Laserliner Cubus 110 S de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

24
NL
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende
aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de
internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg
de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie
en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft.
!
Volautomatische rotatielaser met rode
resp. groene lasertechnologie
– 90° referentiestraal voor de uitlijning van scheidingswanden
– Lasermodi: punt-, scan-, rotatie en handontvangermodus
– Alle functies kunnen worden aangestuurd via de afstandsbediening.
– SensoLite 110: Reikwijdte laserontvanger tot 100 m radius
– Nauwkeurigheid 0,15 mm / m, 4° zelfnivelleerbereik
Algemene veiligheid
– Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
specicaties.
– De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
– Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toege-
staan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
– Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen
of sterke trillingen.
– Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies
uitvallen of de batterijlading zwak is.
Veiligheidsinstructies
Omgang met lasers van klasse 2
– Opgelet: Kijk nooit in de directe of reecterende straal.
– Richt de laserstraal niet op personen.
– Als laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust
te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen.
Laserstraling!
Niet in de straal kijken!
Laser klasse 2
< 1 mW · 635 nm
EN 60825-1:2014
Laserstraling!
Niet in de straal kijken!
Laser klasse 2
< 1 mW · 515 nm
EN 60825-1:2014
Cubus / Cubus G
25
NL
Bijzondere producteigenschappen en functies
De rotatielaser lijnt zich zelfstandig uit. Hij wordt in de vereiste
basisstand geplaatst - binnen een werkhoek van ± 4°. De fijne afstelling
wordt direct door de automatiek uitgevoerd: drie elektronische meetsensors
registreren daarbij de X-, Y- en Z-assen.
Het Anti-Drift-Systeem (ADS) voorkomt foutieve metingen. Het
werkingsprincipe: de laser wordt 30 seconden na het inschakelen van het
ADS permanent op een correcte uitlijning gecontroleerd. Wanneer het aparaat
door externe inwerking beweegt of de laser zijn hoogtereferentie verliest, blijft
de laser staan. Bovendien knippert de laser en brandt de tilt-LED permanent.
Druk opnieuw op de tilt-toets of schakel het apparaat uit en weer in om door
te kunnen werken. Foutieve metingen worden op deze wijze eenvoudig en
veilig voorkomen.
Na het inschakelen is het ADS niet actief. Om het ingerichte
toestel te beschermen tegen positiewijzigingen door externe inwerking, moet
het ADS door het indrukken van de tilt-toets ingeschakeld worden. De ADS-
functie wordt weergegeven door een knipperende tilt-LED, zie afbeelding
beneden.
– Bekijk de laserstraal of de reecties nooit met behulp van optische
apparaten (loep, microscoop, verrekijker, …).
– Gebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 ... 1,90 m).
– Goed reecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten
tijdens het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt.
– In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk
door afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik
door middel van waarschuwingsborden gekenmerkt worden.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
– Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de
elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU.
– Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op
pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten
in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door
elektronische apparaten is mogelijk.
26
auto auto man
Transport LOCK: Het apparaat wordt tijdens het transport
beschermd met een speciale motorrem.
IP 66
Bescherming tegen stof en water - deze meetapparaten zijn
uitstekend beschermd tegen stof en regen.
Horizontaal
nivelleren
Verticaal
nivelleren
Schuin vlak 90° hoeken 90° referentie-
functie
Ruimterasters: Deze tonen de laserniveaus en -functies.
auto: automatische uitlijning / man: handmatige uitlijning
NL
Aan
Externe
inwerking
Inrichtfase Sensor
Automatic
Activeren van
het ADS: druk op
de tilt-toets, de
tilt-LED knippert
iedere seconde.
De
laser
blijft veiligheidshalve
staan, de laser knip-
pert en de tilt-LED
brandt permanent.
ADS scherp na
30 sec., snel
knipperen van de
tilt-LED.
Begin
rotatie
Werking ADS
Het ADS schakelt de bewaking pas 30 sec. na de volledige nivellering
van de laser scherp (inrichtfase). Tijdens de inrichtfase knippert de
tilt-LED iedere seconde en als ADS actief is, knippert de LED snel.
!
Cubus / Cubus G
27
Cubus G: Groene lasertechnologie
Lasermodules in DLD-uitvoering staan bekend om hun hoge kwali-
teit bij de generering van groen laserlicht. In tegenstelling tot oudere
generaties zijn deze temperatuur-stabieler en energieefficiënter.
Het menselijke oog beschikt bovendien over een grotere
gevoeligheid in het golflengtebereik van de groene laser
dan bijvoorbeeld bij de rode laser. Daardoor lijkt de groene
laserdiode in vergelijking met de rode zeer veel lichter.
Groene lasers – vooral in de DLD-uitvoering – bieden dus
voordelen met betrekking tot de zichtbaarheid van de laserlijn
onder ongunstige voorwaarden.
NL
Accu laden
– De netadapter/het laadtoestel mag
alleen in gesloten ruimten gebruikt
en niet aan vocht of regen blootge-
steld worden omdat anders gevaar
voor elektrische schokken bestaat.
– Laad de accu vóór het gebruik van
het apparaat compleet op.
– Netadapter/laadtoestel aansluiten
op het stroomnet en de aansluit-
bus (G). Gebruik alléén de/het
bijgevoegde netadapter/laadtoestel. Als u een verkeerd(e) netadapter/
laadtoestel gebruikt, komt de garantie te vervallen.
– Terwijl de accu opgeladen wordt, brandt de led van de netadapter/het
laadtoestel (H) rood. Het laadproces is afgesloten wanneer de LED groen
brandt. Als het apparaat niet op de netadapter/het laadtoestel is aange-
sloten, knippert de led van de netadapter/het laadtoestel (I).
– De accu kan ook tijdens het bedrijf worden opgeladen.
– Bij een zwakke lading van de accu knippert de bedrijfsindicator (4).
Plaatsen van de batterijen
in de afstands-bediening
– Let op de correcte polariteit.
28
E
D
A
B
C
F G
E
H I
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Verticaalbedrijf
Uitlaat referentielaser
Prismakop / uitlaat laserstraal
Ontvangstveld infraroodsignaal
Bedieningsveld
5/8“ schroefdraad
Accuvak
Aansluitbus voor
netadapter/laadtoestel
Netadapter/laadtoestel
Bedrijfsindicator
rood: accu wordt geladen
groen: laadproces afgesloten
Statief- en wandhouder
NL
Cubus / Cubus G
29
slope
Cubus
1
2
3 4
6
7
5
11
12
9
10
13
1
8
AfstandsbedieningBedieningsveld Cubus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
auto/slope-functie
LED auto/slope-functie:
LED uit: automatische uitlijning
LED aan: handmatige uitlijning
AAN-/UIT-toets
Bedrijfsindicator
(LowBat: led knippert)
LED tilt-functie
Tilt-functie
Ontvangstveld infraroodsignaal
Uitlaat infraroodsignaal
Bedrijfsindicator
Rotatiesnelheid kiezen
600 / 330 / 30 / 0 o/min
Scanmodus
10° / 45° / 90° / 180°
Positioneringstoets
(rechtsom draaien)
Positioneringstoets
(linksom draaien)
NL
30
auto auto
man
Als het apparaat te schuin geplaatst is (buiten de 4°-tolerantie),
staat de prismakop stil en knipperen de laser en de led 'auto/slope'.
U moet het toestel dan op een vlakke ondergrond plaatsen.
!
LED auto/slope-functie uit: automatische uitlijning
!
– Het toestel nivelleert automatisch binnen een bereik van ± 4°. In de inrichtfase
knippert de laser en de prismakop staat stil. Wanneer de nivellering voltooid
is, brandt de laser permanent en draait met max. toerental. Zie hiervoor ook
het punt over „Sensor-Automatic“ en „ASD-tilt“.
Horizontaal nivelleren en verticaal
nivelleren
– Horizontaal: plaats het apparaat op een zo vlak
mogelijke ondergrond of bevestig het op een statief.
– Verticaal: Plaats het apparaat met de gemonteerde
statief- en wandhouder op de zijkant.
Het bedieningsveld wijst naar boven. Met de
statief- en wandhouder kan het apparaat
verticaal op een statief worden gemonteerd.
– Druk de AAN-/UIT-toets in.
LED auto/slope-functie aan: handmatige uitlijninga
!
Neigingsfunctie
Grotere neigingen kunnen met de optionele
hoekplaat, art.-nr. 080.75 worden aangelegd.
TIP: laat het apparaat eerst zelfstandig uitlijnen
en zet de hoekplaat op nul. Schakel vervolgens
de Sensor-Automatic uit met de auto/slope-toets.
Neig het toestel vervolgens in de gewenste hoek.
NL
Cubus / Cubus G
31
Lasermodi
Rotatie-Modus
Met behulp van de rotatietoets worden de
toerentallen ingesteld: 0, 30, 330, 600 o/min
Puntmodus
Druk - om naar de puntmodus over te schakelen -
steeds weer op de rotatietoets totdat de laser niet
meer roteert. Met behulp van de positionerings-
toetsen kan de laser naar de gewenste positie
worden gedraaid.
Scanmodus
Met de scantoets kunt u een lichtintensief
segment in 4 verschillende breedten activeren
en instellen. Positioneer het segment met
behulp van de richtingtoetsen.
Handontvanger-Modus
Werken met de optionele laserontvanger:
Stel de rotatielaser in op het maximale toerental
en schakel de laserontvanger in. Zie hiervoor
ook de handleiding van de dienovereenkomstige
laserontvanger.
Werken met de referentielaser
Het apparaat beschikt over een referentielaser.
In verticaal gebruik is de referentielaser bedoeld
voor de uitlijning van het apparaat. Stel daarvoor
de referentielaser parallel aan de wand af. Het
verticale laserniveau is dan haaks op de wand
uitgelijnd, zie afbeelding.
NL
32
Technische gegevens (technische veranderingen voorbehouden. 18W10)
Zelfnivelleringsbereik ± 4°
Nauwkeurigheid ± 0,15 mm / m
Nivellering
horizontaal / verticaal
Automatisch met elektronische
libellen en servomotoren
Instelsnelheid ca. 30 sec over de hele werkhoek
Verticale referentiestraal 90° t.o.v. het rotatieniveau
Rotatiesnelheid 0, 30, 330, 600 o/min
Afstandsbediening Infrarood IR
Lasergolflengte rood / groen 635 nm / 515 nm
Laserklasse 2 / < 1 mW (EN60825-1:2014)
Stroomvoorziening Accu NiMH
Bedrijfsduur accu rood / groen ca. 14 h / ca. 7 h
Laadduur accu ca. 3 h
Werkomstandigheden
-10°C ... +50°, luchtvochtigheid max. 80%rH,
niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m
boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden
-10°C ... +70°, luchtvochtigheid max. 80%rH
Veiligheidsklasse IP 66
Afmetingen (B x H x D)
130 x 160 x 145 mm
(met statief- en wandhouder)
Gewicht 1,3 kg (met statief- en wandhouder)
Afstandsbediening
Stroomvoorziening 2 x 1,5 V AAA
Reikwijdte afstandsbediening max. 30 m (Infrarood)
Gewicht (incl. batterijen) 0,07 kg
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens
de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektro-
nische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd
worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=cubus
NL
Cubus / Cubus G
33
A1
A2
2.
1.
A1
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
<
0,15 mm / m = OK
Wanneer bij de X- of Z-as het verschil tussen punt A2 en A3 groter is
dan aangegeven als tolerantie nl. 0,15 mm / m, is een afstelling nodig.
Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar.
!
Kalibratie controleren
3. Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1.
Richt het toestel uit op de X-as.
4. Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid zitten.
5. Herhaal punt 3 en 4 voor de Y- en Z-as voor volledige controle.
Kalibratie controle voorbereiden
U kan de kalibrering van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden tussen twee muren die minstens 5 meter van mekaar verwijderd zijn.
Schakel het toestel aan. Voor een optimale controle een statief gebruiken.
BELANGRIJK: de Sensor-Automatic moet actief zijn (auto/slope-LED is uit).
1. Markeer punt A1 op de wand.
2. Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2. Tussen A1 en A2
heeft u nu een horizontale referentie.
NL
Z
X
Y
Afstelmodus
Let bij de afstelling op de uitlijning van de rotatielaser.
Afstelling van de X-as
Afstelmodus activeren: de Cubus inschakelen. Druk tegelijkertijd
op de AAN-/UIT-toets en de 'auto/slope'-toets totdat de LED
auto/slope snel knippert.
Afstelling: stuur de laser met behulp van de positioneringstoetsen
vanuit de huidige positie tot op de hoogte van het referentiepunt A2
Druk daarvoor iedere seconde op de positioneringstoets totdat de
gewenste positie bereikt is.
Afstelling verwerpen: apparaat uitschakelen.
Opslaan: U kunt de nieuwe instelling opslaan met behulp
van de scantoets.
Afstelling van de Y- en Z-as
Afstelmodus activeren: de Cubus inschakelen. Druk tegelijkertijd
op de AAN-/UIT-toets en de 'auto/slope'-toets totdat de LED
auto/slope snel knippert.
Schakel met de tilt-toets om naar de Y-as.
Afstelling: stuur de laser met behulp van de positioneringstoetsen
vanuit de huidige positie tot op de hoogte van het referentiepunt A2
Druk daarvoor iedere seconde op de positioneringstoets totdat de
gewenste positie bereikt is.
Afstelling verwerpen: apparaat uitschakelen.
Opslaan: U kunt de nieuwe instelling opslaan met behulp
van de scantoets.
Voor de afstelling van de Z-as plaatst u het apparaat
verticaal en gaat u op dezelfde wijze te werk als bij
de afstelling van de X-as.
X- / Y- /
Z-assen
34
Controleerd u regelmatig de afstelling
voor u de laser gebruikt, ook na transport
en wanneer de laser langere tijd is
opgeborgen geweest. Kontroleerd u
daarbij alle assen.
!
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft. Volautomatische rotatielaser met rode resp. groene lasertechnologie – – – – – 90° referentiestraal voor de uitlijning van scheidingswanden Lasermodi: punt-, scan-, rotatie en handontvangermodus Alle functies kunnen worden aangestuurd via de afstandsbediening. SensoLite 110: Reikwijdte laserontvanger tot 100 m radius Nauwkeurigheid 0,15 mm / m, 4° zelfnivelleerbereik Algemene veiligheid –G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. – De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. – Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. – Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen. – Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. Veiligheidsinstructies Omgang met lasers van klasse 2 Laserstraling! Niet in de straal kijken! Laser klasse 2 < 1 mW · 635 nm EN 60825-1:2014 Laserstraling! Niet in de straal kijken! Laser klasse 2 < 1 mW · 515 nm EN 60825-1:2014 –O  pgelet: Kijk nooit in de directe of reflecterende straal. – Richt de laserstraal niet op personen. –A  ls laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen. 24 NL Cubus / Cubus G –B  ekijk de laserstraal of de reflecties nooit met behulp van optische apparaten (loep, microscoop, verrekijker, …). – Gebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 ... 1,90 m). – Goed reflecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten tijdens het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt. – In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk door afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik door middel van waarschuwingsborden gekenmerkt worden. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU. – P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. Bijzondere producteigenschappen en functies De rotatielaser lijnt zich zelfstandig uit. Hij wordt in de vereiste basisstand geplaatst - binnen een werkhoek van ± 4°. De fijne afstelling wordt direct door de automatiek uitgevoerd: drie elektronische meetsensors registreren daarbij de X-, Y- en Z-assen. Het Anti-Drift-Systeem (ADS) voorkomt foutieve metingen. Het werkingsprincipe: de laser wordt 30 seconden na het inschakelen van het ADS permanent op een correcte uitlijning gecontroleerd. Wanneer het aparaat door externe inwerking beweegt of de laser zijn hoogtereferentie verliest, blijft de laser staan. Bovendien knippert de laser en brandt de tilt-LED permanent. Druk opnieuw op de tilt-toets of schakel het apparaat uit en weer in om door te kunnen werken. Foutieve metingen worden op deze wijze eenvoudig en veilig voorkomen. Na het inschakelen is het ADS niet actief. Om het ingerichte toestel te beschermen tegen positiewijzigingen door externe inwerking, moet het ADS door het indrukken van de tilt-toets ingeschakeld worden. De ADSfunctie wordt weergegeven door een knipperende tilt-LED, zie afbeelding beneden. NL 25 Het ADS schakelt de bewaking pas 30 sec. na de volledige nivellering van de laser scherp (inrichtfase). Tijdens de inrichtfase knippert de tilt-LED iedere seconde en als ADS actief is, knippert de LED snel. ! Werking ADS ADS scherp na 30 sec., snel knipperen van de tilt-LED. Begin rotatie Aan Inrichtfase Sensor Automatic Activeren van het ADS: druk op de tilt-toets, de tilt-LED knippert iedere seconde. Externe inwerking De laser blijft veiligheidshalve staan, de laser knippert en de tilt-LED brandt permanent. Transport LOCK: Het apparaat wordt tijdens het transport beschermd met een speciale motorrem. IP 66 Bescherming tegen stof en water - deze meetapparaten zijn uitstekend beschermd tegen stof en regen. Ruimterasters: Deze tonen de laserniveaus en -functies. auto: automatische uitlijning / man: handmatige uitlijning auto auto man Horizontaal nivelleren Verticaal nivelleren Schuin vlak 26 NL 90° hoeken 90° referentiefunctie Cubus / Cubus G Cubus G: Groene lasertechnologie Lasermodules in DLD-uitvoering staan bekend om hun hoge kwaliteit bij de generering van groen laserlicht. In tegenstelling tot oudere generaties zijn deze temperatuur-stabieler en energieefficiënter. Het menselijke oog beschikt bovendien over een grotere gevoeligheid in het golflengtebereik van de groene laser dan bijvoorbeeld bij de rode laser. Daardoor lijkt de groene laserdiode in vergelijking met de rode zeer veel lichter. Groene lasers – vooral in de DLD-uitvoering – bieden dus voordelen met betrekking tot de zichtbaarheid van de laserlijn onder ongunstige voorwaarden. Accu laden – De netadapter/het laadtoestel mag alleen in gesloten ruimten gebruikt en niet aan vocht of regen blootgesteld worden omdat anders gevaar voor elektrische schokken bestaat. – Laad de accu vóór het gebruik van het apparaat compleet op. – Netadapter/laadtoestel aansluiten op het stroomnet en de aansluitbus (G). Gebruik alléén de/het bijgevoegde netadapter/laadtoestel. Als u een verkeerd(e) netadapter/ laadtoestel gebruikt, komt de garantie te vervallen. – Terwijl de accu opgeladen wordt, brandt de led van de netadapter/het laadtoestel (H) rood. Het laadproces is afgesloten wanneer de LED groen brandt. Als het apparaat niet op de netadapter/het laadtoestel is aangesloten, knippert de led van de netadapter/het laadtoestel (I). – De accu kan ook tijdens het bedrijf worden opgeladen. – Bij een zwakke lading van de accu knippert de bedrijfsindicator (4). Plaatsen van de batterijen in de afstands-bediening – Let op de correcte polariteit. NL 27 Statief- en wandhouder A B E C F D G Verticaalbedrijf H E A Uitlaat referentielaser B Prismakop / uitlaat laserstraal C Ontvangstveld infraroodsignaal D Bedieningsveld E 5/8“ schroefdraad F Accuvak 28 NL G Aansluitbus voor netadapter/laadtoestel H Netadapter/laadtoestel I Bedrijfsindicator rood: accu wordt geladen groen: laadproces afgesloten I Cubus / Cubus G Bedieningsveld Cubus Afstandsbediening 8 3 4 2 1 slope 5 10 9 11 6 13 12 1 7 Cubus 1 auto/slope-functie 8 Uitlaat infraroodsignaal 2 LED auto/slope-functie: LED uit: automatische uitlijning LED aan: handmatige uitlijning 9 Bedrijfsindicator 3 AAN-/UIT-toets 4 Bedrijfsindicator (LowBat: led knippert) 5 LED tilt-functie 6 Tilt-functie 7 Ontvangstveld infraroodsignaal 10 Rotatiesnelheid kiezen 600 / 330 / 30 / 0 o/min 11 Scanmodus 10° / 45° / 90° / 180° 12 Positioneringstoets (rechtsom draaien) 13 Positioneringstoets (linksom draaien) NL 29 Horizontaal nivelleren en verticaal nivelleren auto auto – Horizontaal: plaats het apparaat op een zo vlak mogelijke ondergrond of bevestig het op een statief. – Verticaal: Plaats het apparaat met de gemonteerde statief- en wandhouder op de zijkant. Het bedieningsveld wijst naar boven. Met de statief- en wandhouder kan het apparaat verticaal op een statief worden gemonteerd. – Druk de AAN-/UIT-toets in. ! LED auto/slope-functie uit: automatische uitlijning – Het toestel nivelleert automatisch binnen een bereik van ± 4°. In de inrichtfase knippert de laser en de prismakop staat stil. Wanneer de nivellering voltooid is, brandt de laser permanent en draait met max. toerental. Zie hiervoor ook het punt over „Sensor-Automatic“ en „ASD-tilt“. ! Als het apparaat te schuin geplaatst is (buiten de 4°-tolerantie), staat de prismakop stil en knipperen de laser en de led 'auto/slope'. U moet het toestel dan op een vlakke ondergrond plaatsen. Neigingsfunctie Grotere neigingen kunnen met de optionele hoekplaat, art.-nr. 080.75 worden aangelegd. TIP: laat het apparaat eerst zelfstandig uitlijnen en zet de hoekplaat op nul. Schakel vervolgens de Sensor-Automatic uit met de auto/slope-toets. Neig het toestel vervolgens in de gewenste hoek. ! 30 LED auto/slope-functie aan: handmatige uitlijninga NL man Cubus / Cubus G Lasermodi Rotatie-Modus Met behulp van de rotatietoets worden de toerentallen ingesteld: 0, 30, 330, 600 o/min Puntmodus Druk - om naar de puntmodus over te schakelen steeds weer op de rotatietoets totdat de laser niet meer roteert. Met behulp van de positioneringstoetsen kan de laser naar de gewenste positie worden gedraaid. Scanmodus Met de scantoets kunt u een lichtintensief segment in 4 verschillende breedten activeren en instellen. Positioneer het segment met behulp van de richtingtoetsen. Handontvanger-Modus Werken met de optionele laserontvanger: Stel de rotatielaser in op het maximale toerental en schakel de laserontvanger in. Zie hiervoor ook de handleiding van de dienovereenkomstige laserontvanger. Werken met de referentielaser Het apparaat beschikt over een referentielaser. In verticaal gebruik is de referentielaser bedoeld voor de uitlijning van het apparaat. Stel daarvoor de referentielaser parallel aan de wand af. Het verticale laserniveau is dan haaks op de wand uitgelijnd, zie afbeelding. NL 31 Technische gegevens (technische veranderingen voorbehouden. 18W10) Zelfnivelleringsbereik ± 4° Nauwkeurigheid ± 0,15 mm / m Nivellering Automatisch met elektronische horizontaal / verticaal libellen en servomotoren Instelsnelheid ca. 30 sec over de hele werkhoek Verticale referentiestraal 90° t.o.v. het rotatieniveau Rotatiesnelheid 0, 30, 330, 600 o/min Afstandsbediening Infrarood IR Lasergolflengte rood / groen 635 nm / 515 nm Laserklasse 2 / < 1 mW (EN60825-1:2014) Stroomvoorziening Accu NiMH Bedrijfsduur accu rood / groen ca. 14 h / ca. 7 h Laadduur accu ca. 3 h -10°C ... +50°, luchtvochtigheid max. 80%rH, Werkomstandigheden niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) Opslagvoorwaarden -10°C ... +70°, luchtvochtigheid max. 80%rH Veiligheidsklasse IP 66 130 x 160 x 145 mm Afmetingen (B x H x D) (met statief- en wandhouder) Gewicht 1,3 kg (met statief- en wandhouder) Afstandsbediening Stroomvoorziening Reikwijdte afstandsbediening Gewicht (incl. batterijen) 2 x 1,5 V AAA max. 30 m (Infrarood) 0,07 kg EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=cubus 32 NL Cubus / Cubus G Kalibratie controle voorbereiden U kan de kalibrering van de laser controleren. Plaats het toestel in het midden tussen twee muren die minstens 5 meter van mekaar verwijderd zijn. Schakel het toestel aan. Voor een optimale controle een statief gebruiken. BELANGRIJK: de Sensor-Automatic moet actief zijn (auto/slope-LED is uit). 1. Markeer punt A1 op de wand. 2. D  raai het toestel 180° om en markeer het punt A2. Tussen A1 en A2 heeft u nu een horizontale referentie. 1. A1 2. A2 A1 Kalibratie controleren 3. P laats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1. Richt het toestel uit op de X-as. 4. D  raai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid zitten. 5. Herhaal punt 3 en 4 voor de Y- en Z-as voor volledige controle. A1 4. < 0,15 mm / m = OK 3. A2 A2 A3 A2 A3 ! Wanneer bij de X- of Z-as het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan aangegeven als tolerantie nl. 0,15 mm / m, is een afstelling nodig. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar. NL 33 Afstelmodus Let bij de afstelling op de uitlijning van de rotatielaser. Afstelling van de X-as Afstelmodus activeren: de Cubus inschakelen. Druk tegelijkertijd op de AAN-/UIT-toets en de 'auto/slope'-toets totdat de LED auto/slope snel knippert. Afstelling: stuur de laser met behulp van de positioneringstoetsen vanuit de huidige positie tot op de hoogte van het referentiepunt A2 Druk daarvoor iedere seconde op de positioneringstoets totdat de gewenste positie bereikt is. Afstelling verwerpen: apparaat uitschakelen. Opslaan: U kunt de nieuwe instelling opslaan met behulp van de scantoets. Afstelling van de Y- en Z-as Afstelmodus activeren: de Cubus inschakelen. Druk tegelijkertijd op de AAN-/UIT-toets en de 'auto/slope'-toets totdat de LED auto/slope snel knippert. Schakel met de tilt-toets om naar de Y-as. Afstelling: stuur de laser met behulp van de positioneringstoetsen vanuit de huidige positie tot op de hoogte van het referentiepunt A2 Druk daarvoor iedere seconde op de positioneringstoets totdat de gewenste positie bereikt is. Afstelling verwerpen: apparaat uitschakelen. Opslaan: U kunt de nieuwe instelling opslaan met behulp van de scantoets. Voor de afstelling van de Z-as plaatst u het apparaat verticaal en gaat u op dezelfde wijze te werk als bij de afstelling van de X-as. ! 34 Controleerd u regelmatig de afstelling voor u de laser gebruikt, ook na transport en wanneer de laser langere tijd is opgeborgen geweest. Kontroleerd u daarbij alle assen. NL Y Z X- / Y- / Z-assen X
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Laserliner Cubus 110 S de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor