Nikon 2176 Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding
60
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Neem het toestel niet uit elkaar
Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel
of van de lens kan een letsel veroorzaken. Herstellingen
mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici.
Indien het fototoestel of de lens breekt na een val of een
ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het
stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt
verwijderd.
Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen
Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het
fototoestel of de lens komt, moet u de batterij onmiddellijk
verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere
bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg
hebben.
Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld,
laat u het toestel nakijken door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik het fototoestel of de lens niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Het bedienen van de elektrische installatie in de buurt van
ontvlambare gassen kan leiden tot een ontploffing of
brand.
Kijk niet naar de zon door de lens of de beeldzoeker
Kijken naar de zon of naar ander fel licht door de lens of de
beeldzoeker kan een blijvend oogletsel veroorzaken.
Buiten het bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere
kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen.
Let op de volgende punten bij het gebruik van het
fototoestel en de lens
Houd het fototoestel of de lens droog. Indien u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of
een elektrische schok tot gevolg hebben.
Bedien het fototoestel of de lens niet of raak deze niet
aan met natte handen. Indien u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Houd de zon uit het beeld bij het nemen van foto's met
tegenlicht. Het zonlicht kan convergeren in de lens en
brand veroorzaken. Zonlicht dat niet rechtstreeks in het
beeld, maar in de buurt van het beeld terechtkomt, kan
ook brand veroorzaken.
Wanneer u de lens niet gebruikt gedurende een langere
periode, bevestig dan zowel de voorste als de achterste
lensdoppen om de lens te beschermen tegen direct zonlicht.
Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit
brand tot gevolg hebben, aangezien de lens het zonlicht kan
convergeren op een ontvlambaar voorwerp
.
61
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Benamingen
( ): referentiepagina
*Optioneel
A
BCD
12 3 4 5 6 7 8
9
0
1 Lenskap*(P. 62)
2
Bevestigingsknop lenskap (P. 62)
3 Focusring
4 Zoomring (P. 63)
5 Schaal brandpuntsafstand
6 Wijzer schaal
brandpuntsafstand
7 Wijzer bevestiging (P. 62)
8 CPU-aansluitpunten (P. 65)
9 A-M-modusschakelaar (P. 63)
0 Vibratiereductie ON/OFF-
schakelaar (P. 64)
62
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Bedankt voor de aankoop van de AF-S DX NIKKOR 18-55 mm f/3,5-5,6 G VR. DX Nikkor-lenzen zijn speciaal
ontworpen voor gebruik met Nikon digitale SLR-fototoestellen (Nikon DX -formaat), zoals de D2-serie en de
D40-serie. Wanneer de lens is geplaatst op fototoestellen van Nikon DX-formaat, is de beeldhoek van de lens gelijk
aan circa 1,5× de brandpuntsafstand in 35 mm-formaat. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de
Gebruikshandleiding van uw fototoestel alvorens u deze lens gebruikt.
Belangrijke functies
Vibratiereductie (VR) activeren biedt u de mogelijkheid om te
fotograferen met een sluitertijd die bij benadering drie keer
*
trager is (bij een brandpuntsafstand van 55 mm) dan wanneer
de vibratiereductie niet is geactiveerd, waardoor het bereik van
de effectieve sluitertijdopties wordt uitgebreid en het
handbediende fotograferen wordt vereenvoudigd met een
verscheidenheid aan zoomposities. (
*
Gebaseerd op resultaten
verkregen volgens de meetvoorwaarden van Nikon. De
effecten van de vibratiereductie kunnen variëren naargelang
specifieke omstandigheden en/of opname-omstandigheden
.)
Deze lens maakt gebruik van een Silent Wave-motor om het
scherpstellingsmechanisme aan te drijven, waardoor de
autofocus vloeiend, stil en bijna onmiddellijk gebeurt. De
A-M-modusschakelaar
9
is voorzien om eenvoudig te
kiezen tussen autofocus (A) of manueel scherpstellen (M)
.
