Solo 640, 630 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Solo 640 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
49
Inhoudsopgave Blz.
Monteren machine
Montage van kettinggeleider (zwaard) en ketting
Volg steeds de veiligheidsvoorschriften
Brandstof en Olie
Vullen van de olietank
Oliepomp
Kettingrem
Veiligheids- en Waarschuwingsadvies
Beschermende uitrusting
Basisregels voor veilig werk
Terugslag
Verboden werkzaamheden
Vellen van bomen
Beoordeling van de boom
Insnijden van worteluitlopers
Valinkerving aanbrengen
Werkwijze
Afkorten
Veiligheid
Voorbereiding
Verwijderen van takken
Basisregels
Veiligheid bij ingebruikname
Starten
Starten met koude motor
Starten met warme motor
Stilleggen van de motor
Vervoer
Onderhoud en verzorging van de zaageenheid
Zaagketting
De kettingspanning
Zaagketting slijpen
Correctie van de dieptebegrenzers
Zwaard
Reinigen van de motorzaag
Onderhoud van de kettingrem
Luchtfilter reinigen
Caburator afstellen
Trillingsdemping
Kettingaandrijfwiel en koppeling
Ontstekingskaars vervangen
Opbergen van de motorzaag
Tips on uzelf te behelpen
Onderhoudsvoorschrift
Wij feliciteren u met uw nieuwe SOLO motorzaag en
hopen, dat u met deze moderne machine tevreden zal
zijn. SOLO is in Duitsland de kettingzagen-pionier, en één
van de oudste fabrikanten van benzinemotorzagen. Een
lange ervaring, die ook vandaag iedere SOLO motorzaag
tot in het kleinste detail ten goede komt.
Moderne materiaallegeringen, samen met de SOLO know-
how garanderen een lange levensduur en een hoge
gebruikswaarde van de machine.
De automatische kettingsmering (Öko-matic), een
onderhoudsvrije elektronische ontsteking, het
mensvriendelijke antivibratiesysteem en de ergonomische
vormgeving van grepen en bedieningselementen zorgen
voor excellent bediencomfort en praktisch onvermoeid
werken met de zaag.
De veiligheidsvoorzieningen bij de SOLO motorzagen zijn
op de laatste stand van de techniek en vervullen alle na-
tionale en internationale veiligheidsvoorschriften. Zij
omvatten handbeschermers aan beide grepen, een
gashendelblokkering, kettingvangbout, een veiligheids-
zaagketting en een kettingrem, die zowel met de hand
in werking kan worden gesteld, als bij zwaardterugslag
(kickback), automatisch door een vertragingsmechanisme.
Om het steeds optimaal funktioneren en de
beschikbaarheid van uw nieuwe motorzaag, alsmede uw
persoonlijke veiligheid te garanderen, verzoeken wij om
het volgende:
Lees voor de eerste ingebruikname
van de motorzaag deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door,
en neem beslist alle
veiligheidsvoorschriften in acht.
50
50
50
50
51
51
51
51
52
52
52
52
51
52
52
52
53
53
53
53
53
53
53
53
53
54
54
54
54
54
54
55
55
55
55
55
56
56
56
56
56
57
57
NL
Gebruiksaanwijzing
De fabrikant SOLO Kleinmotoren GmbH, Stuttgarter Strasse 41, D-71069
Sindelfingen, verklaart dat de volgende machine
Produkt : kettingzaag met verbrandingsmotor
Type : 630/640
voldoet aan de EG-richtlijnen voor machines 98/37/EG, 2000/14/EG en 89/
336/EWG (gewijzigd door 92/31/EWG) wat betreft de elektromagnetische
overbrenging. Volgende geharmoniseerde normen werden gehanteerd : EN
608 Draagbare motorzagen,12/94, Veiligheid, getest doorITS Testing &
CertificationGmbH, Handwerkstrasse 15, D-70565 Stuttgart.
Deze gelijkvormigheidsverklaring verliest haar geldigheid wanneer het
desbetreffende produkt zonder toestemming van de fabrikant werd
omgebouwd of aangepast.
Geluidsniveau, gegarandeerd (DIN45635) 110 dB(A)
Geluidsniveau, gemeten (DIN45635) 109,5 dB(A)
Sindelfingen, 01. Januari 2002
SOLO Kleinmotoren GmbH
Wolfgang Emmerich
Beheerder
Konformiteitsverklaring
50
Monteren machine
Montage van kettinggeleider (zwaard) en ketting.
Opgelet! Bij alle werkzaamheden aan zwaard en zaagketting
de motor afzetten, de ontstekingskaarsstekker afkoppelen (zie
ontstekingskaars vervangen) en beschermende handschoenen
dragen!
Let vooral op de juiste kettingspanning. Een doorhangende
ketting kan aan het neuswiel van het zwaard afspringen, of zelfs
middendoorbreken.
Opgelet! Gevaar voor verwondingen!
Opmerking: (fig.1)
Bij sommige zaagtypes kan het deksel van de
aandrijfkast en zwaard pas verwijderd worden als
de kettingrem los staat.
1. Bevestigingsmoer(en) afvijzen; kettingwieldeksel verwijderen
(fig.2); bij gebruikte zagen ook aan de binnenzijde de
kettinggeleider (fig.2A) en olietoevoergleuf (fig.2B) reinigen.
2. De kettingspanner (fig.2C) linksom draaien tot de nok (fig.2D)
aan de linker aanslag teruggeschroefd is.
3. Plaats het zwaard; de nok (fig.2D) van de kettingspanner moet
daarbij in de boring van het zwaard (fig.3E) vatten.
4. De zaagketting om het kettingaandrijfwiel en in de
geleidingsgleuf van het zwaard leggen. De tanden van de zaag
moeten aan de zwaardbovenkant naar de spits van het zwaard
gericht zijn (fig.4). Let er ook op dat de aandrijfschakels van de
zaagketting goed in de kettingratel en om het neuswieltje (indien
aanwezig) van de zwaardspits grijpen.
Opmerking: bij sommige modellen bevindt de kettingratel zich
achter de koppelingsklok.
5. De kettingwielbescherming monteren; daarbij de bevesti-
gingsmoeren slechts handvast aandraaien (fig.5).
6. De kettingspanner rechtsom draaien (in wijzerzin) tot de
ketting spant. Daarbij de zwaardspits iets optillen of ondersteu-
nen.
7. De juiste spanning is bereikt wanneer de ketting tegen de
onderzijde van het zwaard aanligt en de ketting nog licht met
de hand uitgerokken kan worden.
8. Daarna de bevestigingsmoeren van het kettingwieldeksel goed
aandraaien, waarbij de zaaggeleider iets opgetild of ondersteund
wordt (fig.8).
Opgelet! De motorkettingzaag mag enkel na
volledige montage gestart worden!
(zie „Ingebruikname“, blz. 55)
Een voorzichtige en omzichtige behandeling is geboden bij de
omgang met oliën en brandstoffen!
Volg steeds de veiligheidsvoorschriften!
Enkel tanken met stilgelegde motor!
- Omgeving van de vulopeningen goed reinigen.
- Tankdop afschroeven en benzinemengsel of kettingolie tot aan
de onderzijde van de vuldop vullen.
- Om verwarring bij het tanken te voorkomen, zijn de benzine-
en olietank van symbolen of "Mix en Oil" voorzien (fig.9).
Voorzichtig vullen om geen benzinemengsel of kettingolie te
morsen.
- Tankdop terug vastschroeven.
Brandstof en Olie
Brandstof: De motor van u kettingzaag is een 2-takt motor die
een grote prestatie evert. Deze moet gevuld worden met een
kwaliteits mengsmering, of met voorgemengde 2-takt smering
die u bij de vakhandel kunt kopen. Belangrijk: In het
brandstofmengsel kan loodvrije normaalbenzine, loodvrije Euro-
benzine of loodvrije superbenzine gebruikt worden (minimaal
octaangehalte 92 ROZ).
Mengverhouding: Wij raden een mengverhouding benzine:olie
van 50:1(2%) aan bij gebruik van de door ons aangebevolen 2-
taktolie „Castrol Super TT“. Bij gebruik van andere merken
tweetaktolie raden we een mengverhouding aan van 25:1(4%)
(fig.10). Opmerking: bewaar het mengsel niet langer dan 3-4
weken.
Inloopvoorschriften
Bij de eerste vijf tankvullingen hoge toerentallen vermijden in
onbelaste toestand en ook met speciale tweetaktolie een
mengverhouding van 25:1 (4%) gebruiken!
- Roken en elk open vuur is verboden.
- Laat de machine alvorens te tanken afkoelen.
- Brandstoffen kunnen bestanddelen van oplosmiddelen bevat-
ten. Vermijd oog- en huidcontact met minerale olieprodukten.
Draag tijdens het tanken handschoenen. Verwissel en reinig be-
schermende kledij regelmatig. Adem geen brandstofdampen in.
- Mors geen brandstof of kettingolie. Wanneer brandstof of olie
gemorst werd, moet de motorzaag onmiddellijk gereinigd wor-
den. Breng brandstof niet in aanraking met de kledij. Wanneer
brandstof op de kledij komt, onmiddellijk van kledij wisselen.
- Let erop dat geen brandstof of kettingolie in de bodem
terechtkomt (milieubescherming).
Gebruik een aangepaste onderlegger.
- Tank niet in gesloten ruimten. Brandstofdampen verzamelen
zich op de bodem (explosiegevaar).
- Brandstof en kettingolie alleen in goedgekeurde en
gekenmerkte jerrycans vervoeren en bewaren. Brandstof en ket-
tingolie buiten het bereik van kinderen houden.
Vullen van de olietank
Zaagkettingolie
Voor het smeren van de zaagketting en het zwaard moet
zaagkettingolie met een hechtmiddeltoevoeging gebruikt
worden.
Opmerking: In principe moet gelijktijdig met de brandstof ook
kettingolie getankt worden.
40 cm3
200 cm3
400 cm3
1000 cm3 (1 Liter)
5000 cm3 (5 Liter)
10000 cm3 (10 Liter)
20 cm3
125 cm3
200 cm3
Castrol-Oil TT
50:1(2%)
Marken 2-T-Oil
25:1(4%)
51
2
1
Uit milieuzorg is het gebruik van biologisch afbreekbare
zaagkettingolie aan te bevelen.
De door SOLO aangeboden bio-zaagkettingolie is bekroond met
de blauwe milieu-engel (RAL UZ 48).
Biologisch afbreekbare kettingolie is slechts beperkt houdbaar
en dient binnen de 2 jaar na fabricagedatum te worden
opgebruikt.
Bij langdurig buiten gebruik stellen van de machine moet de
olietank volledig geledigd en met een weinig motorolie
(SAE 30) gevuld worden.
Daarna de kettingzaag enige tijd laten draaien, zodat alle Bio-
olieresten uit de tank, oliegeleidingsgleuf en zaaginrichting
gespoeld worden.
Voor de ingebruikname terug Bio-zaagkettingolie tanken.
Oliepomp
Alle SOLO-kettingzagen zijn met een automatische oliepomp
uitgerust.
Raadpleeg hierbij het hoofdstuk
„Oliepompafstelling“.
Opgelet! Inlopen van nieuwe kettingzagen: Nooit
onmiddellijk zagen, maar de machine een korte tijd
op halfgas laten draaien, tot er zich op de grond een
licht oliespoor vormt (fig.11).
Opmerking: Werk nooit zonder kettingsmering!
Controleer voor het begin van de werkzaamheden
altijd de olietoevoer en het oliepeil in de tank.
Opgelet! In geen geval afgewerkte olie gebruiken!
Kettingrem
De SOLO-kettingzaag is standaard met een manueel of door
terugslag (kickback) ingeschakelde kettingrem uitgerust. In een
fractie van een seconde wordt de zaagketting stilgelegd. De
kettingrem is bedoeld voor noodgevallen en voor het blokkeren
van de zaagketting tijdens het starten (zie ingebruikname blz. 55).
Kettingrem inschakelen ( b l o k k e r e n )
Druk voor het manueel inschakelen de handbeschermer
met de hand in de richting van de zwaardspits (1).
Kettingrem u i t s c h a k e l e n
De handbeschermer in de richting van de
beugelgreep trekken (2), tot deze voelbaar
inklikt (fig.12).
Automatisch inschakelen
De kettingrem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de spits
van het zwaard tijdens het zagen met hout of andere vreemde
voorwerpen in aanraking komt. Daarbij kan de kettingzaag in
de richting van de gebruiker terugslaan (fig.13).
Opgelet! Wijzigingen aan de handbeschermer zijn
niet toegelaten.
Opgelet! Bij ingeschakelde (geblokkeerde)
kettingrem mag de motor enkel op stationair
toerental draaien. Vooraleer meer gas te geven, moet
de kettingrem uitgeschakeld worden.
Veiligheids- en Waarschuwingsadvies
Algemeen advies
- Nooit alleen werken, in noodgevallen moet iemand in de buurt
zijn.
- De kettingzaag enkel aan gebruikers uitlenen die met een
kettingzaag ervaring hebben. De gebruiksaanwijzing moet
daarbij overhandigd worden.
- Eerste gebruikers moeten zich door de verkoper laten inwijden,
om zich met de eigenschappen van een kettingzaag vertrouwd
te maken.
- Kinderen en jongeren beneden de 18 jaar mogen de kettingzaag
niet bedienen. Voor jongeren boven de 16 jaar geldt dit verbod
niet, indien ze in het kader van hun opleiding onder toezicht
staan van een vakman.
- Het werken met een kettingzaag vereist een hoge mate van
oplettendheid en concentratie.
- Alleen werken in een goede fysieke conditie. Ook vermoeidheid
leidt tot onoplettendheid. Alle werken rustig en omzichtig
uitvoeren.
- Nooit onder invloed van alcohol of verdovende geneesmiddelen
werken (fig.14).
Beschermende uitrusting voor uw persoonlijke veiligheid. Om
verwondingen te voorkomen aan het hoofd, ogen, hand of voet,
evenals voor gehoorletsels, moet de hierna beschreven
veiligheidsuitrusting gedragen worden (fig.15).
1. Bescherm uw gezicht en ogen voor houtspaanders door een
gezichtsscherm of werkbril.
2. De kledij moet doelmatig -doch niet hinderlijk- zijn. Draag
goed sluitende kledij.
Vermijd kledingstukken die door de ketting kunnen gegrepen
worden. Het is raadzaam bosbouw-veiligheidsvesten te dragen,
voorzien van gekleurde signaal-schouderstrepen.
3. Draag een broek zonder opslagrand of trek de laarzen over
de broeksbenen. Wij adviseren: een omsluitende broek met
verschillende lagen veiligheidsweefsel tegen snijwonden.
4. Bij alle werkzaamheden in het bos dient een veiligheidshelm
te worden gedragen. Vallende takken vormen een groot gevaar.
Wij adviseren: een helm met oor- en gezichtsbeschermer.
5. Om gehoorletsels te voorkomen, zijn geschikte persoonlijke
lawaaibeschermers aangewezen (gehoorbeschermers,
oorkleppen, oorwatten, enz. ).
6. Draag werkhandschoenen met slipvrije palm. Grijp nooit naar
de draaiende ketting!
7. Draag stevige schoenen met slipvrije zool (liefst
veiligheidsschoenen met stalen tip en lagen veiligheidsweefsel
tegen snijwonden).
De voorschriften ter voorkoming van ongevallen van de
bevoegde beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen
moeten in acht worden genomen.
8. Enkel geschoolde personen mogen zagen in een door-storm-
geveld bos.
9. De kettingzaag steeds met beide handen vasthouden.
10. Tijdens het werk erop letten, dat u de motoruitlaatgassen
niet inademt. Het gebruik van de kettingzaag in gesloten ruimten
is verboden.
52
Basisregels voor veilig werk
1. Terugslag (Kickback)
- Tijdens het werk met de kettingzaag
kan een gevaarlijke terugslag optreden.
- Deze terugslag doet zich voor, wanneer de bovenkant van de
zwaardspits ongewild met hout of andere vaste voorwerpen in
aanraking komt.
- De motorzaag wordt daarbij onkontroleerbaar en met hoge
energie in de richting van de zaaggebruiker teruggeslagen.
Opgelet! Gevaar voor verwondingen! (fig.16)
Om terugslag te vermijden, dient men op het volgende te letten:
- Vermijd te werken met de zwaardspits. Steeds de zwaardspits
in het oog houden.
- Voorzichtig zijn bij het herinzagen van een begonnen zaaggleuf.
- Een zaaginsnede altijd met lopende ketting inzetten!
- De zaagketting steeds korrekt slijpen. Daarbij in het bijzonder
letten op de juiste hoogte van de dieptebegrenzer!
- Bij het zagen van takken, nooit meerdere takken ineens
afzagen! Vermijd andere takken te raken.
- Tijdens het in stukken zagen, letten op dichtbij liggende stam-
men.
2. Verboden werkzaamheden
- Niet werken in slechte zicht- of lichtomstandigheden. Bijzonder
letten op gladheid, natheid, ijs en sneeuw (gevaar om uit te
glijden). Verhoogd uitglijgevaar bestaat op vers ontbast hout
(schors).
- Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Let op hindernissen
in het werkbereik wegens struikelgevaar. Voortdurend erop
letten dat u zeker staat.
- Zaag nooit boven schouderhoogte.
- Zaag nooit vanop een ladder (fig.17).
- Nooit met een motorzaag in de boom klimmen om er
werkzaamheden uit te voeren.
- Niet te ver voorovergebogen werken.
- De motorzaag zodanig bedienen, dat er zich geen lichaamsdeel
in het verlengde zwenkbereik van de ketting bevind (fig.18).
- Met de motorkettingzaag uitsluitend hout zagen!
- Niet met een lopende zaagketting in aanraking komen met de
grond.
- Gebruik de motorzaag nooit voor het wegtillen of wegduwen
van stukken hout en andere voorwerpen.
- Steek- en langssneden mogen enkel door speciaal geschoolde
personen uitgevoerd worden (verhoogd gevaar voor een
terugslag).
- Langssneden in een zo vlak mogelijk kleine hoek inzetten. Men
moet daarbij heel voorzichtig te werk gaan, omdat de
aanslagklauw van de motorzaag niet tegen het hout kan wor-
den vastgezet.
- Voorzichtig bij het zagen van gesplinterd hout. Er kunnen
afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden (gevaar voor
verwondingen).
- De motorzaag kan tijdens het zagen met de bovenzijde van
het zwaard teruggestoten worden in de richting van de
gebruiker. Zaag daarom enkel met de onderzijde van het zwaard
(fig.19).
Vellen van bomen
Het vellen van bomen is gevaarlijk en moet
aangeleerd worden! Indien u beginneling of
onervaren is, begint u beter niet aan het vellen van
bomen. Volg eerst een scholing.
Opgelet! Met het vellen van bomen mag enkel be-
gonnen worden, nadat men er zich van vergewist
heeft dat:
a) alleen personen die bij het vellen betrokken zijn, zich in de
werkomgeving bevinden.
b) ongehinderd uitwijken verzekerd is voor elkeen die betrokken
is bij het vellen.
Deze uitwijkruimte moet schuin naar achter voorzien zijn onder
een hoek van ongeveer 45˚.
c) de nabije werkomgeving tenminste tweeënhalf boomlengten
verwijderd is. Voor het vellen moet men zich vergewissen, en
ervoor zorgen dat noch andere personen, noch dieren of
voorwerpen op een afstand van 2 1/2 boomlengten in de valrichting
bevinden!(fig.20)
d) de voet van de stam vrij is van alle vreemde voorwerpen,
struikgewas of takken. Zorg voor een stabiele werkhouding
(struikelgevaar). (fig.21)
Beoordeling van de boom:
- Neigingsrichting - losse of dorre takken - hoogte van de boom
- natuurlijke overhangende schuinsrichting - heeft de boom
rottingsverschijnselen?
- Let op de windrichting en -snelheid. Bij felle rukwinden mag
men geen boom vellen.
Insnijden van worteluitlopers: (fig.22 /-1,2,3)
- Met de grootste worteluitloper beginnen. Eerst verticaal
insnijden, daarna horizontaal. Nooit worteluitlopers insnijden
als de stam verrot is.
Opmerking: Om nadien een wig te kunnen drijven in de
valzaagsnede van de stam, wordt de worteluitloper (4), die
tegenovergesteld ligt aan de valrichting van de boom, niet
ingezaagd.
Valinkerving aanbrengen (fig.23)
- De valinkerving geeft aan de boom de juiste valrichting en
sturing. De inkerving wordt haaks op de valrichting aangebracht
tot op een diepte van 1/3 - 1/5 van de stamdiameter. Deze
valinkerving zo dicht mogelijk tegen de grond uitzagen.
Werkwijze (fig.23)
- Beginnen met de bovenste schuine insnede (valinkervingsdak 1).
- Daarna de onderste horizontale insnede (valinkervingszool 2).
De onderste insnede moet in een hoek van 45˚ exact met de
bovenste insnede samentreffen.
- De voorziene valrichting controleren.
- Indien de valinkerving moet verbeterd worden, moet men steeds
op de volle breedte bijzagen.
De onderste snede kan in uitzonderlijke gevallen ook schuin naar
boven uitgevoerd worden, om een meer open valinkerving te
bekomen (op hellingen wordt de val van de boom langer
gestuurd).
- De valzaagsnede (3) wordt aan de andere zijde van de boom
iets hoger aangebracht dan de valinkervingszool (2). De insnede
moet exact horizontaal zijn. Tussen de valzaagsnede en de
valinkervingszool moet ongeveer 1/10 van de stamdiameter
blijven staan als breukvlak (5).
53
- Het breukvlak werkt als scharnier. Dit mag in geen geval verder
doorgezaagd worden, omdat de boom anders ongecontroleerd
valt. Er moeten tijdig wiggen in de valzaagsnede ingeslagen
worden!
- Er mogen voor het beveiligen van de valzaagsnede enkel wiggen
in kunststof of aluminium gebruikt worden. IJzeren wiggen zijn
verboden.
- Bij het vellen enkel zijwaarts van de vallende boom gaan staan.
- Bij het teruggaan naar de valzaagsnede opletten voor vallende
takken.
- Tijdens werkzaamheden op hellingen moet de
motorzaaggebruiker aan de bovenzijde of zijdelings van de
boomstam staan (fig.24).
- Achteruittreden wanneer de boom valt! Letten op de kroon
van de boom. Het uitzwenken van de kroon afwachten.
Niet verder werken onder takken of bomen die zijn blijven
hangen.
Afkorten
Veiligheid
- De motorzaagklauw tegen de stam aandrukken.
- Er op letten dat u een veilige positie inneemt.
Voorbereiding (fig.25)
- Verwijder uit het bereik van de zaag alle vreemde materialen
zoals zand, stenen, nagels enz. Vreemde voorwerpen kunnen
leiden tot een gevaarlijke terugslag (kickback).
- Gebruik bij het verzagen van dunne stammen een stabiele
onderbok (indien mogelijk een zaagbok). Het hout mag niet met
de voet of door een andere persoon vastgehouden worden.
- Rondhout tijdens het zagen tegen verdraaien borgen.
Voor hout onder spanning geldt in alle omstandigheden:
1. Steeds eerst de drukzijde inzagen, maar opgelet, gevaar voor
verklemming!
2. Daarna met gevoel de trekzijde inzagen.
Opmerking: Bij sterke stammen onder hoge spanning het inzagen
zijdelings verzetten.
Fig.26A = Stam aan bovenzijde onder spanning
Gevaar: boom slaat omhoog
Fig.26B = Stam aan onderzijde onder spanning
Gevaar: boom slaat naar beneden
Fig.26C = Sterke stammen onder hoge spanning
Gevaar: boom slaat bliksemsnel, en met een geweldige kracht
weg. In het bijzonder letten op het terugklappen van de
boomstronk.
Fig.26D = Stam staat zijdelings onder spanning
Gevaar: boom slaat zijdelings weg
Opmerking: Bij zijdelingse spanning steeds langs de drukzijde
staan.
Het vastklemmen van de motorzaag vermijden!
Wanneer het hout niet mag afscheuren, moet een
ontspanningsinsnede gemaakt worden. Deze insnede langs de
drukzijde maken, dan doorzagen langs de trekzijde (fig.27).
De motor stilleggen wanneer de zaag in de snede verklemd
geraakt!
Dan de stam met een stang of een andere hefboom optillen of
van positie veranderen.
Verwijderen van takken
Basisregels
Bij het snijden van takken is het gevaar op terugslag bijzonder
groot.
- Tijdens deze werkzaamheden moet de motorzaag zoveel
mogelijk aan de stam ondersteund worden. Hierbij niet met de
zwaardspits zagen -gevaar voor terugslag! (fig.28)
- Let vooral op takken die onder spanning staan. Vrijhangende
takken niet langs onder afzagen.
- Niet op de stam staan tijdens het afzagen van takken.
- Hinderende takken op de grond moeten opgeruimd worden.
- Zenuwachtig, overhaast werken vermijden.
- Alle mogelijkheden benutten om op een gunstige werkhoogte
te zagen (d.m.v. werkbok, werkbank).
- De duim van de linkerhand steeds onder de handbeugel houden.
Wanneer u uw lichaamshouding wijzigt, moet het
geleidingszwaard zich steeds op de lichaams-
afgewende zijde van de stam bevinden (fig.29).
Hou steeds rekening met de beweging van de boom en van de
takken - werk vooruitziend en omzichtig!
Bij het snoeien van sterk loofhout, om het vastklemmen van de
motorzaag te vermijden, is de juiste werkwijze als volgt:
1. Takken die hinderen wegnemen.
2. Takken die spanning veroorzaken, afsnijden.
3. Hoofdtak afzagen (op drukzijde 1 en trekzijde 2 letten (fig.30)
- zie „Afkorten“ (fig.27))
Veiligheid bij ingebruikname
- Zich ervan vergewissen dat er zich geen kinderen of andere
personen in het werkbereik van de zaag bevinden. Let ook op
voor dieren (fig.31).
- Motorzaag enkel na volledige montage in gebruik nemen. In
principe mag alleen een volledig gemonteerde zaag gebruikt
worden!
Het kettingscherm moet verwijderd zijn.
- Starten op minstens 3 m van de plaats waar getankt werd
(fig.32).
- Voor het starten moet de gebruiker van de zaag een veilige
positie aannemen.
- Om te beginnen zagen, moet de machine veilig ondersteund
en vastgehouden worden. Zwaard en ketting moeten daarbij
vrijlopen (fig.33+34).
Opgelet! Na het loslaten van de gashendel loopt de
ketting nog korte tijd na (Vrijloopeffect).
Starten
Opmerking: het starten met de Solo-halfgastechniek wordt in
het afzonderlijke gedeelte in de gebruiksaanwijzing per type
beschreven!
Starten met koude motor (fig.35)
1. Kortsluitschakelaar in pos. 1 inschakelen (A)
54
Kettingverdeling Schakelsterkte
duim = (mm) mm = (duim)
3/8" 90 SG (9,32 mm) 1,1 mm (.042")
3/8" S (9,32 mm) 1,3 mm (.050")
.325" (8,25 mm) 1,5 mm (.058")
3/8" (9,32 mm) 1,5 mm (.058")
.404" (10,26 mm) 1,6 mm (0.63")
2. Startsmoorklep (Choke) sluiten (B)
3. Gashendelblokkering indrukken (C)
4. Met de gashendel volgas geven (D)
5. De halfgasblokkering, voor zover voorzien,
indrukken (E). Zo blijft de gashendel in startpositie. Kettingrem
inschakelen (blokkeren); daarvoor het handscherm naar voor
klappen (in de richting van de zwaardspits)
6. Startprocedure (fig.33)
De zaag op de grond zetten, met een voet op de grond houden
en met één hand de zaag aan het handvat vasthouden.
7. Startkoord met de handgreep tot aan de eerste aanslag
langzaam uittrekken, dan krachtig doortrekken.
Daarna het startkoord niet loslaten en laten terugspringen, maar
langzaam met de hand laten teruglopen op de veer-oproller.
8. Wanneer de motor begint te sputteren, de smoorklep
(Choke) (B) openen. De startprocedure herhalen met
geopende smoorklep.
9. Kort gas geven, om het toerental tot op stationair toerental
te brengen.
Opgelet! De motor moet na het starten
onmiddellijk op stationair toerental
teruggebracht worden, om schade aan
de kettingrem te voorkomen. Nu de
kettingrem lossen, door de
handbeschermer
naar de handgreep te trekken.
Opmerking! Daarbij is een duidelijk
klik-geluid hoorbaar.
Starten met warme motor
Startprocedure zoals hierboven beschreven, behalve
dat de smoorklep (Choke) geopend moet blijven.
Stilleggen van de motor
De motor wordt door de kortsluitschakelaar (A) stilgelegd (positie
„Stop“ - „0“).
Het stoppen van de motor is verplicht bij:
• Onderhoud, werkpauze, tanken, transport
• Slijpen van de zaagketting
• Beëindiging van het werk - dwingend voorschrift!
- Motor onmiddellijk stilleggen bij merkbare gedragswijziging
van de machine.
-De verhitte boomzaag niet in droog gras of op andere brand-
bare voorwerpen neerzetten. De uitlaatdemper straalt enorme
hitte uit (brandgevaar).
Vervoer (fig.36)
- Tijdens transport of verplaatsing naar een andere
plaats tijdens het werk, moet de motorzaag
stilgelegd, of de kettingrem opgezet worden, om
een ongewild in werking stellen van de ketting te voorkomen.
- Nooit een motorzaag met lopende zaagketting dragen of
vervoeren!
- Bij transport over grote afstand moet de kettingbeschermkap
in elk geval opgezet worden.
- De kettingzaag aan de beugelgreep dragen. Het zwaard wijst
naar achter. Niet met de knaldemper in aanraking komen (gevaar
voor brandwonden).
- In geval van vervoer met de wagen, erop letten dat geen
brandstof of kettingolie uitloopt.
- Bij langere buitengebruikname of voor verzending moeten de
brandstof- en kettingolietank geledigd worden.
Onderhoud en verzorging van de zaageenheid
Zaagketting
Zoals elke snijmachine, ondergaat de zaagketting een natuurlijke
slijtage. Uw motorzaag rendeert het best met een correct
geslepen zaagketting. Elke zaagketting is naar vorm, zaagver-
mogen en opbouw aangepast aan elk motorzaagtype (fig.37).
De belangrijkste onderscheidende karakteristieken van een
zaagketting zijn:
1. De vorm van de tanden (A),
2. de kettingverdeling (B) en
3. de schakelsterkte (C)
1. Naar de vorm onderscheidt men
a) Volbeitel (hoekige zaagtand, professionele zagen) fig.37a
b) Halfbeitel (halfronde zaagtand, semi-professionele hobby-
zagen) fig.37b
2. Met de kettingverdeling worden de afmetingen van de
zaagketting bepaald. Zij is gelijk aan de afstand van drie rivetten
gedeeld door twee. De verdeling wordt naar internationale norm
in duim aangegeven (fig.37B).
3. De schakelsterkte bepaalt de sterkte van de schakel, die in de
geleidingsgleuf van het zwaard glijdt (fig.37C).
Opgelet! Gebruik enkel goedgekeurde originele
SOLO reservekettingen- en zwaarden.
De kettingspanning
Voor een lange levensduur van het zaagmechanisme is de juiste
kettingspanning zeer belangrijk.
Controleer regelmatig de spanning van uw zaagketting, bij
uitgeschakelde motor, en wanneer het zwaard en de ketting
afgekoeld zijn.
Houd rekening met alle instrukties over het slijpen van de ketting.
Fout geslepen kettingen leiden tot overbelasting en verminderen
de levensduur van zwaard en ketting. Bovendien verhoogt zo
het gevaar van terugslag, vooral bij een vergrote afstand tussen
de dieptebegrenzers.
Zaagketting slijpen
fig.38/39/40
Opgelet! Bij alle werkzaamheden aan de zaagketting
de motor afzetten, de ontstekings kaarsstekker
afkoppelen (zie ontstekingskaars vervangen) en be-
schermende handschoenen dragen!
- Voor het vijlen moet een speciale zaagkettingrondvijl met juiste
diameter gebruikt worden (zie Vijloverzicht). Normale rondvijlen
zijn ongeschikt.
55
- De vijl mag alleen bij de voorwaartse steek (pijl) vijlen. Bij het
terughalen moet de vijl vrij van de ketting gehouden worden (fig.38).
- De korste snijtand wordt als eerste geslepen. De lengte van deze
tand is dan de uitgangsmaat voor alle andere snijtanden van de
zaagketting (fig.38). Alle zaagtanden moeten even lang zijn.
- Een vijlhouder maakt het geleiden van de vijl gemakkelijker.
De houder heeft markeringen voor de juiste slijphoek (de marke-
ringen parallel aan de zaagketting laten lopen), en begrenst de
insteekdiepte (4/5 van de vijldoorsnede)(fig.39).
Algemene vijlinstructies
1. Vijlhouder op de tandenrij plaatsen.
2. Vervolgens alle tanden aan één zijde van binnen naar buiten
vijlen, en daarna hetzelfde doen vanuit de andere zijde.
3. De markeringen van de vijlhouder parallel aan de zaagketting
laten lopen.
4. Altijd alle beschadigingen aan de zijplaat en tandbovenzijde
volledig uitvijlen.
Voor uw veiligheid: Indien u de ketting bij het vijlen
wil doorschuiven, trek de ketting verwondingen aan
uw hand door het afglijden van de ketting (fig.37).
Vijloverzicht
Correctie van de dieptebegrenzers (fig.40)
De afstand tussen de dieptebegrenzers (ronde neus) en de
snijkant bepaalt de spaandikte.
De beste zaagresultaten worden bereikt met de voorgeschreven
afstand tussen de dieptebegrenzers.
1. Bij elke slijpbeurt de afstand van de diepebegrenzers
controleren.
2. Kettingmaatlat op de tanden leggen. Bij elke dieptebegrenzer
elke uitsteekhoogte met een vlakvijl verwijderen.
3. De voorzijde van de dieptebegrenzer afronden, zodat de
oorspronkelijke vorm hersteld word.
Opgelet! Een te grote afstand
vergroot het gevaar van
terugslag!
Zwaard
Het zwaard van uw motorzaag vraagt dezelfde verzorging als
uw zaagketting. De loopvlakken moeten effen en glad en de
zwaardgroef mag niet openstaan.
Voor een gelijkmatige slijtage van het zwaard, is het aan te
bevelen, telkens na het scherpen van de ketting het zwaard om
te keren.
Bij zwaarden met een neuswiel moet het lager van het neuswiel
liefst bij elke tankbeurt gesmeerd worden, met een smeerpomp
met kogellagervet, via de zijdelings aangebrachte smeerboring.
Daarbij het neuswiel draaien (fig.43). (Zie „onderhoudsschema“)
3/8
90 SG
3/8 S
.325
.325
(21BP)
3/8
.404
4,5
4,0
4,5
4,8
5,5
5,5
.177
5/32
.177
3/16
7/32
7/32
30°
30°
30°
30°
30°
0,50mm
0,65mm
0,75mm
0,65mm
0,65mm
0,75mm
0.20"
.025"
.030"
.025"
.025"
.030"
X
X
X
X
X
X
Ketting-
verdeling
Vijl-
hoek
Dieptebegrenzer-
Afstand
Vijl Ø
mm duim
Vijlrichting
horizontaal 10° naar boven
Belangrijk!
Zwaarden zijn uitsluitend bedoeld als geleider van de
zaagketting niet als breekijzer of hefboom. Elk draaien, wrin-
gen of heffen in hout verkort de levensduur van het zwaard.
Dergelijke handelingen vallen buiten garantie! (fig.42)
Reinigen van de motorzaag
Na elke ingebruikname moet de kettingzaag grondig gereinigd,
en op beschadigingen gecontroleerd worden.
Belangrijk zijn vooral de kettingrem, de koelluchtinlaat, de
koellamellen van de cilinder en de luchtfilter.
Opgelet! Bij gebruik van perslucht is het noodzakelijk
een werkbril te dragen om oogverwondingen te
voorkomen. Gebruik bij het reinigen enkel
milieuvriendelijke reinigings produkten uit de vakhandel.
Motorzagen niet met brandstof reinigen!
Onderhoud van de kettingrem
Kontrole van de bediening:
De soepele bediening en werking van tijd tot tijd controleren.
Verwijder hars, zaagspaanders en vervuiling. Zichtbare
scharnieren en lagers met vet of temperatuurbestendige
motorolie smeren (fig.44).
Werkingskontrole:
- Motor starten
- Bij stationair toerental kettingrem
inschakelen
- dan volgas geven
- daarbij moet de ketting geblokkeerd blijven.
Luchtfilter reinigen
Vervuilde lucht-/voorfilters hebben een geringer motorvermogen
tot gevolg. Ze verhogen het brandstofverbruik, en daarmee ook
de schadelijke stoffen in de uitlaatgassen. Bovendien bemoeilijkt
dit het starten.
Bij intensief dagelijks gebruik moeten beide luchtfilters
(voorfilter, indien aanwezig, en fijnfilter) dagelijks gereinigd
worden. Bij sterke vervuiling nog vaker reinigen.
De beste methode is de filter uitkloppen.
Bij sterkere vervuiling kunnen beide filters in een niet-
ontvlambare reinigingsvloeistof (warm zeepsop) uitgewassen
worden. Voor het inbouwen moeten beide luchtfilters absoluut
droog zijn. Beschadigd filtermateriaal moet onmiddellijk
vervangen worden. Motorschade die ontstaat door ondeskundig
onderhoud valt buiten garantie.
Voor het in- en uitbouwen het filterdeksel en filter
verwijderen. Zet de smoorklep dicht om te voorkomen
dat er vuil in de carburator komt, luchtfilter
verwijderen.
Bij tweedelige filters, het klemprofiel verwijderen, en de filter
openen om te reinigen (fig.45).
Bij het inbouwen is het belangrijk erop te letten dat dit
onberispelijk gebeurt: de luchtfilterhelften moeten goed
samengevoegd, en de opbouw aan de carburator zuiver zijn.
56
Instelling carburator
De carburateur wordt in de fabriek optimaal ingesteld. Afhan-
kelijk van de gebruikslocatie (gebergte, laagland) moet de
instelling van de carburateur eventueel worden aangepast.
De carburateur heeft 3 stelschroeven:
Stationair-aanslagschroef ”T” (Pos.16)
Regelschroef ”L” voor het mengsel bij stationair toerental (Pos.17)
Regelschroef ”H” voor het mengsel bij vollast (Pos.17)
De regelschroeven voor het mengsel bij stationair
toerental (L) en het mengsel bij vollast (H) mogen
enkel worden ingesteld door vakmensen.
Geringe correcties van de instelling van het standgas op het in
de technische gegevens vermelde gemiddelde stationaire
toerental, kunnen als volgt worden uitgevoerd met de statio-
nair-aanslagschroef (T) en met behulp van een toerentalmeter:
- Als het stationair toerental te groot is, draait u de statio-
nair-aanslagschroef (T) iets open door linksom te draaien.
- Als het stationair toerental te laag is (de motor blijft dus
staan), draait u de stationair aanslagschroef (T) iets dicht door
rechtsom te draaien tot de motor gelijkmatig loopt.
Het snijwerktuig mag nooit worden aange-
dreven bij stationair toerental!
Als een optimale instelling van de carburateur niet kan wor-
den verkregen door de stationair-aanslagschroef ”T” te corri-
geren, dient u de carburateur optimaal te laten instellen in
een erkende werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de erkende werkplaats.
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel: (SOLO bestelnr.: 00 80 537)
om de regelschroef (L) voor het mengsel bij stationair toerental
en de regelschroef (H) voor het mengsel bij vollast te corrigeren.
Gebruik de carburateursleutel Limitercaps: De regelschroeven voor
het mengsel voor de onbelaste loop en het mengsel voor de volledig
belaste loop kunnen slechts in een beperkt bereik worden omgezet.
Voor een correcte instelling van het stationair toerental moet de
luchtfilter schoon zijn! Laat de motor warmdraaien voor u de
instelling uitvoert. De in de technische gegevens vermelde waar-
den voor het gemiddelde stationair toerental en voor het maxi-
maal toegelaten toptoerental moeten worden nageleefd.
Opgelet: De carburateur wordt ingesteld
om een maximaal motorvermogen te verze-
keren. Voor de instelling moet in elk geval
een ”toerentalmeter” worden gebruikt!
Trillingsdemping (fig. 47)
Indien de trillingen aan de handgreep na langere gebruiksduur
aanzienlijk toenemen (in verhouding tot de nieuwe staat bij
aankoop), moeten de dempingselementen (metalen trildempers)
gecontroleerd worden op beschadiging en eventueel vervangen
worden.
Opgelet! Werken met defekte trillingsdemping aan
de machine, schaadt uw gezondheid!
Kettingaandrijfwiel en koppeling (fig. 48)
Voor het omleggen van een nieuwe zaagketting moet de
toestand van het kettingwiel gecontroleerd worden.
Uitgesleten kettingwielen leiden tot beschadiging van uw nieuwe
zaagketting.
Het lager van de koppelingsklok wordt bij motorzagen bijzonder
zwaar belast. Het moet derhalve op regelmatige tijdstippen met
een goed lagervet (b.v. Mobiltemp 78 of dergelijke) gesmeerd
worden (zie onderhoudsschema).
Kettingwiel en koppeling vervangen
De koppeling is op de krukas aangeschroefd. Opgelet: linkse
draad! d.w.z. afschroeven in wijzerzin.
Letten op de juiste montagevolgorde en inbouwpositie. Voor
het vervangen van kettingwiel en koppeling is ten dele speciaal
gereedschap noodzakelijk. Laat dit werk door een bevoegde
onderhoudsdienst uitvoeren.
Onderhoud van de uitlaat
Een defecte uitlaat betekent verhoogd brandgevaar en kan tot
gehoorstoornissen leiden. Controleer op regelmatige tijdstippen
de uitlaat en de bevestiging ervan.
Opgelet! Nooit de verhitte uitlaat aanraken!
Ontstekingskaars vervangen
Opgelet! Nooit de ontstekingskaars of de stekker
aanraken als de motor draait (hoogspanning).
Onderhoudswerkzaamheden enkel met stilgelegde motor
uitvoeren.
Bij verhitte motor is gevaar voor brandwonden. Beschermende
handschoenen dragen.
Ontstekingsstoornissen die door het vervangen van de
ontstekingskaar niet verholpen werden, kunnen enkel in een
bevoegde onderhoudsdienst m.a.w. door een vakhandel van
Fa. SOLO KLEINMOTOREN hersteld worden.
Richtlijnen voor de ontstekingskaars: (fig.49)
Hittewaarde = 200
Afstand van de electroden = 0,5 mm
Elk opzoeken van storing in de ontsteking moet bij de
ontstekingskaars beginnen.
Kontrole van de ontstekingsvonk:
- Uitgeschroefde ontstekingskaars met aangekoppelde
ontstekingskabel met een geïsoleerde tang tegen de
motorribben houden (niet in de nabijheid van de opening waar
de ontstekingskaars ingeschroefd wordt!).
- Kortsluitschakelaar in de positie „I“.
- Starterkoord krachtig uittrekken.
Bij onberispelijke werking moet een zichtbare vonk aan de
electroden overspringen (fig.50).
Opbergen van de motorzaag.
De motorzaag in een droge ruimte opbergen en de
kettingbeschermer aanbrengen.
Een speciale methode om de motor te bewaren is overbodig
indien men de speciale 2-takt olie CASTROL SUPER TT gebruikt.
Voor een langere opbergingstijd moeten de benzine- en olietank
volledig geledigd worden.
Let hiervoor bijzonder op de voorschriften bij het gebruik van
biologische kettingolie.
57
Tips om uzelf te behelpen
Motor start niet
Ketting loopt niet
Ketting loopt bij stationair toerental
Rookvorming bij uitlaatgassen
Zaagt niet goed
Geen kettingsmering
zie blad-
zijde
Indien
nodig
Maande-
lijks
Weke-
lijks
Dage-
lijks
Na elke
tankbeurt
Volledige machine
Zwaard
Ketting
Kettingrem
Kettingsmering
Kettingwiel / Koppeling
Koppelingsklok
Luchtfilter
Luchtinlaat
Cilinder koelribben
Carburator
Ontstekingskaars
Brandstoftank
Olietank/Olietoevoergleuf
Cilinder-bevestigingsvijzen
Bevestiging van de uitlaat
Alle toegankelijke schroeven en moeren
Visueel nazicht/toestand
Buitenaf reinigen
Werking controleren
Zwaard omdraaien
Op slijtage/beschadiging controleren
Neuswieltje smeren
Kettinggeleider/Oliegleuf reinigen
Binnenzijde zwaardbeschermkap reinigen
Controleren / Zaagscherpte nagaan
Kettingspanning controleren
Werking controleren
Reinigen
Afstellen
Controleren
Controleren
Lager smeren
Reinigen
Vernieuwen
Reinigen
Reinigen
Afstellen
Stationair toerental controleren (ketting mag niet meedraaien)
Stationair toerental naregelen
Afstellen/verwisselen
Reinigen/Met benzine uitspoelen
Reinigen
Naspannen/controleren
Controleren
Naspannen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
-geen ontstekingsvonk -onstekingsskaars vervangen
-geen brandstof -brandstof tanken
-oude brandstof -nieuw-gemengde brandstof vullen
-kortsluitschakelaar staat aan -op „I“ zetten
-ontstekingskaars koolaanslag -reinigen of vervangen
-kettingrem blokkeert -kettingrem uitschakelen
-stationair toerental te hoog -stationair regelschroef in tegenwijzerzin draaien
-koppeling defekt -Koppeling vervangen (SOLO service werkplaats)
-carburator te ruim afgesteld -carburator afstellen
-teveel olie in de brandstof -mengen met juiste verhouding
-luchtfilter verstopt -reinigen of vervangen
-startventiel (choke) -startventiel openen
niet helemaal open
-stompe of slecht geslepen -ketting slijpen
zaagketting
-afstelling van de carburator -bij warmgelopen motor afstellen
-luchtfilter verstopt -reinigen of vervangen
-olietank leeg -kettingolie bijvullen
-olieleiding verstopt -reinigen
-olieverziep in de tank verstopt -reinigen of vervangen
Onderhouds-
voorschrift
Voor een lange levensduur en ter voorkoming van schade moeten de hieronder vermelde onderhoudswerkzaamheden regelmatig
uitgevoerd worden. Aanspraken op garantie worden alleen geaccepteerd wanneer op een geloofwaardige manier aangetoond wordt,
dat deze werkzaamheden regelmatig en volgens de voorschriften uitgevoerd zijn.
Werkzaamheden
45
45
45
45
45
45
45
45
44
44
46
46
46
40
46
46
45
45
A
45
B/46
46
B
46
40
40
46
69
I - Assistenza di officina, ricambi e garanzia
Manutenzione e riparazioni: La manutenzione e la
riparazione di moderne apparecchiature motorizzate
come pure di componenti rilevanti dal punto di vista
della sicurezza richiedono una qualificata formazione
professionale specializzata e un’officina equipaggiata
con utensili speciali e apparecchi di prova. SOLO
raccomanda quindi di fare eseguire da un’officina
specializzata SOLO tutti i lavori che non sono descritti
nella presente istruzione d’uso. Lo specialista dispone
della formazione necessaria, di profonda esperienza e
attrezzatura per offrirVi la soluzione più conveniente
dal punto di vista economico e per aiutarVi con opera e
consiglio.
Ricambi: Un esercizio attendibile e la sicurezza del
Vostro apparecchio dipendono anche dalla qualità dei
ricambi impiegati. Utilizzare soltanto ricambi originali
SOLO. Soltanto i ricambi originali provengono dalla
produzione dell’apparecchio e garantiscono quindi la
migliore qualità possibile del materiale, della precisione
dimensionale, del funzionamento e della sicurezza.
I ricambi originali e gli accessori li potete reperire presso il
Vostro Rivenditore. Dispone anche degli elenchi ricambi
necessari per stabilire i numeri di ricambi richiesti e viene
continuamente informato sulle migliorie tecnologiche dei
particolari e sulle innovazioni introdotte nell’offerta
ricambi. Vi facciamo inoltre presente che se non si
impiegano pezzi originali SOLO non è possibile praticare
una prestazione di garanzia da parte di SOLO.
Garanzia: SOLO garantisce una qualità a perfetta
regola d’arte e si accolla i costi per una ripassata
generale sostituendo le parti difettose in caso di difetti di
materiale o fabbricazione, che si producono entro il
periodo di garanzia a partire dal giorno della vendita.
Vi facciamo inoltre notare che in alcuni Paesi hanno
valore condizioni di garanzia specifiche. In caso di
dubbio Vi preghiamo di contattare il Vostro Venditore.
Il Venditore del prodotto è responsabile della garanzia.
Vi preghiamo di volerci comprendere che per le
seguenti cause di danno non possiamo accollarci
alcuna garanzia:
• Mancata osservanza delle Istruzioni d’uso.
• Omissione dei lavori necessari di manutenzione e pulizia. •
Danni imputabili ad una regolazione impropria del
carburatore. • Usura per deperimento naturale. • Evidente
sovraccarico in seguito ad un superamento continuo del
limite superiore di rendimento. • Impiego di utensili da
lavoro e dispositivi di taglio non ammessi. • Impiego di
lunghezze di guide e catene non autorizzate per le
motoseghe. • Uso della forza, trattamento improprio, cattivo
uso o infortunio. • Danni imputabili a surriscaldamento a
causa di insudiciamento nella scatola del ventilatore. •
Interventi di persone inesperte o tentativi di riparazione non
appropriati. • Impiego di ricambi non adatti o di parti non
originali della SOLO, in quanto che causano danni. • Impiego
di materiali di esercizio non idonei o sovrapposti. • Danni riconducibili
alle condizioni di impiego citate nel contratto di locazione.
I lavori di pulizia, cura e regolazione non sono
riconosciuti come prestazione di garanzia. Qualsiasi lavoro
in garanzia deve essere eseguito da un Rivenditore SOLO.
NL - Werkplaatsservice, reserveonderdelen en garantie
Onderhoud en reparaties: Het onderhoud en de repara-
tie van moderne motorapparaten en van hun voor de
veiligheid relevante modules vereisen een gekwalifi-
ceerde vakopleiding en een met speciale gereedschap-
pen en testapparaten uitgeruste werkplaats. SOLO
adviseert derhalve alle niet in deze handleiding om-
schreven werkzaamheden te laten uitvoeren door een
SOLO-vakwerkplaats. De vakman beschikt over de
vereiste opleiding, ervaring en uitrusting, om de voor u
goedkoopste oplossing aan te bieden en helpt u verder
met raad en daad.
Reserveonderdelen: De bedrijfszekerheid en de vei-
ligheid van uw apparaat hangen ook af van de kwali-
teit van de gebruikte reserveonderdelen. Uitsluitend
originele SOLO-reserveonderdelen gebruiken. Alleen de
originele onderdelen stammen uit de productie van het
apparaat en garanderen daarom de maximale kwaliteit
in materiaal, maatvastheid, functie en veiligheid.
U verkrijgt de originele reserve- en
accessoireonderdelen bij uw vakhandelaar. Hij beschikt
ook over de vereiste lijsten met reserveonderdelen, om
de vereiste nummers van de onderdelen vast te stellen
en hij wordt doorlopend geïnformeerd over detail-
verbeteringen en vernieuwingen in het programma van
de reserveonderdelen. Houd er a.u.b. ook rekening mee
dat een garantievergoeding door SOLO onmogelijk is,
als niet-originele onderdelen worden gebruikt.
Garantie: SOLO garandeert een perfecte kwaliteit en
neemt de kosten op zich voor verbetering achteraf door het
vervangen van defecte onderdelen in het geval van materi-
aal- of fabricagefouten die binnen de garantieperiode na de
dag van de verkoop optreden. Let er a.u.b. op dat in som-
mige landen specifieke garantievoorwaarden gelden. Infor-
meer bij twijfel bij uw verkoper. Hij is als verkoper van het
product verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen uw begrip ervoor dat voor de volgende
schadeoorzaken geen garantie kan worden geaccepteerd:
• Het niet opvolgen van de handleiding. • Het niet
uitvoeren van de vereiste onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden. • Schade op grond van een ondeskun-
dige afstelling van de carburateur. • Slijtage door nor-
maal verbruik. • Klaarblijkelijke overbelasting door
langdurige overschrijding van het maximale vermogen.
• Gebruik van niet-toegestane werkgereedschappen en
maaivoorzieningen. • Gebruik van niet-toegestane rail-
en kettinglengten bij motorzagen. • Gebruik van ge-
weld, ondeskundige behandeling, misbruik of ongeluk.
• Schade door oververhitting op grond van vervuilingen
in de ventilatorbehuizing. • Ingrepen door ondeskun-
dige personen of ondeskundige pogingen tot reparatie.
• Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen resp. van
niet-originele SOLO-onderdelen, voorzover deze schade
veroorzaken. • Gebruik van ongeschikte of te lang
opgeslagen bedrijfsmiddelen. • Schade die te herleiden
is tot gebruiksomstandigheden uit het verhuurbedrijf.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerkzaamheden
worden niet erkend voor garantievergoeding. Alle
garantiewerkzaamheden dienen door een SOLO-
vakhandelaar te worden uitgevoerd.
72
Im Interesse der ständigen Weiterentwicklung unserer Geräte müssen wir uns Änderungen des Lieferumfangs in Form, Technik und
Ausstattung vorbehalten. Wir bitten auch um Verständnis, daß aus Angaben und Abbildungen dieser Anweisung keine Ansprüche
abgeleitet werden können.
In the best interest of continued technological progress we reserve the right to change design and configuration of any product without
prior or other notice. Therefore, please note that text and illustrations of this manual are not to be considered binding and do not
constitute a basis for legal or other claims.
Nous nous réservons le droit de procéder à des changements de forme, technique ou équiopement sans préavis, et ceci dans un souci
constant d'améliorer nos produits. Nous faisons appel à votre compréhension, qu'en raison de ceci, les textes et images de cette notice ne
peuvent être une base de réclamations.
En el interés del constante desarollo de nuestro equipo debemos reservarnos el derecho de cambios en las entregas en su forma, técnica y
equipamiento. Por lo que solicitamos su compresión que mediante las indicaciones y figuras de estas instrucciones no se pueden derivar
pretensiones.
Als gevolg van de voortschrijdende technologische vooruitgang, zijn we verplicht ons het recht te behouden om de design en de
configuraties van onze machines zonder voorafgaande verwittiging aan te passen en te verbeteren. Daarom moeten we een beroep doen
op uw begrip dat de teksten en de beelden in deze handleiding niet bindend zijn en aldus niet kunnen dienen als basis voor een juridische
klacht.
Ci riserviamo la facoltà di apportare modifiche di forma, tecnica o attrezzatura senza darne preavviso, questo allo scopo di migliorare
costantemente il nostro prodotto. Contiamo vivamente sulla vostra comprensione, perché per questo i testi e le figure del manuale non
possono essere usate per eventuali reclami.
SOLO Kleinmotoren GmbH
Postfach 60 01 52 Telefon 07031 - 301-0
D-71050 Sindelfingen Fax 07031 - 301-130
Germany Fax Export 07031 - 301-149
www.solo-germany.com E-mail: info@solo-germany.com
/