A-S2100

Yamaha A-S2100 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Yamaha A-S2100 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2 Nl
Een levende traditie in geluid
Een piano komt tot leven in deze wereld dankzij de perfecte synergie tussen
geavanceerde technische vaardigheden en vakmanschap. Een dergelijke piano kan
geluid produceren die de gevoelens van de pianist werkelijk weerspiegelen.
De eindfase in pianoproductie heet "intonatie". Het is op dat moment dat de ziel in
het instrument wordt ingeblazen.
Een hoogwaardige expert concentreert zijn of haar aandacht en gevoeligheid op
het geluid van elke toets, en stelt het dynamisch gevoel van de hamers nauwkeurig
in om de toon en de levendigheid van alle 88 toetsen op perfecte wijze samen te
brengen; een echte verbijsterende prestatie.
Enkel een scherpzinnig en gevoelig oor kan de kwaliteit van dit geluid
omschrijven. Wij passen ditzelfde concept toe op de fabricatie van onze
audioproducten. De technicus voert uitvoerige luistertests uit en beschouwt elk
onderdeel om uiteindelijk het ideale geluid te bereiken.
Yamaha's traditie van geluidskwaliteit omvat meer dan 125 jaar geschiedenis, en
blijft verder leven in alle Yamaha-producten vandaag.
3 Nl
NP-S2000
Soavo-1
NS-10M
A-S3000
CD-S3000
NS-20
CA-1000
NS-690
B-1
PX-2
C-2
NS-1000M
A-1
B-6
B-2x
MX-10000
CX-10000
Uitblinkers in audio
Eerste HiFi-systeem geïntroduceerd in 1920
In de periode 1955 - 1965 brachten wij een
groot aantal HiFi-componenten op de markt
(draaitafels, FM/AM-tuners, geïntegreerde
versterkers, voorversterkers, eindversterkers
en luidsprekers).
Natural Sound Speaker-serie geïntroduceerd
in 1967
NS-20 Monitor-luidspreker
CA-1000 Geïntegreerde versterker
Met een eerste klas bediening vormde de CA-1000
de standaard waaraan andere geïntegreerde versterkers
werden afgemeten.
NS-690 Natural Sound-luidspreker
NS-1000M Monitor-luidspreker
Een waarlijk legendarische luidspreker die nog hoog staat
aangeschreven bij HiFi-enthousiasten.
B-1 Eindversterker
Een innovatieve eindversterker die in alle trappen gebruik
maakte van verticale FET's.
C-2 Regelversterker
Kreeg de hoogste prijs op de Internationale Muziek en
HiFi tentoonstelling te Milaan.
NS-10M Studio Monitor-luidspreker
Werd één van de populairste studiomonitors in
de wereld.
A-1 Geïntegreerde versterker
PX-2 Draaitafel
Yamaha's eerste draaitafel met rechte arm.
B-6 Eindversterker
Piramidevormige eindversterker.
GT-2000/L Draaitafel
Eerste CD-speler
(
CD-1
)
geïntroduceerd in
1983
B-2x Eindversterker
MX-10000 Eindversterker en
CX-10000 Regelversterker
Herdefinieerden de mogelijkheden van gescheiden
componenten.
AX-1 Geïntegreerde versterker
GT-CD1 CD-speler
MX-1 Eindversterker en
CX-1 Voorversterker
Soavo-1 en Soavo-2 Natural Sound-
luidsprekersystemen
A-S2000 Geïntegreerde versterker en
CD-S2000 CD-speler
NP-S2000 Netwerkspeler
A-S3000 Geïntegreerde versterker en
CD-S3000 CD-speler
4 Nl
Het zogenaamde “full floating” gebalanceerde ontwerp maakt het
mogelijk te profiteren van het volledige potentieel van analoge
versterking
Een volledig nieuwe “floating” en gebalanceerde eindversterker bereikt volledige symmetrie en staat een volledig
gebalanceerde transmissie (versterking) toe, van de ingangsaansluiting tot juist voor de luidsprekeraansluiting.
Gebalanceerde signaaloverdracht in elke trap
De geïntegreerde versterker met gebalanceerde transmissie in alle trappen, die een hoog eindvermogen combineert met
een goede geluidsstructuur en een uitstekende signaal-ruisverhouding.
Parallelle volume- en toonregeling
Grote stroomvoorziening met vier afzonderlijke schakelingen
Links-rechts symmetrisch ontwerp met rigide, stabiele constructie
Discrete phono-versterker
Hoofdtelefoonversterker van hoge kwaliteit voor het aansturen van
apparatuur met een lage impedantie
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (AAA, R03, UM-4) (×2)
Netsnoer
VEILIGHEIDSBROCHURE
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Foto's en illustraties zijn verhelderend bedoeld en kunnen afwijken van het daadwerkelijke toestel.
Lees de "VEILIGHEIDSBROCHURE" voor u dit toestel gaat gebruiken.
Inhoudsopgave
Bedieningsorganen en functies............................................................................................................................. 6
Aansluitingen....................................................................................................................................................... 16
Technische gegevens............................................................................................................................................ 24
Oplossen van problemen..................................................................................................................................... 28
5 Nl
Bedieningsorganen en
functies
In dit hoofdstuk leert u de bedieningsorganen van uw A-S2100 beter kennen.
6 Nl
Bedieningsorganen en functies
Voorpaneel (bladzijden 6 tot 9)
1 STANDBY/ON, OFF-schakelaar
Hiermee zet u dit toestel aan of uit.
STANDBY/ON (bovenste stand): In deze stand kunt
u STANDBY of AAN selecteren aan de hand van
de p AMP-toets op de afstandsbediening.
OFF (onderste stand): Dit toestel is uitgeschakeld.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden
duren voor het toestel geluid kan produceren.
Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt en er opnieuw
insteekt wanneer het apparaat in STANDBY-modus is,
wordt het apparaat ingeschakeld. Als u het apparaat lange
tijd niet gebruikt, plaats de STANDBY/ON, OFF-
schakelaar op OFF.
2 STANDBY/ON-indicator
Fel verlicht: Geeft aan dat de voeding van het toestel
AAN is. In deze omstandigheid kunt u het toestel
naar de STANDBY-functie overschakelen door te
drukken op de p AMP-toets op de
afstandsbediening.
Matig verlicht: Geeft aan dat het toestel zich in de
STANDBY-functie bevindt. In deze omstandigheid
kunt u het toestel aanzetten door te drukken op de
p AMP-toets op de afstandsbediening.
Uit: Geeft aan dat de voeding van het toestel UIT is.
In deze omstandigheid kunt u het toestel enkel
aanzetten door te drukken op de STANDBY/ON,
OFF-schakelaar op het voorpaneel.
3 PHONES-aansluiting
Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar
kunt luisteren met een hoofdtelefoon.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten:
Beide luidsprekersets, aangesloten op de SPEAKERS
L/R CH-aansluitingen, zullen worden uitgeschakeld.
Er worden geen signalen gereproduceerd via de PRE
OUT-aansluitingen.
U kunt MAIN DIRECT niet selecteren als signaalbron.
Als er een hoofdtelefoon in de PHONES-aansluiting zit
terwijl MAIN DIRECT is geselecteerd als signaalbron, zal
er geen geluid worden gereproduceerd via de PHONES-
aansluiting.
METER
PEAK
OFF
VU
INPUT
BAL
CD
TUNER
LINE 1
PHONO
LINE 2
MAIN DIRECT
BASS
–+
TREBLE
–+
BALANCE
LR
STANDBY/ON PHONES TRIM
0
-6 +6
+12
SPEAKERS
A
OFF B
A+B
BI-WIRING
dB
OFF
1 2 3 4
5 6 7 8 9 :
Opmerkingen
Opmerkingen
7 Nl
4 TRIM-keuzeschakelaar
Regelt het volumeniveau wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten om plotselinge
volumeveranderingen te voorkomen.
Keuzes: –6 dB, 0 dB, +6 dB, +12 dB
5 SPEAKERS-keuzeschakelaar
Hiermee kunt u de set luidsprekers aangesloten op de
SPEAKERS L/R CH A- en/of B-aansluitingen op het
achterpaneel aan of uit zetten.
OFF: Beide luidsprekersets zijn uitgeschakeld.
A/B: De luidsprekerset die is verbonden met de A- of
B-aansluitingen is ingeschakeld.
A+B BI-WIRING: Beide luidsprekersets zijn
ingeschakeld.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van
elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn.
6 METER-keuzeschakelaar
Schakelt de weergave van de meter over naar OFF,
PEAK of VU.
OFF: Hiermee schakelt u de meter en de verlichting
uit.
PEAK: Hiermee schakelt u de meter om naar een
peakniveaumeter. De peakniveaumeter geeft een
tijdelijk hoogste geluidsweergaveniveau weer.
VU: Hiermee schakelt u de meter om naar een VU
(Volume Unit)-niveaumeter. De VU-niveaumeter
geeft een effectieve waarde van geluidsweergave
weer die te vergelijken is met menselijke zintuigen.
7 Meter geeft (LEFT/RIGHT) weer
Geeft het niveau van de geluidsweergave van de linker
(LEFT) en rechter (RIGHT) kanalen weer in VU- of
PEAK-meterfunctie.
U kunt de VU- of PEAK-meter selecteren via de
METER-keuzeschakelaar.
8 BASS-regeling
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
lage tonen. De 0-stand geeft een neutrale weergave.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
9 TREBLE-regeling
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen. De 0-stand geeft een neutrale weergave.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
0 BALANCE-regeling
Regelt de geluidsbalans tussen de linker en rechter
luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die
worden veroorzaakt door de opstelling van de
luidsprekers of door de omstandigheden in de
luisterruimte.
Wanneer zowel de BASS- als de TREBLE-regeling op 0 staat,
zullen audiosignalen de schakelingen voor de toonregeling
volledig passeren.
De BASS-, TREBLE- en BALANCE-regelingen hebben geen
invloed op de signalen die binnenkomen via de MAIN IN-
aansluitingen en op signalen die worden gereproduceerd via de
LINE 2 REC-aansluitingen.
Let op
AUDIO MUTE
VOLUME
PHONO
MM
MC
Opmerkingen
Nederlands
8 Nl
Bedieningsorganen en functies
Voorpaneel (bladzijden 6 tot 9)
A Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
B INPUT-keuzeschakelaar/indicator
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron. De
indicator van het signaalbron die u via de INPUT-
keuzeschakelaar selecteerde brandt.
De audiosignalen van de geselecteerde signaalbron
worden ook gereproduceerd via de LINE 2 REC-
aansluitingen.
MAIN DIRECT: Hiermee selecteert u de component
die verbonden is met de MAIN IN-aansluitingen.
Als MAIN DIRECT geselecteerd is als
signaalbron, worden de audiosignalen niet
gereproduceerd via de PRE OUT-, de LINE 2
REC- en de PHONES-aansluitingen.
LINE 1/LINE 2: Hiermee selecteert u de component
die verbonden is met de LINE 1- of de LINE 2-
aansluitingen.
