEN ......................................................................2
DOELMATIG GEBRUIK .............................................................4
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID ...................................4
EG-CONFORMITEIT .................................................................4
VEILIGHEID .................................................................................4
KLANTENSERVICE ....................................................................4
LEVERINGSOMVANG ...............................................................5
TOEBEHOREN ............................................................................5
GARANTIE/VRIJWARING ........................................................5
VERWIJDERING .......................................................................... 5
ALGEMEEN ..................................................................................5
De ventilatorconvector........................................................5
SCHOONHOUDEN VAN HET APPARAAT ..........................6
Opbouw van de ventilatorconvector .................................6
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
INSTALLATIE ............................................................................... 8
Vóór de installatie in acht te nemen .................................. 8
Verwijderen van de zijdelen ................................................8
Wandmontage ......................................................................9
INSTALLATIETOEBEHOREN .................................................10
Poten voor staande opstelling (GKF) ..............................10
Installatiepakket (GKIP) ..................................................... 10
Condenspomp (GKP) .........................................................10
AANSLUITINGEN ....................................................................12
Wateraansluiting .................................................................12
Isolatie van de hydraulische aansluitingen ......................12
FUNCTIE ZOMER/WINTER-OMSCHAKELING
(KOELEN/VERWARMEN) ...........................................13
OVER DE ZOMER/WINTER-OMSCHAKELING
BIJ BEDRIJF MET ZEER LAGE
AANVOERTEMPERATUREN .....................................13
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..............................................14
Bedrading van de motor ....................................................14
BEDRIJF VAN MEERDERE APPARATEN ..............................15
INBEDRIJFSTELLING ...............................................................16
Uitlaatrooster en bevestiging van de afdekkingen .........16
Verplaatsen van de aanvoeraansluitingen........................16
ONDERHOUD .......................................................................... 17
Verwijderen en reinigen van het filter ............................17
Demonteren van de ventilatoreenheid ...........................17
Vervangen van de motor....................................................18
Reinigen van de condensbakken .......................................18
DEMONTAGE ............................................................................ 18
TECHNISCHE GEGEVENS .....................................................19
Waterinhoud van de warmtewisselaars ..........................19
Elektrische gegevens van de motoren .............................19
TABELLEN VERWARMINGSVERMOGENS ...................20
Tabellen Kühlleistungen .....................................................22
MODELLEN EN MATEN ..........................................................24
Afmetingen en gewichten ..................................................24
BESCHRIJVING VAN DE REGELAAR ...................................28
TOP-2 ....................................................................................28
Algemene functies ...............................................................28
Bediening ..............................................................................28
EG-CONFORMITEITSVERKLARING ....................................35
3
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
4
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Doelmatig gebruik
Het apparaat mag uitsluitend voor het bestemde doel
worden gebruikt. D.w.z.:
als verwarming,
als koeling.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de
technische parameters worden gebruikt.
Technische gegevens” op pagina 19
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door
onjuist gebruik wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabri-
kant:
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn
componenten zijn uitgevoerd die niet conform
deze handleiding zijn;
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn
componenten onvakkundig zijn uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan het apparaat zijn
uitgevoerd die niet in deze handleiding beschre-
ven zijn en waarvoor de fabrikant geen uitdruk-
kelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven;
indien het apparaat of componenten ervan zon-
der uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van
de fabrikant gewijzigd, om- of uitgebouwd zijn.
EG-conformiteit
Het apparaat is voorzien van een CE-markering.
”EG-conformiteitsverklaring” op pagina 35
Veiligheid
Het apparaat is gebruiksveilig, indien gebruikt voor het
bestemde doel. Het apparaat is ontworpen en gebouwd
volgens de huidige stand van de techniek en alle toe-
passelijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoor-
schriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installa-
tie- en gebruikershandleiding hebben gelezen en be-
grepen, alvorens met de werkzaamheden mag worden
begonnen. Dit geldt ook voor personen die al met een
dergelijk apparaat hebben gewerkt of door de fabrikant
zijn opgeleid.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal gel-
dende ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschrif-
ten hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met
betrekking tot het dragen van beschermende kleding.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door ge-
kwaliceerde elektromonteurs worden uit-
gevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u het
apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Enkel gekwaliceerd vakpersoneel (verwar-
mings-, koel- en elektromonteurs) mag aan
dit apparaat en de componenten ervan wer-
ken.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw instal-
lateur of bij de lokale partner van de fabrikant.
5
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Leveringsomvang
Ventilatorconvector
Toebehoren
(niet bijgeleverd)
Condenspomp
Installatiepakket
Poten
Installatietoebehoren” op pagina 10
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aan-
koopdocumenten terugvinden.
AANWIJZING.
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings-
en garantieaangelegenheden.
Verwijdering
Als het oude apparaat wordt afgedankt, dient u zich te
houden aan de lokaal geldende wetten, richtlijnen en
normen voor de terugwinning, recycling en verwijde-
ring van de grondstoen en componenten van koelma-
chines.
”Demontage” op pagina 18
Algemeen
DE VENTILATORCONVECTOR
De GK (ventilatorconvector) werd gebouwd voor de kli-
maatregeling in ruimten en kan worden ingezet voor
het verwarmen en koelen. Een ventilator leidt de lucht
via de warmtewisselaar, waar warm resp. koud water
door stroomt.
De ventilatorconvectoren bieden:
·
drie snelheidsniveaus van de ventilator,
·
een regelaar die door middel van een tempera-
tuursensor in de lamellenwarmtewisselaar zelf-
standig een onderscheid kan maken tussen ver-
warmen en koelen, en die zowel handmatig als
automatisch de snelheid van de ventilator kan re-
gelen,
·
door het aanzuiglter gereinigde kamerlucht,
·
een digitale thermostaat met groot lcd-display
met achtergrondverlichting en veel extra func-
ties,
·
een in de fabriek voorgemonteerd 2 puntsventiel
voor het onderbreken van de volumestroom tij-
dens een stand-by.
AANWIJZING.
Om een optimale werking van de ventilatorcon-
vectoren te bereiken, moet gegarandeerd zijn
dat het gehele oppervlak van de warmtewisse-
laar door lucht kan worden doorstroomd.
AANWIJZING.
Het apparaat dient tegen condenswater te wor-
den beschermd. Aanvoer, retour en afvoer die-
nen door de installateur dampdiusiedicht te
worden geïsoleerd.
LET OP!
De condensbakken moeten ten minste één keer
per jaar op verontreinigingen (vorming van bac-
teriën, kiemen en schimmels door geprodu-
ceerd condenswater) gecontroleerd en indien
nodig gereinigd worden.
6
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Schoonhouden van het
apparaat
Het apparaat kan aan de buitenzijde worden gereinigd
met een vochtige doek en normale schoonmaakmidde-
len.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur
en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het
oppervlak en kunnen eventueel technische schade aan
het apparaat veroorzaken.
OPBOUW VAN DE VENTILATORCONVECTOR
1 Binnenopbouw
2 Ventilatoreenheid
3 Besturingsbox
4 Warmtewisselaar
5 Extra condensbak
6 Afneembaar rooster
7 Metallen afdekking
8 Zijdelen buiten
9 Aanzuigluchtlter
DE BINNENOPBOUW
De binnenzijde van het apparaat bestaat uit verzinkte
plaat met een dikte van 0,8 en 1 mm. Aan de achterzij-
de van de GK(R) bevinden zich ogen voor wandbevesti-
ging.
De verzamelbak voor het condenswater kan voor de rei-
niging onafhankelijk van de ventilatiegroep worden ge-
demonteerd.
Alle onderdelen zijn met vuurvast materiaal geïsoleerd.
DE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaars zijn gemaakt van aluminium la-
mellen, die op koperen buizen bevestigd zijn. De verza-
melinrichtingen hebben aansluitingen met GF ½". Alle
warmtewisselaars worden onderworpen aan dichtheids-
proeven met 18 bar en zijn geschikt voor een maximaal
toelaatbare bedrijfsdruk van 10 bar.
De geribde vorm van het wisselaaroppervlak en de te-
genstroom van het warmte- resp. koudemedium ten op-
zichte van de lucht garanderen de hoogste eciëntie.
AANWIJZING.
Als de wisselaar met aanvoertemperaturen <
18°C wordt gebruikt, vormt zich aan het wisse-
laaroppervlak condensaat, dat via een condens-
leiding moet worden afgevoerd. Door dit proces
wordt aan de kamerlucht vocht onttrokken (ac-
tieve koeling).
Technische gegevens” op pagina 19
HET FILTER
Het aanzuiglter, dat van nylon gemaakt is (lterklasse
G1), is met een metalen inschuirame aan de onderzij-
de van het apparaat bevestigd. Enerzijds verhindert het
de verontreiniging in het apparaat, anderzijds ltert het
de convectielucht, die stofvrij weer wordt uitgeblazen.
7
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
AANWIJZING.
Een regelmatige reiniging van het lter draagt
bij aan de optimale werking van het apparaat.
”Onderhoud” op pagina 17
De lters zijn 195 mm hoog, terwijl de lengte verschil-
lend is naargelang de grootte van de convector:
Grootte GK... 6 GK... 11 GK... 21
Lengte (mm) 510 510 770
DE AFDEKKINGEN
De afdekkingen bestaan uit gelakte plaat of ABS-kunst-
stof. Ze zijn met schroeven aan de binnenzijde van het
apparaat bevestigd (standaardkleur, RAL 9010).
De convectieroosters zijn eveneens van ABS-kunststof
gemaakt. Om een optimale warmteverdeling in de ruim-
te te bereiken, bepalen de lamellen de luchtrichting.
Aan de zijkanten van de convectieroosters bevinden
zich twee kleppen, enerzijds voor de toegang tot het
bedieningspaneel resp. de eronder gelegen besturings-
box en anderzijds voor diverse hydraulische aansluitin-
gen. De kleppen kunnen met schroeven aan de afdek-
king worden bevestigd, om zo onbevoegde toegang te
verhinderen (bijv. in scholen, openbare ruimten enz.).
De brandveiligheidsklasse van de roosters en kleppen is
UL94 HB.
VENTILATOREENHEID
De ventilatoreenheid, die uit een radiaalventilator, elek-
tromotor en spanningstransformator bestaat, is akoes-
tisch ontkoppeld op een bodemplaat gemonteerd.
De motor (eenfasig met 230 V en 50 Hz) is uitgerust met
een condensator en automatische, thermische beveili-
ging (beschermingsgraad IP20).
De complete ventilatoreenheid kan gemakkelijk en on-
afhankelijk uit de ventilatorconvector worden verwij-
derd.
In onderstaande tabel wordt het aantal ventilatoren
voor de verschillende modellen aangegeven:
Grootte
GK... 6 GK... 11 GK... 21
Aantal
ventilatorwielen
1 1 2
Er zijn 3 bedrijfsstanden beschikbaar:
MIN minimaal vermogen stand 1
MED middelmatig vermogen stand 2
MAX maximaal vermogen stand 3
Zie hoofdstukken ”Bedrijf van meerdere appa-
raten” op pagina 15, ”Onderhoud” op pagina
17
8
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
DE BESTURINGSBOX
De besturingsbox (1) en aansluitdoos (2) bevatten de in
de zijbekleding geïntegreerde regeling TOP-2.
De regeling TOP-2 is in de fabriek al aangesloten op de
eronder liggende aansluitdoos van kunststof en hoeft
tijdens de installatie niet te worden gedemonteerd.
Om de boxen naar de tegenoverliggende zijde te ver-
plaatsen, moeten de elektrische verbindingen van de
verschillende onderdelen niet worden losgemaakt. Een
gedetailleerde beschrijving voor het verplaatsen van de
aansluitingen vindt u eveneens in deze handleiding.
”De comfortfunctie voor voorverwarmen of voor-
koelen van de lamellen kan dan niet meer wor-
den gebruikt.” op pagina 13 en ”Verplaatsen
van de aanvoeraansluitingen” op pagina 16
1 Besturingsbox
2 Aansluitdoos
AANWIJZING.
In de slave-ventilatorconvector bevindt zich
geen aansluitdoos. De elektrische bedrading
gebeurt in de besturingsbox.
DE EXTRA CONDENSBAK
De extra bak wordt standaard bij alle ventilatorconvec-
toren geleverd en bestaat uit ABS-kunststof. Hij is met
schroeven aan de zijkant van de GK gemonteerd en moet
het geproduceerde condensaat aan de hydraulische aan-
sluitingen verzamelen en naar de hoofdbak afvoeren.
Na het installeren dient de bak op dichtheid te worden
gecontroleerd.
Installatie
VÓÓR DE INSTALLATIE IN ACHT TE NEMEN
Alle ventilatorconvectoren worden in een doos verpakt
geleverd. De sticker op de buitenzijde van de verpak-
king maakt de identicatie mogelijk van het model, de
bouwgrootte, de positie van de wateraansluitingen aan
de ventilatorconvector en alle ingesloten toebehoren.
Om beschadigingen of verontreinigingen van de warm-
tewisselaar te voorkomen, mag het apparaat pas kort
voor de installatie worden uitgepakt. Om de verpak-
king te verwijderen, dient u de onderzijde van de doos
te openen en deze vervolgens naar boven af te trekken.
Na het installeren is het raadzaam de ventilatorconvec-
tor met de verpakking af te dekken tot alle bouwwerk-
zaamheden voltooid zijn. Ga hiervoor als volgt te werk:
FR
A
GI
L
E
TOP
2
1
3
VERWIJDEREN VAN DE ZIJDELEN
Om de plastic kast aan de zijkant te verwijderen, gaat u
als volgt te werk:
Open het plastic deksel.
Draai de veiligheidsschroeven los.
9
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Neem de plastic zijkant voorzichtig naar opzij weg
en til hierbij de onderzijde ietsje op.
WANDMONTAGE
Vóór het bevestigen aan de wand, dienen volgende
punten te worden gecontroleerd:
·
De muur moet voldoende draagvermogen heb-
ben.
·
De ventilatorconvector moet voor onderhoud
aan alle zijden toegankelijk zijn.
·
Vóór het apparaat mogen zich geen wandtapij-
ten of voorwerpen bevinden die de luchtinlaat of
-uitlaat belemmeren.
·
De luchtverdeling moet in de gehele ruimte mo-
gelijk zijn.
Ga bij de montage als volgt te werk:
Markeer de positie van de bevestigingsgaten over-
eenkomstig de voorbeeldschets.
Alle maten in mm
GK... 6 GK... 11 GK... 21
A 558 558 818
B 538 538 798
AANWIJZING.
Aan de zijkant dient tot de wand een minimale
afstand van 200 mm in acht te worden geno-
men.
LET OP!
Om een correcte luchtaanzuiging te garande-
ren, moet de afstand tot de vloer minimaal ≥
200 mm bedragen.
AANWIJZING.
Voor de montage moeten de bijgeleverde be-
vestigingsmiddelen worden gebruikt. Voor
lichte wandconstructies is speciaal bevesti-
gingsmateriaal benodigd.
10
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Installatietoebehoren
POTEN VOOR STAANDE OPSTELLING GKF
Het toebehoren bestaat uit 4 delen: twee draagbeu-
gels en twee plastic elementen, die de zijproelen van
de kast verlengen. De poten kunnen aan alle ventilator-
convectoren worden gemonteerd, o.a. om uit de vloer
of wand stekende elektrische kabels en installatielei-
dingen alsmede de condensafvoerleiding te verbergen.
Een onbeperkte toegang tot het aanzuiglter blijft ge-
garandeerd.
Kleur van de plastic elementen: standaard RAL 9002
Hoogte vanaf de vloer: 100 mm
INSTALLATIEPAKKET GKIP
Flexibele metalen slangen met een wartelmoer in DN15.
In gemonteerde toestand met extra condensbak
CONDENSPOMP GKP
De pomp dient voor het afvoeren van condens bij een
hoger liggende waterafvoerleiding. De condenspomp
is uitgerust met een alarmfunctie en schakelt de GK(R)
uit, als de geproduceerde hoeveelheid condens groter is
dan de hoeveelheid die kan worden afgevoerd.
TECHNISCHE GEGEVENS CONDENSPOMP
Max. pompvermogen: 8 l/h
Max. opvoerhoogte: 8 mWS
Max. aanzuigdiepte: 2,5 mWS
Spanning: 230 V/50 Hz – 110 V
Max. opgenomen vermogen: 10 W
1 Afstandhouders 3 cm
2 Sluitringen
3 Slangklemmen
4 Condenspomp
5 Condensslang
6 Kunststof slang 19 cm
7 Schroeven 3,9 x 50
”Montagehandleiding condenspomp (GKP)” op
pagina 10
MONTAGEHANDLEIDING CONDENSPOMP GKP
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig
deze tegen inschakelen, alvorens u de condens-
pomp monteert!
LET OP!
Vóór het monteren van de condenspomp dient
de condensbak te worden gereinigd.
LET OP!
Bouw de condenspomp zo in, dat hij tegen aan-
raking beschermd is.
11
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
LET OP!
Onderdompelen of montage in vochtige ruim-
ten is niet toegestaan.
LET OP!
Pomp niet isoleren.
Neem de condenspomp en bevestigingsrail uit de
verpakking.
1 Condenspomp
2 Bevestigingsrail
Bevestig de condenspomp aan de zijkant van het
apparaat, waar zich de hydraulische aansluitingen
bevinden.
Schroef eerst de rechterzijde van de bevestigings-
rail aan het apparaat vast.
Steek vervolgens de condenspomp op de bevesti-
gingsrail.
Richt de condenspomp verticaal uit en schroef
daarna de linkerzijde van de bevestigingsrail vast.
4
4) fermare
4) fix the
d
5) fissare
c
5b, 5c.
5) fix the
pictures 5
a
Fig.5a
la pompa
s
d
rain pump
c
on le viti
e
drain pum
p
a
, 5b, 5c.
carico con
to the rubb
i distanzia
to the fl
d
ensa all’a
p
e
r piece.
li la pomp
a
a
nk of the
f
Fig.5b
Fi
g
.
4
p
posito pez
z
a
scarico co
n
f
an coil w
i
4
z
o in gomm
a
n
densa al f
i
i
th the scr
e
a
.
i
anco come
e
ws and sp
a
F
indicato n
e
a
cers as i
n
F
i
g
.5c
e
lle foto 5a
,
n
dicated i
n
,
n
LET OP!
Monteer de condenspomp verticaal zoals op de
foto (tolerantiebereik maximaal 15° voor elke
richting).
Sluit de condenspomp met behulp van het bijgele-
verde slangstuk aan op het uiteinde van de afvoer-
leiding van de condensbak.
5
6) fissare il tubo diametro L=190mm allo scarico condensa usando le fascette stringitubo.
Fare riferimento alle figure 6a e 6b.
Verificare che non ci siamo strozzature nel tubo tali da impedire il deflusso della condensa.
6) fix the pipe L=190mm to the condense discharging pipe, using the hose clamps.
Refer to pictures 6a and 6b.
Verify that there are no bottlenecks in the pipe that may block the flow of condensate.
Fig.6a Fig.6b
7) collegare il tubo di mandata della condensa come indicato nella figura n.7.
Portare e fissare l’estremità libera del tubo nel punto di scarico, bloccare il tubo con delle fascette.
7) connect the pipe for the condense outlet as indicated in the picture n.7.
Bring and fix the free pipe end near the discharging point, remember to block the pipe using some
clamps.
Fig.7
5
6) fissare il tubo diametro L=190mm allo scarico condensa usando le fascette stringitubo.
Fare riferimento alle figure 6a e 6b.
Verificare che non ci siamo strozzature nel tubo tali da impedire il deflusso della condensa.
6) fix the pipe L=190mm to the condense discharging pipe, using the hose clamps.
Refer to pictures 6a and 6b.
Verify that there are no bottlenecks in the pipe that may block the flow of condensate.
Fig.6a Fig.6b
7) collegare il tubo di mandata della condensa come indicato nella figura n.7.
Portare e fissare l’estremità libera del tubo nel punto di scarico, bloccare il tubo con delle fascette.
7) connect the pipe for the condense outlet as indicated in the picture n.7.
Bring and fix the free pipe end near the discharging point, remember to block the pipe using some
clamps.
Fig.7
Sluit de uitlaatzijde van de condenspomp met een
slang (6 mm ø binnen) op de waterafvoerleiding
aan.
12
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Voer de elektrische aansluiting uit. Steek hiervoor
eerst de stekker van de besturingskabel op de con-
denspomp.
Breng aansluitend de voedingskabel door de kabel-
goot naar de elektrische schakelkast aan de andere
zijde van het apparaat. Sluit daar de condenspomp
volgens het aansluitschema aan.
1 Stekker voedingskabel
2 Kabelgoot
LET OP!
Na de montage dient de kap van de condens-
pomp goed te worden gesloten.
Aansluitingen
WATERAANSLUITING
Om de maximale eciëntie van de warmtewisselaar te
bereiken, moeten de gegevens van de fabrikant op de
zijkant van de ventilatorconvector onvoorwaardelijk in
acht worden genomen (aanvoer/retour aan de warmte-
wisselaar).
Een verwisseling van de wateraansluitingen zou welis-
waar de werking niet belemmeren, maar wel het rende-
ment van de warmtewisselaar verminderen.
De wateraansluitingen (½” binnendraad) zijn direct aan
het register vastgelast. De uitsparingen aan de zijkanten
van de binnenopbouw zijn zo uitgevoerd, dat een ver-
draaien van de aansluitingen niet mogelijk is. Om be-
schadigingen (bijv. afdraaien van de aansluitingen aan
de warmtewisselaar) te verhinderen, is het belangrijk
dat de aanvoerbuizen voorzichtig worden ingedraaid.
Om onnodig energieverlies door circulatie bij stand-by
te voorkomen, wordt de volumestroom aan de ventila-
torconvector onderbroken door een 2 puntsventiel, zo-
als bij een vloerverwarming. Zodra er behoefte is aan
verwarmen of koelen, gaat het ventiel open en wordt de
volumestroom weer vrijgegeven.
Meer informatie hierover vindt u onder ‘Installatietoe-
behoren’ in deze handleiding.
AANWIJZING.
Voor de hydraulische aansluiting op het verwar-
mings- en/of koelsysteem is het als toebehoren
verkrijgbare installatiepakket benodigd.
Installatiepakket (GKIP)” op pagina 10
‘Ventilatorconvector installatiepakket
1 Aanvoer
2 Condensafvoer
3 Retour
AANWIJZING.
Als de aanvoerleidingen aangesloten zijn, die-
nen alle verbindingen op dichtheid te worden
gecontroleerd.
ISOLATIE VAN DE HYDRAULISCHE
AANSLUITINGEN
Alle aansluitingen dienen diusiedicht te worden geïso-
leerd volgens de lokaal geldende normen en richtlijnen.
13
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
FUNCTIE ZOMER/WINTER-OMSCHAKELING
(KOELEN/VERWARMEN)
In principe meet de ventilatorconvector de door de
warmtepomp ter beschikking gestelde aanvoertempe-
ratuur door middel van de aanvoertemperatuursensor,
die af fabriek in de lamellenwarmtewisselaar is geïnte-
greerd. Bij een aanvraag voor verwarmen of koelen con-
troleert de regelaar aan de hand van de ter beschik-
king staande aanvoertemperatuur of de gevraagde be-
drijfsmodus mogelijk is (vastgelegd door de parameters
P16 voor verwarmen resp. P17 voor koelen). Indien de-
ze temperaturen worden bereikt, kan aan de aanvraag
worden voldaan. Indien deze temperaturen niet worden
bereikt, wordt het proces na het in P45 ingestelde tijd-
sinterval herhaald.
Daarnaast biedt de regelaar de comfort-functie om de
lamellenwarmtewisselaar overeenkomstig voor te ver-
warmen of voor te koelen, tot de gewenste bedrijfstem-
peratuur wordt bereikt. Pas dan wordt de ventilator ge-
activeerd – op deze manier kan het optreden van tocht
worden vermeden. Deze instelling is af fabriek alleen
voor de verwarmingsmodus geactiveerd en kan via de
parameters P18 en P19 optioneel ook voor de koelmo-
dus worden vastgelegd
OVER DE ZOMER/WINTEROMSCHAKELING
BIJ BEDRIJF MET ZEER LAGE
AANVOERTEMPERATUREN
Der im Lamellenwärmetauscher integrierte Fühler kann
während des Betriebes aufgrund der durch den Geblä-
sekonvektor geführten Raumluft beeinusst werden.
Liegen die zur Verfügung stehenden Vorlauftempera-
turen und die eingestellten Parameter P16 bis P19 sehr
dicht beieinander (z.B. aufgrund einer sehr niedrigen
Heizkurve oder Kombination von Gebläsekonvektoren
und Fussbodenheizung im selben Heizkreis), so emp-
ehlt es sich die Fühlerposition zu versetzen um Be-
triebsstörungen zu vermeiden. Gehen Sie hierzu bitte
wie folgt vor:
1. Trek de sensor uit de la-
mellenwarmtewisselaar.
2. Breng de sensor door
de zijwand naar de hy-
draulische aansluitingen.
3. Monteer de sensor aan
de ventiel-aansluitings-
bocht naar de ventilator-
convector in de aanvoer
4. Breng aansluitend iso-
latie aan.
Nu kan de aanvoertem-
peratuur zonder invloe-
den van buitenaf direct
aan de verwarmingsbuis
worden gemeten..
LET OP
De comfortfunctie voor voorverwarmen of
voorkoelen van de lamellen kan dan niet meer
worden gebruikt.
14
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Elektrische aansluiting
BEDRADING VAN DE MOTOR
De schakelschema’s gelden voor alle bouwgroottes van
de ventilatorconvectoren.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uit-
sluitend door gekwaliceerde elek-
tromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u het
apparaat opent!
De motor van de eenheden GKR 5 - 20 is een eenfasige
motor met slechts één draaisnelheid. Deze wordt gere-
geld door de spaartransformator.
De spaartransformator beschikt over een klemlijst met
acht klemmen, waarmee de motorvoeding en de dra-
den voor het regelen van de bedrijfssnelheid zijn aan-
gesloten.
Ventilator met spaartransformator
Zie aansluitschema’s
1 Verbinding met de regeling
(nulleider, MIN, MED, MAX)
2 Motoraansluiting
3 Condensator
4 Spaartransformator
5 Aarddraad
Bedrading spaartransformator met motor
In de onderstaande tabel zijn de codeletters van de verschillende verbindingen aan de elektomotoren en de kleuren
van de draden voor de verschillende bedrijfssnelheden aangegeven:
Code Kleur van de draad Omschrijving
a lichtblauw nulleider (gemeenschappelijk)
b zwart maximumsnelheid MAX
c oranje middelmatige snelheid MED
d rood minimumsnelheid MIN
e geel & groen condensatoraansluiting
f geel-groen aarddraad
g bruin & donkerblauw motoraansluiting
1 condensator
15
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TOP2
+
ELMZ
Master
ELMZ
S l a v e 1
ELMZ
S l a v e 2
ELMZ
S l a v e 3
ELMZ
S l a v e 4
ELMZ
S l a v e 5
...
Bedrijf van meerdere apparaten
MASTERSLAVEPRINCIPE
ELMZ
ELMZ is een apparaat voor de verbinding van meerdere
ventilatorconvectoren volgens het master-slaveprinci-
pe. De inrichting bestaat uit drie relais, één voor elke be-
drijfssnelheid. De klemlijsten en relais zijn op een print-
plaat gemonteerd. Het max. opgenomen vermogen van
elke afzonderlijke motor mag niet meer dan 150 W be-
dragen.
Contacten
·
Nominale stroom 10 A (AC1)
·
Nominale stroombelastbaarheid in AC1 2500 VA
Spoel
·
Nominale voedingsspanning 230 V
·
Nominaal vermogen 1,5 VA
Opmerkingen
·
Wordt alleen aan de eenheid geïnstalleerd.
·
Klemmen aan de onderkant voor
een eenvoudige bedrading.
·
Tweezijdige klemmen voor vrije keuze van
de optimale zijde voor de bedrading.
LET OP!
Alle verbindingen 230 V. Er dient op een aanslui-
ting in fase te worden gelet!
16
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Inbedrijfstelling
Voor de ventilatorconvector wordt ingeschakeld, dient
het volgende te worden gecontroleerd:
Het apparaat moet op de aarding van het gebouw
aangesloten zijn en er moeten adequate elektri-
sche veiligheidselementen geïnstalleerd zijn (zeke-
ringsautomaat).
De condensafvoerleiding moet functioneel zijn (bij
koeling met aanvoertemperaturen onder 18 °C).
Het luchtlter moet correct aangebracht zijn.
De luchtuitlaatzijde mag niet geblokkeerd of be-
lemmerd zijn.
AANWIJZING.
De leidingen dienen vóór de inbedrijfstelling
van de installatie te worden ontlucht!
Alle warmtewisselaars zijn met een ontluchter uitgerust.
De ontluchtingsschroef bevindt zich schuinlinks boven
de retouraansluiting van de warmtewisselaar.
UITLAATROOSTER EN BEVESTIGING VAN DE
AFDEKKINGEN
De roosters zijn aan het apparaat vastgeklikt. Om ze te
verwijderen, volstaat het ze naar boven op te tillen.
Af fabriek worden de ventilatorconvectoren met naar
voren gerichte ventilatiesleuven geleverd. Als men de
roosters 180° draait, wisselt de luchtuitlaat van voren
naar achteren.
Voor installaties in openbare ruimten zoals scholen,
bibliotheken, winkelcentra enz. is het mogelijk de toe-
gang tot de schakelkast en wateraansluitingen met be-
hulp van een schroef te vergrendelen.
1 Afdekking verwijderen en
deksel in dit gat vastschroeven
VERPLAATSEN VAN DE AANVOERAANSLUITINGEN
De plaatselijke omstandigheden kunnen het noodzake-
lijk maken de aanvoeraansluitingen naar de andere zijde
te verplaatsen. In dit geval gaat u als volgt te werk:
Demonteer het 2 puntsventiel aan de warmtewisse-
laar.
Verwijder de temperatuursensor in de warmtewis-
selaar en breng deze later van de tegenoverliggen-
de zijde weer naar de oorspronkelijke positie.
Draai de bevestigingsschroeven van de besturings-
box los en schroef deze in de daarvoor bedoelde
openingen aan de andere zijde. Het is niet nodig de
besturingsbox te openen en/of los te koppelen.
Draai de bevestigingsschroeven van de aansluit-
doos los en bevestig deze op de andere zijde met
plaatschroeven.
De toegangspanelen van de warmtewisselaars die-
nen nu te worden gedemonteerd.
17
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Draai de schroeven aan de warmtewisselaar los en
verwijder de warmtewisselaar.
Breek de voorgestanste doorvoeren aan de zijkant
open, draai het register 18, breng de aansluitin-
gen door de blootgelegde uitsparingen en schroef
de warmtewisselaar weer vast.
Sluit de vroegere openingen met afdichtingstape.
Monteer het 2 puntsventiel aan de tegenoverlig-
gende zijde.
Bevestig de afgenomen panelen weer.
Verleg eventueel ook de condensafvoer naar de an-
dere zijde. Sluit de oude doorvoer dicht af.
Monteer indien nodig de extra condensbak (3) aan
de andere zijde. Sluit de oude doorvoer dicht af.
1 Warmtewisselaar
2 Besturingsbox
3 Extra condensbak
4 Aansluitdoos (niet bij slave)
Onderhoud
VERWIJDEREN EN REINIGEN VAN HET FILTER
Om een vlekkeloze eciëntie van de ventilatorconvector
te garanderen, is het noodzakelijk het lter regelmatig op
verontreiniging te controleren en indien nodig te reinigen.
AANWIJZING.
Bij continubedrijf dient het lter één keer per
maand te worden gereinigd.
Het lter kan met een gewone stofzuiger voorzichtig
worden afgezogen of bij sterke vuil- en stofafzetting
met lauwwarm water en een neutraal reinigingsmiddel
worden uitgewassen.
Het wordt bij alle modellen op dezelfde wijze verwijderd.
Hiervoor dient de achterzijde naar boven te worden ge-
duwd. Zo worden de beide geleiderails schuin geplaatst
en kan het lter naar voren worden weggenomen.
AANWIJZING.
Alvorens het lter weer in gebruik kan worden
genomen, moet het helemaal droog zijn.
De ventilatorconvector mag niet zonder aan-
zuiglter worden gebruikt, omdat anders de on-
derdelen (ventilator, warmtewisselaar) veront-
reinigd worden en eventueel verontreinigde
lucht wordt uitgeblazen.
DEMONTEREN VAN DE VENTILATOREENHEID
De complete ventilatoreenheid kan gemakkelijk worden
verwijderd, namelijk door de beide bevestigingsschroe-
ven aan de zijkanten van de ventilatorconvector los te
draaien en de eenheid uit zijn houder te trekken.
18
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
VERVANGEN VAN DE MOTOR
MOTOR MET ÉÉN VENTILATORWIEL GK... 6, GK...
11
Ga als volgt te werk:
Draai de ratelschroef van het met de motoras ver-
bonden ventilatorwiel los (met behulp van een in-
bussleutel met voldoende lange schacht).
Verwijder de schroeven waarmee de motor aan de
kast bevestigd is.
Neem de motor weg.
MOTOR MET TWEE VENTILATORWIELEN GK... 21
Ga als volgt te werk:
Draai de ratelschroef van de met de motoras ver-
bonden ventilatorwielen los (met behulp van een
inbussleutel met voldoende lange schacht).
Schroef de kast van de houder van de ventila-
toreenheid los.
Trek de ventilatorwielen en kast van de motoras.
Neem de motor uit de draagbeugels van de ventila-
toreenheid.
REINIGEN VAN DE CONDENSBAKKEN
LET OP.
De condensbakken moeten ten minste één
keer per jaar op verontreinigingen (vorming
van bacteriën, kiemen en schimmels) gecon-
troleerd en indien nodig gereinigd worden.
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische werkzaamheden mogen uit-
sluitend door gekwaliceerde elektromon-
teurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u het
apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerde elektromonteurs mo-
gen het apparaat van het stroomnet loskop-
pelen en alle aansluitingen demonteren.
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerde verwarmings- of koel-
monteurs mogen het apparaat uit de installa-
tie demonteren.
LET OP!
Apparaatonderdelen dienen volgens de gel-
dende voorschriften, normen en richtlijnen ge-
recycled of vakkundig afgevoerd te worden.