Een nauwkeurigere belichtingsregeling is mogelijk
omdat de afstandgegevens van het voorwerp wordt
overgedragen van de lens naar het fototoestel.
Het gebruik van een asferische lens verzekert scherpe beelden
die vrij zijn van kleurranden. Het diafragma bestaat uit zeven
bladen en creëert een bijna cirkelvormige lensopening,
waardoor niet-scherpgestelde voorwerpen voor of achter het
voorwerp worden weergegeven als een wazig beeld
.
De lens bevestigen
1
Schakel het fototoestel uit.
2
Verwijder de achterste lensdop (fig. D).
3
Breng de bevestigingswijzer
7
op de lens in één lijn
met de bevestigingsaanduiding op het fototoestel,
draai de lens naar links totdat deze op de juiste plaats
klikt. Zorg ervoor dat de bevestigingswijzer
7
zich in
de bovenste positie bevindt
.
4
Verwijder de voorste lensdop (fig. C).
De lens verwijderen
Zorg ervoor dat het fototoestel is uitgeschakeld voordat u de lens
verwijdert. Houd de ontgrendelingsknop van de lens ingedrukt
terwijl u de lens naar rechts draait om deze te verwijderen
.
Lenskap HB-45 1* gebruiken (fig. B)
*Optioneel
Het kapje bevestigen
Houd de bevestigingsknoppen van de lenskap ingedrukt
2
wanneer u de lenskap vastmaakt
1
. U kunt de lenskap
opbergen
1
door het in de omgekeerde positie vast te maken.
Het kapje verwijderen
Houd de bevestigingsknoppen van de lenskap
ingedrukt 2 wanneer u de lenskap verwijdert 1.
63
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Scherpstellen, zoomen en
scherptediepte
Voordat u kunt
scherpstellen, draait u de
zoomring 4 om de
brandpuntsafstand aan
te passen totdat de
gewenste compositie
wordt weergegeven in
de beeldzoeker.
Indien uw fototoestel beschikt over een
voorbeeldknop of -hendel (stop-beneden), kunt u de
velddiepte zien door de beeldzoeker van het
fototoestel.
Scherpstellen (fig. A)
Automatische scherpstelmodus
Stel de scherpstelmodus van het fototoestel in op AF-A,
AF-S of AF-C en stel de A-M-modusschakelaar 9 van
de lens in op [A]. Het fototoestel stelt automatisch
scherp (autofocus) terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
Manuele scherpstelmodus
Stel de A-M-modusschakelaar 9 op de lens in op [M].
Draai de scherpstelring 3 manueel naar scherpstellen.
U kunt fotograferen wanneer de scherpstelmodus van
het fototoestel is ingesteld op AF of op M.
Raadpleeg uw Gebruikshandleiding voor meer
informatie over de scherpstelmodi van het fototoestel.
Goede resultaten met autofocus
Zie “Opmerkingen over het gebruik van de groothoek
of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen” (P. 67).
Let erop dat u de scherpstelring 3 niet aanraakt terwijl
deze draait tijdens de bediening voor autofocus.
A-M-
modusschakelaar van
de lens 9
Scherpstelmodus van het
fototoestel
AF-A/AF-S/AF-C M
AAutofocus
M
Manueel scherpstellen
(AF-hulpverlichting is
beschikbaar)
64
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Vibratiereductiemodus (VR)
Vibratiereductie (VR) activeren biedt u de mogelijkheid om te
fotograferen met een sluitertijd die bij benadering drie kee
r*
trager is
(bij een brandpuntsafstand van 55 mm) dan wanneer de
vibratiereductie niet is geactiveerd. Pannen wordt ook ondersteund.
(
*
Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de meetvoorwaarden
van Nikon. De effecten van de vibratiereductie kunnen variëren
naargelang specifieke omstandigheden en opnameomstandigheden.)
De vibratiereductie in- en uitschakelen
1
Stel de ON/OFF-schakelaar van de vibratiereductie
0
in op [ON].
Opmerking: Zorg ervoor dat u de schakelaar
0
zo instelt
dat de aanduiding precies op één lijn ligt met [ON].
2
Trillingen van het fototoestel worden verminderd
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Autofocus en manueel scherpstellen, net als het
precies kadreren van het onderwerp, zijn eenvoudiger
geworden omdat trillingen van het fototoestel
zichtbaar door de beeldzoeker worden verminderd.
3
Om vibratiereductie uit te schakelen, stelt u de
vibratiereductie ON/OFF-schakelaar 0 in op [OFF].
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u
totdat het beeld in de beeldzoeker stabiliseert
alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er
geen compensatie uitgevoerd voor bewegingen van het
fototoestel in de panrichting. Bij horizontaal pannen worden
bijvoorbeeld enkel verticale bewegingen van het fototoestel
verminderd, waardoor vlot pannen veel eenvoudiger wordt
.
Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie
is het mogelijk dat het beeld in de beeldzoeker vaag wordt
na het loslaten van de sluiter. Dit is geen storing
.
Schakel het fototoestel niet uit of verwijder de lens niet van het
fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de lens klinken en
aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of
afgebroken wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing.
Schakel het fototoestel opnieuw in om dit te corrigeren
.
Bij fototoestellen uit de D300 en de D40-serie met
een ingebouwde flitser, werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
Als het fototoestel op een statief met drie poten is geplaatst, stelt
u de ON/OFF-schakelaar
0
van de vibratiereductie in op [OFF].
Stel de schakelaar echter in op [ON] wanneer u een statief met
drie poten gebruikt zonder het uiteinde van het statief vast te
maken of wanneer u een statief met één poot gebruikt
.
Bij fototoestellen met autofocus zoals de D2-serie en
D300-modellen, die zijn uitgerust met een AF start
(AF-ON)-knop, werkt vibratiereductie zelfs niet
wanneer de AF-ON-knop wordt ingedrukt.
De lensopening instellen
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de
lensopening aan te passen.
Variabele maximale lensopeningen
Door met de lens te zoomen van 18 mm naar 55 mm,
vermindert de maximale lensopening met 1
1
/
3
diafragma's.
U moet de instelling van de lensopening echter niet
aanpassen voor precieze opnamen omdat het fototoestel
automatisch compenseert voor deze variabele.
65
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Foto's nemen met een fototoestel met
ingebouwde flitser
Vignetteren is het verduisteren van de hoeken rond
een beeld dat voorkomt wanneer het licht dat door de
flitser wordt weergegeven, wordt belemmerd door de
lenskap 1 of door het lensvat afhankelijk van de
brandpunts- of opname-afstand.
Om vignetteren te voorkomen maakt u geen gebruik
van de lenskap 1.
Het is niet mogelijk om te fotograferen op afstanden
die korter zijn dan 0,6 m wanneer u de ingebouwde
flitser van het fototoestel gebruikt.
De ingebouwde flitser op de D100 en D70 ondersteunt
een brandpuntsafstand van 20 mm of meer.
Vignettering komt voor op een brandpuntsafstand van
18 mm.
Onderhoud van de lens
Let erop dat u de CPU-aansluitpunten 8 niet vuilmaakt
of beschadigt.
Reinig de lens met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te
verwijderen, gebruikt u een zachte, zuivere katoenen
doek of een lensdoekje met ethanol (alcohol) of
lensreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van het
midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen
maakt of andere onderdelen van de lens aanraakt.
Gebruik nooit thinner of benzeen om de lens te reinigen
aangezien dit de lens kan beschadigen, of brand of
gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
NC-filters zijn beschikbaar om het voorste lenselement te
beschermen. De lenskap 1 help ook om de voorkant
van de lens te beschermen.
Wanneer u de lens in het flexibele lensetui opbergt,
maakt u zowel de voorste als de achterste lensdoppen
vast. De lens kan ook worden opgeborgen terwijl de
lenskap 1 in de omgekeerde positie is bevestigd.
Wanneer de lens is geïnstalleerd op een fototoestel, mag
u het fototoestel en de lens niet optillen of vasthouden
met de lenskap 1.
Berg de lens op in een koele, droge plaats om schimmel te
voorkomen, wanneer u de lens gedurende een lange periode niet
gebruikt. Berg de lens ook op om deze te beschermen tegen
rechtstreeks zonlicht of chemicaliën zoals kamfer en naftaleen
.
Laat geen water op de lens komen en laat de lens niet in water
vallen. Hierdoor zal de lens roesten en slecht functioneren
.
Bepaalde onderdelen van de lens zijn vervaardigd uit
versterkt plastic. Zet de lens nooit in een overmatig hete
ruimte om schade te voorkomen.
Digitale SLR-fototoestellen
Ondersteunde
brandpuntsafstand/
opnameafstand
D300, D200, D100, D80,
D70-serie, D60, D50, D40-serie
Er is geen vignettering op
geen enkele
brandpuntsafstand
66
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Standaardaccessoires
52 mm opklikbare voorste lensdop LC-52
Optionele accessoires
52 mm schroeffilters
•Achterste lensdop LF-1
Flexibel lensetui CL-0815
•Lenskap HB-45
Niet-compatibele accessoires
Teleconvertoren (alle modellen)
Autoring BR-4 en alle modellen van de automatische
verlengingsring PK, K-ring en bevestiging voor blaasbalg
.
•Verbindingsring SX-1
Andere accessoires zijn mogelijk niet geschikt voor
gebruik met deze lens. Voor meer informatie raadpleegt u
de gebruikershandleiding van de accessoires.
Technische gegevens
Technische gegevens en ontwerpen zijn vatbaar voor wijzigingen
zonder kennisgeving of verplichting vanwege de fabrikant.
Lenstype
G-type AF-S DX Zoom-Nikkor-lens met
ingebouwde CPU en Nikon-bajonetsluiting
(Speciaal ontworpen voor gebruik met Nikon
digitale SLR-Nikon DX-formaat fototoestellen)
Brandpuntsafstand
18 mm–55 mm
Maximale
lensopening
f/3,5–5,6
Lensopbouw 11 onderdelen in 8 groepen
(1 asferisch lenselement)
Beeldhoek 76º–28º50’
Schaal
brandpuntsafstand
18, 24, 35, 45, 55 mm
Afstandgegevens
Uitgang naar fototoestel
Zoombediening Manueel via aparte zoomring
Scherpstellen
Autofocus met de Silent Wave-motor;
manueel scherpstellen met aparte
scherpstelring
Vibratiereductie Lens-shiftmethode met behulp van
voice coil-motoren (VCM's)
Dichtste
scherpstelafstand
0,28 m bij alle zoominstellingen
Aantal
diafragmabladen
7 stuks (afgerond)
Diafragma Volledig automatisch
Bereik
lensopening
f/3,5 tot f/22 (bij 18 mm), f/5,6 tot
f/36 (bij 55 mm)
Meting
belichting
Met de volledige
lensopeningsmethode
Grootte hulpstuk
52 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen
Circa 73 mm (dia.) × 79,5 mm (verlenging van
de lensbevestigingsrand van het fototoestel)
Gewicht Circa 265 g
67
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Opmerkingen over het gebruik van de groothoek of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen
In de onderstaande situaties is het mogelijk dat autofocus niet functioneert zoals verwacht wanneer u foto's neemt
met de groothoek of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen.
1. Wanneer het hoofdonderwerp in de
scherpstelhaakjes betrekkelijk klein is
Wanneer een persoon die voor een achtergrond in
de verte staat, binnen de scherpstelhaakjes wordt
geplaatst, zoals getoond in fig. E, is het mogelijk dat
wordt scherpgesteld op de achtergrond en niet op
het onderwerp.
2.
Wanneer het hoofdonderwerp een fijn
onderwerp of fijne scène is, met een patroon
Wanneer het onderwerp fijn is en voorzien is van
een patroon of een laag contrast heeft, zoals een
bloemenveld, zoals getoond in fig. F, kan het
moeilijk zijn om scherp te stellen zonder autofocus
te gebruiken.
Oplossingen voor deze soorten situaties
(1) Stel scherp op een ander onderwerp op dezelfde
afstand van het fototoestel, gebruik vervolgens de
scherpstelvergrendeling, stel het beeld opnieuw
samen en neem de foto.
(2) Stel de scherpstelmodus-selector in op
M (manueel) en stel manueel scherp op het
onderwerp.
Raadpleeg “Goede resultaten met autofocus” in de
gebruikershandleiding van het fototoestel.
E Een persoon die voor een
achtergrond in de verte staat
F Een bloemenveld

Documenttranscriptie

Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 60 Neem het toestel niet uit elkaar Kijk niet naar de zon door de lens of de beeldzoeker Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van de lens kan een letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici. Indien het fototoestel of de lens breekt na een val of een ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt verwijderd. Kijken naar de zon of naar ander fel licht door de lens of de beeldzoeker kan een blijvend oogletsel veroorzaken. Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of de lens komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben. Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel nakijken door een door Nikon erkende servicedienst. Gebruik het fototoestel of de lens niet in de buurt van ontvlambare gassen Het bedienen van de elektrische installatie in de buurt van ontvlambare gassen kan leiden tot een ontploffing of brand. Buiten het bereik van kinderen houden Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen. Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel en de lens • Houd het fototoestel of de lens droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. • Bedien het fototoestel of de lens niet of raak deze niet aan met natte handen. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok tot gevolg hebben. • Houd de zon uit het beeld bij het nemen van foto's met tegenlicht. Het zonlicht kan convergeren in de lens en brand veroorzaken. Zonlicht dat niet rechtstreeks in het beeld, maar in de buurt van het beeld terechtkomt, kan ook brand veroorzaken. • Wanneer u de lens niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig dan zowel de voorste als de achterste lensdoppen om de lens te beschermen tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand tot gevolg hebben, aangezien de lens het zonlicht kan convergeren op een ontvlambaar voorwerp. Benamingen 1 2 ( 3 4 5 6 7 8 9 0 A B *Optioneel C D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ): referentiepagina Lenskap*(P. 62) Bevestigingsknop lenskap (P. 62) Focusring Zoomring (P. 63) Schaal brandpuntsafstand Wijzer schaal brandpuntsafstand Wijzer bevestiging (P. 62) CPU-aansluitpunten (P. 65) A-M-modusschakelaar (P. 63) Vibratiereductie ON/OFFschakelaar (P. 64) Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 61 Bedankt voor de aankoop van de AF-S DX NIKKOR 18-55 mm f/3,5-5,6 G VR. DX Nikkor-lenzen zijn speciaal ontworpen voor gebruik met Nikon digitale SLR-fototoestellen (Nikon DX -formaat), zoals de D2-serie en de D40-serie. Wanneer de lens is geplaatst op fototoestellen van Nikon DX-formaat, is de beeldhoek van de lens gelijk aan circa 1,5× de brandpuntsafstand in 35 mm-formaat. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de Gebruikshandleiding van uw fototoestel alvorens u deze lens gebruikt. Belangrijke functies Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 62 • Vibratiereductie (VR) activeren biedt u de mogelijkheid om te fotograferen met een sluitertijd die bij benadering drie keer* trager is (bij een brandpuntsafstand van 55 mm) dan wanneer de vibratiereductie niet is geactiveerd, waardoor het bereik van de effectieve sluitertijdopties wordt uitgebreid en het handbediende fotograferen wordt vereenvoudigd met een verscheidenheid aan zoomposities. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van de vibratiereductie kunnen variëren naargelang specifieke omstandigheden en/of opname-omstandigheden.) • Deze lens maakt gebruik van een Silent Wave-motor om het scherpstellingsmechanisme aan te drijven, waardoor de autofocus vloeiend, stil en bijna onmiddellijk gebeurt. De A-M-modusschakelaar 9 is voorzien om eenvoudig te kiezen tussen autofocus (A) of manueel scherpstellen (M). • Een nauwkeurigere belichtingsregeling is mogelijk omdat de afstandgegevens van het voorwerp wordt overgedragen van de lens naar het fototoestel. • Het gebruik van een asferische lens verzekert scherpe beelden die vrij zijn van kleurranden. Het diafragma bestaat uit zeven bladen en creëert een bijna cirkelvormige lensopening, waardoor niet-scherpgestelde voorwerpen voor of achter het voorwerp worden weergegeven als een wazig beeld. De lens bevestigen 1 Schakel het fototoestel uit. 2 Verwijder de achterste lensdop (fig. D). 3 Breng de bevestigingswijzer 7 op de lens in één lijn met de bevestigingsaanduiding op het fototoestel, draai de lens naar links totdat deze op de juiste plaats klikt. Zorg ervoor dat de bevestigingswijzer 7 zich in de bovenste positie bevindt. Verwijder de voorste lensdop (fig. C). 4 De lens verwijderen Zorg ervoor dat het fototoestel is uitgeschakeld voordat u de lens verwijdert. Houd de ontgrendelingsknop van de lens ingedrukt terwijl u de lens naar rechts draait om deze te verwijderen. Lenskap HB-45 1* gebruiken (fig. B) *Optioneel Het kapje bevestigen Houd de bevestigingsknoppen van de lenskap ingedrukt 2 wanneer u de lenskap vastmaakt 1. U kunt de lenskap opbergen 1 door het in de omgekeerde positie vast te maken. Het kapje verwijderen Houd de bevestigingsknoppen van de lenskap ingedrukt 2 wanneer u de lenskap verwijdert 1. Scherpstellen, zoomen en scherptediepte Voordat u kunt scherpstellen, draait u de zoomring 4 om de brandpuntsafstand aan te passen totdat de gewenste compositie wordt weergegeven in de beeldzoeker. Indien uw fototoestel beschikt over een voorbeeldknop of -hendel (stop-beneden), kunt u de velddiepte zien door de beeldzoeker van het fototoestel. Scherpstellen (fig. A) Automatische scherpstelmodus Stel de scherpstelmodus van het fototoestel in op AF-A, AF-S of AF-C en stel de A-M-modusschakelaar 9 van de lens in op [A]. Het fototoestel stelt automatisch scherp (autofocus) terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Let erop dat u de scherpstelring 3 niet aanraakt terwijl deze draait tijdens de bediening voor autofocus. Manuele scherpstelmodus Stel de A-M-modusschakelaar 9 op de lens in op [M]. Draai de scherpstelring 3 manueel naar scherpstellen. U kunt fotograferen wanneer de scherpstelmodus van het fototoestel is ingesteld op AF of op M. Scherpstelmodus van het A-Mfototoestel modusschakelaar van de lens 9 AF-A/AF-S/AF-C M A Autofocus — Manueel scherpstellen M (AF-hulpverlichting is beschikbaar) Raadpleeg uw Gebruikshandleiding voor meer informatie over de scherpstelmodi van het fototoestel. Goede resultaten met autofocus Zie “Opmerkingen over het gebruik van de groothoek of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen” (P. 67). Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 63 Vibratiereductiemodus (VR) Vibratiereductie (VR) activeren biedt u de mogelijkheid om te fotograferen met een sluitertijd die bij benadering drie keer* trager is (bij een brandpuntsafstand van 55 mm) dan wanneer de vibratiereductie niet is geactiveerd. Pannen wordt ook ondersteund. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van de vibratiereductie kunnen variëren naargelang specifieke omstandigheden en opnameomstandigheden.) De vibratiereductie in- en uitschakelen 1 Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 64 2 3 Stel de ON/OFF-schakelaar van de vibratiereductie 0 in op [ON]. Opmerking: Zorg ervoor dat u de schakelaar 0 zo instelt dat de aanduiding precies op één lijn ligt met [ON]. Trillingen van het fototoestel worden verminderd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Autofocus en manueel scherpstellen, net als het precies kadreren van het onderwerp, zijn eenvoudiger geworden omdat trillingen van het fototoestel zichtbaar door de beeldzoeker worden verminderd. Om vibratiereductie uit te schakelen, stelt u de vibratiereductie ON/OFF-schakelaar 0 in op [OFF]. Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie • Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt. • Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er geen compensatie uitgevoerd voor bewegingen van het fototoestel in de panrichting. Bij horizontaal pannen worden bijvoorbeeld enkel verticale bewegingen van het fototoestel verminderd, waardoor vlot pannen veel eenvoudiger wordt. • Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiter. Dit is geen storing. • Schakel het fototoestel niet uit of verwijder de lens niet van het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de lens klinken en aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel opnieuw in om dit te corrigeren. • Bij fototoestellen uit de D300 en de D40-serie met een ingebouwde flitser, werkt de vibratiereductie niet wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen. • Als het fototoestel op een statief met drie poten is geplaatst, stelt u de ON/OFF-schakelaar 0 van de vibratiereductie in op [OFF]. Stel de schakelaar echter in op [ON] wanneer u een statief met drie poten gebruikt zonder het uiteinde van het statief vast te maken of wanneer u een statief met één poot gebruikt. • Bij fototoestellen met autofocus zoals de D2-serie en D300-modellen, die zijn uitgerust met een AF start (AF-ON)-knop, werkt vibratiereductie zelfs niet wanneer de AF-ON-knop wordt ingedrukt. De lensopening instellen Gebruik het fototoestel om de instellingen van de lensopening aan te passen. Variabele maximale lensopeningen Door met de lens te zoomen van 18 mm naar 55 mm, vermindert de maximale lensopening met 11/3 diafragma's. U moet de instelling van de lensopening echter niet aanpassen voor precieze opnamen omdat het fototoestel automatisch compenseert voor deze variabele. Foto's nemen met een fototoestel met ingebouwde flitser Vignetteren is het verduisteren van de hoeken rond een beeld dat voorkomt wanneer het licht dat door de flitser wordt weergegeven, wordt belemmerd door de lenskap 1 of door het lensvat afhankelijk van de brandpunts- of opname-afstand. • Om vignetteren te voorkomen maakt u geen gebruik van de lenskap 1. • Het is niet mogelijk om te fotograferen op afstanden die korter zijn dan 0,6 m wanneer u de ingebouwde flitser van het fototoestel gebruikt. Ondersteunde brandpuntsafstand/ opnameafstand Er is geen vignettering op D300, D200, D100, D80, geen enkele D70-serie, D60, D50, D40-serie brandpuntsafstand Digitale SLR-fototoestellen De ingebouwde flitser op de D100 en D70 ondersteunt een brandpuntsafstand van 20 mm of meer. Vignettering komt voor op een brandpuntsafstand van 18 mm. Onderhoud van de lens • Let erop dat u de CPU-aansluitpunten 8 niet vuilmaakt of beschadigt. • Reinig de lens met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te verwijderen, gebruikt u een zachte, zuivere katoenen doek of een lensdoekje met ethanol (alcohol) of lensreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van het midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen maakt of andere onderdelen van de lens aanraakt. • Gebruik nooit thinner of benzeen om de lens te reinigen aangezien dit de lens kan beschadigen, of brand of gezondheidsproblemen kan veroorzaken. • NC-filters zijn beschikbaar om het voorste lenselement te beschermen. De lenskap 1 help ook om de voorkant van de lens te beschermen. • Wanneer u de lens in het flexibele lensetui opbergt, maakt u zowel de voorste als de achterste lensdoppen vast. De lens kan ook worden opgeborgen terwijl de lenskap 1 in de omgekeerde positie is bevestigd. • Wanneer de lens is geïnstalleerd op een fototoestel, mag u het fototoestel en de lens niet optillen of vasthouden met de lenskap 1. • Berg de lens op in een koele, droge plaats om schimmel te voorkomen, wanneer u de lens gedurende een lange periode niet gebruikt. Berg de lens ook op om deze te beschermen tegen rechtstreeks zonlicht of chemicaliën zoals kamfer en naftaleen. • Laat geen water op de lens komen en laat de lens niet in water vallen. Hierdoor zal de lens roesten en slecht functioneren. • Bepaalde onderdelen van de lens zijn vervaardigd uit versterkt plastic. Zet de lens nooit in een overmatig hete ruimte om schade te voorkomen. Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 65 Standaardaccessoires • 52 mm opklikbare voorste lensdop LC-52 Optionele accessoires • • • • 52 mm schroeffilters Achterste lensdop LF-1 Flexibel lensetui CL-0815 Lenskap HB-45 Niet-compatibele accessoires Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 66 • Teleconvertoren (alle modellen) • Autoring BR-4 en alle modellen van de automatische verlengingsring PK, K-ring en bevestiging voor blaasbalg. • Verbindingsring SX-1 Andere accessoires zijn mogelijk niet geschikt voor gebruik met deze lens. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruikershandleiding van de accessoires. Technische gegevens Lenstype G-type AF-S DX Zoom-Nikkor-lens met ingebouwde CPU en Nikon-bajonetsluiting (Speciaal ontworpen voor gebruik met Nikon digitale SLR-Nikon DX-formaat fototoestellen) Brandpuntsafstand 18 mm–55 mm Maximale f/3,5–5,6 lensopening Lensopbouw 11 onderdelen in 8 groepen (1 asferisch lenselement) Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandgegevens Zoombediening Scherpstellen 76º–28º50’ 18, 24, 35, 45, 55 mm Uitgang naar fototoestel Manueel via aparte zoomring Autofocus met de Silent Wave-motor; manueel scherpstellen met aparte scherpstelring Vibratiereductie Lens-shiftmethode met behulp van voice coil-motoren (VCM's) Dichtste 0,28 m bij alle zoominstellingen scherpstelafstand Aantal 7 stuks (afgerond) diafragmabladen Diafragma Volledig automatisch Bereik f/3,5 tot f/22 (bij 18 mm), f/5,6 tot lensopening f/36 (bij 55 mm) Meting Met de volledige belichting lensopeningsmethode Grootte hulpstuk 52 mm (P = 0,75 mm) Circa 73 mm (dia.) × 79,5 mm (verlenging van Afmetingen de lensbevestigingsrand van het fototoestel) Gewicht Circa 265 g Technische gegevens en ontwerpen zijn vatbaar voor wijzigingen zonder kennisgeving of verplichting vanwege de fabrikant. Opmerkingen over het gebruik van de groothoek of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen In de onderstaande situaties is het mogelijk dat autofocus niet functioneert zoals verwacht wanneer u foto's neemt met de groothoek of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen. E Een persoon die voor een achtergrond in de verte staat 1. Wanneer het hoofdonderwerp in de scherpstelhaakjes betrekkelijk klein is Wanneer een persoon die voor een achtergrond in de verte staat, binnen de scherpstelhaakjes wordt geplaatst, zoals getoond in fig. E, is het mogelijk dat wordt scherpgesteld op de achtergrond en niet op het onderwerp. 2. Wanneer het hoofdonderwerp een fijn onderwerp of fijne scène is, met een patroon F Een bloemenveld Wanneer het onderwerp fijn is en voorzien is van een patroon of een laag contrast heeft, zoals een bloemenveld, zoals getoond in fig. F, kan het moeilijk zijn om scherp te stellen zonder autofocus te gebruiken. Oplossingen voor deze soorten situaties (1) Stel scherp op een ander onderwerp op dezelfde afstand van het fototoestel, gebruik vervolgens de scherpstelvergrendeling, stel het beeld opnieuw samen en neem de foto. (2) Stel de scherpstelmodus-selector in op M (manueel) en stel manueel scherp op het onderwerp. Raadpleeg “Goede resultaten met autofocus” in de gebruikershandleiding van het fototoestel. Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 67
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Nikon 2176 Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding