NL
BE
43
mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet
zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting
en het in acht nemen van de veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te
dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje;
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op
het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient
u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en het stopcontact
gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door
erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen
niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd
zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van
is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In
het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de
paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”.
Om het apparaat aan de gasbuizen aan
te sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor
Nederland), dient men eerst de verbinder
te monteren.”R” (Deze is op aanvraag
verkrijgbaar bij de technische-service-dienst)
Tevens dient men zijn pakking op de verbinder
“G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-
struktuur te monteren. De verbinder is gedraad:
rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis
- of met een exibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet
met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn, dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen
te voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden uitgevoerd dat het
apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een “L”-vormig,
richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting is verzekerd door een
pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut
noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien
van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
L
G
R
Aansluiting met een roestvrije stalen exibele buis aan een onafgebroken
wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien
van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig worden bewerkstelligd
dat hun lengte in uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de
aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren dat de exibele metalen
buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen aan de geldende
landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de perfecte gasdichtheid
van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing
en nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort gas dan waarvoor
hij is bestemd (aangegeven op het typeplaatje aan de onderkant van de
kookplaat of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op
de volgende wijze worden vervangen:
1. Verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun
plaats.
2. Schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van 7mm en vervang
ze met de straalpijpjes geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1
“Kenmerken van de branders en de straalpijpen”)
3. Zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
4. Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de
gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het
nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service
Centers.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België)
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop (Afb.7) en draai aan het regelschroefje in of naast de spil
van het kraantje totdat u een kleine,regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van hoog naar laag
draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u
het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer
op hun plaats brengen met zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe
gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen
is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.