19
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Technische gegevens
Voeding 230 V – 50 Hz AC - uitgang
Regelbereik 5 - 30 °C
Instelbaar neutraal bereik 1 - 5 °C
Temperatuursensor NTC 10 k - 25 °C - 1%
Bedrijfstemperatuurgrenzen (aanvoertemperatuur) 5 - 70 °C
Bedrijfsvochtigheidsgrenzen
10 - 90% RV
(in niet-verzadigde ruimte)
Afdichtingsnorm IP 40
Koelen/verwarmen in afhankelijkheid
van de aanvoertemp.
Koelen < 25 °C
Verwarmen > 26 °C
Deze temperatuurbereiken kunnen in
het servicemenu worden aangepast.
Maximale lengte van de ingang- en sensorkabels 50 m
Minimumdoorsnede 0,5 mm
Kleur RAL 9002 (wit)
ELEKTRISCHE GEGEVENS VAN DE MOTOREN
Het stroomverbruik werd bepaald bij maximale snelheid
met roosters, afdekking, aanzuiglter en statische be-
drijfsdruk nul (230 V / 50 Hz).
Grootte
GK... 6 GK... 11 GK... 21
Opgenomen vermogen (W) 28 28 43
Nominale stroom (A) 0,12 0,12 0,19
OVERIGE OPMERKINGEN
·
Automatische snelheidsregeling
·
Uitsluitend voor bedrijf met installaties met 2 bui-
zen (niet geschikt voor verwarming met 1 buis)
·
Automatische selectie van de bedrijfswijze (ver-
warmen/koelen) aan de hand van de aanvoer-
temperaturen
WATERINHOUD VAN DE WARMTEWISSELAARS
Grootte
GK... 6 GK... 11 GK... 21
Inhoud voor een serie 1 0,171 0,256 0,397
Warmtewisselaarseries 2 3 3
20
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TABELLEN VERWARMINGSVERMOGENS
Verwarming met water bij 35- 30 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 35- 30 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluids-
vermo-
gensniveau
Geluids-
druk-niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
temperatuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,41 35 30 72 0,4
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,54 35 30 93 0,7
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,62 35 30 108 1
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,59 35 30 103 1,2
GK... 11 MED 255 40 30,5 0,8 35 30 138 2,1
GK... 11 MAX 300 43 33,5 0,91 35 30 159 2,7
GK... 21 MIN 300 32 22,5 1,01 35 30 176 1,3
GK... 21 MED 445 43 33,5 1,37 35 30 239 2,4
GK... 21 MAX 530 46 36,5 1,57 35 30 274 3,1
Verwarming met water bij 40- 35 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 40- 35 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluids-
vermo-
gensniveau
Geluids-
druk-niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
temperatuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,67 40 35 116 1
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,85 40 35 147 1,7
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,97 40 35 166 2,1
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,86 40 35 149 2,2
GK... 11 MED 255 40 30,5 1,15 40 35 202 4,1
GK... 11 MAX 300 43 33,5 1,32 40 35 229 5,3
GK... 21 MIN 300 32 22,5 1,46 40 35 254 2,5
GK... 21 MED 445 43 33,5 1,99 40 35 346 4,6
GK... 21 MAX 530 46 36,5 2,28 40 35 397 6,1
Verwarming met water bij 45- 40 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 45- 40 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluids-
vermo-
gensniveau
Geluids-
druk-niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
temperatuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,89 45 40 155 1,8
GK... 6 MED 250 39 29,5 1,15 45 40 201 2,9
GK... 6 MAX 300 43 33,5 1,28 45 40 221 3,5
GK... 11 MIN 175 31 21,5 1,11 45 40 192 3,5
GK... 11 MED 255 40 30,5 1,51 45 40 264 6,7
GK... 11 MAX 300 43 33,5 1,71 45 40 296 8,4
GK... 21 MIN 300 32 22,5 1,9 45 40 333 4,1
GK... 21 MED 445 43 33,5 2,58 45 40 445 7,3
GK... 21 MAX 530 46 36,5 2,95 45 40 509 9,4
21
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Verwarming met water bij 50- 45 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 50- 45 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluidsver-
mogensni-
veau
Geluids-
druk-niveau
Koel-
vermo-
gen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 1,11 50 45 195 2,6
GK... 6 MED 250 39 29,5 1,42 50 45 253 4,4
GK... 6 MAX 300 43 33,5 1,6 50 45 284 5,5
GK... 11 MIN 175 31 21,5 1,37 50 45 242 5,3
GK... 11 MED 255 40 30,5 1,85 50 45 327 9,7
GK... 11 MAX 300 43 33,5 2 ,11 50 45 376 12,8
GK... 21 MIN 300 32 22,5 2,32 50 45 415 5,9
GK... 21 MED 445 43 33,5 3,16 50 45 557 10,7
GK... 21 MAX 530 46 36,5 3,64 50 45 647 14,3
Verwarming met water bij 55- 50 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 55- 50 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluidsver-
mogensni-
veau
Geluids-
druk-niveau
Koel-
vermo-
gen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 1,32 55 50 231 3,6
GK... 6 MED 250 39 29,5 1,7 55 50 298 6
GK... 6 MAX 300 43 33,5 1,92 55 50 335 7,5
GK... 11 MIN 175 31 21,5 1,62 55 50 281 7
GK... 11 MED 255 40 30,5 2,2 55 50 381 12,9
GK... 11 MAX 300 43 33,5 2,49 55 50 434 16,8
GK... 21 MIN 300 32 22,5 2,75 55 50 478 7,7
GK... 21 MED 445 43 33,5 3,75 55 50 655 14,5
GK... 21 MAX 530 46 36,5 4,31 55 50 750 18,8
Verwarming met water bij 60- 55 °C - ruimtetemperatuur 20°C
Heating with Water at 60- 55 °C - Air at 20°C
Type Venti-
lator-
stand
Luchtho-
eveelheid
Geluidsver-
mogensni-
veau
Geluids-
druk-niveau
Koel-
vermo-
gen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 1,55 60 55 272 4,8
GK... 6 MED 250 39 29,5 1,99 60 55 346 7,8
GK... 6 MAX 300 43 33,5 2,22 60 55 387 9,7
GK... 11 MIN 175 31 21,5 1,87 60 55 324 9
GK... 11 MED 255 40 30,5 2,54 60 55 447 17,2
GK... 11 MAX 300 43 33,5 2,88 60 55 505 22,1
GK... 21 MIN 300 32 22,5 3,17 60 55 559 10,1
GK... 21 MED 445 43 33,5 4,33 60 55 762 18,8
GK... 21 MAX
530 46 36,5 4,98 60 55 865 24,2
22
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TABELLEN KOELINGSVERMOGENS
Koeling met water bij 18- 23 °C - ruimtetemperatuur 26°C
Cooling with Water at 18- 23 °C - Air at 26°C
Type Ventila
-
torstand
Luchthoe-
veelheid
Geluidsvermo-
gensniveau
Geluidsdruk-
niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,2 18 23 35 0,1
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,22 18 23 38 0,1
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,23 18 23 36 0,1
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,23 18 23 39 0,2
GK... 11 MED 255 40 30,5 0,27 18 23 47 0,3
GK... 11 MAX 300 43 33,5 0,3 18 23 51 0,3
GK... 21 MIN 300 32 22,5 0,36 18 23 63 0,2
GK... 21 MED 445 43 33,5 0,43 18 23 74 0,3
GK... 21 MAX 530 46 36,5 0,45 18 23 78 0,3
Koeling met water bij 16- 22 °C - ruimtetemperatuur 26°C
Cooling with Water at 16- 22 °C - Air at 26°C
Type Ventila
-
torstand
Luchthoe-
veelheid
Geluidsvermo-
gensniveau
Geluidsdruk-
niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,26 16 22 37 0,1
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,29 16 22 42 0,2
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,31 16 22 40 0,1
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,29 16 22 42 0,3
GK... 11 MED 255 40 30,5 0,35 16 22 51 0,3
GK... 11 MAX 300 43 33,5 0,38 16 22 55 0,4
GK... 21 MIN 300 32 22,5 0,46 16 22 66 0,3
GK... 21 MED 445 43 33,5 0,55 16 22 80 0,3
GK... 21 MAX 530 46 36,5 0,6 16 22 86 0,4
Koeling met water bij 10- 16 °C - ruimtetemperatuur 26°C
Cooling with Water at 10- 16 °C - Air at 26°C
Type Ventila
-
torstand
Luchthoe-
veelheid
Geluidsvermo-
gensniveau
Geluidsdruk-
niveau
Koelver-
mogen
Aanvoer-
tempera-
tuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,52 10 16 74 0,4
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,59 10 16 84 0,5
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,64 10 16 80 0,4
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,57 10 16 81 0,8
GK... 11 MED 255 40 30,5 0,69 10 16 99 1,2
GK... 11 MAX 300 43 33,5 0,77 10 16 111 1,5
GK... 21 MIN 300 32 22,5 0,9 10 16 129 0,8
GK... 21 MED 445 43 33,5 1,19 10 16 171 1,4
GK... 21 MAX 530 46 36,5 1,38 10 16 199 1,8
23
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Koeling met water bij 7- 13 °C - ruimtetemperatuur 26°C
Cooling with Water at 7- 13 °C - Air at 26°C
Type Ventila
-
torstand
Luchthoe-
veelheid
Geluidsver-
mogensniveau
Geluids-
druk-niveau
Koelver-
mogen
Aanvoertempe-
ratuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,66 7 13 94 0,6
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,74 7 13 105 0,7
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,79 7 13 101 0,7
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,74 7 13 106 1,3
GK... 11 MED 255 40 30,5 1,03 7 13 147 2,4
GK... 11 MAX 300 43 33,5 1,2 7 13 172 3,3
GK... 21 MIN 300 32 22,5 1,18 7 13 168 1,3
GK... 21 MED 445 43 33,5 1,86 7 13 266 3,1
GK... 21 MAX 530 46 36,5 2,14 7 13 306 4
Koeling met water bij 6- 12 °C - ruimtetemperatuur 26°C
Cooling with Water at 6- 12 °C - Air at 26°C
Type Ventila
-
torstand
Luchthoe-
veelheid
Geluidsver-
mogensniveau
Geluids-
druk-niveau
Koelver-
mogen
Aanvoertempe-
ratuur
Retourtem-
peratuur
Volume-
stroom
Druk-
verlies
m³/h dB(A) dB(A) kW °C °C l/h kPa
GK... 6 MIN 175 29 19,5 0,73 6 12 104 0,7
GK... 6 MED 250 39 29,5 0,81 6 12 115 0,8
GK... 6 MAX 300 43 33,5 0,86 6 12 108 0,7
GK... 11 MIN 175 31 21,5 0,81 6 12 116 1,5
GK... 11 MED 255 40 30,5 1,17 6 12 168 3,1
GK... 11 MAX 300 43 33,5 1,34 6 12 192 4,1
GK... 21 MIN 300 32 22,5 1,48 6 12 211 1,9
GK... 21 MED 445 43 33,5 2,09 6 12 298 3,8
GK... 21 MAX 530 46 36,5 2,38 6 12 340 4,9
24
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Modellen en maten
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
Gewicht (kg)
Model Zonder kast Met kast
GK... 6 13 15
GK... 11 15 17
GK... 21 19 22
Afmetingen (mm)
Model A B C
GK... 6 860 518 746
GK... 11 860 518 746
GK... 21 1120 778 1006
A1 = aansluiting voor condensafvoer
Aansluitingen warmtewisselaar
Aansluitingen ½" binnendraad
25
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Aansluitschema Standalone
Ventilconvettore -Fan coil -
Gebläsekonvektoren -
Ventiloconvecteurs -
Ventilconvectores
FOR CONFIGURE TOP2HP-BI, refer also to parameters list
2
ME
230V
50 Hz
{
L1
N
PE L1 N 1
acb
SUMMER / WINTER SENSOR
(to be installed in the main coil
by the factory)
43 5 76
NTC
10K
d
NTC
10K
ROOM TEMPERATURE SENSOR
(to be installed on the inlet
by the factory)
1 3245 687 9 1210 11
Fan Power and Valve Supply: 230V - 50 Hz
L
N
C
NC
NO
GKP
Voeding ventilator en ventiel
230 V - 50 Hz
RUIMTETEMPERATUURSENSOR
(door fabriek te installeren aan inlaat)
ZOMER-/WINTERSENSOR
(door fabriek te installeren in
hoofdspoel)
26
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung







 



 






     
 







    

 







 



 

  





     




















 






















 
    










Aansluitschema Master
LET OP!
Fase en nulleider mogen noch in de
master, noch in de slave worden ver-
wisseld. Kans op kortsluiting!
RUIMTETEMPERATUUR
SENSOR
(door fabriek te installeren
aan inlaat)
Voeding ventilator
230 V - 50 Hz
ZOMER-/WINTERSENSOR
(door fabriek te installeren in
hoofdspoel)
VENTIEL1
VENTIEL2
NAAR EERSTE
SLAVE
27
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Aansluitschema Slave
E3
Ventilconvettore -Fan coil -
Gebläsekonvektoren -
Ventiloconvecteurs -
Ventilconvectores
V3V2CO V1 NTMTM L CE E1 E2
OFF ON
ELMZ
MASTER
Ventilconvettore -Fan coil -
Gebläsekonvektoren -
Ventiloconvecteurs -
Ventilconvectores
V1CO NTMV3V2 LTM E2E1CE E3
ELMZ
OFF ON
H3C1H2H1 C4C3C2 H4
ba c d
Fan Power Supply
230V - 50 Hz
ME
1 5234 6
4 531 2 11108 976 12
NL1PE
{
230V
50 Hz
N
L1
87 9
NTC
10K
SUMMER / WINTER SENSOR
(to be installed in the main coil
by the factory)
ROOM TEMPERATURE SENSOR
(to be installed on the inlet
by the factory)
NTC
10K
NOTE: please not to invert phase and neutral in both master and slave unit.
If not, there could be a shoort circuit.
V2V1 V3CO
VALVE1
VALVE2
TO FIRST SLAVE
TO NEXT SLAVE
TO NEXT SLAVE
N
230V
50 Hz
{
L1
TO MASTER O
PREVIOUS SLAVE
VALVE1
VALVE2
V3
V2
CO
V1
Valve and Fan
Power Supply
230V - 50 Hz
V3V2V1 CO
H1 H3C2C1H2 C3 C4 H4
a dcb
ME
VALVE2
VALVE1
L
N
C
NC
NO
GKP
L
N
C
NC
NO
GKP
Voeding ventiel en ventilator
230 V - 50 Hz
NAAR
VOLGENDE
SLAVE
NAAR MASTER OF
VORIGE SLAVE
VENTIEL 1
VENTIEL 2
28
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TOP2
TOP-2 is een elektronische ruimtetemperatuurregelaar
voor ventilatorconvectoren met automatische of hand-
matige selectie van de drie ventilatorstanden en van de
functie verwarmen of koelen.
AANWIJZING.
TOP-2 regelt slechts één ventilatorconvector.
Om meerdere ventilatorconvectoren met elkaar
te regelen, is de inrichting ELMZ benodigd.
ALGEMENE FUNCTIES
Digitale thermostaat met lcd-display en achter-
grondverlichting
Speciaal voor het regelen van ventilatorconvecto-
ren, met vele functies:
- weergave van datum en tijd
- individueel instelbaar weekprogramma met
energiebesparingsfunctie (verlaagd bedrijf)
- automatisch wisselen tussen de bedrijfswijzen
verwarmen en koelen aan de hand van de be-
hoefte in de ruimte en de beschikbare aanvoer-
temperatuur
- de temperatuurbereiken voor verwarmen (van-
af 26 °C aanvoertemperatuur) en koelen (tot 25°C
aanvoertemperatuur) kunnen individueel wor-
den ingesteld
- detectie van aanvoertemperatuur (in de lamel-
lenwarmtewisselaar) en ruimtetemperatuur (aan
de ventilator)
- automatische of handmatige regeling van de
ventilatorstanden mogelijk
- voor bedrijf met een 2 buizensysteem
- antivriesfunctie
- aansturing van het standaard ingebouwde 2
puntsventiel, voor onderbreking van de volume-
stroom bij stand-by
- diagnosefunctie voor het opsporen van sys-
teemstoringen en fouten van thermostaten
BEDIENING
De bediening gebeurt met de knoppen die rond het dis-
play geplaatst zijn:
Knop Naam Hoofdfunctie Bijkomende
functie
PLUS Verhogen van de
instelwaarde
Achteruit bla-
deren door
het menu
MIN Verlagen van de
instelwaarde
Vooruit blade-
ren door het
menu
ON/OFF In- en uitschake-
len van de venti-
latorconvector
ESC - terug in
het menu
MENU Toegang/wis-
selen tussen de
menu’s
Instellingen
toepassen
KNOP
PLUS
Bij een eenmalige druk op deze knop kunt u de actueel
ingestelde temperatuurwaarde aezen. Door nogmaals
op de knop te drukken wordt de ingestelde waarde in
stappen van + 0,1 verhoogd. Houd de knop 2 seconden
ingedrukt om het verhogen te versnellen.
Na 10 seconden zonder invoer sluit het apparaat de in-
stellingen voor de temperatuurwaarde automatisch af.
Alternatief kan de parameter ook met een druk op de
ON/OFF-knop worden verlaten. De instellingen worden
hierbij toegepast.
Deze knop wordt ook gebruikt voor het bladeren en
verhogen van de instelwaarden in de menu’s.
KNOP MIN
Bij een eenmalige druk op deze knop kunt u de actueel
ingestelde temperatuurwaarde aezen. Door nogmaals
op de knop te drukken wordt de ingestelde waarde in
stappen van - 0,1 verlaagd. Houd de knop 2 seconden
ingedrukt om het verlagen te versnellen.
Na 10 seconden zonder invoer sluit het apparaat de in-
stellingen voor de temperatuurwaarde automatisch af.
Alternatief kan de parameter ook met een druk op de
Beschrijving van de regelaar
29
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
ON/OFF-knop worden verlaten. De instellingen worden
hierbij toegepast.
Deze knop wordt ook gebruikt voor het bladeren en
verlagen van de instelwaarden in de menu’s.
KNOP
ON/OFF
Als deze knop 2 seconden wordt ingedrukt, wordt de
ventilatorconvector uitgeschakeld en verschijnt ‘OFF’ op
het display. Ruimtetemperatuur, tijd, alarmen (indien in-
gesteld) blijven actief.
Deze knop wordt ook gebruikt voor het verlaten van de
afzonderlijke instelmenu’s.
KNOP MENU
Druk op deze knop om de submenu’s voor instellingen
te openen. Op het display knippert ‘FAN’. Met een druk
op de knoppen + of – gaat u naar de andere parameters:
FAN
ECON
TIME
PROG
PAR
SELECTEREN VAN DE
VENTILATORSTANDEN
Druk op de menuknop, blader met de +-knop en selec-
teer ‘FAN’. Bevestig met de menuknop. Met een druk
op de +-knop wordt de bedrijfssnelheid geselecteerd;
handmatig met SP 1, SP 2 of SP 3 of automatisch met
AUT:
= laagste snelheidsinstelling
(33%)
= middelmatige snelheidsin-
stelling (66%)
= hoogste snelheidsinstelling
(100%)
= De regelaar selecteert de bedrijfssnelheid
automatisch naargelang het verschil tussen de ruimte-
temperatuur en de ingestelde temperatuur. De maxi-
mumsnelheid wordt op basis van de ingestelde propor-
tionele band bereikt (P11 in de parameterlijst).
De instellingen worden met een druk op de menuknop
bevestigd.
De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld, wan-
neer de ingestelde temperatuur bereikt is.
AANWIJZING.
Als de ventilator met vrijgavetemperaturen (P18
/ P19) werkt, wordt hij niet gestart, tot de tem-
peratuur van de lamellenwarmtewisselaar de in-
gestelde parameters heeft bereikt.
VERLAAGD BEDRIJF
Druk op de menuknop, scroll met de +-knop en selec-
teer ‘ECON’ met de menuknop. Druk nogmaals op +, om
tussen de bedrijfswijzen ECONOMY en COMFORT te kie-
zen:
De instellingen kunnen met een druk op de menuknop
worden bevestigd.
= COMFORTMODUS
= De regelaar werkt op basis van de ingestelde tempe-
ratuurpunten.
= ECONOMYMODUS
= De regelaar werkt met inachtneming van de verlaging
(P10) in het verwarmings- en koelbedrijf.
INSTELLINGEN VAN DATUM EN TIJD
Druk op de menuknop, scroll met de +-knop en selec-
teer ‘TIME’ met de menuknop.
HRS: De uren knipperen. Gebruik de knoppen +/- om de
actuele uren in te stellen en bevestig met de menuknop.
MIN: De minuten knipperen. Gebruik de knoppen +/-
om de actuele minuten in te stellen en bevestig met de
menuknop.
DAY: De dag knippert. Gebruik de knoppen +/- om de
actuele dag in te stellen en bevestig met de menuknop.
MON: De maand knippert. Gebruik de knoppen +/- om
de actuele maand in te stellen en bevestig met de me-
nuknop.
30
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
YEA: Het jaar knippert. Gebruik de knoppen +/- om het
actuele jaar in te stellen en bevestig met de menuknop.
WEEKPROGRAMMA
Druk op de menuknop, scroll met de +-knop en selec-
teer ‘PROG’ met de menuknop.
Selecteer de dag die moet worden geprogrammeerd,
door met de +-knop te scrollen:
SUN zonag
MON maandag
TUE dinsdag
WED woensdag
THU donderdag
FRI vrijdag
SAT zaterdag
Selecteer de dag die moet worden geprogrammeerd,
en bevestig met de menuknop.
Druk op de menuknop en stel de gewenste tijd voor de
periode F1 in. Bevestig met de menuknop.
Druk op de menuknop en stel de gewenste temperatuur
voor de periode F1 in. Bevestig met de menuknop.
Druk op de menuknop en stel de gewenste tijd voor de
periode F2 in. Bevestig met de menuknop.
Druk op de menuknop en stel de gewenste temperatuur
voor de periode F2 in. Bevestig met de menuknop.
Gebruik de +-knop om een andere dag te programme-
ren, of sluit het menu met een druk op de ESC-knop.
TABEL 1: VOORBEELD VOOR PROGRAMMA
INSTELLING 1 DAG
Periode F1: 09:00 tot 20:00 met ingestelde tempe-
ratuur 20 °C
Periode F2: 20:00 tot 09:00 met ingestelde tempe-
ratuur 15 °C
Ingestelde temperatuur
F2 = 15 °C F1 = 20 °C F2 = 15 °C
Tijdstip 00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
31
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TABEL 2:
VOORBEELD VOOR PROGRAMMAINSTELLING1
WEEK
SUN MON TUE WED THU FRI SAT
00 00 00 00 00 00 00
01 01 01 01 01 01 01
02 02 02 02 02 02 02
03 03 03 03 03 03 03
04 04 04 04 04 04 04
05 05 05 05 05 05 05
06 06 06 06 06 06 06
07 07 07 07 07 07 07
08 08 08 08 08 08 08
09 09 09 09 09 09 09
10 10 10 10 10 10 10
11 11 11 11 11 11 11
12 12 12 12 12 12 12
13 13 13 13 13 13 13
14 14 14 14 14 14 14
15 15 15 15 15 15 15
16 16 16 16 16 16 16
17 17 17 17 17 17 17
18 18 18 18 18 18 18
19 19 19 19 19 19 19
20 20 20 20 20 20 20
21 21 21 21 21 21 21
22 22 22 22 22 22 22
23 23 23 23 23 23 23
24 24 24 24 24 24 24
F2 = 15 °C F1 = 20 °C F2 = 15 °C
TABEL 3:
VOORBEELD VOOR EEN WEEKPROGRAMMA
Dag F1 Tijd F1
Instel-
waarde
F2 Tijd F2
Instelwaarde
SUN 08:00 20 °C 23:00 15 °C
MON 14:00 20 °C 23:00 15 °C
TUE 14:00 20 °C 23:00 15 °C
WED 14:00 15 °C 23:00 15 °C
THU 14:00 20 °C 23:00 15 °C
FRI 14:00 20 °C 20:00 15 °C
SAT 08:00 20 °C 14:00 15 °C
Het symbool
brandt op het display om aan te geven
dat de thermostaat een dagprogramma uitvoert.
AANWIJZING.
Om het schakelprogramma te activeren, moet
de parameter P01 worden geactiveerd.
Aanvullende informatie
= koelen
= verwarmen
= alleen ventilator
= toetsvergrendeling geactiveerd (activeren/deac-
tiveren door gelijktijdig indrukken van
en
, tot
het slot op het display verschijnt)
= alarmberichten display
Dit menu kan alleen worden geopend, als ten minste
één alarm actief is. Op het display verschijnt [SYMB], om
aan te geven dat een of meerdere alarmberichten be-
schikbaar zijn.
Druk op de menuknop, scroll met de +-knop en selec-
teer ‘ALL’ met de menuknop. De alarmcode wordt weer-
gegeven. Scroll met de +-knop, om alle andere alarmen
te controleren.
Daarom zal het alarmmenu niet verschijnen, als er geen
storingen actief zijn.
32
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TABEL 4: ALARM
Bericht op dis-
play
Beschrijving alarm Alarm resetten
ALL FIL:
bedrijfsuren (P22)
overschreden
> luchtlter reinigen
open het alarm
en houd de me-
nuknop 3 se-
conden inge-
drukt
ALL Air:
uitval van de inter-
ne luchtsensor
automatisch,
zodra de sto-
ring verholpen
is
ALL Prb:
geen interne of ex-
terne luchtsen-
sor aangesloten
automatisch,
zodra de sto-
ring verholpen
is
Curr max:
maximale venti-
latorstroom over-
schreden (P36)
open het alarm
en druk op de
menuknop
Curr min:
minimale ventila-
torstroom onder-
schreden (P35)
open het alarm
en druk op de
menuknop
PARAMETERS INSTELMENU
AANWIJZING.
Gewijzigde parameters die afwijken van de aan-
bevolen fabrieksinstelling, kunnen tot bedrijfs-
storingen en fouten leiden.
De parameterinstelling is in 2 niveaus ingedeeld. Het
eerste niveau is tegen onbedoeld openen en wijzigen
beveiligd, terwijl het tweede niveau met een wacht-
woord beveiligd is.
Om het eerste niveau te bereiken, drukt u op de me-
nuknop, scrollt u met de +-knop en bevestigt u de ‘PAr-
opties door de menuknop 5 seconden ingedrukt te hou-
den. Parameter P01 zal verschijnen. Met de +-knop kunt
u bladeren van parameter P01 tot en met parameter P10.
Selecteer de parameter die moet worden veranderd,
en bevestig uw keuze met de menuknop. De parameter
knippert. Wijzig deze met de knoppen +/- en bevestig/
bewaar de wijzigingen met de menuknop. Druk twee
keer na elkaar op de ESC-knop (ON/OFF) om weer naar
het startscherm terug te keren.
AANWIJZING.
Het tweede niveau van het parametermenu
mag alleen door geautoriseerde servicemede-
werkers worden gebruikt en is met een wacht-
woord beveiligd.
Druk op de menuknop, scroll met de +-knop en beves-
tig de ‘PAr’-opties door de menuknop 5 seconden inge-
drukt te houden. Parameter P01 zal verschijnen. Druk
op de knop – om P2LE weer te geven. Bevestig uw keu-
ze met de menuknop en voer met de knoppen +/- het
wachtwoord in. Als het wachtwoord ‘123’ is ingevoerd,
bevestigt u met de menuknop, om toegang tot de para-
meterlijst te krijgen (P11 ... P52).
Scroll met de knoppen +/- en selecteer de parameters
die moeten worden veranderd. Bevestig uw keuze met
de menuknop. De betreende parameter knippert. Wij-
zig deze met de knoppen +/- en bevestig/bewaar de
wijzigingen met de menuknop. Druk twee keer na el-
kaar op de ESC-knop (ON/OFF) om weer naar het start-
scherm terug te keren.
33
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
TABEL 5: EERSTE PARAMETERNIVEAU
Para-
meter
Functie Fabrieksinstelling Mogelijke instellingen
P01 SCHAKELPROGRAMMA 0 = uit 0 = uit
1 = aan
PtaB VOORINGESTELDE PARAMETERIN-
STELLINGEN
1 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P03 NEUTRALE ZONE
(bijv. ruimtetemperatuur ingesteld
20 °C > 19,5 °C start / 20,5 °C stop)
1,0 K 0 ….10 K
P04 SYSTEEMTYPE 0 = 2 buizen Deze parameter mag niet worden veranderd.
P05 VENTILATOR 0 = geregeld door
thermostaat
Deze parameter mag niet worden veranderd.
P06 UITGANG 0 = 2 puntsventiel Deze parameter mag niet worden veranderd.
P07 ELEKTRISCHE VERWARMING 0 = niet beschikbaar Deze parameter mag niet worden veranderd.
P08 SENSOR 3 = 2 sensoren actief Deze parameter mag niet worden veranderd.
P09 OMSCHAKELING ZOMER/WINTER 3 = ruimtetempera-
tuur en watertem-
peratuur
Deze parameter mag niet worden veranderd.
P10 VERLAGING VAN DE INSTELWAARDE
IN VERLAAGD BEDRIJF
2 K 1 ….10 K
P2LE TOEGANG TOT 2E PARAMETER-
NIVEAU
0 Centraal wachtwoord voor service ‘123’
TABEL 6: TWEEDE PARAMETERNIVEAU
Para-
meter
Functie Standaardin-
stellingen
Mogelijke instellingen
P11 PROPORTIONELE BAND
Regelt de ventilatorsnelheden.
Bijv. instelling 3 K
Ingestelde temperatuur 20 °C
Ventilatorstand 1: 1 K afwijking
Ventilatorstand 2: 2 K afwijking
Ventilatorstand 3: 3 K afwijking
2 K 1,0 …. 5,0 K
P12 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P13 NIET RELEVANT 5% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P14 NIET RELEVANT 6 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P15 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P16 MINIMALE AANVOERTEMPERA-
TUUR WINTERBEDRIJF
26,0 °C 20,0 …. 50,0 °C
P17 MINIMALE AANVOERTEMPERA-
TUUR ZOMERBEDRIJF
25,0 °C 5,0 …. 25,0 °C
P18 VRIJGAVE VENTILATOR IN WIN-
TERBEDRIJF
28,0 °C 20,0 …. 50,0 °C
34
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
Para-
meter
Functie Standaardin-
stellingen
Mogelijke instellingen
P19 VRIJGAVE VENTILATOR IN ZOMER-
BEDRIJF
25,0 °C 5,0 …. 25,0 °C
P20 ANTIVRIESFUNCTIE 4,0 °C 0,0 …. 10,0 °C
P21 NIET RELEVANT 150 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P22 HERINNERING FILTER REINIGEN 0 0….20 (x 300 h)
P23 MAXIMAAL SELECTEERBARE INSTEL-
WAARDE
10,0 °C 10,0 …. 30,0 °C
P24 MINIMAAL SELECTEERBARE INSTEL-
WAARDE
30,0 °C 10,0 …. 30,0 °C
P25 NIET RELEVANT 0,0 °C Deze parameter mag niet worden veranderd.
P26 NIET RELEVANT 0% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P27 STARTVERTRAGING VENTILATOR
IN VERWARMINGSMODUS
0 seconden 0 …. 250 seconden
P28 NIET RELEVANT 60 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P29 NIET RELEVANT 120 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P30 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P31 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P32 NIET RELEVANT 1 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P33 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P34 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P35 MINIMALE STROOMDREMPEL 0 0 …. 50 (mA x 10)
P36 MAXIMALE STROOMDREMPEL 0 = controlefunctie
inactief
0 …. 200 (mA x 10)
P37 TYPE SENSOR 0 = NTC 10 K 0 = NTC 10 kΩ bij +25 °C
1 = NTC 20 kΩ bij +25 °C
P38 INSTELWAARDE RUIMTETEMPERA-
TUUR
20,0 °C 10 …. 30 °C
P39 MAATEENHEID °C/°F 0 = °C 0 = °C
1 = °F
P40 NIET RELEVANT 0 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P41 LCD-ACHTERGRONDVERLICHTING
MIN. LICHT BIJ STAND-BY
0 = uit 0….5
P42 MODBUS-NETWERKADRES 1 0….255 (0 = broadcast)
P43 NIET RELEVANT 5% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P44 VENTIEL OPENINGSTIJD 5 minuten 1 …. 100 minuten
P45 VENTIEL OPENINGSCYCLUS 60 minuten 1 …. 999 minuten
P46 NIET RELEVANT 18,0 °C Deze parameter mag niet worden veranderd.
P47 NIET RELEVANT 27,0 ° C Deze parameter mag niet worden veranderd.
P48 NIET RELEVANT 50 Deze parameter mag niet worden veranderd.
P49 NIET RELEVANT 0% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P50 NIET RELEVANT 100% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P51 NIET RELEVANT 0% Deze parameter mag niet worden veranderd.
P52 NIET RELEVANT 100% Deze parameter mag niet worden veranderd..
P53 NIET RELEVANT 1 Deze parameter mag niet worden veranderd..
volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
De ondergetekende
bevestigt dat onderstaand beschreven apparaat/apparaten in de door ons in omloop gebrachte uitvoering
voldoet/voldoen aan de eisen van de geharmoniseerde EG-richtlijnen, EG-veiligheidsnormen en productspecieke
EG-normen.
Bij een niet met ons overlegde wijziging van het apparaat/de apparaten vervalt de geldigheid van deze verklaring.
BENAMING VAN HET APPARAAT/DE APPARATEN
Apparaattype Bestelnummer Apparaattype Bestelnummer
GKA 6 15076001 GKS 6 15076601
GK A 11 15076101 G KS 11 15076701
GKA 21 15076201 GKS 21 15076801
GKM 6 15076301
GKM 11 15076401
GKM 21 15076501
EG-RICHTLIJNEN GEHARMONISEERDE EN
2006/42/EG EN 60204-1 EN 349-04
2006/95/EG EN 55014 -1+A1+A 2
2004/108/EG EN ISO 12100-1/2
EN ISO 13857
Bedrijf: Plaats, datum: Kasendorf, 03-09-2012
ait-deutschland GmbH
Industrie Str. 3
93359 Kasendorf
Germany
Handtekening:
Jesper Stannow
Hoofd Ontwikkelings-
afdeling WP
35
Technische Änderungen vorbehalten.
83018200eNL – Originalbetriebsanleitung
EG-conformiteitsverklaring
Hergestellt durch ait-deutschland GmbH
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Alpha innotec Fan Coil de handleiding

Type
de handleiding