BAL: Hiermee selecteert u de component die
verbonden is met de BAL-aansluitingen
(gebalanceerde XLR-aansluitingen).
CD: Hiermee selecteert u de CD-speler die verbonden
is met de CD-aansluitingen (ongebalanceerde
RCA-aansluitingen).
TUNER: Hiermee selecteert u de tuner die verbonden
is met de TUNER-aansluitingen.
PHONO: Hiermee selecteert u de draaitafel die
verbonden is met de PHONO-aansluitingen.
Als LINE 2 geselecteerd is, worden de audiosignalen niet
gereproduceerd via de LINE 2 REC-aansluitingen.
METER
PEAK
OFF
VU
INPUT
BAL
CD
TUNER
LINE 1
PHONO
LINE 2
MAIN DIRECT
BASS
–+
TREBLE
–+
BALANCE
LR
STANDBY/ON PHONES TRIM
0
-6 +6
+12
SPEAKERS
A
OFF B
A+B
BI-WIRING
dB
OFF
A B
Opmerking
9 Nl
C PHONO-schakelaar
Hiermee selecteert u het type magnetische cartridge
van de draaitafel die is verbonden met de PHONO-
aansluitingen op het achterpaneel.
MM: Kies deze instelling wanneer de aangesloten
draaitafel een zogenaamde "moving magnet"
(MM)-cartridge gebruikt.
MC: Kies deze instelling wanneer de aangesloten
draaitafel een zogenaamde "moving coil" (MC)-
cartridge gebruikt.
y
U moet dit toestel uit zetten wanneer u de cartridge gaat
vervangen.
D AUDIO MUTE-schakelaar
Druk naar beneden om het huidige volume in één keer
te verminderen met ongeveer 20 dB. Druk nog eens op
deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten.
y
U kunt ook de VOLUME-regeling op het voorpaneel
verdraaien of op de toets VOLUME + of – op de
afstandsbediening drukken om de geluidsweergave te
hervatten.
E AUDIO MUTE-indicator
Brandt wanneer de dempfunctie wordt ingeschakeld
via de AUDIO MUTE-schakelaar.
F VOLUME-regeling
Hiermee regelt u het volume. Dit heeft geen invloed
op het uitgangsniveau van de LINE 2 REC-
aansluitingen.
De VOLUME-regeling heeft geen effect wanneer u MAIN
DIRECT selecteert als signaalbron. Stel in dat geval het
volume in met de volumeregeling van de externe versterker
die is verbonden met de MAIN IN-aansluitingen.
AUDIO MUTE
VOLUME
PHONO
MM
MC
C
D E
F
Opmerking
Nederlands
10 Nl
Bedieningsorganen en functies
Achterpaneel
1 BAL (gebalanceerd)-ingangsaansluitingen
Het toestel is voorzien van twee sets gebalanceerde
ingangsaansluitingen.
Stel de ATTENUATOR-keuzeschakelaar en de
PHASE-keuzeschakelaar in naargelang de
weergavecomponent die is aangesloten. Voor details
over deze schakelaars, raadpleegt u bladzijde 20.
2 PRE OUT-aansluitingen
y
De PRE OUT-aansluitingen produceren dezelfde signalen
als de SPEAKERS L/R CH-aansluitingen.
Wanneer u een stereokabel in de PRE OUT-aansluitingen
doet om de luidsprekers via een externe versterker aan te
sturen, is het niet nodig om de SPEAKERS L/R CH-
aansluitingen te gebruiken.
De signalen die worden geproduceerd via de PRE OUT-
aansluitingen ondervinden invloed van de BASS- en de
TREBLE-instellingen voor de regeling.
3 SPEAKERS L/R CH-aansluitingen
4 TUNER-ingangsaansluitingen
5 PHONO-ingangsaansluitingen
6 CD-ingangsaansluitingen
7 GND (Aarde)-aansluiting
8 LINE 1-ingangsaansluitingen
9 LINE 2-aansluitingen
Het toestel is voorzien van PB (weergave)-
ingangsaansluitingen en REC (opname)-
uitgangsaansluitingen.
0 MAIN IN-aansluitingen
Gebruik deze aansluitingen om een externe
component die uitgerust is met volumeregeling aan te
sluiten.
y
Wanneer u MAIN DIRECT als signaalbron kiest, dan is het
volume vast.
Stel het volume in met de volumeregeling van de externe
versterker die is verbonden met de MAIN IN-aansluitingen
wanneer u MAIN DIRECT selecteert als signaalbron.
Voor de verbinding met de MAIN IN-aansluitingen,
raadpleegt u bladzijden 16 en 17.
GND
PHONO
LINE 1
CD
BAL
(-6dB)
ATT. INV.
BYPASS NORMAL
PHASE
ATTENUATOR
INPUT
SPEAKERS R CH
A
B
+
+
A OR B:4 MIN. /SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKER
R L
R R
R
L
TUNER
LINE2
REC
PB
MAIN IN
L
L
L
R
R R
L
L
PRE OUT
NORMAL (EIA)
+ HOT
- COLD
GND
12
3
1 2
3 4
5 6 7 8 9 0
Raadpleeg bladzijde 16 voor meer informatie over
deze aansluitingen.
11 Nl
A AUTO POWER STANDBY-schakelaar
ON: Het toestel schakelt automatisch over naar de
STANDBY-functie indien het gedurende 8 uur niet
wordt bediend.
OFF: Het toestel schakelt niet automatisch over naar
de STANDBY-functie.
B TRIGGER IN-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om een externe component
voor de triggerfunctie aan te sluiten.
Voor details over de verbinding, raadpleegt u
bladzijde 22.
C REMOTE IN/OUT-aansluitingen
Gebruik deze aansluitingen om een externe
component voor afstandsbediening aan te sluiten.
Voor details over de verbinding, raadpleegt u
bladzijde 21.
D SYSTEM CONNECTOR
Gebruik deze stekker om een producttestapparaat voor
onderhoud aan te sluiten.
E AC IN-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het meegeleverde
netsnoer.
Voor details over de verbinding, raadpleegt u
bladzijde 19.
F Voetje
De voetjes van dit toestel bevatten ingebouwde spikes.
Gebruik van deze spikes kan het effect van trillingen
op het toestel verminderen. Wanneer u de spikes wilt
gebruiken, dient u de vervoersplakband te
verwijderen, en daarna de magnetische voetjes te
verwijderen door deze los te trekken.
Zorg ervoor dat het magnetische voetje niet per ongeluk
door jonge kinderen wordt ingeslikt.
Bij gebruik van de in de voetjes ingebouwde spikes moet u
er wel op letten dat deze de ondergrond waarop het toestel
is geplaatst kunnen beschadigen. Gebruik de magnetische
voetjes of geschikte steunen wanneer u dit toestel op dure
meubelen enz. wilt zetten.
y
Als dit toestel niet recht staat of wiebelt, kunt u de voetjes
verstellen door ze te verdraaien.
AUTO POWER STANDBY
ON
OFF
SPEAKERS L CH
A
B
+
+
TRIGGER
REMOTE
SYSTEM CONNECTOR
IN IN OUT
AC IN
A OR B:4 MIN. /SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKE
R
A B C D
E
3 F
Let op
Nederlands
12 Nl
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening
1 Infraroodzender
Deze produceert de infrarode bedieningssignalen.
2 p AMP-toets
Hiermee zet u dit toestel op AAN of schakelt u het
naar de STANDBY-functie.
Voor details over de STANDBY-functie, raadpleegt u
"Voorpaneel" (bladzijde 6).
3 Signaalbron selectietoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron.
De audiosignalen van de geselecteerde signaalbron
worden gereproduceerd via de LINE 2 REC-
aansluitingen.
y
Als LINE 2 geselecteerd is als signaalbron, worden de
audiosignalen niet gereproduceerd via de LINE 2 REC-
aansluitingen.
BAL: Hiermee selecteert u de component die
verbonden is met de BAL-aansluitingen
(gebalanceerde XLR-aansluitingen).
LINE: Hiermee selecteert u de component die
verbonden is met de LINE 1- of LINE 2-
aansluitingen.
PHONO: Hiermee selecteert u de draaitafel die
verbonden is met de PHONO-aansluitingen.
MAIN DIRECT: Hiermee selecteert u de component
die verbonden is met de MAIN IN-aansluitingen.
Als MAIN DIRECT geselecteerd is als
signaalbron, worden de audiosignalen niet
gereproduceerd via de PRE OUT-, de LINE 2
REC- en de PHONES-aansluitingen.
CD: Hiermee selecteert u de CD-speler die verbonden
is met de CD-aansluitingen (ongebalanceerde
RCA-aansluitingen).
TUNER: Hiermee selecteert u de tuner die verbonden
is met de TUNER-aansluitingen.
4 Bedieningstoetsen Yamaha-tuner
Hiermee kunt u een Yamaha-tuner (radio) bedienen.
Raadpleeg de handleiding van uw tuner voor details.
Het is mogelijk dat sommige Yamaha-tuners niet met deze
afstandsbediening aangestuurd kunnen worden.
4
2
1
3
8
9
5
7
6
AMP CD
OPEN/CLOSE
BAL
LINE LINE
PRESET
12
PHONO
MAIN DIRECT
CD TUNER
BAND
MUTE
SOURCE LAYER
VOLUME
Opmerking
13 Nl
5 p CD-toets
Hiermee zet u de Yamaha-CD-speler op AAN of
schakelt u het naar de STANDBY-functie.
6 OPEN/CLOSE-toets
Hiermee opent/sluit u de disclade van de Yamaha-CD-
speler. Raadpleeg de handleiding van uw CD-speler
voor details.
Sommige Yamaha-CD-spelers ondersteunen de p CD-toets
en/of de OPEN/CLOSE-toets van deze
afstandsbediening niet.
7 Bedieningstoetsen Yamaha-CD-speler
Hiermee kunt u diverse functies van een Yamaha-CD-
speler bedienen. Raadpleeg de handleiding van uw
CD-speler voor details.
(Weergave): Hiermee begint u de weergave.
(Pauze): Hiermee pauzeert u de weergave. Druk
op of om de weergave te hervatten.
(Stop): Hiermee stopt u de weergave.
/ (Overslaan): Slaat over naar het volgende
fragment, of slaat terug naar het begin van het
huidige fragment.
SOURCE: Selecteert de af te spelen bron op de
Yamaha-CD-speler. De weergavebron verandert
telkens u op deze toets drukt.
LAYER: Schakelt heen en weer tussen de SA-CD- en
CD-lagen van een hybride SA-CD.
8 VOLUME +/– Toetsen
Hiermee regelt u het volume.
De VOLUME-toetsen hebben geen effect wanneer u MAIN
DIRECT selecteert als signaalbron. Stel in dat geval het
volume in van de externe versterker die is verbonden met de
MAIN IN-aansluitingen.
9 MUTE-toets
Reduceert het huidige volume met ongeveer
20 dB. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort
te zetten. Door op de toets VOLUME + of – te
drukken, kunt u ook het dempen annuleren.
Opmerking
Opmerking
Nederlands
14 Nl
Bedieningsorganen en functies
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee batterijen (AAA, R03, UM-4) in
het vak met de polen (+ en –) de goede kant
op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Plaats de klep van het batterijvak terug.
Bedieningsbereik van de
afstandsbediening
y
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel
van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen.
2
1
3
30 30
Aansluitingen
In dit gedeelte zult u de verbindingen maken tussen uw A-S2100,
de luidsprekers en uw broncomponenten.
16 Nl
Aansluitingen
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor
dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het
toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers
beschadigd raken.
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R
(rechts) op R, "+" op "+", en "–" op "–". Als de aansluitingen
niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de
luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk
klinken met te weinig lage tonen. Raadpleeg tevens de
handleidingen van elk van uw componenten.
Gebruik ongebalanceerde RCA-kabels om andere
componenten, behalve luidsprekers, aan te sluiten. Gebruik
gebalanceerde XLR-kabels om een CD-speler of een
netwerkspeler met gebalanceerde XLR-uitgangsaansluitingen
op de BAL-aansluitingen van dit toestel aan te sluiten.
Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND-aansluiting om
storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige
draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis hoort
wanneer u de GND-aansluiting niet gebruikt.
Opmerkingen
GND
PHONO
LINE1
CD
BAL
(-6dB)
ATT. INV.
BYPASS NORMAL
PHASE
ATTENUATOR
INPUT
SPEAKERS R CH
A
B
+
+
A OR B:4 MIN./SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKER
R L
R R
R
L
TUNER
L
L
L
R
+
-
+
-
CD-speler met RCA-
aansluitingen
Luidsprekers A
(R-kanaal)
Luidsprekers B
(R-kanaal)
CD-speler of netwerkspeler
met XLR-aansluitingen
Tuner
Draaitafel
Aarde
BD-speler enz.
17 Nl
Omdat de eindversterker van de A-S2100 van het "floating" gebalanceerde type is,
zijn de volgende soorten verbindingen niet mogelijk.
Aansluiten van de aansluiting "–" voor het linker kanaal en de aansluiting "–"
voor het rechter kanaal zowel als de aansluitingen "+" (Afb. 1).
Omgekeerd aansluiten van de aansluiting "–" voor het linker kanaal en de
aansluiting "–" voor het rechter kanaal (gekruiste aansluiting, Afb. 2).
Opzettelijk aansluiten van de aansluitingen "–" van de linker/rechter kanalen op
metalen onderdelen van het achterpaneel van dit toestel, of deze per ongeluk
contact laten maken.
Sluit uw actieve subwoofer in geen geval aan op de SPEAKERS L/R CH-
aansluitingen. Gebruik hiervoor de PRE OUT-aansluitingen van dit toestel.
Sluit in geen geval een component aan zonder volumeregeling, zoals een CD-
speler, op de MAIN IN-aansluitingen, aangezien het volume van de signalen die
binnenkomen via de MAIN IN-aansluitingen vast is. Bij aansluiting van zulke
apparatuur kan het geluid barsten en worden het toestel en/of de luidsprekers
beschadigd.
Opmerkingen
GND
LINE 1
-6dB)
TT. INV.
NORMAL
PHASE
TOR
LINE2
REC
PB
MAIN IN
L
R
R R
L
L
NORMAL (EIA)
+ HOT
- COLD
GND
12
3
PRE OUT
AUTO POWER STANDBY
ON
OFF
SPEAKERS L CH
A
B
+
+
TRIGGER
REMOTE
SYSTEM CONNECTOR
IN IN OUT
AC IN
A OR B:4 MIN. /SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKER
+
+
-
CD-recorder,
cassettedeck enz.
Luidsprekers A
(L-kanaal)
Luidsprekers B
(L-kanaal)
Externe versterker of
actieve subwoofer
Voorversterker,
AV-receiver enz.
Nederlands
+
+
L
R
+
+
L
R
+
+
L
R
+
+
L
R
Afb. 1 Afb. 2
18 Nl
Aansluitingen
Aansluiten van luidsprekers
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en
draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar
om kortsluiting te voorkomen.
2 Schroef de knop los en steek het ontblote
draadeind in het gat.
3 Maak de knop vast.
Draai niet te hard wanneer u de knop van de aansluiting van een
luidspreker losmaakt. De knop kan loskomen en er bestaat dan
het risico dat een kind die inslikt.
Als u de luidsprekeraansluiting met een metalen rek aanraakt,
kan dit tot kortsluiting leiden en het apparaat beschadigen.
Wanneer u het apparaat in een rek installeert, houd dan
voldoende ruimte vrij zodat de luidsprekeraansluitingen het rek
niet raken.
Om het risico op elektrische schokken te verminderen, mag u de
luidsprekeraansluiting niet aanraken wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
Aansluiten van bananenstekkers
(Behalve modellen voor Europa)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het uiteinde van de
corresponderende aansluiting.
Aansluiten van de Y-vormige
krimpaansluitingen
1 Schroef de knop los en klem de Y-vormige
krimpaansluiting tussen de ringmoer en de
voet van de aansluiting.
2 Maak de knop vast.
Let op
Opmerkingen
19 Nl
Aansluitingen met dubbele bedradingen
(Bi)
Door een dubbele bedrading toe te passen kunt u de
subwoofer scheiden van het deel voor de middentonen en
de tweeters. Een luidsprekerbox voor dubbele bedrading
heeft vier aansluitingen. Deze twee sets van elk twee
aansluitingen maken het mogelijk de box op te delen in
twee onafhankelijke delen. Hierdoor wordt de reproductie
van de midden- en hoge tonen via de ene set aansluitingen
geleid en die van de lage tonen via het andere paar.
Voorbeeld van een aansluiting met dubbele
bedradingen (R-kanaal)
Als u dubbele bedrading wilt gebruiken, moet de impedantie van
elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn.
Verwijder de kortsluitplaatjes of bruggen om de LPF
(laagdoorlaatfilter) en HPF (hoogdoorlaatfilter) crossovers van
elkaar te scheiden.
y
Om dubbele bedrading (bi-wire) verbindingen te kunnen
gebruiken, dient u de SPEAKERS-keuzeschakelaar op het
voorpaneel op de stand A+B BI-WIRING te zetten.
Aansluiten van het netsnoer
Doe het netsnoer pas in de AC IN-aansluiting wanneer
alle verbindingen gemaakt zijn en doe dan pas het
netsnoer in het stopcontact.
Let op
Opmerking
SPEAKERS R CH
A
B
+
+
A OR B:4 MIN. /SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKER
AC IN
Nederlands
20 Nl
Aansluitingen
Verbindingen met de BAL-aansluitingen
Sluit uw CD-speler of netwerkspeler met de XLR
gebalanceerde uitgangsaansluitingen aan.
Stel de ATTENUATOR-keuzeschakelaar en de PHASE-
keuzeschakelaar in die zich boven de BAL-aansluitingen
bevinden naargelang de component die u wilt aansluiten.
ATTENUATOR-keuzeschakelaar:
Selecteer het toegestane ingangsniveau voor de XLR
gebalanceerde ingangsaansluitingen. Als het geluid van de
aangesloten component vervormd is, stelt u de
ATTENUATOR-keuzeschakelaar op ATT. (-6 dB).
PHASE-keuzeschakelaar:
Selecteer de toewijzing van de pen HEET van de XLR
gebalanceerde ingangsaansluitingen (pen 2 HEET of pen
3 HEET).
NORMAL (pen 2 HEET)
INV. (pen 3 HEET)
Raadpleeg de handleiding die meegeleverd is bij de
aangesloten component en controleer de toewijzing van de
pen HEET van haar XLR gebalanceerde
uitgangsaansluitingen.
y
Yamaha-CD-spelers zijn ingesteld op NORMAL (pen 2 HEET).
XLR-stekkers:
Let er bij het aansluiten op dat de pennen met elkaar
overeenkomen en steek de "mannelijke" stekker van de
gebalanceerde XLR-kabel goed naar binnen tot u een
"klik" hoort. Bij het loskoppelen trekt u de "mannelijke"
gebalanceerde XLR-kabel los terwijl u de hendel van de
BAL-aansluiting naar beneden houdt.
Om de component die is verbonden met de BAL-aansluitingen te
selecteren, stelt u de signaalbron in op BAL.
Opmerking
21 Nl
Dit toestel vanuit een andere kamer
bedienen
Als u een infraroodontvanger en -zender op de REMOTE
IN/OUT-aansluitingen van dit toestel aansluit, kunt u
vanuit een andere kamer het toestel en/of een externe
component bedienen met behulp van de meegeleverde
afstandsbediening.
Afstandsverbinding tussen Yamaha-
componenten
Wanneer u over een andere Yamaha-component beschikt
die afstandsverbinding ondersteunt, zoals bij dit toestel,
dan is een infraroodzender niet nodig. U kunt
afstandsbedieningssignalen zenden door een
infraroodontvanger en de REMOTE IN-aansluiting van de
andere component aan te sluiten op de REMOTE IN/
OUT-aansluitingen van dit toestel aan de hand van kabels
met mono ministekkers.
U kunt maximum drie Yamaha-componenten aansluiten
(inclusief dit toestel).
TRIGGER
REMOTE
SYSTEM CONNECTOR
IN IN OUT
TRIGGER
REMOTE
SYSTEM CONNECTOR
IN IN OUT
REMOTE
IN OUT
Nederlands
22 Nl
Aansluitingen
Een component aansluiten die de
triggerfunctie ondersteunt, zoals een
Yamaha
-AV-receiver
De bedieningen van dit toestel kunnen in synchronisatie
met de bedieningen van de aangesloten component, zoals
een Yamaha-AV-receiver worden bediend (voeding ON/
STANDBY of MAIN DIRECT-ingangssignaalkeuze).
Verbind de PRE OUT-aansluitingen en de TRIGGER
OUT-aansluiting van de Yamaha-AV-receiver met dit
toestel zoals onderaan weergegeven:
Wanneer de voeding van de aangesloten component
ingeschakeld wordt, dan wordt dit toestel ingeschakeld en
wordt de ingang automatisch op MAIN DIRECT
ingesteld.
Wanneer MAIN DIRECT als signaalbron geselecteerd is,
dan schakelt het toestel over naar de STANDBY-functie
als de voeding van de aangesloten component
uitgeschakeld is.
Om synchronisatie te activeren, schakelt u de voeding van dit
toestel uit voor u de component met de MAIN IN-aansluitingen
verbindt. De synchronisatie kan niet worden geactiveerd wanneer
de STANDBY/ON, OFF-schakelaar van het toestel op OFF gezet
werd.
Opmerking
GND
PHONO
LINE 1
CD
BAL
(-6dB)
ATT. IN V.
BYPASS NORMAL
PHASE
ATTENUATOR
INPUT
SPEAKERS R CH
A
B
+
+
A OR B:4 MIN. /SPEAKER
A+B:8 MIN. /SPEAKER
R L
R R
R
L
TUNER
LINE2
REC
PB
MAIN IN
L
L
L
R
R R
L
L
PRE OUT
AUTO POWER STANDBY
ON
OFF
SPEAKERS L CH
A
B
+
+
TRIGGER
REMOTE
SYSTEM CONNECTOR
IN IN OUT
AC IN
A OR B:4 MIN. /SPEAKER R
A+B:8 MIN. /SPEAKE
NORMAL (EIA)
+ HOT
- COLD
GND
12
3
TRIGGER
OUT
PRE OUT
TRIGGER
IN
MAIN IN
Technische gegevens
In dit gedeelte treft u de technische gegevens voor de A-S2100 aan.
24 Nl
Technische gegevens
VERSTERKERGEDEELTE
Nominaal uitgangsvermogen
[Modellen voor de V.S., Canada Taiwan, China, Korea, Australië,
V.K. e n E u ro p a ]
(8
, 20 Hz t/m 20 kHz, 0,07% THV) .................... 90 W + 90 W
(4
, 20 Hz t/m 20 kHz, 0,07% THV) ................ 150 W + 150 W
[Modellen voor Azië]
(8
, 20 Hz t/m 20 kHz, 0,07% THV) .................... 90 W + 90 W
(6
, 20 Hz t/m 20 kHz, 0,07% THV) .................110 W + 110 W
Dynamisch vermogen (IHF)
(8 ) ...................................................................... 105 W + 105 W
(6 ) ...................................................................... 135 W + 135 W
(4 ) ...................................................................... 190 W + 190 W
(2 ) ...................................................................... 220 W + 220 W
Dynamisch bereik
(8 ).................................................................................. 0,67 dB
Maximum uitgangsvermogen
[Alleen modellen voor het V.K. en Europa]
(1 kHz, 0,7% THV, 4 ) ....................................... 160 W + 160 W
Maximaal effectief uitgangsvermogen (JEITA)
[Alleen voor modellen voor Taiwan, China, Korea, Azië en het
V. K . ]
(1 kHz, 10% THV, 8 ) ........................................ 120 W + 120 W
(1 kHz, 10% THV, 4 ) ........................................ 190 W + 190 W
IEC uitgangsvermogen [Alleen modellen voor het V.K. en Europa]
(1 kHz, 0,02% THV, 8 ) ......................................... 95 W + 95 W
Vermogensbandbreedte
(MAIN L/R, 0,1% THV, 45 W, 8 )...................10 Hz t/m 50 kHz
Dempingsfactor
(1 kHz, 8  ................................................................250 of hoger
Maximum ingangssignaal
PHONO MM (1 kHz, 0,5% THV)................................. 50 mVrms
PHONO MC (1 kHz, 0,5% THV)................................. 2,2 mVrms
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV)..........................................2,80 Vrms
BAL (1 kHz, 0,5% THV)
(BYPASS) ....................................................................2,80 Vrms
(ATT. –6 dB) ................................................................5,60 Vrms
Nominale spanning van de uitgang/impedantie van de uitgang
REC OUT......................................................... 200 mVrms/1,5 k
PRE OUT ............................................................. 1,0 Vrms/1,5 k
Frequentierespons
CD, enz. (5 Hz t/m 100 kHz) ......................................... +0/3dB
CD, enz. (20 Hz t/m 20 kHz) ...................................... +0/0,3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO MM..................................................................... ±0,5 dB
PHONO MC...................................................................... ±0,5 dB
Totale harmonische vervorming plus ruis
PHONO MM naar REC OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 1,2 Vrms......................................... 0,005%
PHONO MC naar REC OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 1,2 Vrms.......................................... 0,02%
BAL naar SPEAKERS OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 50 W/8 ) ...................................... 0,025%
CD, enz. naar SPEAKERS OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 50 W/8 ) ...................................... 0,025%
Signaal-ruis verhouding (IHF-A-netwerk)
PHONO MM (5 mVrms, Ingang kortgesloten) .................... 93 dB
PHONO MC (500 µVrms, Ingang kortgesloten) .................. 85 dB
CD, enz. (200 mVrms, Ingang kortgesloten) ...................... 103 dB
Restruis (IHF-A-netwerk)...................................................33 µVrms
BEDIENINGSGEDEELTE
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ........................................................... 200 mVrms/47 k
PHONO MM .................................................... 2,5 mVrms/47 k
PHONO MC ....................................................... 100 µVrms/50
MAIN IN .............................................................. 1,0 Vrms/47 k
BAL .................................................................200 mVrms/100 k
Nominaal uitgangsvermogen van de aansluiting van de
hoofdtelefoon
CD, enz. (1 kHz, 32 , 0,2% THD) ....................50 mW + 50 mW
Kanaalscheiding
CD, enz. (Ingang, 5,1 k afgesloten, 1 kHz/10 kHz)
.........................................................................74/54 dB of hoger
PHONO MM
(Ingang kortgesloten, 1 kHz/10 kHz, Vol.:30 dB)
.........................................................................90/77 dB of hoger
PHONO MC
(Ingang kortgesloten, 1 kHz/10 kHz, Vol.:30 dB)
.........................................................................66/77 dB of hoger
Karakteristieken toonregeling
BASS
Versterking/Verzwakking (50 Hz) .................................... ±9 dB
Turnover-frequentie ........................................................ 350 Hz
TREBLE
Versterking/Verzwakking (20 kHz) .................................. ±9 dB
Turnover-frequentie ....................................................... 3,5 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]......120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Taiwan] .......................110 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] .........................220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] .........................220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ....................240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa] ....230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ............ 220 - 240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor Azië] ........................................................... 250 W
[Andere modellen]................................................................ 350 W
Stroomverbruik in stand-bystand.............................................. 0,3 W
Afmetingen (b × h × d) ................................... 435 × 157 × 463 mm
Gewicht ................................................................................. 23,4 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
26 Nl
Technische gegevens
Karakteristieken toonregeling
Totale harmonische vervorming
10 20 30 50 100 200 300 500 1k
Frequency (Hz)
Response (dB)
2k 3k 5k 10k 20k 30k 50k 100k
–14
–12
–10
–8
–6
–4
–2
0
2
4
6
8
10
12
14
0.001
0.002
0.003
0.005
0.01
0.02
0.05
0.03
0.1
0.2
0.3
0.5
1
1056 8234 10050 60 8020 30 401
Measured (W)
THD + N Ratio (%)
20Hz
1kHz
20kHz
27 Nl
Totale harmonische vervorming (PHONO)
100µ 200µ 500µ 1m 2m 5m 10m 20m
Generator Level (Vrms)
50m 100m 200m 500m 1 2
20Hz 1kHz 20kHz
10
5
2
3
1
0.5
0.2
0.3
0.02
0.03
0.002
0.003
0.0002
0.0003
0.1
0.01
0.001
0.0001
0.05
0.005
0.0005
THD + N Ratio (%)
Nederlands
28 Nl
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of servicecentrum.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel gaat niet
aan.
Het netsnoer zit niet goed in de AC IN-
aansluiting op het achterpaneel of het
netsnoer zit niet in het
stopcontact.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
19
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt of contact maakt met het achterpaneel van dit
toestel en zet vervolgens het toestel weer aan.
18
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (stand-by), haal het netsnoer uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u het netsnoer
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
De STANDBY/ON-
indicator op het
voorpaneel knippert.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt of contact maakt met het achterpaneel van dit
toestel en zet vervolgens het toestel weer aan.
18
Er is een probleem met de interne
schakelingen van dit toestel.
Haal de stekker uit het stopcontact en neem contact
op met uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of
servicecentrum.
De INPUT-indicator
op het voorpaneel
knippert en het
volume wordt laag of
uit gezet wanneer u
het toestel aan zet.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt of contact maakt met het achterpaneel van dit
toestel en zet vervolgens het toestel weer aan.
18
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
vermoedelijk defect.
16
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de INPUT-
keuzeschakelaar op het voorpaneel (of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
8, 12
De SPEAKERS-keuzeschakelaar is
ingesteld op OFF.
Zet de SPEAKERS-keuzeschakelaar in de juiste
stand.
7
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
18
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt of contact maakt met het achterpaneel van dit
toestel en zet vervolgens het toestel weer aan.
18
Het volume kan niet
worden ingesteld.
MAIN DIRECT is geselecteerd als
signaalbron.
Stel het volume in op de aangesloten component.
Of sluit de externe component aan op
ingangsaansluitingen op uitzondering van MAIN IN
en kies de corresponderende signaalbron.
8, 9
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
vermoedelijk defect.
16
De BALANCE-regeling is niet correct
ingesteld.
Zet de BALANCE-regeling in de juiste stand.
7
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is
sfeerloos.
De draden + en – zijn verkeerdom
aangesloten op de versterker of de
luidsprekers.
Sluit de luidsprekerdraden correct aan op de
aansluitingen + en –.
16
29 Nl
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
U hoort een zeker
"gebrom".
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekkers stevig en op de juiste manier
aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de
kabels vermoedelijk defect.
16
De draaitafel is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Verbind de draaitafel met de GND-aansluiting van dit
toestel.
16
Het geluid van de
component die
aangesloten is op de
BAL-aansluiting klinkt
slecht.
Het niveau van het geluid is hoger dan
het maximum ingangsniveau voor de
XLR gebalanceerde
ingangsaansluitingen.
Als het uitgangsniveau van de aangesloten
component het dubbele is, stelt u de ATTENUATOR-
keuzeschakelaar die zich boven de
ingangsaansluitingen bevindt op ATT. (–6 dB) in.
20
De lage tonen zijn niet
ruimtelijk als BAL
(gebalanceerde
ingang) geselecteerd
is.
De polariteit is niet juist. Kies de juiste polariteit via de PHASE-
keuzeschakelaar.
20
Het geluid klinkt
slecht wanneer u
luistert via een
hoofdtelefoon die is
aangesloten op een
CD-speler verbonden
met dit toestel.
Dit toestel is uitgeschakeld. Zet het toestel aan.
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
Incorrecte instelling van de PHONO-
schakelaar op het voorpaneel.
Zet de PHONO-schakelaar op MM of MC aan de
hand van het type magnetische cartridge van de
draaitafel in kwestie.
9
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
14
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL-lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
8
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
14
Goed zorgen voor uw toestel
Gepolijste afwerking van de zijpanelen
Het gebruik van een Yamaha Unicon doekje (los
verkrijgbaar) is aangeraden. Gebruik voor zwaar vuil een
Yamaha Piano Unicon doekje (los verkrijgbaar). Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of
servicecentrum voor de aankoop hiervan.
Andere afwerking
Gebruik geen chemische oplosmiddelen (alcohol,
verfverdunner enz.) wanneer u dit toestel schoonmaakt; deze
kunnen de afwerking aantasten. Gebruik een schone, droge
doek. Voor hardnekkig vuil kunt u een zachte doek vochtig
maken met verdund afwasmiddel ("sopje") en het toestel
afnemen met de aldus bevochtigde doek.
Nederlands
1/228